VAKANTIE FLA 6 S TONES biedi SID0NIUS DE JONG ils lief verleden dreigt aan Wegens vakantie gesloten ing N. Bos en Zoon te Bergen Fa. H. J. Vollen en Zn BEDDENZAAK 22,90 39,85 37,85 49,85 37,50 49,85 22,90 39,85 49,50 79,50 12,90 16,90 19,75 25,90 12,90 17,90 Speciale beddenzaak door Joke de Valk. Nadruk verboden „O, ik dacht... Mag ik u dan uitnodigen? Om in mijn hotel iets te drinken?" „Dat sla ik niet af." „Kom dan maar mee. Op straat is ook niets te beleven. Dan drinken we een glaasje en babbelen wat." De volgende morgen zat Hanneke, als gewoonlijk al vroeg aan het ontbijt en ze keek ervan op, dat ook haar tafelgenoot vroeg beneden was. Grobbe groette haar en ging tegenover haar zitten, waarna ook hij begon te eten. „Alweer mooi weer vandaag, juffrouw Schoneveld." „Gelukkig wel. Boffen we even!" „Zegt u dat wel. Ons Hollands klimaat is in de regel vrij grillig." „Mevrouw Overbeke zei, dat de radio voorlopig mooi weer voorspelde." „Laten we hopen, dat De Bilt gelijk had. U hebt al kennissen opgedaan in Lunteren, niet?" „Ik? Hoe komt u daarbij?" „O, pardon, ik dacht het. Ik zag u gisteravond in het dorp met een heer wandelen." „O... ja, dat klopt. Dat is mijn baas. Hij is ook hier met vakantie." „Wat doet u eigenlijk voor de kost, juffrouw Schoneveld? Ik... ik ben toch niet te vrijpostig?" „O, dat moogt u gerust weten hoor. Die meneer, die u gisteravond zag, is de advokaat Dubois. Wel eens van ge hoord?" „De naam lijkt me niet geheel onbekend. En bij hem werkt u?" Ze knikte. „Al ruim een jaar." „Prettig werk?" „O ja, het bevalt me uitstekend." Na de maaltijd, toen Hanneke opstond, vroeg hij: „Is het erg onbescheiden, juffrouw Schoneveld, als ik vraag of u al plan nen hebt voor vandaag?" Ze bleef enigszins verwonderd staan. „Plannen? Och, ik heb eigenlijk voor geen enkele dag vast-omlijnde plannen. Door gaans ga ik 's morgens een half uurtje zwemmen en daarna zonnebaden. En verder vermaak ik me met een boek op de hei of in het bos." „Zou ik u mogen uitnodigen voor een trip over de Veluwe?' Hanneke bleef aarzelend staan. Kijk, dat had je er nu van als je een beetje intiem met iemand werd. En ze wilde het liefst in haar eentje van haar vakantie genieten. Aan de andere kant leek het haar wel, om eens kris-kras over de Veluwe te gaan.' „Hoe wilt u dat doen?" vroeg ze. „Op de fiets? Of met de bus? Je kunt dagkaarten krijgen. Op de bus, bedoel ik." Hij schudde lachend zijn hoofd. „Ik ben hier met een auto.' „Hebt u een wagen? Dat wist ik niet eens." „Dus dat geeft de doorslag?" Klonk er een teleurstelling in zijn stem? Het leek haar van wel. „O, dat maakt voor mij geen verschil. Maar hoe laat denkt u dan te gaan?" „Dat laat ik aan u over." „Ik zou graag eerst willen zwemmen, ziet u?" „Zoals u wilt natuurlijk. We zouden ook ergens anders kun nen gaan zwemmen. Er zijn zwembaden genoeg." Nog bleef ze aarzelen. „Ik denk, dat ik uw gedachtengang kan raden, juffrouw Schoneveld. U denkt natuurlijk: een wild vreemde man... Wat weet ik van hem. En dan samen over de Veluwe. Zie ik er erg onbetrouwbaar uit?" Ze schoot in een lach. „Nee, dat bedoel ik niet. Goed, ik neem uw uitnodiging vandaag aan. Maar alleen vandaag. Als u me een half uurtje excuseert, dan wil ik andere kleren aan trekken." ..Zo u wilt. Over een half uur staat mijn wagen klaar." Om half acht reed Grobbe Lunteren uit. „Kent u de Ve luwe?" „Praktisch niet," antwoordde ze, terwijl ze zich behaaglijk in haar hoekje nestelde. „In mijn kinderjaren ben ik eens in Lunteren geweest. En gisteren was ik in Barneveld. Maar dat is ongeveer alles." „Dan gaan we eerst naar Apeldoorn. Ik weet hier goed de weg. In mijn jeugd heb ik dikwijls bij familie in Ede gelogeerd. Vandaar, dat ik Lunteren als vakantieverblijf heb uitgekozen. Via Meulunteren, Wekerom en Harskamp kwamen ze op de grote weg naar Apeldoorn. Grobbe reed kalm, zodat ze alle gelegenheid had om van het natuurschoon te genieten. „Vertel eens wat van uzelf, juffrouw Schoneveld." Ze haalde haar schouders op. „Mijn levensboek is niet in teressant, meneer Grobbe. Ik heb al jaren geen ouders meer, heb aanvankelijk huishoudelijk werk gedaan en in mijn vrije tijd gestudeerd voor het werk, dat ik nu doe." „Rechten?" Ze proestte het uit. „Stel je voor; Ik zit elke dag al in die droge kost. Nee, steno, en typen en zo. En ik spreek tamelijk goed Engels." ,.U bent dus steno-typiste." „En secretaresse. Eigenlijk een manusje van alles. Meneer heeft helemaal alleen zijn kantoor en ik ben het enige perso neelslid. Zo, en nu is het uw beurt." „Mijn leven is niet erg rooskleurig geweest, juffrouw Schone veld. Ik... ik ben weduwnaar." Ze knikte. „Dat vermoedde ik al." „Mijn vrouw was een schat. We zijn heel jong getrouwd Omdat mijn vader ziekelijk was, moest ik al spoedig de leiding van onze grossierderij op me nemen. Ik was een en twintig en Joke, mijn vrouw, negentien. We kenden elkaar al van school af. Ze is, nu twee jaar geleden, overleden. We zijn tien jaar gelukkig getrouwd geweest." Dan ben je nu drie en dertig, rekende Hanneke in stilte uit. „Hebt u kinderen?" Hij schudde zijn hoofd. „Ook dat geluk scheen niet voor ons weggelegd te zijn." Hij zuchtte. „Nu ben ik weer helemaal alleen Mijn vader is kort nadat we getrouwd zijn overleden. Gelukkig heb ik een drukke zaak, zodat ik doorgaans niet aan dat alles kan denken." Er was enige tijd stilzwijgen. Wat moet je daarop nu zeggen? vroeg Hanneke zich af. Maar Grobbe verbrak zelf het stil zwijgen. „Sorry, juffrouw Schoneveld. Ik ben geen erg prettig gezelschap." „U hoeft zich niet te verontschuldigen. Ik weet zelf ook wel, wat leed isIkik kan daar niet zo vrij over praten als u dat deed. Er zijn van die dingen in het leven, die je zelf moet verwerken. Die je ver in je hart wegsluit om ze nooit meer te voorschijn te halen. U hebt uw leed gehad, ik het mijne. Maar het is voorbij en ik wil er niet meer aan denken. Ik ben goed gezond, heb goed betaald werk en nu vakantie. Daarom wil ik in deze tien dagen genieten." Hij lachte. „U hebt volkomen gelijk." In Apeldoorn dronken ze koffie. Grobbe liet gebakjes ko men en Hanneke vond het wel prettig verwend te worden. Na een half uurtje gingen ze via Het Loo naar het Uddelermeer. Hanneke verklaarde een poosje te willen zwemmen en Grobbe voelde er ook wel wat voor. Dus doken ze beiden in het koele nat en genoten naar hartelust. Van tevoren had Grobbe in het restaurant een diner besteld en toen men verfrist terug kwam, werd meteen de soep opge daan. Hanneke was verbaasd. „Hebt u dat bekokstoofd?" vroeg ze. Hij knikte lachend. „Vandaag zullen we het er maar eens van nemen." zei hij op hartelijke toon. „Ik hoop, dat u het maal alle eer aan zult doen." „Ik heb honger als een paard," bekende ze. Maar toch „Wat is er?" Ze keek hem ernstig aan. „Ik ben mischien een beetje ouder wets, maar ik gevoel me niet prettig, om zoveel van u aan te ne men. Ik stel voor, dat ik het diner betaal." Hij schudde het hoofd. „Ik moet u nogmaals vragen: zie ik er onbetrouwbaar uit?" „Dat is het niet. Was dat het geval geweest, dan zou ik na tuurlijk niet meegegaan zijn. U bent erg vriendelijk voor me, en dat waardeer ik bijzonder. Ikik heb niet zo heel veel vriendschap in mijn leven ondervonden. Maar waarom moet u alles betalen? Ik wil ook mijn aandeel bijdragen." „Juffrouw Schoneveld, u verschaft mij een aangename dag. Is het erg, dat ik daarvoor in ruil de kosten draag?" Ze zuchtte. „Weet u, ikoch, laat ik het eerlijk zeggen: ik wil niet graag verplichtingen hebben." „Maar dat hebt u toch helemaal niet? Ik heb in twee jaar niet zon' prettige dag gehad." „Vooruit dan maar. Doch het blijft hierbij." 's Middags reden ze naar Harderwijk en Lelystad, waar ze belangstellend keken naar de nieuwe nederzetting. In Harder wijk dronken ze thee en via Barneveld keerde men huiswaarts, waar men precies op tijd was voor de avondboterham. Aan tafel vroeg hij: „Is de rit naar uw genoegen geweest, juffrouw Schoneveld?" Ze knikte. „Het was een heerlijke dag. U hebt me veel te erg verwend." „Kom, kom, zoveel heeft dat toch niet te betekenen. Zullen we vanavond nog ergens heengaan? Of staat u, volgens uw be grippen, bij mij teveel in de schuld?" Ze keek hem hoofdschuddend aan. „Vindt u het zelf niet be ter om het hierbij te laten?" „U hebt uiteindelijk te beslissen. Ik dacht dat men getweeën meer kon genieten dan alleen." „Och, ik ben altijd op mijn eentje geweest. Tenminste bijna altijd. Zelfs in mijn werk heb ik een zekere zelfstandigheid. Je leert je zodoende wel alleen vermaken. Ik zoek niet gauw iemands gezelschap." „We zouden vanavond ergens heen kunnen gaan, waar wat muziek is. Arnhem bijvoorbeeld." „Laten we dat nu niet doen. Ik bedoel: U kunt er natuurlijk heengaan. Daarin bent u vrij. Ik wil liever bijtijds naar bed en morgen vroeg op. Morgen is er markt in Barneveld en daar wil ik kijken. De Barneveldse markt schijnt nogal beroemd te zijn." „ik heb ook zoiets gehoord. En ik was ook van plan te gaan. Als u mee wilt rijden, zegt u het maar. U bent natuurlijk geheel vrij." „Laat ik er eens een nachtje over slapen," zei ze lachend. ,,U bent een voorzichtige vrouw. En dat waardeer ik ten vol le. Ik zou haast zeggen: U hebt in dit opzicht onaangename ervaringen gehad in Uw leven." Hanneke kreeg bij dit laatste een hoogrode kleur. „Hoe komt u daarbij?" Ik heb de spijker op z'n kop geslagen, dacht Grobbe. „O, ik ben enkele jaren ouder dan u, juffrouw Schoneveld. en zodoen de heb ik wel een beetje mensenkennis. U hebt vandaag zelf gezegd, dat er wel eens dingen zijn, die je diep in je hart weg sluit om ze nooit meer te voorschijn te halen." Ze knikte. „Ja, dat heb ik gezegd en dat is ook zo. Ik wil er liever niet meer aan herinnerd worden, ziet u?" „Dat begrijp ik volkomen. Doch ik zou het erg op prijs stel len, als u een beetje meer vertrouwen in me wilde stellen." „Och, meneer Grobbe, het is niet zozeer een kwestie van vertrouwen. Ik neem aan, dat u een heer bent. Ik heb tenslotte ook wel een beetje mensenkennis geleerd. Doch het gaat hierom: Ik wil vrij blijven, ziet u? Ik weet niet, of u het begrijpt Hij knikte begrijpend. „Volkomen. En als u nu in uw oren wilt knopen, dat ik u geen enkele verplichting als tegenprestatie wil opleggen, maar dat uw gezelschap voor mij veel meer waard is dan een diner of een kopje koffie, gelooft u me dan?" „Oké. Dus dan zijn we quite?" „Meer dan dat." „Als ik u dan een genoegen kan doen, laten we dan vanavond een korte wandeling maken in het dorp. Dat vind ik altijd ge zellig. „Ik verheug me er al op." De volgende morgen reden ze naar de Barneveldse markt. Grobbe kocht er enkele prentbriefkaarten, die hij beschreef en postte. „Moet u geen kaarten versturen?" vroeg hij aan het meisje. Ze schudde haar hoofd. „Familie of kennissen heb ik niet. Mijn baas is zelf in Lunteren. Of wacht eens, m'n kostjuffrouw kan ik er wel een zenden. Eno ja, ik heb toch nog een kennis: Josien Derks, mijn voorgangster van kantoor. Vooruit, laat ik die eens een kaartje zenden." Nabij het Marktplein dronken ze koffie. Tegen de middag waren ze weer terug in Lunteren, waar de tafel al gedekt was. Grobbe had een nieuwe rit over de Veluwe voorgesteld, maar Hanneke dankt vriendelijk, maar beslist. „Ik ga vanmiddag een poosje zwemmen en verder zal ik wel zien, wat ik doe." Ze zag duidelijk de teleurstelling op zijn gezicht, maar ze hield voet bij stuk. Ze vond hem een geschikte vent, maar ze wilde hem beslist niet aanmoedigen. Stel je voor Ook deze dag was het gloeiend heet weer en Hanneke slaakte een zucht van verlichting, toen ze zich in het water liet glijden. Ze zwom de baan een paar keer rond, waarna ze uit het water kwam en een plekje in de schaduw zocht om wat uit te blazen. Met haar badhanddoek half over de schouders zat ze te kijken naar de drukte in het bad. Ze had er zodoende geen erg in, dat er iemand naar haar toe kwam en vlak bij haar bleef staan. Op een gegeven ogenblik keek ze wat rond en toen blikte ze in de ogen van haar baas. Gunst, u doet me schrikken," zei ze, de badhanddoek dichter om zich heen trekkend. „Heerlijk is het hier, vindt u niet?" „Ik heb je een paar keer gezien bij een een man in een auto," zei hij met gefronste wenkbrauwen. Ze keek hem eerst verwonderd aan, maar schoot daarna in een lach. „Nou, en wat zou dat?" „Ga je met hem trouwen?" vroeg hij bruusk. De lach op haar gezicht bestierf en ervoor in de plaats kwa men diepe rimpels in haar voorhoofd. „Pardon?" Het kwam er scherp uit. „Ik vroeg, of je soms met hem gaat trouwen." Ze haalde haar schouders op. „Op dergelijke onzin zal ik maar geen antwoord geven." „Wie is die kerel?" Op dit moment dacht Hanneke aan haar voorgangster. Josien had gedurende de eerste proefmaand verschillende malen ge zegd: „Je zult wel eens een grofheid van hem moeten slikken, doch dan denk je maar: Vent, je bent niet wijzer. Dat doe ik ook altijd." Tijdens de vijftien maanden, dat ze nu bij hem werk te, was het met die grofheden nogal meegevallen. Er was een keer onenigheid geweest over het vaasje bloemen. „Op mijn bureaus geen Lisse en Hillegom", had hij gezegd. Maar die zelfde avond was hij al bijgedraaid. Doch nu liet Jan Dubois zich dus van zijn andere zijde zien. Langzaam kwam ze overeind en hield haar handdoek dicht om zich heen. Ze keek hem met een vlammende blik aan en antwoordde op afgemeten toon: „Meneer Dubois, tijdens het werk ben ik uw ondergeschikte en zal ik uw vragen beant woorden, voor zover ze op het werk betrekking hebben. Maar nu heb ik vakantie en ik ben niet van plan om u hierop van repliek te dienen. Goede middag." Ze keerde hem haar rug toe en wilde weglopen, maar de advocaat greep haar bij de schouder en hield haar tegen. „Ik wil niet, dat je met mannen omgaat," zei hij. Ze draaide zich om en rukte zich los. „En ik wil niet, dat u zich met mijn privé-zaken bemoeit, begrepen? Al bent u hon derdmaal mijn baas. Buiten mijn arbeidsuren en in mijn vakan tie kan ik doen en laten wat ik zelf wil en behoef ik gelukkig aan niemand daarvan verantwoording af te leggen." „Juffrouw Schoneveld, luister nou eensOpnieuw greep hij haar bij de schouder. „Als u me nog één keer aanraakt, ga ik gillen!" dreigde ze. „Ja, maar luister dan. Ik wil u niet verliezen. Beqrijpt u dat dan niet?" Ze keek hem verwonderd aan en haar trekken ontspanden zich. Eigenlijk was hij nog precies een kind, al was hij een ad vokaat, die "beroemd ging worden. „Wie zegt, dat u mij verliest? Als de vakantie voorbij is, kom ik gewoon weer terug. Ten minste, als u me verder met rust laat." „Dus er is niets bijzonders tussen u en die man?" „Ach welnee. Hij is mijn tafelgenoot in het pension en ik ben een dag met hem wezen toeren over de Veluwe, terwijl we vanmorgen naar de Barneveldse markt zijn geweest. Dat is alles." Hij keek haar geruime tijd aan en boog toen zijn hoofd. „Sor ry, juffrouw Schoneveld. Ik ben natuurlijk een dwaas. Maar ik heb een hekel aan nieuw personeel. U bent nog maar zo kort bij me en Ze legde haar hand op zijn arm en zei, nu op veel rustiger toon: „Maakt u zich toch geen zorgen. Ik heb beslist geen trouwplannen. Maar ik wil me op m'n eigen manier amuseren tijdens m'n vakantie. En wilt u me nu excuseren? Ik ga me kleden.' Opnieuw draaide ze zich om en liep naar haar hokje. Terwijl ze zich kleedde, rilde ze nog van verontwaardiging. Stel je voor, dat haar baas ook al zeggenschap zou hebben over haar vakantiebezigheden. Waarom was hij niet ergens anders heengegaan? Waarom juist naar Lunteren? Goeie, wat een wonderlijke man was hij toch. 's Avonds aan tafel vroeg Grobbe: „Werd u vanmiddag lastig gevallen door iemand, juffrouw Schoneveld?" Ze liet van schrik haar kopje, dat ze juist in haar hand had, vallen. „Hoe komt u daarbij?" „O, ik was aan het zwemmen en ik zag u staan praten met iemand. Hij greep u een keer bij de schouders. Ik wilde het water uitgaan om poolshoogte te nemen, maar later zag ik, dat hij u verder met rust het." „Gunst, het lijkt wel óf jullie mannen niets anders te doen hebben dan op mijn doen en laten te letten. Dat was mijn baas, meneer Grobbe, en hij wilde iets van me weten. Dat is alles." „Neem me dan niet kwalijk, juffrouw Schoneveld, dat ik me ermee wilde bemoeien." Hanneke had een scherp antwoord op haar lippen, maar ze hield zich in. „O, het betekent niets," antwoordde ze op af gemeten toon. Grobbe voelde, dat ze ontstemd was en ging er niet verder op in. Tijdens het verloop van de maaltijd spraken ze slechts enkele zinnen en Hanneke stond al spoedig op en ging naar haar kamer om wat anders aan te trekken. Inwendig was ze spin nijdig. Het leek nota bene wel, of ze onder curatele stond. Maar dat nam ze niet! Ze was vrij om te doen en te laten, wat ze zelf wilde. Daarom ging ze vanavond eens fijn uit. Ze had in de plaatselijke krant gelezen, dat vandaag het Heidefeest in Ede werd geopend en vanavond zou er een fakkeloptocht zijn. Dat wilde ze zien, dan was ze tenminste een eind van die beide mannen vandaan. Om kwart voor zeven stapte Hanneke in de bus voor Ede en nam een retour. Ze informeerde naar de vertrektijden uit Ede en knoopte die goed in haar oor. De laatste ging half twaalf, maar zo laat zou het wel niet worden. In Ede bekeek ze de winkelstraten en stelde zich daarna tussen de andere mensen op in afwachting van de dingen, die komen zouden. Toen het donker begon te worden, werd de feestver lichting in de straten aangestoken; Hanneke keek er belang stellend naar. Zo, dus hier konden ze ook wel feest vieren. De fakkeloptocht was kilometers lang. Nadat de laatste deel nemers gepasseerd waren, gevoelde ze neiging om met de tien tallen andere jongelui er achteraan te sluiten. Ten slotte was ze nog jong en levenslustig en op zijn tijd een pretje versmaadde ze beslist niet. Doch, dat ging natuurlijk niet. Als ze nu nog een partner had „Dat was een leuke optocht, juffrouw Schoneveld," hoorde ze eensklaps de rustige stem van Grobbe naast zich. Ze schrok en keek in het glimlachende gezicht van de man. „Hoe komt u hier?" vroeg ze, terwijl haar vrolijke stemming als bij toverslag verdween. „O, met de wagen. Die staat ergens bij het station geparkeerd. Ik had gehoord van de optocht en dacht: „Vooruit, dat wil ik zien. Zodoende ben ik hier." Hanneke dacht na. Zou hij gezien hebben, dat ze in de bus stapte? Of was het toevallig, dat hij ook hier stond? Ze ver trouwde het niet erg. „Het was heel aardig," zei ze koel. „Ik geloof, dat ik niet erg welkom ben, is het niet?" Hanneke haalde haar schouders op. „U kunt natuurlijk gaan en staan, waar u wilt," zei ze, terwijl ze langzaam de winkel straat weer inliep. „Juffrouw Schoneveld, als u liever alleen bent, zegt u het dan eerlijk. Dan verdwijn ik onmiddellijk weer uit uw gezichts veld. In het andere geval nodig ik u uit om wat te drinken. Kijk hij wees naar een restaurant op de hoek daar zijn nog plaatsen vrij op het terras." Ze zuchtte. Weg was haar avond weer. En ze wilde ook niet onbeschoft zijn. Per slot van rekening was hij geen ongeschikte kerel. Dat niet, maar toch „Oké," antwoordde ze gelaten. „Ik neem uw uitnodiging aan." „Daarmee doet u me een groot genoegen, want ik wil graag eens met u praten." HOOFDSTUK 9 Toen ze enkele minuten later ieder met een flesje limonade voor zich op het terras zaten, zei Hanneke: „Nu, steek maar eens van wal, meneer Grobbe, en vertel me, wat u op uw hart hebt." „Dan eerst een vraag recht op de man af. Of liever: op de vrouw af. Wat hebt u tegen mij, juffrouw Schoneveld?" Hanneke keek hem stom verwonderd aan. „Ik wat tegen u hebben? Wat zou ik tegen u moeten hebben?" „Dat is het nu juist, wat ik me al enkele keren heb afge vraagd. Ik ben nu eenmaal een scherpe opmerker, juffrouw Schoneveld, en af en toe krijg ik de indruk, dat mijn gezelschap u niet welkom is." „Wel, meneer Grobbe, dat geldt niet speciaal u, maar eigen lijk iedere man. Ik wil vrij zijn en vrij blijven. Ik heb vakantie en ik wil er in mijn eentje van genieten. Ik weet niet, of u het .begrijpt „Volkomen," antwoordde hij droog. „Het spijt me, dat ik de indruk gewekt heb, dat ik mijn gezelschap aan u wil opdringen. Want dat is natuurlijk niet het geval. Ik stelde mij op het stand punt: LI bent hier alleen in pension en ik ben alleen. Met z'n tweeën zouden we wat meer kunnen genieten. Zoals bijvoorbeeld woensdag. Dat was voor mij een heel prettige dag." „Voor mij natuurlijk eveneens. Maar ik ben een beetje een zelvig mens, meneer Grobbe. Ik leef thuis ook in m'n eentje, heb geen enkel familielid meer, en praktisch geen kennissen, mannelijke noch vrouwelijke. Dan beschouw je het als iets heel gewoons om je alleen te vermaken. En ik kan dat opperbest." „Dat neem ik terstond aan. Dan zijn we eigenlijk antipoden: U zoekt de eenzaamheid, ik zoek gezelschap. Versta me echter goed: niet ieders gezelschap. Maar uw gezelschap stel ik even-- wel op zeer hoge prijs." Ze knikte en verteederde. „Dat klinkt natuurlijk erg prettig voor mij. En het tochtje van woensdag zal me zeker bij blijven. Ik wil noch ondankbaar, noch onbeleefd zijn. Vandaar, dat ik deze uitnodiging weer aangenomen heb. Maar toch „Toch bent u liever alleen, nietwaar?" „Doorgaans wel. Misschien is dat niet goed. Misschien ben ik hard op weg om wat de mensen noemen - een oude vrijster te worden. Wel, het zij zo. Ik verdien behoorlijk m'n boterham, dus waarvoor zal ik me bepaalde zorgen en verplichtingen op m'n hals halen?" „Mag ik eens een onbescheiden vraag stellen, juffrouw Schoneveld?" „Als-ie té onbescheiden is, geef ik er geen antwoord op." Hij knikte begrijpend. „Dat is natuurlijk uw goed recht. Eh hebt u nooit van iemand gehouden?" Ze schudde energiek haar hoofd. „Nee, nimmer. Ik zei u al, dat ik nagenoeg geen kennissen heb. En zeker geen mannelijke kennissen. Door hetgeen ik in mijn jonge leven al meegemaakt heb, ben ik misschien wat cynisch geworden. Dat is best moge lijk. Daarbij komt nog, dat ik waarschijnlijk geen natuur heb, om dadelijk maar in vuur en vlam te vliegen." „Cynisme is nu niet bepaald een eigenschap, die een aardige, knappe jongevrouw als u siert." (Wordt vervolgd) Makelaars- en Assurantiekantoor is vanaf 19 augustus tot en met 2 september a.s. roodbruine tuintegels Telefoon 597 en 476 Schagen in onze met waardebonnen DIVANLEDIKANT met prima spiraalmatras 1-persoons 27,85 Op vertoon van deze bon DIVANLEDIKANT met prima spiraalmatras 2-persoons 45,90 Op vertoon van deze bon TUIMELBED 1-pers., 15 jaar garantie 45,90 Op vertoon van deze bon TUIMELBED 2-pers., 15 jaar garantie 59,50 Op vertoon van deze bon LEDIKANT met PRIMA SPIRAALMATRAS 1-pers. met voetbord 42,90 Op vertoon van deze bon LEDIKANT met PRIMA SPIRAALMATRAS 2-pers. met voetbord 59,50 Op vertoon van deze bon 1-PERS. MATRAS goed gevuld en voorzien van prima tijk 29,85 Op vertoon van deze bon 2-pers. MATRASSTEL prima gevuld en voorzien van solide tijk 3-dlg. 49,85 Op vertoon van deze bon VERENDE MATRAS 1-pers. met garantie 59,50 Op vertoon van deze bon VEREND MATRASSTEL 2-pers. met garantie 89,50 Op vertoon van deze bon WOLLEN DEKENS 1-pers., prima kwaliteit 15,90 Op vertoon van deze bon WOLLEN DEKENS 1-pers., prima kwaliteit, gebloemd dessin 19,75 Op vertoon van deze bon WOLLEN DEKENS extra zwaar, mooi dessin 1-pers., 25,90 Op vertoon van deze bon WOLLEN DEKENS extra zwaar, mooi dessin 2-pers., 32,90 Op vertoon van deze bon ZIJDEN DEKENS goed gevuld, 1-persoons 17,85 Op vertoon van deze bon ZIJDEN DEKENS goed gevuld, 2-pers. 160x210 snijmaat 20,90 Op vertoon van deze bon DEZE AANBIEDING GELDT t/m ZATERDAG 24 AUG. Koorstraat, hk. Laat Telefoon 2726, Alkmaar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1957 | | pagina 6