VAKANTIE
FLA 6 S TONES
biedi
SID0NIUS
DE JONG
ils lief verleden dreigt
aan
Wegens vakantie
gesloten
ing
N. Bos en Zoon te Bergen
Fa. H. J. Vollen en Zn
BEDDENZAAK
22,90
39,85
37,85
49,85
37,50
49,85
22,90
39,85
49,50
79,50
12,90
16,90
19,75
25,90
12,90
17,90
Speciale beddenzaak
door Joke de Valk.
Nadruk verboden
„O, ik dacht... Mag ik u dan uitnodigen? Om in mijn hotel
iets te drinken?"
„Dat sla ik niet af."
„Kom dan maar mee. Op straat is ook niets te beleven. Dan
drinken we een glaasje en babbelen wat."
De volgende morgen zat Hanneke, als gewoonlijk al vroeg
aan het ontbijt en ze keek ervan op, dat ook haar tafelgenoot
vroeg beneden was. Grobbe groette haar en ging tegenover
haar zitten, waarna ook hij begon te eten.
„Alweer mooi weer vandaag, juffrouw Schoneveld."
„Gelukkig wel. Boffen we even!"
„Zegt u dat wel. Ons Hollands klimaat is in de regel vrij
grillig."
„Mevrouw Overbeke zei, dat de radio voorlopig mooi weer
voorspelde."
„Laten we hopen, dat De Bilt gelijk had. U hebt al kennissen
opgedaan in Lunteren, niet?"
„Ik? Hoe komt u daarbij?"
„O, pardon, ik dacht het. Ik zag u gisteravond in het dorp
met een heer wandelen."
„O... ja, dat klopt. Dat is mijn baas. Hij is ook hier met
vakantie."
„Wat doet u eigenlijk voor de kost, juffrouw Schoneveld?
Ik... ik ben toch niet te vrijpostig?"
„O, dat moogt u gerust weten hoor. Die meneer, die u
gisteravond zag, is de advokaat Dubois. Wel eens van ge
hoord?"
„De naam lijkt me niet geheel onbekend. En bij hem werkt
u?"
Ze knikte. „Al ruim een jaar."
„Prettig werk?"
„O ja, het bevalt me uitstekend."
Na de maaltijd, toen Hanneke opstond, vroeg hij: „Is het erg
onbescheiden, juffrouw Schoneveld, als ik vraag of u al plan
nen hebt voor vandaag?"
Ze bleef enigszins verwonderd staan. „Plannen? Och, ik heb
eigenlijk voor geen enkele dag vast-omlijnde plannen. Door
gaans ga ik 's morgens een half uurtje zwemmen en daarna
zonnebaden. En verder vermaak ik me met een boek op de hei
of in het bos."
„Zou ik u mogen uitnodigen voor een trip over de Veluwe?'
Hanneke bleef aarzelend staan. Kijk, dat had je er nu van
als je een beetje intiem met iemand werd. En ze wilde het liefst
in haar eentje van haar vakantie genieten. Aan de andere kant
leek het haar wel, om eens kris-kras over de Veluwe te gaan.'
„Hoe wilt u dat doen?" vroeg ze. „Op de fiets? Of met de
bus? Je kunt dagkaarten krijgen. Op de bus, bedoel ik."
Hij schudde lachend zijn hoofd. „Ik ben hier met een auto.'
„Hebt u een wagen? Dat wist ik niet eens."
„Dus dat geeft de doorslag?" Klonk er een teleurstelling in
zijn stem? Het leek haar van wel.
„O, dat maakt voor mij geen verschil. Maar hoe laat denkt
u dan te gaan?"
„Dat laat ik aan u over."
„Ik zou graag eerst willen zwemmen, ziet u?"
„Zoals u wilt natuurlijk. We zouden ook ergens anders kun
nen gaan zwemmen. Er zijn zwembaden genoeg."
Nog bleef ze aarzelen. „Ik denk, dat ik uw gedachtengang
kan raden, juffrouw Schoneveld. U denkt natuurlijk: een wild
vreemde man... Wat weet ik van hem. En dan samen over
de Veluwe. Zie ik er erg onbetrouwbaar uit?"
Ze schoot in een lach. „Nee, dat bedoel ik niet. Goed, ik
neem uw uitnodiging vandaag aan. Maar alleen vandaag. Als
u me een half uurtje excuseert, dan wil ik andere kleren aan
trekken."
..Zo u wilt. Over een half uur staat mijn wagen klaar."
Om half acht reed Grobbe Lunteren uit. „Kent u de Ve
luwe?"
„Praktisch niet," antwoordde ze, terwijl ze zich behaaglijk
in haar hoekje nestelde. „In mijn kinderjaren ben ik eens in
Lunteren geweest. En gisteren was ik in Barneveld. Maar dat
is ongeveer alles."
„Dan gaan we eerst naar Apeldoorn. Ik weet hier goed de
weg. In mijn jeugd heb ik dikwijls bij familie in Ede gelogeerd.
Vandaar, dat ik Lunteren als vakantieverblijf heb uitgekozen.
Via Meulunteren, Wekerom en Harskamp kwamen ze op
de grote weg naar Apeldoorn. Grobbe reed kalm, zodat ze
alle gelegenheid had om van het natuurschoon te genieten.
„Vertel eens wat van uzelf, juffrouw Schoneveld."
Ze haalde haar schouders op. „Mijn levensboek is niet in
teressant, meneer Grobbe. Ik heb al jaren geen ouders meer,
heb aanvankelijk huishoudelijk werk gedaan en in mijn vrije tijd
gestudeerd voor het werk, dat ik nu doe."
„Rechten?"
Ze proestte het uit. „Stel je voor; Ik zit elke dag al in die
droge kost. Nee, steno, en typen en zo. En ik spreek tamelijk
goed Engels."
,.U bent dus steno-typiste."
„En secretaresse. Eigenlijk een manusje van alles. Meneer
heeft helemaal alleen zijn kantoor en ik ben het enige perso
neelslid. Zo, en nu is het uw beurt."
„Mijn leven is niet erg rooskleurig geweest, juffrouw Schone
veld. Ik... ik ben weduwnaar."
Ze knikte. „Dat vermoedde ik al."
„Mijn vrouw was een schat. We zijn heel jong getrouwd
Omdat mijn vader ziekelijk was, moest ik al spoedig de leiding
van onze grossierderij op me nemen. Ik was een en twintig en
Joke, mijn vrouw, negentien. We kenden elkaar al van school
af. Ze is, nu twee jaar geleden, overleden. We zijn tien jaar
gelukkig getrouwd geweest."
Dan ben je nu drie en dertig, rekende Hanneke in stilte uit.
„Hebt u kinderen?"
Hij schudde zijn hoofd. „Ook dat geluk scheen niet voor ons
weggelegd te zijn." Hij zuchtte. „Nu ben ik weer helemaal
alleen Mijn vader is kort nadat we getrouwd zijn overleden.
Gelukkig heb ik een drukke zaak, zodat ik doorgaans niet aan
dat alles kan denken."
Er was enige tijd stilzwijgen. Wat moet je daarop nu zeggen?
vroeg Hanneke zich af. Maar Grobbe verbrak zelf het stil
zwijgen. „Sorry, juffrouw Schoneveld. Ik ben geen erg prettig
gezelschap."
„U hoeft zich niet te verontschuldigen. Ik weet zelf ook wel,
wat leed isIkik kan daar niet zo vrij over praten
als u dat deed. Er zijn van die dingen in het leven, die je zelf
moet verwerken. Die je ver in je hart wegsluit om ze nooit meer
te voorschijn te halen. U hebt uw leed gehad, ik het mijne.
Maar het is voorbij en ik wil er niet meer aan denken. Ik ben
goed gezond, heb goed betaald werk en nu vakantie. Daarom
wil ik in deze tien dagen genieten."
Hij lachte. „U hebt volkomen gelijk."
In Apeldoorn dronken ze koffie. Grobbe liet gebakjes ko
men en Hanneke vond het wel prettig verwend te worden. Na
een half uurtje gingen ze via Het Loo naar het Uddelermeer.
Hanneke verklaarde een poosje te willen zwemmen en Grobbe
voelde er ook wel wat voor. Dus doken ze beiden in het koele
nat en genoten naar hartelust.
Van tevoren had Grobbe in het restaurant een diner besteld
en toen men verfrist terug kwam, werd meteen de soep opge
daan.
Hanneke was verbaasd. „Hebt u dat bekokstoofd?" vroeg ze.
Hij knikte lachend. „Vandaag zullen we het er maar eens van
nemen." zei hij op hartelijke toon. „Ik hoop, dat u het maal alle
eer aan zult doen."
„Ik heb honger als een paard," bekende ze. Maar toch
„Wat is er?"
Ze keek hem ernstig aan. „Ik ben mischien een beetje ouder
wets, maar ik gevoel me niet prettig, om zoveel van u aan te ne
men. Ik stel voor, dat ik het diner betaal."
Hij schudde het hoofd. „Ik moet u nogmaals vragen: zie ik
er onbetrouwbaar uit?"
„Dat is het niet. Was dat het geval geweest, dan zou ik na
tuurlijk niet meegegaan zijn. U bent erg vriendelijk voor me,
en dat waardeer ik bijzonder. Ikik heb niet zo heel veel
vriendschap in mijn leven ondervonden. Maar waarom moet u
alles betalen? Ik wil ook mijn aandeel bijdragen."
„Juffrouw Schoneveld, u verschaft mij een aangename dag.
Is het erg, dat ik daarvoor in ruil de kosten draag?"
Ze zuchtte. „Weet u, ikoch, laat ik het eerlijk zeggen:
ik wil niet graag verplichtingen hebben."
„Maar dat hebt u toch helemaal niet? Ik heb in twee jaar niet
zon' prettige dag gehad."
„Vooruit dan maar. Doch het blijft hierbij."
's Middags reden ze naar Harderwijk en Lelystad, waar ze
belangstellend keken naar de nieuwe nederzetting. In Harder
wijk dronken ze thee en via Barneveld keerde men huiswaarts,
waar men precies op tijd was voor de avondboterham.
Aan tafel vroeg hij: „Is de rit naar uw genoegen geweest,
juffrouw Schoneveld?"
Ze knikte. „Het was een heerlijke dag. U hebt me veel te erg
verwend."
„Kom, kom, zoveel heeft dat toch niet te betekenen. Zullen
we vanavond nog ergens heengaan? Of staat u, volgens uw be
grippen, bij mij teveel in de schuld?"
Ze keek hem hoofdschuddend aan. „Vindt u het zelf niet be
ter om het hierbij te laten?"
„U hebt uiteindelijk te beslissen. Ik dacht dat men getweeën
meer kon genieten dan alleen."
„Och, ik ben altijd op mijn eentje geweest. Tenminste bijna
altijd. Zelfs in mijn werk heb ik een zekere zelfstandigheid. Je
leert je zodoende wel alleen vermaken. Ik zoek niet gauw
iemands gezelschap."
„We zouden vanavond ergens heen kunnen gaan, waar wat
muziek is. Arnhem bijvoorbeeld."
„Laten we dat nu niet doen. Ik bedoel: U kunt er natuurlijk
heengaan. Daarin bent u vrij. Ik wil liever bijtijds naar bed en
morgen vroeg op. Morgen is er markt in Barneveld en daar wil
ik kijken. De Barneveldse markt schijnt nogal beroemd te zijn."
„ik heb ook zoiets gehoord. En ik was ook van plan te gaan.
Als u mee wilt rijden, zegt u het maar. U bent natuurlijk geheel
vrij."
„Laat ik er eens een nachtje over slapen," zei ze lachend.
,,U bent een voorzichtige vrouw. En dat waardeer ik ten vol
le. Ik zou haast zeggen: U hebt in dit opzicht onaangename
ervaringen gehad in Uw leven."
Hanneke kreeg bij dit laatste een hoogrode kleur. „Hoe komt
u daarbij?"
Ik heb de spijker op z'n kop geslagen, dacht Grobbe. „O, ik
ben enkele jaren ouder dan u, juffrouw Schoneveld. en zodoen
de heb ik wel een beetje mensenkennis. U hebt vandaag zelf
gezegd, dat er wel eens dingen zijn, die je diep in je hart weg
sluit om ze nooit meer te voorschijn te halen."
Ze knikte. „Ja, dat heb ik gezegd en dat is ook zo. Ik wil er
liever niet meer aan herinnerd worden, ziet u?"
„Dat begrijp ik volkomen. Doch ik zou het erg op prijs stel
len, als u een beetje meer vertrouwen in me wilde stellen."
„Och, meneer Grobbe, het is niet zozeer een kwestie van
vertrouwen. Ik neem aan, dat u een heer bent. Ik heb tenslotte
ook wel een beetje mensenkennis geleerd. Doch het gaat hierom:
Ik wil vrij blijven, ziet u? Ik weet niet, of u het begrijpt
Hij knikte begrijpend. „Volkomen. En als u nu in uw oren
wilt knopen, dat ik u geen enkele verplichting als tegenprestatie
wil opleggen, maar dat uw gezelschap voor mij veel meer
waard is dan een diner of een kopje koffie, gelooft u me dan?"
„Oké. Dus dan zijn we quite?"
„Meer dan dat."
„Als ik u dan een genoegen kan doen, laten we dan vanavond
een korte wandeling maken in het dorp. Dat vind ik altijd ge
zellig.
„Ik verheug me er al op."
De volgende morgen reden ze naar de Barneveldse markt.
Grobbe kocht er enkele prentbriefkaarten, die hij beschreef en
postte. „Moet u geen kaarten versturen?" vroeg hij aan het
meisje.
Ze schudde haar hoofd. „Familie of kennissen heb ik niet.
Mijn baas is zelf in Lunteren. Of wacht eens, m'n kostjuffrouw
kan ik er wel een zenden. Eno ja, ik heb toch nog een
kennis: Josien Derks, mijn voorgangster van kantoor. Vooruit,
laat ik die eens een kaartje zenden."
Nabij het Marktplein dronken ze koffie. Tegen de middag
waren ze weer terug in Lunteren, waar de tafel al gedekt was.
Grobbe had een nieuwe rit over de Veluwe voorgesteld, maar
Hanneke dankt vriendelijk, maar beslist. „Ik ga vanmiddag een
poosje zwemmen en verder zal ik wel zien, wat ik doe."
Ze zag duidelijk de teleurstelling op zijn gezicht, maar ze
hield voet bij stuk. Ze vond hem een geschikte vent, maar ze
wilde hem beslist niet aanmoedigen. Stel je voor
Ook deze dag was het gloeiend heet weer en Hanneke slaakte
een zucht van verlichting, toen ze zich in het water liet
glijden. Ze zwom de baan een paar keer rond, waarna ze uit
het water kwam en een plekje in de schaduw zocht om wat uit
te blazen. Met haar badhanddoek half over de schouders zat ze
te kijken naar de drukte in het bad.
Ze had er zodoende geen erg in, dat er iemand naar haar toe
kwam en vlak bij haar bleef staan. Op een gegeven ogenblik
keek ze wat rond en toen blikte ze in de ogen van haar baas.
Gunst, u doet me schrikken," zei ze, de badhanddoek dichter
om zich heen trekkend. „Heerlijk is het hier, vindt u niet?"
„Ik heb je een paar keer gezien bij een een man in een auto,"
zei hij met gefronste wenkbrauwen.
Ze keek hem eerst verwonderd aan, maar schoot daarna in
een lach. „Nou, en wat zou dat?"
„Ga je met hem trouwen?" vroeg hij bruusk.
De lach op haar gezicht bestierf en ervoor in de plaats kwa
men diepe rimpels in haar voorhoofd.
„Pardon?" Het kwam er scherp uit.
„Ik vroeg, of je soms met hem gaat trouwen."
Ze haalde haar schouders op. „Op dergelijke onzin zal ik
maar geen antwoord geven."
„Wie is die kerel?"
Op dit moment dacht Hanneke aan haar voorgangster. Josien
had gedurende de eerste proefmaand verschillende malen ge
zegd: „Je zult wel eens een grofheid van hem moeten slikken,
doch dan denk je maar: Vent, je bent niet wijzer. Dat doe ik
ook altijd." Tijdens de vijftien maanden, dat ze nu bij hem werk
te, was het met die grofheden nogal meegevallen. Er was een
keer onenigheid geweest over het vaasje bloemen. „Op mijn
bureaus geen Lisse en Hillegom", had hij gezegd. Maar die
zelfde avond was hij al bijgedraaid. Doch nu liet Jan Dubois
zich dus van zijn andere zijde zien.
Langzaam kwam ze overeind en hield haar handdoek dicht
om zich heen. Ze keek hem met een vlammende blik aan en
antwoordde op afgemeten toon: „Meneer Dubois, tijdens het
werk ben ik uw ondergeschikte en zal ik uw vragen beant
woorden, voor zover ze op het werk betrekking hebben. Maar
nu heb ik vakantie en ik ben niet van plan om u hierop van
repliek te dienen. Goede middag."
Ze keerde hem haar rug toe en wilde weglopen, maar de
advocaat greep haar bij de schouder en hield haar tegen.
„Ik wil niet, dat je met mannen omgaat," zei hij.
Ze draaide zich om en rukte zich los. „En ik wil niet, dat u
zich met mijn privé-zaken bemoeit, begrepen? Al bent u hon
derdmaal mijn baas. Buiten mijn arbeidsuren en in mijn vakan
tie kan ik doen en laten wat ik zelf wil en behoef ik gelukkig
aan niemand daarvan verantwoording af te leggen."
„Juffrouw Schoneveld, luister nou eensOpnieuw greep
hij haar bij de schouder.
„Als u me nog één keer aanraakt, ga ik gillen!" dreigde ze.
„Ja, maar luister dan. Ik wil u niet verliezen. Beqrijpt u dat
dan niet?"
Ze keek hem verwonderd aan en haar trekken ontspanden
zich. Eigenlijk was hij nog precies een kind, al was hij een ad
vokaat, die "beroemd ging worden. „Wie zegt, dat u mij verliest?
Als de vakantie voorbij is, kom ik gewoon weer terug. Ten
minste, als u me verder met rust laat."
„Dus er is niets bijzonders tussen u en die man?"
„Ach welnee. Hij is mijn tafelgenoot in het pension en ik ben
een dag met hem wezen toeren over de Veluwe, terwijl we
vanmorgen naar de Barneveldse markt zijn geweest. Dat is
alles."
Hij keek haar geruime tijd aan en boog toen zijn hoofd. „Sor
ry, juffrouw Schoneveld. Ik ben natuurlijk een dwaas. Maar ik
heb een hekel aan nieuw personeel. U bent nog maar zo kort
bij me en
Ze legde haar hand op zijn arm en zei, nu op veel rustiger
toon: „Maakt u zich toch geen zorgen. Ik heb beslist geen
trouwplannen. Maar ik wil me op m'n eigen manier amuseren
tijdens m'n vakantie. En wilt u me nu excuseren? Ik ga me
kleden.' Opnieuw draaide ze zich om en liep naar haar hokje.
Terwijl ze zich kleedde, rilde ze nog van verontwaardiging.
Stel je voor, dat haar baas ook al zeggenschap zou hebben
over haar vakantiebezigheden. Waarom was hij niet ergens
anders heengegaan? Waarom juist naar Lunteren? Goeie, wat
een wonderlijke man was hij toch.
's Avonds aan tafel vroeg Grobbe: „Werd u vanmiddag lastig
gevallen door iemand, juffrouw Schoneveld?"
Ze liet van schrik haar kopje, dat ze juist in haar hand had,
vallen. „Hoe komt u daarbij?"
„O, ik was aan het zwemmen en ik zag u staan praten met
iemand. Hij greep u een keer bij de schouders. Ik wilde het
water uitgaan om poolshoogte te nemen, maar later zag ik, dat
hij u verder met rust het."
„Gunst, het lijkt wel óf jullie mannen niets anders te doen
hebben dan op mijn doen en laten te letten. Dat was mijn baas,
meneer Grobbe, en hij wilde iets van me weten. Dat is alles."
„Neem me dan niet kwalijk, juffrouw Schoneveld, dat ik me
ermee wilde bemoeien."
Hanneke had een scherp antwoord op haar lippen, maar ze
hield zich in. „O, het betekent niets," antwoordde ze op af
gemeten toon.
Grobbe voelde, dat ze ontstemd was en ging er niet verder
op in. Tijdens het verloop van de maaltijd spraken ze slechts
enkele zinnen en Hanneke stond al spoedig op en ging naar haar
kamer om wat anders aan te trekken. Inwendig was ze spin
nijdig. Het leek nota bene wel, of ze onder curatele stond. Maar
dat nam ze niet! Ze was vrij om te doen en te laten, wat ze
zelf wilde. Daarom ging ze vanavond eens fijn uit. Ze had in
de plaatselijke krant gelezen, dat vandaag het Heidefeest in Ede
werd geopend en vanavond zou er een fakkeloptocht zijn. Dat
wilde ze zien, dan was ze tenminste een eind van die beide
mannen vandaan.
Om kwart voor zeven stapte Hanneke in de bus voor Ede
en nam een retour. Ze informeerde naar de vertrektijden uit Ede
en knoopte die goed in haar oor. De laatste ging half twaalf,
maar zo laat zou het wel niet worden.
In Ede bekeek ze de winkelstraten en stelde zich daarna tussen
de andere mensen op in afwachting van de dingen, die komen
zouden. Toen het donker begon te worden, werd de feestver
lichting in de straten aangestoken; Hanneke keek er belang
stellend naar. Zo, dus hier konden ze ook wel feest vieren.
De fakkeloptocht was kilometers lang. Nadat de laatste deel
nemers gepasseerd waren, gevoelde ze neiging om met de tien
tallen andere jongelui er achteraan te sluiten. Ten slotte was ze
nog jong en levenslustig en op zijn tijd een pretje versmaadde
ze beslist niet. Doch, dat ging natuurlijk niet. Als ze nu nog een
partner had
„Dat was een leuke optocht, juffrouw Schoneveld," hoorde
ze eensklaps de rustige stem van Grobbe naast zich.
Ze schrok en keek in het glimlachende gezicht van de man.
„Hoe komt u hier?" vroeg ze, terwijl haar vrolijke stemming als
bij toverslag verdween.
„O, met de wagen. Die staat ergens bij het station geparkeerd.
Ik had gehoord van de optocht en dacht: „Vooruit, dat wil ik
zien. Zodoende ben ik hier."
Hanneke dacht na. Zou hij gezien hebben, dat ze in de bus
stapte? Of was het toevallig, dat hij ook hier stond? Ze ver
trouwde het niet erg.
„Het was heel aardig," zei ze koel.
„Ik geloof, dat ik niet erg welkom ben, is het niet?"
Hanneke haalde haar schouders op. „U kunt natuurlijk gaan
en staan, waar u wilt," zei ze, terwijl ze langzaam de winkel
straat weer inliep.
„Juffrouw Schoneveld, als u liever alleen bent, zegt u het
dan eerlijk. Dan verdwijn ik onmiddellijk weer uit uw gezichts
veld. In het andere geval nodig ik u uit om wat te drinken.
Kijk hij wees naar een restaurant op de hoek daar zijn nog
plaatsen vrij op het terras."
Ze zuchtte. Weg was haar avond weer. En ze wilde ook niet
onbeschoft zijn. Per slot van rekening was hij geen ongeschikte
kerel. Dat niet, maar toch
„Oké," antwoordde ze gelaten. „Ik neem uw uitnodiging aan."
„Daarmee doet u me een groot genoegen, want ik wil graag
eens met u praten."
HOOFDSTUK 9
Toen ze enkele minuten later ieder met een flesje limonade
voor zich op het terras zaten, zei Hanneke: „Nu, steek maar
eens van wal, meneer Grobbe, en vertel me, wat u op uw hart
hebt."
„Dan eerst een vraag recht op de man af. Of liever: op de
vrouw af. Wat hebt u tegen mij, juffrouw Schoneveld?"
Hanneke keek hem stom verwonderd aan. „Ik wat tegen u
hebben? Wat zou ik tegen u moeten hebben?"
„Dat is het nu juist, wat ik me al enkele keren heb afge
vraagd. Ik ben nu eenmaal een scherpe opmerker, juffrouw
Schoneveld, en af en toe krijg ik de indruk, dat mijn gezelschap
u niet welkom is."
„Wel, meneer Grobbe, dat geldt niet speciaal u, maar eigen
lijk iedere man. Ik wil vrij zijn en vrij blijven. Ik heb vakantie
en ik wil er in mijn eentje van genieten. Ik weet niet, of u het
.begrijpt
„Volkomen," antwoordde hij droog. „Het spijt me, dat ik de
indruk gewekt heb, dat ik mijn gezelschap aan u wil opdringen.
Want dat is natuurlijk niet het geval. Ik stelde mij op het stand
punt: LI bent hier alleen in pension en ik ben alleen. Met z'n
tweeën zouden we wat meer kunnen genieten. Zoals bijvoorbeeld
woensdag. Dat was voor mij een heel prettige dag."
„Voor mij natuurlijk eveneens. Maar ik ben een beetje een
zelvig mens, meneer Grobbe. Ik leef thuis ook in m'n eentje,
heb geen enkel familielid meer, en praktisch geen kennissen,
mannelijke noch vrouwelijke. Dan beschouw je het als iets heel
gewoons om je alleen te vermaken. En ik kan dat opperbest."
„Dat neem ik terstond aan. Dan zijn we eigenlijk antipoden:
U zoekt de eenzaamheid, ik zoek gezelschap. Versta me echter
goed: niet ieders gezelschap. Maar uw gezelschap stel ik even--
wel op zeer hoge prijs."
Ze knikte en verteederde. „Dat klinkt natuurlijk erg prettig
voor mij. En het tochtje van woensdag zal me zeker bij blijven.
Ik wil noch ondankbaar, noch onbeleefd zijn. Vandaar, dat ik
deze uitnodiging weer aangenomen heb. Maar toch
„Toch bent u liever alleen, nietwaar?"
„Doorgaans wel. Misschien is dat niet goed. Misschien ben ik
hard op weg om wat de mensen noemen - een oude vrijster
te worden. Wel, het zij zo. Ik verdien behoorlijk m'n boterham,
dus waarvoor zal ik me bepaalde zorgen en verplichtingen op
m'n hals halen?"
„Mag ik eens een onbescheiden vraag stellen, juffrouw
Schoneveld?"
„Als-ie té onbescheiden is, geef ik er geen antwoord op."
Hij knikte begrijpend. „Dat is natuurlijk uw goed recht. Eh
hebt u nooit van iemand gehouden?"
Ze schudde energiek haar hoofd. „Nee, nimmer. Ik zei u al,
dat ik nagenoeg geen kennissen heb. En zeker geen mannelijke
kennissen. Door hetgeen ik in mijn jonge leven al meegemaakt
heb, ben ik misschien wat cynisch geworden. Dat is best moge
lijk. Daarbij komt nog, dat ik waarschijnlijk geen natuur heb,
om dadelijk maar in vuur en vlam te vliegen."
„Cynisme is nu niet bepaald een eigenschap, die een aardige,
knappe jongevrouw als u siert."
(Wordt vervolgd)
Makelaars- en Assurantiekantoor
is vanaf 19 augustus
tot en met 2 september a.s.
roodbruine tuintegels
Telefoon 597 en 476 Schagen
in onze
met waardebonnen
DIVANLEDIKANT
met prima spiraalmatras
1-persoons 27,85
Op vertoon van deze bon
DIVANLEDIKANT
met prima spiraalmatras
2-persoons 45,90
Op vertoon van deze bon
TUIMELBED
1-pers., 15 jaar garantie 45,90
Op vertoon van deze bon
TUIMELBED
2-pers., 15 jaar garantie 59,50
Op vertoon van deze bon
LEDIKANT met PRIMA
SPIRAALMATRAS
1-pers. met voetbord 42,90
Op vertoon van deze bon
LEDIKANT met PRIMA
SPIRAALMATRAS
2-pers. met voetbord 59,50
Op vertoon van deze bon
1-PERS. MATRAS
goed gevuld en voorzien van
prima tijk 29,85
Op vertoon van deze bon
2-pers. MATRASSTEL
prima gevuld en voorzien van
solide tijk 3-dlg. 49,85
Op vertoon van deze bon
VERENDE MATRAS
1-pers. met garantie 59,50
Op vertoon van deze bon
VEREND MATRASSTEL
2-pers. met garantie 89,50
Op vertoon van deze bon
WOLLEN DEKENS
1-pers., prima kwaliteit 15,90
Op vertoon van deze bon
WOLLEN DEKENS
1-pers., prima kwaliteit,
gebloemd dessin 19,75
Op vertoon van deze bon
WOLLEN DEKENS
extra zwaar, mooi dessin
1-pers., 25,90
Op vertoon van deze bon
WOLLEN DEKENS
extra zwaar, mooi dessin
2-pers., 32,90
Op vertoon van deze bon
ZIJDEN DEKENS
goed gevuld, 1-persoons 17,85
Op vertoon van deze bon
ZIJDEN DEKENS
goed gevuld, 2-pers.
160x210 snijmaat 20,90
Op vertoon van deze bon
DEZE AANBIEDING GELDT
t/m ZATERDAG 24 AUG.
Koorstraat, hk. Laat
Telefoon 2726, Alkmaar