FLAGSTONES
SID0NIUS
DE JONG
als lie! verleden dreig!
Klaverjassen
September
aanbieding
Bij „Tilstra"
Fa. H. J. Vol ten en Zn
BEDDENZAAK
22,90
39,85
37,85
49,85
37,50
49,85
22,90
39,85
49,50
79,50
12,90
16,90
19,75
25,90
12,90
17,90
Speciale beddenzaak
door Joke de Valk.
Nadruk verboden
Het meisje haalde haar schouders op en zuchtte. „Oké," ant
woordde ze kort en bondig. Dubois reed de wagen naar de
kant en zette de motor af. Demonstratief opende hij het portier
en stak haar het sleuteltje toe. Doch Hanneke negeerde het
aanbod en stapte in, waarna ze het portier achter zich dicht
trok. „Houdt dat sleuteltje maar," zei ze gelaten. „Ik neem
tenminste aan, dat u vandaag meer heer zult zijn dan gisteren
in Elten."
„Het was geloof ik, niet helemaal comme il faüt, he?"
„Meneer Dubois, het is dat ik u al ruim een jaar ken, en
op de hoogte met uw eigenaardigheden. Vandaar, dat we
hierover verder maar het zwijgen zullen toedoen. Welaan, wat
is dat verschrikkelijke belangrijke, dat u me te vertellen hebt?"
„Juffrouw Schoneveld, het is zoals u zelf zegt: U kent me nu
ruim een jaar. Natuurlijk heb ik ook m'n gebreken en fouten;
niemand is volmaakt en ik wil daarom "geen inleiding houden,
maar meteen met het eigenlijke doel komen. Juffrouw Schone
veld, wilt u mijn vrouw worden?"
„Wat zegt u?" Hanneke kon haar oren niet geloven.
„Ik vroeg," herhaalde Dubois onverstaanbaar, „of u mijn
vrouw wilt worden."
Hanneke keek haar baas van terzijde aan. Instincmatig schoof
ze een eindje van hem vandaan, maar Dubois bleef rustig op
zijn plaats zitten en keek haar alleen maar aan.
„Ikik ben gewoonperplex," antwoordde zij ver
ward. „Waarom wilt u met me trouwen?"
„Juffrouw Schoneveld, dat is vragen naar de bekende weg.
Welke beweegredenen voeren een man in de regel tot de
vrouw zijner keuze?"
„Alstublieft, meneer, laten we met beide benen op de grond
blijven. En daarom vraag ik u nog eens: waarom wilt u met me
trouwen?"
„Als u dat nog niet begrepen hebt, zal ik het u zeggen: Om
dat ik u liefheb; omdat ik van u houd."
„U?"
„Ja, ik. Is dat soms zo vreemd?"
,,U?"herhaalde het meisje nogmaals en meteen schoot ze in
een gierende lach. „O, meneer Dubois, houdt u alstublieft op
het is om te gillenOik krijg er nog wat van
Op dit ogenblik werd Hanneke Schonveld plotseling door twee
stevige mannenhanden beetgepakt en toen de lach op haar gelaat
bestierf en ze verschrikt in het grimmige gezicht van haar baas
keek, hoorde ze zijn stem: „Dit is een ernstige zaak, juffrouw
Schoneveld, een hoogst ernstige zaak. Ik weet niet, of u het
begrijpt, maar het is de volle waarheid en niets dan de waarheid,
als ik u verzeker, dat ik van u houd. En u moogt het nu gerust
weten, dat dit ontstaan is op de dag, dat u naar Lunteren bent
vertrokken, toen uw vakantie inging. Waarom anders denkt
u, dat ik met vakantie naar Lunteren ben gegaan? U achterna?
Omdat ik niet buiten u kan. Ik ben al die maanden, dat u bij
mij werkte, ziende bind geweest en ik heb nooit begrepen, welk
een schat ik dagelijks om mij had. Maar door al dat gezanik
met die meneer Grobbe zijn mijn ogen wijd open gegaan en daar
om ben ik u vandaag achterna gereden, om van deze gelegen
heid gebruik te maken u te zeggen, wat in mij is ontstaan. Ik
heb mij nooit met vrouwen opgehouden, omdat ik daarvoor geen
tijd had. Misschien ook, omdat ik teveel mijn eigen afgezon
derde leventje leidde. Dat heeft één goede zijde gehad, want
daardoor heb ik u leren kennen. Juffrouw Schoneveld, nog
maals: het is volle ernst, als ik u vraag mijn vrouw te worden."
Langzaam drong tot Hanneke door, dat Dubois tot over zijn
oren op haar verliefd was. En nu begreep ze ook, dat Grobbe
zijn medeminnaar beter had doorzien dan zijzelf.
Ze maakte zich langzaam uit zijn greep los en keek voor zich.
„Herinnert u zich nog die middag, dat ik kwam solliciteren,
meneer?"
Hij knikte. „En of. En ik zegen de dag, dat u voor de eerste
maal uw voeten over mijn drempel zetten."
„En weet u ook nog, dat ik toen geen getuigschriften had aan
te bieden?"
„Ook dat weet ik. Maar u had geen getuigschriften nodig.
In de loop der maanden hebt u wel bewezen, dit u ten volle
berekend was voor uw taak."
„En vervolgde Hanneke op dezelfde toon weet u ook
nog, wat u toen gezegd hebt?"
„Wat ik toen gezegd heb? Och, dat zal wel over die getuig
schriften zijn geweest. Maar nog eens
„Ik zal uw geheugen opfrissen, meneer," viel het meisje hem
in de rede. „Ik heb het nooit vergeten ziet u? U hebt toen ge
zegd: Juffrouw Schoneveld, ik heb hier een druk kantoor en ik
behandel, als advokaat en procureur, dikwijls zeer discrete ge
vallen. Ik moet daarom vertrouwd personeel hebben. Diploma's
zijn natuurlijk een eerste vereiste, vervolgens getuigschriften.
Maar die hebt u niet. Wat weet ik van u? Wie bent u? Ja, dat
zei u toen. Weet u het nu nog?"
Hij lachte voor de eerste keer na zijn aanzoek. „Dat kan wel,
dat ik zoiets gezegd heb. Maar het hindert niet. Ik weet nu
wel, wie u bent, namelijk de vrouw, die ik voor mezelf wens."
„Ho, meneer, ik ben er nog niet. Nu draai ik.de rollen om.
U vraagt mij ten huwelijk, En daarop is mijn weervraag: Wat
weet u van me? Ik bedoel: wat weet u van mijn leven, vóór ik
bij u kwam werken?"
„U bent een wees, nietwaar? En u woont bij anderen in. Wel,
ik ken u nu ongeveer vijftien, zestien maanden. Dat is voor mij
voldoende om te weten, dat ik een hoofdprijs trek ,als ik u
naar het altaar zal mogen geleiden. Vandaar, dat ik het waag
u ten huwelijk te vragen."
Hanneke schuldde energiek haar hoofd. „Meneer, laten we
elkaar niet voor de gek houden. In een huwelijk moet weder
zijdse liefde zijn. U houdt van me en ik voel me natuurlijk zeer
vereerd. Ik kan het me helemaal nog niet realiseren, dat mijn
patroon me ten huwelijk vraagt. Maar er kan niets van komen,
meneer, want ik houd niet van u
„O, dat is een kwestie van tijd. U zult me leren lief
hebben
„Kom, meneer Dubois, nu gooit u al uw eigen teorieën ten
aanzien van het huwelijk overboord. Hoe vaak heb ik u niet
betreffende echtscheidingszaken horen zeggen, dat liefde, we
derzijdse liefde een eerste en besliste voorwaarde is voor een
gelukkig, duurzaam huwelijk?"
„Er zijn uitzonderingen, die de regel bevestigen, juffrouw
Schoneveld."
Opnieuw schudde Hanneke haar hoofd. „Meneer het spijt
me ontzetten?, dat dit alles is voorgevallen. Ikik vindt het
ontzettend jammer en vervelend, dat ik om vakantie gevraagd
heb. Dit is een ellendige week geworden en als ik rustig op kan
toor was gebleven, zou er waarschijnlijk niets gebeurd zijn
„Juffrouw Schoneveld, vroeg of laat zouden mijn ogen toch
zijn opengegaan. Kan ik het helpen, dat ik van u ben gaan
houden?"
„Maar ik heb helemaal nog geen zin om te trouwen!"
„O, dat hoeft ook niet op stel en sprong te gebeuren. Om
te beginnen moet er op kantoor een opvolgster voor u komen
en die zult u natuurlijk moeten inwerken. Er is niets op tegen,
dat we ons huwelijk uitstellen tot bijvoorbeeld volgend voor
jaar, hoewel
„Meneer, laten we er alsjeblieft over ophouden Ik denk er
niet aan om te trouwen. Werkelijk niet. Ik ben zeer vereerd
met uw aanzoek, dat spreekt vanzelf. Maarneeik kan
het werkelijk niet."
„Juffrouw Schoneveld, ik vraag niet vandaag een beslissing.
U weet nu, hoe mijn gevoelens zijn. Ik heb besloten om van
daag nog terug te keren naar de stad. Denkt u eens kalm over
mijn aanzoek na. Ik weet drommels goed, dat ik een konkur-
rent hebnee, u hoeft me niets te vertellen daaromtrent.
Die meneer Grobbe doet ook zijn best om u te winnen. Als
ik vandaag vertrek, weet ik, dat hij vrij spel zal hebben. Maar
ik heb wel zoveel vertrouwen in uw gezond verstand, dat ik
dit er op waag. Misschien heb ik me in de afgelopen dagen
als een dwaas aangesteld, soit. U moet me dat maar ver
geven en schrijven op rekening van mijn gevoelens jegens u.
Ik wil u alleen nog dit zeggen: Ik bezit een groot huis in de
stad, en dat huis is ook voor u, als u mijn aanzoek aanneemt.
U kunt personeel nemen: een dienstbode, werkster en wat
eventueel meer nodig is. Ik ben behoorlijk gefortuneerd en mijn
beroep brengt voldoende op om u een zorgeloos bestaan te
verschaffen. Wanneer u wilt, koop ik een auto, die dan te
uwer beschikking zal staan. Ik zal u kunnen geven, wat u
verlangt. Denk er eens goed over na en als u de 15e augustus
weer op kantoor komt, zal ik gaarne uw antwoord vernemen.
Zou dat gaan?"
Hanneke zuchtte. „Het zal weinig zin hebben, meneer, maar
goedIk zal er rustig over na denken."
„Dank u, juffrouw Schoneveld. Dat is meer, dan ik durfde
hopen. En wilt u nu uitstappen om uw wandeling te ver
volgen?"
Ze schudde haar hoofd. „Ikik heb geen zin meer.
Breng me maar naar het dorp terug en laat me dan alleen
alstublieft
HOOFDSTUK 13.
Dubois bracht haar terug naar het pension en na een hand
druk namen beiden afscheid. Ten prooi aan de meest tegen
strijdige gevoelens liep Hanneke naar boven en viel op haar
bed neer. Eén week had ze vakantie en in die week had ze
twee huwelijksaanzoeken gehad. De eerste van een weduw
naar, die een behoorlijke zaak had. En de tweede van haar
eigen baas, een goed gesitueerde advokaat. Ze hoefde tegen
één van beiden maar „ja" te zeggen en ze zou, naar menselijke
maatstaven gerekend, een zorgeloos bestaan hebben. Bij één
van beiden zou ze meesteres in huis zijn en kunnen beschikken
over personeel. De een had een auto, de ander wilde er een
voor haar kopen. Ze zou overgeplaatst worden in een andere
wereld. Nu behoorde ze nog tot het gilde der kantoormeisjes,
sekretaressen en typistes. Tot de grote categorie van hen, die
's morgens zich naar hun werk haastten en 's avonds zo spoe
dig mogelijk thuis wilden zijn.
Thuis? Had ze wel een tehuis? Natuurlijk, de familie Vriezen
in de Lijnbaanstraat was vriendelijk en hartelijk. Ze had het
er best getroffen, maar ze had alleen maar een zit-slaapkamer.
Ze moest zelf voor haar natje en droogje zorgen en dat was
helemaal niet erg. Daar was ze al lang aan gewend. Maar als
ze dacht aan de saaie, troosteloze zondagen, die zo lang duur
den, omdat ze nooit goed wist, waarheen te gaan, dan lokte
het huwelijk toch wel. Natuurlijk bewoonde Grobbe een be
hoorlijk huis en Dubois had gezegd, dat hij een grote woning
had. Ze was er wel eens langs gefietst, toen ze pas bij hem
in betrekking was, enigszins nieuwsgierig om te weten, waar
haar baas domicileerde. Het statige herenhuis aan de Konings
laan kende ze wel. Met de zware, eikenhouten deur en de
hoge, enigszins ouderwetse ramen. Nu was ze doodgewoon
Hanneke Schoneveld, één uit het legertje van zelfstandige jonge
vrouwen, die met werken het brood verdienen. Maar als ze
ging trouwen, zou ze mevrouw worden. Mevrouw Dubois of
mevrouw Grobbe, en de leveranciers, die aan de deur zouden
komen, zouden haar beleefd aanspreken: jawel mevrouw; zoals
u wilt, mevrouw
Onzin, als mevrouw Dubois kwam ze in het geheel niet aan
de deur. Ze zou de beschikking hebben over een dienstbode,
die ze haar bevelen zou kunnen geven. En als mevrouw Grobbe
zou ze waarschijnlijk ook wel over dienstpersoneel kunnen be
schikken.
Maar een huwelijk is geen betrekking, die je per maand kunt
opzeggen, doch een kontrakt voor het leven. Als een bepaalde
baan niet naar je zin is, kun je tegen je baas zeggen: Meneer,
over vier weken ben ik vertrokken. En jé zoek een nieuwe
baan. Werk genoeg in deze tijd. De kranten staan vol adver
tenties, waarin personeel wordt gevraagd. Ze kon wel voor
zichzelf zorgen, als het niet op de ene manier was, dan op de
andere Haar handen stonden niet verkeerd, beslist niet.
Een huwelijk was evenwel een ernstige zaak. Natuurlijk had
ze in haar jonge jaren ook gedroomd van de prins, die eens in
haar leven zou komen. Vooral in die donkere jaren, die er in
het verleden waren geweest: een knappe, aardige jongeman, die
haar zou liefhebben en zij hem. Doch de ware Jozef had tot nu
toe nog nimmer haar pad gekruist. Of was een van beiden de
ware Jozef? Grobbe? Dubois?
Grobbe was een aardige, fidele kerel. Rustig, desondanks
zelfbewust. Ze kon zich hem wel voorstellen als de leider, de
eigenaar van een grossierderij. Een zakenman, wiens bedrijf
goed gaat. Maar een eenzame man. Een man, die gelukkige
jaren heeft gehad met een lieve vrouw. Veel had hij niet ver
teld van zijn gestorven vrouw, maar ze kon zich voorstellen,
dat het een gelukkig paar was geweesf. Ondanks het feit, dat
er geen kinderen waren. Nu was deze man enigszins over het
leed heen. Ze begreep zijn moeilijkheden wel: hij had een
vrouw nodig. En hij was op haar verliefd geworden, zo maar
ineens.
Liefde op het eerste gezichtZe had er wel eens van
gelezen in boeken. Veel geloof had ze er nooit aan gehecht,
daarvoor was ze niet romantisch genoeg, te nuchter wellicht.
Natuurlijk zal het wel eens voorkomen in het leven. Maar
doorgaans zou de ware liefde toch moeten groeien en innerlijk
verdiepen.
Ja, ze kon zich wel enigszins voorstellen, dat Grobbe haar
graag mocht. Ten slotte wist ze ook wel, dat ze een aantrek
kelijk figuurtje had, niet bepaald een schoonheid, maar ze
mocht toch gezien worden. Een mens weet zelf het beste, wat
hij waard is .En zij wist het ook wel. Misschien had ze hem
onbewust aangemoedigd. In dit opzicht was ze onbedreven.
Geraffineerdheid kende ze niet. En ze bewonderde Grobbe,
omdat hij zich zo keurig wist te beheersen. Toen ze gisteren
met hem in zijn auto zat, had ze gevoeld, dat de man naast
haar niets liever zou willen dan haar kussen, maar hij wilde
niets forceren, uit vrees dat hij alles zou bederven. Die man
hunkefde er naar zijn lippen op de hare te voelen. Ze had het
ellendig gevonden ,maar niet willen toegeven aan haar momen
ten van zwakheid. Die kussen zouden de bezegeling zijn ge
weest van een belofte, die ze niet wilde geven. Ze vond Grobbe
beslist een aardige kerel, maar hield ze van hem?
En dan was Dubois er. De korrekte man, die op vormelijke
wijze haar ten huwelijk had gevraagd. O, ze was ervan over
tuigd, dat ook hij tot over zijn oren verliefd op haar was. Maar
ook Dubois had zich beheerst. Die man had waarschijnlijk nog
nooit een vrouw gekust. De man, die tot nu toe geheel was
opgegaan in zijn werk ,die leefde voor zijn beroep en al het
andere van weinig of geen belang achtte. De man, die zich
nooit met vrouwen had ingelaten, omdat hij er de tijd niet voor
had.
Ja, ze wist wel, hoe Dubois zijn leven had ingedeeld, 's Mor
gens naar kantoor, daar even de post doornemen en dan naar
de rechtbank. Pleidooien houden, die hij de avond te voren had
voorbereid. Dan naar huis om te eten en vervolgens weer naar
kantoor, om nieuwe cliënten te woord te staan of de zittingen
van de komende dagen te bespreken met zijn sekretaresse. En
's avonds de stukken voor de volgende dag mee te nemen om
die te bestuderen en daarop zijn pleidooi te ontwerpen. In ge
dachten zag ze hem 's avonds in zijn grote kamer zitten, want
natuurlijk waren er in dat herenhuis grote vertrekken. Een
kopje koffie, gebracht door zijn huishoudster. En dan naar
bed. Een man met één passie: zijn beroep. Een man, die hard
op weg was om een beroemde strafpleiter te worden.
Eén keer was ze naar de rechtbank geweest, omdat Dubois
een map met stukken op kantoor had laten liggen. Het was
noodzakelijk geweest en ze was binnen gekomen, toen hij mid
den in zijn pleidooi was. Op de gereserveerde tribune had ze
plaats mogen nemen, in afwachting van zijn redevoering. En
ze had met eigen ogen gezien, dat de president en de bijzittende
rechters met grote belangstelling hadden geluisterd naar de
vloedstroom van woorden, die uit de mond van haar baas
kwam. En hoe vaak had ze niet in de kranten de verslagen ge
lezen van rechtszaken, waarin grote aandacht werd gewijd aan
het pleidooi van de verdediger, mr. J. Dubois? Als zijn vrouw
zou ze op de duur een vrouw van de wereld worden en ieder
een zou zeggen: zie je daar die lange, slanke vrouw gaan? Dat
is de vrouw van die beroemde Dubois
Het geluk komt onverwacht, had ze eens gelezen in een boek.
En als het komt, aanvaardt het dan dankbaar als een gift van
de hemel. Weinig mensen valt het geluk ten deel, maar wat is
geluk? Is dat geld? Roem? Een zorgeloos bestaan? Een lief
hebbende man?
Er zijn zo verbazend veel definities van geluk. Wat voor de
één geluk is, betekent voor de ander weinig of niets. Josien
Derks vond haar geluk in de armen van een monteur bij de
gemeentetram. En daarom nam Josien haar ontslag bij advokaat
Dubois. Was het toeval, dat zij, uitgerekend zij: Hanneke
Schoneveld haar opvolgster werd? Of had dit lot het zo be
schikt in haar leven? Of was het voorbestemd in beider leven,
dat Grobbe en zij beiden in hetzelfde Lunterse pension zouden
komen aan dezelfde tafel? Het lot is immers grillig?
Er geschiedt niets bij toeval in het leven; er bestaat geen
toeval. Ze ging naar de kerk en wist daarom, dat men het leven
vanuit een hoger plan moest bezien. Dat alls voorbeschikt is.
Vanaf de geboorte tot het stervensuur. En daarom zal het zo
moeten zijn, dat er nu plotseling twee mannen in haar leven
komen. Mannen, die beiden haar als vrouw begeren Maar ze
kan maar aan één toebehoren. En wie zal dat zijn? Of is het
geen van beiden?
Hanneke Schoneveld stond op en keek in de spiegel boven
de wastafel. Op haar wangen brandden twee vurige plekken en
heur haren hingen verward om het gezicht.
„Nu sta je voor een belangrijke beslissing in je leven,
Hanneke Schoneveld," zei ze tegen haar spiegelbeeld. „Nu zul
je een besluit moeten nemen. En je hebt keuze uit drie moge
lijkheden. Je kunt Grobbe, de rustige, aardige grossier uit Delft
kiezen en dan zul je zijn tweede vrouw worden, want in zijn
armen heeft eens een andere vrouw gelegen; een vrouw, die hij
ongetwijfeld hartelijk heeft liefgehad. Doch dat is geen be
zwaar. Die vrouw is er niet meer en voor haar sterven heeft
ze zelf tot haar man gezegd dat hij niet alleen moest blijven.
Er is geen enkel bezwaar tegen, dat je „ja" tegen hem zegt en
je hand en je hart aan hem geeft.
Je hart? Behoort je hart aan hem? En houd je zoveel van
hem, dat je het aandurft om met hem te trouwen? Want dan
zul je dagelijks in zijn gezelschap zijn, niet alleen overdag in
een gezellige huiskamer, maar ook 's nachts, in een intiem
slaapvertrek. Dan zul je zijn lippen voelen op de jouwe,
Hanneke Schoneveld, en zijn handen zullen je beroeren
Je rilt, als je er aan denkt? Maar dan houd je ook niet van
hem. Natuurlijk, hij is een heer, en hij zal je aanbidden en
verwennen en je geven, wat in zijn vermogen ligt. Maar dat is
niet alles. Je zult van hem zijn en hij zal zekere rechten op je
hebben
Of zal het Dubois zijn? De baas, die dikwijls zo verstrooid
is? Ook hem mag je wel, ondanks zijn gebreken. Ondanks het
feit, dat hij zich in Elten aanstelde als een idioot. Maar dat
deed de liefde, Hanneke Schoneveld, en in oorlog en liefde is
immers alles geoorloofd?
In de oertijd zouden beide mannen waarschijnlijk om haar
gevochten hebben en de sterkste zou haar in triomf hebben
weggedragen. Doch nu leven we in een beschaafde samen
leving, waarin niet meer gestreden wordt om een wijfje. Nu
vraagt men de vrouw op vormelijke wijze ten huwelijk en aan
haar is de uiteindelijke beslissing. Ze is een vrij mens in een
demokratisch land en niemand kan haar dwingen. Ze kan „neen"
zeggen en hem desnoods geheel in de steek laten. Niemand zal
haar daarom één haar krenken. En zelfs zonder getuigschrift
van Jan Dubois zal ze weer een andere baan krijgen, want als
ze tijdens haar sollicitatie laat doorschemeren, dat haar patroon
meer van haar wilde dan sekretaresse te zijn; dan zou dat vol
doende zijn om het te doen begrijpen.
Natuurlijk zou ze het bij Dubois ook goed hebben. Maar...
dan is er onvermijdelijk ook weer dat andere, de konsekwen-
ties, die er aan een huwelijk vastzitten En dan is er geen
terugkeer meer mogelijk, want een huwelijk is een band voor
het leven
En de derde mogelijkheid is alles te laten zoals het is. Dus
niet trouwen, noch met Grobbe, noch met Dubois. Dit laatste
zou natuurlijk betekenen, dat ze haar ontslag zou moeten ne
men, want de verhoudingen waren immers geheel veranderd
tussen haar en haar patroon? Natuurlijk, ze zou beleefd, doch
beslist „neen" kunnen zeggen en volgende week donderdag
weer normaal om half negen op kantoor kunnen zijn. Maar hij
zou het absoluut niet bij één poging laten. Nee, ze had de
langste tijd bij advokaat Dubois gewerkt, onverschillig of ze
al dan niet met één van beiden trouwde.
Ze keerde zich om en wendde zich naar het raam. „Ik kom
er niet uit," prevelde ze. „Ik weet niet, dat ik doen moet. Ik
wou maar, dat ik iemand wist, die me raad kon geven, maar
ik heb geen kennissen of vriendenIk sta helemaal alleen
op de wereld, ondanks het feit, dat er twee mannen zijn, die
van me houden,
Werktuigelijk nam ze een kam en begon het haar bij te
kammen. Daarna poederde ze haar gezicht en beetje, zodat de
vurige rode plekken op haar wangen werden gemaskeerd. „Ik
zal maar een wandeling gaan maken. Of nee, ik ga een eind
fietsen, ver hier vandaan. Misschien dat ik dan een idee
krijg
Lusteloos liep ze naar beneden. In de hall stond juist de
postbode en gaf een pakje brieven, kranten en kaarten aan de
pensionhoudster. Hanneke wilde haar voorbijgaan, maar de
vrouw hield haar tegen: „Er is een brief voor u bij, juffrouw
Schoneveld."
Hanneke bleef verwonderd staan: „Voor mij?" herhaalde ze.
„Ja, hier is de brief. Alstublieft."
„Dank u.' Hanneke draaide de brief om en keek naar het
adres van de afzender. Ze las: J. van GalenDerks, Thor-
beckestraat 91Goeie, een brief van JosienGauw
even lezen.
Ze liep naar het vertrek, dat ingericht was als een soort
konversatiezaal en scheurde de brief open.
Ze las:
„Beste Hanneke,
„Hartelijk dank voor je kaartje uit Barneveld. Fijn, dat
je je adres in Lunteren er op gezet hebt, want nu kan ik
je tevens terugschrijven. Zo, zo, dus de baas heeft je
vakantie gegeven? Dat mag wel in de krant. Ik heb het
praktisch nooit gehad. Ik hoop, dat je veel plezier en mooi
weer zult hebben, zodat je bruingebrand in de stad zult
terugkeren.
Maar nu iets anders. Ik had je eigenlijk al eerder willen
opzoeken op kantoor, omdat ik je privé-adres niet weet.
Ik wil namelijk eens met je praten. Er is het een en ander
veranderd, en ik zou graag over een bepaalde aangelegen
heid je advies willen hebben. Kun je na je vakantie eens
aanwippen? Ik zal het erg leuk vinden. Je zult me een
geweldig genoegen doen, als je na je vakantie niet te lang
wacht. Doe je het? Bij voorbaat mijn welgemeende dank.
Je toegenegen Josien.
P.S. Zie je wel, dat jij geknipt was voor het werk? Het feit,
dat je het al die tijd bij Dubois hebt uitgehouden, versterkt
me in mijn mening. Aangenomen tenminste, dat je nog bij
hem bent."
Josien wilde haar raad... Josien... Natuurlijk, zij was de
aangewezen persoon om de kwestie, die ze zelf had, met haar
te bespreken. Nog vandaag ging ze naar haar toe. De brief
was een uitkomst. Zie je wel, dat er niets bij toeval geschiedt?
Maar goed, dat ze haar pension-adres op de kaart had ge
krabbeld
Een half uur later zat Hanneke in de trein, op weg naar
de stad.
(Wordt vervolgd)
Breelaan - Bergen
Op zaterdag 21 sept. a s.
aanvang 8 uur
Inschrijfgeld f 0.50. Pracht prijzen
roodbruine tuintegels
Telefoon 597 en 476 Schagen
in onze
met waardebonnen
DIVANLEDIKANT
met prima spiraalmatras
1-persoons 27,85
Op vertoon van deze bon
DIVANLEDIKANT
met prima spiraalmatras
2-persoons 45,90
Op vertoon van deze bon
TUIMELBED
1-pers., 15 jaar garantie 45,90
Op vertoon van deze bon
TUIMELBED
2-pers., 15 jaar garantie 59.50
Op vertoon van deze bon
LEDIKANT met PRIMA
SPIRAALMATRAS
1-pers. met voetbord 42,90
Op vertoon van deze bon
LEDIKANT met PRIMA
SPIRAALMATRAS
2-pers. met voetbord 59,50
Op vertoon van deze bon
1-PERS. MATRAS
goed gevuld en voorzien van
prima tijk 29,85
Op vertoon van deze bon
2-pers. MATRASSTEL
prima gevuld en voorzien van
solide tijk 3-dlg. 49,85
Op vertoon van deze bon
VERENDE MATRAS
1-pers. met garantie 59,50
Op vertoon van deze bon
VEREND MATRASSTEL
2-pers. met garantie 89,50
Op vertoon van deze bon
WOLLEN DEKENS
1-pers., prima kwaliteit 15,90
Op vertoon van deze bon
WOLLEN DEKENS
1-pers., prima kwaliteit,
gebloemd dessin 19,75
Op vertoon van deze bon
WOLLEN DEKENS
extra zwaar, mooi dessin
1-pers., 25,90
Op vertoon van deze bon
WOLLEN DEKENS
extra zwaar, mooi dessin
2-pers., 32,90
Op vertoon van deze bon
ZIJDEN DEKENS
goed gevuld, 1-persoons 17,85
Op vertoon van deze bon
ZIJDEN DEKENS
goed gevuld, 2-pers.
160x210 snijmaat 20,90
Op vertoon van deze bon
DEZE AANBIEDING GELDT
t/m ZATERDAG 21 SEPT.
Koorstraat, hk. Laat
Telefoon 2726, Alkmaar