FLAGSTONES SID0NIUS DE JONG als lie! verleden dreig! Klaverjassen September aanbieding Bij „Tilstra" Fa. H. J. Vol ten en Zn BEDDENZAAK 22,90 39,85 37,85 49,85 37,50 49,85 22,90 39,85 49,50 79,50 12,90 16,90 19,75 25,90 12,90 17,90 Speciale beddenzaak door Joke de Valk. Nadruk verboden Het meisje haalde haar schouders op en zuchtte. „Oké," ant woordde ze kort en bondig. Dubois reed de wagen naar de kant en zette de motor af. Demonstratief opende hij het portier en stak haar het sleuteltje toe. Doch Hanneke negeerde het aanbod en stapte in, waarna ze het portier achter zich dicht trok. „Houdt dat sleuteltje maar," zei ze gelaten. „Ik neem tenminste aan, dat u vandaag meer heer zult zijn dan gisteren in Elten." „Het was geloof ik, niet helemaal comme il faüt, he?" „Meneer Dubois, het is dat ik u al ruim een jaar ken, en op de hoogte met uw eigenaardigheden. Vandaar, dat we hierover verder maar het zwijgen zullen toedoen. Welaan, wat is dat verschrikkelijke belangrijke, dat u me te vertellen hebt?" „Juffrouw Schoneveld, het is zoals u zelf zegt: U kent me nu ruim een jaar. Natuurlijk heb ik ook m'n gebreken en fouten; niemand is volmaakt en ik wil daarom "geen inleiding houden, maar meteen met het eigenlijke doel komen. Juffrouw Schone veld, wilt u mijn vrouw worden?" „Wat zegt u?" Hanneke kon haar oren niet geloven. „Ik vroeg," herhaalde Dubois onverstaanbaar, „of u mijn vrouw wilt worden." Hanneke keek haar baas van terzijde aan. Instincmatig schoof ze een eindje van hem vandaan, maar Dubois bleef rustig op zijn plaats zitten en keek haar alleen maar aan. „Ikik ben gewoonperplex," antwoordde zij ver ward. „Waarom wilt u met me trouwen?" „Juffrouw Schoneveld, dat is vragen naar de bekende weg. Welke beweegredenen voeren een man in de regel tot de vrouw zijner keuze?" „Alstublieft, meneer, laten we met beide benen op de grond blijven. En daarom vraag ik u nog eens: waarom wilt u met me trouwen?" „Als u dat nog niet begrepen hebt, zal ik het u zeggen: Om dat ik u liefheb; omdat ik van u houd." „U?" „Ja, ik. Is dat soms zo vreemd?" ,,U?"herhaalde het meisje nogmaals en meteen schoot ze in een gierende lach. „O, meneer Dubois, houdt u alstublieft op het is om te gillenOik krijg er nog wat van Op dit ogenblik werd Hanneke Schonveld plotseling door twee stevige mannenhanden beetgepakt en toen de lach op haar gelaat bestierf en ze verschrikt in het grimmige gezicht van haar baas keek, hoorde ze zijn stem: „Dit is een ernstige zaak, juffrouw Schoneveld, een hoogst ernstige zaak. Ik weet niet, of u het begrijpt, maar het is de volle waarheid en niets dan de waarheid, als ik u verzeker, dat ik van u houd. En u moogt het nu gerust weten, dat dit ontstaan is op de dag, dat u naar Lunteren bent vertrokken, toen uw vakantie inging. Waarom anders denkt u, dat ik met vakantie naar Lunteren ben gegaan? U achterna? Omdat ik niet buiten u kan. Ik ben al die maanden, dat u bij mij werkte, ziende bind geweest en ik heb nooit begrepen, welk een schat ik dagelijks om mij had. Maar door al dat gezanik met die meneer Grobbe zijn mijn ogen wijd open gegaan en daar om ben ik u vandaag achterna gereden, om van deze gelegen heid gebruik te maken u te zeggen, wat in mij is ontstaan. Ik heb mij nooit met vrouwen opgehouden, omdat ik daarvoor geen tijd had. Misschien ook, omdat ik teveel mijn eigen afgezon derde leventje leidde. Dat heeft één goede zijde gehad, want daardoor heb ik u leren kennen. Juffrouw Schoneveld, nog maals: het is volle ernst, als ik u vraag mijn vrouw te worden." Langzaam drong tot Hanneke door, dat Dubois tot over zijn oren op haar verliefd was. En nu begreep ze ook, dat Grobbe zijn medeminnaar beter had doorzien dan zijzelf. Ze maakte zich langzaam uit zijn greep los en keek voor zich. „Herinnert u zich nog die middag, dat ik kwam solliciteren, meneer?" Hij knikte. „En of. En ik zegen de dag, dat u voor de eerste maal uw voeten over mijn drempel zetten." „En weet u ook nog, dat ik toen geen getuigschriften had aan te bieden?" „Ook dat weet ik. Maar u had geen getuigschriften nodig. In de loop der maanden hebt u wel bewezen, dit u ten volle berekend was voor uw taak." „En vervolgde Hanneke op dezelfde toon weet u ook nog, wat u toen gezegd hebt?" „Wat ik toen gezegd heb? Och, dat zal wel over die getuig schriften zijn geweest. Maar nog eens „Ik zal uw geheugen opfrissen, meneer," viel het meisje hem in de rede. „Ik heb het nooit vergeten ziet u? U hebt toen ge zegd: Juffrouw Schoneveld, ik heb hier een druk kantoor en ik behandel, als advokaat en procureur, dikwijls zeer discrete ge vallen. Ik moet daarom vertrouwd personeel hebben. Diploma's zijn natuurlijk een eerste vereiste, vervolgens getuigschriften. Maar die hebt u niet. Wat weet ik van u? Wie bent u? Ja, dat zei u toen. Weet u het nu nog?" Hij lachte voor de eerste keer na zijn aanzoek. „Dat kan wel, dat ik zoiets gezegd heb. Maar het hindert niet. Ik weet nu wel, wie u bent, namelijk de vrouw, die ik voor mezelf wens." „Ho, meneer, ik ben er nog niet. Nu draai ik.de rollen om. U vraagt mij ten huwelijk, En daarop is mijn weervraag: Wat weet u van me? Ik bedoel: wat weet u van mijn leven, vóór ik bij u kwam werken?" „U bent een wees, nietwaar? En u woont bij anderen in. Wel, ik ken u nu ongeveer vijftien, zestien maanden. Dat is voor mij voldoende om te weten, dat ik een hoofdprijs trek ,als ik u naar het altaar zal mogen geleiden. Vandaar, dat ik het waag u ten huwelijk te vragen." Hanneke schuldde energiek haar hoofd. „Meneer, laten we elkaar niet voor de gek houden. In een huwelijk moet weder zijdse liefde zijn. U houdt van me en ik voel me natuurlijk zeer vereerd. Ik kan het me helemaal nog niet realiseren, dat mijn patroon me ten huwelijk vraagt. Maar er kan niets van komen, meneer, want ik houd niet van u „O, dat is een kwestie van tijd. U zult me leren lief hebben „Kom, meneer Dubois, nu gooit u al uw eigen teorieën ten aanzien van het huwelijk overboord. Hoe vaak heb ik u niet betreffende echtscheidingszaken horen zeggen, dat liefde, we derzijdse liefde een eerste en besliste voorwaarde is voor een gelukkig, duurzaam huwelijk?" „Er zijn uitzonderingen, die de regel bevestigen, juffrouw Schoneveld." Opnieuw schudde Hanneke haar hoofd. „Meneer het spijt me ontzetten?, dat dit alles is voorgevallen. Ikik vindt het ontzettend jammer en vervelend, dat ik om vakantie gevraagd heb. Dit is een ellendige week geworden en als ik rustig op kan toor was gebleven, zou er waarschijnlijk niets gebeurd zijn „Juffrouw Schoneveld, vroeg of laat zouden mijn ogen toch zijn opengegaan. Kan ik het helpen, dat ik van u ben gaan houden?" „Maar ik heb helemaal nog geen zin om te trouwen!" „O, dat hoeft ook niet op stel en sprong te gebeuren. Om te beginnen moet er op kantoor een opvolgster voor u komen en die zult u natuurlijk moeten inwerken. Er is niets op tegen, dat we ons huwelijk uitstellen tot bijvoorbeeld volgend voor jaar, hoewel „Meneer, laten we er alsjeblieft over ophouden Ik denk er niet aan om te trouwen. Werkelijk niet. Ik ben zeer vereerd met uw aanzoek, dat spreekt vanzelf. Maarneeik kan het werkelijk niet." „Juffrouw Schoneveld, ik vraag niet vandaag een beslissing. U weet nu, hoe mijn gevoelens zijn. Ik heb besloten om van daag nog terug te keren naar de stad. Denkt u eens kalm over mijn aanzoek na. Ik weet drommels goed, dat ik een konkur- rent hebnee, u hoeft me niets te vertellen daaromtrent. Die meneer Grobbe doet ook zijn best om u te winnen. Als ik vandaag vertrek, weet ik, dat hij vrij spel zal hebben. Maar ik heb wel zoveel vertrouwen in uw gezond verstand, dat ik dit er op waag. Misschien heb ik me in de afgelopen dagen als een dwaas aangesteld, soit. U moet me dat maar ver geven en schrijven op rekening van mijn gevoelens jegens u. Ik wil u alleen nog dit zeggen: Ik bezit een groot huis in de stad, en dat huis is ook voor u, als u mijn aanzoek aanneemt. U kunt personeel nemen: een dienstbode, werkster en wat eventueel meer nodig is. Ik ben behoorlijk gefortuneerd en mijn beroep brengt voldoende op om u een zorgeloos bestaan te verschaffen. Wanneer u wilt, koop ik een auto, die dan te uwer beschikking zal staan. Ik zal u kunnen geven, wat u verlangt. Denk er eens goed over na en als u de 15e augustus weer op kantoor komt, zal ik gaarne uw antwoord vernemen. Zou dat gaan?" Hanneke zuchtte. „Het zal weinig zin hebben, meneer, maar goedIk zal er rustig over na denken." „Dank u, juffrouw Schoneveld. Dat is meer, dan ik durfde hopen. En wilt u nu uitstappen om uw wandeling te ver volgen?" Ze schudde haar hoofd. „Ikik heb geen zin meer. Breng me maar naar het dorp terug en laat me dan alleen alstublieft HOOFDSTUK 13. Dubois bracht haar terug naar het pension en na een hand druk namen beiden afscheid. Ten prooi aan de meest tegen strijdige gevoelens liep Hanneke naar boven en viel op haar bed neer. Eén week had ze vakantie en in die week had ze twee huwelijksaanzoeken gehad. De eerste van een weduw naar, die een behoorlijke zaak had. En de tweede van haar eigen baas, een goed gesitueerde advokaat. Ze hoefde tegen één van beiden maar „ja" te zeggen en ze zou, naar menselijke maatstaven gerekend, een zorgeloos bestaan hebben. Bij één van beiden zou ze meesteres in huis zijn en kunnen beschikken over personeel. De een had een auto, de ander wilde er een voor haar kopen. Ze zou overgeplaatst worden in een andere wereld. Nu behoorde ze nog tot het gilde der kantoormeisjes, sekretaressen en typistes. Tot de grote categorie van hen, die 's morgens zich naar hun werk haastten en 's avonds zo spoe dig mogelijk thuis wilden zijn. Thuis? Had ze wel een tehuis? Natuurlijk, de familie Vriezen in de Lijnbaanstraat was vriendelijk en hartelijk. Ze had het er best getroffen, maar ze had alleen maar een zit-slaapkamer. Ze moest zelf voor haar natje en droogje zorgen en dat was helemaal niet erg. Daar was ze al lang aan gewend. Maar als ze dacht aan de saaie, troosteloze zondagen, die zo lang duur den, omdat ze nooit goed wist, waarheen te gaan, dan lokte het huwelijk toch wel. Natuurlijk bewoonde Grobbe een be hoorlijk huis en Dubois had gezegd, dat hij een grote woning had. Ze was er wel eens langs gefietst, toen ze pas bij hem in betrekking was, enigszins nieuwsgierig om te weten, waar haar baas domicileerde. Het statige herenhuis aan de Konings laan kende ze wel. Met de zware, eikenhouten deur en de hoge, enigszins ouderwetse ramen. Nu was ze doodgewoon Hanneke Schoneveld, één uit het legertje van zelfstandige jonge vrouwen, die met werken het brood verdienen. Maar als ze ging trouwen, zou ze mevrouw worden. Mevrouw Dubois of mevrouw Grobbe, en de leveranciers, die aan de deur zouden komen, zouden haar beleefd aanspreken: jawel mevrouw; zoals u wilt, mevrouw Onzin, als mevrouw Dubois kwam ze in het geheel niet aan de deur. Ze zou de beschikking hebben over een dienstbode, die ze haar bevelen zou kunnen geven. En als mevrouw Grobbe zou ze waarschijnlijk ook wel over dienstpersoneel kunnen be schikken. Maar een huwelijk is geen betrekking, die je per maand kunt opzeggen, doch een kontrakt voor het leven. Als een bepaalde baan niet naar je zin is, kun je tegen je baas zeggen: Meneer, over vier weken ben ik vertrokken. En jé zoek een nieuwe baan. Werk genoeg in deze tijd. De kranten staan vol adver tenties, waarin personeel wordt gevraagd. Ze kon wel voor zichzelf zorgen, als het niet op de ene manier was, dan op de andere Haar handen stonden niet verkeerd, beslist niet. Een huwelijk was evenwel een ernstige zaak. Natuurlijk had ze in haar jonge jaren ook gedroomd van de prins, die eens in haar leven zou komen. Vooral in die donkere jaren, die er in het verleden waren geweest: een knappe, aardige jongeman, die haar zou liefhebben en zij hem. Doch de ware Jozef had tot nu toe nog nimmer haar pad gekruist. Of was een van beiden de ware Jozef? Grobbe? Dubois? Grobbe was een aardige, fidele kerel. Rustig, desondanks zelfbewust. Ze kon zich hem wel voorstellen als de leider, de eigenaar van een grossierderij. Een zakenman, wiens bedrijf goed gaat. Maar een eenzame man. Een man, die gelukkige jaren heeft gehad met een lieve vrouw. Veel had hij niet ver teld van zijn gestorven vrouw, maar ze kon zich voorstellen, dat het een gelukkig paar was geweesf. Ondanks het feit, dat er geen kinderen waren. Nu was deze man enigszins over het leed heen. Ze begreep zijn moeilijkheden wel: hij had een vrouw nodig. En hij was op haar verliefd geworden, zo maar ineens. Liefde op het eerste gezichtZe had er wel eens van gelezen in boeken. Veel geloof had ze er nooit aan gehecht, daarvoor was ze niet romantisch genoeg, te nuchter wellicht. Natuurlijk zal het wel eens voorkomen in het leven. Maar doorgaans zou de ware liefde toch moeten groeien en innerlijk verdiepen. Ja, ze kon zich wel enigszins voorstellen, dat Grobbe haar graag mocht. Ten slotte wist ze ook wel, dat ze een aantrek kelijk figuurtje had, niet bepaald een schoonheid, maar ze mocht toch gezien worden. Een mens weet zelf het beste, wat hij waard is .En zij wist het ook wel. Misschien had ze hem onbewust aangemoedigd. In dit opzicht was ze onbedreven. Geraffineerdheid kende ze niet. En ze bewonderde Grobbe, omdat hij zich zo keurig wist te beheersen. Toen ze gisteren met hem in zijn auto zat, had ze gevoeld, dat de man naast haar niets liever zou willen dan haar kussen, maar hij wilde niets forceren, uit vrees dat hij alles zou bederven. Die man hunkefde er naar zijn lippen op de hare te voelen. Ze had het ellendig gevonden ,maar niet willen toegeven aan haar momen ten van zwakheid. Die kussen zouden de bezegeling zijn ge weest van een belofte, die ze niet wilde geven. Ze vond Grobbe beslist een aardige kerel, maar hield ze van hem? En dan was Dubois er. De korrekte man, die op vormelijke wijze haar ten huwelijk had gevraagd. O, ze was ervan over tuigd, dat ook hij tot over zijn oren verliefd op haar was. Maar ook Dubois had zich beheerst. Die man had waarschijnlijk nog nooit een vrouw gekust. De man, die tot nu toe geheel was opgegaan in zijn werk ,die leefde voor zijn beroep en al het andere van weinig of geen belang achtte. De man, die zich nooit met vrouwen had ingelaten, omdat hij er de tijd niet voor had. Ja, ze wist wel, hoe Dubois zijn leven had ingedeeld, 's Mor gens naar kantoor, daar even de post doornemen en dan naar de rechtbank. Pleidooien houden, die hij de avond te voren had voorbereid. Dan naar huis om te eten en vervolgens weer naar kantoor, om nieuwe cliënten te woord te staan of de zittingen van de komende dagen te bespreken met zijn sekretaresse. En 's avonds de stukken voor de volgende dag mee te nemen om die te bestuderen en daarop zijn pleidooi te ontwerpen. In ge dachten zag ze hem 's avonds in zijn grote kamer zitten, want natuurlijk waren er in dat herenhuis grote vertrekken. Een kopje koffie, gebracht door zijn huishoudster. En dan naar bed. Een man met één passie: zijn beroep. Een man, die hard op weg was om een beroemde strafpleiter te worden. Eén keer was ze naar de rechtbank geweest, omdat Dubois een map met stukken op kantoor had laten liggen. Het was noodzakelijk geweest en ze was binnen gekomen, toen hij mid den in zijn pleidooi was. Op de gereserveerde tribune had ze plaats mogen nemen, in afwachting van zijn redevoering. En ze had met eigen ogen gezien, dat de president en de bijzittende rechters met grote belangstelling hadden geluisterd naar de vloedstroom van woorden, die uit de mond van haar baas kwam. En hoe vaak had ze niet in de kranten de verslagen ge lezen van rechtszaken, waarin grote aandacht werd gewijd aan het pleidooi van de verdediger, mr. J. Dubois? Als zijn vrouw zou ze op de duur een vrouw van de wereld worden en ieder een zou zeggen: zie je daar die lange, slanke vrouw gaan? Dat is de vrouw van die beroemde Dubois Het geluk komt onverwacht, had ze eens gelezen in een boek. En als het komt, aanvaardt het dan dankbaar als een gift van de hemel. Weinig mensen valt het geluk ten deel, maar wat is geluk? Is dat geld? Roem? Een zorgeloos bestaan? Een lief hebbende man? Er zijn zo verbazend veel definities van geluk. Wat voor de één geluk is, betekent voor de ander weinig of niets. Josien Derks vond haar geluk in de armen van een monteur bij de gemeentetram. En daarom nam Josien haar ontslag bij advokaat Dubois. Was het toeval, dat zij, uitgerekend zij: Hanneke Schoneveld haar opvolgster werd? Of had dit lot het zo be schikt in haar leven? Of was het voorbestemd in beider leven, dat Grobbe en zij beiden in hetzelfde Lunterse pension zouden komen aan dezelfde tafel? Het lot is immers grillig? Er geschiedt niets bij toeval in het leven; er bestaat geen toeval. Ze ging naar de kerk en wist daarom, dat men het leven vanuit een hoger plan moest bezien. Dat alls voorbeschikt is. Vanaf de geboorte tot het stervensuur. En daarom zal het zo moeten zijn, dat er nu plotseling twee mannen in haar leven komen. Mannen, die beiden haar als vrouw begeren Maar ze kan maar aan één toebehoren. En wie zal dat zijn? Of is het geen van beiden? Hanneke Schoneveld stond op en keek in de spiegel boven de wastafel. Op haar wangen brandden twee vurige plekken en heur haren hingen verward om het gezicht. „Nu sta je voor een belangrijke beslissing in je leven, Hanneke Schoneveld," zei ze tegen haar spiegelbeeld. „Nu zul je een besluit moeten nemen. En je hebt keuze uit drie moge lijkheden. Je kunt Grobbe, de rustige, aardige grossier uit Delft kiezen en dan zul je zijn tweede vrouw worden, want in zijn armen heeft eens een andere vrouw gelegen; een vrouw, die hij ongetwijfeld hartelijk heeft liefgehad. Doch dat is geen be zwaar. Die vrouw is er niet meer en voor haar sterven heeft ze zelf tot haar man gezegd dat hij niet alleen moest blijven. Er is geen enkel bezwaar tegen, dat je „ja" tegen hem zegt en je hand en je hart aan hem geeft. Je hart? Behoort je hart aan hem? En houd je zoveel van hem, dat je het aandurft om met hem te trouwen? Want dan zul je dagelijks in zijn gezelschap zijn, niet alleen overdag in een gezellige huiskamer, maar ook 's nachts, in een intiem slaapvertrek. Dan zul je zijn lippen voelen op de jouwe, Hanneke Schoneveld, en zijn handen zullen je beroeren Je rilt, als je er aan denkt? Maar dan houd je ook niet van hem. Natuurlijk, hij is een heer, en hij zal je aanbidden en verwennen en je geven, wat in zijn vermogen ligt. Maar dat is niet alles. Je zult van hem zijn en hij zal zekere rechten op je hebben Of zal het Dubois zijn? De baas, die dikwijls zo verstrooid is? Ook hem mag je wel, ondanks zijn gebreken. Ondanks het feit, dat hij zich in Elten aanstelde als een idioot. Maar dat deed de liefde, Hanneke Schoneveld, en in oorlog en liefde is immers alles geoorloofd? In de oertijd zouden beide mannen waarschijnlijk om haar gevochten hebben en de sterkste zou haar in triomf hebben weggedragen. Doch nu leven we in een beschaafde samen leving, waarin niet meer gestreden wordt om een wijfje. Nu vraagt men de vrouw op vormelijke wijze ten huwelijk en aan haar is de uiteindelijke beslissing. Ze is een vrij mens in een demokratisch land en niemand kan haar dwingen. Ze kan „neen" zeggen en hem desnoods geheel in de steek laten. Niemand zal haar daarom één haar krenken. En zelfs zonder getuigschrift van Jan Dubois zal ze weer een andere baan krijgen, want als ze tijdens haar sollicitatie laat doorschemeren, dat haar patroon meer van haar wilde dan sekretaresse te zijn; dan zou dat vol doende zijn om het te doen begrijpen. Natuurlijk zou ze het bij Dubois ook goed hebben. Maar... dan is er onvermijdelijk ook weer dat andere, de konsekwen- ties, die er aan een huwelijk vastzitten En dan is er geen terugkeer meer mogelijk, want een huwelijk is een band voor het leven En de derde mogelijkheid is alles te laten zoals het is. Dus niet trouwen, noch met Grobbe, noch met Dubois. Dit laatste zou natuurlijk betekenen, dat ze haar ontslag zou moeten ne men, want de verhoudingen waren immers geheel veranderd tussen haar en haar patroon? Natuurlijk, ze zou beleefd, doch beslist „neen" kunnen zeggen en volgende week donderdag weer normaal om half negen op kantoor kunnen zijn. Maar hij zou het absoluut niet bij één poging laten. Nee, ze had de langste tijd bij advokaat Dubois gewerkt, onverschillig of ze al dan niet met één van beiden trouwde. Ze keerde zich om en wendde zich naar het raam. „Ik kom er niet uit," prevelde ze. „Ik weet niet, dat ik doen moet. Ik wou maar, dat ik iemand wist, die me raad kon geven, maar ik heb geen kennissen of vriendenIk sta helemaal alleen op de wereld, ondanks het feit, dat er twee mannen zijn, die van me houden, Werktuigelijk nam ze een kam en begon het haar bij te kammen. Daarna poederde ze haar gezicht en beetje, zodat de vurige rode plekken op haar wangen werden gemaskeerd. „Ik zal maar een wandeling gaan maken. Of nee, ik ga een eind fietsen, ver hier vandaan. Misschien dat ik dan een idee krijg Lusteloos liep ze naar beneden. In de hall stond juist de postbode en gaf een pakje brieven, kranten en kaarten aan de pensionhoudster. Hanneke wilde haar voorbijgaan, maar de vrouw hield haar tegen: „Er is een brief voor u bij, juffrouw Schoneveld." Hanneke bleef verwonderd staan: „Voor mij?" herhaalde ze. „Ja, hier is de brief. Alstublieft." „Dank u.' Hanneke draaide de brief om en keek naar het adres van de afzender. Ze las: J. van GalenDerks, Thor- beckestraat 91Goeie, een brief van JosienGauw even lezen. Ze liep naar het vertrek, dat ingericht was als een soort konversatiezaal en scheurde de brief open. Ze las: „Beste Hanneke, „Hartelijk dank voor je kaartje uit Barneveld. Fijn, dat je je adres in Lunteren er op gezet hebt, want nu kan ik je tevens terugschrijven. Zo, zo, dus de baas heeft je vakantie gegeven? Dat mag wel in de krant. Ik heb het praktisch nooit gehad. Ik hoop, dat je veel plezier en mooi weer zult hebben, zodat je bruingebrand in de stad zult terugkeren. Maar nu iets anders. Ik had je eigenlijk al eerder willen opzoeken op kantoor, omdat ik je privé-adres niet weet. Ik wil namelijk eens met je praten. Er is het een en ander veranderd, en ik zou graag over een bepaalde aangelegen heid je advies willen hebben. Kun je na je vakantie eens aanwippen? Ik zal het erg leuk vinden. Je zult me een geweldig genoegen doen, als je na je vakantie niet te lang wacht. Doe je het? Bij voorbaat mijn welgemeende dank. Je toegenegen Josien. P.S. Zie je wel, dat jij geknipt was voor het werk? Het feit, dat je het al die tijd bij Dubois hebt uitgehouden, versterkt me in mijn mening. Aangenomen tenminste, dat je nog bij hem bent." Josien wilde haar raad... Josien... Natuurlijk, zij was de aangewezen persoon om de kwestie, die ze zelf had, met haar te bespreken. Nog vandaag ging ze naar haar toe. De brief was een uitkomst. Zie je wel, dat er niets bij toeval geschiedt? Maar goed, dat ze haar pension-adres op de kaart had ge krabbeld Een half uur later zat Hanneke in de trein, op weg naar de stad. (Wordt vervolgd) Breelaan - Bergen Op zaterdag 21 sept. a s. aanvang 8 uur Inschrijfgeld f 0.50. Pracht prijzen roodbruine tuintegels Telefoon 597 en 476 Schagen in onze met waardebonnen DIVANLEDIKANT met prima spiraalmatras 1-persoons 27,85 Op vertoon van deze bon DIVANLEDIKANT met prima spiraalmatras 2-persoons 45,90 Op vertoon van deze bon TUIMELBED 1-pers., 15 jaar garantie 45,90 Op vertoon van deze bon TUIMELBED 2-pers., 15 jaar garantie 59.50 Op vertoon van deze bon LEDIKANT met PRIMA SPIRAALMATRAS 1-pers. met voetbord 42,90 Op vertoon van deze bon LEDIKANT met PRIMA SPIRAALMATRAS 2-pers. met voetbord 59,50 Op vertoon van deze bon 1-PERS. MATRAS goed gevuld en voorzien van prima tijk 29,85 Op vertoon van deze bon 2-pers. MATRASSTEL prima gevuld en voorzien van solide tijk 3-dlg. 49,85 Op vertoon van deze bon VERENDE MATRAS 1-pers. met garantie 59,50 Op vertoon van deze bon VEREND MATRASSTEL 2-pers. met garantie 89,50 Op vertoon van deze bon WOLLEN DEKENS 1-pers., prima kwaliteit 15,90 Op vertoon van deze bon WOLLEN DEKENS 1-pers., prima kwaliteit, gebloemd dessin 19,75 Op vertoon van deze bon WOLLEN DEKENS extra zwaar, mooi dessin 1-pers., 25,90 Op vertoon van deze bon WOLLEN DEKENS extra zwaar, mooi dessin 2-pers., 32,90 Op vertoon van deze bon ZIJDEN DEKENS goed gevuld, 1-persoons 17,85 Op vertoon van deze bon ZIJDEN DEKENS goed gevuld, 2-pers. 160x210 snijmaat 20,90 Op vertoon van deze bon DEZE AANBIEDING GELDT t/m ZATERDAG 21 SEPT. Koorstraat, hk. Laat Telefoon 2726, Alkmaar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1957 | | pagina 6