„Tonnie's opdracht" Slagerij RUYTER van 10 tot 25°/ J. den Broeder Wat Ruyter snijdt, is kwaliteit D. C. BUTTER Telef. K 2201 -236 -Ja!" Ie Kwaliteit Gemest KALFSVLEES Afgehaald en a contant aan de winkel ,,'t B0ERENHUYS" KOEDIJK - VISSEN ,,'T VERGULDE PAARD" Op alle restanten Damesblouses Rokken - Japonnen Kinder- en Dames Badpakken Katoenen Jongens shorts door Henk van Heeswijk Nadruk Verboden ,,Ik ben ook niet meer op de zondagsschool Hebt u het gelezen?" Ze knikte. ,,Ik heb alle drie boeken van hem." „En?" Ze haalde haar schouders op. terwijl ze het boek teruggaf. „Een tikje te realistisch naar mijn zin. Maar 't boeit wel." „Hoe komt u eigenlijk hier?" „O, ik zit hier vaker. Ik zat er al, toen u aankwam. Aanvan kelijk dacht ik, dat u me gezien had, maar u was zo verdiept in uw boek Hij legde het boek naast zich neer en kwam bij haar zitten. „Leuk, dat ik u weer eens ontmoet. Dat is alweer drie dagen geleden, weet u dat nog?" „Ik heb u al eerder gezegd, dat wij hier beslist niet achterlijk zijn. En onthouden kan ik ook wel. Drommels goed zelfs." „Werkelijk?" Hij keek haar lachend aan. „Ik dacht beslist, dat u vergeten was, dat ik nog honorarium van u tegoed heb. Met de rente erbij is het inmiddels al verdubbeld." Ze fronste haar wenkbrauwen en keek hem verstoord aan. „Als u vervelend begint te worden, dan kunt u beter uw oude plekje weer opzoeken, daar bij uw fiets. Het boek is de moeite waard om in één adem uit te lezen." ,,Ik ben niet langademig," antwoordde hij onverstoord. „En ik prefereer als een net opgevoede jongeman het gezelschap van een beschaafde jongedame boven een boeiend boek.' „Zeer verplicht, heer Berlage Hij trok een vies gezicht. Berlage zeg toch ge woon Tonnie, dat vindt ik veel leuker." „En ik vind Berlage zo mooi bij u passen." „Enfin, que femme veut, Die r veut U spreekt een aardig mondje over de grens Hoe vindt u Parijs?" „Naar de foto's te oordelen „Natuurlijk nooit geweest." „Precies. Brussel en Antwerpen. En dat vind ik al heel wat." „En hoe bevalt u Wllschoten?" „Voortreffelijk. Ik verheug me hier op een lange vakantie. Wat een heerlijk, rustig dorp." „Als je er van houdt Ik heb soms van die buien, dan moet ik er uit. Dan rijd ik naar Amsterdam, dwars door het drukke verkeer. Dan ga ik ergens op het Damrak zitten en drink wat en kijk naar de mensen en de trams en het andere verkeer. Dat is leven! Maar als ik er een paar dagen ben, dan verlang ik weer terug naar hier. En dan kan ik soms ineens zó genoeg krijgen van de stad, dat ik inpak en meteen weer naar huis rijd. En dan ben ik weer blij, dat we hier zo prettig wonen. We hebben hier alles, wat we wensen: water om te zwemmen, bossen om in te dwalen, rustige wegen om op te fietsen of met de wagen te rijden. En vader houdt van vissen, dus die kan hier ook z n liefhebberij naar hartelust uitoefenen, zelfs in de gesloten tijd, want in zee mag je altijd vissen. Bovendien hebben 'we een motorboot en natuurlijk gaan we van tijd tot tijd een tochtje maken." Tonnie had met belangstelling geluisterd. „Ja, ik vindt het hier ook prettig. Het is jaren geleden, voor ik hier het laatst was. En hoewel ik de stad gewend ben en Utrecht een gezellige stad is, zou ik best in deze streek willen wonen en werken. „Mij dunkt, voor een architect is op het ogenblik overal werk, niet?" Hij dacht even na en knikte. „Tja, waarschijnlijk wel. In dit opzicht heb ik natuurlijk nog geen ervaring." „Komt nog wel, meneer Berlage. En wat gaat u nu gedurende uw vakantie in dit gezegende oord allemaal doen?" Hij keek haar lachend aan. „Om te beginnen op gezette tijden babbelen met één van de aardigste, maar meest ongenaak bare meisjes van Wilschoten." Ze draaide haar hoofd half om en keek spottend voor zich. „Ik ken Joke Rijneveld niet zo goed, dat ik kan beoordelen, of ze al dan niet ongenaakbaar is," antwoordde ze ondeugend. „Kent u Joke?" „In een kleine dorpsgemeenschap als Wilschoten kent ieder een iedereen. Dus kennen we ook de familie Rijneveld. Maar, zoals gezegd: oppervlakkig." „O, Joke ken ik al van mijn prilste jeugd af. Mijn moeder komt uit Wilschoten en zodoende kwam ik hier in mijn kinder jaren vaak. Maar ik bedoelde Joke niet, ziet u?" „Werkelijk niet? Dan vraag ik me af wie van de andere dorpsschonen hier aanspraak kan maken op de kwalificatie: één van de aardigste, maar meest ongenaakbare meisjes.' „Zo? Zal ik uw geheugen dan eens opfrissen? Zou het bij voorbeeld een zekere juffrouw Rosmalen kunnen zijn?" Ze keek hem enige tijd uitdrukkingloos aan in zijn gezicht, dat een ondeugende lach vertoonde. Toen schudde ze haar hoofd. „Zelfkennis is de beste kennis," zei ze op rustige toon. „en ik zie niet in, waarom ik één van de aardigste meisjes in deze streek zou zijn. De dorpelingen zijn altijd een tikje bang voor me." „Is het heus? En waarom dan wel? Roept u soms heel hard „boe", als u ze ziet?" Ze schoot in een gulle lach. „Stel je voor. Ik veronderstel, dat in een minimum van tijd het hele dorp me voor mesjokke zou verklaren." Hij knikte. „Ik begrijp het best, dame. U bent nu eenmaal de „juffer van 't Hooge". Gisteravond fietste ik langs uw domein, ik moet eerlijk zeggen, dat de naam aan de werkelijkheid be antwoordt. De villa ligt inderdaad een eind hoger. „Vader heeft een beetje gesnuffeld in de historie van ons huis. En het blijkt, dat de hoogte vroeger een terp genoemd werd en tijdens de overstromingen was deze terp een soort vluchtheuvel voor de omwonenden. De terp zelf bleef altijd droog." „Ja, dat kan best zo zijn. Maar de vrees van de dorpelingen voor u en uw ouders zal wel voortspruiten uit standsverschil. Dat schijnt in deze contreien nog een woordje mee te spreken.' „Dat heb ik ook al gedacht. En we zijn toch helemaal niet van adel. Soms vind ik het wel leuk. Ieder mens heeft natuur lijk z'n trots, ik ook. Maar dikwijls stoort het me „Nou, ik kan me misschien daarom wat meer vrijheden ver oorloven. In de eerste plaats, omdat ik niet uit deze streek kom. De stedelingen zijn doorgaans wat democratischer, he? „Ja, gaat u door. En in de tweede plaats?" Hij lachte en boog zich enigszins naar haar toe. „Dat heb ik al gezegd, nietwaar? Omdat ik juffrouw Rosmalen een aardige jongedame vind, alleen een beetje te ongenaakbaar." Ze knikte enkele malen en ging toen rustig, met haar armen gekruist tegen een boom leunen. „Dus meneer Berlage had werkelijk gedacht, dat heel Wilschoten op z'n achterste benen was gaan staan, toen de kersverse architect zijn blijde inkomste deed? Dat overal de vlaggen waren uitgestoken en alle aardige en mooie meisjes hem om de hals gevlogen waren? Kortom: dat iedereen gedacht zou hebben: Daar heb je Tonnie Dinges sorry, ik ben uw achternaam alweer vergeten, maar dat doet er niet toe. Daar is dus Tonnie, uit Utrecht, en op hem hebben we al die jaren zitten wachten. Is dat niet een beetje ijdel, me neer Berlage?" „Heel Wilschoten ik heb het helemaal niet over Wil schoten, doch alleen maar over juffrouw Rosmalen." „Zeer verplicht voor de attentie. En ik mag u wel, anders zou ik me niet met u bemoeien. U bent weer eens iets anders, ziet u? En u hebt op de dag, dat u hier arriveerde, me uit de moeilijkheden geholpen. Zoiets stel ik altijd op prijs." Daar heb ik anders niet veel van gemerkt", meesmuilde de jongeman. Ze zuchtte. „O, jullie mannen Ik geloof werkelijk, dat jullie allemaal hetzelfde zijn. Dat zogenaamde honorarium zit u nog steeds dwars, niet? Weten jullie nu nooit iets anders te bedenken, dan te flirten en te zoenen?" „O ja, een eindje gezellig samen fietsen bijvoorbeeld. Of met de wagen toeren. Of samen ergens wat drinken. Of zwemmen in zee. mogelijkheden genoeg." „Kunt u rijden?" Zwijgend haalde hij zijn portefeuille uit zijn binnenzak en liet die dag voor de derde maal zijn rijbewijs zien. Ze nam het uit zijn handen en bekeek het. „Erg flatteus is dat portret niet. Dus meneer Berlage is vier en twintig jaar. En nu pas afgestudeerd? Dan hebt u lang werk gehad." „Ik zal de scholen maar niet noemen, die ik allemaal door lopen heb. Laat het u voldoende zijn, dat ik met m'n dertiende jaar al op de ulo was en dus na de lagere school bijna elf jaar niets anders gedaan heb dan studeren." Ze gaf hem het rijbewijs terug en kruiste de armen rond haar hoofd. „Nou, als ik eens geen zin heb om te rijden, dan waar schuw ik u wel. Mag u fungeren als mijn chauffeur." „Mooi, dat accepteer ik. Althans, als het loon me aanstaat." Ze keek hem met een glinstering in haar ogen aan. ,,U doet, geloof ik, niet veel voor niks, hé?" „Dat hangt er van af," antwoordde hij raadselachtig. „Ik ben soms met een kleine beloning tevreden." Hij haalde een pakje sigaretten uit zijn zak hield het haar voor. „Het is in het bos verboden te roken, meneer Berlage; brand gevaar .Doch laten we een eindje gaan fietsen, want ik vind het hier te link worden met al dat geklets over loon en beloning." „Zoals u wilt." Hij sprong overeind en reikte haar zijn hand om haar overeind te helpen. Een paar minuten later reden ze naast elkaar op de stille weg, beiden rokend. „Zo. zei ze schalks, „en nu durf ik wat meer te vragen. Welke beloning had u zich gedacht voor een middagje chaufferen in mijn wa gen?" „Dat dat hangt van de omstandigheden af," antwoordde hij lachend. „Laten we afspreken, dat ik na afloop van de rit de rekening presenteer, goed?" Ze dacht even na. „Goed. En laten we dan afspreken, dat ik me het recht voorbehoud de rekening al dan niet te voldoen. „Vooruit dan maar, duivelse meid. Je krijgt geen enkel hou vast op je. O, pardon Ze schoot in een lach. ,,'t Hindert niet, meneer Berlage. Daar houden we het dan op. Vanmiddag om twee uur ver wacht de duivelse meid je bij 't hek van ,,'t Hooge". Je kunt je fiets wel bij de tuinmanswoning neerzetten.' Hij boog even, spottend. „Uw dienaar, juffrouw. Ik zal prompt op tijd aanwezig zijn." HOOFDSTUK 6 Tonnie ontdekt een naam. .Middags, aan tafel, zei Tonnie: „Ik heb voor de volgende week dinsdag in Klokveen een wagen gehuurd. Dat wil zeggen: 's middags. Mag Joke mee, mevrouw, om me wat van de omgeving te laten zien? Als het erg druk is met de in maak, wil ik wel een handje helpen." Mevrouw Rijneveld glimlachte. „Daar zal wel veel van te recht komen, van die hulp bedoel ik. Natuurlijk mag Joke met je mee. Ze mag er ook wel eens een middagje uit. Tenminste, als ze wil." „Allicht," antwoordde het meisje, en Tonnie kreeg een dankbare blik toegeworpen. Hij knipoogde tegen haar. „Mooi, dan kom ik je om een uur of half drie halen." „Ik verheug me er al op." „Het is te hopen, dat het dan net zo mooi weer is als vandaag," merkte Rijneveld op. „Maar de vooruitzichten zijn minder gunstig. Er zit werking in de lucht. Na het eten rookte Tonnie nog een sigaret en zei, dat hij die middag en misschien ook de avond wegbleef. „Ik ga een beetje zwerven," zei hij raadselachtig. Wanneer ik met broodeten niet thuis ben, wacht dan maar niet op me." Om kwart voor twee stapte hij op zijn fiets en reed in de richting van 't Hooge. Hij floot een vrolijk deuntje en verheugde zich op de komende middag. Ten slotte hield hij wel van een avontuurtje met die jongedame, al was ze dan een tikje terug houdend. Maar ook dat mocht hij wel." Enkele minuten voor tweeën stapte hij bij het hek af, doch lang behoefde hij niet te wachten, want even later kwam de kleine blauwe sportwagen de oprijlaan al afrijden en ze stopte vlak bij z'n fiets. „Een tien met een griffel, meneer Berlage, omdat je zo punc tueel op tijd bent." Ze wees naar een openstaande garage. „Zet daar je fiets maar zolang neer." „Oké." Hij reed het vehikel de garage binnen en kwam toen naar de wagen. Het meisje had inmiddels de plaats achter het stuur vrijgemaakt en Tonnie stapte in, trok het portier achter zich dicht en keek het meisje vragend aan: „Waarheen wil de juffrouw gereden worden?" „Om te beginnen, chauffeur, moet ik even naar Groningen, zei ze op afgemeten toon. „Zoals de juffrouw verkiest," antwoordde hij statig. Hij scha kelde in en reed voorzichtig het hek uit. Op de weg gekomen voerde hij geleidelijk aan de snelheid op. Enige tijd werd er niet tussen beiden gesproken. Plotseling, toen ze halverwege Klok veen waren, kwam eensklaps uit een zijweg een auto met kisten eieren. Tonnie mompelde een verwensing en trapte op de rem. Gelukkig wist hij het wagentje nog juist op tijd tot stilstand te brengen. De vrachtautochauffeur trok zich nergens wat van aan en reed inmiddels al de weg op, zich misschien niet eens bewust van het feit, dat hij het te danken had aan het snel reageren van de ander, dat er geen aanrijding was ontstaan. Het meisje naast hem knikte goedkeurend. „Uitstekend ge daan, meneer Berlage. Rijden kun je, dat zie ik nu wel. Je moet er hier altijd rekening mee houden, dat de voorrangsregels met voeten getreden worden. „Dat merk ik ook," antwoordde Tonnie droogjes. „Hoe komt het, dat je zo goed kunt rijden? Mij dunkt, een student Hij lachte en keek haar even aan. „We hadden vroeger een groente- en fruitzaak. En ook een auto. Ik heb heel wat keren met die wagen gereden en er ook examen in gedaan. Ik was één van de weinigen, die meteen slaagde.' „Je had het over vroeger. Wat doen ze bij je thuis? Rentenie ren?" „Nee we hebben al enige jaren een cafetaria. Nu hoeft vader er niet elke dag meer op uit en hij is weer in z'n oude stiel. Hij was vroeger kok in een hotel .Nu kan hij weer naar hartelust koken en braden." „Dat lijkt me wel leuk, zo'n cafetaria." „O ja. Het wordt alleen iedere avond laat." „In zo'n stad als Utrecht zullen 's avonds wel heel wat slaatjes en croquetjes verorberd worden, denk ik.' „En patates-frites," voegde Tommie er aan toe. „Dat is va ders specialiteit. Hij doet niets liever „Als ik eens in Utrecht kom, ga ik bij je vader patates-frites eten." Binnen een half uur was Groningen bereikt. „Voorlopig steeds rechtdoor. Weet je de Grote Markt? „Met de Martini-toren," voegde hij er op z'n Gronings bij. „En of". „Daar moet ik zijn." „Natuurlijk een textielwinkel." „Je raadt het precies," lachte ze. „Dan zal ik als een behoorlijke chauffeur maar in de wagen wachten." „Je bevalt me steeds meer," antwoordde ze mild, en geen van beiden hadden ze er erg in, dat het meisje hem steeds vaker tutoyeerde. „Het is, dat je architect bent, anders zou ik mis schien ernstig over na denken om je in dienst te nemen als chauffeur." „Alleen maar als chauffeur?" vroeg hij ondeugend.' „O, je zou ook me schoenen kunnen poetsen en zo. Hij boog zich even naar voren om haar schoentje te bekijken, maar zij gaf hem een por in z'n zij. „Let op voor je er erg in hebt, zit je bovenop een andere wagen." „Nou dat loopt wel los." „Bovendien, een chauffeur behoeft zich niet te bemoeien met de schoenen van z'n meesteres." „En ik moet ze poetsen „Ja, 't is al goed. Daar is de winkel, waar ik moet zijn. Je wilt wel even wachten, chauffeur?" Hij boog, reed langs het trottoir en stopte. „Tot uw dienst, juffrouw." Handig liep hij om de wagen heen en opende het portier, zodat ze uit kon stappen. „Het duurt niet zo heel lang, chauffeur," zei ze, gemaakt uit de hoogte. „Dat ken ik, juffrouw. Zal ik zo tegen Kerstmis even terug komen om u te halen? Met een vrachtauto erbij?" Ze schoot in een lach, maar had bijna meteen haar gezicht weer in de plooi. „Chauffeur, zulke grapjes versta ik niet, be grepen?" „Zeker, juffrouw, zal ik het voortaan in het.Frans zeggen." „Onverbeterlijk zullen we maar aannemen." De middag bezocht ze nog enkele winkels in de stad en om vier uur lag er een stapel pakjes op de achterbank. Hij keek eens achterom, toen het meisje voor de zoveelste keer was ingestapt. „Als ik niet beter wist, zou ik veronderstellen, dat u aan uw uitzet bezig bent." „Wie weet, antwoordde ze geheimzinnig. „En rijd nu maar naar een rustige gelegenheid buiten de stad, waar je mag trak teren op een kopje thee. „Tot uw dienst, juffrouw. Het zal me een waar genoegen zijn." Een kwartiertje later zaten ze. in een verlaten dorpje op een terras en Tonnie bestelde thee met gebak. Het meisje keek een beetje kritisch naar de grote schaal lekkernijen, die midden tussen hen in stond. „Ik moet eigenlijk om m'n lijn denken,' 'aarzelde ze. Hij bekeek haar van top tot teen, hetgeen haar lichtelijk deed blozen. „Ik ben er anders zeer tevreden over. Ik zou zo zeggen: Er kan nog wel iets op. Bijvoorbeeld een paar van die lekkere gebakjes." „Ik bezwijk voor de verleiding. We zullen maar zeggen, dat het de uitzondering op de regel is." En de daad bij het woord voegende, zocht ze een roomsoes uit. „En zei ze, terwijl ze genoot van het gebak, „hoe bevalt het winkelen je met je nieuwe meesteres?" „Dat kan ik pas zeggen, als ik weet, wat ik ermee verdien, antwoordde hij droog. „O ja, dat is waar ook. We moeten het nog hebben over je loon, he? Wat zijn je eisen?" „Ik vrees," begon hij aarzelend, „dat het onbetaalbaar is, als ik het salaris noem, dat ik in mijn gedachte heb. Laten we de discussie er over uitstellen tot straks, he?" Ze keek hem een poosje verbaasd aan. „Wanneer is dat „straks"?" „O, bijvoorbeeld een paar kilometer voor ,,'t Hooge". Dan zit m'n dienst er zowat op. Ik weet nu immers niet, hoe lang ik moet rijden." Ze dacht even goed na. „Goed. Chauffeur", antwoordde ze op afgemeten toon. „Ik- hoop alleen, dat je bescheiden zult zijn. Anders zal ik genoodzaakt zijn je op de eerste dag al te ont slaan." „Ik veronderstel, dat de juffrouw tot nu toe tevreden over me is." „Hm tja het gaat. Je moet natuurlijk nog veel leren." „Bijvoorbeeld?" „Dat dat kan ik pas vertellen, als je dienst er op zit chauffeur. Apropos, je das zit scheef." „Sorry, juffrouw. W^at zou u denken van een livrei? Een chauffeursuniform?" „Niet gek. Ik zal het in overweging nemen. Apropos, de thee is hier voortreffelijk en het gebak ook. Laat alsjeblieft die schaal wegnemen, want ik ben in staat alles op te eten." „Maar meisje, neem er dan nog één. Ze zijn er voor?' „Meisje zeg eens, chauffeur „Ach, laten we ophouden met dat komediespel meneer Berlage, chauffeur Zeg toch gewoon Tonnie, dat vind ik veel leuker. Dit is een intermezzo in ons beider leven. We zijn beiden jong ik heb vakantie en ik prijs me gelukkig, dat ik u hier ontmoette en dat we een klein beetje goede vrienden zijn geworden. Tenminste, dat neem ik aan, anders had u me van middag niet verzocht mee te gaan. En dat vond ik leuk. We zijn geen kinderen meer, die dit of dat spelletje spelen, maar jongemensen, die wat genieten willen van het leven. En al bent u nu honderdmaal de juffer van 't Hooge en zien de dor pelingen u als de dochter van de bewoner van de grote villa in Wilschoten, ik beschouw u als een aardige, vlotte jongedame en al was u bij wijze van spreken een arbeidersdochter, die alleen maar een gammele fiets had, dan maakte dat voor mij geen enkel verschil. Dan zou ik net zo graag hier met u zitten theedrinken en gebakjes eten, begrijpt u dat?" Haar trekken verzachtten en ze knikte hem lachend toe. „Na tuurlijk, jochie, snap ik dat wel. Maar ik speel nu eemaal graag een spelletje, als dat zo in mijn kraam te pas komt. Doch dat neemt niet weg, dat je je zin zult hebben. Ik zal je voortaan Tonnie noemen, als je dat graag wilt. Zeg jij dan maar Ineke, zo heet ik, alhoewel ik het een afschuwelijke naam vind. Maar doe me een plezier en vertel het niet in het dorp. Niemand kent mijn voornaam in Wilschoten, dan misschien op het gemeente huis. En daar houden ze ook wel hun mond.' „Hoe kun je Ineke nu een lelijke naam vinden „Ja, stil maar dat liedje heb ik al tienduizend maal ge- ,hoord van m'n vader, m'n moeder, familieleden, kennissen, le raren en vriendinnen. Dat verandert evenwel niets aan mijn standpunt, dat ik veel liever een andere voornaam had gehad." „Ik ben nieuwsgierig." Ze stond op. „Blijf dat dan nog maar een poosje. Laten we maar verder gaan." „Goed, ik zal even afrekenen." Wat later, in het wagentje, vroeg Tonnie: „Waarheen?' „O, dat is me om het even. Ik heb alle boodschappen gedaan en thuis heb ik gezegd, dat ze wel zullen zien, wanneer ik thuiskom." Tonnie dacht een poosje na. „Je houdt van water, he? Zullen we dan eens naar de friese meren gaan?" „Ik heb m'n badgoed niet bij me. En het is wel wat ver, he? 't Is al over vieren. „Paterwoldse meer? Dat is dichtbij en daar kunnen we mis schien wel een motorbootje huren. En dan eten we daar.' Ze keek hem een poosje aan. „Thee, gebak, eten, wat drin ken, motorboothuur dat kost een paar centen, meneer Berlage o pardon, ik zou je Tonnie noemen. En ik ben niet bekend met je vakantiebudget, hetgeen ik overigens ook niet hoef te weten." Hij wuifde met zijn hand. „Maak je daar geen zorgen over." „Best mogelijk, maar ik wil je niet op kosten jagen. Het diner betaal ik. De rest is dan voor jouw rekening." „Nee!" „Je houdt je portemonnee maar dicht: ik betaal. „Dan kun je meteen naar huis rijden, Tonnie de architect, want dan gaat het feest niet door. Hij zuchtte en schakelde in. „Vooruit dan maar, je zult je zin hebben en jij mag het eten betalen. O, zijn alle vrouwen zo koppig?" „Ja, als ik je altijd alles laat betalen, ben je in een mum van tijd platzak. En ik hoop in de vakantie vaker van je gezelschap te genieten." Hij boog. „Dat doet me genoegen. En nu naar Paterswol- de Een half uur later zaten ze in een motorboot. Het diner was geschrapt want Ineke had hem verteld, dat ze bij haar thuis de gewoonte van de streek hadden aangenomen en om twaalf uur warm eten gebruikten. Zodat het een thermosfles warme koffie werd en een aantal belegde broodjes. „We zoeken een rustig plekje op en eten, wanneer we er zin in hebben," besliste Ineke. (Wordt vervolgd) Wij hebben steeds lamsvlees voorradig vanaf 1,50 per V2 kg. A.s. vrijdag en zaterdag bieden wij U 500 gram Gehakt plus kruiden f 1,50 500 gram Ossenlappen f 1,70 500 gr Karbonade f 1,98 500 gram Borstlappen f 1,98 1 groot blik Gehakt f 0,89 250 gr Leverworst 250 gram Gekookte Worst 150 gram Ham gekookt 150 gram Cervelaatworst 150 gram Rollade 150 gram Tongenworst Dinsdag 3 Slavinken 250 gr Gekookte worst Woensdag 500 gr Gehakt kruiden 250 gr Leverworst f 1,25 f 0,78 f 0.69 f 0,98 f 0,62 f l.~ f 0,75 f 1,50 f 0,50 Oosterweg 1 - Bergen ANTIEKE SIERADEN goud - zilver - juwelen Antiquair - Juwelier Ruïnelaan 8 - Bergen Wilt U in uw vacantie-tijd eens PRETTIG VISSEN? Bezoekt dan het Hotel-Café - Restaurant 4 K.M. vanaf Bergen-Schoorl. Prachtig viswater en rijk aan vis. Roeibootjes te huur, tevens visvergunningen verkrijgbaar a 35 cent per dag. Beleefd aanbevelend, Stationsstraat 9 Telefoon 2414 - Bergen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1958 | | pagina 6