„Tonnie's opdracht"
Slagerij RUYTER
van 10 tot 25°/
J. den Broeder
Wat Ruyter snijdt,
is kwaliteit
D. C. BUTTER Telef. K 2201 -236
-Ja!"
Ie Kwaliteit Gemest
KALFSVLEES
Afgehaald en a contant
aan de winkel
,,'t B0ERENHUYS"
KOEDIJK - VISSEN
,,'T VERGULDE PAARD"
Op alle restanten
Damesblouses
Rokken - Japonnen
Kinder- en Dames
Badpakken
Katoenen Jongens shorts
door Henk van Heeswijk
Nadruk Verboden
,,Ik ben ook niet meer op de zondagsschool Hebt u het
gelezen?"
Ze knikte. ,,Ik heb alle drie boeken van hem."
„En?"
Ze haalde haar schouders op. terwijl ze het boek teruggaf.
„Een tikje te realistisch naar mijn zin. Maar 't boeit wel."
„Hoe komt u eigenlijk hier?"
„O, ik zit hier vaker. Ik zat er al, toen u aankwam. Aanvan
kelijk dacht ik, dat u me gezien had, maar u was zo verdiept in
uw boek
Hij legde het boek naast zich neer en kwam bij haar zitten.
„Leuk, dat ik u weer eens ontmoet. Dat is alweer drie dagen
geleden, weet u dat nog?"
„Ik heb u al eerder gezegd, dat wij hier beslist niet achterlijk
zijn. En onthouden kan ik ook wel. Drommels goed zelfs."
„Werkelijk?" Hij keek haar lachend aan. „Ik dacht beslist,
dat u vergeten was, dat ik nog honorarium van u tegoed heb.
Met de rente erbij is het inmiddels al verdubbeld."
Ze fronste haar wenkbrauwen en keek hem verstoord aan.
„Als u vervelend begint te worden, dan kunt u beter uw oude
plekje weer opzoeken, daar bij uw fiets. Het boek is de moeite
waard om in één adem uit te lezen."
,,Ik ben niet langademig," antwoordde hij onverstoord. „En
ik prefereer als een net opgevoede jongeman het gezelschap van
een beschaafde jongedame boven een boeiend boek.'
„Zeer verplicht, heer Berlage
Hij trok een vies gezicht. Berlage zeg toch ge
woon Tonnie, dat vindt ik veel leuker."
„En ik vind Berlage zo mooi bij u passen."
„Enfin, que femme veut, Die r veut
U spreekt een aardig mondje over de grens Hoe vindt
u Parijs?"
„Naar de foto's te oordelen
„Natuurlijk nooit geweest."
„Precies. Brussel en Antwerpen. En dat vind ik al heel wat."
„En hoe bevalt u Wllschoten?"
„Voortreffelijk. Ik verheug me hier op een lange vakantie.
Wat een heerlijk, rustig dorp."
„Als je er van houdt Ik heb soms van die buien, dan
moet ik er uit. Dan rijd ik naar Amsterdam, dwars door het
drukke verkeer. Dan ga ik ergens op het Damrak zitten en
drink wat en kijk naar de mensen en de trams en het andere
verkeer. Dat is leven! Maar als ik er een paar dagen ben, dan
verlang ik weer terug naar hier. En dan kan ik soms ineens zó
genoeg krijgen van de stad, dat ik inpak en meteen weer naar
huis rijd. En dan ben ik weer blij, dat we hier zo prettig wonen.
We hebben hier alles, wat we wensen: water om te zwemmen,
bossen om in te dwalen, rustige wegen om op te fietsen of met
de wagen te rijden. En vader houdt van vissen, dus die kan
hier ook z n liefhebberij naar hartelust uitoefenen, zelfs in
de gesloten tijd, want in zee mag je altijd vissen. Bovendien
hebben 'we een motorboot en natuurlijk gaan we van tijd tot
tijd een tochtje maken."
Tonnie had met belangstelling geluisterd. „Ja, ik vindt het
hier ook prettig. Het is jaren geleden, voor ik hier het laatst
was. En hoewel ik de stad gewend ben en Utrecht een gezellige
stad is, zou ik best in deze streek willen wonen en werken.
„Mij dunkt, voor een architect is op het ogenblik overal
werk, niet?"
Hij dacht even na en knikte. „Tja, waarschijnlijk wel. In dit
opzicht heb ik natuurlijk nog geen ervaring."
„Komt nog wel, meneer Berlage. En wat gaat u nu gedurende
uw vakantie in dit gezegende oord allemaal doen?"
Hij keek haar lachend aan. „Om te beginnen op gezette
tijden babbelen met één van de aardigste, maar meest ongenaak
bare meisjes van Wilschoten."
Ze draaide haar hoofd half om en keek spottend voor zich.
„Ik ken Joke Rijneveld niet zo goed, dat ik kan beoordelen, of
ze al dan niet ongenaakbaar is," antwoordde ze ondeugend.
„Kent u Joke?"
„In een kleine dorpsgemeenschap als Wilschoten kent ieder
een iedereen. Dus kennen we ook de familie Rijneveld. Maar,
zoals gezegd: oppervlakkig."
„O, Joke ken ik al van mijn prilste jeugd af. Mijn moeder
komt uit Wilschoten en zodoende kwam ik hier in mijn kinder
jaren vaak. Maar ik bedoelde Joke niet, ziet u?"
„Werkelijk niet? Dan vraag ik me af wie van de andere
dorpsschonen hier aanspraak kan maken op de kwalificatie:
één van de aardigste, maar meest ongenaakbare meisjes.'
„Zo? Zal ik uw geheugen dan eens opfrissen? Zou het bij
voorbeeld een zekere juffrouw Rosmalen kunnen zijn?"
Ze keek hem enige tijd uitdrukkingloos aan in zijn gezicht,
dat een ondeugende lach vertoonde. Toen schudde ze haar
hoofd. „Zelfkennis is de beste kennis," zei ze op rustige toon.
„en ik zie niet in, waarom ik één van de aardigste meisjes in
deze streek zou zijn. De dorpelingen zijn altijd een tikje bang
voor me."
„Is het heus? En waarom dan wel? Roept u soms heel hard
„boe", als u ze ziet?"
Ze schoot in een gulle lach. „Stel je voor. Ik veronderstel, dat
in een minimum van tijd het hele dorp me voor mesjokke zou
verklaren."
Hij knikte. „Ik begrijp het best, dame. U bent nu eenmaal de
„juffer van 't Hooge". Gisteravond fietste ik langs uw domein,
ik moet eerlijk zeggen, dat de naam aan de werkelijkheid be
antwoordt. De villa ligt inderdaad een eind hoger.
„Vader heeft een beetje gesnuffeld in de historie van ons
huis. En het blijkt, dat de hoogte vroeger een terp genoemd
werd en tijdens de overstromingen was deze terp een soort
vluchtheuvel voor de omwonenden. De terp zelf bleef altijd
droog."
„Ja, dat kan best zo zijn. Maar de vrees van de dorpelingen
voor u en uw ouders zal wel voortspruiten uit standsverschil.
Dat schijnt in deze contreien nog een woordje mee te spreken.'
„Dat heb ik ook al gedacht. En we zijn toch helemaal niet
van adel. Soms vind ik het wel leuk. Ieder mens heeft natuur
lijk z'n trots, ik ook. Maar dikwijls stoort het me
„Nou, ik kan me misschien daarom wat meer vrijheden ver
oorloven. In de eerste plaats, omdat ik niet uit deze streek kom.
De stedelingen zijn doorgaans wat democratischer, he?
„Ja, gaat u door. En in de tweede plaats?"
Hij lachte en boog zich enigszins naar haar toe. „Dat heb ik
al gezegd, nietwaar? Omdat ik juffrouw Rosmalen een aardige
jongedame vind, alleen een beetje te ongenaakbaar."
Ze knikte enkele malen en ging toen rustig, met haar armen
gekruist tegen een boom leunen. „Dus meneer Berlage had
werkelijk gedacht, dat heel Wilschoten op z'n achterste benen
was gaan staan, toen de kersverse architect zijn blijde inkomste
deed? Dat overal de vlaggen waren uitgestoken en alle aardige
en mooie meisjes hem om de hals gevlogen waren? Kortom: dat
iedereen gedacht zou hebben: Daar heb je Tonnie Dinges
sorry, ik ben uw achternaam alweer vergeten, maar dat doet
er niet toe. Daar is dus Tonnie, uit Utrecht, en op hem hebben
we al die jaren zitten wachten. Is dat niet een beetje ijdel, me
neer Berlage?"
„Heel Wilschoten ik heb het helemaal niet over Wil
schoten, doch alleen maar over juffrouw Rosmalen."
„Zeer verplicht voor de attentie. En ik mag u wel, anders
zou ik me niet met u bemoeien. U bent weer eens iets anders,
ziet u? En u hebt op de dag, dat u hier arriveerde, me uit de
moeilijkheden geholpen. Zoiets stel ik altijd op prijs."
Daar heb ik anders niet veel van gemerkt", meesmuilde de
jongeman.
Ze zuchtte. „O, jullie mannen Ik geloof werkelijk, dat
jullie allemaal hetzelfde zijn. Dat zogenaamde honorarium zit u
nog steeds dwars, niet? Weten jullie nu nooit iets anders te
bedenken, dan te flirten en te zoenen?"
„O ja, een eindje gezellig samen fietsen bijvoorbeeld. Of met
de wagen toeren. Of samen ergens wat drinken. Of zwemmen
in zee. mogelijkheden genoeg."
„Kunt u rijden?"
Zwijgend haalde hij zijn portefeuille uit zijn binnenzak en liet
die dag voor de derde maal zijn rijbewijs zien. Ze nam het uit
zijn handen en bekeek het. „Erg flatteus is dat portret niet. Dus
meneer Berlage is vier en twintig jaar. En nu pas afgestudeerd?
Dan hebt u lang werk gehad."
„Ik zal de scholen maar niet noemen, die ik allemaal door
lopen heb. Laat het u voldoende zijn, dat ik met m'n dertiende
jaar al op de ulo was en dus na de lagere school bijna elf jaar
niets anders gedaan heb dan studeren."
Ze gaf hem het rijbewijs terug en kruiste de armen rond haar
hoofd. „Nou, als ik eens geen zin heb om te rijden, dan waar
schuw ik u wel. Mag u fungeren als mijn chauffeur."
„Mooi, dat accepteer ik. Althans, als het loon me aanstaat."
Ze keek hem met een glinstering in haar ogen aan. ,,U doet,
geloof ik, niet veel voor niks, hé?"
„Dat hangt er van af," antwoordde hij raadselachtig. „Ik
ben soms met een kleine beloning tevreden." Hij haalde een
pakje sigaretten uit zijn zak hield het haar voor.
„Het is in het bos verboden te roken, meneer Berlage; brand
gevaar .Doch laten we een eindje gaan fietsen, want ik vind
het hier te link worden met al dat geklets over loon en beloning."
„Zoals u wilt." Hij sprong overeind en reikte haar zijn hand
om haar overeind te helpen. Een paar minuten later reden ze
naast elkaar op de stille weg, beiden rokend. „Zo. zei ze
schalks, „en nu durf ik wat meer te vragen. Welke beloning
had u zich gedacht voor een middagje chaufferen in mijn wa
gen?"
„Dat dat hangt van de omstandigheden af," antwoordde
hij lachend. „Laten we afspreken, dat ik na afloop van de rit
de rekening presenteer, goed?"
Ze dacht even na. „Goed. En laten we dan afspreken, dat
ik me het recht voorbehoud de rekening al dan niet te voldoen.
„Vooruit dan maar, duivelse meid. Je krijgt geen enkel hou
vast op je. O, pardon
Ze schoot in een lach. ,,'t Hindert niet, meneer Berlage.
Daar houden we het dan op. Vanmiddag om twee uur ver
wacht de duivelse meid je bij 't hek van ,,'t Hooge". Je kunt
je fiets wel bij de tuinmanswoning neerzetten.'
Hij boog even, spottend. „Uw dienaar, juffrouw. Ik zal prompt
op tijd aanwezig zijn."
HOOFDSTUK 6
Tonnie ontdekt een naam.
.Middags, aan tafel, zei Tonnie: „Ik heb voor de
volgende week dinsdag in Klokveen een wagen gehuurd. Dat
wil zeggen: 's middags. Mag Joke mee, mevrouw, om me wat
van de omgeving te laten zien? Als het erg druk is met de in
maak, wil ik wel een handje helpen."
Mevrouw Rijneveld glimlachte. „Daar zal wel veel van te
recht komen, van die hulp bedoel ik. Natuurlijk mag Joke met
je mee. Ze mag er ook wel eens een middagje uit. Tenminste, als
ze wil."
„Allicht," antwoordde het meisje, en Tonnie kreeg een
dankbare blik toegeworpen. Hij knipoogde tegen haar. „Mooi,
dan kom ik je om een uur of half drie halen."
„Ik verheug me er al op."
„Het is te hopen, dat het dan net zo mooi weer is als
vandaag," merkte Rijneveld op. „Maar de vooruitzichten zijn
minder gunstig. Er zit werking in de lucht.
Na het eten rookte Tonnie nog een sigaret en zei, dat hij die
middag en misschien ook de avond wegbleef. „Ik ga een beetje
zwerven," zei hij raadselachtig. Wanneer ik met broodeten niet
thuis ben, wacht dan maar niet op me."
Om kwart voor twee stapte hij op zijn fiets en reed in de
richting van 't Hooge. Hij floot een vrolijk deuntje en verheugde
zich op de komende middag. Ten slotte hield hij wel van een
avontuurtje met die jongedame, al was ze dan een tikje terug
houdend. Maar ook dat mocht hij wel."
Enkele minuten voor tweeën stapte hij bij het hek af, doch
lang behoefde hij niet te wachten, want even later kwam de
kleine blauwe sportwagen de oprijlaan al afrijden en ze stopte
vlak bij z'n fiets.
„Een tien met een griffel, meneer Berlage, omdat je zo punc
tueel op tijd bent." Ze wees naar een openstaande garage. „Zet
daar je fiets maar zolang neer."
„Oké." Hij reed het vehikel de garage binnen en kwam toen
naar de wagen. Het meisje had inmiddels de plaats achter het
stuur vrijgemaakt en Tonnie stapte in, trok het portier achter
zich dicht en keek het meisje vragend aan: „Waarheen wil de
juffrouw gereden worden?"
„Om te beginnen, chauffeur, moet ik even naar Groningen,
zei ze op afgemeten toon.
„Zoals de juffrouw verkiest," antwoordde hij statig. Hij scha
kelde in en reed voorzichtig het hek uit. Op de weg gekomen
voerde hij geleidelijk aan de snelheid op. Enige tijd werd er niet
tussen beiden gesproken. Plotseling, toen ze halverwege Klok
veen waren, kwam eensklaps uit een zijweg een auto met
kisten eieren. Tonnie mompelde een verwensing en trapte op de
rem. Gelukkig wist hij het wagentje nog juist op tijd tot stilstand
te brengen. De vrachtautochauffeur trok zich nergens wat van
aan en reed inmiddels al de weg op, zich misschien niet eens
bewust van het feit, dat hij het te danken had aan het snel
reageren van de ander, dat er geen aanrijding was ontstaan.
Het meisje naast hem knikte goedkeurend. „Uitstekend ge
daan, meneer Berlage. Rijden kun je, dat zie ik nu wel. Je moet
er hier altijd rekening mee houden, dat de voorrangsregels met
voeten getreden worden.
„Dat merk ik ook," antwoordde Tonnie droogjes.
„Hoe komt het, dat je zo goed kunt rijden? Mij dunkt, een
student
Hij lachte en keek haar even aan. „We hadden vroeger een
groente- en fruitzaak. En ook een auto. Ik heb heel wat keren
met die wagen gereden en er ook examen in gedaan. Ik was
één van de weinigen, die meteen slaagde.'
„Je had het over vroeger. Wat doen ze bij je thuis? Rentenie
ren?"
„Nee we hebben al enige jaren een cafetaria. Nu hoeft
vader er niet elke dag meer op uit en hij is weer in z'n oude
stiel. Hij was vroeger kok in een hotel .Nu kan hij weer naar
hartelust koken en braden."
„Dat lijkt me wel leuk, zo'n cafetaria."
„O ja. Het wordt alleen iedere avond laat."
„In zo'n stad als Utrecht zullen 's avonds wel heel wat
slaatjes en croquetjes verorberd worden, denk ik.'
„En patates-frites," voegde Tommie er aan toe. „Dat is va
ders specialiteit. Hij doet niets liever
„Als ik eens in Utrecht kom, ga ik bij je vader patates-frites
eten."
Binnen een half uur was Groningen bereikt. „Voorlopig
steeds rechtdoor. Weet je de Grote Markt?
„Met de Martini-toren," voegde hij er op z'n Gronings bij.
„En of".
„Daar moet ik zijn."
„Natuurlijk een textielwinkel."
„Je raadt het precies," lachte ze.
„Dan zal ik als een behoorlijke chauffeur maar in de wagen
wachten."
„Je bevalt me steeds meer," antwoordde ze mild, en geen van
beiden hadden ze er erg in, dat het meisje hem steeds vaker
tutoyeerde. „Het is, dat je architect bent, anders zou ik mis
schien ernstig over na denken om je in dienst te nemen als
chauffeur."
„Alleen maar als chauffeur?" vroeg hij ondeugend.'
„O, je zou ook me schoenen kunnen poetsen en zo.
Hij boog zich even naar voren om haar schoentje te bekijken,
maar zij gaf hem een por in z'n zij. „Let op voor je er
erg in hebt, zit je bovenop een andere wagen."
„Nou dat loopt wel los."
„Bovendien, een chauffeur behoeft zich niet te bemoeien met
de schoenen van z'n meesteres."
„En ik moet ze poetsen
„Ja, 't is al goed. Daar is de winkel, waar ik moet zijn. Je
wilt wel even wachten, chauffeur?"
Hij boog, reed langs het trottoir en stopte. „Tot uw dienst,
juffrouw."
Handig liep hij om de wagen heen en opende het portier,
zodat ze uit kon stappen.
„Het duurt niet zo heel lang, chauffeur," zei ze, gemaakt uit
de hoogte.
„Dat ken ik, juffrouw. Zal ik zo tegen Kerstmis even terug
komen om u te halen? Met een vrachtauto erbij?"
Ze schoot in een lach, maar had bijna meteen haar gezicht
weer in de plooi. „Chauffeur, zulke grapjes versta ik niet, be
grepen?"
„Zeker, juffrouw, zal ik het voortaan in het.Frans zeggen."
„Onverbeterlijk zullen we maar aannemen."
De middag bezocht ze nog enkele winkels in de stad en om
vier uur lag er een stapel pakjes op de achterbank. Hij keek
eens achterom, toen het meisje voor de zoveelste keer was
ingestapt. „Als ik niet beter wist, zou ik veronderstellen, dat
u aan uw uitzet bezig bent."
„Wie weet, antwoordde ze geheimzinnig. „En rijd nu maar
naar een rustige gelegenheid buiten de stad, waar je mag trak
teren op een kopje thee.
„Tot uw dienst, juffrouw. Het zal me een waar genoegen
zijn."
Een kwartiertje later zaten ze. in een verlaten dorpje op een
terras en Tonnie bestelde thee met gebak. Het meisje keek een
beetje kritisch naar de grote schaal lekkernijen, die midden
tussen hen in stond.
„Ik moet eigenlijk om m'n lijn denken,' 'aarzelde ze.
Hij bekeek haar van top tot teen, hetgeen haar lichtelijk deed
blozen. „Ik ben er anders zeer tevreden over. Ik zou zo zeggen:
Er kan nog wel iets op. Bijvoorbeeld een paar van die lekkere
gebakjes."
„Ik bezwijk voor de verleiding. We zullen maar zeggen, dat
het de uitzondering op de regel is." En de daad bij het woord
voegende, zocht ze een roomsoes uit. „En zei ze, terwijl ze
genoot van het gebak, „hoe bevalt het winkelen je met je nieuwe
meesteres?"
„Dat kan ik pas zeggen, als ik weet, wat ik ermee verdien,
antwoordde hij droog.
„O ja, dat is waar ook. We moeten het nog hebben over je
loon, he? Wat zijn je eisen?"
„Ik vrees," begon hij aarzelend, „dat het onbetaalbaar is, als
ik het salaris noem, dat ik in mijn gedachte heb. Laten we de
discussie er over uitstellen tot straks, he?"
Ze keek hem een poosje verbaasd aan. „Wanneer is dat
„straks"?"
„O, bijvoorbeeld een paar kilometer voor ,,'t Hooge". Dan
zit m'n dienst er zowat op. Ik weet nu immers niet, hoe lang ik
moet rijden."
Ze dacht even goed na. „Goed. Chauffeur", antwoordde ze
op afgemeten toon. „Ik- hoop alleen, dat je bescheiden zult zijn.
Anders zal ik genoodzaakt zijn je op de eerste dag al te ont
slaan."
„Ik veronderstel, dat de juffrouw tot nu toe tevreden over
me is."
„Hm tja het gaat. Je moet natuurlijk nog veel leren."
„Bijvoorbeeld?"
„Dat dat kan ik pas vertellen, als je dienst er op zit
chauffeur. Apropos, je das zit scheef."
„Sorry, juffrouw. W^at zou u denken van een livrei? Een
chauffeursuniform?"
„Niet gek. Ik zal het in overweging nemen. Apropos, de thee
is hier voortreffelijk en het gebak ook. Laat alsjeblieft die schaal
wegnemen, want ik ben in staat alles op te eten."
„Maar meisje, neem er dan nog één. Ze zijn er voor?'
„Meisje zeg eens, chauffeur
„Ach, laten we ophouden met dat komediespel meneer
Berlage, chauffeur Zeg toch gewoon Tonnie, dat vind ik
veel leuker. Dit is een intermezzo in ons beider leven. We zijn
beiden jong ik heb vakantie en ik prijs me gelukkig, dat ik
u hier ontmoette en dat we een klein beetje goede vrienden zijn
geworden. Tenminste, dat neem ik aan, anders had u me van
middag niet verzocht mee te gaan. En dat vond ik leuk. We
zijn geen kinderen meer, die dit of dat spelletje spelen, maar
jongemensen, die wat genieten willen van het leven. En al
bent u nu honderdmaal de juffer van 't Hooge en zien de dor
pelingen u als de dochter van de bewoner van de grote villa in
Wilschoten, ik beschouw u als een aardige, vlotte jongedame
en al was u bij wijze van spreken een arbeidersdochter, die
alleen maar een gammele fiets had, dan maakte dat voor mij
geen enkel verschil. Dan zou ik net zo graag hier met u zitten
theedrinken en gebakjes eten, begrijpt u dat?"
Haar trekken verzachtten en ze knikte hem lachend toe. „Na
tuurlijk, jochie, snap ik dat wel. Maar ik speel nu eemaal graag
een spelletje, als dat zo in mijn kraam te pas komt. Doch dat
neemt niet weg, dat je je zin zult hebben. Ik zal je voortaan
Tonnie noemen, als je dat graag wilt. Zeg jij dan maar Ineke,
zo heet ik, alhoewel ik het een afschuwelijke naam vind. Maar
doe me een plezier en vertel het niet in het dorp. Niemand kent
mijn voornaam in Wilschoten, dan misschien op het gemeente
huis. En daar houden ze ook wel hun mond.'
„Hoe kun je Ineke nu een lelijke naam vinden
„Ja, stil maar dat liedje heb ik al tienduizend maal ge-
,hoord van m'n vader, m'n moeder, familieleden, kennissen, le
raren en vriendinnen. Dat verandert evenwel niets aan mijn
standpunt, dat ik veel liever een andere voornaam had gehad."
„Ik ben nieuwsgierig."
Ze stond op. „Blijf dat dan nog maar een poosje. Laten we
maar verder gaan."
„Goed, ik zal even afrekenen."
Wat later, in het wagentje, vroeg Tonnie: „Waarheen?'
„O, dat is me om het even. Ik heb alle boodschappen gedaan
en thuis heb ik gezegd, dat ze wel zullen zien, wanneer ik
thuiskom."
Tonnie dacht een poosje na. „Je houdt van water, he? Zullen
we dan eens naar de friese meren gaan?"
„Ik heb m'n badgoed niet bij me. En het is wel wat ver, he?
't Is al over vieren.
„Paterwoldse meer? Dat is dichtbij en daar kunnen we mis
schien wel een motorbootje huren. En dan eten we daar.'
Ze keek hem een poosje aan. „Thee, gebak, eten, wat drin
ken, motorboothuur dat kost een paar centen, meneer
Berlage o pardon, ik zou je Tonnie noemen. En ik ben
niet bekend met je vakantiebudget, hetgeen ik overigens ook
niet hoef te weten."
Hij wuifde met zijn hand. „Maak je daar geen zorgen over."
„Best mogelijk, maar ik wil je niet op kosten jagen. Het diner
betaal ik. De rest is dan voor jouw rekening."
„Nee!"
„Je houdt je portemonnee maar dicht: ik betaal.
„Dan kun je meteen naar huis rijden, Tonnie de architect,
want dan gaat het feest niet door.
Hij zuchtte en schakelde in. „Vooruit dan maar, je zult je
zin hebben en jij mag het eten betalen. O, zijn alle vrouwen zo
koppig?"
„Ja, als ik je altijd alles laat betalen, ben je in een mum van
tijd platzak. En ik hoop in de vakantie vaker van je gezelschap
te genieten."
Hij boog. „Dat doet me genoegen. En nu naar Paterswol-
de
Een half uur later zaten ze in een motorboot. Het diner was
geschrapt want Ineke had hem verteld, dat ze bij haar thuis de
gewoonte van de streek hadden aangenomen en om twaalf uur
warm eten gebruikten. Zodat het een thermosfles warme koffie
werd en een aantal belegde broodjes.
„We zoeken een rustig plekje op en eten, wanneer we er zin
in hebben," besliste Ineke.
(Wordt vervolgd)
Wij hebben steeds lamsvlees
voorradig vanaf 1,50 per V2 kg.
A.s. vrijdag en zaterdag bieden wij U
500 gram Gehakt plus kruiden f 1,50
500 gram Ossenlappen f 1,70
500 gr Karbonade f 1,98
500 gram Borstlappen f 1,98
1 groot blik Gehakt f 0,89
250 gr Leverworst
250 gram Gekookte Worst
150 gram Ham gekookt
150 gram Cervelaatworst
150 gram Rollade
150 gram Tongenworst
Dinsdag
3 Slavinken
250 gr Gekookte worst
Woensdag
500 gr Gehakt kruiden
250 gr Leverworst
f 1,25
f 0,78
f 0.69
f 0,98
f 0,62
f l.~
f 0,75
f 1,50
f 0,50
Oosterweg 1 - Bergen
ANTIEKE SIERADEN
goud - zilver - juwelen
Antiquair - Juwelier
Ruïnelaan 8 - Bergen
Wilt U in uw vacantie-tijd eens
PRETTIG VISSEN?
Bezoekt dan het Hotel-Café - Restaurant
4 K.M. vanaf Bergen-Schoorl. Prachtig
viswater en rijk aan vis. Roeibootjes te
huur, tevens visvergunningen verkrijgbaar
a 35 cent per dag.
Beleefd aanbevelend,
Stationsstraat 9
Telefoon 2414 - Bergen