Odket- books C. Oldenburg
In holland staat n huis
I
IJ KUIT
O-
A. KLAVER
atelier
J. BLOMBERGEN
Haar ZWEEP'S
W, SCHOTTEN
JAAP HOPMAN
„AMSTERDAMSCHE BANK'
WISSELKANTOOR
MEVR. M. VERHOOGT
Ook pannen
voor pensions
opent op 15 juni a.s, een
niet alles weten
het beste
Alu minium
uisé voot cab&au s
Sig. Mag.
Drieënhuizen
Voor glas, porselein en aardewerk
Verdelg de houtworm
KIM-X IS HET MIDDEL
aan de Breelaan te Bergen tegenover hotel „De Brink'
UW ADRES VOOR
Pedicure - Manicure
Steunzolen naar maat
Schoonheidsspecialiste
W ratten-epileren
Massage-maskers
Hoogtezon enz. is:
Emmastraat 79 - Alkmaar Tel. 2486
Dinsdags afw. Ook modellen gevraagd
v. Ped. en Schoonheidsspec.
GEVRAAGD DOOR KUNSTSCHILDER
BRIEVEN ONDER NO. 280 BUR. V. D. BL. TE SCHOORL
Pj Boekhandel
Laanweg 35 Schoor
door B. J. ten Wesepe
U
„Tja, het zal natuurlijk de vraag zijn, of U belangrijke beslis
singen kunt nemen in naam van Uw verloofde. Kijk eens,
kent natuurlijk onze N.V.?"
„Inderdaad. U hebt in verschillende steden van ons land
warenhuizen."
De heer Van Alphen roerde in zijn koffie en knikte beves
tigend. „Nu is het niet uitgesloten ik mag natuur
lijk aannemen, dat dit gehele gesprek gevoerd wordt op een
vertrouwelijk niveau en dat het onder ons blijft?"
„Maar, mijne heren, dat spreekt toch vanzelf. Buiten mijn
verloofde komt verder niemand iets hierover te weten."
„Dat meen ik te mogen verwachten. Volgens de inlichtingen
die ik op het stadhuis kreeg, is de strook grond, op de hoek van
de Prinsenstraat en de Oude Schapenmarkt het eigendom van
de heer Van Asten."
„Zeker. Geheel eigendom, zonder hypotheek of iets derge
lijks."
„Weet U ook, of de heer Van Asten plannen heeft met deze
grond?"
Eefje dacht even na. Ze moest een glimlach onderdrukken,
toen ze dacht aan Geert-Jan's plan om er een tuintje van te
maken. Stel je voor: een tuintje, midden in de stad. Wat moest
ze zeggen? Neen? Als ze „ja" zei, sprak ze onwaarheid. Hoe
welde gemeente had het immers willen kopen? Weliswaar
de huizen, maar het ging toch om de grond. Natuurlijk, de ge
meente had indertijd geld geboden."
„Er was indertijd een gegadigde," antwoordde het meisje
voorzichtig, „doch door bijzondere omstandigheden kwam het
niet tot zaken."
„Mag ik ook weten, wat voor bijzondere omstandigheden dat
waren?"
„Och,' antwoordde het meisje, „feitelijk had mijn verloofde
er nog geen belang bij om te verkopen. Laten we zeggen, dat
de gegadigde niet de sympathie had van de eigenaar."
De heer Hallema, die tot nu toe gezwegen had, mengde zich
nu in het gesprek, door op spottende toon op te merken: „Spelen
bepaalde sympathieën een rol in zaken?"
„Misschien niet in grote steden, meneer," pareerde Eefje
handig; maar wel in een klein stadje als het onze."
„Wat dunkt U, vervolgde de ander, „zou onze N.V. de sym
pathie hebben van de heer Van Asten?"
„Dat meneer, zal afhangen van het bedrag, dat Uw N.V.
wil betalen."
Van Alphen, de directeur,, knikte begrijpend. Hij voelde in
tuïtief aan, dat dit meisje in staat was zaken te doen. „Ik ver
onderstel, dat U de eigendomsbewijzen kunt tonen."
„Hoewel ik natuurlijk niet kon weten, wat de bedoeling was
van dit onderhoud, heb ik echter met deze vraag rekening ge
houden," antwoordde het meisje rustig. Ze diepte uit haar tas
een enveloppe op en overhandigde die aan de man, die tegen
over haar gezeten was. „Hierin zult U alles vinden, o.m. de
aanslag van de grondbelasting, die juist een dezer dagen werd
voldaan. Het geheel is onbelast en volledig wettig eigendom van
mijn verloofde."
De twee heren keken de papieren nauwkeurig na. „De opper
vlakte bedraagt dus iets minder dan zevenhonderd vierkante
meter. Ongeveer de ruimte, die wij nodig hebben, temeer omdat
wij intussen het naastliggende stuk grond van de gemeente ko
pen. Om nu maar meteen tot ons eigenlijke doel te komen: welk
bedrag vraagt de heer Van Asten voor zijn grond?"
Over de vraagprijs had Eefje de halve nacht liggen piekeren.
Maar toen ze die morgen opgestaan was, had ze een rond
bedrag in haar hoofd: negen gulden per meter. En ze wist toen
ook, dat de grond deze prijs onder de gegeven omstandigheden
waard was.
„De prijs is negen gulden de meter, mijne heren. En ik kan
U bij voorbaat wel zeggen, dat er geen gulden en ook geen
kwartje af gaat. Het is, dat U interesse schijnt te hebben, maar
mijn verloofde had eigenlijk nog geen plannen om te verkopen."
De heren keken elkander een beetje beteuterd aan. En de heer
Hallema antwoordde, met enige ontstemming in zijn stem: „Dat
is aanmerkelijk meer dan wij verwacht en geschat hadden, juf
frouw Jansen. Wij kunnen namelijk van de gemeente grond
kopen tegen een aanzienlijk lager bedrag."
„Dan zou ik daarvan onmiddellijk profiteren, mijne heren,
want dan hebt U ongetwijfeld een lot uit de loterij. Maar zoals
ik U al zei: mijn verloofde heeft eigenlijk helemaal geen zin om
zijn grond nu al van de hand te doen. Er zullen te zijner tijd,
als de Prinsenstraat volgebouwd is, wel meer gegadigden ko
men. Ik neem aan, dat in die tijd de waarde aanmerkelijk zal
stijgen."
De heren keken elkander eens aan. Ja, daar zat wel logica
in die redenering. Natuurlijk stijgt de waarde als er in de om
geving gebouwd wordt.
„Die grond is natuurlijk bebouwd geweest," veronderstelde
Hallema.
Eefje knikte. „Er hebben huizen gestaan."
„Waarom zijn die dan afgebroken?"
„Heeft men U dit op het gemeentehuis niet verteld? Het lag
aanvankelijk in de bedoeling, dat de nieuwe Rijksweg ten dele
over onze grond zou lopen. Maar ter elfder ure kwam er wijzi
ging in deze plannen, want de nieuwe rijksweg wordt nu rond
de stad gevoerd."
„En toen waren de huizen natuurlijk al afgebroken."
„.Inderdaad. U weet natuurlijk ook de nieuwe plannen van de
gemeente: de Prinsenstraat wordt verbreed en zal in de toekomst
een der belangrijkste winkelstraten worden. Dat is juist deze
week bekend geworden. Daarom zou het niet getuigen van zake
lijkheid, wanneer deze grond momenteel voor een appel en een
ei wordt verkocht."
„Ik denk, dat je voor negen gulden anders heel wat appels
en eieren zult kunnen kopen" merkte Hallema nuchter op.
Eefje knikte.
„Over een paar jaar brengt de grond wellicht het dubbele op.
Daarvan ben ik overtuigd. Waarom zullen we dan haast maken
met de verkoop?"
Van Alphen hield van spijkers met koppen. „Wat had U
gedacht van een ronde som? Bijvoorbeeld vierduizend gulden?"
Eefje glimlachte. Wanneer deze grond vierduizend gulden
waard was, dan bracht ze ook de helft meer op. „Ik zei al, dat
we feitelijk geen belang bij de verkoop hebben. Op dit ogenblik
wel te verstaan. En, zoals ik al zei: U bent de eerste gegadigde
niet. U zult waarschijnlijk ook de laatste niet zijn."
Van Alphen kon niet nalaten te lachen. „Ik moet toegeven,
dat de heer Van Asten een prima zaakwaarneemster heeft.
Hebt U wel eens meer zaken gedaan?"
„Dat hangt er van af, wat U zaken noemt. Maar dit alles
heeft weinig zin, mijne heren. We staan hier niet op de markt
en afdingen is misschien Uw gewoonte, van marchanderen hou
den wij echter niet. U weet nu onze prijs: negen gulden. En
als die in Uw ogen te hoog is, wel, dan kunnen we misschien
beter de zitting opheffen."
De heren stonden op. „Juffrouw Jansen, ik moet het nog even
in beraad houden". Per slot van rekening kan ik ook niet alleen
beslissen. Wij hebben het adres van Uw verloofde en hij hoort
nog van ons. Schriftelijk"
Twee minuten later waren de heren verdwenen in hun wagen
en Eefje rekende met de ober af. In haar hart was ze ervan
overtuigd, dat de grond reeds verkocht was.
Hoofdstuk 26
Natuurlijk was Geert-Jan razend nieuwsgierig en onmiddellijk
na het eten fietste hij naar de Asterstraat om te vernemen, wat
de resultaten waren geweest van de bespreking. Eefje, die nog
aan de maaltijd zat, vertelde hem in het kort het verloop en
toen Geert-Jan begreep, dat er nog geen beslissing was geno
men, betrok zijn gezicht.
„Had dat bod van vierduizend gulden maar geaccepteerd,
zei hij somber.
„Beste jongen, dat zou een stommiteit geweest zijn van de
bovenste plank. Heb nu eens even geduld en wacht af. Die lui
willen met alle geweld jouw grond hebben, let op mijn woorden.
En die negen gulden krijg jij. Laat ik je eerlijk vertellen, dat ik
er nu spijt van heb, dat ik geen tien gulden gevraagd heb. Want
ook dat bedrag zouden ze betaald hebben. Jó, moet je toch
eens nagaan: het wordt een winkelstraat! Voor we een paar
jaar verder zijn, is alles volgebouwd. En dacht je dan, dat zo'n
lichaam als Kloos en Bergmann niet veel meer over hebben dan
een tientje, om die hoek in zijn bezit te krijgen?"
„Jawel, dat is allemaal mooi geredeneerd. Ik heb al eens eerder
het onderste uit de kan willen hebben
„En toen kreeg je het lid op je neus. Maar dat was force
majeure, en dat kon niemand voorzien. Dat die ellendige boom
nu juist op de huizen terecht moest komen, was een geweldige
strop. Maar grond is grond en daarmee kan niets gebeuren. Ja
weet je wat er kan gebeuren? Dat ze in waarde gaat stijgen
Ieder jaar meer. Geloof mij nu, die lui zijn ook niet achterlijk
Die weten drommels goed, dat negen gulden een koopje is, dat
ze verduveld gauw moeten accepteren, willen ze er niet naast
grijpen. Omdat een tientje morgen of overmorgen ook niet teveel
is. Geduld,, beste jongen. Die happen wel."
„We zullen het hopen, maar ik heb er niet veel fiducie op.'
Er verstreek een week, maar van de N.V. Kloos en Berg
mann kwam geen bericht. En Geert-Jan had zich er al mee verzoend
dat dit warenhuisconcern geen interesse meer had voor zijn
grond. Het kon hem eigenlijk ook niet zoveel schelen, want hij
had met andere ingezetenen gesproken over de gemeentelijke
plannen om van de Prinsenstraat een winkelcentrum te maken
en iedereen was van mening, dat zijn grond, daar op de hoek,
wel in waarde zou gaan stijgen.
Tien dagen waren voorbijgegaan, toen Geert-Jan 's middags
kwam eten. Naast zijn bord lag een aangetekende brief van de
N.V. Kloos en Bergmann uit Amsterdam.
Dus tochZenuwachtig scheurde hij de enveloppe open
en las het epistel.
Weledele Heer,
In aansluiting op het onderhoud, dat onze heren Van
Alphen en Hallema hadden met Uw gevolmachtigde, me
juffrouw Jansen, betreffende de verkoop van een stuk grond,
gelegen op de hoek van de Prinsenstraat en de Oude Scha
penmarkt, hebben we de eer U mede te delen, dat ons
uiterste bod is 6000.-. Wij verzoeken U ons binnen drie
dagen te willen berichten, of U dit bod al dan niet accep
teert en zien met belangstelling Uw bericht tegemoet.
Hoogachtend,
N.V. Kloos en Bergmann."
En terwijl zijn hospita de soep opschepte, sprong Geert-Jan
van zijn stoel en rende de kamer uit, naar de schuur, naar zijn
fiets. Het eten kon hem op dit moment geen steek schelen. Eefje
moest het weten, dat ze gehapt hadden en zesduizend gulden
wilden betalen.
Het meisje, dat een vrije dag had, zag hem al aankomen en
onmiddellijk begreep ze, dat de koop tot stand gekomen was.
„Kijk eenslees eensriep hij hijgend, toen ze de
deur had geopend, en hij zwaaide met de brief. „Zesduizend
gulden willen ze geven! Zesduizend keiharde pietermannen! Dat
doen we, he? Dat doen we natuurlijk!"
Eefje nam lachend de brief uit zijn handen en las. Toen knikte
ze bedachtzaam. „Het zijn en blijven pingelaars, want als ik het
goed uitgerekend heb, boren ze jou nog tweehonderdvijfenvijftig
gulden door de neus. Maar enfin, het is een mooi rond bedrag.
Ik zou het maar accepteren."
„Natuurlijk, natuurlijk!" riep hij dol van vreugde uit. „Laat
ik dan toch nog wat winst hebben van m'n centen: duizend
gulden. Of nee, nog meer, want ik heb nog een kleine zeshon
derd gulden op de bank staan. Meid, zeg, nu zijn we weer rijk.
En kunnen we trouwen, he?"
En van pure vreugde pakte hij het meisje bij haar middel en
begon een rondedans in de gang, waarbij ze zo'n herrie maak
ten, dat vader en moeder Jansen verschrikt kwamen kijken. Een
beetje verlegen liet hij het meisje los en zei tot de ouders: „De
grond is verkocht: zesduizend gulden. Wat een boffie, he?"
„Nou, dat is het zeker. Gefeliciteerd, Geert-Jan, zei Jansen,
hem hartelijk de hand drukkend.
„Schrijf ze vanavond meteen maar, dat je hun bod aanvaardt",
adviseerde Eefje.
„Vanavond? Vanmiddag nog. Nu meteen. Maar riu ga ik
etenm'n hospita had de soep al opgeschept
„Dan zal die onderhand wel koud geworden zijn."
„Mag 'm de pret niet drukken. DagTot vanavond." Hij
gaf haar vlug een zoen en als een wervelwind verdween hij
weer op zijn fiets. Eefje keek hem in de deuropening lachend na
en prevelde: „Geert-Jan, lieveling, als je zo bent, dan houd ik
nog het meeste van jePrecies een kwajongen
Binnen een maand was alles in kannen en kruiken. En toen de
verkoopacte door de notaris in orde was gemaakt, werd een
rond bedrag van 6000 gulden overgemaakt op de Bankrekening
van de heer G. J. van Asten. De grond was in eigendom overge
gaan op naam van de N.V. Kloos en Bergmann, die in het voor
jaar zou beginnen met de bouw van een bescheiden warenhuis.
Diezelfde avond, nadat een en ander zijn beslag had gekregen
het broodeten was juist gebeurd kreeg Geert-Jan onver
wacht bezoek. Tante Greet en haar zoon Lodewijk deden hun
intrede bij neef Geert-Jan.
De jongen sloeg haast achterover van verbazing. Want tante
Greet was nog nooit bij hem geweest en sinds hij de erfenis had
gekregen van neef Piet en haar Lodewijk niet, was de liefde, zo
er al sprake was geweest van iets dergelijks, tussen deze fa
milieleden bizonder bekoeld. Doch hij verborg zijn verbazing en
liet het tweetal netjes in het zijkamertje, dat speciaal bestemd
was voor bezoek.
Tante Greet viel meteen maar met de deur in huis. En Geert-
Jan luisterde geduldig naar de litanie, die nu afgedraaid werd.
Het begon nog eens met de dwaasheid van neef Piet om zijn
kostbare centen te vermaken aan een onmondige knaap, die
natuurlijk helemaal niet de waarde van het geld kende. Gevolgd
door de dwaze aankoop van dat blok huizen aan de Prinsen
straat. „Ik heb altijd tegen Lodewijk gezegd: Lodewijk, dat gaat
verkeerd met onze neef Geert-Jan, en omdat hij onze neef is,
gaat ons dat aan het hart. Maar ja, je was meerderjarig gewor
den en dus kon je doen en laten wat je wilde. Toen kwam die
stormramp en was je alles kwijt. Een grote financiële strop,
temeer, omdat de gemeenteraad enkele uren tevoren beslist had
om tienduizend gulden te geven voor een blok huizen, dat nog
geen duizend waard was. Gelukkig is deze aankoop niet door
gegaan en is de gemeente een schadepost van tienduizend be
spaard gebleven, want daaraan hadden Lodewijk en ik ook mee
moeten betalen middels het belastingbiljet."
Geert-Jan luisterde beleefd, knikte zo af en toe eens en liet
de bedekte beledigingen langs zich heen gaan. Tante Greet
was nu eenmaal niet wijzer en hij begreep best, dat die erfenis
van vijfduizend gulden haar tot haar dood dwars zou blijven
zitten. Evenwel was het hem niet duidelijk, waar dit tweetal
heen wilde.
„Desondanks hebben we altijd met je meegevoeld," vervolgde
tante Greet, na adem geschept te hebben, „want je bent ten
slotte onze neef. En daarom hebben we overlegd, of we je nog
op de een of andere manier konden helpen. Je hebt nu alleen nog
de grond, die practisch niets waard is, ook al omdat dat plan
van het rijk met die nieuwe rijksweg niet is doorgegaan. Ook al
het gevolg van je verkeerde zakelijke inzicht en je halstarrig-
heid ten aanzien van de verkoop van je huizen. Als je wat toe
geeflijker was geweest, zouden we nu een mooie rijksweg door
onze stad gekregen hebben. Maar enfin, dit is voorbij en niets
meer aan te doen. Maar toch willen we je een beetje helpen,
omdat we best begrijpen, dat je natuurlijk geen cent meer over
hebt en je zult te zijner tijd ook wel eens willen trouwen. En
trouwen kost geld. Veel geld. Daarom heeft Lodewijk eens
voor je geïnformeerd naar belangstellenden voor je grond, maar
die zijn er niet veel. Nu is er misschien iemand, die je grond
wil kopen om er te zijner tijd een winkeltje op te bouwen. Het
is nog lang niet alles in kannen en kruiken, maar dat neemt niet
weg, dat het wel wat kan worden misschien. Om kort te gaan...
och Lodewijk, vertel jij het verder maar."
En neef Lodewijk vertelde met zijn dorre, krakende stem, dat
hij bereid was om als tussenpersoon op te treden en dat hij de
grond wilde aankopen tegen de prijs van één gulden de vier
kante meter. „En als raadsman adviseer ik je sterk, dit bod ter
stond te accepteren. Je kunt nu nog profiteren van een redelijke
prijs. Straks is de grond misschien geen cent waard."
Langzamerhand begreep Geert-Jan, waar de schoen wrong.
Kijk-kijk, tante Greet en haar liefelijke zoon wilden zogenaamd
als barmhartige familieleden optreden en de arme Geert-Jan nog
een aalmoes geven voor zijn grond. Een gulden per meter
Die grond kocht neef Lodewijk natuurlijk voor zichzelf, omdat
hij, de linke advocaat, al lang had bekeken, dat dit lapje mis
schien het tienvoudige kon opbrengen. Hij begon te lachen en
tot tante Greet s verontwaardiging werd het een luide schater
lach.
„Eén gulden per meter, zegt U? Nou, dat vind ik werkelijk
aardig. Beslist roerend, hoe U mijn belangen wilt behartigen.
Werkelijk. Maar U bent toch even te laat. Die grond is mijn
eigendom niet meer. Ik heb ze reeds aan een instantie verkocht,
die er te zijner tijd ook op gaat bouwen. Ik behoef U natuurlijk
niet te zeggen, dat de verkoopprijs behoorlijk meer is dan één
gulden. Wat ik er precies voor gekregen heb, is natuurlijk mijn
zaak en dat gaat niemand wat aan. Ik kan U echter wel ver
tellen, dat het ook nog meer is dan de hele erfenis, die ik van
neef Piet kreeg. Maar dat neemt allemaal niet weg: vriendelijk
bedankt voor Uw edel aanbod, hoor! Ik zal het mijn leven lang
niet vergeten, beslist niet!"
Tien seconden later stond het tweetal weer op straat. Spra
keloos. Er kon zelfs geen groet meer af. Maar toen de deur
achter hen in het slot gevallen was, schaterde Geert-Jan het
opnieuw uit. Ja, ja, die hadden even met zijn grond willen gaan
speculeren.
Naschrift
Over de stadswallen, die in een soort plantsoen zijn herscha
pen, wandelen twee jonge mensen. In de verte zien ze de lichten
van de nieuwe woonwijk Oost, waar ook de Asterstraat ligt.
Ze horen het, lawaai van de auto's, motoren en bromfietsen.
En ginds vonkt de beugel van de electrische trein tegen de
draad. Et blaft een hond en een paar kinderen hoor je lachen.
Maar verder is alles stil, Vooral hier op de stadswallen.
Geert-Jan van Asten heeft weer geld op zijn bankrekening
en daardoor is de rust in zijn leven weergekeerd. Het zou voor
neef Piet's nagedachtenis niet mooi geweest zijn, als die vijf
duizend gulden definitief verdwenen waren, Speculeren met
huizen moet je niet doen, als je er geen verstand van hebt,
meende Eefje, en ze spreken zachtjes.
„Volgend jaar, Eefje, dan zullen we proberen ergens aan
de buitenkant van de stad een huisje te kopen. Ik heb een kleine
zevenduizend gulden nu en met een behoorlijke hypotheek red
den we het een heel eind."
Ze knikt. „En van het geld op mijn boekje kunnen we dan ons
huisje meubelen, he?"
„Natuurlijk, liefje. Dan is alles van ons samen. Dus dat doen
we, hè Eef? Volgend voorjaar een huisje zien te krijgen en
dan trouwen?"
„Ik vind het goed, beste jongen, dat weet je wel."
Er staat een bankje en er zit niemand op. Ze gaan zitten en
Geert-Jan neemt het meisje in zijn armen.
Dus je huldigt nog altijd dat devies van je?" vroeg ze zacht.
„Devies? Wat bedoel je?"
„Nou, weet je dat niet meer? Wat vandaag gebeuren kan,
moet je niet uitstellen tot morgen."
„Och, lieve help, dat is waar ook. Ik zou het zowat vergeten
hebben. Heb je er bezwaar tegen?"
Ze schudde haar hoofd. „Ik niet hoor."
„En ben je nu niet bang meer voor aanhalige jongens?" vroeg
hij spottend.
„Hoe kom je daarbij?"
„O, weet jij niet meer, dat je dat eens gezegd hebt, toen wij
die eerste keer samen in het bos zaten?"
„Je hebt gelijk. Dat heb ik inderdaad gezegd. Tja, ik was
altijd een beetje op mijn hoede met jongens, he?"
,En nu dan?"
,Voor mijn lieve aanhalige aanstaande man ben ik niet bang,"
zei ze zacht, hem over zijn haren strijkend. „En weet je waarom
niet?"
„Nou?"
„Omdat Geert-Jan van Asten een heer is."
„Dank je, Eefje. Dus je durft het met mij wel aan."
„Geert-Jan, moet ik je nog zeggen, dat ik dol op je ben?"
„Meisje, ik ook op jou. We zullen samen gelukkig zijn, he?"
„Ja, Geert-Jan. Je bent voor mij de liefste man van de gehele
wereld."
„En jij zult mijn koningin zijn, Eefje
Toen kusten zij elkaar nog eens. Even later liepen ze, dicht
tegen elkaar aan, de stad weer in. Een blijde toekomst tegemoet.
EINDE
Penselen, gebruikt voor cellu-
loseverf, maakt men schoon met
aceton.
Naai aan weerskanten van uw
pouffe een gordijnring, men kan
dit voorwerp dan veel gemakke
lijker verplaatsen.
Nikkelen voorwerpen kan men
schoonmaken door deze eerst in
zeepsop te wassen en daarna op
te wrijven met fijn krijt, aange-
mengt met spiritus.
Met uiensap kan men papier
op metaal plakken. Eveneens kan
men met dit sap dof geworden
gouden voorwerpen weer glan
zend maken.
Antiquair ,'t BOereilllUyS' Juwelier
Zilveren colliers vanaf 0,95
Zilveren zegelringen 1,25
Ruinelaan 14, Bergen
W IJ BIEDEN U
in de merken
Sigg en Selecta
Ziet de etalage
van beide merken
de alleenverkoop
Ook een koffiezet-ketel van
40 kopjes met electrische ver
warming er onder.
Ruïnelaan 11 - Tèl. 3106-Bergen
•^vdYP
Schoonheidsspecialist
Stationsstraat 1 - telefoon 2495
Luxe kisten sigaren in de merken
Balmoral
Huifkar
Carl Upmann
La Paz
Twentse Bank
Het meest gesorteerde adres
TEL, 2882
zaterdag:
bakkerij voor luxe en klein-
brood.
speciaal gesneden en
verpakt
weekendbrood
eerste kwaliteit
allerhande enz.
MOLENSTRAAT 3 en 14, TEL. 2581
VAN PELTLAAN 11, TEL. 2518
is en blijft het aangewezen adres
Kleine Dorpsstraat 9 - Bergen - tel. 2806
in Uw dure meubelen
DORPSSTRAAT 14