Odket- books C. Oldenburg In holland staat n huis I IJ KUIT O- A. KLAVER atelier J. BLOMBERGEN Haar ZWEEP'S W, SCHOTTEN JAAP HOPMAN „AMSTERDAMSCHE BANK' WISSELKANTOOR MEVR. M. VERHOOGT Ook pannen voor pensions opent op 15 juni a.s, een niet alles weten het beste Alu minium uisé voot cab&au s Sig. Mag. Drieënhuizen Voor glas, porselein en aardewerk Verdelg de houtworm KIM-X IS HET MIDDEL aan de Breelaan te Bergen tegenover hotel „De Brink' UW ADRES VOOR Pedicure - Manicure Steunzolen naar maat Schoonheidsspecialiste W ratten-epileren Massage-maskers Hoogtezon enz. is: Emmastraat 79 - Alkmaar Tel. 2486 Dinsdags afw. Ook modellen gevraagd v. Ped. en Schoonheidsspec. GEVRAAGD DOOR KUNSTSCHILDER BRIEVEN ONDER NO. 280 BUR. V. D. BL. TE SCHOORL Pj Boekhandel Laanweg 35 Schoor door B. J. ten Wesepe U „Tja, het zal natuurlijk de vraag zijn, of U belangrijke beslis singen kunt nemen in naam van Uw verloofde. Kijk eens, kent natuurlijk onze N.V.?" „Inderdaad. U hebt in verschillende steden van ons land warenhuizen." De heer Van Alphen roerde in zijn koffie en knikte beves tigend. „Nu is het niet uitgesloten ik mag natuur lijk aannemen, dat dit gehele gesprek gevoerd wordt op een vertrouwelijk niveau en dat het onder ons blijft?" „Maar, mijne heren, dat spreekt toch vanzelf. Buiten mijn verloofde komt verder niemand iets hierover te weten." „Dat meen ik te mogen verwachten. Volgens de inlichtingen die ik op het stadhuis kreeg, is de strook grond, op de hoek van de Prinsenstraat en de Oude Schapenmarkt het eigendom van de heer Van Asten." „Zeker. Geheel eigendom, zonder hypotheek of iets derge lijks." „Weet U ook, of de heer Van Asten plannen heeft met deze grond?" Eefje dacht even na. Ze moest een glimlach onderdrukken, toen ze dacht aan Geert-Jan's plan om er een tuintje van te maken. Stel je voor: een tuintje, midden in de stad. Wat moest ze zeggen? Neen? Als ze „ja" zei, sprak ze onwaarheid. Hoe welde gemeente had het immers willen kopen? Weliswaar de huizen, maar het ging toch om de grond. Natuurlijk, de ge meente had indertijd geld geboden." „Er was indertijd een gegadigde," antwoordde het meisje voorzichtig, „doch door bijzondere omstandigheden kwam het niet tot zaken." „Mag ik ook weten, wat voor bijzondere omstandigheden dat waren?" „Och,' antwoordde het meisje, „feitelijk had mijn verloofde er nog geen belang bij om te verkopen. Laten we zeggen, dat de gegadigde niet de sympathie had van de eigenaar." De heer Hallema, die tot nu toe gezwegen had, mengde zich nu in het gesprek, door op spottende toon op te merken: „Spelen bepaalde sympathieën een rol in zaken?" „Misschien niet in grote steden, meneer," pareerde Eefje handig; maar wel in een klein stadje als het onze." „Wat dunkt U, vervolgde de ander, „zou onze N.V. de sym pathie hebben van de heer Van Asten?" „Dat meneer, zal afhangen van het bedrag, dat Uw N.V. wil betalen." Van Alphen, de directeur,, knikte begrijpend. Hij voelde in tuïtief aan, dat dit meisje in staat was zaken te doen. „Ik ver onderstel, dat U de eigendomsbewijzen kunt tonen." „Hoewel ik natuurlijk niet kon weten, wat de bedoeling was van dit onderhoud, heb ik echter met deze vraag rekening ge houden," antwoordde het meisje rustig. Ze diepte uit haar tas een enveloppe op en overhandigde die aan de man, die tegen over haar gezeten was. „Hierin zult U alles vinden, o.m. de aanslag van de grondbelasting, die juist een dezer dagen werd voldaan. Het geheel is onbelast en volledig wettig eigendom van mijn verloofde." De twee heren keken de papieren nauwkeurig na. „De opper vlakte bedraagt dus iets minder dan zevenhonderd vierkante meter. Ongeveer de ruimte, die wij nodig hebben, temeer omdat wij intussen het naastliggende stuk grond van de gemeente ko pen. Om nu maar meteen tot ons eigenlijke doel te komen: welk bedrag vraagt de heer Van Asten voor zijn grond?" Over de vraagprijs had Eefje de halve nacht liggen piekeren. Maar toen ze die morgen opgestaan was, had ze een rond bedrag in haar hoofd: negen gulden per meter. En ze wist toen ook, dat de grond deze prijs onder de gegeven omstandigheden waard was. „De prijs is negen gulden de meter, mijne heren. En ik kan U bij voorbaat wel zeggen, dat er geen gulden en ook geen kwartje af gaat. Het is, dat U interesse schijnt te hebben, maar mijn verloofde had eigenlijk nog geen plannen om te verkopen." De heren keken elkander een beetje beteuterd aan. En de heer Hallema antwoordde, met enige ontstemming in zijn stem: „Dat is aanmerkelijk meer dan wij verwacht en geschat hadden, juf frouw Jansen. Wij kunnen namelijk van de gemeente grond kopen tegen een aanzienlijk lager bedrag." „Dan zou ik daarvan onmiddellijk profiteren, mijne heren, want dan hebt U ongetwijfeld een lot uit de loterij. Maar zoals ik U al zei: mijn verloofde heeft eigenlijk helemaal geen zin om zijn grond nu al van de hand te doen. Er zullen te zijner tijd, als de Prinsenstraat volgebouwd is, wel meer gegadigden ko men. Ik neem aan, dat in die tijd de waarde aanmerkelijk zal stijgen." De heren keken elkander eens aan. Ja, daar zat wel logica in die redenering. Natuurlijk stijgt de waarde als er in de om geving gebouwd wordt. „Die grond is natuurlijk bebouwd geweest," veronderstelde Hallema. Eefje knikte. „Er hebben huizen gestaan." „Waarom zijn die dan afgebroken?" „Heeft men U dit op het gemeentehuis niet verteld? Het lag aanvankelijk in de bedoeling, dat de nieuwe Rijksweg ten dele over onze grond zou lopen. Maar ter elfder ure kwam er wijzi ging in deze plannen, want de nieuwe rijksweg wordt nu rond de stad gevoerd." „En toen waren de huizen natuurlijk al afgebroken." „.Inderdaad. U weet natuurlijk ook de nieuwe plannen van de gemeente: de Prinsenstraat wordt verbreed en zal in de toekomst een der belangrijkste winkelstraten worden. Dat is juist deze week bekend geworden. Daarom zou het niet getuigen van zake lijkheid, wanneer deze grond momenteel voor een appel en een ei wordt verkocht." „Ik denk, dat je voor negen gulden anders heel wat appels en eieren zult kunnen kopen" merkte Hallema nuchter op. Eefje knikte. „Over een paar jaar brengt de grond wellicht het dubbele op. Daarvan ben ik overtuigd. Waarom zullen we dan haast maken met de verkoop?" Van Alphen hield van spijkers met koppen. „Wat had U gedacht van een ronde som? Bijvoorbeeld vierduizend gulden?" Eefje glimlachte. Wanneer deze grond vierduizend gulden waard was, dan bracht ze ook de helft meer op. „Ik zei al, dat we feitelijk geen belang bij de verkoop hebben. Op dit ogenblik wel te verstaan. En, zoals ik al zei: U bent de eerste gegadigde niet. U zult waarschijnlijk ook de laatste niet zijn." Van Alphen kon niet nalaten te lachen. „Ik moet toegeven, dat de heer Van Asten een prima zaakwaarneemster heeft. Hebt U wel eens meer zaken gedaan?" „Dat hangt er van af, wat U zaken noemt. Maar dit alles heeft weinig zin, mijne heren. We staan hier niet op de markt en afdingen is misschien Uw gewoonte, van marchanderen hou den wij echter niet. U weet nu onze prijs: negen gulden. En als die in Uw ogen te hoog is, wel, dan kunnen we misschien beter de zitting opheffen." De heren stonden op. „Juffrouw Jansen, ik moet het nog even in beraad houden". Per slot van rekening kan ik ook niet alleen beslissen. Wij hebben het adres van Uw verloofde en hij hoort nog van ons. Schriftelijk" Twee minuten later waren de heren verdwenen in hun wagen en Eefje rekende met de ober af. In haar hart was ze ervan overtuigd, dat de grond reeds verkocht was. Hoofdstuk 26 Natuurlijk was Geert-Jan razend nieuwsgierig en onmiddellijk na het eten fietste hij naar de Asterstraat om te vernemen, wat de resultaten waren geweest van de bespreking. Eefje, die nog aan de maaltijd zat, vertelde hem in het kort het verloop en toen Geert-Jan begreep, dat er nog geen beslissing was geno men, betrok zijn gezicht. „Had dat bod van vierduizend gulden maar geaccepteerd, zei hij somber. „Beste jongen, dat zou een stommiteit geweest zijn van de bovenste plank. Heb nu eens even geduld en wacht af. Die lui willen met alle geweld jouw grond hebben, let op mijn woorden. En die negen gulden krijg jij. Laat ik je eerlijk vertellen, dat ik er nu spijt van heb, dat ik geen tien gulden gevraagd heb. Want ook dat bedrag zouden ze betaald hebben. Jó, moet je toch eens nagaan: het wordt een winkelstraat! Voor we een paar jaar verder zijn, is alles volgebouwd. En dacht je dan, dat zo'n lichaam als Kloos en Bergmann niet veel meer over hebben dan een tientje, om die hoek in zijn bezit te krijgen?" „Jawel, dat is allemaal mooi geredeneerd. Ik heb al eens eerder het onderste uit de kan willen hebben „En toen kreeg je het lid op je neus. Maar dat was force majeure, en dat kon niemand voorzien. Dat die ellendige boom nu juist op de huizen terecht moest komen, was een geweldige strop. Maar grond is grond en daarmee kan niets gebeuren. Ja weet je wat er kan gebeuren? Dat ze in waarde gaat stijgen Ieder jaar meer. Geloof mij nu, die lui zijn ook niet achterlijk Die weten drommels goed, dat negen gulden een koopje is, dat ze verduveld gauw moeten accepteren, willen ze er niet naast grijpen. Omdat een tientje morgen of overmorgen ook niet teveel is. Geduld,, beste jongen. Die happen wel." „We zullen het hopen, maar ik heb er niet veel fiducie op.' Er verstreek een week, maar van de N.V. Kloos en Berg mann kwam geen bericht. En Geert-Jan had zich er al mee verzoend dat dit warenhuisconcern geen interesse meer had voor zijn grond. Het kon hem eigenlijk ook niet zoveel schelen, want hij had met andere ingezetenen gesproken over de gemeentelijke plannen om van de Prinsenstraat een winkelcentrum te maken en iedereen was van mening, dat zijn grond, daar op de hoek, wel in waarde zou gaan stijgen. Tien dagen waren voorbijgegaan, toen Geert-Jan 's middags kwam eten. Naast zijn bord lag een aangetekende brief van de N.V. Kloos en Bergmann uit Amsterdam. Dus tochZenuwachtig scheurde hij de enveloppe open en las het epistel. Weledele Heer, In aansluiting op het onderhoud, dat onze heren Van Alphen en Hallema hadden met Uw gevolmachtigde, me juffrouw Jansen, betreffende de verkoop van een stuk grond, gelegen op de hoek van de Prinsenstraat en de Oude Scha penmarkt, hebben we de eer U mede te delen, dat ons uiterste bod is 6000.-. Wij verzoeken U ons binnen drie dagen te willen berichten, of U dit bod al dan niet accep teert en zien met belangstelling Uw bericht tegemoet. Hoogachtend, N.V. Kloos en Bergmann." En terwijl zijn hospita de soep opschepte, sprong Geert-Jan van zijn stoel en rende de kamer uit, naar de schuur, naar zijn fiets. Het eten kon hem op dit moment geen steek schelen. Eefje moest het weten, dat ze gehapt hadden en zesduizend gulden wilden betalen. Het meisje, dat een vrije dag had, zag hem al aankomen en onmiddellijk begreep ze, dat de koop tot stand gekomen was. „Kijk eenslees eensriep hij hijgend, toen ze de deur had geopend, en hij zwaaide met de brief. „Zesduizend gulden willen ze geven! Zesduizend keiharde pietermannen! Dat doen we, he? Dat doen we natuurlijk!" Eefje nam lachend de brief uit zijn handen en las. Toen knikte ze bedachtzaam. „Het zijn en blijven pingelaars, want als ik het goed uitgerekend heb, boren ze jou nog tweehonderdvijfenvijftig gulden door de neus. Maar enfin, het is een mooi rond bedrag. Ik zou het maar accepteren." „Natuurlijk, natuurlijk!" riep hij dol van vreugde uit. „Laat ik dan toch nog wat winst hebben van m'n centen: duizend gulden. Of nee, nog meer, want ik heb nog een kleine zeshon derd gulden op de bank staan. Meid, zeg, nu zijn we weer rijk. En kunnen we trouwen, he?" En van pure vreugde pakte hij het meisje bij haar middel en begon een rondedans in de gang, waarbij ze zo'n herrie maak ten, dat vader en moeder Jansen verschrikt kwamen kijken. Een beetje verlegen liet hij het meisje los en zei tot de ouders: „De grond is verkocht: zesduizend gulden. Wat een boffie, he?" „Nou, dat is het zeker. Gefeliciteerd, Geert-Jan, zei Jansen, hem hartelijk de hand drukkend. „Schrijf ze vanavond meteen maar, dat je hun bod aanvaardt", adviseerde Eefje. „Vanavond? Vanmiddag nog. Nu meteen. Maar riu ga ik etenm'n hospita had de soep al opgeschept „Dan zal die onderhand wel koud geworden zijn." „Mag 'm de pret niet drukken. DagTot vanavond." Hij gaf haar vlug een zoen en als een wervelwind verdween hij weer op zijn fiets. Eefje keek hem in de deuropening lachend na en prevelde: „Geert-Jan, lieveling, als je zo bent, dan houd ik nog het meeste van jePrecies een kwajongen Binnen een maand was alles in kannen en kruiken. En toen de verkoopacte door de notaris in orde was gemaakt, werd een rond bedrag van 6000 gulden overgemaakt op de Bankrekening van de heer G. J. van Asten. De grond was in eigendom overge gaan op naam van de N.V. Kloos en Bergmann, die in het voor jaar zou beginnen met de bouw van een bescheiden warenhuis. Diezelfde avond, nadat een en ander zijn beslag had gekregen het broodeten was juist gebeurd kreeg Geert-Jan onver wacht bezoek. Tante Greet en haar zoon Lodewijk deden hun intrede bij neef Geert-Jan. De jongen sloeg haast achterover van verbazing. Want tante Greet was nog nooit bij hem geweest en sinds hij de erfenis had gekregen van neef Piet en haar Lodewijk niet, was de liefde, zo er al sprake was geweest van iets dergelijks, tussen deze fa milieleden bizonder bekoeld. Doch hij verborg zijn verbazing en liet het tweetal netjes in het zijkamertje, dat speciaal bestemd was voor bezoek. Tante Greet viel meteen maar met de deur in huis. En Geert- Jan luisterde geduldig naar de litanie, die nu afgedraaid werd. Het begon nog eens met de dwaasheid van neef Piet om zijn kostbare centen te vermaken aan een onmondige knaap, die natuurlijk helemaal niet de waarde van het geld kende. Gevolgd door de dwaze aankoop van dat blok huizen aan de Prinsen straat. „Ik heb altijd tegen Lodewijk gezegd: Lodewijk, dat gaat verkeerd met onze neef Geert-Jan, en omdat hij onze neef is, gaat ons dat aan het hart. Maar ja, je was meerderjarig gewor den en dus kon je doen en laten wat je wilde. Toen kwam die stormramp en was je alles kwijt. Een grote financiële strop, temeer, omdat de gemeenteraad enkele uren tevoren beslist had om tienduizend gulden te geven voor een blok huizen, dat nog geen duizend waard was. Gelukkig is deze aankoop niet door gegaan en is de gemeente een schadepost van tienduizend be spaard gebleven, want daaraan hadden Lodewijk en ik ook mee moeten betalen middels het belastingbiljet." Geert-Jan luisterde beleefd, knikte zo af en toe eens en liet de bedekte beledigingen langs zich heen gaan. Tante Greet was nu eenmaal niet wijzer en hij begreep best, dat die erfenis van vijfduizend gulden haar tot haar dood dwars zou blijven zitten. Evenwel was het hem niet duidelijk, waar dit tweetal heen wilde. „Desondanks hebben we altijd met je meegevoeld," vervolgde tante Greet, na adem geschept te hebben, „want je bent ten slotte onze neef. En daarom hebben we overlegd, of we je nog op de een of andere manier konden helpen. Je hebt nu alleen nog de grond, die practisch niets waard is, ook al omdat dat plan van het rijk met die nieuwe rijksweg niet is doorgegaan. Ook al het gevolg van je verkeerde zakelijke inzicht en je halstarrig- heid ten aanzien van de verkoop van je huizen. Als je wat toe geeflijker was geweest, zouden we nu een mooie rijksweg door onze stad gekregen hebben. Maar enfin, dit is voorbij en niets meer aan te doen. Maar toch willen we je een beetje helpen, omdat we best begrijpen, dat je natuurlijk geen cent meer over hebt en je zult te zijner tijd ook wel eens willen trouwen. En trouwen kost geld. Veel geld. Daarom heeft Lodewijk eens voor je geïnformeerd naar belangstellenden voor je grond, maar die zijn er niet veel. Nu is er misschien iemand, die je grond wil kopen om er te zijner tijd een winkeltje op te bouwen. Het is nog lang niet alles in kannen en kruiken, maar dat neemt niet weg, dat het wel wat kan worden misschien. Om kort te gaan... och Lodewijk, vertel jij het verder maar." En neef Lodewijk vertelde met zijn dorre, krakende stem, dat hij bereid was om als tussenpersoon op te treden en dat hij de grond wilde aankopen tegen de prijs van één gulden de vier kante meter. „En als raadsman adviseer ik je sterk, dit bod ter stond te accepteren. Je kunt nu nog profiteren van een redelijke prijs. Straks is de grond misschien geen cent waard." Langzamerhand begreep Geert-Jan, waar de schoen wrong. Kijk-kijk, tante Greet en haar liefelijke zoon wilden zogenaamd als barmhartige familieleden optreden en de arme Geert-Jan nog een aalmoes geven voor zijn grond. Een gulden per meter Die grond kocht neef Lodewijk natuurlijk voor zichzelf, omdat hij, de linke advocaat, al lang had bekeken, dat dit lapje mis schien het tienvoudige kon opbrengen. Hij begon te lachen en tot tante Greet s verontwaardiging werd het een luide schater lach. „Eén gulden per meter, zegt U? Nou, dat vind ik werkelijk aardig. Beslist roerend, hoe U mijn belangen wilt behartigen. Werkelijk. Maar U bent toch even te laat. Die grond is mijn eigendom niet meer. Ik heb ze reeds aan een instantie verkocht, die er te zijner tijd ook op gaat bouwen. Ik behoef U natuurlijk niet te zeggen, dat de verkoopprijs behoorlijk meer is dan één gulden. Wat ik er precies voor gekregen heb, is natuurlijk mijn zaak en dat gaat niemand wat aan. Ik kan U echter wel ver tellen, dat het ook nog meer is dan de hele erfenis, die ik van neef Piet kreeg. Maar dat neemt allemaal niet weg: vriendelijk bedankt voor Uw edel aanbod, hoor! Ik zal het mijn leven lang niet vergeten, beslist niet!" Tien seconden later stond het tweetal weer op straat. Spra keloos. Er kon zelfs geen groet meer af. Maar toen de deur achter hen in het slot gevallen was, schaterde Geert-Jan het opnieuw uit. Ja, ja, die hadden even met zijn grond willen gaan speculeren. Naschrift Over de stadswallen, die in een soort plantsoen zijn herscha pen, wandelen twee jonge mensen. In de verte zien ze de lichten van de nieuwe woonwijk Oost, waar ook de Asterstraat ligt. Ze horen het, lawaai van de auto's, motoren en bromfietsen. En ginds vonkt de beugel van de electrische trein tegen de draad. Et blaft een hond en een paar kinderen hoor je lachen. Maar verder is alles stil, Vooral hier op de stadswallen. Geert-Jan van Asten heeft weer geld op zijn bankrekening en daardoor is de rust in zijn leven weergekeerd. Het zou voor neef Piet's nagedachtenis niet mooi geweest zijn, als die vijf duizend gulden definitief verdwenen waren, Speculeren met huizen moet je niet doen, als je er geen verstand van hebt, meende Eefje, en ze spreken zachtjes. „Volgend jaar, Eefje, dan zullen we proberen ergens aan de buitenkant van de stad een huisje te kopen. Ik heb een kleine zevenduizend gulden nu en met een behoorlijke hypotheek red den we het een heel eind." Ze knikt. „En van het geld op mijn boekje kunnen we dan ons huisje meubelen, he?" „Natuurlijk, liefje. Dan is alles van ons samen. Dus dat doen we, hè Eef? Volgend voorjaar een huisje zien te krijgen en dan trouwen?" „Ik vind het goed, beste jongen, dat weet je wel." Er staat een bankje en er zit niemand op. Ze gaan zitten en Geert-Jan neemt het meisje in zijn armen. Dus je huldigt nog altijd dat devies van je?" vroeg ze zacht. „Devies? Wat bedoel je?" „Nou, weet je dat niet meer? Wat vandaag gebeuren kan, moet je niet uitstellen tot morgen." „Och, lieve help, dat is waar ook. Ik zou het zowat vergeten hebben. Heb je er bezwaar tegen?" Ze schudde haar hoofd. „Ik niet hoor." „En ben je nu niet bang meer voor aanhalige jongens?" vroeg hij spottend. „Hoe kom je daarbij?" „O, weet jij niet meer, dat je dat eens gezegd hebt, toen wij die eerste keer samen in het bos zaten?" „Je hebt gelijk. Dat heb ik inderdaad gezegd. Tja, ik was altijd een beetje op mijn hoede met jongens, he?" ,En nu dan?" ,Voor mijn lieve aanhalige aanstaande man ben ik niet bang," zei ze zacht, hem over zijn haren strijkend. „En weet je waarom niet?" „Nou?" „Omdat Geert-Jan van Asten een heer is." „Dank je, Eefje. Dus je durft het met mij wel aan." „Geert-Jan, moet ik je nog zeggen, dat ik dol op je ben?" „Meisje, ik ook op jou. We zullen samen gelukkig zijn, he?" „Ja, Geert-Jan. Je bent voor mij de liefste man van de gehele wereld." „En jij zult mijn koningin zijn, Eefje Toen kusten zij elkaar nog eens. Even later liepen ze, dicht tegen elkaar aan, de stad weer in. Een blijde toekomst tegemoet. EINDE Penselen, gebruikt voor cellu- loseverf, maakt men schoon met aceton. Naai aan weerskanten van uw pouffe een gordijnring, men kan dit voorwerp dan veel gemakke lijker verplaatsen. Nikkelen voorwerpen kan men schoonmaken door deze eerst in zeepsop te wassen en daarna op te wrijven met fijn krijt, aange- mengt met spiritus. Met uiensap kan men papier op metaal plakken. Eveneens kan men met dit sap dof geworden gouden voorwerpen weer glan zend maken. Antiquair ,'t BOereilllUyS' Juwelier Zilveren colliers vanaf 0,95 Zilveren zegelringen 1,25 Ruinelaan 14, Bergen W IJ BIEDEN U in de merken Sigg en Selecta Ziet de etalage van beide merken de alleenverkoop Ook een koffiezet-ketel van 40 kopjes met electrische ver warming er onder. Ruïnelaan 11 - Tèl. 3106-Bergen •^vdYP Schoonheidsspecialist Stationsstraat 1 - telefoon 2495 Luxe kisten sigaren in de merken Balmoral Huifkar Carl Upmann La Paz Twentse Bank Het meest gesorteerde adres TEL, 2882 zaterdag: bakkerij voor luxe en klein- brood. speciaal gesneden en verpakt weekendbrood eerste kwaliteit allerhande enz. MOLENSTRAAT 3 en 14, TEL. 2581 VAN PELTLAAN 11, TEL. 2518 is en blijft het aangewezen adres Kleine Dorpsstraat 9 - Bergen - tel. 2806 in Uw dure meubelen DORPSSTRAAT 14

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1959 | | pagina 6