„Zij kochten mijn kind" Nieuws van overal door HANOL SPOOR Waarvoor moet ik feitelijk nog werken? Wat geef ik om vooruitgang, wat om achting of om geld, nu er nooit meer iemand is, die ik daarmee blij kan maken... Wie ben ik...? Al leen een naam, een nuttige naam voor duistere praktijken van een ander. Vreugdeloos en uitzichtloos wordt het leven. Voor mijn part vaart de boot tot het einde van de wereld... Met een grauw viel hij terug op zijn kooi en gaf zich over aan zijn verterende gedachten. Rudy's omgeving zag met verbijstering welk een ommekeer zich aan hem had voltrokken. Wijselijk en vol meegevoel wer den geen toespelingen gemaakt. De enkeling, die het toch niet kon laten, klemde weer vlug de lippen op elkaar, als hij de zee van ellende in Rudy's ogen gewaar werd. De marconist hoefde geen juichend gelukstelegram te seinen. Op het water dreven tientallen lila papiersnippers. Rudy keek ze na en het was alsof ze honend de letter W vormden .De W van Walter. Daarna had hij het gevoel, alsof er iets in hem was gestorven. Slechts werktuigelijk vervulde hij zijn dagelijkse taak. Zijn hart was afgesloten, geen straal van licht drong er in door. Het was, als het afbreken van een schal lend levenslied, dat nog maar zo kort was ingezet. JANE MOET VERTREKKEN Jane's half geloken ogen vingen nog iets op van de scheme ring van licht, dat zich spaarzaam een weg wist te banen door de bijna gesloten gordijnen. Het was juist genoeg om de tere pasteltinten van het slaapkamerinterieur te doen uitkomen. Door de grote spiegels van de toilettafel kon ze net even in de kinder kamer er naast kijken. Ze hoorde lichte voetstappen en zag de verpleegster zich behoedzaam door de kamer bewegen. Opeens hoorde ze een zacht kirrend kindergeluidje en haar hart begon te bonzen. Voor het eerst, na weken van diepe bewustloosheid, afgewis seld door momenten waar bij de dingen om haar heen vaag tot haar doordrongen, kreeg ze nu plotseling het besef dat het haar baby was, die deze vertedering wekkende geluidjes voortbracht. Voordien had ze hem, als op grote afstand wel eens horen schreien, maar het had haar niet onrustig gemaakt, noch ont roerd. Ze had niet de kracht gevonden om haar gedachten op te bouwen. Haar onderbewustzijn voelde de zorgen aan, waar mee ze werd omringd en dat zelfde gevoel zei haar dat er ook goed voor haar kind werd gezorgd. Verder had ze zich geheel laten gaan en reageerde nergens op. Nu ineens verlangde ze het kleine hoopje te zien, dat daar zulke tevreden geluidjes liet ho ren. Voor het eerst vloog een lichte glimlach over haar gezicht. Ze spande zich in om meer te horen en wilde zich oprichten. Tot haar verwondering werd ze gewaar, dat ze daartoe niet in staat was. Had de geboorte van haar kind haar dan zo zwak gemaakt? Ze wist dat ze was ondergegaan in pijn. De wereld had ten slotte alleen nog maar bestaan uit gloeiende ballen en sterren, die telkens haar lichaam raakten. Haar rug zat tussen schroefblokken en nergens was een vrij plekje waar ze rust kon vinden. De enkele minuten dat ze enigszins bijkwam, had ze zich oneindig dankbaar gevoeld, steeds Iris bij haar te weten. Wat waren de Bennickhoff's toch goed voor haar. Toen de eerste kreten van de kleine weerklonken en de dok ter triomfantelijk verkondigde dat het een jongen was, was ze nog net in staat om haar dankbaarheid te tonen. De baby moest Walter heten. In een flits van helderheid zag ze nog hoe Iris ontstelde, maar nog voor ze zich hierover kon verbazen zakte ze weg in een. donker gat, waar ze zich zonder verweer in liet wegglijden. Rust, was het enige waarnaar ze verlangde. Rustrustrust al die tijd was dat verlangen een der gebleven. Ze toonde nergens interesse voor, zelfs niet voor de baby. Vreemd genoeg deed niemand moeite, om haar moe derliefde op te wekken. Nu pas drong het tot haar door, dat ze de baby ook niet had gevoed. Daar was ze zeker te zwak voor. Nu had men natuurlijk andere middelen te baat genomen. Het denken maakte haar moe en Jane soesde weer weg. Iris, die op haar tenen naderbij kwam zag echter de lichte ver andering, die zich aan Jane had voltrokken. Even hield ze de adem in. Zou de ongelijke strijd beginnen? Moest ze hier, als de sterke partij Jane gaan bewerken, om haar baby af te staan? Of moest ze nog even de toestand aanzien en afwachten hoe alles zich zou ontwikkelen? Al de weken dat Jane ziek lag hadden geen uitkomst gebracht. Integendeel, het leek wél of het probleem steeds ingewikkelder werd. Walter vroeg of keek zelden naar de baby. Hij trad op alsof hij haar een bijzonder kostbaar cadeau had gegeven, waarmee ze het verdere deel van haar leven erg terveden zou moeten zijn. Wel vroeg hij steeds belangstellend naar Jane. Toen de crisis voorbij was en de dokter hoop gaf op algehele beterschap, zag ze Waiter weer voortdurend diep in gedachten. Bij ver schillende relaties had hij geïnformeerd of er voor Jane niet een mooie en eervolle plaats vrij was. Daarbij had hij hoog opge geven over haar levenslust en elegance. Voorts was hij naar de kamerverhuurster van Jane gegaan en had daar voor een jaar lang de huur en onderhoud van de kamers betaald. Al die dingen besprak hij openlijk met haar, maar Iris begreep er steeds minder van. Soms trof haar die verwonderde blik van hem, alsof hij verwachtte, dat zij zich over die plannen buiten gewoon verheugde. Maar dat deed ze niet. Ze kon zijn beweeg redenen niet meer volgen en dat deed haar elk uur van de dag pijn. „Walter, oh Walter," fluisterde ze dan, „wat heb je toch?" Nu werd Jane beter, het was duidelijk te zien en de dokter had voorspeld, dat, zo gauw ze weer belangstelling voor haar omgeving zou krijgen, haar genezing een kwestie van enkele weken zou zijn. Jane was jong en sterk. Haar grote weerstand had haar door de zware crisis heen geholpenMaar wat Ze wilde Jane beslist niet in huis houden. Iris begon aan het idee te wennen, dat het vertrek van Jane verhelderend tussen haar en Walter zou werken. Wat er met de baby moest gebeu ren kon altijd nog besproken worden. Verpleegster en kinder verzorgster waren buitengewoon goed voor de kleine Walter. Het was dan ook een plezier om voor de kleine iets te doen. Hij groeide voorspoedig en spartelde vrolijk met armpjes en been tjes, dat het een lust was om naar te kijken. Iedere moeder zou trots zijn op zo n baby. Iedere vader ook, dacht ze wrang. Maar nu het kind in huis was en zij, na veel strijd met zichzelf, bereid was een offer te brengen terwille van de liefde voor haar man, nu keek hij niet naar de baby om. Walter leek allerminst de trotse vader. Hij had zich alleen met de financiële kwesties be moeid en de toekomst van het kind vastgelegd. Had hij toen, door moeder en kind een onderkomen te geven, zijn geweten gesust? Langzaam begon haar weer de angst te kwellen, dat later zijn aandacht alleen voor Jane zou zijn. Het leek er veel op, dat ze nog eens al haar berekeningen zou moeten overmaken. Of zou Walter, door geen aandacht aan het kind te wijden, haar trach ten te misleiden. Of vond hij nu misschien dat hij te ver was gegaan, door Jane en de baby aan haar op te dringen? Trachtte hij nu, door deze houding alle eventuele verdenking te onder drukken? Iris moest toegeven dat de kleine Walter een lief kindje was. Heel haar hart ging open als ze het mondje zag vertrekken in een poging om haar toe te lachen. Niettemin zou ze zonder ver driet weer afstand van het kind kunnen doen, als ze overtuigd was, dat het goed zou worden verzorgd. Te veel had ze al met gemengde gevoelens aan het wiegje gestaan, om zich geheel aan de baby te kunnen hechten. Wist ze maar welk risico ze liep als ze Jane met de baby liet vertrekken. Zou ze hiermee haar man behouden of juist verliezen? Behalve dat, moest ze iedere keer bekennen, dat haar hart week werd als ze Jane in haar hulpeloze toestand zag liggen. Wat moest er van dit kindvrouwtje terecht komen, als zij hun bescherming introkken? Bovendien had Jane een breuk met Rudy geriskeerd, om met hen goede vrienden te blijven. Nu Rudy niets meer van zich liet horen, moest ze het verstandig vinden van Walter, dat hij nu reeds naar een taak voor Jane omkeek. Iris leed onder al die onzekerheid, maar de angst om in een openlijk gesprek met Walter, al de vermoedens bevestigd te zien, was veel groter. Naarmate de weken vergingen, ontvlucht te ze steeds meer de momenten, die gunstig waren voor een ver trouwelijk gesprek. Heel haar wezen bleef ten slotte gespannen op dat ene punt, Walter behouden, hoe dan ook. Met intense blikken bestudeerde Iris dikwijls de baby. Wan neer de kleine Walter haar dan aankeek en kraaide van plezier, dan zag ze wel dat het kind dezelfde klare blik had van Jane, maar tevergeefs speurde ze naar een gelijkenis met Walter. De kinderverzorgster zei echter meermalen, dat kleintjes nog zo veranderen, dus de gelijkenis kon nog komen. Wanneer ze dus de baby weg zou doen, dan was Walter ook voor haar ver loren. Hij zou immers voortdurend zijn eigen zoon willen zien opgroeien. In nadenken verzonken bracht ze dan zuchtend lange tijd bij de wieg door. Dat waren de momenten waarvan Kitty aan haar meneer vertelde, dat mevrouw soms niet kwam uitge keken op de kleine Walter. Dan zag ze hoe Bennickhoff haar dankbaar glimlachend toeknikte en voor de zoveelste keer was Kitty overtuigd van de goedheid en mildheid van haar werk gevers en ze zou voor hen door het vuur zijn gegaan. Hadden ze ook niet zo maar Jane en haar kind in huis gehaald zonder daar enige tegenprestatie voor te verlangen? Zo was voor niemand in huis de situatie duidelijk. Jane voelde zich dagelijks sterker worden. Heel haar hart stroomde nu over van liefde voor haar zoontje. Met vreugde, maar tegelijk ook met een smartelijke pijn zag ze, dat hij lang zaam de trekken van Rudy kreeg. Met spijt constateerde zij, dat de kinderverzorgster de totale verzorging van de kleine Walter op zich had genomen en dit niet meer uit handen gaf. Heel dikwijls kreeg ze de indruk, dat de kinderverzorgster op dracht had aldus te handelen en Jane durfde zich daartegen niet te verzetten uit vrees dat men haar ondankbaar zou vinden. Als het even kon en ze was alleen met de kleine, dan ging ze geheel op in haar moedervreugde. Een warm geluksgevoel be ving haar, bij de gedachte, dat ze dit kleine mensenkind ten minste nog had overgehouden uit haar mislukte huwelijk. Hij zou haar helpen het gemis van haar man te vergoeden. De liefde voor haar baby zou haar niet te onderdrukken verlangen naar Rudy helpen dragen. Toen haar krachten toenamen begon zij zich zorgen te maken over de toekomst. Het ging niet aan om afhankelijk te blijven van de goedheid van Walter en Iris. Het leek allemaal zo nor maal toen de baby nog moest komen. In de grote nood van toen was het heerlijk een paar goede vrienden te hebben. Doch toen wachtte ze op de grote dag dat de kleine geboren moest wor den en verder gingen haar gedachten niet. Nu lag er een heel leven voor haar. Het was een grote geruststelling dat Walter en Iris in de verre toekomst voor de kleine wilden zorgen, maar nu rustte op haar toch de moederplicht om in zijn onderhoud te voorzien en hem een behoorlijke opvoeding te geven. Haar hart kromp ineen bij de gedachte, dat ze de kleine uit de mooie rustige kamers moest halen en onderbrengen op hun enge zolder kamertjes. Maar als ze niet te diep bij de Bennickhoff's in de schuld wilde komen, dan moest ze eens vlug aan de slag. Bennickhoff zou haar waarschijnlijk wel een plaatsje op het kantoor willen geven. Overdag zou dan de kleine in een kinder bewaarplaats ondergebracht kunnen worden. „Mijn kleine lieve ling" fluisterde zij dan, „ik zal je weer in handen van vreemden moeten geven, maar iedere avond zal je eigen moedertje bij je zijn en een liedje voor je zingen. Later zal ik je sprookjes ver tellen, opdat je zult geloven in een mooie wereld met allemaal goede mensen en heel veel geluk Dan drupten grote tranen op het kinderbedje. Jane huilde om wat ze verloren had, al was ze nog steeds overtuigd dat Rudy de hoofdschuldige was. Hij had haar, als aanstaand moedertje niet zo hard moeten aanpakken. De Bennickhoff's waren een voorbeeld hoe het wél moest. Op een van die dagen, dat Jane zich sterk voelde en ver langde naar bezigheid, vroeg ze om een onderhoud met Walter. Hij zat daar nog op dezelfde vriendelijke manier tegenover haar, maar zijn ontwijkende blikken maakten haar onrustig. Haar hart sloeg een slag over, toen ze hem beslist met het hoofd zag schudden, bij haar verzoek om weer in haar oude betrekking te worden aangenomen. Hij moest haar bekennen dat Vera geen genoegen meer nam, met het plaatsen van een collega op haar kantoor. Hij moest echt rekening houden met Vera's wensen, want ze was een onmisbare kracht. Jane's hart bonsde in haar keel. Een angstig voorgevoel maakte zich van haar meester. Ze gaf zich echter niet zo gauw gewonnen. „Dat is natuurlijk wel te begrijpen," zei ze zacht en dringend liet ze er op volgen, „Maar dan kan ik toch wel terug naar mijn voorgaande plaats? Ze had haar werk toch altijd naar behoren vervuld en ze was overtuigd, dat daar de collega's haar met open armen zouden ontvangen. Walter wist dat Jane niet te veel zei. Hij hoorde de angstige ondertoon in haar stem, maar hij pantserde zijn hart. Nu of nooit, dacht hij, ze moet maar even door de zure appel heen bijten. Hij bracht haar aan het verstand, dat alle plaatsen op het kantoor momenteel meer dan bezet waren. Nu zag hij de wanhoop in haar ogen, die hij verwachtte. „Kijk Jane" ze hij, „ik kan natuurlijk geen privileges schep pen. Dat brengt consequenties mee, daar waag ik me liever niet meer aan. De vorige keer heeft me geleerd, dat dit afgunst en nijd opwekt en veel verongelijkte gezichten geeft. Niettemin," ging hij opgewekt verder, „heb ik de laatste tijd veel aan je gedacht. Een van mijn relaties zoekt een betrouwbare kracht, die in een eerste klasse kapsalon als hoofdcontroleuse wil op treden. Het salaris is buitengewoon goed. Zonodig zou men al zeer geholpen zijn met een tijdelijke kracht, zodat je zonder ge wetensbezwaar later zou kunnen veranderen. Je moet weten dat er in de zaak enkele onverklaarbare onregelmatigheden hebben plaats gehad. Men wil dit zonder veel ophef opgehelderd zien. Het is als het ware een vrije toezichthoudende positie. Men vreest dat de verkeerde elementen nog niet zijn weggewerkt en men wil ook geen onschuldige onder de verdenking laten lijden. Je moet dan ook niemand, maar dan ook niemand over de aard van je zending daar inlichten. Je hebt daar dan volkomen vrij heid van handelen, mits er scherp wordt gelet op alle in- en uitgaande producten. Jane's jeugdige overmoed begon onmiddellijk weer veld te winnen. Haar ogen schitterden. Dat leek haar wel wat. Een vertrouwenspositie, vrijheid van optreden, eennieuwe omgeving en een klein beetje avontuur. Haar oude veerkracht deed haar rechtop zitten en dadelijk dieper ingaan op het werk, dat van haar verlangd zou kun nen worden. Hoe meer ze er over spraken, hoe sterker zij zich tot deze betrekking voelde aangetrokken. Terwijl ze de details bespraken, speelde Walter zijn grootste troef uit. „Wat ik je nog niet verteld heb" zei hij als terloops, „Dat deze baan niet in deze stad is, maar in het noorden van het land." Jane zat, als met stomheid geslagen. „Niet in deze stad bracht ze er haperend uit. „Maar hoe moet dat dan met de kleine Walter?" Walter poetste wat verveeld zijn nagels over zijn mouw heen en weer. „Je zoudt hem toch ook niet mee kunnen nemen naar de zaak," glimlachte hij goedig. „Nee, maar hier in de stad is een goede bewaarplaats en verzorging voor baby's en ginds mis schien niet. Bovendien durf ik hem in een vreemde omgeving zo maar niet af te geven." Tranen klonken in haar stem. Dat je met je kindje zo oneindig gelukkig kon zijn en tegelijk zulke grote zorgen voelde dreigen. „Ach natuurlijk, dat begrijp ik volkomen," zei Walter gefor ceerd vrolijk. „Maar je hoeft je over de kleine Walter helemaal geen zorgen te maken. Je laat hem gewoon hier. Je weet, de kinderverzorgster is prima. Iris houdt veel van hem en Kitty laat zich nu al om zijn kleine vingertjes winden." Maar ik zal de kleine momenten missen, van mijn eigen baby, dacht Jane, terwijl haar hart schreide. Walter ging verder, al de voordelen op te noemen, die Jane niet kon ontkennen, maar die alle inhielden, dat ze afstand van haar dierbaarste bezit moest doen. „Hij zal hier blij en gezond opgroeien," zei Walter. „Ja, maar ik zal hem zo weinig zien," zei Jane, terwijl hete tranen achter haar ogen bleven brandden. „Je moet niet egoistisch zijn, Jane" zei Walter, zoveel moge lijk een vaderlijke klank in zijn stem leggend. „Hier komt de kleine Walter niets te kort en kan hij vrolijk en onbezorgd opgroeien. Ginds moet je hem van de ene plaats naar de andere meenemen, wat niet bevorderlijk is voor een evenwichtig ka rakter." Hij bespiedde Jane vanuit zijn ooghoeken en zag dat ze nog niet helemaal overtuigd was en een zware tweestrijd met zich zelf voerde. „Ik had ook gehoopt" zei hij wat aarzelend, alsof hij zeer ongaarne het onderwerp aanroerde. „Ik had gehoopt dat ik mijn relatie de verheugende mededeling zou kunnen doen, dat ik de juiste persoon op de juiste plaats gevonden had. Vanuit zakelijk oogpunt gezien, is het voor mij momenteel van belang enig goodwill te kweken. Je begrijpt dat wel. Het is altijd weer soe peler zaken doen met iemand, die je kort tevoren een dienst hebt bewezen Nog steeds gaf Jane geen antwoord. Een doffe wanhoop kwam over haar. Nu was ze Rudy al kwijt en nu zou ze ook af stand van haar zoontje moeten doen. Weliswaar tijdelijk, maar hoe vlug ontgroeien de kleintjes je: Hij zou haar naar verloop van tijd niet meer herkennen. Inplaats van de troost, van zijn knellende mollige armpjes om haar hals, zou hij zich van haar afkeren. Het enige zonnestraaltje in haar leven werd haar nu ook nog onthouden. Aan de andere kant had Bennickhoff gelijk. De kleine Walter zou het hier in huis aan niets ontbreken. Mocht ze dan haar kind in de armoede halen, terwijl hij hier in weelde en rijkdom kon worden grootgebracht? Ze maakte zich geen illusies. Wat tijdelijk was, kon gemakkelijk voorgoed worden. Later zou hij zijn moeder niet meer willen kennen. Als volwassen man zou hij in een heel andere wereld leven, terwijl zij weer tot de ge wone dagelijkse burgermaatschappij ging behoren. Walter diende haar de laatste beslissende stoot toe. „Ik had feitelijk al een beetje op je gerekend," zei hij met bestudeerd dringende stem. „Ik dacht, ook Jane zal de gelegen heid aangrijpen iets voor ons te doen. Niet dat dit een verplich ting voor je is," voegde hij er snel aan toe, toen hij even een flitsende blik van haar opving, „Normaal genomen vond ik dit geen onlogische oplossing en meende er jou tevens een dienst mee te bewijzen." Jane had werkelijk een moment haat in haar hart gevoeld. Weer kreeg ze de indruk dat zijn aanlokkelijke voorstellen een camouflage was voor zijn eigenlijke bedoelingen. Dit kon een spel zijn, waarvan de inzet veel belangrijker was, dan zij ver moedde. Maar wat was dat dan toch? Ze vond nergens een reden om zich over hem te beklagen. In de omgang met haar was hij een echte heer gebleven. Ook nu weer trachtte hij haar te helpen. Zij verwierp alle bijgedachten. Het ongeluk had haar beslist wantrouwend gemaakt. Ze moest zich daardoor niet la ten beïnvloeden en niet bitter tegenover het leven staan. Ben nickhoff had volkomen gelijk. Na alles wat hij voor haar en het kind gedaan had, was het tijd dat zij ook haar goede wil toonde. Ze moest haar eigen wensen verdringen en zich reali seren dat ze een alleenstaande vrouw was en weinig kon eisen. Ze slikte een paar maal moeilijk en knikte dan stom. Walter stond met een verheugd gezicht op en greep dankbaar haar hand. „Natuurlijk heb je het even zwaar Jane, maar hoofd omhoog. Aan deze beproevingen komt ook weer een einde. Jane gaf nog steeds geen geluid, maar vluchtte naar haar kamer. Door haar overhaast vertrek zag ze niet het triomfante lijk licht in Walters ogen. Gewonnen, juichte het in hem. Ik heb gewonnen. Mijn strate gie heeft niet gefaald. Iris krijgt nu volledige zeggingsschap over het kind. Mij kan dit verwijt niet meer treffen. Aan haar ver langen is voldaan. Over enige tijd zal ze vergeten, dat de kleine Walter niet ons bloedeigen kind is. Ze kan al haar tederheid uitleven op de kleine jongen. Iris zal weer opleven en vol trots de kleine aan iedereen tonenWat driftig liep hij de kamer op en neer, zijn geweten sussend, waar het Jane betrof. Hij zou desnoods tot nog groter wreedheid in staat zijn ge weest, als zijn Iris maar gelukkig was. Het was jammer dat die Rudy zijn huwelijk zo lichtvaardig had stuk gegooid, maar mis schien had hij juist daardoor vat op Jane gekregen, zodat ze geneigd was haar kind te verlaten. Walter geloofde achteraf, dat hij daar anders wel eens een misrekening had kunnen maken. Dan was hij weer net zover geweest, als aan het begin van de geschiedenis. Wanneer Jane immers op de steun van haar man had kunnen rekenen, zou ze nooit afstand van haar kind hebben gedaan. Wat die kerel toch bezielde? Het leek wel of er ergens een duveltje stookte, die hem op zo n verre afstand wonderlijke din gen inbliesHoe dan ook, hij zelf had de wind aardig in de zeilen gehad. Nog een paar kwade dagen voor Jane en dan zou de hele vreemde geschiedenis in normaler banen worden ge leidHet werd tijd. Iris kon hem soms zo vragend aankijken. Ze scheen toch niet geheel de situatie te begrijpen. Geen won der, ze zou hem nooit van een dergelijke dubbelzinnige rol ver denken. Hij zou beslist niet in haar achting stijgen, als ze alles wist, nog minder haar goedkeuring geven Nu nog zorgen dat de band tussen Jane en haar kind geheel verbroken werd. Iedere briefwiseling moest vermeden worden, of zoveel mogelijk beperkt. Daarvoor zou hij iemand van het personeel gedeeltelijk in vertrouwen moeten nemen. Iris moest de indruk krijgen, dat Jane geen contact meer zocht met haar kind en blij was, dat ze van de verzorging ontheven was. Zijn vrouw moest in de mening gaan verkeren, dat ze vol slagen moeder was, met alle rechten en plichten, maar ook alle liefde, die wederkerig zou ontstaan. Hoe langer hij Jane op een afstand kon houden, hoe beter dat slagen zou. Op de lange duur zou Jane wel iemand vinden, die haar troosten kon en haar het verlies vergoeden. Ze was jong en altijd een vrolijk Fransje geweest. Jane was intussen boven aangekomen, ten prooi aan heftige gevoelens van verdriet en onzekerheid. Ze verlangde met heel haar hart naar iemand, aan wie ze raad kon vragen. Iris was nu niet de geschikte persoon, ook al voelde Jane dat ze haar een goed hart toedroeg. Maar Iris zou het ook normaal vinden, dat ze aan het werk ging en liefst daar, waar ze Walter een dienst bewees. Doelloos liep ze de kamer rond, hier en daar een voor werp betastend. Op dit moment haatte ze de luxe omgeving. Haar leven was een drama geworden en dat was niet gebeurd, als zij rustig op haar kamers was blijven wonen. Ze had echter gekozen tussen deze rijkdom en haar man. Nu was ze haar man kwijt en moest ook nog deze weelderige omgeving verlaten. Bovendien nog het mooiste en het liefste wat ze in de wereld bezat, haar kind, moest ze noodgedwongen achterlaten. Ze zag geen andere oplossing. De enige lichtstraal in de duisternis, was het voornemen om iedere dag naar een gelegenheid uit te kijken, waardoor ze weer verenigd zouden worden. In de kamer ernaast huilde de klein. Met een teder glimlachje om haar lippen hield ze haar pas in en wilde naar hem toegaan. Doch dan hoorde ze de kinderverzorgster al aankomen, die zacht sussende woordjes sprak. Ze werden beantwoord door grappige tevreden geluidjes van de baby. Jane luisterde, met de hand aan de deurknop. Dan slaakte ze een lange trillende zucht en draaide zich om. Toen even later de baby in een droom van een kinderwagen de tuin werd ingereden, beet ze haar lippen tot bloedens toe stuk, in een hevig verlangen om naar het kind te snellen, het uit de wagen te tillen en ver weg te vluchten. Ver van alles, wat ze eens had bewonderd, waar ze zich een kllein koninginnetje had gevoeld waar ze nu teveel was. (Wordt vervolgd) Bodemmoeheidsverschijnselen De gemiddelde Nederlander denkt bij het horen van het woord bodemmoeheid alleen aan de gevolgen van de aantasting van het aardappelcystenaaltje dat bestreden wordt in het kader van de wet op de aardappelmoe heid die uitgevoerd wordt door de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen. Minder bekend is dat een groot aantal andere aaltjessoorten ook bij machte is om moeheidsverschijnselen bij de gewassen te veroorzaken. Voor vrijwel alle landbouw- en tuin- bouwgewassen is wel een belager aan te wijzen, die soms -wanneer niet tijdig wordt ingegrepen- grote verwoestingen kunnen aan richten. Dit kan men voorkomen door tijdig grondonderzoek ten aan zien van aaltjes te laten ver richten. Dit onderzoek wordt reeds drie jaar verricht door het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te Oosterbeek. Inlichtingen worden u gaarne verstrekt door de monsternemer van d t laborato- ratorium of de assistent van de rijkslandbouw- of rijkstuinbouw- voorlichtingsdienst. Transport van vloeibare reuzel in tankers Volgens een bericht in „Foreign Crops and Markets" heeft Ca nada onlangs voor het Verenigd Koninkrijk bestemde reuzel (var kensvet) in vloeibare toestand in tankschepen door de St. Lau- rence-zeeweg vervoerd. Naar verluidt zou deze methode van verscheping vele voordelen heb ben boven de gebruikelijke manier, onder andere lagere laad- kosten en gemakkelijker lossen. Reuzel wordt over het algemeen op f.o.b.- basis verkocht, hetgeen de nieuwe methode voordeliger maakt voor de koper. De waterstroom in bomen. Met behulp van isotopen heeft men vastgesteld dat de opwaartse waterstroom in bomen tijdens zonnige zomerdagen een a twee meter per minuut bedraagt, maar gedurende de koude re genachtige winterperiode te ver waarlozen klein is. Volgens Landbouwdocumen- tatie stijgt het water in droogte perioden zonder beschikbaar bo- demvocht tot meer dan 18 mtr. per minuut. Snelle afrijping tomaten De droogte teistert ook En geland met als gevolg een snelle afrijping van de producten (nood- rijp). Het gevolg was dat half september 20 pet minder toma ten werden aangeboden dan nor maal. Het percentage uitval is groot. De prijzen voor de eerste klas kwaliteit zijn goed, doch de mindere kwaliteiten brengen zo weinig op dat men er beter geen moeite voor kan doen ze te ver kopen. De nalevering van kas- tomaten zal ook kleiner zijn dan anders Melk als bestrijdingsmiddel tegen mozaik De virusziekte - mozaik - kost de landbouwers van Noord-Ca- rolina jaarlijks verscheidene mil joenen dollars. Deze ziekte kan bestreden worden door behande ling met gewone koemelk in ge droogde, verduurzaamde en af geroomde toestand. De tabaks planten werden kort voor het verspenen besproeid met melk in een hoeveelheid van ongeveer 25 liter per are. De handen van de arbeiders die de planten ver- speenden waren besmet met het tabaksmozaik virus. Twee weken na het verspenen kon men reeds een duidelijk ver schil zien. De met melk behan delde planten waren in veel min dere mate aangetast door het virus dan de onbehandelde plan ten. Ook bij het ouder worden der tabaksplanten bleef deze ontwikkeling zich in gunstige richting voor de melk ontwikke len. De mozaik - aan - tasting doet de meeste schade aan het gewas als de jonge planten reeds zijn geïnfecteerd. Wanneer men dit kan voor komen heeft men reeds veel ge wonnen. Elke behandeling die de plant op enigerlei mate kan beschermen bij het verplanten is dus waardevol. Uiteraard zullen nog vele proeven worden verricht, voor dat deze methode in het alge meen aanbevolen kan worden. De resultaten zijn echter zo be moedigend dat thans reeds meerdere proeven lopen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1959 | | pagina 7