„Zij kochten mijn kind"
Nieuws van overal
door HANOL SPOOR
Waarvoor moet ik feitelijk nog werken? Wat geef ik
om vooruitgang, wat om achting of om geld, nu er nooit meer
iemand is, die ik daarmee blij kan maken... Wie ben ik...? Al
leen een naam, een nuttige naam voor duistere praktijken van
een ander. Vreugdeloos en uitzichtloos wordt het leven. Voor
mijn part vaart de boot tot het einde van de wereld...
Met een grauw viel hij terug op zijn kooi en gaf zich over
aan zijn verterende gedachten.
Rudy's omgeving zag met verbijstering welk een ommekeer
zich aan hem had voltrokken. Wijselijk en vol meegevoel wer
den geen toespelingen gemaakt. De enkeling, die het toch niet
kon laten, klemde weer vlug de lippen op elkaar, als hij de zee
van ellende in Rudy's ogen gewaar werd. De marconist hoefde
geen juichend gelukstelegram te seinen. Op het water dreven
tientallen lila papiersnippers.
Rudy keek ze na en het was alsof ze honend de letter W
vormden .De W van Walter. Daarna had hij het gevoel, alsof
er iets in hem was gestorven. Slechts werktuigelijk vervulde hij
zijn dagelijkse taak. Zijn hart was afgesloten, geen straal van
licht drong er in door. Het was, als het afbreken van een schal
lend levenslied, dat nog maar zo kort was ingezet.
JANE MOET VERTREKKEN
Jane's half geloken ogen vingen nog iets op van de scheme
ring van licht, dat zich spaarzaam een weg wist te banen door
de bijna gesloten gordijnen. Het was juist genoeg om de tere
pasteltinten van het slaapkamerinterieur te doen uitkomen. Door
de grote spiegels van de toilettafel kon ze net even in de kinder
kamer er naast kijken. Ze hoorde lichte voetstappen en zag de
verpleegster zich behoedzaam door de kamer bewegen. Opeens
hoorde ze een zacht kirrend kindergeluidje en haar hart begon
te bonzen.
Voor het eerst, na weken van diepe bewustloosheid, afgewis
seld door momenten waar bij de dingen om haar heen vaag tot
haar doordrongen, kreeg ze nu plotseling het besef dat het haar
baby was, die deze vertedering wekkende geluidjes voortbracht.
Voordien had ze hem, als op grote afstand wel eens horen
schreien, maar het had haar niet onrustig gemaakt, noch ont
roerd. Ze had niet de kracht gevonden om haar gedachten op
te bouwen. Haar onderbewustzijn voelde de zorgen aan, waar
mee ze werd omringd en dat zelfde gevoel zei haar dat er ook
goed voor haar kind werd gezorgd. Verder had ze zich geheel
laten gaan en reageerde nergens op. Nu ineens verlangde ze het
kleine hoopje te zien, dat daar zulke tevreden geluidjes liet ho
ren. Voor het eerst vloog een lichte glimlach over haar gezicht.
Ze spande zich in om meer te horen en wilde zich oprichten.
Tot haar verwondering werd ze gewaar, dat ze daartoe niet in
staat was. Had de geboorte van haar kind haar dan zo zwak
gemaakt? Ze wist dat ze was ondergegaan in pijn. De wereld
had ten slotte alleen nog maar bestaan uit gloeiende ballen en
sterren, die telkens haar lichaam raakten. Haar rug zat tussen
schroefblokken en nergens was een vrij plekje waar ze rust kon
vinden. De enkele minuten dat ze enigszins bijkwam, had ze
zich oneindig dankbaar gevoeld, steeds Iris bij haar te weten.
Wat waren de Bennickhoff's toch goed voor haar.
Toen de eerste kreten van de kleine weerklonken en de dok
ter triomfantelijk verkondigde dat het een jongen was, was ze
nog net in staat om haar dankbaarheid te tonen.
De baby moest Walter heten.
In een flits van helderheid zag ze nog hoe Iris ontstelde, maar
nog voor ze zich hierover kon verbazen zakte ze weg in een.
donker gat, waar ze zich zonder verweer in liet wegglijden.
Rust, was het enige waarnaar ze verlangde.
Rustrustrust al die tijd was dat verlangen een
der gebleven. Ze toonde nergens interesse voor, zelfs niet voor
de baby. Vreemd genoeg deed niemand moeite, om haar moe
derliefde op te wekken. Nu pas drong het tot haar door, dat ze
de baby ook niet had gevoed. Daar was ze zeker te zwak voor.
Nu had men natuurlijk andere middelen te baat genomen. Het
denken maakte haar moe en Jane soesde weer weg.
Iris, die op haar tenen naderbij kwam zag echter de lichte ver
andering, die zich aan Jane had voltrokken.
Even hield ze de adem in. Zou de ongelijke strijd beginnen?
Moest ze hier, als de sterke partij Jane gaan bewerken, om haar
baby af te staan? Of moest ze nog even de toestand aanzien en
afwachten hoe alles zich zou ontwikkelen?
Al de weken dat Jane ziek lag hadden geen uitkomst gebracht.
Integendeel, het leek wél of het probleem steeds ingewikkelder
werd.
Walter vroeg of keek zelden naar de baby. Hij trad op alsof
hij haar een bijzonder kostbaar cadeau had gegeven, waarmee
ze het verdere deel van haar leven erg terveden zou moeten
zijn. Wel vroeg hij steeds belangstellend naar Jane. Toen de
crisis voorbij was en de dokter hoop gaf op algehele beterschap,
zag ze Waiter weer voortdurend diep in gedachten. Bij ver
schillende relaties had hij geïnformeerd of er voor Jane niet een
mooie en eervolle plaats vrij was. Daarbij had hij hoog opge
geven over haar levenslust en elegance. Voorts was hij naar de
kamerverhuurster van Jane gegaan en had daar voor een jaar
lang de huur en onderhoud van de kamers betaald.
Al die dingen besprak hij openlijk met haar, maar Iris begreep
er steeds minder van. Soms trof haar die verwonderde blik van
hem, alsof hij verwachtte, dat zij zich over die plannen buiten
gewoon verheugde. Maar dat deed ze niet. Ze kon zijn beweeg
redenen niet meer volgen en dat deed haar elk uur van de dag
pijn.
„Walter, oh Walter," fluisterde ze dan, „wat heb je toch?"
Nu werd Jane beter, het was duidelijk te zien en de dokter
had voorspeld, dat, zo gauw ze weer belangstelling voor haar
omgeving zou krijgen, haar genezing een kwestie van enkele
weken zou zijn. Jane was jong en sterk. Haar grote weerstand
had haar door de zware crisis heen geholpenMaar wat
Ze wilde Jane beslist niet in huis houden. Iris begon aan het
idee te wennen, dat het vertrek van Jane verhelderend tussen
haar en Walter zou werken. Wat er met de baby moest gebeu
ren kon altijd nog besproken worden. Verpleegster en kinder
verzorgster waren buitengewoon goed voor de kleine Walter.
Het was dan ook een plezier om voor de kleine iets te doen. Hij
groeide voorspoedig en spartelde vrolijk met armpjes en been
tjes, dat het een lust was om naar te kijken. Iedere moeder zou
trots zijn op zo n baby. Iedere vader ook, dacht ze wrang. Maar
nu het kind in huis was en zij, na veel strijd met zichzelf, bereid
was een offer te brengen terwille van de liefde voor haar man,
nu keek hij niet naar de baby om. Walter leek allerminst de
trotse vader. Hij had zich alleen met de financiële kwesties be
moeid en de toekomst van het kind vastgelegd. Had hij toen,
door moeder en kind een onderkomen te geven, zijn geweten
gesust?
Langzaam begon haar weer de angst te kwellen, dat later zijn
aandacht alleen voor Jane zou zijn. Het leek er veel op, dat ze
nog eens al haar berekeningen zou moeten overmaken. Of zou
Walter, door geen aandacht aan het kind te wijden, haar trach
ten te misleiden. Of vond hij nu misschien dat hij te ver was
gegaan, door Jane en de baby aan haar op te dringen? Trachtte
hij nu, door deze houding alle eventuele verdenking te onder
drukken?
Iris moest toegeven dat de kleine Walter een lief kindje was.
Heel haar hart ging open als ze het mondje zag vertrekken in
een poging om haar toe te lachen. Niettemin zou ze zonder ver
driet weer afstand van het kind kunnen doen, als ze overtuigd
was, dat het goed zou worden verzorgd. Te veel had ze al met
gemengde gevoelens aan het wiegje gestaan, om zich geheel aan
de baby te kunnen hechten. Wist ze maar welk risico ze liep als
ze Jane met de baby liet vertrekken. Zou ze hiermee haar man
behouden of juist verliezen?
Behalve dat, moest ze iedere keer bekennen, dat haar hart
week werd als ze Jane in haar hulpeloze toestand zag liggen.
Wat moest er van dit kindvrouwtje terecht komen, als zij hun
bescherming introkken? Bovendien had Jane een breuk met Rudy
geriskeerd, om met hen goede vrienden te blijven. Nu Rudy
niets meer van zich liet horen, moest ze het verstandig vinden
van Walter, dat hij nu reeds naar een taak voor Jane omkeek.
Iris leed onder al die onzekerheid, maar de angst om in een
openlijk gesprek met Walter, al de vermoedens bevestigd te
zien, was veel groter. Naarmate de weken vergingen, ontvlucht
te ze steeds meer de momenten, die gunstig waren voor een ver
trouwelijk gesprek. Heel haar wezen bleef ten slotte gespannen
op dat ene punt, Walter behouden, hoe dan ook.
Met intense blikken bestudeerde Iris dikwijls de baby. Wan
neer de kleine Walter haar dan aankeek en kraaide van plezier,
dan zag ze wel dat het kind dezelfde klare blik had van Jane,
maar tevergeefs speurde ze naar een gelijkenis met Walter. De
kinderverzorgster zei echter meermalen, dat kleintjes nog zo
veranderen, dus de gelijkenis kon nog komen. Wanneer ze dus
de baby weg zou doen, dan was Walter ook voor haar ver
loren. Hij zou immers voortdurend zijn eigen zoon willen zien
opgroeien. In nadenken verzonken bracht ze dan zuchtend lange
tijd bij de wieg door. Dat waren de momenten waarvan Kitty
aan haar meneer vertelde, dat mevrouw soms niet kwam uitge
keken op de kleine Walter. Dan zag ze hoe Bennickhoff haar
dankbaar glimlachend toeknikte en voor de zoveelste keer was
Kitty overtuigd van de goedheid en mildheid van haar werk
gevers en ze zou voor hen door het vuur zijn gegaan. Hadden
ze ook niet zo maar Jane en haar kind in huis gehaald zonder
daar enige tegenprestatie voor te verlangen?
Zo was voor niemand in huis de situatie duidelijk.
Jane voelde zich dagelijks sterker worden. Heel haar hart
stroomde nu over van liefde voor haar zoontje. Met vreugde,
maar tegelijk ook met een smartelijke pijn zag ze, dat hij lang
zaam de trekken van Rudy kreeg. Met spijt constateerde zij,
dat de kinderverzorgster de totale verzorging van de kleine
Walter op zich had genomen en dit niet meer uit handen gaf.
Heel dikwijls kreeg ze de indruk, dat de kinderverzorgster op
dracht had aldus te handelen en Jane durfde zich daartegen niet
te verzetten uit vrees dat men haar ondankbaar zou vinden.
Als het even kon en ze was alleen met de kleine, dan ging ze
geheel op in haar moedervreugde. Een warm geluksgevoel be
ving haar, bij de gedachte, dat ze dit kleine mensenkind ten
minste nog had overgehouden uit haar mislukte huwelijk. Hij
zou haar helpen het gemis van haar man te vergoeden. De
liefde voor haar baby zou haar niet te onderdrukken verlangen
naar Rudy helpen dragen.
Toen haar krachten toenamen begon zij zich zorgen te maken
over de toekomst. Het ging niet aan om afhankelijk te blijven
van de goedheid van Walter en Iris. Het leek allemaal zo nor
maal toen de baby nog moest komen. In de grote nood van toen
was het heerlijk een paar goede vrienden te hebben. Doch toen
wachtte ze op de grote dag dat de kleine geboren moest wor
den en verder gingen haar gedachten niet. Nu lag er een heel
leven voor haar. Het was een grote geruststelling dat Walter
en Iris in de verre toekomst voor de kleine wilden zorgen, maar
nu rustte op haar toch de moederplicht om in zijn onderhoud te
voorzien en hem een behoorlijke opvoeding te geven. Haar hart
kromp ineen bij de gedachte, dat ze de kleine uit de mooie
rustige kamers moest halen en onderbrengen op hun enge zolder
kamertjes. Maar als ze niet te diep bij de Bennickhoff's in de
schuld wilde komen, dan moest ze eens vlug aan de slag.
Bennickhoff zou haar waarschijnlijk wel een plaatsje op het
kantoor willen geven. Overdag zou dan de kleine in een kinder
bewaarplaats ondergebracht kunnen worden. „Mijn kleine lieve
ling" fluisterde zij dan, „ik zal je weer in handen van vreemden
moeten geven, maar iedere avond zal je eigen moedertje bij je
zijn en een liedje voor je zingen. Later zal ik je sprookjes ver
tellen, opdat je zult geloven in een mooie wereld met allemaal
goede mensen en heel veel geluk
Dan drupten grote tranen op het kinderbedje. Jane huilde om
wat ze verloren had, al was ze nog steeds overtuigd dat Rudy
de hoofdschuldige was. Hij had haar, als aanstaand moedertje
niet zo hard moeten aanpakken. De Bennickhoff's waren een
voorbeeld hoe het wél moest.
Op een van die dagen, dat Jane zich sterk voelde en ver
langde naar bezigheid, vroeg ze om een onderhoud met Walter.
Hij zat daar nog op dezelfde vriendelijke manier tegenover
haar, maar zijn ontwijkende blikken maakten haar onrustig.
Haar hart sloeg een slag over, toen ze hem beslist met het
hoofd zag schudden, bij haar verzoek om weer in haar oude
betrekking te worden aangenomen.
Hij moest haar bekennen dat Vera geen genoegen meer nam,
met het plaatsen van een collega op haar kantoor. Hij moest
echt rekening houden met Vera's wensen, want ze was een
onmisbare kracht.
Jane's hart bonsde in haar keel. Een angstig voorgevoel
maakte zich van haar meester. Ze gaf zich echter niet zo gauw
gewonnen.
„Dat is natuurlijk wel te begrijpen," zei ze zacht en dringend
liet ze er op volgen, „Maar dan kan ik toch wel terug naar mijn
voorgaande plaats? Ze had haar werk toch altijd naar behoren
vervuld en ze was overtuigd, dat daar de collega's haar met
open armen zouden ontvangen.
Walter wist dat Jane niet te veel zei. Hij hoorde de angstige
ondertoon in haar stem, maar hij pantserde zijn hart. Nu of
nooit, dacht hij, ze moet maar even door de zure appel heen
bijten.
Hij bracht haar aan het verstand, dat alle plaatsen op het
kantoor momenteel meer dan bezet waren.
Nu zag hij de wanhoop in haar ogen, die hij verwachtte.
„Kijk Jane" ze hij, „ik kan natuurlijk geen privileges schep
pen. Dat brengt consequenties mee, daar waag ik me liever niet
meer aan. De vorige keer heeft me geleerd, dat dit afgunst en
nijd opwekt en veel verongelijkte gezichten geeft. Niettemin,"
ging hij opgewekt verder, „heb ik de laatste tijd veel aan je
gedacht. Een van mijn relaties zoekt een betrouwbare kracht,
die in een eerste klasse kapsalon als hoofdcontroleuse wil op
treden. Het salaris is buitengewoon goed. Zonodig zou men al
zeer geholpen zijn met een tijdelijke kracht, zodat je zonder ge
wetensbezwaar later zou kunnen veranderen. Je moet weten dat
er in de zaak enkele onverklaarbare onregelmatigheden hebben
plaats gehad. Men wil dit zonder veel ophef opgehelderd zien.
Het is als het ware een vrije toezichthoudende positie. Men
vreest dat de verkeerde elementen nog niet zijn weggewerkt en
men wil ook geen onschuldige onder de verdenking laten lijden.
Je moet dan ook niemand, maar dan ook niemand over de aard
van je zending daar inlichten. Je hebt daar dan volkomen vrij
heid van handelen, mits er scherp wordt gelet op alle in- en
uitgaande producten.
Jane's jeugdige overmoed begon onmiddellijk weer veld te
winnen. Haar ogen schitterden. Dat leek haar wel wat. Een
vertrouwenspositie, vrijheid van optreden, eennieuwe omgeving
en een klein beetje avontuur.
Haar oude veerkracht deed haar rechtop zitten en dadelijk
dieper ingaan op het werk, dat van haar verlangd zou kun
nen worden. Hoe meer ze er over spraken, hoe sterker zij zich
tot deze betrekking voelde aangetrokken.
Terwijl ze de details bespraken, speelde Walter zijn grootste
troef uit. „Wat ik je nog niet verteld heb" zei hij als terloops,
„Dat deze baan niet in deze stad is, maar in het noorden van
het land."
Jane zat, als met stomheid geslagen. „Niet in deze stad
bracht ze er haperend uit. „Maar hoe moet dat dan met de
kleine Walter?"
Walter poetste wat verveeld zijn nagels over zijn mouw heen
en weer.
„Je zoudt hem toch ook niet mee kunnen nemen naar de
zaak," glimlachte hij goedig. „Nee, maar hier in de stad is een
goede bewaarplaats en verzorging voor baby's en ginds mis
schien niet. Bovendien durf ik hem in een vreemde omgeving zo
maar niet af te geven."
Tranen klonken in haar stem. Dat je met je kindje zo oneindig
gelukkig kon zijn en tegelijk zulke grote zorgen voelde dreigen.
„Ach natuurlijk, dat begrijp ik volkomen," zei Walter gefor
ceerd vrolijk. „Maar je hoeft je over de kleine Walter helemaal
geen zorgen te maken. Je laat hem gewoon hier. Je weet, de
kinderverzorgster is prima. Iris houdt veel van hem en Kitty
laat zich nu al om zijn kleine vingertjes winden."
Maar ik zal de kleine momenten missen, van mijn eigen baby,
dacht Jane, terwijl haar hart schreide.
Walter ging verder, al de voordelen op te noemen, die Jane
niet kon ontkennen, maar die alle inhielden, dat ze afstand van
haar dierbaarste bezit moest doen.
„Hij zal hier blij en gezond opgroeien," zei Walter.
„Ja, maar ik zal hem zo weinig zien," zei Jane, terwijl hete
tranen achter haar ogen bleven brandden.
„Je moet niet egoistisch zijn, Jane" zei Walter, zoveel moge
lijk een vaderlijke klank in zijn stem leggend. „Hier komt de
kleine Walter niets te kort en kan hij vrolijk en onbezorgd
opgroeien. Ginds moet je hem van de ene plaats naar de andere
meenemen, wat niet bevorderlijk is voor een evenwichtig ka
rakter."
Hij bespiedde Jane vanuit zijn ooghoeken en zag dat ze nog
niet helemaal overtuigd was en een zware tweestrijd met zich
zelf voerde.
„Ik had ook gehoopt" zei hij wat aarzelend, alsof hij zeer
ongaarne het onderwerp aanroerde. „Ik had gehoopt dat ik mijn
relatie de verheugende mededeling zou kunnen doen, dat ik de
juiste persoon op de juiste plaats gevonden had. Vanuit zakelijk
oogpunt gezien, is het voor mij momenteel van belang enig
goodwill te kweken. Je begrijpt dat wel. Het is altijd weer soe
peler zaken doen met iemand, die je kort tevoren een dienst
hebt bewezen
Nog steeds gaf Jane geen antwoord. Een doffe wanhoop
kwam over haar. Nu was ze Rudy al kwijt en nu zou ze ook af
stand van haar zoontje moeten doen. Weliswaar tijdelijk, maar
hoe vlug ontgroeien de kleintjes je: Hij zou haar naar verloop
van tijd niet meer herkennen. Inplaats van de troost, van zijn
knellende mollige armpjes om haar hals, zou hij zich van haar
afkeren. Het enige zonnestraaltje in haar leven werd haar nu
ook nog onthouden.
Aan de andere kant had Bennickhoff gelijk. De kleine Walter
zou het hier in huis aan niets ontbreken. Mocht ze dan haar
kind in de armoede halen, terwijl hij hier in weelde en rijkdom
kon worden grootgebracht? Ze maakte zich geen illusies. Wat
tijdelijk was, kon gemakkelijk voorgoed worden. Later zou hij
zijn moeder niet meer willen kennen. Als volwassen man zou
hij in een heel andere wereld leven, terwijl zij weer tot de ge
wone dagelijkse burgermaatschappij ging behoren.
Walter diende haar de laatste beslissende stoot toe.
„Ik had feitelijk al een beetje op je gerekend," zei hij met
bestudeerd dringende stem. „Ik dacht, ook Jane zal de gelegen
heid aangrijpen iets voor ons te doen. Niet dat dit een verplich
ting voor je is," voegde hij er snel aan toe, toen hij even een
flitsende blik van haar opving, „Normaal genomen vond ik dit
geen onlogische oplossing en meende er jou tevens een dienst
mee te bewijzen."
Jane had werkelijk een moment haat in haar hart gevoeld.
Weer kreeg ze de indruk dat zijn aanlokkelijke voorstellen een
camouflage was voor zijn eigenlijke bedoelingen. Dit kon een
spel zijn, waarvan de inzet veel belangrijker was, dan zij ver
moedde. Maar wat was dat dan toch? Ze vond nergens een
reden om zich over hem te beklagen. In de omgang met haar was
hij een echte heer gebleven. Ook nu weer trachtte hij haar te
helpen. Zij verwierp alle bijgedachten. Het ongeluk had haar
beslist wantrouwend gemaakt. Ze moest zich daardoor niet la
ten beïnvloeden en niet bitter tegenover het leven staan. Ben
nickhoff had volkomen gelijk. Na alles wat hij voor haar en
het kind gedaan had, was het tijd dat zij ook haar goede wil
toonde. Ze moest haar eigen wensen verdringen en zich reali
seren dat ze een alleenstaande vrouw was en weinig kon eisen.
Ze slikte een paar maal moeilijk en knikte dan stom.
Walter stond met een verheugd gezicht op en greep dankbaar
haar hand. „Natuurlijk heb je het even zwaar Jane, maar hoofd
omhoog. Aan deze beproevingen komt ook weer een einde.
Jane gaf nog steeds geen geluid, maar vluchtte naar haar
kamer. Door haar overhaast vertrek zag ze niet het triomfante
lijk licht in Walters ogen.
Gewonnen, juichte het in hem. Ik heb gewonnen. Mijn strate
gie heeft niet gefaald. Iris krijgt nu volledige zeggingsschap over
het kind. Mij kan dit verwijt niet meer treffen. Aan haar ver
langen is voldaan. Over enige tijd zal ze vergeten, dat de kleine
Walter niet ons bloedeigen kind is. Ze kan al haar tederheid
uitleven op de kleine jongen. Iris zal weer opleven en vol trots
de kleine aan iedereen tonenWat driftig liep hij de kamer
op en neer, zijn geweten sussend, waar het Jane betrof.
Hij zou desnoods tot nog groter wreedheid in staat zijn ge
weest, als zijn Iris maar gelukkig was. Het was jammer dat die
Rudy zijn huwelijk zo lichtvaardig had stuk gegooid, maar mis
schien had hij juist daardoor vat op Jane gekregen, zodat ze
geneigd was haar kind te verlaten. Walter geloofde achteraf,
dat hij daar anders wel eens een misrekening had kunnen maken.
Dan was hij weer net zover geweest, als aan het begin van de
geschiedenis. Wanneer Jane immers op de steun van haar man
had kunnen rekenen, zou ze nooit afstand van haar kind hebben
gedaan.
Wat die kerel toch bezielde? Het leek wel of er ergens een
duveltje stookte, die hem op zo n verre afstand wonderlijke din
gen inbliesHoe dan ook, hij zelf had de wind aardig in de
zeilen gehad. Nog een paar kwade dagen voor Jane en dan zou
de hele vreemde geschiedenis in normaler banen worden ge
leidHet werd tijd. Iris kon hem soms zo vragend aankijken.
Ze scheen toch niet geheel de situatie te begrijpen. Geen won
der, ze zou hem nooit van een dergelijke dubbelzinnige rol ver
denken. Hij zou beslist niet in haar achting stijgen, als ze alles
wist, nog minder haar goedkeuring geven
Nu nog zorgen dat de band tussen Jane en haar kind geheel
verbroken werd. Iedere briefwiseling moest vermeden worden,
of zoveel mogelijk beperkt. Daarvoor zou hij iemand van het
personeel gedeeltelijk in vertrouwen moeten nemen. Iris moest
de indruk krijgen, dat Jane geen contact meer zocht met haar
kind en blij was, dat ze van de verzorging ontheven was.
Zijn vrouw moest in de mening gaan verkeren, dat ze vol
slagen moeder was, met alle rechten en plichten, maar ook alle
liefde, die wederkerig zou ontstaan. Hoe langer hij Jane op een
afstand kon houden, hoe beter dat slagen zou. Op de lange duur
zou Jane wel iemand vinden, die haar troosten kon en haar het
verlies vergoeden. Ze was jong en altijd een vrolijk Fransje
geweest.
Jane was intussen boven aangekomen, ten prooi aan heftige
gevoelens van verdriet en onzekerheid. Ze verlangde met heel
haar hart naar iemand, aan wie ze raad kon vragen. Iris was nu
niet de geschikte persoon, ook al voelde Jane dat ze haar een
goed hart toedroeg. Maar Iris zou het ook normaal vinden, dat
ze aan het werk ging en liefst daar, waar ze Walter een dienst
bewees. Doelloos liep ze de kamer rond, hier en daar een voor
werp betastend. Op dit moment haatte ze de luxe omgeving.
Haar leven was een drama geworden en dat was niet gebeurd,
als zij rustig op haar kamers was blijven wonen. Ze had echter
gekozen tussen deze rijkdom en haar man. Nu was ze haar man
kwijt en moest ook nog deze weelderige omgeving verlaten.
Bovendien nog het mooiste en het liefste wat ze in de wereld
bezat, haar kind, moest ze noodgedwongen achterlaten. Ze zag
geen andere oplossing. De enige lichtstraal in de duisternis, was
het voornemen om iedere dag naar een gelegenheid uit te kijken,
waardoor ze weer verenigd zouden worden.
In de kamer ernaast huilde de klein. Met een teder glimlachje
om haar lippen hield ze haar pas in en wilde naar hem toegaan.
Doch dan hoorde ze de kinderverzorgster al aankomen, die
zacht sussende woordjes sprak. Ze werden beantwoord door
grappige tevreden geluidjes van de baby. Jane luisterde, met de
hand aan de deurknop. Dan slaakte ze een lange trillende zucht
en draaide zich om. Toen even later de baby in een droom van
een kinderwagen de tuin werd ingereden, beet ze haar lippen tot
bloedens toe stuk, in een hevig verlangen om naar het kind te
snellen, het uit de wagen te tillen en ver weg te vluchten. Ver
van alles, wat ze eens had bewonderd, waar ze zich een kllein
koninginnetje had gevoeld waar ze nu teveel was.
(Wordt vervolgd)
Bodemmoeheidsverschijnselen
De gemiddelde Nederlander
denkt bij het horen van het
woord bodemmoeheid alleen aan
de gevolgen van de aantasting
van het aardappelcystenaaltje
dat bestreden wordt in het kader
van de wet op de aardappelmoe
heid die uitgevoerd wordt door
de Plantenziektenkundige Dienst
te Wageningen. Minder bekend
is dat een groot aantal andere
aaltjessoorten ook bij machte is
om moeheidsverschijnselen bij de
gewassen te veroorzaken. Voor
vrijwel alle landbouw- en tuin-
bouwgewassen is wel een belager
aan te wijzen, die soms -wanneer
niet tijdig wordt ingegrepen-
grote verwoestingen kunnen aan
richten.
Dit kan men voorkomen door
tijdig grondonderzoek ten aan
zien van aaltjes te laten ver
richten. Dit onderzoek wordt
reeds drie jaar verricht door
het Bedrijfslaboratorium voor
Grond- en Gewasonderzoek te
Oosterbeek. Inlichtingen worden
u gaarne verstrekt door de
monsternemer van d t laborato-
ratorium of de assistent van de
rijkslandbouw- of rijkstuinbouw-
voorlichtingsdienst.
Transport van vloeibare
reuzel in tankers
Volgens een bericht in „Foreign
Crops and Markets" heeft Ca
nada onlangs voor het Verenigd
Koninkrijk bestemde reuzel (var
kensvet) in vloeibare toestand in
tankschepen door de St. Lau-
rence-zeeweg vervoerd. Naar
verluidt zou deze methode van
verscheping vele voordelen heb
ben boven de gebruikelijke
manier, onder andere lagere laad-
kosten en gemakkelijker lossen.
Reuzel wordt over het algemeen
op f.o.b.- basis verkocht, hetgeen
de nieuwe methode voordeliger
maakt voor de koper.
De waterstroom in bomen.
Met behulp van isotopen heeft
men vastgesteld dat de opwaartse
waterstroom in bomen tijdens
zonnige zomerdagen een a twee
meter per minuut bedraagt,
maar gedurende de koude re
genachtige winterperiode te ver
waarlozen klein is.
Volgens Landbouwdocumen-
tatie stijgt het water in droogte
perioden zonder beschikbaar bo-
demvocht tot meer dan 18 mtr.
per minuut.
Snelle afrijping tomaten
De droogte teistert ook En
geland met als gevolg een snelle
afrijping van de producten (nood-
rijp). Het gevolg was dat half
september 20 pet minder toma
ten werden aangeboden dan nor
maal. Het percentage uitval is
groot. De prijzen voor de eerste
klas kwaliteit zijn goed, doch de
mindere kwaliteiten brengen zo
weinig op dat men er beter geen
moeite voor kan doen ze te ver
kopen. De nalevering van kas-
tomaten zal ook kleiner zijn dan
anders
Melk als bestrijdingsmiddel
tegen mozaik
De virusziekte - mozaik - kost
de landbouwers van Noord-Ca-
rolina jaarlijks verscheidene mil
joenen dollars. Deze ziekte kan
bestreden worden door behande
ling met gewone koemelk in ge
droogde, verduurzaamde en af
geroomde toestand. De tabaks
planten werden kort voor het
verspenen besproeid met melk
in een hoeveelheid van ongeveer
25 liter per are. De handen van
de arbeiders die de planten ver-
speenden waren besmet met het
tabaksmozaik virus.
Twee weken na het verspenen
kon men reeds een duidelijk ver
schil zien. De met melk behan
delde planten waren in veel min
dere mate aangetast door het
virus dan de onbehandelde plan
ten. Ook bij het ouder worden
der tabaksplanten bleef deze
ontwikkeling zich in gunstige
richting voor de melk ontwikke
len. De mozaik - aan - tasting
doet de meeste schade aan het
gewas als de jonge planten reeds
zijn geïnfecteerd.
Wanneer men dit kan voor
komen heeft men reeds veel ge
wonnen. Elke behandeling die
de plant op enigerlei mate kan
beschermen bij het verplanten is
dus waardevol.
Uiteraard zullen nog vele
proeven worden verricht, voor
dat deze methode in het alge
meen aanbevolen kan worden.
De resultaten zijn echter zo be
moedigend dat thans reeds
meerdere proeven lopen.