toch nog Liefde
I 255.-
SIDONIUS
DE JONG
Schoonmaak
r
W. van HERK
DIEPVRIES
Voor j aars-
Koeltechniek
Tuyn - Alkmaar
aanbieding
SLAAPKAMER
Hazels van ROOS
Tuyn - Alkmaar
Bloemkwekerij H. H. de Jong
Bloeiende kamerplanten
Bloembakjes vanaf f 1.50
Speciale Beddenzaak
Alg. Begrafens Verzorg.
door HANOL SPOOR
Martha had zich al die tijd bezwaard gevoeld. Wat zou het
heerlijk zijn, als Paulien nu eens echt van haar vakantie kon ge
nieten. Maar als ze de tuinderij wilde behouden, dan moest er
iets gebeuren, anders zou deze langzaam maar zeker naar de
ondergang drijven.
Verstomd stond ze over de vele aanzoeken, die haar in die
korte tijd waren gedaan. Martha maakte zichzelf niets wijs. Het
was de grote begeerte, 't grote gebrek aan cultuurgrond, die de
mannen naar haar en haar tuinderij toedreef.
Bij de eerste aanblik leek het bedrijf nog heel wat. Doch alle
kassen moesten worden vernieuwd of bijgewerkt. Alle extra
kosten waren de laatste jaren uitgesteld, en op de duur wreekt
zich dat. Zo kon het niet doorgaan Er was geld nodig, en iemand
die krachtig de leiding in handen nam. Zo n driftige werker in de
volle kracht van zijn leven was Andries. Als de tuinderij zijn
eigendom was, zou hij niet rusten aleer het bedrijf weer op volle
toeren liep.
Op het moment dat ze met haar gedachten op dit punt was
aangekomen, ging de deur open en kwam haar broer Bernard de
kamer in. Bernard vertoonde weinig gelijkenis met zijn zuster.
Martha was groot en flink en had ondanks haar al wat grijzend
haar een jeugdig uiterlijk. Bernard had een enigszins sluipende
gang. Zijn ogen dwaalden altijd langs iemand heen, zonder naar
het scheen ooit een vast punt te bereiken. Zijn halfgeloken ogen,
scherpe grote neus en wit gezicht maakten geen sympathieke
indruk.
Martha had vroeger haar jongere broer verafgood en nu hij
na jarenlange afwezigheid uit Frankrijk was teruggekeerd, met
een volgens zijn zeggen, zwakke gezondheid, had ze hem gul
weg bij haar een tehuis aangeboden. Hij had de administratie
op zich genomen en gaf verder voor zijn verblijf een kleine ver
goeding.
Soms vroeg ze zich af aan welk soort inkomen dit geld was te
danken, doch had zich daar niet verder in verdiept. Haar broer
was zo handig en had misschien in het buitenland een klein
kapitaaltje verdiend.
Bernard keek op zijn eigen vage manier de kamer rond en
vroeg als terloops of het bezoek vertrokken was. Met een sluwe
uitdrukking op zijn gezicht maakte hij de opmerking dat de be
zoeker nog al lang was gebleven.
Martha loosde die avond de zoveelste zucht. Het viel niet
mee om nu ook nog haar broer te moeten mededelen wat ze die
avond besloten had. Vaag voelde zij aan dat haar broer veel
liever ook iets in het bedrijf te zeggen had en dat zou bij de
komst van Andries zeker afgelopen zijn.
Zij legde hem uit wat Andries en zij besproken hadden.
Bernard begon schamper te lachen. „Denk je nu heus dat dit
goed zal gaan?"
Natuurlijk het bedrijf zal er op vooruitgaan, dat staat vast
maar hij zet jou na verloop van tijd aan de kant. Dan ruilt hij je
doodbedaard in voor een jonge vrouw".
„Zo is Andries niet", verdedigde Martha hem. „Hij heeft nog
nooit naar een meisje omgekeken. Hij bemoeit zich zo weinig
met de mensen dat men hem dikwijls voor wat zonderling ver
slijt".
„Ja natuurlijk, en waarom?, omdat hij met een bepaald doel
bezield was en bovendien zijn moeder tot zijn last had. Je zult
eens zien als hij aan het hoofd van een flink bedrijf staat en
dagelijks met allerlei mensen in aanraking komt, hoe vlug dat
zal veranderen. Als zulke eenzelvige zonderlingen het van de
liefde te pakken krijgen, dan moet meestal alles er voor wijken."
Het werd Martha bij die sombere voorspellingen wel wat
angstig om het hart. „We moeten tot een oplossing komen", zei
ze. „We raken in de schuld, dat gaat niet langer zo".
Bernard kneep zijn ogen nu bijna helemaal dicht. „Verkopen,
dat is de enige oplossing. Ik zal me wel met al die rompslomp,
die zo'n verkoop meebrengt belasten, dan heb je nergens voor
te zorgen".
„Maar ik zal naar een betrekking moeten uitkijken. De op
brengst is na aftrek van de hypotheek niet voldoende om van te
leven".
„Voor zo'n vrouw als jij is overal plaats".
Martha keek door het raam naar de gevels van de lange rij
kassen, naar het grote warenhuis en de boomgaard. Zij dacht
aan de avondwandelingen met haar man. Wat genoten ze als ze
de groei van tomaten en de komkommers bewonderden. Hoe
mooi was altijd de voorjaarsschoonheid met de bloeiende appel
en perebomen.
„Ik wil hier niet vandaan", fluisterde ze, „hier zijn we geluk
kig geweest".
„Of dat makkelijk te onthouden is met zo'n nieuwe plaats
vervanger", zei Bernard wreed.
Nu trok alle kleur uit haar wangen. „Hij stelt geen eisen, wat
mij betreft". Haar stem had zacht en bedroefd geklonken, door
trokken van een weemoed om wat geweest was.
Bernard kende blijkbaar geen medelijden.
„Dat maakt de situatie alleen maar gevaarlijker voor je",
hoonde bij.
„Hou op", zei Martha wanhopig, „ik zie geen andere uitweg".
„Goed als je je dan met alle geweld aan die jongen wilt ver
binden, trouw dan onder huwelijksvoorwaarden".
„Dat wil hij niet, hij wil zo nodig het vel van zijn handen
werken, maar dan moet hij ook de zekerheid hebben dat geen
andere oorzaken dan eigen schuld hem van het bedrijf kunnen
jagen. Je weet toch hoe dat gezin heeft geleden door de foutieve
levenswijze van zijn vader. We noemen hem wel eens zonder
ling, maar dat is nog steeds de schok van die verschrikkelijke
dingen, die hij in zijn jeugd heeft meegemaakt. Weggejaagd van
een mooi bedrijf en een vader, die niet de moed opbracht om de
gevolgen van zijn daden te dragen en kort daarop stierf. Het
huisje waar Andries in woont, is het enige wat hen overbleef.
„Goed, je kunt gelijk hebben, maar nu loop jij de kans om
weggejaagd te worden, zodra hij vaste voet aan de grond heeft.
Je moet zekerheid hebben. Laat mij dat voor je in orde maken.
Zo nodig zal ik zorgen dat hij een bewijs Vuil afstand tekent,
zonder te weten wat hij ondertekent".
„Je denkt toch zeker niet dat hij gek is", barstte Martha ver
ontwaardigd uit.
„Als je mij nu maar mijn gang laat gaan", deed Bernard veel
betekenend.
„Het is onwaardig en het stuit me tegen de borst", zei Mar
tha triest.
„Hij hoeft het immers niet te weten", overreedde Bernard,
„als hij werkelijk zo rechtschapen is als jij meent, dan komt dit
afstandsbewijs ook nooit ter tafel!"
Martha dacht lang na. Dan zei ze lusteloos, „goed ga je gang,
maar laat het in vredesnaam niet uitkomen en laten we hopen
dat het ellendige papier nooit nodig zal blijken te zijn'
Met hangende schouders verliet Martha de kamer. Bernard
keek haar met iets van zegenpraal op zijn gezicht na. Het was
zaak dat hij ondanks alle veranderingen ook een vinger in de
pap hield. Tot nu toe lukte dit aardig.
HOOFDSTUK III.
Bedrogen
Enkele maanden waren voorbij gegaan. Andries was in zijn
toekomstig bedrijf aan het werk getogen. Voorlopig was hij in
het kleine huisje naast de tuinderij blijven wonen. De maaltijden
gebruikte hij bij Martha. Martha zette hem stevige kost voor,
want zo ze al voorzien had, ging er bij Andries geen minuut ver
loren. Hij vergde het uiterste van zijn uithoudingsvermogen.
Martha was hem dankbaar voor het vele werk dat hij verzette.
Ze zag hem soms doodvermoeid, maar innig voldaan bij haar
in een stoel zinken.
Op een van deze avonden was het, dat Bernard de van te
voren klaargemaakte papieren aan Andries voorlegde. Lachend
maakte Bernard de opmerking dat er voor zo'n toekomstige
eigenaar al zekere beslommeringen waren. Andries zou nog heel
wat te ondertekenen krijgen, dit was nog slechts een klein begin.
De overschrijving van het bedrijf op Andries' naam vergde heel
wat paperassengedoe.
Andries voelde weinig sympathie voor Bernard. Terwille van
Martha had hij er in toegestemd, dat Bernard voor de admini
stratie bleef zorgen. In de loop van de tijd zou hij wel trachten
dit papkind eens meer de handen uit de mouwen te laten steken.
Andries' hoofd soesde van de brandend hete zon, waarin hij
de hele dag gewer.vt had. Daarom moest hij momenteel toegeven
dat het eigenlijk wel gemakkelijk was dat Bernard die soesah op
zich nam, het spaarde in ieder geval een hoop tijd uit. In de
wintermaanden zou hij dat zaakje zelf wel opknappen. Nu kon
den de papieren hem gestolen worden. Uit eigen ondervinding
wist hij dat er tegenwoordig tientallen formulieren waren in te
vullen en hij koesterde dan ook hoegenaamd geen argwaan om
trent het verzoek enkele papieren te tekenen. Zijn lage stoel
verhinderde hem goed op tafel te kijken en vermoeid als hij was
nam hij ook niet de moeite om het papier dichter naar zich toe
te halen.
Hij zag niet hoe lijkbleek Martha zijn kant opkeek. Ook zag
hij niet hoe ze onder tafel vertwijfeld haar handen wrong, noch
dat ze een laatste smekende blik op haar broer wierp, als om
hem ergens van terug te houden. Met grote angst stelde zij zich
voor wat er gebeuren zou, als Andries toch er toe zou komen,
om die papieren door te lezen. Ze vond zichzelf ingemeen om zo
van zijn goed vertrouwen misbruik te maken. Juist de laatste
maanden was ze Andries steeds meer gaan bewonderen en waar
deren. Haar geweten werd nog meer bezwaard, omdat Andries
schertsend en zo goedmoedig tegenwerpingen maakte. Doodstil
hoorde zij het woordenspel aan en voelde het hart in haar keel
kloppen toen Andries opeens opmerkte, „nou alia, even die paar
strafregels schrijven, en dan... is het gebeurd".
Martha slaakte een zucht van verlichting, toen haar broer
snel de papieren naar zich toehaalde en de kamer verliet.
Vlug schonk ze Andries nog een kop sterke koffie in, daar
hield hij zo van.
Na enige ogenblikken voelde Andries zich al weer uitgerust.
Oplettend keek hij naar Martha, die geheel tegen haar gewoonte
in met werkloze handen rustend in haar schoot, en met niets-
ziende blikken naar buiten staarde.
„Ik vind je broer een vreemde snuiter", zei hij onverwacht,
„het is net of hij van zichzelf een geschiedenis achterhoudt.
Waar leeft hij van en waarom is hij uit Frankrijk terugge
komen?"
„Ik geloof dat hij daar een tuinderij bezat en die heeft ver
kocht, omdat hij door zijn zwakke gezondheid het werk niet kon
volhouden".
i,Dat ventje is niet zwak, maar is vermoedelijk te lui om te
werken", zei Andries beslist. „Een tuinderij heeft hij ook niet
gehad, want hij heeft geen snars verstand van welke teelt ook,
dat heb ik al lang gemerkt. Wat zijn gezondheid betreft, hij is
zo lenig en gespierd als een tijger, ik zal nog wel eens de proef
op de som nemen. Nu is hij een groot raadsel voor me. Ik ver
wed er een lief ding om, dat hier wel een of andere vrouwen
geschiedenis achter steekt".
Martha haalde schouders op. Haar eigen geschiedenis bracht
haar al een hoofd met zorgen. Andries stond op, rekte zich eens
uit en maakte aanstalten om te vertrekken. Bij de deur draaide
hij zich plotseling om en vroeg op volkomen zakelijke toon of
Martha al een datum voor hun huwelijk had vastgesteld. Over
een maand ongeveer zou het drukste seizoenwerk achter de rug
zijn en zou hij wel een halve dag kunnen missen.
Martha schokte omhoog en keek met iets van wanhoop in
haar ogen naar Andries. Wat zou ze graag op dezelfde voet
zijn doorgegaan zoals tot nu toe. Maar Andries had recht op
antwoord. Het werk in de tuinderij liep prachtig. Nu werd er
tenminste op tijd gepoot en de druiven gebonden. Ook het drui-
venkrenten was prachtig verlopen. Vorige jaren moest er dik
wijls nog gebonden worden, terwijl de krenters bezig waren. De
kassen waren toen rommelig blijven liggen. Nu werd het steeds
meer een plezier om de tuin in ogenschouw te nemen.
„Goed", zei ze gelaten, „over een maand ongeveer, dan moet
het maar".
HOOFDSTUK IV.
Paulien
Met het huwelijk van Martha en Andries in het verschiet
kwam Paulien met vakantie. Andries zag haar voor het eerst in
verpleegsterscostuum. Zonder te weten waarom keek Martha
gespannen toe bij de ontmoeting van deze twee jonge mensen.
Andries kon met moeite Paulien herkennen uit het kind wat hij
zich van vroeger herinnerde. Nu zag hij een klein rank zustertje
met donkere ogen en blauw-zwarte haren. Een beetje voorzich
tig pakte hij het kleine, maar stevige handje vast en sprak enige
woorden van welkom.
Paulien keek oplettend naar de man, die nu haar tweede vader
zou worden. Haar gezichtje bleef ernstig. Het verschil tussen
deze jonge man, die zo robuust en krachtig voor haar stond en
haar veel oudere pleegmoeder was te groot. Tranen sprongen in
haar ogen. Zij wist de beweegredenen, die haar lieve moeder tot
deze stap gedwongen had. O, ze zag wel dat deze nieuwe vader
de goedheid in eigen persoon was, maar wat een scheve ver-
i houding. Dit leven naast elkaar zou op de duur toch niemand
bevredigen.
I Pauliens jeugd won het echter van de drukkende sfeer die
anders meestal over het huis hing. Haar parelende lach en vro
lijke liedjes haalden de ernstige ouderen uit de sleur van hun
'dagelijkse beslommeringen. Vooral Bernard maakte graag grap-
jes met Paulien en Paulien moest heel dikwijls om zijn galante
opmerkingen lachen.
I „Dat heeft oom uit Frankrijk overgehouden", lachte ze dan.
Bernard verzocht haar nu die oom-titel maar achterwege te
laten, daar werd ze te groot voor, zei hij. Dikwijls maakten Ber-
't nard en Paulien lange wandelingen en Martha begon in stilte
te hopen dat daar een idylle uit zou groeien. Ook Bernard scheen
niet afkerig te zijn van een intiemere verstandhouding, maar
Paulien was zo ontwapenend argeloos, dat hij op dit gebied
geen vorderingen maakte.
Andries bestudeerde Paulien alsof hij een heel nieuw teelt-
produkt zag. Hij had nog nooit van zo dichtbij het dagelijks
leven van een jong meisje meegemaakt. Steeds opnieuw verbaas
de hem haar vrolijke en zorgeloze buien en zijn verbazing werd
nog groter toen bleek dat ze ook evengoed tot een ernstig ge
sprek in staat was en niet schroomde haar persoonlijke mening
te uiten.
Met lede ogen zag Andries de drukke omgang van Bernard
en Paulien. Hij begreep niet dat een zo verstandig meisje niet
dezelfde antipathie koesterde tegen deze overdreven strijkages
van die gladde sinjeur, als hij zelf.
Andries voelde voor Bernard een steeds groeiender vijand
schap Hij vertrouwde hem iedere dag minder. Die glurende en
toch zo slaperig lijkende ogen konden aan geen eerlijk man toe
behoren. Hij besloot wat meer op Bernard te gaan letten. Hoe
wel hij nog niet met Martha getrouwd was, vond hij het zijn
goed recht om precies op de hoogte te zijn van de financiële
toestand van het bedrijf.
Ook Martha was daarover begonnen, maar Bernard stelde
iedere keer een nader onderzoek uit. Toen Andries bovendien
merkte dat Bernard de boekhouding wegsloot en de sleutels
doorgaans angstvallig bij zich hield, werd zijn vermoeden dat er
misschien iets niet in orde was, nog versterkt.
Tijdens zijn werkzaamheden in de tuin broeide Andries op
een plannetje om tenminste even inzage te krijgen van de nodige
papieren.
Bernard zat, nu Paulien thuis was, graag in de huiskamer. Als
er schrijfwerk was, haalde hij dit nu naar de kamer en zat met
een gewichtig gezicht becijferingen te maken. Hierop had An
dries zijn plannetje gebouwd. Na weer zo n avond dat Bernard
met veel drukte de boekhouding had bijgewerkt, stond deze op
om de papieren weer naar het kantoortje te brengen. Plotseling
stond ook Andries op en deed heel voorkomend de deur voor
Bernard open. Bernard, hierdoor helemaal overbluft, bleef als
aan de grond genageld staan, waardoor Andries, hierop wél
berekend, hem „per ongeluk" de bescheiden uit de hand liep.
Bliksemsnel dook Andries naar een der neerdwarrelende papie
ren en sloeg er een blik op.
Hij had geluk. Het was een rekening van de laatste week,
en duidelijk zag hij de aantekening... „tachtig meter plastic tuin
slang". Zijn hart bonkte. Zie je wel. De officiële bestelling was
dertig meter geweest. Goed, dit bewijs was niet voldoende. Ber
nard met zijn radde tong zou zich hier wel uitredden. Hij wist in
ieder geval dat hij Bernard niet ten onrechte verdacht. Maar
hoe kwam hij aan meer bewijzen?
Na de eerste schrik had Bernard in een fractie van een secon
de begrepen, dat Andries iets zocht Die boerenpummel had toch
meer in die ronde kop dan zaagsel, dacht hij nijdig. Nu zei hij
nog niets. Wilde hem natuurlijk in één klap vermorzelen. Als
die taaie stijfkop vat op hem kreeg, dan kon hij zijn biezen wel
pakken. Opletten was nu de boodschap. Dit leventje was veel
te mooi om het zo maar prijs te geven.
HOOFDSTUK V
De afspraak
Andries kende geen rust meer, nu hij dacht bewijzen te heb
ben voor Bernards oneerlijkheid. In een eerste opwelling wilde
hij er met Martha over spreken Maar hij wist hoe erg zij op
haar broer gesteld was en hoe zielsveel ze van hem hield. Ze
zou Bernard vermoedelijk vergeven, en het oude leventje zou
doorgaan. Andries wilde liever Bernard met stille trom zien
vertrekken. Hiervoor zou hij zoveel bewijzen van fraude moe
ten hebben, dat de grond onder Bernards voeten te warm werd.
Andries' gedachten cirkelden steeds meer om Pauliens per
soontje; zij zou hem moeten helpen. Zij leek wel warme vriend
schap met Bernard gesloten te hebben, maar Andries geloofde
toch wel zoveel mensenkennis te hebben, dat Paulien zich met
afkeer zou keren van een dief. Zeker een dief, die zijn eigen
zuster had bestolen.
Andries meende nu te weten waar het inkomen van Bernard
vandaan kwam. De bron van inkomsten waren de rekeningen,
die Bernard eigenhandig hoger uitschreef, en het restant in eigen
zak liet glijden. Geen wonder dat Martha grote moeite had om
de eindjes aan elkaar te knopen.
Maar hoe zou hij Paulien overtuigen? Daarvoor moest hij
minstens in de gelegenheid zijn om 'n uurtje ongestoord met haar
te kunnen spreken. Het leek echter wel, of Bernard zijn plannen
doorzag en hem iedere gelegenheid al bij voorbaat ontnam.
Andries was het ook die Martha's gemoedsrust ontstal. Ber
nard klaagde tegen haar dat Andries maar reparaties liet uit
voeren en niet vroeg of dit allemaal wel kon. „Hij heeft geen
snars verstand van een goed financieel beleid", mokte hij.
„Ach", verdedigde Martha, „Andries werkt hard, de prijzen
van groenten en fruit zijn goed, dus daarom kan hij misschien
hoge verwachtingen koesteren".
Bernard ging hoog spel spelen, en dacht wraakzuchtig: wie
waagt, die wint. „Als hij denkt de boekhouding beter te kunnen
bijhouden, dan gaat hij zijn gang maar", sneerde hij.
Vorsend keek hij bij die woorden naar zijn zuster. Welke
partij zou ze kiezen? „Andries heeft geen tijd, en een andere
boekhouder kost geld", zei Martha wat kort.
Martha had de toenemende vijandschap tussen Bernard en
Andries met bezorgdheid gadegeslagen. Zij voelde hoe de span
ning nog steeds toenam. Andries trok zich meer en meer terug
van de gesprekken, die men 's avonds na de maaltijd hield, en
waar het werk op de tuinderij onder de loep werd genomen.
Ook had ze gemerkt dat Andries het gezelschap van Paulien
zocht. Martha zou dit zeker ontgaan zijn, als Bernard niet als
een kwade genius haar daarop opmerkzaam had gemaakt met
de dubbelzinnige opmerking: „Zie je nu wel, dat heb ik toch
gezegd? Daar begint het al".
Was ze jaloers? Neen, dat kon niet. Zij waardeerde Andries,
en achtte hem hoog, maar liefde was daar niet bij. Wanneer zij
Andries niet voor haar bedrijf zou verliezen, zou zelfs het jonge
paar haar zegen kunnen krijgen. Haar intuïtie zei haar echter
dat Andries aan geen liefde dacht, en zo dit wel het geval zou
zijn, zijn fanatieke begeerte om een bedrijf te bezitten, het van
zijn liefde zou winnen.
Dan zou Pauliens hart breken, of er zou een heimelijke ver
houding groeien, iets, waaruit alleen maar rampen zouden ont
staan. Geen ogenblik kwam het bij Martha op om zelf, zo nodig,
een stap achteruit te gaan. Zij was aan haar bedrijf verbonden
als een moeder aan haar kind. Zij dacht over geen afstand. Ook
het schrikbeeld om dan als oude vrouw niet meer mee te tellen,
deed haar alle andere overwegingen buitensluiten.
De inblazingen van Bernard hadden tot gevolg dat ze 's nachts
onrustig sliep, en dikwijls in koortsachtige dromen, de dingen,
waarvoor zij bevreesd was, in werkelijkheid zag gebeuren. Mar
tha werd dan badend in haar zweet wakker, en liet op de dag
Paulien maar zelden alleen.
Toch had eindelijk Andries kans gezien om Paulien toe te
voegen dat hij haar alleen wenste te spreken, en had het tuin
huisje als plaats van samenkomst aangewezen.
Ongelukkig voor hen was Bernard ongezien getuige van hun
afspraak. Zowel Andries als Paulien waren zich van geen kwaad
bewust en vergaten daardoor bijzondere maatregelen te nemen.
Bernard achtte nu de tijd gekomen om Andries voorgoed in
de ogen van Martha te bezoedelen. Hij offerde zonder gewe
tensbezwaar Martha's liefde voor Paulien en haar trouwe hulp
Andries op, om zijn eigen persoon te redden. Hij vertelde Mar
tha wat hij gehoord had.
Onbewust van de donkere wolken, die zich boven zijn hoofd
opstapelden, liet Andries de deur van het tuinhuisje open staan.
Het was bijna donker toen Paulien verscheen. Andries begon
zonder veel omhaal van zijn vermoeden te vertellen „Zie je
Paulien", zei hij daarna, „ik zou nu wel om de boeken kunnen
vragen, maar dan bemoeit je moeder zich er ook mee. Dat is
voor beide kanten verkeerd. Wanneer blijkt dat ik gelijk heb,
en je oom zich werkelijk geld toeëigent, dan zal zij zich dat erg
aantrekken. Heb ik ongelijk, iets dat ik niet aanneem, dan denkt
ze dat ik zonder reden Bernard zwart wil maken.
Hoe het ook zal zijn, zij zal te veel tobben, en dat wil ik haar
besparen. Daarom roep ik jouw hulp in. Wanneer je nu kunt
ontdekken dat je oom de rekeningen vervalst, dan stel ik hem
een ultimatum. Of een vrijwillig vertrek zonder verdere maat
regelen, of aangifte bij de politie. Hij zal dan best het wijste
doen en vertrekken".
Paulien had met stijgende verbazing geluisterd. Wat zij ook
verondersteld had, toen zij het verzoek om een onderhoud van
Andries had gekregen, dit toch zeker niet. Bernard zou een dief
zijn? Het was bijna niet te geloven. Geen ogenblik zou zo iets
bij haar opkomen. Wel vond ze zijn complimentjes altijd erg
gezocht, en ze had ook z'n praatjes niet serieus genomen. Zij
vond hem wat oppervlakkig en aanstellerig, maar zij had nooit
aan een slecht karakter gedacht.
„Kijk" hernam Andries „hier zijn de lijsten van artikelen die
de laatste tijd gekocht zijn en niet over de bank betaald. Natuur
lijk legt hij het er op toe dat er zoveel mogelijk thuis wordt be
taald, dat komt beter in zijn plannen te pas".
Hij gaf de nog steeds verbouwereerde Paulien de papieren.
„Jij zult best, zonder dat iemand het merkt, even de boeken
kunnen inkijken. Ik denk dat hij verder geen enkele voorzorg
neemt, omdat hij niet weet dat ik notities gemaakt heb".
Paulien pakte de papieren aan. Zij vond het in ieder geval
haar plicht om dergelijke lage praktijken te helpen ontmaskeren.
„Goed" zei ze opgewonden „ik zal mijn best doen. Ik ben erg
dankbaar dat je je zo bezorgd maakt over moeder".
Andries pakte haar hand. „Fijn dat je er ook zo over denkt.
Het is een hele zorg minder dat je nu ook weet, wat er zich in
huis afspeelt".
Nadenkend bleef hij haar hand vasthouden. Paulien voelde
de stevige kracht van de hand. Een vreemde spanning trok door
haar lichaam en deed haar hart bonzen. Andries keek haar aan,
en hun ogen bleven in elkaar verzonken. Andries greep werd
krachtiger. Hij deed haar bijna pijn, maar ze had de kracht niet
om haar hand terug te trekken.
Andries was zich plotseling bewust van een ongekend ge
luksgevoel. Kon je zo blij zijn, alleen omdat je een kameraad
had gevonden...?
„Je moet nu naar huis teruggaan" zei hij zacht. „Probeer me
zo vlug mogelijk de uitslag van je onderzoek mee te delen".
Nog een stevige handdruk en Paulien wilde het tuinhuisje ver
laten. Op dat ogenblik werd het weinige licht dat de openstaan
de deur doorliet onderschept, en als een wrekende gerechtigheid
stond daar Martha in de deur.
(Wordt vervolgd)
Hotel- en pensionkoelkasten
van 130 L tot 1800 L
Oudegracht 102
Telefoon K 2200-6432 of 5401
iiiiliiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiillilllliiiuiii
Lijtweg 44 - Bergen
lUIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlIHMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIII
Bonkonko-T eak
bestaande uit 2-pers.
ledikant met 2 nacht
kastjes, tafel en 2
stoelen, compleet
Koorstraat hoek Laat
Telefoon 02*00-2726
Alkmaar
stalen- en houten trappen
zwabbers - stoffers
bezems - boenders
raagbollen - mattenkloppers
stofdoeken - dweilen
supermaids - emmers
sponzen - zemen
Dorpsstraat 63 - Bergen - Telef. 2294
m
Dorpsstraat 1, Bergen, telef. 2473
Vriescellen en -kasten
tot 40° onder nul,
roomijs-installaties,
koelmachines
en apparatuur
Technisch Bureau
Oudegracht 102
Telefoon K 2200-6432 of 5401
Bergen en omgeving
Ook voor Crematie s
Lidmaatschap gezinsverband
f 1.per jaar
Alg. uitv. B. Boorsma
Ook het adres waar men codicils
in bewaring kan geven