DE DUINSTREEK APPÈL JEUGD- ANTI- HONGERACTIE 277 SIDONIUS 4c JONG Hoe maak ik een patroon Passend voor mijn figuur? 141 y vtoutoen AAN HET STUUR Uit de Hogeschool der wetenschap 99 Tweede Blad Vrijdag 8 dec. 1961 op 11 november 1961 te Utrecht D E R 0 D E S T 1 E R Een verhaal uit de tijd van de voortrekkers en pioniers verrukkend voor 't oog! verrassend beurs voor uw (?^>9^!^W0NINCINRICHTING 99 Dit appèl werd gehouden in de Jaarbeurs te Utrecht, die de ruim duizend mensen, die aanwezig wa ren, gemakkelijk kon bergen. Van elke gemeente in Nederland waren twee mensen, een jongen en een meisje, aanwezig om hun woon plaats te vertegenwoordigen op deze dag, die de opening was van de Anti-Hongeractie „10 x 10". Deze actie gaat op 8 januari 1962 in en duurt tot 17 maart van dat jaar. Wat precies de bedoeling is van deze actie is ons in de loop van de dag heel goed duidelijk geworden, mede door een prachtig actieboek, dat ons ter hand werd gesteld. De actieleider, Piet Kersten, heet te ons allen van harte welkom en na enige mededelingen had hij een verrassing, namelijk dat H.K.H. Prinses Beatrix die zaterdag in ons midden zou vertoeven. Inderdaad kwam na enige minuten de prinses met de burgemeester van Utrecht de Jaarbeurshall binnen en een har telijk applaus verwelkomde haar. Toen sprak ds. N. O. Steenbeek, voorzitter van de Nederlandse Jeugdgemeenschap, ons toe. Enige hoge gasten, onder wie de prinses, werden toegesproken en welkom geheten. Elk land, ook Nederland, wordt ingeschakeld om de honger te be strijden. De Nederlandse regering heeft de N.O.V.I.B. (de Nederlandse Organisatie voor Internationale Bij stand) verzocht om met het Neder lands Comité van de F.A.O. (de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties) de anti- honger-actie te voeren. „10 x 10"- actie betekent: gedurende tien we ken wordt jong Nederland gevraagd 10 van het zakgeld af te staan. In elke plaats moet een jongerenwerk- groep zijn om hiervoor te zorgen, aldus spreker, we moeten voor een bepaald doel activiteiten gaan ont wikkelen en nooit zomaar in de ruimte werken, dat heeft geen zin. Deze middag, eindigt ds. Steenbeek is de openingsmiddag van deze actie. Hierna zingt de zanger-pianist Jules de Corte een paar erg leuke liedjes voor ons. Met zijn droge hu mor brengt hij de hele zaal aan het lachen. Dan stelt de actieleider Piet Ker sten ons voor: Jaap Hoogewoud, die ons vertelt, hoe jonge Nederlanders rond de Aziatische en Middellandse Zee in hongerende landen hebben gewerkt. „Toen wij er kwamen, moesten wij ons volkomen inleven in deze he meltergende omstandigheden. De voeding was erg eenzijdig, in de winter hadden de mensen bijna helemaal niet te eten, soms omdat de oogst mislukt was en soms om dat ze teveel van het zelfde aten, zodat ze op het laatst ziek werden en stierven. Door een cursus voor de bevolking is dit verbeterd. Een verpleegster gaf les in kinderver zorging en er werden badhuizen opgericht, zodat op het gebied van hygiëne ook vorderingen gemaakt werden. Voor de huisvrouwen werd ook een naai-cursus in elkaar gezet en demonstraties gegeven. Ons is de taak, aldus spr., dit werk met veel energie door te zetten." Joop D., die ons vertelt, hoe hij in India werkkampen georganiseerd heeft. Door overstromingen kwam de modder de woonhutten binnen. Er werd een afwateringskanaal ge graven, maar de bevolking was ont zettend wantrouwig. Als er echter een resultaat volgt, helpt jong en oud mee. Ook vertelt Joop, hoe er buiten gewoond wordt. Dan hebben de mensen geen hutten en leven op straat. De vrouwen zoeken dan op gedroogde mest van de wegen bij elkaar, daar wordt een vuurtje van gestookt, waar voor ieder lid van het gezin een hap rijst op gekookt wordt. In ruimtes van twee bij drie meter wonen gezinnen van tien mensen of meer. Hieronder zijn dan: grootvader en grootmoeder, die ziek en verzwakt zijn, nichtjes of neef jes, wiens ouders zijn gestorven en de eigen kinderen. Er bestaat geen riolering, water moet van verre ge haald worden. Alles is even ver schrikkelijk. Maar er wordt iets ge daan: Nieuwe wijken met badhuizen en fonteinen, waar men water uit haalt, worden aangelegd. Ook hier worden naaischolen opgericht en avondscholen gehouden, om de mensen, die allen analfabeet zijn, te leren lezen, schrijven en rekenen. Een hele buurt is dan weer geves tigd. De armoede blijft echter: het gemiddelde inkomen van een gezin van acht personen of meer is zes tien gulden. „Wij moeten het besef hebben, samen verantwoordelijk te zijn voor deze schreeuwende armoede, die hier heerst en er zo veel mogelijk aan doen," aldus Joop. Ton Brouwer, die verpleegster is, vertelt ons het volgende: 150 meis jes werden uitgezonden naar Congo voor een verpleegsterscursus, die op de tropen gericht is, uit Ubbergen. Ton vertrok in 1958 naar Congo en kreeg daar de zorg en verantwoor ding te dragen voor een groot zie kenhuis. Ze had twee verplegers en een dokter tot haar beschikking. Met dit beetje personeel moest ze alles doen. Iedere patiënt nam na melijk zijn gezin of familie mee naar de kliniek en die mensen woonden dan om de kliniek heen in de open lucht. Door politieke om standigheden moest Ton Brouwer Congo verlaten en vertrok naar Oerandi. Hier is de vrouw van wei nig betekenis, ze ploetert de hele dag op het land of werkt aan de doorlopend lekkende hutten, zodat er van de opvoeding van de kinde ren hoegenaamd niets terecht komt. Daar hebben de vrouwen namelijk geen tijd voor. Toen werden er stu dieweken voor onderwijzeressen ge organiseerd, om hen te leren, hoe ze de kinderen het beste kunnen ver zorgen en aanpakken. Aan de hand van z.g. campagnes werd er ge werkt: voeding, hygiëne, gezinsle ven, landbewerking, kortom alles werd behandeld, ook voor de vrou wen. Daarna werd een radiopro gramma opgezet met als onderwer pen ook bovenstaande projecten. Na deze drie mensen, die van hun belevenissen vertelden, droeg Otto Sterman, de bekende voordrachts kunstenaar, gedichten voor. Onder andere gedichten van twee Noord- amerikaanse schrijvers: „Ik ben een neger" en „De nieuwe neger". Hier op volgt „de slaaf spreekt". Al deze gedichten dringen in al hun naar geestigheid bij je naar binnen: je ziet a.h.w. de slaven met afgehakte handen en soms voeten zich afbeu len op het land van hun meester, die hen onrechtvaardig en als bees ten behandelt. Otto Sterman ver staat de kunst de mensen aan het denken te brengen. Hierna draagt hij nog een gedicht voor van de An tilliaan Marcel de Bruin en van Sango Darwy het gedicht „Wij Negers", waarin ook het vreselijke leed van vele dezer kleurlingen tot uiting komt. Van Louis Palesmatos draagt hij dan nog voor het gedicht „Eten". Hierin schreeuwt de neger zijn aanklacht uit tegen het veel te weinige eten dat hij krijgt: Afrika gromt, omdat het niet of bijna hele maal niet genoeg eten kan. Dan stelt Otto Sterman ons de rOE INDIAAN. Off NJ 179 "V HANDEN VAN DE 8oe REN ACH TE QUE E NEET HEEL &OEJ) UjNLAATH/E DAT HET TEOEN DE RE) D°°R jOU &ELi/i:'DE eOEREN^\y,£r-s zeggen,) rode 7 bronh HWAffa KOLONEL KORPORAAL ONTiNAPT. tegenwoordige wereld van ellende voor: moord, aanrandingen, oorlog, atoombommen, haat, ruzie enzo voort. Daaruit bestaat de wereld als men de kranten dagelijks leest. „Ik ben maar gewoon een neger," zegt Otto Sterman. Ik speel op gezette tijden een kaartspelletje, drink op gedenkwaardige dagen mijn flesje bier en vrij op zijn tijd eens lekker. Maar als ik nu eens niet een ge wone neger was, maar bij voorbeeld een dominee, dan zou ik bidden, hè, ongeveer zo: Och, Heer, wij zijn allemaal men sen bij elkaar. We leven in een we reld, die veel rot-dingen heeft, maar ook veel goede dingen. Laten wij de goede dingen nu eens bij elkaar zien, dan is het toch nog altijd de moeite waard om te blijven leven, Heer! Daarom, Heer, laat de mens heid vergeven en vergeten en sa men verantwoordelijk zijn voor het menselijk geluk op aarde. Leer ons dan toch, Heer, hoe wij vrede op aarde moeten behouden, met die vreselijke Atoom-bom, die overal loert op ons. Laat ons eerlijk tegen over elkaar staan, Heer, maar niet met messen, die we stiekum achter onze rug houden. Laat ons dan ten slotte sterven, Heer, niet door die Bom, maar gelukkig en tevreden met ons menselijk lot. Amen. Na deze indrukwekkende voor dracht spreekt voor ons: prof. ir. G. J. A. Terra. Hij vertelt ons over de tropen. Daar heerst veel armoe de en ellende. Vele bewoners pro duceren op hun tuintje of stukje land slechts wat ze voor hun gezin nodig hebben, en dat is dan vaak nog niet eens genoeg. De arbeid brengt lang niet genoeg op: daar door zijn de mensen zwak en onge zond. Ze krijgen geen eiwit, geen vitaminen. Deze mensen moeten door ons geholpen worden om tot een eigen ontwikkeling te komen. De voeding moet ten eerste verbe terd worden: door een zogenaamd groentetuin-project. Er bestaan geen groentetuinen en velden. Alles moe ten ze zelf maar een beetje bij el kaar zien te scharrelen. Nu moeten de mensen zelf een tuin gaan hou den. Er zijn zelfs streken, waar melk, vlees, vis en eieren totaal on bekende waren zijn. In die streken bestaat het voedsel uit knollen, die slecht zijn omdat er steeds weer te veel van gegeten wordt om toch maar iets in de maag te hebben. We moeten aan de Goudkust den ken: er valt regen genoeg, er zijn ruimten voor tuinen en stukjes ont gonnen land. De Compagnie tot be strijding van de honger moet met de F.A.O. nauw samenwerken. In de te helpen gebieden is met de ver schillende parlementen overleg ge pleegd. Na prof. ir. Terra beklom de am bassadeur van Dahomey in Frank rijk, Emiel Zinsou, het spreekge stoelte. Dr. Senzoe sprak vanuit de jeugdbeweging in zijn land, Nigeria. Geloof, hoop en liefde moeten door alle mensen samengebracht worden in deze actie, aldus dr. Senzoe, want de problemen zijn vele en van ernstige aard. Na deze Franse toe spraak volgde een Engelse van Mohammed Alkari uit Afrika. Twee/derde van de wereldbevolking lijdt honger in één of andere mate en is ondervoed en ziek van de hon ger. In Afrika zijn er vele proble men over de landbouw- en voedsel- organisaties. „Ik groet u, jeugd van Nederland, en vraag u, met vereen de krachten een oplossing te bren gen in de grote strijd tegen de honger!!" Hierna beklimt Jules de Corte weer het podium en neemt plaats achter de vleugel. „Ik zing drie lied jes voor u, waarvan ik er twee ken en het derde bijna. Vergeeft u het mij maar, want u kent het helemaal niet". Na de twee eerste liedjes stelt hij ons voor: Mies de Jong, zijn pia niste. Ze zal het derde lied begelei den. Dit heeft hij speciaal voor de Anti-Honger-Actie gecomponeerd en dan zingt hij: „De mensen in hongerland zijn moe, kinderen kreperen in honger en ellende. Overal heerst daar de armoede. Miljoenen vechten om (Ingezonden mededeling) GORDUN MIENT 23 ALKMAAR ER ZIJN veel dames die hun eigen japonnetje maken, maar tobben met bepaalde problemen. Eén daarvan is wel, dat het pa troon dat zij kochten, niet hele maal passend is op hun figuur. Dan wordt er getobd en geknoeid, gezwoegd en geploeterd en het resultaat is soms niet bevredi gend, zeker niet na alle moeite die er voor gedaan is. Het is nu eenmaal niet anders dan dat de patronenfabrikanten genoodzaakt zijn bepaalde stan- daardmaten aan te nemen, waar op zij hun patronen fabriceren. Er zijn dus bepaalde maten voor een patroon maat 38. Vele dames, die b.v. voor de bovenwijdte een pa troon maat 38 nodig hebben, ko pen een patroon van die maat. Maar dan begint het getob. Ze hebben het patroon keurig over gebracht op de stof en dan blijkt dat het hier te wijd en daar te krap is. En dat is begrijpelijk, want hoeveel dames van bijvoor beeld maat 38 zullen precies die maten hebben? Het zijn er maar weinig. De meesten wijken hier of daar wat af. Er zijn dames die korter zijn, die langer zijn. dames met bredere schouders, met brede heupen, met smalle heupen, kort om ga zo maar door. Maak een standaardpatroon! DE OPLOSSING voor dit pro bleem is betrekkelijk eenvoudig, wanneer we er althans even de moeite voor willen nemen. We maken een standaardpatroon van ons eigen figuur! Heel simpel en heel eenvoudig, waardoor we in staat zijn het gekochte patroon te controleren op zijn pasvorm ten opzichte van ons figuur. En hier toe nemen we de volgende maten, waarmee ons figuur volkomen in kaart wordt gebracht. We beginnen met de boven wijdte. Die nemen we over het dikste gedeelte van de buste en iets hoger in de rug. Voorts de rugbreedte en wel twee maten, ten eerste van armsgat tot arms gat en ten tweede van oksel tot oksel aan de zijnaad. Dan volgt de bovenlengte van de schouder naad tot natuurlijke taille zowel voor als achter waarbij we boven dien de maten links en rechts ne men. Dan krijgen we de borst- breedte van armsgat tot armsgat. De lengte onder de arm van oksel tot natuurlijke taille, zowel rechts als links. De taille wordt genomen op na tuurlijke hoogte rondom en weer verdeeld in zoveel centimeter voor en zoveel centimeter achter. De halswijdte om het dikste deel van de hals. Dan de heupwijdte over het dikste deel van de heupen, waarbij tevens wordt genoteerd hoeveel centimeter deze maat on der te taille ligt. Deze heupwijdte verdelen we ook weer in voor en achter gerekend van zijnaad tot zijnaad. De schouderlengte wordt gemeten van hals tot eind van de schouder. Dan de armsgaten, zo wel rechts als links, om eventuele verschillen ook te kunnen consta teren. Denk om de speling DE MOUWLENGTE meten we met gebogen arm en verdelen die weer onder in van schouder tot elleboog en van elleboog tot pols en aan de binnenkant meten we van oksel tot pols. Voorts de mouwwijdte op dikste gedeelte bovenarm, de onderarm en de pols. En tenslotte de totale lengte van middenachter hals tot de grond en van middenachter taille tot de grond. Al naar gelang de mode meten we de roklengte en wel hoeveel centimeter die voor ons van de grond is. Bij de maten voor bovenwijdte rugbreedte, rug lengte, heupwijdte, mouwlengte (elleboog tot pols) en mouwwijd te bovenarm, moeten we enige centimeters bijtellen, dit om ruimte te laten voor bewegings vrijheid. We zetten al deze benodigde maten keurig onder elkaar op een lijstje. Zetten we die maten uit op patroonpapier of op een goed kope stevige stof, dan is het niet moeilijk om al die punten onder ling met soepele lijnen te verbin den en dan ons patroon uit te knippen. Wanneer we een patroon ko pen, dan kunnen we thuis onze patroondelen er mee vergelijken en zien we spoedig waar de moei lijkheid zit. Het is dan mogelijk de gekochte patroondelen zo te wijzigen, dat ze voor ons passend zijn. Op die manier voorkomen we narigheid en werken we stukken vlotter. Houdt u ook rekening met de naden? Er is echt niet zoveel voor nodig, een beetje fantasie en aan de andere kant logisch denken, dan worden de problemen vanzelf opgelost. het dagelijks eten. En wij, wij smijten met brood zonder gewe tensbezwaar. Wij buigen in aller lei bochten om een ieder te over tuigen, dat we alles beter doen dan zij. Mensen die hongeren vra gen om vitaminen en desnoods ook nog naar machines. Ook vra gen ze om medicijn, om melk voor hun zieke en stervende kinderen, en ze vragen om brood, al. is het maar een korst. Mensen in hongerland zijn moe, zo moe van het altijd maar ontberen. Ze kunnen met hun ar moede niet meer toe, wij kunnen hen niet meer regeren. Ze sterven in krampen van honger, ellende, kou en armoede Hierna wordt het Actie-Comité voorgesteld. Voor elke provincie is er een vertegenwoordiger. Dan volgt het Appèl der provincie, waar elke provincie antwoordt „Ja, wij doen mee" op de gestelde vraag. Op de vraag van Piet Kersten, de actie leider, of heel Nederland meedoet, antwoorden 1200 mensen eenparig: Ja wij doen mee!!! Dan sluit ds. Steenbeek deze bij eenkomst met een dankwoord voor het Ja-woord van heel Nederland. Heb als vrouw achter het stuur, niet het ongeluk, dat je motor niet dadelijk wil aanslaan wanneer je hem bij een overweg of open brug hebt afgezet. Een luid getoeter zal je op de hoogte brengen van het onhoffelijke ongeduld van de autoberijders achter je. Je weet precies wat er gedacht en mis schien wel gescholden zal wor den: „Wat doet zo'n wijf ach ter het stuur!" Net of een man zo iets niet kan overkomen en velen ook dagelijks overkomt! Heus, ik begrijp nog steeds niet, waarom de mannen ons onze plaats aan het stuur zo heftig misgunnen. Waarom hebben ze voor ons steeds een sneer en krij gen ze een twijfelachtige, en niet te zeggen dubbelzinnige blik in hun ogen, als ze horen dat je chauffeert, of maken ze zich er in het gunstigste geval met een medelijdend schouderophalen vanaf? En laat er eens iets gebeuren, waarbij toevallig een vrouw ach ter het stuur betrokken is. Dan komt er aan het gescheld, gehoon en de grofheden geen eind. Dan zitten ze weer eens echt lekker op hun stokpaardje en schimpen naar hartelust. Kortzichtig vergeten ze daarbij de mannen die dag aan dag brok ken maken. Of hebben ze de sta tistieken nooit gezien? Die liegen er echt niet om. De cijfertjes wij zen uit, dat naar verhouding (dus op een zélfde aantal chauffeurs en chauffeuses) de vrouwen veel minder verkeersongelukken ver oorzaken dan de mannen. Daar spelen verschillende fac toren een rol bij. Ten eerste zal een vrouw zelden onder de in vloed van sterke drank verkeren ten tweede is zij voorzichtiger en beheerster van aard en heeft min der behoefte enige „branie" te demonstreren. Maar kom daar bij een man niet mee aan. Hij ge looft de statistieken niet die door zijn eigen sexgenoten worden op gemaakt. Volgens vele mannen hoort een vrouw nu eenmaal niet achter het stuur en daarmee bas ta. Ze is er niet voor gescha pen Maar in de oorlogsjaren waren de vrouwen wel geschikt en ge-* schapen om als chauffeuses dienst te doen op ambulances en vracht wagens. Toen maakte geen enkele weldenkende man er bezwaar te gen; integendeel ze waren er wat blij mee, dat diezelfde vrouwen het er zo goed afbrachten. Om dan nog maar te zwijgen van de vrouwen die regelmatig vliegtui gen over de oceaan van de V.S. naar Engeland brachten. Maar dat was een andere tijd, waarin de mannen wel wat an ders aan hun hoofd hadden. Zij konden hun branie wel elders uit blazen! Maar als alles weer gewoon wordt, dan moet de vrouw gauw een stapje terug. Want ze is vrouw en mag vooral niet denken, dat ze hetzelfde zou kunnen pres teren als een man. Wat zou er overblijven van het manlijk pres tige, als hij het overwicht van het „sterke geslacht" zonder meer zou prijsgeven? Er is toch al zoveel veranderd sinds het ste nen tijdperk. Langzaam heeft de man terrein moeten prijsgeven sinds kracht niet meer de door slaggevende factor in leven en maatschappij is. En och, we kunnen het wel begrijpen, dat het niet mee valt langzaam van je voetstuk af te dalen. En daarom vergeef je ze als vrouw maar weer. Alle hoon en spot is niets meer of minder dan spijt over het verlies van ter rein. De aangetaste superioriteit moet zich toch ergens rehabilite ren. Gelukkig zijn niet alle mannen eender. Zij die ons als vrouw achter het stuur bespotten, zijn veelal mannen, die op een ander terrein in de maatschappij of thuis... in de vrouw hun meerde re hebben moeten erkennen! Annemarie van Helvoirt Er zijn ruim 12 miljoen blinden in de wereld De Wereldorganisatie heeft bekend gemaakt, dat er in de ge hele wereld omstreeks 12% mil joen blinden zijn. Daarvan leven er alleen al in het werelddeel Azië niet minder dan 9.662.000. waarvan 3,7 miljoen alleen al in India en China. In verhouding zijn er ook veel blinden in Afrika. Zo zijn er in Egypte op een bevolking van 22 miljoen men sen, 26.000 blinden. Het aantal blinden in de wereld zal zelfs nog toenemen, aangezien er in de naaste toekomst rekening moet worden gehouden met een zeer groot aantal mensen die nu niet werden meegeteld omdat zij nog niet totaal blind waren, doch dit binnenkort wel zullen zijn. Voor Azië en Afrika liggen de getallen aanmerkelijk ongunstiger dan voor Europa. In deze wereld delen zijn 750 mensen blind per 100.000 inwoners, in Europa daarentegen 114 op de 100.000. Afgezien nog van de hygiënische en sociale noodtoestanden in Azië en Afrika die voor een deel oor zaak van dit hoge aantal zijn, speelt ook het gebrek aan oog specialisten hier een grote rol. DE ZEEVOGELS EN HUN ZOUTMiILJEU Zeevogels leven in een zoutmil- jeu, d.w.z. de zee is hun domein en het zeewater heeft een bepaald zoutgehalte. Ondervinden deze dieren hiervan geen schadelijke gevolgen? Neen, zoals alles in de natuur zijn zij geheel op het leven in een dergelijk miljeu ingesteld. Onderzoekingen bij zilver- en stormmeeuwen hebben aange toond, dat zij geconcentreerd keu kenzout afscheiden door de wer king van z.g. orbitaalklieren en klieren in het achterste gedeelte van de neus. Proeven wezen uit, dat wanneer men de dieren een intraveneuze injectie van een keu kenzoutoplossing toediende een toeneming van de aktiviteit van de orbitaalklieren viel te onder scheiden, terwijl het uitdruppelen van een geconcentreerde keuken zoutoplossing uit de neus werd waargenomen. OP ZOEK NAAR LEVEN OP ANDERE PLANETEN Reeds lang is de wetenschap bizonder nieuwsgierig naar het feit of op andere planeten leven voorkomt, ongeacht in welke vorm. Er is zelfs een theorie die stelt, dat het leven op onze aarde begonnen zou zijn door levens sporen die van andere planeten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1961 | | pagina 5