DE DUINSTREEK
APPÈL JEUGD-
ANTI- HONGERACTIE
277
SIDONIUS
4c JONG
Hoe maak ik een patroon Passend
voor mijn figuur?
141
y vtoutoen
AAN HET STUUR
Uit de Hogeschool
der wetenschap
99
Tweede Blad
Vrijdag 8 dec. 1961
op 11 november 1961 te Utrecht
D
E
R
0
D
E
S
T
1
E
R
Een verhaal uit de tijd van de voortrekkers en pioniers
verrukkend
voor 't oog!
verrassend
beurs
voor uw
(?^>9^!^W0NINCINRICHTING
99
Dit appèl werd gehouden in de
Jaarbeurs te Utrecht, die de ruim
duizend mensen, die aanwezig wa
ren, gemakkelijk kon bergen.
Van elke gemeente in Nederland
waren twee mensen, een jongen en
een meisje, aanwezig om hun woon
plaats te vertegenwoordigen op
deze dag, die de opening was van
de Anti-Hongeractie „10 x 10". Deze
actie gaat op 8 januari 1962 in en
duurt tot 17 maart van dat jaar.
Wat precies de bedoeling is van
deze actie is ons in de loop van de
dag heel goed duidelijk geworden,
mede door een prachtig actieboek,
dat ons ter hand werd gesteld.
De actieleider, Piet Kersten, heet
te ons allen van harte welkom en
na enige mededelingen had hij een
verrassing, namelijk dat H.K.H.
Prinses Beatrix die zaterdag in ons
midden zou vertoeven. Inderdaad
kwam na enige minuten de prinses
met de burgemeester van Utrecht
de Jaarbeurshall binnen en een har
telijk applaus verwelkomde haar.
Toen sprak ds. N. O. Steenbeek,
voorzitter van de Nederlandse
Jeugdgemeenschap, ons toe. Enige
hoge gasten, onder wie de prinses,
werden toegesproken en welkom
geheten.
Elk land, ook Nederland, wordt
ingeschakeld om de honger te be
strijden. De Nederlandse regering
heeft de N.O.V.I.B. (de Nederlandse
Organisatie voor Internationale Bij
stand) verzocht om met het Neder
lands Comité van de F.A.O. (de
voedsel- en landbouworganisatie
van de Verenigde Naties) de anti-
honger-actie te voeren. „10 x 10"-
actie betekent: gedurende tien we
ken wordt jong Nederland gevraagd
10 van het zakgeld af te staan. In
elke plaats moet een jongerenwerk-
groep zijn om hiervoor te zorgen,
aldus spreker, we moeten voor een
bepaald doel activiteiten gaan ont
wikkelen en nooit zomaar in de
ruimte werken, dat heeft geen zin.
Deze middag, eindigt ds. Steenbeek
is de openingsmiddag van deze
actie.
Hierna zingt de zanger-pianist
Jules de Corte een paar erg leuke
liedjes voor ons. Met zijn droge hu
mor brengt hij de hele zaal aan het
lachen.
Dan stelt de actieleider Piet Ker
sten ons voor:
Jaap Hoogewoud, die ons vertelt,
hoe jonge Nederlanders rond de
Aziatische en Middellandse Zee in
hongerende landen hebben gewerkt.
„Toen wij er kwamen, moesten wij
ons volkomen inleven in deze he
meltergende omstandigheden. De
voeding was erg eenzijdig, in de
winter hadden de mensen bijna
helemaal niet te eten, soms omdat
de oogst mislukt was en soms om
dat ze teveel van het zelfde aten,
zodat ze op het laatst ziek werden
en stierven. Door een cursus voor
de bevolking is dit verbeterd. Een
verpleegster gaf les in kinderver
zorging en er werden badhuizen
opgericht, zodat op het gebied van
hygiëne ook vorderingen gemaakt
werden. Voor de huisvrouwen werd
ook een naai-cursus in elkaar gezet
en demonstraties gegeven. Ons is de
taak, aldus spr., dit werk met veel
energie door te zetten."
Joop D., die ons vertelt, hoe hij
in India werkkampen georganiseerd
heeft. Door overstromingen kwam
de modder de woonhutten binnen.
Er werd een afwateringskanaal ge
graven, maar de bevolking was ont
zettend wantrouwig. Als er echter
een resultaat volgt, helpt jong en
oud mee. Ook vertelt Joop, hoe er
buiten gewoond wordt. Dan hebben
de mensen geen hutten en leven op
straat. De vrouwen zoeken dan op
gedroogde mest van de wegen bij
elkaar, daar wordt een vuurtje van
gestookt, waar voor ieder lid van
het gezin een hap rijst op gekookt
wordt. In ruimtes van twee bij drie
meter wonen gezinnen van tien
mensen of meer. Hieronder zijn dan:
grootvader en grootmoeder, die ziek
en verzwakt zijn, nichtjes of neef
jes, wiens ouders zijn gestorven en
de eigen kinderen. Er bestaat geen
riolering, water moet van verre ge
haald worden. Alles is even ver
schrikkelijk. Maar er wordt iets ge
daan:
Nieuwe wijken met badhuizen en
fonteinen, waar men water uit
haalt, worden aangelegd. Ook hier
worden naaischolen opgericht en
avondscholen gehouden, om de
mensen, die allen analfabeet zijn, te
leren lezen, schrijven en rekenen.
Een hele buurt is dan weer geves
tigd. De armoede blijft echter: het
gemiddelde inkomen van een gezin
van acht personen of meer is zes
tien gulden.
„Wij moeten het besef hebben,
samen verantwoordelijk te zijn voor
deze schreeuwende armoede, die
hier heerst en er zo veel mogelijk
aan doen," aldus Joop.
Ton Brouwer, die verpleegster is,
vertelt ons het volgende: 150 meis
jes werden uitgezonden naar Congo
voor een verpleegsterscursus, die op
de tropen gericht is, uit Ubbergen.
Ton vertrok in 1958 naar Congo en
kreeg daar de zorg en verantwoor
ding te dragen voor een groot zie
kenhuis. Ze had twee verplegers en
een dokter tot haar beschikking.
Met dit beetje personeel moest ze
alles doen. Iedere patiënt nam na
melijk zijn gezin of familie mee
naar de kliniek en die mensen
woonden dan om de kliniek heen in
de open lucht. Door politieke om
standigheden moest Ton Brouwer
Congo verlaten en vertrok naar
Oerandi. Hier is de vrouw van wei
nig betekenis, ze ploetert de hele
dag op het land of werkt aan de
doorlopend lekkende hutten, zodat
er van de opvoeding van de kinde
ren hoegenaamd niets terecht komt.
Daar hebben de vrouwen namelijk
geen tijd voor. Toen werden er stu
dieweken voor onderwijzeressen ge
organiseerd, om hen te leren, hoe ze
de kinderen het beste kunnen ver
zorgen en aanpakken. Aan de hand
van z.g. campagnes werd er ge
werkt: voeding, hygiëne, gezinsle
ven, landbewerking, kortom alles
werd behandeld, ook voor de vrou
wen. Daarna werd een radiopro
gramma opgezet met als onderwer
pen ook bovenstaande projecten.
Na deze drie mensen, die van hun
belevenissen vertelden, droeg Otto
Sterman, de bekende voordrachts
kunstenaar, gedichten voor. Onder
andere gedichten van twee Noord-
amerikaanse schrijvers: „Ik ben een
neger" en „De nieuwe neger". Hier
op volgt „de slaaf spreekt". Al deze
gedichten dringen in al hun naar
geestigheid bij je naar binnen: je
ziet a.h.w. de slaven met afgehakte
handen en soms voeten zich afbeu
len op het land van hun meester,
die hen onrechtvaardig en als bees
ten behandelt. Otto Sterman ver
staat de kunst de mensen aan het
denken te brengen. Hierna draagt
hij nog een gedicht voor van de An
tilliaan Marcel de Bruin en van
Sango Darwy het gedicht „Wij
Negers", waarin ook het vreselijke
leed van vele dezer kleurlingen tot
uiting komt. Van Louis Palesmatos
draagt hij dan nog voor het gedicht
„Eten". Hierin schreeuwt de neger
zijn aanklacht uit tegen het veel te
weinige eten dat hij krijgt: Afrika
gromt, omdat het niet of bijna hele
maal niet genoeg eten kan.
Dan stelt Otto Sterman ons de
rOE INDIAAN. Off NJ 179
"V HANDEN VAN DE 8oe
REN ACH TE QUE
E NEET HEEL &OEJ) UjNLAATH/E
DAT HET TEOEN DE RE) D°°R jOU
&ELi/i:'DE eOEREN^\y,£r-s zeggen,)
rode 7 bronh
HWAffa
KOLONEL
KORPORAAL
ONTiNAPT.
tegenwoordige wereld van ellende
voor: moord, aanrandingen, oorlog,
atoombommen, haat, ruzie enzo
voort. Daaruit bestaat de wereld als
men de kranten dagelijks leest. „Ik
ben maar gewoon een neger," zegt
Otto Sterman. Ik speel op gezette
tijden een kaartspelletje, drink op
gedenkwaardige dagen mijn flesje
bier en vrij op zijn tijd eens lekker.
Maar als ik nu eens niet een ge
wone neger was, maar bij voorbeeld
een dominee, dan zou ik bidden, hè,
ongeveer zo:
Och, Heer, wij zijn allemaal men
sen bij elkaar. We leven in een we
reld, die veel rot-dingen heeft, maar
ook veel goede dingen. Laten wij de
goede dingen nu eens bij elkaar
zien, dan is het toch nog altijd de
moeite waard om te blijven leven,
Heer! Daarom, Heer, laat de mens
heid vergeven en vergeten en sa
men verantwoordelijk zijn voor het
menselijk geluk op aarde. Leer ons
dan toch, Heer, hoe wij vrede op
aarde moeten behouden, met die
vreselijke Atoom-bom, die overal
loert op ons. Laat ons eerlijk tegen
over elkaar staan, Heer, maar niet
met messen, die we stiekum achter
onze rug houden. Laat ons dan ten
slotte sterven, Heer, niet door die
Bom, maar gelukkig en tevreden
met ons menselijk lot. Amen.
Na deze indrukwekkende voor
dracht spreekt voor ons: prof. ir.
G. J. A. Terra. Hij vertelt ons over
de tropen. Daar heerst veel armoe
de en ellende. Vele bewoners pro
duceren op hun tuintje of stukje
land slechts wat ze voor hun gezin
nodig hebben, en dat is dan vaak
nog niet eens genoeg. De arbeid
brengt lang niet genoeg op: daar
door zijn de mensen zwak en onge
zond. Ze krijgen geen eiwit, geen
vitaminen. Deze mensen moeten
door ons geholpen worden om tot
een eigen ontwikkeling te komen.
De voeding moet ten eerste verbe
terd worden: door een zogenaamd
groentetuin-project. Er bestaan geen
groentetuinen en velden. Alles moe
ten ze zelf maar een beetje bij el
kaar zien te scharrelen. Nu moeten
de mensen zelf een tuin gaan hou
den. Er zijn zelfs streken, waar
melk, vlees, vis en eieren totaal on
bekende waren zijn. In die streken
bestaat het voedsel uit knollen, die
slecht zijn omdat er steeds weer te
veel van gegeten wordt om toch
maar iets in de maag te hebben.
We moeten aan de Goudkust den
ken: er valt regen genoeg, er zijn
ruimten voor tuinen en stukjes ont
gonnen land. De Compagnie tot be
strijding van de honger moet met
de F.A.O. nauw samenwerken. In
de te helpen gebieden is met de ver
schillende parlementen overleg ge
pleegd.
Na prof. ir. Terra beklom de am
bassadeur van Dahomey in Frank
rijk, Emiel Zinsou, het spreekge
stoelte. Dr. Senzoe sprak vanuit de
jeugdbeweging in zijn land, Nigeria.
Geloof, hoop en liefde moeten door
alle mensen samengebracht worden
in deze actie, aldus dr. Senzoe,
want de problemen zijn vele en van
ernstige aard. Na deze Franse toe
spraak volgde een Engelse van
Mohammed Alkari uit Afrika.
Twee/derde van de wereldbevolking
lijdt honger in één of andere mate
en is ondervoed en ziek van de hon
ger. In Afrika zijn er vele proble
men over de landbouw- en voedsel-
organisaties. „Ik groet u, jeugd van
Nederland, en vraag u, met vereen
de krachten een oplossing te bren
gen in de grote strijd tegen de
honger!!"
Hierna beklimt Jules de Corte
weer het podium en neemt plaats
achter de vleugel. „Ik zing drie lied
jes voor u, waarvan ik er twee ken
en het derde bijna. Vergeeft u het
mij maar, want u kent het helemaal
niet". Na de twee eerste liedjes stelt
hij ons voor: Mies de Jong, zijn pia
niste. Ze zal het derde lied begelei
den. Dit heeft hij speciaal voor de
Anti-Honger-Actie gecomponeerd en
dan zingt hij:
„De mensen in hongerland zijn
moe, kinderen kreperen in honger
en ellende. Overal heerst daar de
armoede. Miljoenen vechten om
(Ingezonden mededeling)
GORDUN
MIENT 23 ALKMAAR
ER ZIJN veel dames die hun
eigen japonnetje maken, maar
tobben met bepaalde problemen.
Eén daarvan is wel, dat het pa
troon dat zij kochten, niet hele
maal passend is op hun figuur.
Dan wordt er getobd en geknoeid,
gezwoegd en geploeterd en het
resultaat is soms niet bevredi
gend, zeker niet na alle moeite
die er voor gedaan is.
Het is nu eenmaal niet anders
dan dat de patronenfabrikanten
genoodzaakt zijn bepaalde stan-
daardmaten aan te nemen, waar
op zij hun patronen fabriceren. Er
zijn dus bepaalde maten voor een
patroon maat 38. Vele dames, die
b.v. voor de bovenwijdte een pa
troon maat 38 nodig hebben, ko
pen een patroon van die maat.
Maar dan begint het getob. Ze
hebben het patroon keurig over
gebracht op de stof en dan blijkt
dat het hier te wijd en daar te
krap is. En dat is begrijpelijk,
want hoeveel dames van bijvoor
beeld maat 38 zullen precies die
maten hebben? Het zijn er maar
weinig. De meesten wijken hier
of daar wat af. Er zijn dames die
korter zijn, die langer zijn. dames
met bredere schouders, met brede
heupen, met smalle heupen, kort
om ga zo maar door.
Maak een standaardpatroon!
DE OPLOSSING voor dit pro
bleem is betrekkelijk eenvoudig,
wanneer we er althans even de
moeite voor willen nemen. We
maken een standaardpatroon van
ons eigen figuur! Heel simpel en
heel eenvoudig, waardoor we in
staat zijn het gekochte patroon te
controleren op zijn pasvorm ten
opzichte van ons figuur. En hier
toe nemen we de volgende maten,
waarmee ons figuur volkomen in
kaart wordt gebracht.
We beginnen met de boven
wijdte. Die nemen we over het
dikste gedeelte van de buste en
iets hoger in de rug. Voorts de
rugbreedte en wel twee maten,
ten eerste van armsgat tot arms
gat en ten tweede van oksel tot
oksel aan de zijnaad. Dan volgt
de bovenlengte van de schouder
naad tot natuurlijke taille zowel
voor als achter waarbij we boven
dien de maten links en rechts ne
men. Dan krijgen we de borst-
breedte van armsgat tot armsgat.
De lengte onder de arm van oksel
tot natuurlijke taille, zowel rechts
als links.
De taille wordt genomen op na
tuurlijke hoogte rondom en weer
verdeeld in zoveel centimeter voor
en zoveel centimeter achter. De
halswijdte om het dikste deel van
de hals. Dan de heupwijdte over
het dikste deel van de heupen,
waarbij tevens wordt genoteerd
hoeveel centimeter deze maat on
der te taille ligt. Deze heupwijdte
verdelen we ook weer in voor en
achter gerekend van zijnaad tot
zijnaad. De schouderlengte wordt
gemeten van hals tot eind van de
schouder. Dan de armsgaten, zo
wel rechts als links, om eventuele
verschillen ook te kunnen consta
teren.
Denk om de speling
DE MOUWLENGTE meten
we met gebogen arm en verdelen
die weer onder in van schouder
tot elleboog en van elleboog tot
pols en aan de binnenkant meten
we van oksel tot pols. Voorts de
mouwwijdte op dikste gedeelte
bovenarm, de onderarm en de
pols. En tenslotte de totale lengte
van middenachter hals tot de
grond en van middenachter taille
tot de grond. Al naar gelang de
mode meten we de roklengte en
wel hoeveel centimeter die voor
ons van de grond is. Bij de maten
voor bovenwijdte rugbreedte, rug
lengte, heupwijdte, mouwlengte
(elleboog tot pols) en mouwwijd
te bovenarm, moeten we enige
centimeters bijtellen, dit om
ruimte te laten voor bewegings
vrijheid.
We zetten al deze benodigde
maten keurig onder elkaar op een
lijstje. Zetten we die maten uit
op patroonpapier of op een goed
kope stevige stof, dan is het niet
moeilijk om al die punten onder
ling met soepele lijnen te verbin
den en dan ons patroon uit te
knippen.
Wanneer we een patroon ko
pen, dan kunnen we thuis onze
patroondelen er mee vergelijken
en zien we spoedig waar de moei
lijkheid zit. Het is dan mogelijk
de gekochte patroondelen zo te
wijzigen, dat ze voor ons passend
zijn. Op die manier voorkomen
we narigheid en werken we stukken
vlotter.
Houdt u ook rekening met de
naden? Er is echt niet zoveel voor
nodig, een beetje fantasie en aan
de andere kant logisch denken,
dan worden de problemen vanzelf
opgelost.
het dagelijks eten. En wij, wij
smijten met brood zonder gewe
tensbezwaar. Wij buigen in aller
lei bochten om een ieder te over
tuigen, dat we alles beter doen
dan zij. Mensen die hongeren vra
gen om vitaminen en desnoods
ook nog naar machines. Ook vra
gen ze om medicijn, om melk voor
hun zieke en stervende kinderen,
en ze vragen om brood, al. is het
maar een korst.
Mensen in hongerland zijn moe,
zo moe van het altijd maar
ontberen. Ze kunnen met hun ar
moede niet meer toe, wij kunnen
hen niet meer regeren. Ze sterven
in krampen van honger, ellende,
kou en armoede
Hierna wordt het Actie-Comité
voorgesteld. Voor elke provincie is
er een vertegenwoordiger. Dan
volgt het Appèl der provincie, waar
elke provincie antwoordt „Ja, wij
doen mee" op de gestelde vraag. Op
de vraag van Piet Kersten, de actie
leider, of heel Nederland meedoet,
antwoorden 1200 mensen eenparig:
Ja wij doen mee!!!
Dan sluit ds. Steenbeek deze bij
eenkomst met een dankwoord voor
het Ja-woord van heel Nederland.
Heb als vrouw achter het stuur,
niet het ongeluk, dat je motor niet
dadelijk wil aanslaan wanneer je
hem bij een overweg of open brug
hebt afgezet. Een luid getoeter
zal je op de hoogte brengen van
het onhoffelijke ongeduld van de
autoberijders achter je. Je weet
precies wat er gedacht en mis
schien wel gescholden zal wor
den: „Wat doet zo'n wijf ach
ter het stuur!" Net of een man
zo iets niet kan overkomen en
velen ook dagelijks overkomt!
Heus, ik begrijp nog steeds niet,
waarom de mannen ons onze
plaats aan het stuur zo heftig
misgunnen. Waarom hebben ze
voor ons steeds een sneer en krij
gen ze een twijfelachtige, en niet
te zeggen dubbelzinnige blik in
hun ogen, als ze horen dat je
chauffeert, of maken ze zich er
in het gunstigste geval met een
medelijdend schouderophalen
vanaf?
En laat er eens iets gebeuren,
waarbij toevallig een vrouw ach
ter het stuur betrokken is. Dan
komt er aan het gescheld, gehoon
en de grofheden geen eind. Dan
zitten ze weer eens echt lekker
op hun stokpaardje en schimpen
naar hartelust.
Kortzichtig vergeten ze daarbij
de mannen die dag aan dag brok
ken maken. Of hebben ze de sta
tistieken nooit gezien? Die liegen
er echt niet om. De cijfertjes wij
zen uit, dat naar verhouding (dus
op een zélfde aantal chauffeurs
en chauffeuses) de vrouwen veel
minder verkeersongelukken ver
oorzaken dan de mannen.
Daar spelen verschillende fac
toren een rol bij. Ten eerste zal
een vrouw zelden onder de in
vloed van sterke drank verkeren
ten tweede is zij voorzichtiger en
beheerster van aard en heeft min
der behoefte enige „branie" te
demonstreren. Maar kom daar bij
een man niet mee aan. Hij ge
looft de statistieken niet die door
zijn eigen sexgenoten worden op
gemaakt. Volgens vele mannen
hoort een vrouw nu eenmaal niet
achter het stuur en daarmee bas
ta. Ze is er niet voor gescha
pen
Maar in de oorlogsjaren waren
de vrouwen wel geschikt en ge-*
schapen om als chauffeuses dienst
te doen op ambulances en vracht
wagens. Toen maakte geen enkele
weldenkende man er bezwaar te
gen; integendeel ze waren er wat
blij mee, dat diezelfde vrouwen
het er zo goed afbrachten. Om
dan nog maar te zwijgen van de
vrouwen die regelmatig vliegtui
gen over de oceaan van de V.S.
naar Engeland brachten.
Maar dat was een andere tijd,
waarin de mannen wel wat an
ders aan hun hoofd hadden. Zij
konden hun branie wel elders uit
blazen!
Maar als alles weer gewoon
wordt, dan moet de vrouw gauw
een stapje terug. Want ze is
vrouw en mag vooral niet denken,
dat ze hetzelfde zou kunnen pres
teren als een man. Wat zou er
overblijven van het manlijk pres
tige, als hij het overwicht
van het „sterke geslacht" zonder
meer zou prijsgeven? Er is toch
al zoveel veranderd sinds het ste
nen tijdperk. Langzaam heeft de
man terrein moeten prijsgeven
sinds kracht niet meer de door
slaggevende factor in leven en
maatschappij is.
En och, we kunnen het wel
begrijpen, dat het niet mee valt
langzaam van je voetstuk af te
dalen. En daarom vergeef je ze
als vrouw maar weer. Alle hoon
en spot is niets meer of minder
dan spijt over het verlies van ter
rein. De aangetaste superioriteit
moet zich toch ergens rehabilite
ren.
Gelukkig zijn niet alle mannen
eender. Zij die ons als vrouw
achter het stuur bespotten, zijn
veelal mannen, die op een ander
terrein in de maatschappij of
thuis... in de vrouw hun meerde
re hebben moeten erkennen!
Annemarie van Helvoirt
Er zijn ruim 12 miljoen blinden
in de wereld
De Wereldorganisatie heeft
bekend gemaakt, dat er in de ge
hele wereld omstreeks 12% mil
joen blinden zijn. Daarvan leven
er alleen al in het werelddeel
Azië niet minder dan 9.662.000.
waarvan 3,7 miljoen alleen al in
India en China. In verhouding
zijn er ook veel blinden in Afrika.
Zo zijn er in Egypte op een
bevolking van 22 miljoen men
sen, 26.000 blinden. Het aantal
blinden in de wereld zal zelfs nog
toenemen, aangezien er in de
naaste toekomst rekening moet
worden gehouden met een zeer
groot aantal mensen die nu niet
werden meegeteld omdat zij nog
niet totaal blind waren, doch dit
binnenkort wel zullen zijn.
Voor Azië en Afrika liggen de
getallen aanmerkelijk ongunstiger
dan voor Europa. In deze wereld
delen zijn 750 mensen blind per
100.000 inwoners, in Europa
daarentegen 114 op de 100.000.
Afgezien nog van de hygiënische
en sociale noodtoestanden in Azië
en Afrika die voor een deel oor
zaak van dit hoge aantal zijn,
speelt ook het gebrek aan oog
specialisten hier een grote rol.
DE ZEEVOGELS EN HUN
ZOUTMiILJEU
Zeevogels leven in een zoutmil-
jeu, d.w.z. de zee is hun domein
en het zeewater heeft een bepaald
zoutgehalte. Ondervinden deze
dieren hiervan geen schadelijke
gevolgen? Neen, zoals alles in de
natuur zijn zij geheel op het leven
in een dergelijk miljeu ingesteld.
Onderzoekingen bij zilver- en
stormmeeuwen hebben aange
toond, dat zij geconcentreerd keu
kenzout afscheiden door de wer
king van z.g. orbitaalklieren en
klieren in het achterste gedeelte
van de neus. Proeven wezen uit,
dat wanneer men de dieren een
intraveneuze injectie van een keu
kenzoutoplossing toediende een
toeneming van de aktiviteit van
de orbitaalklieren viel te onder
scheiden, terwijl het uitdruppelen
van een geconcentreerde keuken
zoutoplossing uit de neus werd
waargenomen.
OP ZOEK NAAR LEVEN
OP ANDERE PLANETEN
Reeds lang is de wetenschap
bizonder nieuwsgierig naar het
feit of op andere planeten leven
voorkomt, ongeacht in welke
vorm. Er is zelfs een theorie die
stelt, dat het leven op onze aarde
begonnen zou zijn door levens
sporen die van andere planeten