GELD en IDEALEN
Nieuws van overal
De slachtvee-sector
in de Sowjet-unie
door HENK VAN HEESWIJK
„Kees!". Hermie was bij deze woorden gloeiendrood gewor-
de en met een ruk kwam ze overeind. Voor Kees er erg in had,
voelde hij eensklaps een brandende plek op zijn wang en meteen
kwam hij tot zichzelf. Stom verbaasd bracht hij zijn hand naar
zijn wang en keek naar de hand, die hem in een moment van
uiterste woede had geslagen. Zo stonden ze tegenover elkaar,
hoog opgericht. Kees, nog steeds geschrokken van haar onver
wachte reactie op zijn woorden. Hennie, zelf eveneens ontzet
van haar daad.
Toen pakte ze resoluut zijn arm en nam hem mee naar de
hoek van het vertrek. Ze dwong hem te gaan zitten en nam
zelf naast hem plaats.
„Ik zal jou eens een verhaaltje vertellen, jongeman", zei ze
met een vastberaden trek om haar mond. „Een heel mooi ver
haaltje. En dan hoop ik, dat je je zult schamen over de woorden,
die je zoëven gesproken hebt
HOOFDSTUK 20
Hennie vertelt
Zie leunde achterover en keek voor zich uit, terwijl ze haar
handen vouwde. „Eens werd er in een gezin in de Anjeliers
straat in Amsterdam een meisje geboren. Het was het vierde
kind in dat gezin, er waren nog drie oudere broers. Het was in
de jaren voor de oorlog en de crisis begon zo n beetje voelbaar te
worden. De lonen gingen omlaag, het legertje werklozen groeide
en de armoede greep om zich heen. Naarmate het kind groter
werd, werd ook de ellende in het land groter en in het gezin wel
in het bizonder. De vader raakte werkloos, moest naar het stem
pellokaal en kwam zaterdags thuis met een aalmoes, teveel om
te sterven en te weinig om te leven, zei de moeder. Het was dus
geen vetpot in dat gezin, omdat geen van de kinderen al oud
genoeg was om geld te verdienen.
De vader ging de straat op, want de moeder mopperde de
hele dag, dat ze van die paar centen niet kon leven en dan pro
beerde vader er stiekum wat bij te scharrelen, wat soms lukte.
Maar je verrader slaapt nooit en toen vader eens 'n karweitje op
knapte, waarmee hij een gulden extra verdiende, werd hij door
een controleur betrapt en kreeg voor straf een week geen uit
kering. Dat was een week lang honger en gemopper. Het resul
taat begrijp je: op een goede of kwade dag vergreep de vader
zich aan een andermans eigendom. Er was voor enkele weken
wat meer geld, maar toen de man voor de tweede keer een
diefstal probeerde te plegen, werd hij in zijn kraag gepakt en op
gesloten. Toen was er helemaal geen inkomen voor dat gezin.
Kerk en Armenzorg spijkerden wat bij, zodat er in ieder geval
net genoeg was om niet van honger om te komen. Het meisje
laten we haar Drika noemen had dus niet bepaald een
zonnige jeugd. En toen haar vader uit de nor kwam en weer
moest gaan stempelen, want werk was er ternauwernood voor
een fatsoenlijk mens, laat staan voor een ontslagen gevangene,
begon het lieve leven van voren af aan.
De oorlog kwam en daarmede andere narigheden. 'Weliswaar
was er weer werk en vader bracht tenminste zaterdags weer een
bescheiden weekloon mee naar huis. De jongens gingen ook ver
dienen, maar één was al te oud, dat hij gevorderd werd voor
Duitsland en die dook prompt onder. Drika ging naar school
voorzover dat mogelijk was en leerde, wat er te leren viel op
een volksschool in de Jordaan. Jij komt zelf uit de Jordaan, dus
wat dat betreft, hoef ik je niets te vertellen.
In de oorlog verdiende Drika's vader vaak een extratje met
louche zaakjes, maar dat was toen niet erg en de extratjes wa
ren welkom. De vader had altijd als slagzin gehad: „Met geld
doe je wonderen en als je het niet hebt, is het donderen Aan
gezien dit gezin het doorgaans niet had, was het dan ook meestal
donderen. Maar in de oorlog leerde je veel dingen die nu on
behoorlijk genoemd worden en Drika leerde ook de eerste waar
heden van vader s slagzin. Want ze verdiende op haar manier
ook kleinigheden op de zwarte markt en constateerde zelf, dat
je met geld inderdaad wonderen kon doen.
Die kleine Drika ging al vroeg aan het peinzen. Ze zag de
chronische armoede in hun gezin en de slagzin van haar vader
hamerde maar door haar hoofd. Toen de oorlog afgelopen was
en de toestand geleidelijk aan normaler werd, had ze voldoende
geleerd, volgens haar vader en die vond dat het tijd werd om
ook maar wat te gaan verdienen. Daar had het meisje niets op
tegen en zo begon ze op vijftienjarige leeftijd als inpakster op
een fabriek. De na-oorlogse hoogconjuctuur begon merkbaar te
worden en de lonen stegen. Maar de vijftienjarige Drika be
greep zeer wel, dat deze hausseperiode niet eeuwig zou duren.
Ze was vast besloten ervan te profiteren, zo goed en zo gauw
mogelijk. Want vaders slagzin was voor haar dé waarheid: al
leen met geld kon je wat bereiken in het leven en de kleine
Drika wilde geld hebben, want ze wilde wat bereiken. Daarom
isoleerde ze zich geheel op de fabriek en ook op straat. Andere
meisjes van 15, 16 jaar gingen al met jongens uit, maar Drika
spaarde iedere cent, die ze weg kon leggen en negeerde de jon
gens. Af en toe kocht ze betere kleren en al heel gauw zag ze er
degelijk en netjes gekleed uit, in tegenstelling tot haar collega's.
Het resultaat van dit alles was, mede ook doordat zij haar werk
nauwgezet en plichtsvol verrichtte, dat men haar in de gaten
kreeg. Men haalde haar uit de afdeling en gaf haar beter, ver-
antwoordelijker werk, dat ook beter betaalde. Na een jaar
kwam ze op weer een andere afdeling en met haar achttiende
jaar volgde ze de cheffin op. Ze werd lid van de opgerichte per
soneelsvereniging, ze kon aardig acteren en speelde in toneel
stukjes op de feestavondjes. Ze kreeg een leuke toet en een
aardig figuurtje. Ze kleedde zich steeds mooier en droeg altijd
de laatste mode, want ze had smaak.
Het kon niet anders, of de achttienjarige Drika viel op. Een
der directeuren danste op een feestavondje met haar en gaf
haar complimentjes. Op een tweede feestavond hield hij zich
bijna uitsluitend met de aardige Drika bezig en bracht haar
's avonds naar haar kamer, want ze woonde natuurlijk al lang
niet meer in de Anjeliersstraat. Wat ze verwachtte gebeurde: de
deftige, rijke directeur nam zijn kleine cheffin in de armen en
kuste haar. Maar toen hij mee wilde naar haar kamer, weigerde
Drika gedecideerd.
De rest van de historie kan kort zijn, Kees. De directeur werd
tot over zijn oren verliefd op zijn cheffin van de expeditie en
omdat zij niets voelde voor goedkope avontuurtjes bleef hem
maar één weg over om haar geheel in zijn bezit te krijgen: trou
wen. En toen had de arme Drika uit de Anjeliersstraat haai
doel bereikt. Tenminste, dat dacht ze. Want wat wilde ze nog
meer? De rijke directeur van de grote fabriek ging met haar
trouwen en zij zou gaan wonen in een mooie villa. En ondanks
de tegenzin van de familieleden van de directeur trouwde hij
met de cheffin en op de trouwdag zei de directeur tegen zijn
jonge vrouwtje: Vanaf vandaag heet je niet meer Drika. Ik zal
je Hennie noemen
Dé vrouw zweeg en keek voor zich uit, de handen gevou
wen in haar schoot. Bij de laastste woorden, die ze gesproken
had, was Kees langzaam rood geworden. Hij draaide zich naar
haar toe en bevochtigde zijn lippen, die droog geworden waren
van ontzetting. Hij prevelde wat, maar er kwam geen geluid
uit zijn mond. Hij schudde zijn hoofd en zuchtte, tot hij er ein
delijk uit kon brengen: „Henniejij
Ze knikte zonder hem aan te zien. En alsof ze in een droom
sprak, ging ee verder: „Jaik was dat arme fabrieksmeisje
En waar droomt een arm fabrieksmeisje van, dat al die ellende
in huis gezien heeft en voor wie iedere vorm van luxe een onbe
reikbaar begrip was? Dat meisje droomt van mooie kleren en
lekker eten en drinken, van een goede positie, die geld opbrengt,
kortom: dat kind wil wat bereiken in de wereld. Vader's slag
zin hamerde iedere dag door dat kleine hoofdje van haar: „Met
geld doe je wonderen". En hoe ouder ik werd, hoe meer ik de
waarheid van die woorden constateerde. Daarom heb ik mezelf
jarenlang de meeste jeugdgenoegens ontzegd. Daarom wilde ik
niet uit met mijn mannelijke medearbeiders. Niet dat ik op hen
neerzag, o nee, want ik voelde mij één met hen. Maar toch wilde
ik trachten er bovenuit te komen. Ik wist, dat ik in een cirkeltje
van armoede, zorgen, gebrek, hard werken en een donker huis
in de Jordaan zou blijven ronddraaien, als ik zou trouwen met
een jongen van de fabriek. Daarom bemoeide ik me niet met
hen en beet van me af, als dat nodig was. Ze noemden me de
ongenaakbare en ik heette trots te zijn. Goed, ik was trots op
mijn wilskracht, op mijn energie. Ik zette de tanden op elkaar
om vooruit te komen met de middelen, die mij ten dienste ston
den. Ik was rotsvast in de overtuiging, dat ik éénmaal iets zou
bereiken in het leven. Ik moest en ik zou er bovenuit komen. En
ik kwam er. Geld wilde ik hebben en is dat erg? Als je nooit
anders dan armoede en zorgen gekend hebt? Ik weet nu. wat
geld betekent. Ik heb geen zorgen meer, ik heb het goed gehad
met Ed, die een zeldzame schat voor me was en die iedere
wens van me vervulde. Goed, je mag het nu weten: Toen ik
met Ed trouwde, deed ik dat om zijn geld. Werkelijk, zo mate
rialistisch was ik geworden. Wel, ik mocht hemhij was
altijd zo attent en lief. Maar ik trouwde niet uit liefde, alleen
om het gemakkelijk te hebben en om te kunnen kopen, wat ik
graag wilde hebben. En toen ervoer ik, dat je inderdaad met
geld wonderen kunt doen. En Ed wist het, dat geld voor mij
hoofdzaak was. Ik heb het hem eerlijk verteld. Hij lachte erom
en zei, dat hij me zou leren liefhebben. En dat is hem inderdaad
gelukt. Al in de eerste weken van ons huwelijk kreeg ik hem lief.
steeds meer hield ik van hem, omdat hij zo ontroerend veel van
mij hield. Je moest wel van hem houden. En we zijn ontzettend
gelukkig met elkaar geweest
Later, toen ik alleen overgebleven wasEd's familie heeft
mij nooit geaccepteerd. Ze hebben hemel en aarde bewogen om
Ed te weerhouden met mij te trouwen. Maar Ed was de oudste
directeur en had het meest te vertellen. Hij deed wat hij wilde,
dus negeerde hij zijn moeder, zijn broers en zusters. Maar toen
Ed verongelukt waskort na de begrafenis al lieten ze mij
het huis uitzetten door een deurwaarder, zonder één cent. Lif
tend ben ik naar Amsterdam gegaan en daar ben ik het kantoor
van de eerste de beste advokaat binnengelopen en heb hem de
hele historie verteld'
„En die advokaat was Halbersma?".
Ze knikte. „Ja, Wim was het. En Wim was terstond bereid
mijn raadsman te zijn in deze kwestie. En niet alleen dat
ook mijn vriend. Hij hielp me aan geld, zorgde die avond nog
voor een hotel en heeft voor mij het proces tegen de Kaandor
pers gewonnen. Maanden later mocht ik weer terugkomen op
„De Kaan". Kun je begrijpen, dat ik Wim dankbaar was en dat
onze vriendschap door de jaren heen verstevigde? Je hebt nu
een deel van mijn levensgeschiedenis gehoord en de rest zal ik
je nu ook vertellen. Wim en ik zijn in 't geheim verloofd en bin
nenkort gaan we trouwen. Zo, nu weet je 't. Kees, Daarom moest
ik je aanzoek afwijzen, domme jongen. Niet omdat jij de zoon
bent van een havenarbeider, want ik ben de dochter van een
beroepsstempelaar, die bovendien nog in de bajes gezeten heeft
Maar omdat ik van Wim houd en hij van mij".
Ze draaide zich nu naar hem om en keek in zijn gezicht. Hij
schudde zijn hoofd. „Sorry, Hennie, dat ik me als een schoft
heb aangesteld. Wat moet je wel van me denken?"
Ze legde haar hand op zijn arm. „Ik ben dat al vergeten,
Kees. Maar misschien kun je nu ook begrijpen, waarom ik toen
in dat warenhuis tussenbeide kwam Ik dacht aan mijn vader en
ik dacht aan mijn zonloze jeugd. En ik zag de gevangenis al
voor je open staan met al de gevolgen van dien. Ik wist, dat
dit niet de methode was om aan het geld te komen en toen reeds
besloot ik om je te helpen, als dat mogelijk zou zijn. Ik had geld
en ik dacht aan vader's slagzin. Ik wist het: in dit geval zou ik
met mijn geld wonderen kunnen doen. Ik wond de mensen op
dat kantoor om mijn vinger, toen ik een flinke bestelling deed.
Ik kon je meenemen naar buiten, als vrij man. Ik besloot je ver
der te helpen, toen ik je levensgeschiedenis had gehoord, die
zoveel op de mijne leek. Er waren mogelijkheden en die zijn
uitgebuit. Je bent er nu, je hebt je er ook bovenuit gewerkt, op
een andere, wellicht eervolle manier dan ik het gedaan heb,
maar het resultaat is, dat je er kwam. mede ook dank zij je
doorzettingsvermogen. Je bent nu een advokaat, die naam be
gint te maken. Je zult binnen een jaar een eigen kantoor hebben,
dat voorspel ik je, en personeel en misschien wel een wagen en
je zult kieskeurig kunnen zijn in de keuze van je zaken. Ik ben
blij, dat ik in de gelegenheid was om je te helpen. Ik kreeg zo
doende ook weer een doel in mijn leven en ik genoot iedere
keer, als ik zag dat je vorderingen maakte, toen je slaagde op de
avondschool, toen Heek, dat je gemakkelijk leerde en toen je
als slotstuk van je studie het verheugende telegram stuurde.
Kees, ik was trots op je en ik ging geleidelijk aan van je houden.
Maar ik ben jaren ouder dan jij en ik beschouw je als mijn pleeg
zoon. Ik houd van je als een moeder van haar grote zoon. Blijf
het zo zien, lieve jongen. In elk ander opzicht zou ik een teleur
stelling voor je zijn. Ik zou dat jeugdige enthousiasme van jou
niet meer kunnen beantwoordenik pas beter bij een beza
digder man als Wim. Dé wilde haren zijn er bij mij al lang uit.
Ik zou je carrière in de weg staan. Stel je voorik heb er
zelf aan helpen bouweneen huwelijk tussen jou en mij zou
alles weer afbrekenMaar je mag het weteniedere
vrouw is ijdel en graag gevleidje aanzoek heeft m'n ijdel-
heid gestreeld
Ze zuchtte. „Kom, ik maak nog een lekker kop koffie klaar
en dan ga jij terug naar Amsterdam".
Ze wilde naar de keuken gaan, maar ze bleef plotseling staan
en keek hem lachend aan. Toen greep ze zijn handen en trok
hem overeind. Ze trok hem dicht naar zich toe en drukte een
kus op iedere wang. „Kijk, lieve jongenzei ze zacht, terwijl
ze hem stevig vasthield, „zo houd ik nu van je, begrijp je? Niet
als een wilde, verliefde bakvismaar als een bezadigde, ver
standige, oudere vrouw. Je bent een schat en ik ben trots op
mijn beschermeling, meester Kees Galis! En mijn liefde voor
jou is, zoals die in de Bijbel geschreven staat. Sla er 1 Corinthe
13 maar eens over na, daar kun je het lezen. En dan kun je ook
begrijpen, dat mijn hart zo groot is, dat er ruim plaats is voor
Wim en voor jou. Wim straks als mijn echtgenoot, jij als mijn
pleegzoon. Ik weet zeker, dat pa en moe Galis mij dat niet kwa
lijk zullen nemen. En wie er toch kwaad van wil denken, moet
zijn gang dan maar gaan
Ze liet hem los en keek hem met schitterende ogen aan. Hij
boog zich over haar heen en drukte een kus op haar voorhoofd.
„Dank je, Hennie, dat je alles zo sportief wilt opvatten. En
ik bied je mijn excuses aan voor die lelijke beschuldigingen
Ze legde een vinger op zijn lippen. „Stil, dat ben ik al ver
geten. Daar heb ik je overigens een tik voor gegeven, waar ik
nu al spijt van heb. We zijn dus quitte. En nu de koffie
wat drommel, ik zou helemaal mijn plichten als gastvrouw ver
geten".
Even later zaten ze weer rustig tegenover elkaar aan de tafel
„Hoe gaat het nu met „De Kaan", Hennie?", vroeg hij, „als je
met Halbersma trouwt?".
Ze zuchtte. „In het 'testament staat, dat ik hier mag blijven
wonen, zolang ik weduwe ben. Ik zal moeten vertrekken en dat
is nog het zwaarste voor me. Ik houd van „De Kaan", maar
ik houd ook van Wim. Ik heb lang gestreden en steeds won „De
Kaan" het. Maar nu weet ik, dat mijn liefde voor Wim groter
is. Ik zal dit offer nu gemakkelijker kunnen brengen. Ik zal ge
lukkig met hem zijn, anders dan met Ed, maar toch weet ik,
dat ik met Wim gelukkig zal zijn. Hij is zo'n zeldzame schat en
hij heeft al die jaren geduldig op me gewacht
Kees knikte. „Nu begrijp ik, wat hij bedoelde op die dag toen
Hasting me schreef dat hij me niet wilde als schoonzoon. Ik
vertelde het Halbersma en hij troostte me. Hij zei toen: Ga aan
het werk. Werk is in zulke gevallen de beste remedie. Mis
schien spreek ik wel uit ondervinding. Ja, dat zei hij en ik be
greep het toen niet helemaal. Ik dacht aan een versmade liefde
in zijn jeugdjaren, maar dat hij en jijnee, dat is nooit bij
me opgekomen
Ze lachte. „Of we het ook goed geheim gehouden hebben
he?". Op dat moment ging de bel.
HOOFDSTUK 21
Als je voor elkaar bestemd bent
Beiden keken elkaar verbaasd aan. Kees blikte werktuigelijk
op zijn horloge en constateerde, dat het bijna tien uur was. En
Hennie zei: „Wie kan dat nu zijn, zo laat?".
Ze stond op en ging naar de hal. Kees hoorde, hoe ze de deur
opende en een vrouwenstem sprak enkele woorden. Met een ruk
kwam hij overeind. Alle kleur trok uit zijn gezicht weg. Die
stemdat kon toch niet
Hij draaide zich naar de deur en meteen zag hij Irene staan.
Het volgende ogenblik stormden ze op elkaar toe en lagen in
eikaars armen. Hennie sloot zacht de voordeur en draaide het
licht uit in de hal. Even bleef ze in het halfduister staan en keek
naar de beide jongemensen, die elkaar kusten. Ze zag ook, dat
de tranen over de wangen van het meisje liepen en ze knikte.
Zacht sloot ze de deur van de salon en ging door een andere
deur naar de keuken. Daar nam ze een pannetje, deed er wat
melk in en zette het op het gas. Toen diepte ze een sigaret op
uit een pakje, dat op de keukentafel lag en stak die op. Ze ging
op haar gemak op de tafelrand zitten en bengelde met haar be
nen op en neer, terwijl ze de rook van haar sigaret voor zich
uit blies. Vanuit de salon klonken zachte stemmen, dan van het
meisje en dan weer van de jongeman. Klagende woorden van
Irene en sussende woorden van Kees, haar Kees. En ze zat nog
op de tafel, toen de melk begon over te koken. Toen kwam ze
weer tot zichzelf.
Na een kwartiertje klopte ze even aan de deur, opende die
en kwam met de koffie binnen. „Zo, kinderen zei ze op har
telijke toon, „voorlopig is het mooi genoeg geweest. Ik heb
maar voor een kopje koffie gezorgd, dat smaakt altijd. En Irene
zal ook wel wat lusten. Ik mag toch wel Irene zeggen?"
Het meisje bloosde en lachte. Ze stond nog steeds arm in arm
met Kees. Hennie zette de koffie op tafel en keek het jonge
paar aan. „Zou je me eindelijk eens willen voorstellen? vroeg
ze olijk aan Kees.
Hij kwam tot zichzelf en keek van Hennie naar Irene. „Me
vrouw Kaandorp", zei hij zacht, „op één na de schattigste vrouw
van de wereld. En dit is Irene Hasting"
De vrouwen drukten elkander de hand. Hennie ging zitten
en nodigde de anderen met een handbeweging uit dit ook te
doen. „Blij met je kennis te maken, Irene. En fijn, dat je „De
Kaan" hebt kunnen vinden".
„Ikik was bij meneer HalbersmaEn die zei, dat je
op de Spiegelgracht woonde. Maar als je daar niet was, zou
ik je misschien hier kunnen vinden".
Hennie knikte. „Af en toe komt hij zijn troost zoeken bij zijn
pleegmoeder, zie je? Dat ben ik zo'n beetje".
Irene ging zitten en steunde haar hoofd onder haar handen.
„Ik kon niet eerder komenik wilde eerst naar huis en pro
beren vader tot andere gedachten te brengenmaar hij wil
niethet is allemaal zo ellendig
Hennie knikte begrijpend. „Maar lieve kind, maak je toch
geen zorgen. Als jij en Kees voor elkaar bestemd zijn, dan krij
gen jullie elkaar. Dat is een waarheid, die zo oud is als de we
reld. En als je vader bezwaren heeftwel, Kees is advokaat,
en een advokaat zal daar wel wat op weten te vinden. Laat dat
maar aan Kees over. En weet je wel, dat hij op het ogenblik
hard op weg is om beroemd te worden?
Ze knikte. „Ik kreeg in Frankrijk hollandse kranten. Ik heb
verschillende verslagen gelezen en ik was zo blij voor hem
„Jullie zijn nog zo heerlijk jong", zei Hennie bedachtzaam.
„Houd veel van elkaar, dan vallen de belemmeringen vanzelf
weg. Jullie zijn beiden meerderjarig en Kees is in staat zijn boter
ham te verdienen en nog heel wat er op ook. Maak je maar geen
zorgen, meisje, niemand kan jullie huwelijk beletten".
Irene lachte even en keek naar Kees. Toen zei ze: „Dank
u wel, mevrouw, voor uw vriendelijke woorden
Ze dronken hun koffie en Kees zei: „Ik zal je naar een hotel
brengen in Amsterdam. Heb ik je dicht bij me. En morgen ga
ik naar je vader. Een laatste poging wagen. Blijft hij weigeren,
wel dan zullen wij wel wegen vinden, al zal het dan een paar
maanden langer duren".
Hennie wuifde met haar hand. „Kinderen, wat betekenen
enkele maanden op een lang leven vol geluk en liefde?".
Een half uur later deed Hennie het paar uitgeleide in de hal.
Ze drukte de hand van Irene en zei: „Meisje, je krijgt een ju
weel van een man. Je zult gelukkig met hem worden, daarvan
ben ik overtuigd. Want zoals hij is, zijn er niet veel
Kees lachte verlegen. „Henniebegon hij. maar ze greep
zijn arm en duwde hem naar buiten. „Er uit, jij, Je hebt er een
taak bij gekregen, meneer de advokaat: een lieve, jonge vrouw
gelukkig maken. Ik ben er van overtuigd, dat je het kunt".
Toen ze de deur achter hen gesloten had. bleef ze even staan
met een glimlach op haar lippen. Toen liep ze langzaam naar de
telefoon en draaide een nummer.
Wim? Met Hennie".
Kindhoe later op de avond, he? Is het jonge paar ver-
ennigd? Was Kees bij jou?".
„Ja, meneer de koppelaar, ze zijn als twee dolverliefden zo
even vertrokken. Kees zal Irene voorlopig in een hotel in Am
sterdam onderbrengen. Dat doet herinneringen bij me opleven.
Heeft een zekere advokaat Halbersma dat ook niet eens gedaan
voor een arme weduwvrouw?".
Hij grinnikte. „Dat is wel mogelijk. Maar dan is het al zo lang
geleden, dat ik het vergeten ben, zie je?".
„Stakker, wordt je geheugen zo slecht? Moet je wat aan laten
doen. Wat denk je van een maandje Rivièra?
Hij zuchtte. „Hennie, al was het terstond. Maar ik heb ber
gen werk en ik vrees, dat ik morgen niet al te veel op Kees zal
kunnen rekenen. Een andere keer graag
„Apropos, Wim, ik wil je nog wat vragen".
„Laat horen, Hennie. Al was het de helft van m'n koninkrijk
„Lieverdjaren geleden zond Sinterklaas me een bontjas,
weet je dat nog?".
„En of ik dat weet. Er was toen in Vreeland een erg eigen
wijs vrouwtje, dat dit eenvoudig geschenk niet wilde aannemen
van de goedheiligman
„Dat vrouwtje was toen niet eigenwijs, maar verstandiger dan
die domme bisschop, vat je? Maar als de goedheiligman de bont
mantel nog heeft, dan wil het vrouwtje niet langer eigenwijs
zijn en hem graag accepteren
„Hennie!". Zijn stem klonk opgetogen. „Meen je dat?".
„Dat meen ik, lieverd van me. En je moogt hem zelf brengen
Wim, jongen, ik wil niet langer meer wachten. Ik heb me van
avond gekoesterd aan de liefde van die twee jongemensen. Ik
krijg ook behoéfte aan wat genegenheid
„Hennieik hang meteen op en stap in mijn wagen. Bin
nen een half uur zal ik je aan mijn borst drukken
Ze fluisterde in de microfoon: „Man van me, ik zal je met
open armen ontvangen. Ben je nu tevreden?
„O, Hennie, wat heb ik naar deze dag verlangd
„Doe je voorzichtighet is zo gevaarlijk op de weg....
Toen legde ze de hoorn op het toestel en bleef even in ge
dachten verzonken. Na een paar minuten hief ze haar hoofd
op en keek in de spiegel. Ze schudde haar hoofd en zei tegen
haar spiegelbeeld, terwijl ze even haar tong uitstak: „Je lijkt nu
toch wel een beetje op een wilde, verliefde bakvisHennie,
kind, ga naar je kamer en knap je een beetje op voor je brui
degom
Een half uur later opende Hennie de buitendeur. Een man
stapte binnen en sloot de deur achter zich. Daarna nam hij
rustig en bedaard de vrouw in zijn armen. „Henniewat
houd ik veel van je
Hun lippen vonden elkaar in een lange kus en de vrouw
slaakte een zucht en sloot haar ogen. Hij kuste haar nog eens,
maar toen maakte ze zich los. Met de armen om elkaar heen
liepen ze naar de salon. Hij ontdeed zich van zijn jas en legde
die op een stoel. Hij voerde haar mee naar de grote divan in
de hoek van het vertrek, ging zitten en trok haar op zijn knie-
en. Blozend verborg ze haar gezicht tegen hem aan. Hij kuste
haar nog eens en streek toen over haar wang.
„Liefste", zei hij zacht, „ik heb een verrassing voor je. Maar
het is nog niet helemaal klaar, omdat ik niet verwacht had, dat
je vóór het voorjaar wilde trouwen
Ze keek hem verbaasd aan. Hij ging iets rechter zitten en
haalde zijn portefeuille te voorschijn. Daaruit nam hij een kaart
vouwde die open en gaf hem aan Hennie.
„Een nieuw villaatje in Amstelveen. Het is in aanbouw. Hoe
vind je het? Dit is een natuurgetrouwe tekening, zoals het zal
worden. Het is vorige week juist onder de kap gekomen".
Zle keek verrast naar de tekening en uitte een kreet. „Maar
Wim, het lijkt als twee druppels water op „De Kaan".
„Het is zo getrouw mogelijk een nabootsing ervan. Het is
mijn huwelijksgeschenk voor jou. Ik weet, dat je het verschrikke
lijk vindt om je los te maken van „De Kaan". Daarom laat
ik een nieuwe „de Kaan" bouwen,
in Amstelveen. Daar zullen we sa
men wonen. Alleen de naam zal
anders worden. Kijk, daar staat
iet, het is erg klein zo op een
caart; „Hennie" zal het heten,
k hoop dat ik hiermee wat zal
cunnen vergoeden voor het ver-
ies.
Ze keek met glinsterende ogen
naar de kaart en langzaam drup
pelden er tranen over haar wan
gen. Toen leunde ze tegen hem
aan en trok zijn hoofd naar zich
toe. Ze kuste hem zacht en zei;
,Dat is een geweldig geschenk,
ieverd van me dat je daar
aan gedacht hebt wat moet
ij veel van mij houden
Wim lieve jongen
EINDE
Barneveld, voorjaar 1961.
KOUDWATERBAD GEEFT
BETER VARKENSVLEES.
Een gecontroleerde omgevings
temperatuur kan volgens de Uni
versiteit van Wisconsin (U.S.A.)
leiden tot betere kwaliteit var
kensvlees. Deze mening berust op
een onderzoek waarbij aan
slachtvarkens vlak voor de slacht
gedurende 30 minuten een koud-
waterbad werd gegeven. Doordat
wat glucose uit de spieren door
dit bad blijkt te worden ver
bruikt, wordt voorkomen da,t het
vlees zacht, waterig en bleek van
kleur is. Soortgelijke veranderin
gen in de structuur van het spier
weefsel kunnen worden veroor
zaakt door de varkens voor het
slachten flink wat beweging te
geven. Verder onderzoek zal
moeten aantonen in hoeverre
beide methoden onder praktijk
omstandigheden met succes kun
nen worden toegepast, aldus
„Veeteeltberichten".
DE VERSCHILLENDE
MELKSOORTEN.
Het meeste water vindt men in
de melk van eenhoevigen (paard,
ezel, muildier); bij de marmot het
minste en wel de helft.
Konijnemelk bevat het meeste
eiwit, 15 die van de mens het
minst (1,56 Het meeste vet
vindt men in de melk van de mar
mot (bijna 46 en het minst bij
het paard (0,88
Het hoogste suikergehalte
vindt men in olifantsmelk
(7.18 en het minst in de melk
van het walviswijfje (0,38
terwijl de konijnemelk de meeste
zouten bevat en die van de mens
het minst, aldus de „Trogge".
CRISIS IN ITALIAANSE
VEEHOUDERIJ.
De Italiaanse veehouderij ver
keert in een crisisstemming daar
de boeren als gevolg van een toe
nemend gebrek aan ruwvoeder
gedwongen worden steeds meer
vee af te stoten op een markt die
volgens de Italiaanse mening
reeds overvoerd wordt met geïm
porteerd jongvee.
In de eerste zes maanden van
1961 werden 240.000 stuks rund
vee geïmporteerd, tegen 180.000
in dezelfde periode van 1960.
Van de zijde van de produ
centen-organisaties werd bij de
overheid dan ook sterk aange
drongen op een algehele grens-
sluiting voor slachtvee en vlees.
De slachtveeprijzen daalden in
middels tot een ongekend niveau.
Volgens een bericht in „Vieh
und Fleisch" ontleend aan een
Russische publicatie, werden in de
Sovjet-Unie in 1959 in totaal 67
miljoen stuks vee geslacht, waar
van 6 miljoen stuks op staatsbe
drijven, 13 miljoen op collectieve
bedrijven en 48 miljoen op neven-
bedrijven (waarschijnlijk particu
liere stukjes grond van kolchos-
boeren en sowchos-arbeiders)
Zowel door de geringe totale
capaciteit van de Russische rege
ringsslachthuizen, als door het
ontbreken van vakkundig perso
neel, werden grote aantallen vee
op de boerderijen geslacht. Hier
door ontstonden aanzienlijke eco
nomische verliezen, bijvoorbeeld
door derving van grondstoffen
voor de Russische industrie en het
verloren gaan van grote hoeveel
heden slachtafval. Ook in I960
was nog niets aan deze toestand
veranderd. Wel wordt melding
gemaakt van het voornemen om
in de komende jaren in de belang
rijkste veeteeltgebieden van de
Sovjet-Unie met spoed slachthui
zen te bouwen.