Kastpapier d;q Liefde kent geen lichaamsgebrek DE WINTER STAATSLOTERIJ PERSONEEL f95,00 SIDONIUS DE JONG Banketbakkerij Ter Biirf Fa, A, Nieuwland Druk. C. Oldenburg KAMER-WERKMEISJE „Klein Zwitserland' Voor nieuw en gebruikt 4 1 i &ett u e-v&kt? ^eemleer Cdtuteuz J. J. Korver, Fa. Munk 6 Piersma J. Hoogvorst Zn. STALEN SLAAPKAMER Voor de schoonmaak W. SCHOTTEN FA. A. NIEUWLAND De Leeuw van Schoorl Auto-financiëring Automobielverzekering WAAR ALLES OM DRAAIT! N.V. VAN DEVENTER'S KALKZANDSTEENFABR. SCHOORLDAM VRAAGT GEVRAAGD TIJDELIJKE AANBIEDING Goudse Moppen Gevulde Koekjes VOOR ELK RAA/A VOOR ELKE BEURS SCHOORLDAM Telef. 02209 - 384 in diverse kleuren Laanweg 35, Schoorl C^uj haat KAN UW sietaaè Zijn HET BESTE Zj KOOPT U BI] DROGISTERIJ Verder alle andere schoonmaak artikelen, o.a. Kastpapier (afwas- baar), Borstelwerk, Sponzen, Droogschuim, Wrijfwas en Teakhout Olie. Voorweg 54a, Schoorl. Tel. 265 - Giro 510341 Ar Aanvang der trekking 24 april 1962. Snelle behandeling - gunstige condities ALKMAAR, Voordam 11. telef. 3348 BERGEN, Oldenburglaan 9, telef. 2576, na 6 uur telefoon 2787. SCHOORL, zitdag ,,De Roode Leeuw,, elke maandag van 10 tot 12 uur v.m. Kwaliteit en bedrijfszekerheid zijn twee pun ten waaraan U de hoogste eisen moet stellen bij de aankoop van een fiets of een bromfiets. Laat ons als vakmensen U daarom voorlich ten omtrent de nieuwste Locomotief collectie. Rijwiel- en Bromfietshandel Laanweg 45 - Schoorl Aanmelden bij de Bedrijfsleider, telefoon 02209--250 I" SCHOORL, tel. 02209-430 door MAARTJE ZELDENRIJK In het najaar kreeg Berend een tip van de amsterdamse ma kelaar. Het was een bedrijfje in een zijstraat bij het Rembrandt- plein. Een pijpela. Maar het zag er stevig uit en er liep veel publiek door het straatje. Berend bekeek de zaak, ging er binnen en kocht een broodje. Er was één bediende en een vrouw. Achter de zaak zag hij de keuken. Een uurtje later liep hij bij de makelaar aan en deze vertelde hem, dat de zaak te koop was, met goodwill en alles. De eige naar was enige maanden geleden gestorven en de weduwe wilde stil gaan leven. Berend vroeg de prijs en hoewel die zeker zijn hele bankkapitaal zou kosten, viel het hem mee. Desnoods kon er voor een hypotheek gezorgd worden, zei de makelaar. Berend dacht er een poosje over na en besliste toen, dat hij een balans wilde hebben van het laatste jaar. Of een ac countantsrapport. De makelaar beloofde hem het een en ander te zullen sturen. Na lezing zou Berend zijn beslissing meedelen. Na drie dagen had Berend een balans. Hi] bestudeerde de cijfers en kwam tot de conclusie, dat er een boterham aan te verdienen viel. Maar hij was voorzichtig en wilde Gootje s oordeel. Dinsdagsmiddags gingen ze^samen naar Amsterdam. Berend bracht Gootje naar de eetzaak en samen bekeken ze het be drijfje. Ze bestelden wat eten en drinken en beoordeelden de kwaliteit als vakmensen. Na een half uurtje betaalde Berend en vertrokken ze. Op straat vroeg Berend: „Wat denk je er van?" ,,'t Hangt van twee dingen af," meende het meisje: „hoe groot is de jaaromzet en wat is de koopprijs." „Ik heb thuis een balans liggen," zei Berend, terwijl ze verder liepen. „Als die juist is en voor ik koop, zal ik die laten controleren -dan is de omzet hoog vergeleken bi] ons bedrijf in Purmerend. De koopprijs is vrij hoog." Berend noemde het bedrag. „Is daar niet wat af te krijgen?" Berend haalde zijn schouders op. „De koopprijs komt over een met de jaaromzet, plus gebouw en voorraad. Duur is het niet, al is het een heel bedrag." Gootje dacht na, terwijl ze langzaam de Reguliersbreestraat inliepen. „Mag ik een onbescheiden vraag stellen?" „Ga je gang". „Kunt u het contant betalen?" Berend knikte. „Als het moet: ja. Maar dan kost het ook m'n hele kapitaal. En ik wil er wat aan verbouwen, als ik het koop. Er zal dus wel een hypotheek aan te pas moeten komen. Ik wil niet zonder geld zitten." Om vijf uur waren ze bi] de makelaar. Berend vertelde zijn plannen. „De balans moet gecontroleerd worden. Dat kunt u natuurlijk in orde maken. Aan de hand van facturen en derge lijke. Iedereen kan naturlijk een balans zonder meer opmaken. Maar ik moet bewijzen hebben. En wat die koopprijs betreft, als u er wat af kunt krijgen, doen we fifty-fifty. Afgesproken?" De makelaar lachte. „Ik zal m'n best doen. Wat die balans betreft, ik zal een accountant in de arm nemen, dat is wel zo verstandig. U hoort nog wel van me". Op straat zei Berend: „Kom, we gaan nog ergens wat drin ken. Het is te vroeg om nu al naar huis te gaan." Gootje schudde echter haar hoofd. „Nee, laten we nog even de binnenstad ingaan. Ik wil een paar dingen kopen, die ik in Purmerend niet kan krijgen.' Berend lachte. „Dan ben ik benieuwd, wat dat zal zijn. Bij ons in de stad kun je tegenwoordig zowat van alles kopen..." Om zes uur sloten de winkels en Gootje had een tas vol. Ze liepen door de Nieuwendijk en Berend kreeg opeens een inval. „Zeg, wat zou ]e zeggen van een bioscoopje? Of..." Berend kreeg een kleur, want hi] dacht meteen aan zijn misvormde ge stalte. Stom van hem, om zoiets te vragen. Daar dacht ze na tuurlijk niet aan. Doch tot zijn grote verbazing antwoordde Gootje opgetogen: „Hè ja, dat zou me lijken. Ik ben in geen maanden uit geweest. Laten we er een fijne avond van maken..." Het werd een fijne avond, ondanks die éne wanklank, toen ze uit de bioscoop kwamen. Want bij de uitgang zei een jon gen tot zijn kameraad niet zo zacht, of Berend en Gootje hoor den het beiden: „Kijk die bochel eens een knappe griet heb ben..." Berend verstijfde en trilde van woede en schaamte. Maar het was alsof Gootje zijn gemoedstoestand raadde. Ze greep hem resoluut bij de arm, schoof die door de hare, nam hem mee de straat op en zei op rustige toon: „Dat is voor ons beiden een compliment, meneer." Eerst maanden later begreep hij de betekenis van deze woorden. In de Kalverstraat dronken ze wat in een rustige gelegen heid. Er was muziek en er was beschaafd publiek. Geen mens, die verwonderd opkeek, toen het ongelijke paar binnentrad en aan een tafeltje ging zitten. Ze keken eens rond en gaven hun bestelling op. Het was er gezellig en Gootje beweerde, dat de consumptie minstens even goed was als in Bongert's cafetaria. Berend schoot in een lach en antwoordde: „Alsof je deze tent met de onze kunt vergelijken..." Waarop Gootje kwasi-boos reageerde met de woorden: „Ik zou niet weten waarom niet. Mankeert er wat aan? Is deze minder?" Berend verslikte zich zowat in zijn cognac. „Meid, ik be doel juist het tegenovergestelde." „O, zo heb ik het helemaal niet bekeken", antwoordde Gootje 's Avonds teruggekomen, zei Gootje: dat was een fijne avond. Bernard keek naar.haar vrolijke gezicht. „Meen je dat werkelijk"? Ze draaide zich verbaasd naar hem toe. „Allicht. Anders zeg ik dat toch niet?" „Dank je, Gootje. Ik weet, dat jij het meent. En zeg voortaan tegen mij geen meneer meer, maar gewoon Berend. Dat heb ik liever". Gootje dacht even na, toen ze ging zitten en de bonnen uit de kassa haalde. Ze kleurde een beetje, toen ze antwoordde: „Goed, Berend, onder ons wordt het dan zo. Maar beneden bliijft u de baas, dus meneer. Dat is beter met het oog op de anderen." De verkoop was die avond tegengevallen, getuige het geringe aantal bonnen na hun vertrek. „Och", zei Berend, „dinsdags na de markt is nooit zoveel." „Het oog van de meester, Berend... Je kent het spreekwoord „Maar waar heb ik dan een bedrijfsleider voor?" Gootje keek hem lange tijd aan en knikte toen. „Ja, ik ge loof, dat ]e gelijk hebt. Het beste zou zijn, als Jager een andere baan zocht." ,,Ik zal het 'm vandaag of morgen eens zeggen," besliste hij. Ze rookten nog een sigaret en toen trok Gootje haar mantel aan. „Het is al over twaalven, dus de hoogste tijd. En jij hebt ook je rust nodig. Slaap maar uit, morgenochtend. Ik zorg er wel voor, dat ik bijtijds aanwezig ben." Ze reikte hem haar hand. „Welterusten, Berend. En niet te lang lezen." „Jij merkt ook alles", lachte hij, toen hij haar hand drukte. „Dat is ons, vrouwen, eigen, zegt mijn moeder altijd." „Jij moet wel merkwaardige ouders hebben, Gootje, als ik dat zo van tijd tot tijd hoor." „Kom maar eens een avondje buurten, dan kun je met ze kennis maken," nodigde Gootje uit. „Ik denk, dat ik dat eens een keer doen zal", knikte Berend. „Ik zou ook niet weten, waarom niet", antwoordde de ver baasde Gootje. Toen ze vertrokken was en Berend zich uitkleedde, zei hij tot zichzelf: „Ik heb het toch maar gelukkig met haar getrof fen... Ik had geen betere voor de zaak kunnen hebben.. In Amsterdam kwam de zaak in kannen en kruiken. De ma kelaar had nog tien duizend gulden voor zichzelf en een zelfde bedrag voor Berend verdiend en nu was de koopprijs aanvaard baar, vond Berend. De balans was geverifieerd en in orde be vonden. Per 1 januari zou Berend de zaak overnemen. Hij liet een papier op de ruiten plakken, waarop stond, dat de zaak tijdelijk gesloten werd wegens verbouwing. Peters, de man die het pakhuis op de Kippemarkt omgetoverd had in een cafetaria, kreeg opdracht de amsterdamse zaak te moder niseren. Peters bekeek de eettent en maakte een schetsje. Be rend was ermee tevreden en Peters zorgde er voor, dat hij voor nieuwjaar alle benodigde vergunningen en materialen had, zodat hij meteen na Nieuwjaarsdag met de verbouwing kon beginnen. Hij hoopte aan het einde van diezelfde maand ge reed te zijn. Tenslotte behoefde er niet zo heel veel veranderd te worden. Kort voor het gereedkomen van de zaak gingen Berend en Gootje nog eens naar de hoofdstad om de vorderingen te be zien en aankopen te doen voor de installatie. „Dat kan een vrouw beter beoordelen dan een man", was zijn oordeel en Gootje koos met zorg de meubelen en de verlichting uit. Ook een modern fornuis voor de keuken en de nieuwste koffie machine. Daarna gingen ze ergens eten en na afloop merkte Gootje op, dat ze nu toch wel een bioscoopje verdiend had. „Zeg maar welke", nodigde Berend uit. „Ik vind alles goed." Toen ze na afloop ergens wat dronken, vroeg Berend: „Goot je, hoe kom je toch eigenlijk aan die naam? Ik heb 'm nog nooit eerder gehoord." Het meisje lachte en zei: „Wel eens van Margot gehoord?" „Verdraaid, ja. Daar heb ik helemaal niet aan gedacht. En dat hebben ze thuis afgekort." „Dat wil zeggen: vader en de broers. Moeder wil er niet van horen en noemt me nog altijd Margot. En als vader plagerig is, zegt hij wel eens Marrigje." Berend keek dromerig naar zijn glas. „Ik geloof, dat ik Mar rigje mooier zou vinden." Ze legde even haar hand op de zijne. „Dan mag jij me Mar rigje noemen. Als we onder elkaar zijn." Berend keek haar aan, toen hij haar hand als een electrische schok op de zijne voelde. „Dank je, Marrigje. Ik zou bijna nog wat anders willen zeg gen, maar ik zal zo verstandig zijn om het voor me te houden." „Zeg het straks maar, als we thuis zijn", besloot het meisje luchtig. In de volle bus naar huis zeiden ze niet veel. Het waren zowat allemaal bekenden en er werden vele groeten gewis seld. Berend bestudeerde een prospectus van een der leveran ciers der nieuwe meubelen en kwam tot de conclusie, dat Gootje een goede smaak had wat haar keuze betrof. Toen ze tegen half twaalf in de cafetaria kwamen, was Aagje nog bezig met het opruimen. „Het is zo druk geweest", verontschuldigde ze zich, „en we konden de laatste mensen zowat de deur niet uit krijgen. Er waren moeilijkheden met betalen en Jager heeft de politie gebeld. Ze zijn net weg." Berend keek verstoord. Hij wilde geen politie in zijn bedrijf. „Waar is Jager?" „Hij is net een paar minuten geleden weggegaan, meneer." Gootje had haar mantel al uitgetrokken en pakte dadelijk aan. „Ga jij maar naar huis, Aagje," zei ze vriendelijk; „je zult wel moe zijn. Morgen horen we wel, hoe de vork precies in de steel zit. Ik ruim verder wel op." Samen met Berend maakte ze de cafetaria aan kant en boven lieten ze zich zuchtend in een stoel vallen. „Laat dat tellen maar, Gootje", zei hij, zonder dat hij het zelf merkte, dat hij haar weer bij haar gewone naam noemde. „Dat doe ik vanavond alleen wel". „Geen sprake van Berend. Dat doen we altijd samen, dus vanavond ook. Ik wil wel eens zien, hoe druk het geweest is." De kas klopte die avond op geen stukken na. Ze telden beiden samen de bonnen en nog eens samen- het geld. Er man keerde ruim dertig gulden. „Dat puzzeltje zullen we morgenochtend wel oplossenbe sloot Berend grimmig. Gootje dacht na. „Misschien had ik het al eerder moeten ver tellen, Berend, maar..." „Ga verder, meisje. Jij weet meer, dat merk ik." Ze knikte. „Ja, ik heb Jager een paar maal er op betrapt, dat hij consumpties niet aansloeg. Hij verontschuldigde zich en zei dan, dat hij het door de drukte vergat." „Dat had je me moeten vertellen, Marrigje". Ze knikte. „Tja, ik weet niet, of hij het werkelijk vergat, of dat het opzet was. We zouden het Aagje moeten vragen. Dat wil zeggen: U, onder vier ogen..." Berend keek haar aan: „U"...? „Nu ja, ik ben er een beetje door in de war. Neem me niet kwalijk, Berend. Het is niet prettig om voor verklikker te spe len. Bovendien, zijn vrouw is al zó lang ziek..." „Onzin, Marrigje, dat rechtvaardigt nog geen diefstal. Want dat is het. Bovendien, ik ben geen onmens. Hij had het toch tegen mij kunnen zeggen? Afgezien van het feit, dat hij een behoorlijk salaris heeft." „Ja, dat is wel zo. Maar alles wordt de laatste tijd zo ver schrikkelijk duur..." Berend dacht na. „...Aan de éne kant hebben we natuurlijk geen enkel bewijs, Of Aagje zou hetzelfde geconstateerd moe ten hebben als jij. Aan de andere kant: ik kan de man toch niet op straat zetten... als zijn vrouw ziek is..." „Fijn, Berend", zei het meisje glimlachend, „dat is menselijk gesproken. Je bent anders geworden, gelukkig. Niet meer zo haatdragend." „Misschien heb jij daar wel voor gezorgd, Marrigje... Apro pos, vraag jij het morgenochtend eens aan Aagje, dat van Ja ger bedoel ik. Vrouwen uiten zich tegenover elkaar wat vrijer als..." Ze knikte. „Ik begrijp je. Goed, ik zal haar eens aan de tand voelen. Als u dat bedoeld. Berend schoot in een lach. „Je haspelt u en jij door elkaar, weet je dat, Marrigje?" Ze schudde het hoofd. „Let er maar niet op. Ik vind het zo n ellendige geschiedenis." „Ook dat lossen we wel op". Hij kwam overeind en borg het geld in de brandkast. „Zo meid, opgeduveld. Vandaag of morgen krijg ik die ideale vader van je nog eens op m'n kamer: Of Marigje nooit thuis komt". Ze lachte. „Ik vind dit laatste half uurtje op je kamer altijd het gezelligste poosje van de hele dag. Dan zitten we hier zo rustig..." Hij bleef halverwege in de kamer staan en keek op het meisje, dat in een fauteuil zat te roken verwonderd aan. „Gezellig?" herhaalde hij. Ze knikte. „Als het werk klaar is en alles netjes aan kant: als het geld geteld is en dan nog een sigaret. Ik verheug me er soms op. Gek eigenlijk, he?" Hij haalde zijn schouders op. „Och, gek... We kunnen ge lukkig goed met elkaar overweg. Dat is voor de zaak erg be langrijk. En dan... Tja, wat moet ik ervan zeggen..." Hij krabde zich achter het oor. Ze lachte. „Het hoeft niet in woorden uitgedrukt te worden, We begrijpen het beiden wel. Maar... dat is waar ook... In Amsterdam, in dat café, toen we het over m'n andere naam, Marrigje, hadden, toen zei je, dat je nog wat anders wilde zeggen. Ik antwoordde toen: Zeg het straks maar, als we thuis zijn. Wat was dat, Berend?" Berend, die nog altijd midden in de kamer stond, keek haar met stom verwonderde blik aan. Toen liep hij eindelijk naar de brandkast, borg het geld weg en sloot de deur zorgvuldig. Met de sleutels in zijn hand spelend, keek hij even naar haar. Toen schudde hij het hoofd. „Nee, Marrigje, ik geloof, dat het beter is, als ik dat maar voor me houd. Misschien een andere keer... Ik ben bang, dat je het verkeerd zult opvatten..." Ze zuchtte. „Zoals je wilt, Berend." Ze hees zich overeind en drukte zijn hand. „Tob maar niet over die dertig gulden. Dat komt morgen wel in orde. Ga maar gauw slapen. Het is al zo laat..." Lang nadat het meisje vertrokken was zat Berend nog te roken in de stoel. Half opgerookte sigaretten wierp hij in de asbak. Ten leste kwam hij overeind en kleedde zich uit. Toen ging hij voor de spiegel staan en keek naar zijn beeld. Hij grijnsde. „Zo ben je nu, Berend Bongert, die ook wel Berend Bochel genoemd wordt. Een griezelig, miezerig man netje. Ja, voor de stad ben je „meneer" Bongert, de eigenaar van een goed lopende cafetaria. Ze knikken beleefd en vrien delijk, want je bent nu een notabele ingezetene en er zijn zelfs mensen, die hun hoed of pet voor je afnemen. In de meeste gevallen denken ze erbij: Wat een onooglijk bocheltje, dat mannetje. En misschien een enkele: eigenlijk maar een stakker, zo'n misvormd jongmens. Er zullen er zijn, die medelijden met je hebben. Maar diep in hun hart griezelen ze allemaal van je. Misschien walgen ze van je onooglijk figuur. En jij wou je verstouten om lieve woordjes te zeggen tegen je cheffin... Man, laat naar je kijken... Marigje kan aan iedere vinger iedere avond een flinke, knappe jonge kerel krijgen. Dacht je dat ze anders aan je dacht dan aan „de baas"? Natuurlijk, ze heeft een hart van goud en ze is hartelijk en vriendelijk. Maar dat is ze tegen iedereen, tegen de eerste de beste klant, die tenminste niet onbeschaamd tegen haar is. Maak je toch geen illusies, kleine kriek, die je bent... Onderdruk dat vreemde ge voel, dat je iedere keer, als zij in je nabijheid is, krijgt. Want dat wordt toch nooit wat... Wordt vervolgd bestaande uit 1 -persoons ledikant met prima spiraal matras, tafel, stoel en nachtkastje. Compleet f 108,25 Bij inlevering van deze advertentie SPECIALE BEDDENZAAK Koorstraat, hoek Laat Telefoon 0 2200 - 2726 ALKMAAR BOENDERS, ZEEMLAPPEN DWEILEN, KASTPAPIER, alle soorten ZEEP enz. enz. KI. Dorpsstraat 9, Telef. 2806, Bergen Ons weekendkoekje 80 cent per 250 gram 2 ons voor 1 gulden Hereweg 38 Telefoon 322 ALLES ONDER GARANTIE Motorhandel SCHOORL - TELEFOON 404 Service Reparatie Onderdelen PAN IS PIER BELANGRIJK N1EUUS VOOR U WIJ VERKOPEN NIET ALLEEN PRACHTIGE WONINGTEXTIEL, HAAR OOK PE MOOISTE MEUBELEN, PIRECT VAN PE FABRIEK. VEEL MEER KEUS EN 'LLr VOORDELIGE PRIJZEN. d *V i, SCHOORLDAM Telef. 02209 -384

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1962 | | pagina 8