ftismiopMJeet) a cfebe/e cf#g
Liefde kent
geen lichaamsgebrek
L. C. BISKANTER
ZIJ HAD ALLES...
EN TOCH
NIETS
REXONA MET DEODORANT
v.d. ZWAN
le-ctf
W oninginrichting
NIEUW! REXONA TOILETZEEP
Klant
Kunt U
mij even
afhelpen
Ik geloof
dat ik wegga
voor dit vak ben
ik toch niet
geschikt
Joke denkt:
alles is veel
prettiger nu.
Gelukkigdat
Astrid die
nieuwe zeep
kende:
REXONA met
deodorant.
Nee, dank U. Ik
wacht wet even
tot juffrouw Joke
klaar is. Die kent
mijn smaak zo
goed.
De chef denkt:
een veel
belovende
kracht. Zou
best iets zijn
voor de nieuwe
bontafdeling.
SLECHTS
MET DEODORANT
een milde, zeer
actieve deodorant.
Was U regelmatig
met Rexona:
dan blijft U fris, de
hele dag, - fris van
top tot teen.
REX 105 6k,216.65
(terwijl Joke bereidwillig het zoveelste
jurkje voor haar klant haalt
Kennis van het vak,
vlotheid, geduld,
vriendelijkheid,
beschaving
Joke had alles
wat haar tot een
topverkoopster zou
moeten maken op de
„lastige" dames
afdeling. En toch
Nu moet ik het
je zeggen, Joke.
Er is iets
iets, dat alleen
een ander merkt.
Natuurlijk verzorg
je je goed, maar
LATER
Wat ben ik Astrid
dankbaar voor haar tip:
Gebruik die nieuwe
zeep eens. REXONA met
milde deodorant.
Die schuimt lekker, ruikt
lekker en het belangrijkste:
als je je regelmatig met
REXONA wast, blijf je fris,
de h-e-l-e dag, fris van
top tot teen."
door MAARTJE ZELDENRIJK
„Nou?" houdt ze aan. „Hoeveel geld zou daarvoor nodig
zijn? Een half jaar uitstel? Met behoorlijke rente natuurlijk
Berend noemt het eerste het beste bedrag ,dat hem in zijn
gedachten komt: „Tienduizend gulden", zegt hij gelaten.
„En de rest?"
„Och", fantaseert hij, „dat zijn schulden op lange termijn: een
half jaar, een jaar
Ze denkt nog even na en loopt dan naar de kast, waar ze
haar schort uitdoet en haar tasje pakt. Ze trekt een kort suède
manteltje aan en keert naar Berend terug. „Weten ze het in
Purmerend al?" vraagt ze.
Hij schudt zijn hoofd. „Nee, die aangelegenheid is buiten
Purmerend", stottert hij. Ze vraagt ook zoveel.
„Dus daar komen ze het vandaag of morgen nog niet te
weten? Van anderen?"
„Nee". Hij begrijpt niet, waar ze heen wil.
„Mooi, dat scheelt tenminste. Jij blijft hier, tot ik terug ben.
Het kan vanavond worden, maar ook morgenochtend, dat weet
ik niet. Als het vanavond druk wordt in de zaak, help dan een
handje mee in de keuken. Of in de zaak. Zoals dat 't beste
uitkomt. Maar ga niet naar Purmerend. Ik ben zo gauw moge
lijk weer terug."
„Maar
Ze kust zijn mond dicht. „Stil, domme man van me. Zie je
wel, dat je niet op eigen benen kunt staan? Dat je hard en hard
een vrouw nodig hebt, om helemaal voor je te zorgen? Goed,
denk niet aan de narigheid, die is ontstaan met je gespeculeer,
maar vertrouw maar op je Marigje. Ik zal dat wel in orde
maken."
„Ja, maar Marrigje, luister eens
Doch ze zoent hem opnieuw, drukt nog eens zacht zijn arm
en voor Berend nog iets kan zeggen, is ze de deur al uit, de
trap af. Als Berend haar achterna gaat en door de zaak naar
het straatje loopt, ziet hij haar rennen naar een stilstaande tram
en binnen enkele seconden is ze er op gestapt en rijdt de tram
weg.
Gootje Bos zal er geen gras over laten groeien. Zij zal haar
aanstaande man niet in de steek laten, nu hij financieel aan
de grond zit.
XXV
Als hij weer naar boven is gegaan en daar op de kamer wat
doelloos heen en weer loopt, glimlacht hij. Nu is hij ervan over
tuigd, dat Gootje hem zielslief heeft, want welke vrouw zou
zó gereageerd hebben, als je aanstaande man even komt vertel
len, dat hij geruïneerd is? En nog wel door zijn eigen schuld?
Maar wat ze in haar schild voert, is hem een raadsel. Het doet
er ook niet toe. Hij moet hier blijven, tot ze terug is. Of van
avond of morgen vroeg. Nou, dan blijft hij. Ze zal zolang wel
niet wegblijven. Als hij maar enig idee had, wat ze van plan
is
Laat nu al die roddelaars en roddelaarsters in Purmerend en
in de Voorstad maar opkomen! Ze kunnen desnoods een
spreekkoor gaan vormen, maar hij gelooft niemand meer. Hij
vertrouwt alleen maar zijn Marrigje, zijn liefste vrouw. Met
wie hij binnenkort getrouwd zal zijn. Hij, Berend Bongert, de
vroegere verschoppeling, die door vrijwel iedereen uitgeschol
den of gemeden werd. Omdat hij niet zo normaal geschapen
was als de meeste andere mensen. O zo, zó ver had hij het toch
maar geschopt
Het wordt avond en het wordt nacht, maar Gootje is nog
steeds niet terug Een ogenblik is Berend van plan om met de
laatste bus naar huis te gaan, want hij heeft immers geen nacht
goed bij zich
Om half twee komt Lenie boven. Berend zit te roken en kijkt
haar vriendelijk aan.
„Gootje nog niet terug?" vraagt ze. Het is eigenlijk een over
bodige vraag, want ze weet net zo goed als hij, dat ze er niet is.
Berend besluit het zich voor die nacht maar gemakkelijk te
maken op de grote divan. En de bezorgde Lenie haalt een paar
.dekens, zodat hij geen last zal hebben van de nachtelijke kilte.
Hij slaapt onrustig. In een stad als Amsterdam hoor je ook
de hele nacht door geluiden van het verkeer. Telkens schrikt
hij wakker, kijkt dan bij het licht van het schemerlampje, dat
hij heeft laten branden, om zich heen en dan weet hij weer,
dat hij op Gootje's kamer is.
De volgende morgen om negen uur staat Gootje eensklaps
in de zaak. Ze wenkt Berend, die in de keuken een handje
helpt en samen gaan ze naar boven.
Op de kamer gekomen, sluit ze de deuren achter zich en
trekt haar mantel uit. „Ik kon het gisteravond niet meer rooien,
Berend", zegt ze, en laat zich op een van de stoelen vallen.
„Maar ik ben geslaagd. HierZe opent haar tasje en
haalt er een dikke enveloppe uit. Ze opent die en neemt er
een dik pak bankbiljetten uit: „Precies tienduizend gulden",
zegt ze. „Negenduizend is van mezelf: gisteren al m'n geld van
m'n spaarbankboekje gehaaid. Toen ben ik naar huis gegaan
en heb ik van vader ook nog duizend gulden kunnen lenen.
Rentevrij. En je hoeft het pas terug te betalen, als we er weer
bovenop zijn. Nou, man van me, zeg je nu niks7"
Berend staat stomverwonderd naar het geld te kijken, dat
ze voor hem heeft neergelegd. Dus daaromStomme idioot,
die hij isdaarom is ze gisteren zo hals over kop wegge
gaan. Om die tienduizend gulden bij elkaar te krijgen, die hij
zogenaamd nodig had om zijn eerste schulden te kunnen be
talen. Dat hij dat nu niet begrepen heeft
Gootje kijkt met spanning naar het gezicht van Berend. Dan
zucht ze en laat haar armen langs haar heen vallen. „Het is
zeker niet voldoende, he Berend?" zeat ze zacht
De man tegenover haar slikt iets weg en kijkt haar dan aan.
Dus zoveel houdt ze nu van hem. Zó groot is haar liefde
voor hem, de ongelukkige, misvormde jongen, dat ze zonder
zich ook maar één ogenblik te bedenken, al haar spaargeld van
de Bank haalt en er zelfs nog duizend gulden voor leent van
haar vader, om hem maar te kunnen helpen. Iedere andere
vrouw zou hem waarschijnlijk de huid vol gescholden hebben
en minstens de helft zou gezegd hebben: „Dank je wel
ik ben blij, dat m'n ogen nog tijdig opengemaakt worden. Stel
je voordat we al getrouwd wareneen man, die spe
culeertMij niet gezien
Maar Gootjeniets van dat alles. Gootje, bewijst, dat
ze van hem houdt. Geen enkel verwijtend woord, alleen maar
„domme jongen". En Gootje pakt meteen aan: zorgt binnen
een halve dag voor het geld, omdat ze van hem houdt
Hij weet het nu, toch vraagt hij het, met verstikte stem:
„Waarom deed je dat, GootjeWas het niet veel beter
geweest, dat
Ze komt naar hem toe en legt een vinger op zijn lippen.
„Stil, domoor, daar praten we niet meer over. Hier heb je
tienduizend gulden in contanten. Je betaalt je schulden, daarna
trouwen we, heel eenvoudig. En beiden zullen we hard werken
om er weer bovenop te komen."
Hij pakt haar beet en trekt haar gezicht naar hem toe: „Mar
rigje, toch, dus zoveel houd je van me?"
Ze lacht en streelt over zijn wang. „Maar dat spreekt toch
vanzelf, beste jongen. We houden immers van elkaar? En wel
dra zullen we toch man en vrouw zijn? Wel, dan moeten we
ook samen de moeilijkheden van het leven onder de ogen kun
nen zien en pogen op te lossen. Hier, neem je geld en betaal
je schuldeisers. Apropos, heb je al gegeten?"
Hij schudt zijn hoofd. Hij is sprakeloos over zoveel bewijzen
van haar liefde voor hem. Wat een dwaas is hij toch geweest,
dat hij ook maar één ogenblik aan haar heeft getwijfeld
Dan lacht hij en pakt haar hoofd beet. Hij drukt een warme
zoen op haar lippen en zegt, terwijl hij naar haar knipoogt:
„Zal ik je eens wat vertellen, Marrigje? Neem jij je geld maar
weer terug hoor, en zet het weer op de Bank. En je vader
krijgt vandaag nog die duizend gulden weer. Ik vind het ge
weldig van hem. Weet je, Marrigje, het is maar een mop van
me. Ik wilde eens zien, hoe je zoudt reageren, als ik geen geld
hadals ik niets meer bezat
Ze kijkt hem een ogenblik ontzet aan. Dan springt ze van
zijn schoot af en kijkt nog eens naar zijn lachende gezicht. Hij
ziet, dat haar lippen bewegen. En hij ziet ook, dat alle kleur
uit haar gelaat wegtrekt. Binnen enkele seconden is ze zo wit
als een doek en de lach besterft op zijn gezicht. Hij komt over
eind, want hij is bang, dat ze in onmacht zal vallen.
„Neezegt ze met een vreemde stem„Berend, het
is niet waar, he? Je houdt me voor de gek
Hij lacht gedwongen. „Meid, het moet een pak van je hart
zijn, dat ik nog net zo ben als altijd. Kom, Marrigje, trek het
je niet zo aan, het was maar als een grap bedoeld
Hij loopt naar haar toe en wil haar hand grijpen. Maar zij
wijkt terug en kijkt hem met wilde ogen aan. „Blijf van me
afBerend, dat je dat gedaan hebtEn opeens veel
kalmer: „Dus je woudt me op de proef stellen? Eens kijken,
of Gootje Bos ook van je zou houden, als je arm was en geen
eigenaar van twee cafetaria's? Nu begin ik het te begrijpen
Je twijfelde aan m'n liefde. Je dacht dat waar was, wat de
mensen van me zeiden, dat ik met je wilde trouwen om een
onbezorgd bestaan te hebben omdat je geld bezitBerend,
wat ken je me slecht
Ze valt in een stoel neer en begint te huilen, met hartstoch
telijke snikken.
Berend is er verlegen mee. Hij gaat naar haar toe en legt
zijn arm om haar heen, maar ze kijkt even naar hem op en zegt
met een eigenaardige stem: „Blijf van me af, Berend Bongert.
En wees maar niet bang, dat ik je om je geld zal trouwen.
Die vrees hoef je niet meer te hebben, want ik zal helemaal
niet met je trouwen, nu niet en nooit niet. Met deze zogenaamde
grap heb je in één slag de liefde in me gedood. Ga weg, van
mijn kamer af. En zorg er voor, dat je binnen het uur een
ander voor mij in de plaats beneden hebt, want ik neem m'n
ontslag, op staande voet!"
Hij wankelt van schrik. Met grote ogen kijkt hij naar haar
en schudt zijn hoofd: „Nee, Marrigje, dat meen je niet
„Ja", zegt ze hard, „dat meen ik wel. En ga nu wegGa
weg? Uit m'n ogen!"
„Marrigje
„Ga weg, zeg ik je
„Toe, Marrigje, luister nu naar me
Maar het meisje is wit van woede, om de vernedering, die
hij haar heeft doen ondergaan Ze kijkt in het rond en pakt
het eerste het beste voorwerp, dat binnen haar bereik ligt: een
schemerlamp. Ze rukt het los uit het stopkontakt en gooit het
naar zijn hoofd. Nog bijtijds weet Berend uit te wijken. Met
een lawaai van glasgerinkel slaat de lamp tegen de kastdeur
te pletter. Opnieuw kijkt het meisje naar een voorwerp, en
Berend, die wel begrijpt, dat er onder de huidige omstandig
heden met haar toch geen land te bezeilen is, loopt haastig
naar de deur en verdwijnt uit de kamer.
Langzaam loopt hij de trap af en hij ziet niet de nieuws
gierige blik van Lenie, die juist bezig is een kop koffie in te
schenken.
XXVI
Doelloos loopt hij rond in Amsterdam. Af en toe blijft hij op
zijn schreden staan en is besluiteloos. Wat zal hij doen? Terug
gaan? Zou ze al gekalmeerd zijn? Als hij naar haar toegaat
en deemoedig zijn excuses aanbiedt, zou ze dan
Dan loopt hij weer verder. Een eenzame temidden van dui
zenden andere mensen in de stad: de Kalverstraat uit, de Dam
over, de Nieuwendijk in.
Voor een etalage blijft hij staan. Hier hebben ze een paar
weken geleden samen ook staan te kijken. Naar die meubels.
En daarna zijn ze naar binnen gegaan en hebben ze inkopen
gedaan. De meubels staan opgeslagen tot hun trouwdag. Trouw
dagzou die nu nog komen? Zou ze het menen, toen ze
zei, dat ze niet meer met hem wilde trouwen?
Slenterend gaat hij verder. Op een gegeven ogenblik staat hij
op de Martelaarsgracht. Dan realiseert hij zich: waar ga ik
eigenlijk heen?
Hij kijkt op zijn horloge: bijna elf uur. Hij is dus zowat
twee uur op straat.
Via de Prins Hendrikkade loopt hij naar het bootje van
Bergmann. Zal hij maar naar huis gaan? Of zal hij nog één
poging wagen?
Lang staat hij bij de trap. Dan keert hij zich om en loopt
naar de tram. Met lijn 9 gaat hij weer terug naar de stad. Op
het Rembrandtplein stapt hij uit en loopt naar zijn zaak. De
Neon-letters branden. „Broodje van Berend". Er zitten men
sen op de krukjes voor de toonbank en er zitten mensen op de
stoelen bij de tafeltjes. Lenie is druk in de weer en Alie, het
nieuwe meisje eveneens. Maar Gootje ziet hij niet
In de zaak kijkt hij Lenie vragend aan. Ze wisselt een paar
woorden met het andere meisje en loopt dan naar de trap. Ze
wenkt hem en hij gaat naar boven, gevolgd door het meisje.
In de kamer kijkt Berend rond. De scherven van de sche
merlamp liggen nog steeds daar, waar ze terecht gekomen zijn.
De muurkast staat half open. Hij is leeg.
Wordt vervolgd
Stationsstraat 17, Bergen
Schouderkarbonade
Ribkarbonade
Haaskarbonade
Doorregen varkenslappen
Magere varkenslappen
Fricandeau
Magere rollade
Mager rookspek
Vet rookspek
Metworst
Leverworst
Bloedworst om te bakken
f 2,~
f 2,20
f 2,40
f 1,40
f 2,60
f 2,85
f 3,~
f 1,50
f 0,90
f L-
f 0,90
f 0,65
Rundvlees
Runderlappen vanaf
Riblappen
Magere lappen
Sucadelappen
Lendelappen
Rosbief
Biefstuk
Soepvlees
Schenkelvlees mager
Schenkel met been
Rollade
Rollade, mager
Rollade lende
150 gr Pekelvlees
150 gr Ham
100 gr Lever
per
500 gram
f 1,50
f 2,25
f 2,50
f 2,60
f 2,80
f 2,85
f 3,75
f 1,70
f 2,25
f 1,75
f 1,85
f 2,85
f 3,—
f 0,50
f 0,75
f 0.60
Wegens gevorderd seizoen
een zeer speciale aanbieding
ZOMERDEKENS
9,25 - 13,25 - 17,50 - 21,—
ZUIVER WOLLEN DEKENS
prima kwaliteit 28,50
LEDIKANTEN
zeer goed spiraal
28,50
BINNENVERING-MATRAS
80-190, tien jaar garantie 48,
VITRAGE v.a. 0,98 p.mtr.
Overgordijnstof v.a. 2,50 p.mtr.
Vele soorten vloerbedekking, uit
voorraad leverbaar
Notweg 12 Telefoon 2715