ABONNEERT U OP
99
i
PP
De Boerderij als bijverdienste*
a AAW
1
n&m!
Het meest gelezen weekblad voor Bergen, Schoor! en omgeving
h
n-jcm
1M l
In ons land komen rond 70.000
bedrijven voor het agrarische
^produktie, zonder dat de eige
naars daarVan hun hoofdberoep
fnaken. Onder .bedrijf" verstaan
wij hierbij een produktie-eenheid,
)die meer voortbrengt dan de eige
naar met zijn gezin opeet. Hij le-
jvert dus wel degelijk aan het eco
nomische verkeer en produceert
niet uitsluitend voor eigen ge
bruik. Om de zaak meteen dui
delijk te maken, zullen wij een
aantal katëgorieën opsommen:
1. fabrieksarbeiders e.d. men
sen, in dorpen met indu
strievestigingen;
2. landarbeiders met „eigen
hoekje grond" of kleine
veestapel;
3. renteniers of gepensioneer
den, die „nog wat om han
den willen hebben";
4; handelaren, vooral in vee
of paarden, met wat wei
land en stallen;
5. buitenplaatsen, landgoede
ren enz. met boomgaard,
tü'fh, soms zelfs weiland
met vee en paarden;
6. instituten, ziekenhuizen,
stichtingen enz. met eigen
boerderij of tuinderij;
7. kerkgenootschappen die
!soms grond bezitten en
fondsen vormen via het
weiden van vee, b.v. kerk-
SChapefi;
8. volïcstuinders e.a. amateurs,
die soms ook derden van
groenten, fruit of bloemen
voorzien.
Soms kan zo'n kategorie door
haar totale produktie grote eco
nomische betekenis krijgen. Zo
L
neemt men b.v. aan, dat volks
tuinders, andere amateurs en
„zelfvoorzieners" in ons land 10
tot 15 van de totale Neder
landse produktie van groenten
voor hun rekening nemen. Uiter
aard gunt iedereen dat hun van
gansen harte, maar het betekent
toch 10 tot 15 minder afzet
op de binnenlandse markt voor
onze tuinbouw. Nu is geen ande
re tak van bodemproduktie zo
sterk op de uitvoer gericht als de
tuinbouw en daarom maakt onze
tuinbouw er zich niet druk over.
Evenmin hoorden wij ooit van
bezwaren tegen de produktie van
de kategorieën 2 t/m 7.
Trouwens, als grote inrichtin
gen een eigen boerderij of tuin
derij hebben, dan wil dat toch al
zeggen, dat er een of meer „be-
roepsboeren" of tuinders bij be
trokken zijn. Want zonder vak
kundige leiding kost de produk
tie meer dan zij waard is. Daar
om ontbreken in ons lijstje nog
twee andere kategorieën, die 10
tot 12 jaar geleden nogwel bete
kenis hadden. Dat waren de wel
gestelde stedelingen, die een rus
tig leven op het platteland ver
kozen en dus ergens een „hoen
derpark" begonnen en dat waren
de burgers, die zich lieten beet
nemen en zonder vakkennis de
champignonteelt in kelders, schu
ren of bouwvallen begonnen.
Nadat zij hun geld verspeeld
hadden, verdwenen zij weer uit
het nieuws
Het gaat hier tegen de eerst
genoemde kategorie.
Verzet in de zandstreken.
De zandstreken van het oos
ten, zuiden en midden van ons
land kennen vanouds het gemeng
de bedrijf met varkens en kip
pen. Dat is in grote trekken nog
zo, zij het dat de „ontmenging"
of specialisatie thans grote vor
deringen maakt. Specialiseert
men zich op kippen (leghennen
of slachtkuikens), dan houdt men
het bouwland wel aan omdat
graan en stro beide benut kunnen
worden en in de weiden loopt
dan naast wat vetweiders nog
wel een melkkoetje, maar tijd en
geld spendeert men in hoofdzaak
aan één bedrijfsdeel: de kippen.
In mindere mate gaat het ook op
bij de varkenshouderij, zij het dat
die relatief minder tijd vraagt.
Nu weet men, dat de resultaten
van beide, de varkenshouderij
en de pluimveeteelt, al sinds een
jaar eigenlijk bedroevend zijn.
Slechts bij veel geluk en zeer
grote deskundigheid is daarin
nog een redelijke beloning te vin
den. Er is af en toe een aarzelen
de tendens naar marktherstel,
maar als men bv. weet, dat in het
afgelopen broedseizoen 20%
minder eieren zijn ingelegd dan
in het seizoen daarvoor en dat
desondanks de eierprijs te laag
blijft, dan is men weinig optimis
tisch. Het herstel gaat in ieder
geval zeer, zeer langzaam.
Onder deze omstandigheden
rijst verzet tegen de agrarische
produktie door hen, die overdag
fabrieksarbeid verrichten. Van
hen bestaat geen nauwkeurige
statistiek maar men mag aanne
men, dat het om zeker 5.000 be
drijfjes gaat. Zij kunnen tot enige
hectaren groot zijn en men vindt
er dan zelfs melkkoeien, jongvee
of vetweiders. En soms ook stal
letjes, zij het gebrekkige.
Kind kan de was doen.
Sociaal gezien is dat al geen
voordeel, want bij een negenuri-
ge werkdag op fabriek of in ga
rage of werkplaats is het niet aan
te bevelen 's morgens voor dag
en dauw een paar koeien te mel
ken en dat 's avonds weer te
doen. Het land zou uitstekend
kunnen dienen om andere bedrij
ven te vergroten. Maar ook zon
der grond doch met een ruim erf
kan men al vrij wat produceren,
als men stalruimte heeft.
Pluimvee en varkens vragen
weinig grond. Vaak heeft men
wat kapitaal door giondverkoop
maar ook zonder dat speelt men
in gebrekkige hokken nog wel
wat klaar. Overdag kan moeder
de vrouw wel een oogje in 't zeil
houden als dat nodig is. Des za
terdags kan uitgemest en schoon
gemaakt worden. Wat is daar nu
tegen?
Dit, zeggen de boeren; om bak
ker, slager, kapper, smid en vele
andere beroepen uit te oefenen
moet men een vergunning hebben
krachtens de Vestigingswet Be
drijven plus vakdiploma, maar de
markt bederven met agrarische
produktie, dat mag blijkbaar
iedereen zonder diploma of ver
gunning! Men voegt er aan toe,
dat deze mensen vaak niet goed
rekenen kunnen en geen beloning
voor hun extra arbeid ontvangen,
maar desondanks doorgaan, want
het is vaak liefhebberij. Er zijn
er echter, die deze liefhebberij
uitbreiden tot tientallen, soms 100
mestvarkens. iDe veevoederhan-
del levert wel op krediet en soms
de varkens erbij! Ook de coöpe
raties zijn zeer coulant bij hun le
veringen, want men zoekt afzet.
Een uitermate moeilijk vraagstuk.
Men kan opmerken, dat de to
tale produktie van deze „outsi
ders" misschien nauwelijks 10
bedraagt van de totale produktie
in een gebied. Maar dat helpt
niet, want juist zo'n 10'% extra
kan de markt verstoren en de
prijzen bederven. Bovendien kan
een beroepsboer, die loon voor
zijn arbeid moet hebben omdat
hij van zijn produktie leeft, nooit
op tegen hen, die met geringe
beloning tevreden zijn omdat de
liefhebberij er een rol bij speelt.
En wat de gebrekkige stallen be
treft: het moet al erg zijn wil een
varken er minder snel door
groeien of een koe er minder
melk door gaan geven. De moei
zame arbeid neemt men toch voor
lief
Men kan ook antwoorden, dat
de georganiseerde landbouw dan
maar degelijk voor vestigingsver
gunningen, eisen van vakbe
kwaamheid en kredietwaardig
heid volgens model van de Ves
tigingswet Bedrijven en de daar
op gegronde uitvoeringsbesluiten
(volgens welke deze wet achter
eenvolgens voor tal van bedrijfs
takken toepasselijk werd ver
klaard) hadden moeten zorgen.
Dat argument snijdt hout, want
enig diploma bezitten deze men
sen vaak niet. Maar daarvoor is
het nu te laat.
Wat dan? Verbieden tenzij het
alleen voor eigen gebruik gaat?
Ja, dat was wel aan te bevelen,
want het gaat niet aan andere
bedrijvigheden zwaar te bescher
men en de minstens even belang
rijke landbouw niet.
Het is nu te laat.
De eisen aan de middenstan
ders gesteld gaan vaak zo ver,
dat sommige dorpen hun am
bachtslieden verliezen, maar de
wet wordt gehandhaafd. Maar
de agrarische produktie versto
ren mag iedereen. Sociale belan
gen? Die spelen hier niet mee.
Het heeft geen cent recreatieve
waarde, dat een monteur of fa
brieksarbeider na zijn dagtaak
100 mestvarkens of 400 legkip
pen of 1000 slachtkuikens gaat
verzorgen: dat is nauwelijks ont
spanning te noemen.
Laat de man, die niet kan op
houden met werken, dan aardap
pelen, groenten, bloemen en fruit
voor zijn gezin gaan kweken,
gaan knutselen of aan sport doen,
dat is allemaal gezonder dan
uren te verblijven in veestallen.
Doch wat de klagers vergeten is,
dat het voor ingrijpen al te laat
is. De E.E.G. is in aantocht en
de Duitsers zijn geweldig voor
zulke uitslovers, de Belgen en
'Fransen houden niet van al te
diep ingrijpen in persoonlijke za
ken
Daar komt nog bij, dat onze
uitslovers eigenlijkbijzonder
goedkoop produceren. Ze zijn im
mers met weinig winst tevreden
en arbeidsloon rekenen ze niet.
Ofschoon wij voorstanders mo
gen zijn van het zoeken naar de
goedkoopste produktiewijze ligt
hier echter toch een grens. De
goedkope produktie (beter: de
marktverstoring) moet niet ver
kregen zijn op zo'n manier.
Voedsel is onmisbaar, daarom
dient het produceren daarvan ook
een redelijk bestaan te geven.
Wil men dus dit kwaad aanpak
ken, dan za] dat georganiseerd
moeten geschieden en men zal
het meteen internationaal onder
de loep nemen. Want men zal in
Nederland niet meer een regeling
aanvaarden die straks in E.E.G.-
verband weer losgelaten moet
worden. Als men dit beseft, kan
het kwaad bestreden worden.
Kleinzieligheid zij ons vreemd,
maar belangrijke agrarische pro
duktie voorbehouden aan boeren
lijkt ons redelijk.
ioov b;r*r:. -
aJeiaa «sb I-
KM 1sS sï
K
X
8£
w
m
Uitgave van
DRUKKERIJ
C. OLDENBURG
SCH00RL
Laanweg 35
Telefoon 268
fUH
.K
,riVl
T
ja?
".:'V
Duinstreek