r Raadsleden stellen vragen aan B. 8c W. over huisuitzettingen Midget-Golfbaan Liefde op de Hoge Veluwe „DE DUINSTREEK" VRIJDAG 21 JUNI 1963 Tweede blad V.. BERGEN De gemeenteraadsleden voor het Middenblok, de heer J. J. Dinkelberg en mevrouw J. J. R. Zeiler-Kouwenaar, hehben de volgende schriftelijke vragen burgemeester en wethouders vau Bergen gesteld: 1. Heeft Uw college kennis genomjen van de in grote op maak verschenen publikatie in 't Noordhollands Dagblad van 11 juni j.l., volgens welke het ge zin Laman op 10 juni j.l. uit een zomlerwoning aan de Nes- dijk is gezet op last van het ge meentebestuur 2. Indien dit bericht juist is, geschiedde dan deze uitzetting op grond van een vordering van deze zomerwoning ten behoeve van een andere gegadigde, of wel op grond van het feit, dat het gezin Laman zonder vesti gingsvergunning in de zomerwo ning verbleef? 3. Indien hier sprake was van een vordering, is het College dan van mening dat de behoef ten en belangen van de ingevor derde dermate groot waren, dat daarvoor een gezin van vier per sonen (het gezin Laman) op stel en sprong moest wijken? Kan het College mededelen of deze persoon tot nu toe geen ande re woonruimte had? 4. Indien hier sprake is van een uitzetting op grond van het ontbreken van een vestigings vergunning, welke redenen had het College dan om juist nu tot uitzetting over te gan, daarbij in aanmerking nemende dat de heer Laman een woning in aan bouw heeft te Roermond; wel ke uiterlijk 12 jüli a.s. zou wor den voltooid? Waarom kon deze voltooiing niet wordt afgeiwacht. Indien, anderzijds, het gezin Laman geen dag en geen uur meer in Bergen kon worden ge tolereerd waarom is dan niet onmiddellijk opgetreden toen dit gezin zich in Bergen tracht te te vestigen en wel op de kie zerslijst is geplaatst? 5. Is het juist dat, zoals het courantenbericht vermeldt, de ontruiming en terbeschikking stelling van het zomerhuis door Uw College als voorwaarde wa ren gesteld voor het mogen be trekken van de hoofdwoning door een nieuwe eigenares? Zo ja, had het dan niet meer voor de hand gelegen, aan die nieuwe eigenares de verplichting op te leggen het gezin Laman elders onder te brengen en haar eerst toe te laten nadat zij aan die verplichting zou hebben vol daan - waardoor deze pijnlijke uitzetting ons dorp bespaard had kunnen zijn? 6. Moet uit het voorgaande worden geconcludeerd dat het gezin Lamian rustig had kunnen blijven wonen indien het huis niet was verkocht? Zo ja, welk redelijk motief had uw College om in de verkoop plotseling een grond voor uitzetting te vinden en woonruimtewinst te slaan ten koste van een gezin van vier personen ten behoeve van een alleenstaand persoon 7. Is het juist dat de betreffen de zomerwoning door de vorige eigenaar op eigen kosten zon der subsidie is gebouwd? Zo ja, is Uw College dan niet van me ning, dat juist zulke nieuw ge schapen woonruimte in beginsel ter vrije beschikking van de eigenaar diende te worden ge laten, zodat het gezin Laman, dat niemand in de weg zat, ge lijk gesteld had moeten worden met de bewoner van een in de vrije sector gebouwd pand? 8. Is het juist dat, zoals het courantenbericht vermeldt, het verantwoordelijk lid van Uw College aan de verslaggever zou hebben verklaard: „Wij willen deze mensen echt wel helpen maar wij kunnen eenvoudig niet"? Zo ja, is Uw College dan niet van mlening dat deze uit spraak voorbijziet, dat „deze mensen" niet in moeilijkheden waren gekomen indien de ge meente de uitzetting niet had geforceerd, m.a.w. dat indien hier sprake is van een noodgeval deze nood alleen door toedoen van het gemeentebestuur is ont staan? 9. Is het juist dat deze uit zetting geschiedde tegen de wil van de huidige eigenares en dat deze geweigerd heeft de zomer woning aan de door de gemeente aangewezen gagadigde ter be schikking te stellen zodat de zo merwoning voorlopig leeg zal blijven staan? Zo ja, welk alge meen belang acht het college dan door de uitzetting eigenlijk gediend? 10. Is het juist, dat het ver antwoordelijk lid van Uw Col lege nog op zaterdag 8 juni aan de heer Laman heeft gezegd, dat waarschijnlijk geen ontruiming zou plaatsvinden, waarna niet temin op maandag 10 juni on verhoeds de uitzetting is gevolgd Zo ja, wat is de reden voor de ze houding geweest? 11. Heeft Uw College kennis genomen van het feirt, dat een andere uitzetting, n.l. die van het echtpaar Boots aan de Rus- senweg, in bedoelde perspubli- katie in één adem werd ge- noemid met de uitzetting van 't gezin Laman, waarbij deze pu blikatie het doet voorkomen als of ook het gezin Boots op last van de gemeente wordt uitge zet omdat men niet over een vestigingsvergunning zou be schikken? Is dit aldus door uw College aan de pers voorgesteld? 12. Is het niet veeleer juist, dat het echtpaar Boots is uitge zet naar aanleiding van een ge rechtelijk vonnis? Zo ja, had het gemeentebestuur dan ten deze niet een onpartijdige houding dienen aan te nemen? 13. Indien evenwel het echt paar Boots inderdaad zonder vergunning aan de Russenweg verbleef, waarom heeft uw Col lege aan dit echtpaar dan na de ontruiming wél een andere wo ning aangeboden? Hoe is dit te rijmen met de waarschuwingen, die Uw College onder meer blij kens de persberichten heeft ge richt tot bewoners zonder ver gunning, en hoe is dit bovenal te rijmen met de houding, die Uw College zelf heeft aangeno men tegenover het gezin Laman, dat anders dan het echtpaar Boots nog twee kinderen telt ook? 14. Is Uw College niet van oor deel, dat de geruchtmakende uit zetting aan de Nesdijk aan de naam v. Bergen geen goed doet juist omdat zij geschiedt in een tijd dat stoeten buitenlanders binnenstromen die alle verblijf- ruimte in de gemeente geduren de de gehele zomer vrijelijk mo gen betrekken? 15. Is Uw College voorts niet van oordeel dat door publika tie als die op 11 juni in de pers verschenen zijn ongerustheid en rechtsonzekerheid wordt gewekt ook bij diegenen die wél wettig een zomerwoning in gebruik hebben? 16. Welke maatregelen denkt Uw College te nemen om der gelijke onverkwikkelijkheden in het vervolg te voorkomen? Bergen 18 juni 1963, Getekend, J. J. Dinkelberg J. Zeiler-Kouwenaar SCHOORL Morgenmiddag om 3 uur zal burgemeester Bergh de Midget- golfbaan aan de Heereweg of ficieel openen. De man, die de baan om zo te zeggen uit de grond heeft gestampt, de heer Schmidt uit Bergen, heeft dins dag j.l. een persconferentie be legd waarbij het een en ander uit de doeken werd gedaan. Het terrein is 3500 m2 groot en ligt tussen de Heereweg en het Achterpad, terwijl de baan zo wel van de Heereweg als het Achterpad te bereiken is. Ook voor een parkeerterrein is ge zorgd. De heer Schmidt vertelde, dat mjen de baan een parkachtig aan zien wil geven doch gezien het feit dat de planttijd voorbij is, zal de baan volgend jaar zijn definitieve uiterlijk krijgen. Dit geldt ook voor het provisori sche gebouw dat in 1964 zal wor den vervangen. Er is een terras je gebouwd waar men kan uit rusten en alcoholvrije dranken en ijs bestellen. De golfbaan wordt een officieel erkende wed- strijdbaan na zijn goedkeuring door experts. De midget-golfsport heeft de laatste jaren een grote vlucht genomen, het is een vorm van het bekende golfspel dat jaren lang aan een bevoorrechte klas se van sportliefhebbers was voorbehouden. In het buiten land is de vorm van vrijetijds besteding zeer populair, in West- Europa zijn 360 midget golfba nen aangelegd, terwijl ons land er thans ongeveer 15 bezit. Een complete midget-golfbaan be staat uit 18 holes en het is de bedoeling om de bal met be hulp van een golfstick in het doel (hole) te slaan en wel in zq weinig mogelijk slagen. Men heeft ongeveer 3 kwar tier de tijd om alle 18 holes te maken; het ds een rustige en ontspanninggevende sport. In Amerika, waar evenals in vele andere landen de midget golf veel wordt beoefend, be schouwen artsen het als de bes te remedie tegen de z.g. mana gerziekte. Het is bijzonder verheugend dat thans ook in Schoorl een baan is ingericht die aan de meest strenge eisen voldoet. De heer Schmidt zei te hopen, dat zich spoedig een of meer clubs zullen vormen die van deze nieuwe baan gebruik kun nen maklen. Men heeft in onze gemeente verschillende jaren met plannen rondgelopen om een midgetgolf - baan aan te leggen, maar in ver band met de hoge kosten van aanleg kwam hier niets van. Daarom te meer is het initia tief van de heer Schmidt te prij zen en we hopen dan ook, dat dit initiatief rijkelijk beloond zal worden door grote en voortdu rende belangstelling voor deze sport. Ook hopen we, dat de weer-goden ons morgennrddag welgezind zullen zijn, zodat de officiële opening niet letterlijk en figuurlijk in het water valt. GESLAAGD De heer Th. A. van Schagen, werkzaam 1 bij banketbakkerij ter Burg, slaagde dezer dagen bij het gehouden examen te Alk maar voor het diploma vakbe kwaamheid banketbakker. INENTING Blijkens een advertentie in dit nummer bestaat er gelegenheid voor inenting tegen pokken bij dr. Risselada en dr. Brust. Nieuwe dameskapsalon Zoals u wellicht nog weet, heeft de fam. Laan in de zomer van 1962 het kappersbedrijf van de heer Venneker overgenomen. De herenkapsalon werd toen ri goureus herbouwd, maar de da mes moesten nog even geduld hebben. Dezer dagen is de da meskapsalon die achter de he- rensalon is gebouwd, in bedrijf I gesteld. De ruimte beslaat 20' m2 terwijl 6 dames tegelijk hun 1 lokken kunnen laten Verfraaien. Het geheel maakte een verzorg de indruk en wij hopen dan ook dat de fam. Laan er veel succes mee heeft. De salon werd gebouwd door aannemer Schotvanger, waarbij hij werd terzijde gestaan door de heren Louter, Masteling en de Winter, resp. als schilder, aanlegger van sanitair en elec- triciteit. De fa. Pot zorgde voor de stoffering, tewijl de heer v. d. Leek uit Hoorn de zaak meubileerde en van de benodig de kappersattributen voorzag. FEUILLETON 19- !e door Henk van Heeswijk 's Avonds reed hij al vroeg naar Otterlo en op de Pothoven- laan zette hij zijn wagen aan de kant, waarna hij het erf opliep. Twee van de jongens waren achter het huis aan het werk en keken op, toen ze hem om de hoek zagen komen. Ze staken hun hand op ten groet en een van hen zei: ..Stien is er nog niet. Hij bleef bij het tweetal staan en keek naar hun werk; ze waren druk bezig een traktor te repareren. De oudste van beide kwam overeind, veegde zijn handen aan een dot poetskatoen at en keek naar de bezoeker, ,,'t Komt goed uit. dat je wat vroeg bent, Karei. Vóór Stien thuiskomt, wil ik je wat vertellen. Karei knikte en volgde de ander naar binnen. Hij groette mevrouw van Essen en ging met de jongeman naar de voor kamer. ..Laten we bij het raam gaan zitten, dan kunnen we Stien zien aan komen, stelde de ander voor. Karei zakte neer in een gemakkelijke stoel en probeerde zich de voornaam van de oudste broer te herinneren. En opeens schoot hem die weer te binnen: natuurlijk, dit was Kees. Ze staken een sigaret op en de boerenzoon keek eens naar de vertegenwoordiger. „Karei, wij, de jongens hebben je ver keerd beoordeeld. Dat pak slaag toen... nou ja, het is gebeurd en je hebt er gelukkig alleen maar een litteken van over ge houden. Dat is wel niet zo leuk, maar... Karei schudde zijn hoofd. „Laten we er maar niet meer over praten. Ik heb het sportief opgevat. Ik heb het zelfs gerespec teerd, dat jullie zo ie zuster beschermen.'' „Oké, Karei, het is voorbij. Maar daarover gaat het eigenlijk niet. De kwestie is... je weet al zo n beetje van ons en Stien en je weet natuurlijk ook, dat Stien zo half en half verloofd was?' „Met Gerrit Davelaar?" Kees van Essen knikte. „Met Gerrit. onze buurjongen. Per soonlijk ben ik nooit zo heel erg gek op hem geweest. Wim, één van m'n broers, was zo ongeveer zijn kameraad. Gerrit lust wel een glas bier en een borreltje. Hier in Otterlo hield hij zich doorgaans nogal koest, maar als hij uit de buurt was, dan dronk hij wel eens teveel. En Wim ging van lieverlee mee doen. Dat stond ons al niet aan. Vader en moeder evenmin En voor ik er goed en wel erg in had, bleek Stien zwaar verliefd te zijn op die knul. Wat moet je dan? Zeggen: dat kan niet? Wij hebben wel eens gepraat met Gerrit. maar het hielp niet veel. Enfin, je zal er wel wat van weten. Hij ging varen en toen was het helemaal mis. De laatste keer hebben ze trammelant gehad en is Gerrit met een boze kop we.r naar zijn schip gegaan. Jij kwam er voor in de plaats en nu je een keer bij ons over de vloer geweest bent en wij je hebben kunnen bekijken, hebben we wel aan jullie gezien dat Stien en jij best met elkaar overweg kunnen. Stien is een nette meid en bovendien verbazend serieus. Ik ben een beetje haar vertrouweling en zij heeft mij zo het een cn ander over jou verteld. En over het feit, dat jij mst haar wilt trouwen. Stien voelt zich nog niet vrij en heeft een paar weken geleden naar Gerrit geschreven. Een ander meisje zou zonder meer die vent de bons gegeven hebben en in de armen van haar nieuwe vrijer gekropen zijn, maar dat doet onze Stien niet. Ik zei al: ze is verschrikkelijk serieus. Ze heeft jou, meen ik. ook gezegd, dat ze eerst haar woord van Gerrit terug wil hebben, niet?" Karei knikte. „Zoiets ja. „Dat is voor jou niet leuk, maar dat moet je toch in haar respecteren." „Maar dat doe ik! Wat denk je wel?" „Weet ik. Stien heeft het me verteld. Nou, om maar spijkers met koppen te slaan: er is vanmorgen een brief gekomen van het schip van Gerrit. Door eén ander geschreven. Gerrit heeft in een dronken bui haar brief voorgelezen aan de bemanning en er zich over vermaakt. Ik zal verder maar niet in bizonderheden treden, maar de inhoud komt hierop neer: Gerrit moet Stien niet meer. Veel te degelijk en zo." Karei keek hem ontzet aan. „En heeft Stien die brief gelezen?" Kees knikte bevestigend. „Ja ze heeft vandaag late dienst „Nou, je begrijpt wel, wat het gevolg was: tranen met tuiten." „Houdt ze dan nog van die vent? O, sorry... „Laat maar, Karei. Je weet hoe, hoe vrouwen zijn... Of laat ik liever zeggen: van vrouwen kun je nooit hoogte krijgen. Achteraf blijkt nu, dat ze inderdaad nog wel van hem hield. Dat zal ook wel de reden zijn, dat ze zo heel voorzichtig met jou was en zich in geen enkel opzicht wilde binden. Zo is ze nu een maal. Moeder heeft haar wat gekalmeerd en ik heb de Koperen Kop gebeld, dat ze niet lekker was en misschien niet kwam. Maar een uurtje later was ze in zoverre weer zichzelf, dat ze aan het werk wilde gaan. Om elf uur is ze weggefietst. Misschien wel het beste. Werk geeft afleiding." Karei dacht na. „Dat zal haar een hele schok gegeven heb- ben." „Ja, jong dat is het rechte woord. Je begrijpt, dat de jongens razend zijn. Dat koelt wel af en Gerrit zal wel zo verstandig zijn om voorlopig niet thuis te komen. Wij zijn op onze manier na tuurlijk allemaal gek op onze zus. Per slot van rekening hebben we er maar één. Zo, dat is het dan. Ik meende er goed aan. te doen jou op de hoogte te stellen vóór ze thuis is. Misschien weet jij er wat op? Ik bedoel: je houding te bepalen." Karei dacht een poosje na en knikte langzaam.^..Wellicht is het beter, als ik nu ga en een paar dagen wegblijf? Kees keek de ander aan. „Ik ben blij. dat je er zelf over begint. Wij, de jongens, mogen je wel. En de oudjes eveneens. Ik heb zo eens gesnuffeld in Ede en ik heb geen kwaad woord over je gehoord Dat grapje met die schilderijen, daaar kun je ook niets aan doen. En als je weer werk krijgt, zal niemand hier in huis er bezwaar tegen hebben, als jij onze Stien ter zijner tijd weghaalt, zie je? Maar ik geloof dat het voor jou en Stien. voor jullie beiden beter is, als je een paar dagen bij haar uit de beurt blijft. Ze zal dit wel alleen willen verwerken. Ik ken haar en zo zijn we allemaal. En reken verder maar op ons. Je hebt aan den lijve ondervonden, hoe gek we op onze zus zijn Daarom hebben we aan jou nog wat goed te maken. Wij houden wel een extra oogje in het zeil. Karei drukte dankbaar de uitgestoken hand en stond op. „Afgesproken, Kees, ik smeer 'm. Ze zal nu onderhand klaar zijn. Apropos ik ga de 16de aan het werk. Dat is vrijdag. Als ik dan donderdagavond eens aan wip? „Je hebt thuis telefoon, he? Als ik niet bel, is het in orde. En anders hoor je het wel. Fijn, dat je weer werk hebt. „Tot ziens." De week ging voorbij en Karei bereidde zich voor op zijn nieuwe werkkring. Liet zijn wagen nakijken, zodat deze zo bedrijfsvaardig mogelijk zou zijn en verlangde er naar weer naar z'n klanten te kunnen gaan. Donderdagsmorgens kreeg hij een briefje thuis van zijn nieuwe werkgever, een gedrukte kaart er bij, die blijkens het briefje, aan alle klanten van de voormalige firma Ganzevoort was verzonden en waarin werd medegedeeld, dat per 16 september de heer K. Welsenaar weer als vanouds de vertegenwoordiging op zich zou nemen, nu voor de firma Spaander en Berg. Met welk schrijven Karei bizonder in zijn schik was. Enerzijds een eerherstel, anderzijds zouden zijn klanten vóór zijn komst weten, dat de firma Ganzevoort was opgegaan in de firma Spaander en Berg en dat er verder niets veranderen zou, omdat de oude vertegenwoordiger bleef reizen. Donderdags in de vooravond werd er gebeld. Vader Wel senaar nam de telefoon aan en riep: „Karei, voor jou! „Met Welsenaar." „Met Kees van Essen, Karei. We hadden afgesproken, dat zonder bericht vanavond zou komen, he? „Ja. „Ta, Kan het soms niet doorgaan? Is er wat met Stien? jong, er is zeker wat met onze zus. „Is ze er nog steeds van overstuur? „Wat ze heeft, moet je zelf maar uitkienen. Maar ondanks de afspraak, wilde ik voor de zekerheid nog maar even bellen zie je? We verwachten je vanavond. Wat denk je? Heb je zin? „Nou, dat hoef je niet te vragen. Kees, antwoordde de aangesprokene verheugd. „Maar hoé is het met Stien? „O, maak je maar geen zorg. Die is er zo'n beetje overheen. Ze weet natuurlijk niets van ons gesprek van maandagavond en doe jij nu ook maar net of je nergens van weet, he? Een leug entje voor bestwil, zullen we maar zeggen. O ja, dat is waar ook. Vanmorgen had ze het net over je. „O ja? En wat zei ze?" Vroeg Karei gretig. „Ze zei: Gek, Karei is ook al in dagen niet geweest. Hij zal toch niets hebben? Ik zei toen langs m'n neus weg: Geduld misschien komt-ie vanavond wel onverwacht. En weet je, wat ze daarop antwoordde?" „Nou" Karei stond op hete kolen van nieuwsgierigheid. „Ze zei: 't Zal eens tijd worden. Ik verlang echt naar 'm. „Jeetje, Kees!" „Het zit wel snor, Karei. Wat doe je? Kom je?" „Allicht, grapjas. Hier staat er nog één die brandt van ver langen." „Moe 'k de brandweer bellen?" „Moe 'k nou lachen?" Kees grinnikte. „Je lijkt Stien wel. Tot ziens, geluksvogel". Acht uur is ze wel thuis." Met kloppend hart zette Karei die avond zijn wagen stil cn keek naar het huis. Hij zag Stien opstaan en terwijl hij de wagen sloot, had ze de deur al open. Glimlachend liep hij op haar toe. „Hallo, mop. Jeetje, wat heb ik in deze dagen naar je verlangd." Hij kustte haar zacht. Ze sloot de deur achter hem en leunde er even tegen. „Daar heb ik anders niet veel van gemerkt," antwoordde ze op onge woon zachte toon. Hij knipoogde. „Een klein geheimpje, zus. Een verrassinkje. Als ik je nou eens vertel, dat jouw Karei morgen aan het wtr' gaat? Bij Spaander en Berg in Amsterdam?" Haar ogen lichtten op tot een blijde, verrassende blik. „Heer lijk, Karei. Hoe heb ie dat snel voor elkaar gekregen?" „Dat is een heel verhaal en vertel ik straks wel." Gearmd liepen ze naar binnen. Karei groette: „Dag mevrouw... mene: r van Essen. Haloo club van zes. Alles in orde?' „De vertegenwoordiger in ruste," grinnikte Wim. „Maar nu niet meer?" lachte Stien blij. „Karei gaat morg: n beginnen. In Amsterdam." „Dat is een eind weg," meende Van Essen. „Thee, Karei?" vroeg mevrouw. „Graag, Mevrouw." Hij haalde een pakje uit zijn zak. „Dat is waar ook, laat ik nu vanmorgen tegen dit pakje oplopen? tb dacht: dat is net iets voor,mevrouw van Essen." De vrouw keek verwonderd en toen ze het begreep, glim lachte ze. „Dat zal best, ja." Maar maakte het toch meteen ore. Stien keek belangstellend toe en toen het deksel eraf giro, riep ze uit: „Als je me nou... kersenbonbons. Moeder's enige zonde, zegt vader altijd. Mevrouw van Essen kleurde zowaar. „Dat vind ik aardig. Karei. Dank je wel. Maar hoe wist je, dat ik daarvan houd?" Karei kneep een oogje dicht. „Och, ik dacht: een moeder van zo'n knappe dochter lust best een paar kersenbonbons." „Ja, dat zal wel." Stien bloosde en gaf hem een por in z'n zij. „Heb ik wat miszegd?" Stien bloosde dieper. „Ga zitten, apekop. En geef me een sigaret." Terwijl ze van de thee dronken, vertelde Karei met weglating van de bizonderheden, dat de firma Ganzevoort ovegenomen was door Spaander en Berg in Amsterdam en dat hij daar nu aa genomen was, speciaal voor de klanten van de oude firma. „En morgen ga ik dus aan de slag." ,,'t Zal tijd worden, luilak," mopperde Stien, terwijl ze zach'. zijn arm drukte. „Zeg dat wel. Een mens zou helemaal aan de vakantie wennen, he?" Wat later fluisterde ze hem in 't oor: „Gaan we nog even toeren? Ik heb je wat te vertellen." Hij knikte en even later vroeg hij aan mevrouw van Essen: „Mag ik uw dochter eens wat van de schone omgeving van Otterlo laten zien, mevrouw? Ik beloof u haar weer netjes op tijd hier te zullen afleveren." „Jullie zijn geen kinderen meer. he? En wat die schone om geving betreft, in het donker zul je daar niet veel van merken, af gezien van het feit, dat Stien die onderhand wel zal kennen." „Ik weet anders heel leuke plekjes," verklaarde Karei droog, waarop de broers in een lachbui schoten. Stien fronste haar wenkbrauwen. „Zeg niet zulke gekke dingen. Karei keek verwonderd. „Wat heb ik nou weer miszegd?" Ze stond óp. „Laten we maar gaan. Het is al negen uur." Buiten, in het donker, reed Karei het dorp uit en op de grote weg schoof Stien dichter tegen hem aan. Ze zei zacht: „Rijdt wat kalm aan, Karei, ik moet je wat vertellen.' Hij draaide de Barneveldseweg op en knikte „Ik ben :en cn al oor, schat." „Ik heb..." begon het meisje aarzelend, „de kwestie is... er is een brief gekomen. Van het schip van Gerrif „Van het schip van Gerrit," echode Karei. „Niet van hem zelf?" Ze schudde haar hoofd. „Van de eerste stuurman. Hij... het gaat over Gerrit. Nou ja, het is allemaal uit tussen ons, Karei. Hij... hij heeft me beledigd. De jongeman matigde zijn snelheid nog meer en legde be schermend zijn arm om haar heen. „Mijn moppie... zei hij zacht. „Ik vertel je misschien later wel, wat er allemaal in stond. Ik kan het nou niet. Karei. Ik hoop dat je het niet erg vind." „Nee, Schat, ik hoef het helemaal niet te weten. Eigenlijk ben ik maar naar één ding nieuwsgierig, maar dat kan ook wachten als je dat liever hebt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1963 | | pagina 5