BEA
JAARREDE 1963
van burgemeester De Ruiter van Bergen
TWEEDE BLAD
VRIJDAG 31 JANUARI 1964
wint het pleit
23
II
Zo wordt alles weer in de banen
van de pais en de vree geleid en
hebben de tonen van Heppeners
muziek door het Ned. Studenten
orkest uitgevoerd nog maar kort
geleden het rumoer, dat in 1963
rondom dit orkest en zijn verblijf
in Bergen opstak, geheel overstemd.
Dat wij wel "eens taken op ons
nemen, die niet rechtstreeks met
het besturen van de gemeente te
maken hebben geeft er boeiende
aspecten aan.
Daartoe behoort het op gang bren
gen van de samenwerking der drie
plaatselijke instellingen voor de
gezinsverzorging in één Stichting.
Het is geen spectaculaire arbeid,
die daarin wordt verricht, maar de
ze sanering getuigt van werkelijk
heidszin. De drie instellingen heb
ben begrepen, dat het een eis van
de tijd is, dat vooral op het terrein
van de verbetering en versteviging
der intermenselijke contacten sa
menwerking noodzakelijk is. Van
niemand wordt gevraagd zijn prin
cipes aangaande geloof en politiek
overboord te werpen, maar het
wordt de hoogste tijd, dat een te
vergaande opsplitsing van de sa
menleving een levensgrote bedrei
ging voor het gehele cultuurbeeld
vormt. Juist in het lokale, waar we
elkaar nog kunnen kennen en her
kennen, liggen grote mogelijkhe
den.
Het is niet langer nodig per pro
clamatie het sterven der oude vor
men en, gedachten aan te kondi
gen, ze bezwijken onder onze han
den. Maar nieuwe vormen kondi
gen zich aan. Het is onvoldoende,
indien wij de vormgeving overla
ten aan de nationale en suprana
tionale organen. Het is mij te goed
koop, indien men deze organen
verwijt, dat ze hun tijd met spil-
en praatzucht verdoen. Door kleine
groepen wordt er gezwoegd aan de
nieuwe Vormgeving van het oude
Europa, dat voor onze kinderen een
woonplaats moet zijn. Indien bin
nen en tussen de lagere organen
het besef van mee-denken en mee
helpen niet tot leven wordt gewekt,
zal de schaal een fraai deksel krij
gen, maar zonder inhoud blijven.
Ook de samenwerking in het be
stuur van de Stichting Oldenhove
heeft mijn grote instemming en
dat de schijndode bouwvereniging
Roomse Actie in een springlevende
bouwvereniging Algemeen Belang
werd omgezet is, lokaal gezien, een
teken van hoop.
De werkloosheid is gering en
slechts in 19 gevallen moest tijde
lijk bijstand worden verleend,
maar het aantal verpleegden in in
richtingen stijgt van jaar tot jaar
en bedraagt nu reeds 70. Met het
toenemend aantal verkeersongeval
len behoort dit tot- de schaduwzij
den van een steeds intensievere
wijze van leven en een stijgende
welvaart.
In 1963 bedroeg het aantal ver
keersongevallen 184, waarbij drie
mensen om het leven kwamen en
61 personen lichamelijk letsel kre
gen. Dat 151 auto's zware en 162
lichte schade kregen moge jammer
zijn, maar heeft slechts financiële
gevolgen en is productie-bevorde
rend en weegt geenszins op tegen
het persoonlijk leed door dood of
letsel veroorzaakt.
Ons politiecorps hoewel enige tijd
lijdende aan onderbezetting, ver
vulde in 1963 \yederom op voor
beeldige wijze zijn taak.
Dit onvolledig beeld in vogel
vlucht over 1963 bewijst, dat uw
raad zeer actief is geweest en dat
ook onze ingezetenen niet hebben
stilgezeten.
Of het onze ingezetenen in gees
telijke en materiële zin goed is ge
gaan kan moeilijk door ons worden
geconstateerd. Wel valt het mij op,
dat sommige dienstverlenende en
verzorgende bedrijven in de zo
mermaanden, in dienstvaardigheid
en verzorging van de eigen ingeze
tenen een inzinking vertonen. Voor
de overkoepelende organen ligt hier
een opvoedende taak.
De gastenstatistiek wijst uit, dat
het aantal gasten en overnachtin
gen in vergelijking met 1962 gun
stiger resultaten laat zien. Een
stijging van ruim 5 is na de te
rugval van 1962 in verhouding tot
1961 met 10 niet onbelangrijk.
Het aantal Nederlandse gasten is
procentueel iets gestegen en be
draagt 48% en het aantal gasten
uit Duitsland bedroeg 47% (in 1962
48% Het aantal gasten uit de an
dere landen (5%) is en blijft te
laag. Zal de westduitse stroom aan
blijven houden en indien niet, wat
zijn de gevolgen? Zou het ook mo
gelijk zijn in de verhuurprijzen nu
reeds met deze laatste mogelijkheid
rekening te houden? Een uitbrei
ding met een nog betere hotelak-
komodatie dan nu voorhanden is
lijkt mij voor een ontwikkeling in
opgaande lijn een gebiedende eis.
Ook voor het gemeentebestuur is
hier een taak weggelegd, die op
z'n minst een stimulerend karakter
moet hebben.
Het heeft weinig zin om te gaan
profeteren wat er in 1964 zal ge
beuren, dat ligt ook ten dele aan
uw besluitvaardigheid en de voor
bereidingsmogelijkheden van het
college. Zeker is echter, dat de vol
gende zaken binnenkort in de
openbaarheid worden gebracht.
Het raadhuisplan zal in febru
ari of maart door u worden behan
deld. De verordening zomerwonin
gen is gereed en kan in februari
in de commissie worden besproken.
De tweede fase van het plan Nes-
dijk kan dit voorjaar in gereedheid
worden gebracht en met de bouw
van woningen zal zeer waarschijn
lijk deze zomer worden begonnen.
Wij hopen, dat de fundamenten
voor de eerste 50 woningen in het
plan Bergen-Noord in het komende
voorjaar worden gelegd. En achter
tal van zaken, die we gaarne zagen
uitgevoerd of waarin voorzienin
gen getroffen moeten worden zet
ten we vraagtekens, want we we
ten niet of de tijd ons meezit, de
hogere goedkeuringen worden ver
kregen en of we over voldoende
mankracht beschikken. Maar zeker
is, dat indien met de ambitie en de
vlijt gewerkt wordt, die door uw
raad, het college en de ambtenaren
in 1963 werden opgebracht het er
voor onze gemeente zeker niet som
ber zal uitzien. Moge uw hoofd,
uw hand en uw voet gesterkt en
geleid worden door Hem, die onze
Schepper en Onderhouder wil zijn.
Na de jaarrede van de burge
meester, volgde de behandeling van
de begroting 1964.
In de algemene beschouwingen
door de fractievoorzitters, werd dit
jaar veel aandacht besteed aan de
badplaats Bergen aan Zee.
Mr. S. D. Sluis opende de rij van
sprekers. In het begin van zijn re
de, gaf hij het college de raad, niet
te omslachtig te gaan werken. Som
mige voorstellen van betrekkelijk
kleine uitgaven, hebben z.i. geen
commissievergaderingen nodig en
ook niet in de raad te worden be
sproken. In zulke gevallen moet B.
en W. gemachtigd zijn direct te be
slissen. Mr. Sluis bleef nog steeds
het besluit betreuren van de 80 ha
grond, die de raad aan Alkmaar
heeft afgestaan. Hij ziet de nood
zaak daar niet van in en is voorts
door 't rapport van socioloog dr. S.
Groenman, op verzoek van een
drietal gemeenten, versterkt in zijn
mening, dat de groei van Alkmaar
lang niet die omvang zal aannemen
als het college veronderstelt.
De financiële toestand van de ge
meente vindt spr. niet onbevredi
gend. Voor de ontwikkeling van
Bergen aan Zee maakt spr. zich
zorgen. Er is destijds een bedrag
gevoteerd voor een rapport van het
N.E.I. over de ontwikkeling in de
toekomst van dit zeedorp. Hierover
is nog niets bekend. Deze zaak
blijft in nevelen gehuld.
Voorts legde hij het college de
vraag voor of zij van oordeel zijn
dat de verkeerssituatie langs de
Eeuwige Laan, die tientallen jaren
DE DUINSTREEK
onveranderd bleef, niet op korte
termijn kan worden opgelost. Men
moet niet vergeten, dat het aantal
auto's dit jaar met 18.000 vermeer
derd is. Vervolgens vroeg hij zich
af, of Bergen niet onvoldoende ge
outilleerd is voor zaken als cultuur,
kunst en toerisme. Ook is er gebrek
aan werkelijk moderne hotelacco-
modatie. Mr. Sluis is van mening,
dat als er op de plaats van „Kra-
nenburgh" geen raadhuis komt, dit
tot museum moet worden verbouwd
en zou dan grond van het „Dorps
huis" willen gebruiken, voor uit
breiding van het huidige raadhuis.
Zeer veel wensen.
Mevr. mr. E. P. Broekman-Vries
man kan namens haar fractie met.
vreugde constateren, dat het college
er in geslaagd is, de post onvoor
zien - het vorig jaar met moeite
op f 30.000,gebracht - nu op
f 53.500,te stellen. In het verle
den hebben we als wenselijk be
drag genoemd f70.000,3% van
de totale uitgaven. De uitgaven zijn
thans sterk gestegen tot 3 miljoen,
zodat de post onvoorzien met een
reserve van 3 op 90 a 95000 gul
den gesteld zou moeten worden.
De uitkering uit het gemeente
fonds bedraagt thans het maximum
Op extra uitkeringen behoeft niet
gerekend te worden, terwijl er nog
zeer veel urgente wensen op ons
verlanglijstje staan, o.a. riolering,
sportpark, raadhuis, schooltandver-
zorging enz.
Door het ontbreken van een be
hoorlijke riolering wordt de toe
stand in ons dorp ontoelaatbaar.
Niet alleen de eigen inwoners on
dervinden de lasten daarvan, maar
ook voor de jaarlijks aanwassende
stroom zomergasten is dit niet ver
antwoord voor de goede naam van
Bergen. De riolering heeft de hoog
ste prioriteit. Urgent is de aanleg
van een sportcomplex, niet alleen
vanwege de volksgezondheid maar
ook om de jeugd te behoeden tegen
vervlakking en nozemdom.
Onze fractie heeft altijd positief
gestaan tegenover de bouw van een
nieuw raadhuis. In een gemeente
zonder behoorlijke riolering, zou 'n
nieuw raadhuis een onverantwoord
„status-symbool" zijn. Thans kun
nen de ambtenaren in een doelma
tig verbouwd raadhuis prettiger
werken. Als voornaamste wens
blijft dan een ruimere raadzaal.
Volgens spreekster zou, wanneer 't
nieuwe raadhuis op de oude plaats
van het huidige komt te staan, het
nu reeds mogelijk zijn, achter het
raadhuis een nieuwe raadzaal te
bouwen, dan is het moment daar,
waarop besloten kan worden „Kra-
nenburgh'' grondig te restaureren,
van verwarming te voorzien, zodat
de drie instellingen die er gehuis
vest zijn, hun werk beter kunnen
ontplooien.
Bergen aan Zee
Speciaal zou mevr. Broekman de
aandacht van de Raad willen ves
tigen op Bergen aan Zee met wat
er na de wederopbouw '45 daar tot
stand kwam.
Daaraan heeft de raad, noch het
college schuld. Des te meer is het
nodig, de dingen die we wel in de
hand hebben, goed te verzorgen.
De riolering is voor de badplaats
een uiterst urgent punt en de hui
dige toestand mag dan ook geen
dag langer voortbestaan.
Voor de aanleg van het Van dei
Wijckplein is nog geen oplossing
gevonden. In verband met de 10.000
gulden die reeds besteed zijn aan
bet Parnassiapark, zou spr. alvo
rens er meer geld in te steken,
eerst eens een desdundig advies in
winnen waarin onomstotelijk moet
komen vast te staan, dat er een
goed resultaat met het park bereikt
kan worden. Een belangrijk feit
voor Bergen is de vestiging van de
Europese School, dat het aanzien
van onze gemeente gunstig zal be-
invloeden. Dit kan helaas niet ge
zegd worden van het streekplan,
dat op vele punten dreigt, aan onze
gemeente een ander karakter te
geven. Zij hoopte dat de ingedien
de bezwaren tegen inbreuk op ons
grondgebied, bij de Kroon gehoor
zullen vinden.
Samenwerking met Alkmaar
op kunstgebied.
De heer N. F. A. de Graan noem
de de post onvoorzien bescheiden,
gezien de vele urgente plannen als
riolering, sport, straatverlichting,
museum, verenigingsgebouw, dorps
huis en leeszaal.
Een zaak die de fractie aan het
hart ligt in het belang van de volks
gezondheid, is de schoolmelkver-
strekking, maar ook de bewuste on
derbreking van het lesrooster
schijnt stimulerend op de kinderen
te werken, die fris de lessen weer
aanvangen. In 1963 is in 36 weken
op de scholen 34000 liter melk ge
dronken, waarvoor de gemeente be
taalde f 1200,—. Moeten wij nu ons
voor dit bedrag laten, kennen en
FEUILLETON
door Henk van Heeswijk
Na het speelkwartier, dat Bea met enkele minuten
verlengd had, liep ze nog eens de lokalen door, keek
naar het werk van de kinderen en knikte de hulpjes
vriendelijk toe. „Laten ze me nooit mieer wat vertel
len van de Elshovense kinderen", zei ze, „want hier
zijn tenminste jongens en meisjes, die zichzelf weten
te redden, als er een meester ziek is. Maar ze
dempte haar stem en keek eens rond „vertel het
nooit verder, jongens, want anders zeggen de grote
heren in Den Haag: Die Elshovense school? Daar zijn
geen meesters en juffrouwen meer nodig. Die kinderen
kunn'en zonder hen ook wel rustig zijn en toch leren.
Stel je voor, jongens, danj sta ik op straat en heb ik
geen baan meer- Dan zou ik met sinaasappelen langs
de straat moeten venten
De kinderen joelden om de mop, maar Bea legde
meteen weer bezwerend haar vinger op de mond. „Een
grapje op z'n tijd, jongens, maar. denk om de afspraak,
he? Hulpmeester, als het half twaalf is, dan ga je
netjes twee aan twee met je klas naar buiten, he?
Juist, ik had niet anders verwacht."
Kort nadat de schoolbel wias gegaan, reed de zieken
auto voor het huis van Hoogeboam. De kinderen staak
ten hun spelletjes en dromden rond de auto, maar Van
Schagen joeg hen weg, Bea kwam erbij en wenkte de
kinderen. „Kom, jongens, als je nu rustig hier blijft
staan en je maakt geen lawaai kun je het ook zien.
Meester Hoogeboom is opeens erg ziek geworden en
moet njaar het ziekenhuis in Ermelo. Laten we hopen,
dat hij weer gauw beter is, he?"
De kinderen knikten, maar bleven verder rustig staan
op de plaats, die Bea hen gewezen had. En toen de auto
wegreed, ging deze tussen twee rijen kinderen door,
die zwijgend en met ernstige gezichten naar de grote
witte wagen keken, tot deze om de hoek van het plein
uit het oog verloren was gegaan. En bij het hek van
Hoogeboom's woning stond Van Schagen, stom ver
baasd te kijken. Hoe ze dat toch klaarspeelde met de
kinderen.
HOOFDSTUK 20
Sangelaar nam onmiddellijk maatregelen. Dat was
hem wel toevertrouwd. Hij was naar het dorp gekomen
en had van Van Schagen vernomen, wat er aan de hand
was. Daarna had hij gesproken met de dokter, die de
toestand van Hoogeboom niet zo best inzag en als zijn
mening verkondigde, dat deze voorlopig wel op non-
actief zou zij- Sangelaar had bedachtzaam geknikt, had
de dokter bedankt en was in zijn wagen gestapt, waarna
hij het dorp uitreed.
Om half twee ging de school weer gewoon aan en
Van Schagen belastte zich met de vier hoogste klassen.
Maar des middags was het niet zo rustig als gedurende
de morgen. Bea haalde evenwel haar schouders op. Van
Schagen had tenslotte de oudste rechten. Wat hij deed,
moest hij weten en verantwoorden.
In de avond, even voor het broodeten kwam Sange
laar bij de Van Schagens binnen. Bea zat in een hoek
bij het raam te lezen en hoorde, dat er de volgende dag
een onderwijzeres zou zijn: juffrouw de Munk. Al enige
jaren getrouwd. Maar vroeger hier ook onderwijzeres
geweest. Was terstond bereid om voorlopig in te vallen.
„Ze reist heen en weer en komt met de bus van kwart
voor negen aan. Als jij dan dat kwartier zo lang de
vier klassen onder je hoede neemt, dan kan ze hier zo
tegen tien voor negen zijn
Van Schagen knikte. „Komt best voor elkaar. Zal ik
dan zolang maar de beide hoogste klassen nemen?"
Sangelaar dacht even na en keek van terzijde naar
Bea die evenwel in haar lektuur verdiept scheen. Toen
knikte hij. „Ja, doe dat. Dan neemt juffrouw de Munk
jouw klassen wel zolang waar. Laten we hopen dat Hoo
geboom gauw weer beter zal zijn."
„Wat scheelt hem eigenlijk?"
Sangelaar haalde zijn schouders op. ,Ik kon uit Ver-
maat niet wijs warden maar hij zag het niet zo licht
in, anders had hij hem niet naar het ziekenhuis ge
stuurd."
En zo deed juffrouw de Munk de volgende dag haar
intrede. Tijdens het speelkwartier stelde Van Schagen
die haar nog van vroeger kende, aan Bea de nieuwe juf
voor en de beide vrouwen drukten elkaar de hand. Uit
het gesprek dat ze met haar had bleek, dat ze vier jaar
geleden wegens haar huwelijk was vertrokken- Ze was
hier bijna vijf jaar onderwijzeres geweest. Bea kreeg
Wel een prettige indruk van haar collega. Ze was wat
bedeesd en sprak erg zacht.
Doch reeds na een paar dagen bemerkte Bea dat juf
frouw de Munk de derde en vierde klas niet de baas kon.
Er was voortdurend herrie en af en toe moest Bea ingrij
pen. Juffrouw de Munk bleek tamelijk zenuwachtig te
zijn en het schoolleven geheel ontwend. Bea keek de kin
deren boos aan en deelde kwistig strafwerk uit. Dat was
onder de gegeven omstandigheden de enige methode.
Een der ergste belhamels, Gerrit van Zanten, nam ze
bij de kraag mee naar haar eigen lokaal. Daar plantte
ze hem tussen de ukkepukken van de eerste klas en zei:
„Ziezo, Gerrit ik geloof dat we met jou maar eens een
poosje van voren af aan gaan beginnen. Mijn kinderen in
de eerste klas zijn nog gehoorzamer dan jij. Je moet
mjaar eens een paar weken tussen hen in zitten- Mis
schien kun je dan wat van hen leren."
De jongen was spinnijdig om deze vernedering, maar
als alle kinderen had hij respect voor juffrouw van Laar
en daarom hield hij zich in. Toen hij begon met dwars
in zijn bank te gaan zitten, verwachtte hijdat ze hem
een draai om zijn oren zou geven, maar niets van dit
alles gebeurde. Alleen toen het speelkwartier was aan
gebroken, zei ze tegen hem: „Jij blijft in je bank zitten,
jongeman. Misschien dat je gedurende het speelkwartier
weer weet, hoe je eigenlijk behoort te zitten. En als je
het daarna nog niet weet mag je om half twaalf, als
de andere kinjderen naar huis gaan, ook nog blijven zit
ten. Wat dacht je? Dat je er mij mee hebt?" Ze keek
hem met haar grote ogen aan en schudde langzaam haar
hoofd. „Mis, Gerrit. Je hebt er alleen je eigen maar mee.
Dat betekent een slecht cijfer voor gedrag. En schoolblij
ven- En niet buiten spelen in het speelkwartier. We zul
len wel eens zien, wie het 't langste volhoudt."
Die middag beleefde Bea een verrassing, want Gerrii
overhandigde haar een briefje en nam doodgemoede
reerd plaats in de rij van de derde klas. Bea begreep
dadelijk, dat dit een kattebelletje moest zijn van zijn
ouders, maar ze stak het briefje ongelezen in haar zak
en wenkte de jongen bij zich. „Daar is je plaats, Ger
rit, bij de eerste klassers. Afmars. Zodra je je weer
behoorlijk kunt gedragen, mag je terug naar klas drie.
„Me moeder heb.begon de jongen, maar Bea was
onverbiddellijk. Toen hij niet van plan was om bij de
eerste klassers te gaan staan, pakte ze hem bij z'n schou
ders en zette hem tussen de kleintjes, tot grote hilariteit
van zijn klassegenoten. Ze hield even stil en wees hem
naar de grinnikende jongens en meisjes. „Kijk, Gerrit,
dat is het resultaat van je branie. Zolang je in je eigen
klas bent, bewonderen ze je om je moed, die eigenlijk
helemaal geen moed is doch alleen opschepperij. Maar
nu je tussen de peuters staat, lachen ze je uit- Dat is
altijd de dank, jongeman, die je oogst, als je een held
wilt zijn."
In de klas, toen Gerrit weer tussen de kleintjes bi
vakkeerde en met een nors gezicht n,aar 't raam zat te
kijken, opende ze het briefje en las de inhoud:i
„Juffer. Alsdat ons Gerrit niet in de eerste klas sit
maar in de derde en ik wil niet dat hij tot schande
gezet wort.
Met grote en hoogagting, Vrouw van Zanten."
Bea vouwde het briefje dicht en borg het weg. Die
heeft ook niet veel opgestoken van haar zes klassen la
gere school, dacht ze.
Na schooltijd fietste ze naar het arbeidershuisje van
de familie van Zanten. Daar had ze een lang gesprek
met de moeder, die overigens een heel verstandig mens
bleek te zijn. En toen ze van Bea hoorde, waarom Ger
rit als strafmaatregel in de eerste klas was geplaatst,
antwoordde ze: „O, maar zo heeft Gerrit het me niet
verteld. U hebt groot gelijk. Ik zal hem vanavond eens
op z'n d. .r komen. Da beloof ik u."
Bea schudde haar hoofd. „Doet u dat maar niet, me
vrouw van Zanten- Weet u wat u doet? Zegt u vanavond
maar, als uw man thuis is: Gerrit is weer terug naar de
eerste klas. Ik heb de juf gesproken en ze heeft groot
gelijk, dat ze Gerrit weer in de eerste klas gezet heeft.
Hij kan nog niet in een hogere klas zitten. Zegt u dat
en wacht dan' eens de reactie van uw man af. Let u
eens op: morgen is Gerrit zover, dat hij me vraagt naar
z'n eigen klas te mogen gaan."
„Zou u denken?"
Bea knikte. „Vast, mevrouw, ik vind het prettig met u
kennis gemaakt te hebben. We maken dat met Gerrit
wel in orde. Niets bijzonders, hoor. We hebben allemaal
wiel eens van die recalcitrante buien.'
Maar dit laatste woord begreep vrouw van Zanten
niet. Toen Bea wegfietste, mompelde ze in zichzelf:
Van die nieuwerwetse dingen heb ik vroeger anders
nooit last gehad
stempeltjes gaan uitdelen aan on-
vermogenden? Past dit wel in onze
moderne gemeenten?
Voorts vroeg hij zich af in zijn
beschouwing over de subsidie aan
Sociale Belangen, of in een tijd van
sterk stijgende prijzen, de subsi
die voldoende zal zijn om de stij
gende ondersteuningen te dekken.
Met waardering sprak hij over het
beleid, dat het College het afgelo
pen jaar heft gevoerd betreffende
de woningbouw. Straks kan de lijst
woningzoekenden behoorlijk wor
den ingekrompen. Vervolgens drong
de heer de Graan aan om in even
tuele samenwerking met Rijk, pro
vincie e.a. gemeenten, te komen
tot stichting van een museum en
het steeds groter wordende kunst
bezit vah Bergen, daar te expose
ren. Men zou zich kunnen afvragen
of de tijd thans niet rijp is, nu Alk
maar, zowel als Bergen, naar een
behuizing van hun kunstbezit om
ziet., tot een gezamenlijke concreti
sering der te ontwikkelen plannen
te komen.
Hoeveel Bergenaren krijgen
een woning op het 80 ha
geschenk?
De heer J. J. Dinkelberg informeer
de naar de positie van Bergen als
gemeente. Hij merkte op dat in
Utrecht vertegenwoordigers van 24
gemeenten bijeen zijn geweest om
zich te beraden over de uitwerking
van de aspiraties van grote steden,
ter stimulering van hun grootheids
impulsen. Was Bergen daar ook bij
vroeg hij. Hij zou het betreuren
vanneer dit niet het geval is ge
weest, want ook hier is zelden ge
bleken, welke zegeningen Bergen
te beurt zijn gevallen, als gevolg
van regionale bijeenkomsten.
De heer Dinkelberg vroeg of van de
zijde van Alkmaar al een dankbe
tuiging is binnengekomen voor het
80-hectaregeschenk.
Hoe staat het met het stedebouw
kundig ontwerp voor het bouwen
van die oppervlakte. Is het reeds
bekend met hoeveel Bergense wo
ningzoekenden in dat project reke
ning wordt gehouden?
Wij waren een „witte raaf" toen
wij dezer dagen een praatje bij de
Heidemaatschappij maakten. Men
zei daar, dat de gemeenten niet
meer bij hun komen om iets te
ondernemen op recreatief gebied.
Het is alom baksteen wat de klok
slaat en als wij dan ook nog ver
nemen, dat de bouwtoewijzingen
aan Alkmaar dit jaar hoofdzakelijk
bestemd zijn voor arbeiders aan de
Hoogovens, dan vragen wij ons af,
of meehuilen met het grondbedrijf
Alkmaar, niet een tikje sentimen
teel aandoet. Het wordt tijd, dat de
recreatiegebieden nu ook aan uit
breiding gaan denken. Waarom
geen nieuw bosareaal aangelegd,
en wandelpaden en waterpartijen
in onze eindeloze polders? Wordt
het geen tijd. dat de zgn. randge
meenten haar minderwaardigheids
complexen aan kant zetten door de
grote gemeenten er op te wijzen
dat een mens van baksteen alleen
niet leven kan en dat op die grote
gemeenten maar eens een beroep
moet worden gedaan bij het in cul
tuur brengen van verpozingsgebied,
want daarmee blijven alle steden
lelijk in gebreke.
Plan „Oldenhove" zonder
dubbele bodem.
Het is goed te zien, aldus de heer
H. J. N. M. Woudstra in zijn al
gemene beschouwing over de be
groting 1964, dat er gestreefd is
naar een reeële opzet van de be
groting, met een aanwijsbare ver
sobering. Deze „versobering" kan
gemotiveerd worden door enige in
de toekomst te treffen zeer grote
voorzieningen. De financiële conse
quenties van deze grote projecten
kunnen worden gesteund door ver
hoging van eigen gemeentelijke
rechten en belastingen, mits hierin
een positief beleid in het belang van
onze gemeente wordt aangetoond.
Het noemen van bestaande re
serves wijst allereerst op komende
plannen betreffende ons raadhuis.
Bij een gedeeltelijke restauratie van
het huidige raadhuis kan niet van
„weggegooid geld" worden gespro
ken. Dit pand kan t.z.t. een goede
bestemming krijgen. Wellicht heeft
het College aangaande de situering
andere plannen voor een nieuw
gebouw. Het aantal mogelijkheden
is met één verminderd, doordat Al-
bert Heyn met succes naar de hand
van „Ingeborg" (Het oude huis aan
de Breelaan) heeft gedongen
Urgent is ook de aanleg van een
sportcomplex. Wij verwachten gro
te activiteit en gezonde ideeën van
de Sportraad. Ook verbetering van
de riolering in Bergen aan Zee is
dringend. Spr. drong aan op een
duidelijk hanteerbaar riolerings-
olan.