n
3
A
BEA wint het pleit
Snuif en wrijl
F
TWEEDE BLAD VRIJDAG 28 FEBRUARI 1964
„DE DUINSTREEK"
^dltse
JAAROVERZICHT 1963
Schoorlse Bridgeclub
Uit het jaarverslag dat op de j.l.
Raadsvergadering van 20 dezer aan
de Raadsleden werd uitgereikt
blijkt dat het inwonertal van de
gemeente Schoorl het afgelopen
jaar met 78 personen toenam. In
tien jaar is de plaatselijke bevol
king met bijna 630 personen toege
nomen zo lezen we in het verslag.
Voorts werd er ook in 1963 weer
vruchtbaar door het gemeentebe
stuur met de plaatselijke verenigin
gen samengewerkt. Aan de Schoorl
se IJsclub werd f 5000,subsidie
verleend, terwijl de tennisclub een
renteloos voorschot van f 70n0,
verstrekt kreeg. De Schoorlse Ge
meenschap, het overkoepelend or
gaan van alle plaatselijke vereni
gingen organiseerde ook in het ver
slagjaar weer met succes het St.
Maartensfeest en de intocht van
St. Nicolaas. Zoals bekend heeft de
ESSO de gemeente nu zonder voor
waarde f 50.000,geschonken; de
erfstelling van de oud-burgemeester
van Schoorl, wijlen baron van Fri-
dagh bedroeg ruim f 12.000,zo
dat men ons inziens een flinke stap
in de goede richting heeft kunnen
zetten. In het kader van de Jan van
Scorelherdenking werd begin 1963
in de Hervormde Kerk een concert
van werken van tijdgenoten van de
schilder ten gehore gebracht door
het Ned. Kamerkoor. Burgemeester
Bergh die in de Raadsvergadering
een en ander mondeling toelichte
hoopte dat men in de toekomst in
staat zal zijn, een standbeeld van
Jan van Scorel te doen verrijzen,
maar dat men ook een weg naar
hem kan vernoemen hetgeen thans
zeker tot de mogelijkheden behoort.
De samenwerking tussen de Rijks
politie en de Gemeente was weer
uitstekend, terwijl verder in het
verslag het grote aantal diefstallen
wordt gememoreerd die in 1963
werden gepleegd. Het parkeer-
vraagstuk blijft zich als probleem
aandienen vooral door de toene
mende omvang van het motorvoer
tuigenpark. Er werden door de po
litie 432 processen-verbaal opge
maakt waarvan 148 voor overtre
ders van de wegenverkeerwet.
De plannen om tot nieuwbouw
van een politiebureau te geraken
konden nog niet worden gereali
seerd terwijl wel het tijdelijk on
derkomen voor de politie te Cam
perduin in gebruik kon worden ge
steld.
Aan het einde van 1963 vertrok
de Adjudant de Feyter naar Voor
schoten en nu wordt het commando
waargenomen door de Opperwacht
meester Heystek. De burgemeester
zei te hopen dat op redelijk korte
termijn h'et woordje „waarnemend"
voor de functie van de heer Hey
stek zou kunnen worden geschrapt.
De brandweer rukte 6 keer uit, er
werden 9 oefeningen gehouden
waarvan een in samenwerking met
de B. B. en de Rijkspolitie. Aan het
einde van het verslagjaar werd de
nieuwe Brandweerkazerne in ge
bruik gesteld en werd de Comman
dant de heer Hopman opgevolgd
door de heer Blom.
De Bescherming Bevolking ging
voort met de opleiding en instruc
tie en op 29 maart werd in De
Roode Leeuw een voorlichtings
avond gehouden waarvoor een vrij
grote publieke belangstelling be
stond. Burgemeester Bergh stak 'n
pluim op de hoed van het Hoofd
van de Schoorlse B. B., de heer v.
d. Brink en zijn mannen die zoals
hij zei, in tijd van oorlog vrijwillig
de gemeenschap dienen.
Ook het punt onderwijs in het
verslag werd door de heer Bergh
aan een korte beschouwing onder
worpen. Aan de Lagere School te
Schoorl kon door de toeneming van
leerlingen een vierde leerkracht
worden benoemd terwijl op 1 juli
aan de Lagere School te Groet mej.
Kofman uit Bergen werd aange
steld. Reeds in 1962 werd een be
gin gemaakt met de aanschaffing
van meer modern meubilair voor de
lagere scholen en dit gaat nog
steeds door, zodat men in 1964 alle
scholen van nieuw meubilair heeft
kunnen voorzien.
Op 15 november verleenden G S.
toestemming tot het bouwen van
een ambtswoning voor het Hoofd
van de Lagere School aan de Mo
lenweg. De stichtingskosten voor
deze woning zullen in totaal 39.000
gulden mogen bedragen; hierbij
zijn de grondkosten niet berekend.
Vervolgen^ kwam de financiële
toestand aan de orde. Deze is vol
gens G. S slecht te noemen aange
zien de begroting voor 1963 een te
kort van f 65.000,aangaf. Zoals
bekend heeft de Raad op 25 sep
tember besloten tot de verhoging
van een vijftal gemeentelijke be
lastingen waardoor het tekort op de
begroting tot f28.000 zou woiden
teruggebracht. Om dit tekort aan
te zuiveren heeft men de Minister
van Binnenlandse Zaken verzocht
een aanvullende uitkering uit het
gemeentefonds toe te staan. In haar
verzoekschrift stelde de Raad o.m.,
dat, indien in deze financiële toe
stand geen verandering kwam,
Schoorl ook in zijn recreatieve taak
schromelijk tekort zou schieten.
Ook aan de woningbouw werd
uiteraard de nodige aandacht be
steed. Door de fa. Min uit Bergen
werden de beschikbare gronden in
de bouwkern „Groetinke" bouwrijp
gemaakt en nadat deze grond aan
de fa. Min te Limmen was overge
dragen werd door deze een begin
gemaakt met de bouw van 87 wo
ningen voor werknemers van RCN
en Eurotoom te Petten. Voor eigen
woningzoekenden zullen enkele
tientallen woningen in deze bouw
kern beschikbaar komen. De huur
prijs voor deze huizen zal onge
veer f 85,per maand bedragen
zodat men vreest dat dit voor en
kele toekomstige huurders een be
zwaar zal vormen. Er staan nu 99
personen op de lijst van woningzoe
kenden terwijl in het verslagjaar
6 mensen aan woonruimte konden
worden geholpen. De 10 woning
wetwoningen aan de Bergeendstraat
en de Talingstraat kwamen gereed
zodat er binnenkort weer 10 men
sen gelukkig worden gemaakt. Er
werden 82 bouwvergunningen uit
gereikt, dit is 20 meer dan in 1962.
Door gebrek aan bouwrijpe grond
konden de vele verzoeken van be
langstellende leden van het Bouw
fonds Ned. Gemeenten voor de
bouw van een eigen woning niet
worden ingewilligd.
Bij het hoofd Vreemdelingenver
keer lezen wij dat het bezoek van
toeristen aan onze gemeente weer
van grote omvang is geweest. In de
voornoemde Raadsvergadering werd
wel duidelijk dat het toeristenbe
zoek met name aan Groet en Cam
perduin in 1964 nog groter zal zijn*
De heer Sleking vertelde n.l. dat
er nu al 60 procent meer aanvra
gen zijn dan in 1963.
Doordat de medewerking van de
bevolking aan het samenstellen van
de gastenstatistiek nou niet direct
geweldig was te noemen, kon nog
geen betrouwbaar cijfermateriaal
over het toeristenbezoek worden
geproduceerd. De recreatiecommis
sie maakte haar gebruikelijke rond
gang langs de bedrijven en er zijn
in deze commissie weer verschil
lende op de recreatie betrekking
hebbende kwesties besproken. Het
gesprek met het Staatsbosbeheer
over de stichting van een zwem
bad te Hargen vindt nog voortgang
Bij de bespreking van het punt
Sociale Zaken lezen we verder dat
er in 1963 geen werkloosheid van
enige betekenis optrad; het gemid
deld aantal geregistreerde manne
lijke werkzoekenden bedroeg 13.
In december zo lezen we bij het
punt Volksgezondheid werd de be
volking in de gelegenheid gesteld
zich te doen onderzoeken op long
afwijkingen. Er kwamen voor dit
onderzoek ruim 3000 personen in
aanmerking waarvan zich 59 pet.
aan het onderzoek onderwierp.
Tot slot wordt in het jaarver
slag gememoreerd dat 211 personen
df gemeente verlieten waarvan er
18 naar het buitenland vertrokken
(Ingezonden mededeling)
Uw -erkoudheid van neus.
keel of borst, weg met
Uitslag van maandag 24 febr.
Lijn A:
1 Bekker-Beeldman 5372
2. Mosch-Half 49
3. Dapper-de Wit 42Va
4. Mevr. Birnie-v. Twuyver 40Va
5. Mevr. Arepau-Goet 40
6. Thomassen-Half 39
7. Kaandorp-Berkhout 37
8 De Jong-Burgering 341/»
Lijn B:
1. Ens-Ens 30
2 Nieuwland-Roos 29Va
3. Dames Timmerman-
Stenneberg 25V2
4. Schipper-de Hart 24V2
5. Heystek-Haasbroek 211/*
6. Mevr. Bouma-Nieuwland 19
7. Mej. Haring-Hummeling 18
Lijn C:
1. v. d. Oort-de Wit 3372
2. Houtkoper-Repko 29
3. Goudsblom-Brouwer 25V2
4 Dames Klinkenberg-Timmerman
2272
5. Dames Wiedemeyer-Kuyper 20
6. Fam. Hoogschagen 1972
TUSSEN BORRELEN EN STUREN
We mogen aannemen, dat iedereen
de betekenis kent van de leuze
'geen alcohol gebruiken vóór of tij
dens deelneming aan het verkeer'
Wat er met 'tijdens' wordt bedoeld
is wel duidelijk. Het begrip 'vóór
deelneming aan het verkeer' is
echter nogal rekbaar. Hoe lang is
'vóór' Wanneer we een borreltje
hebben gedronken, moeten we dan
één uur, twee uur of een halve
dag wachten alvorens achter het
stuur te gaan zitten
Bij het beantwoorden van deze
vraag moeten we uitgaan van de
wetenschap, dat alcohol in het
menselijk lichaam een constante
verbrandigssnelheid heeft. Prak
tisch gesproken is het verbrandings
proces niet te versnellen.
Per uur vermindert het bloedal-
coholgehalte met 0,15 promille.
Derhalve hangt de hoeveelheid al
cohol, die per tijdseenheid in het
lichaam verbrandt, af van het ge
wicht aan lichaamsvochten, c.q.
van het lichaamsgewicht.
Het gewicht van de lichaams
vochten is ongeveer tweederde van
het totale lichaamsgewicht. Weegt
iemand 75 kilogram, dan beschikt
hij dus over 50 kilogram lichaams
vochten. Een dergelijk persoon ver
brandt per uur 50 x 0,15 is 7,5 gram
alsohol. Dit komt overeen met on
geveer 9,5 cc.
Bij een lichaamsgewicht van 75
kilogram „verwerkt" men dus per
uur 9,5 cc van de alsohol, die zich
in de bloedstroom bevindt. Weegt
men meer, dan verbrandt men
meer; weegt men minder dan ver
brandt men minder alcohol per uur.
Weten we nu, dat een glaasje
sherry (gemiddeld inhoud 50 cc) 9
cc absolute alcohol (dus van 100%
strekte) bevat dan kunnen we aan
de hand van het bovenstaande na
gaan', dat na ongeveer één uur alle
alcohol uit het bloed is verdwenen.
Van invloed is natuurlijk, de snel
heid waarmee wordt gedronken.
Zitten we een uur lang met één
glaasje voor ons en nemen we zo
nu en dan een slokje, dan zal de
verbranding de toevoer van alcohol
kunnen „bijhouden". Bij een hoog
drinktempo loopt het bloedalcohol-
gehalte echter snel op. Wanneer we
twee glaasjes sherry vlug achter el
kaar leegdrinken, zal het ongeveer
twee uur duren voor de opgenomen
alcohol weer uit ons bloed is ver
dwenen.
Op deze wijze is het dus vrij een
voudig om na te gaan hoe lang we
na het gebruik van een drankje
moeten wachten, om weer op ver
antwoorde wijze aan het verkeer
te kunnen deelnemen.
Alleen bij het gebruik van grote
re hoeveelheden alcohol ligt het
even anders Hierbij speelt de „ka
ter" nog een rol. Naar de mening
van het Verbond voor Veilig Ver
keer doet iemand, die 's ochtends
de onaangename gevolgen onder
vindt van de een avond tevoren rij
kelijk genoten alcohol, er niet ver
standig aan in een dergelijke toe
stand het stuur in handen te ne
men..
Aan de hand van het bovenstaan
de en met behulp van de volgen-
gegevens kan men in grote lijnen
zelf uitmaken, na hoeveel tijd de
opgenomen alcohol uit de bloed
baan is verdwenen.
Eén glas extra zwaar bier (6,5%)
bevat 16,25 cc absolute alcohol.
Cognac/oude jenever (38%) 13,3 cc
Zwaar bier (pils) (5%) 12,5 cc.
Jenever/brandewijn (35%) 12,25 cc
Champagne (11%) 11 cc.
Bordeaux (12%) 12 cc.
Likeur/citroenjen. (30%) 10,5 cc.
Madeira/sherry 18%9 cc.
Rijnwijn (10%) 10 cc.
Portwijn (19%) 9,5 cc.
Lager bier (3,5%) 8,75 cc.
Vermouth (16%) 8 cc.
Samos (14,5%) 7,25 cc.
Bessenjenever (20%) 7 cc.
(Een glas van een bepaalde drank
bevat de voor die drank per glas
gebruikelijke hoeveelheid).
Je hewwe meinse die vast en ze
ker op de wirreld kommen benne
mit goud in dur hande. Zukke ken-
ne van alius make en of je zullie
nou un stikkundugge stoel of un
kapotte auto in dur hande geve
dat ken niks skille.
Ze kaike durs efkes, graipe hier
en ramme deer en ut is in un mum
beurt.
Un kennus van moin, Knelis van
Japie de Skeresliep is ok zo'n man-
je hei, maar hai hep zunaigen toch
lilluk in ze vingers sneden van de
week. Kaik hai en ze vrou' Leip
die hewwe zo'n pracht ouwe Friese
klok hei, zo ien weer je alliendug
maar nei kaike magge maar an-
komme niet. Maar ja ut is mit
klokke al net as mit stukkiesskrai-
vers, soms kejje ze niet baihouwe
en op un are keer loupe ze weer
puur achter. En toe Knelis al un
paar keer te laat op ze werruk
kommen was omdat zun ouwe klok
achter liep zou ie seives dat ding
wel efkes ripperere.
No ja effies, hai hep de hille
nacht an de gang weest, eerst de
klok slope en toe alle veertjes en
barreltjes dur weer in wroete. Hai
had in de skuur nag wat ofgewer-
rukte motorolie staan en deer hep-
ie alius goed mee smeert. Afain
toe alius op ze plaas zat hong ie
de klok weer an de muur bai ut
portret van tante Grietje uit de
Langerais en gong te werruk.
Toen ie seives thuis kwam zaide
Leip: „Kirrel wat bejje laat ut is
al acht uur weest."
„Laat?" zaide Knelis. „Je benne
niet goed wais ut is pas halluf zes
kaik maar op me klokkie."
„No dat kejje nou wel zegge",
zaide Leip un beetje pikkerug
„kaik den us op de klok die je van
nacht rippexeedt hep me lievert?
Deer ziene je dat ut al over 'achte
is."
Nou hew ik jullie al zaid dat Kne
lis die klok goed in de smeer zet
had hei en hai docht vanzelluf dat
ut uurwerruk deer harder was van
loupe gaan. Nou is ie un kirrel die
ze weetje best weet en hai docht
boi zun aigen „kaik, as ik dur olie
op gooi loupt de klok te hard en as
ik dur niks an dein had nou den
had ie achter loupe bleiven. Ik
moet dus spulle vinde weerdeur ie
weer gelaik gaat".
Hai hep dur un nachie over slei-
pen en de are eivund had ie un
klain zakkie tarrewemeel bai um
toen ie thuiskwam. Dat hep ie
voorzichtug over dat uurwerruk
uitstrooit en toe zou de klok wel
weer goed loupe docht ie want
meel maakt olie stroef hei. No hai
hep wel merrukt dattie ongelaik
had had want de are oggend zat
de hille zaak muurvast en de wai-
zurs kon ie gniens van ze plaas
kraige. Nei un hartug woordje mit
Leip hep ie ut ding maar nei de
klokkemaker brocht die un week
werruk had hep om alle troep uit
de klok te wroete. Ut hep Knelis
un skep geld kost maar van skade
en skande worre je wais. Ok un
doe ut zelluvur.
FEUILLETON
door Henk van Heeswijk 26
Bea was er even van geschrokken. Er was een uit
drukking in het gezicht van Van Schagen, waarvan ze
werkelijk bang werd- Net alsof een aantal explosieven
op het punt stonden te ontploffen. Zo had ze hem nog
noodt gezien. Mij dunkt, als hij eens zo'n gezicht in de
klas zette
Twee dagen later zat Sangelaar om half twaalf in
het spreekkamertje op haar te wachten- Van Scha
gen gaf haar een tip en Bea zette zich schrap. Het zou
wel gaan over dat huisje. Nu zouden de poppetjes eens
gaan dansen.
Toen ze binnenkwam, zag ze aan zijn gezicht, dat hij
u!it zijn huimeur was. Doch ze deed r^sit, of ze nergens
erg in bad, kwam met een stralende glimlach op hem
toe, stak haar hand uit, die hij - wilde hij fatsoenlijk
blijven - niet kon weigeren en wees hem toen een s'toèl.
„Waarmee kun ik u van dienst zijn meneer Sange
laar?" begon ze op rustige toon.
„Dat huis, van de weduwe Daaders aan het Molen
einde is het juist dat het door u gekocht is?"
Bea knikte bevestigend. „Inderdaad. Vorige week
heb ik het koopcontract getekend-"
„Hoe. hoe hebt u dat voor elkaar gekregen?" vroeg
hij verbaasd, want tot op dit moment had hij de ge
ruchten hierover maar half geloofd. Bea besloot onder
alle omstandigheden kalm te blijven. „Meneer Sange
laar, dit is een privé-aangelegenheid, waarover ik niet
wens te debatteren."
San,gelaar keek haar nijdig aan en beet haar toe:
„Weet u wel, dat u me lelijk in de wielen hebt gere
den? Ik had het willen kopen voor een van mijn mem
sen die een woning nodig heeft."
„Wel, w|aarom hebt u het dan niet gedaan?"
„Waarom niet? Waarom niet? Omdat u, of diegene,
die u opdracht hebt gegeven, me voor is geweest. Wie
zou nu ooit gedacht hebben.
Meneer Sangelaar, ik meen te weten dat je met za
kendoen het ijzer moet smeden, als het heet is. Wel,
dat heb ik gedaan."
„Wat zijn uw plannen?"
Bea zuchtte. „Nogmaals, meneer Sangelaar, dit zijn
privé-aangelegenheden. Maar omdat ik u hoogacht, wil
ik het u wel vertellen. Ik laat het goed opknappen. Ver
gunning voor verbouwing en zo zal volgens de regelen
van het spel worden aangevraagd. En daarna ga ik
er wonen."
Sangelaar wuifde met zijn hand. „Daar komt niets
van in- Verbouwing valt onder mijn afdeling op het
gemeentehuis. Rekent u er alvast maar op, dat ik geen
vergunning geef. Bovendien heb ik het recht als hoofd
van de Woningcommissie om het huis te vorderen. En
dat zal ik doen ook. Misschien vandaag nog. U daar
wonen In uw eentje zeker? Terwijl ik er een gezin
met twee kinderen voor heb, dat al vier jaar op een
woning zit te wachten? Nee juffrouw van Laar, zet dat
maar heus uit uw hoofd. Bovendien wil het schoolbe
stuur, dat de ongehuwde onderwijzeres.
„Bij een gehuwde collega inwoont", viel Bea hem in
de rede. „Dat liedje is me reeds tientallen malen in alle
kunnen niet over mijn privéleven beschikken. Ik ga
daar wonen, al zouden er in het dorp tien gezinnen zijn
toonaarden voorgezongen. Maar u en uw schoolbestuur
met kinderen die al ik weet niet hoe lang op 'n huis
zitten te wachten. Waarom bouwt u er niet een paar?
U beschikt immers over voldoende geld, nietwaar? De
rijkste boer van Elshoven? Durft u wel tegen een al
leenstaande onderwijzeres op met al uw geld en al uw
macht? Wat zult u zich flink voelen, he? Als u het
gewonnen hebt- Maar u hebt het nog niet gewonnen.
Ik dank u wel, dat u me gewaarschuwd hebt en al zal
ik er m'n laatste centen mee verliezen, maar dit ga ik
met u uitvechten tot in hoogste instantie. Vandaag nog
ga ik naar een advokaat en die moet dan maar met de
uwe de degens kruisen."
Bea haalde diep adem en streek automatisch door
heur haar. Twee vurig rode plekken branden op haar
wangen. Wat drommel nu had ze zich toch laten gaan.
Sangelaar had met stijgende verbazing naar haar uit
val geluisterd en toen het meisje zweeg, grinnikte hij
hoofdschuddend. „Temperament hebt u in ieder geval.
Ik heb er zo nog niet meegemaakt. En verdraaid, als
het niet waar is, ik mag dat wel."
Hij stond op. „Maar dat verandert niets aan mijn be
sluit: Dat huisje vorder ik voor de gemeente- Die be
voegdheid bezit ik en ik zal daarvan gebruik maken,
zowaar ik Sangelaar heet."
Bea bleef zitten. „U gaat uw gang maar meneer de
dwingeland", zei ze zacht. „Maar u zullt me op uw weg
vinden. Ik zal vechten, vechten, zoals ik nog nooit ge
vochten heb."
Ze zat er nog een hele tijd, ook al toen Sangelaar ver
trokken w'as. Van Schagen, die in de gang liep te dra
len zag hem gaan. „Die heeft behoorlijk de smoor in,'
zei'hij zacht tot zichzelf. En hij wachtte, tot Bea weer
te voorschijn zou komen, maar toen ze na vijf minuten
nog steeds in het kamertje verbleef, waagde hij het
naar binnen te gaan.
Op de drempel aarzelde hij even, want wat hij zag,
had hij van haar nog nooit gezien- Bea zat te huilen,
met haar gezicht in de handen. Vlug keek hij in de
gang of er soms nog kinderen waren, toen sloot hij de
deur achter zich en liep op het meisje toe.
„Hemel, Bea, wat is er aan de hand? Heb je ruzie
met hem gehad?"
De onderwijzeres keek hem even met betraande ogen
aan. „Och, laat maar," zei ze snikkend. „Hijhij wil
me m'n huisje afnemen, dat ik gekocht heb. Hij zegt,
dat hij hel vorderen kan.voor een gezin. En ik wil
het zo graag voor mezelf hebben.."
Van Schagen stond er verlegen bij. Vrouwen troos
ten was nooit zijn sterkste zijde geweest, maar tranen
kon hij helemaal niet zien. Hij boog zich over haar heen
en legde even zijn hand beschermend op haar arm.
„Kom, Bea," zei hij zacht, „de soep wordt nooit zo heet
gegeten als hij wordt opgediend. Er zal misschien wel
een mouw aan te passen zijn-"
Bea hief het hoofd op en keek hem aan „De burge
meester zei ze. „Ik ga naar hem toe. Hij moet er
wat aan doen. Hij heeft me aanj het huisje geholpen.
Hij zal die Sangelaar toch zeker wel baas kunnen?"
Van Schagen zuchtte. „Misschien wel," antwoordde
hij weifelend. „Je kunt het in ieder geval proberen."
„Ik ga meteen," antwoordde Bea resoluut. „Ik laat er
geen gras over groeien. Ik wil wel eens zien.
Ze was al bij de deur, toen Van Schagen haar tegen
hield. Ze keek hem verwonderd aan, toen hij zacht te
gen haar zei: „Kijk eerst eens in de spiegel, Bea- Je
kunt zo de straat niet op gaan. Ga je gezicht een beetje
Wassen.'
Om twaalf uur was Bea nog niet aan tafel en Miep
keek verstoord. „Waar is ze?" vroeg ze aan haar man.
„Een belangrijke aangelegenheid. Ze moest even weg.
Houdt haar eten maar zo lang warm."
Miep fronste de wenkbrauwen en planlte haar han
den m de zij. „Ik houd er anders van om prompt op
tijd.." begon ze, maar Piet wuifde met zijn nand en
beet haar toe: „Mens, zanik niet over je prompt op
tijd. er zijn wel belangrijker dingen in het leven dan
eten en drinken.
HOOFDSTUK 23
Het huisje werd niet gevorderd en de verguntning voor
de verbouwing werd vlot afgegeven. Reeds een week
na de scène met Sangelaar kon de timmerman en de
metselaar beginnen en 's avonds toog Bea erheen om
de vorderingen in ogenschouw te nemen.
Ze had die bewuste dag om twaalf uur de burge
meester gesproken en deze had haar gerustgesteld-
„Sangelaar kan heel wat, maar niet alles. Laat mij dit
maar eens in orde maken en wacht rustig af. In het
uiterste geval zal ik je een advokaat bezorgen, zoals er
geen tw;eede dn ons land is. Ik heb ook m'n relaties."
Die avond wist men in het dorp te vertellen, dat er
hooglopende ruzie geweest was tussen burgemeester
Tesselaar en zijn wethouder. Waarover het gegaan was,
wist niemand, maar Bea en Van Schagen begrepen on
middellijk dat Moleneinde 12 de inzet was. Na de ruzie
was Sangelaar met een rood hoofd naar zijn auto gelo
pen en in een wilde vaart weggereden. Zo, zo, veron
derstelden de dorpelingen, dus Tesselaar laat zich niet
op z'n kop zitten door Sangelaar. Hij heeft dus zijn
mannetje een keer gevonden. Net goed, die nare vent.
Eigenlijk dachten ze iets anders, maar dat is niet net
jes genoeg om hier neer te schrijven.
Waarschijnlijk zou Bea Sangelaar gedurende haar
verdere dagen in Elshoven als een onvermurwbare vij
and tegenover zich gehad hebben, als niet een andere
tegenslag het gehele voorval weer snel deed vergeten.
Want het was nog niet genoeg, dat Hoogeboom ziek
was en Waarschijnlijk nooit meer zijn werk als school
hoofd zou kunnen vrrichten, ook Piet van Schagen
werd ziek.
Hij had de laatste weken veel gehoest en Bea had
hem al eens geadviseerd naar de dokter te gaan. „Denk
er om, dat je een klas met kinderen hebt en kinderen
dikwijls erg vatbaar zijn voor besmetting." Maar Piet
had haar uitgelachen." Ben je mal, een kleine verkoud
heid, anders njiet."
„Maar dan toch wel bar hardnekkig," meende Bea
te moeten opmerken.
Op een zaterdagmorgen bleef hij in bed liggen. Miep
was helemaal in de war. In de achttien jaren, dat ze
met hem gterouwd was, had haar man nog geen dag
verzuimd. Bea trachtte haar moed in te spreken: „Mis
schien is hij maandag weer in orde. Vandaag is er toch
geen school en morgen is het zondag. Laat hem maar
een beetje in bed, doch waarschuw voor alle zekerheid
toch de dokter maar."
„Zoudt u denken, dat het nodig is?" vroeg Miep angstig
„Och, n)odig. Een mens kan nooit te voorzichtig zijn,
nietwaar? En u betaalt er toch voor?"