Per Kustvaarder
naar Griekenland
KzJCet aat&otan winstpunt
Op de eerste juni deed Welgrave zijn intrede als boek
houder bij de firma Borger. Ze liet de man in haar
kantoor komen en wees hem een stoel- „Gaat U zitten,
meneer Welgrave. U zult nog een maandje in de kost
moeten; ik heb daartoe al iets voor u. Alle kosten wor
den natuurlijk door ons vergoed. Ik heb een goede hoop
aan te nemen, dat uw huis begin juli gereed zal zijn.
Gaat u een dezer dagen even naar het gemeentehuis.
Men is van uw komst hier op de hoogte."
Ze belde en na een poosje kwam Talingen binnen.
Terwijl ze er eens recht voor ging zitten, nu reeds ge
nietende van hetgeen zou komen, zei ze tegen de man,
die bij haar bureau was komen staan: „Meneer Talin
gen, ik stel u voor aan meneer Welgrave, die vanaf
vandaag hier werkzaam zal zijn als boekhouder. U wilt
wel zo goed zijn meneer Welgrave in te werken? Daar
toe kunt u voorlopig uw kantoor gebruiken. In de toe
komst zullen we dan wel een ander plaatsje voor u
zoeken- Ik verwacht van u, dat u meneer Welgrave van
alles stipt op de hoogte brengt en hem zodanig inwerkt,
dat hij over een of ttwee maanden geheel zelfstandig
zijn werkzaamheden zal kunnen verrichten."
Welgrave stond op en stak spontaan zijn hand uit.
Roelie keek van de een naar de ander en constateerde
met genoegen de epe sekonde van ontzetting, die ze in
Tom's blik las. Maar na enige aarzeling beheerste de
man zich en drukte de uitgestoken hand, waarbij hij
zoiets mompelde als „aangenaam." En Roelie dacht:
Hoe aangenaam je dit zult vinden, heb ik al gemerkt,
waarde heer. De tweede fase gaat beginnen. Langza
merhand werken wij de heer Talingen los uit mijn be
drijf. We steken niet dadelijk toe. We beginnen met
kleine wonidjes, een beetje kerven hier en daar. Lang
zaam maar zeker en pijnlijk zal ik je afmaken
„Zo", constateerde Roelie rustig, terwijl ze een siga
ret opstak, „nu de officiële begroeting heeft plaats ge
had, meneer Welgrave, stel ik u voorlopig onder de
hoede van mijn procuratiehouder. Ik ben ervan over
tuigd, dat hij u met veel genoegen in uw werkzaamhe
den zal in(wijden."
Welgrave knikte lachend en antwoordde: „Daarvan
ben ik ook wel overtuigd, mevrouw."
Ze zag het tweetal verdwijnen en genoot met volle
teugen van haar triomf van dit ogenblik. Eén moment
ontmoette ze de blik van Maria, doch deze keek met
een Weer voor zich op haar machine en tikte verder.
Ze bestudeerde het meisje even. Die was ook niet op
haar achterhoofd gevallen. Straks maar eens even pol
sen, hoe ze tegenover vriend Talingen stond.
Na de koffie dicteerde ze enkele brieven en daarmee
gereed schoof ze haar sigaretten naar het meisje en zei:
„Steek even op, kind. De boog kan niet altijd gespan
nen zijn."
„Dank u, mevrouw". Maria stak een sigaret aan en
keek naar haar werkgeefster.
„Vertel eens, Maria, ben je niet drie-en-twinltig?"
„Bijna vier-en-twintig, mevrouw", lachte ze.
„En nog geen trouwplannen?"
Maria bloosde. „Ik denk, dat ik de ware Jozef nog
niet heb ontmoet in mijn leven
Dat komt dan nog wel", antwoordde Roelie naden
kend. „Hoe lang werk je al bij ons, Maria?"
„Dat was vorige week net vijf jaar, mevrouw."
„Je eerste lustrum dus, leuk." Ze maakte een aan
tekening en dacht: een kleinigheidje sturen. Kleine
geschenken onderhouden de vriendschap. En het kan
nuttig zijn. Zo langs haar neus weg vervolgde ze: „Ik
heb wel eens gedacht die Maria je hebt een goed
figuurtje en een leuke snoet.en Talingen is ook een
knappe jongen ik dacht wei eens: dat zou een aardig
span zijn, samen."
Er vonkte iets in de ogen van het meisje. Waarschijn
lijk had ze een scherp woord op haar lippen, maar om
wille van de bazin, zoals Roelie als algemeen genoemd
werd, hield ze zich blijkbaar in. Ze bepaalde zich om
op afgemeten toon te antwoorden: „Het spijt me, me
vrouw, dat u bepaalde gevolgtrekkingen maakte, maar
de heer Talingen is werkelijk mijn type niet
Roelie keek haar glimlachend aan. „O nee? Wat kan
een mens ziah dan vergissen, hè? Nu ja, hij is wel
enige jaren ouder, dat is ook waar. Tja, de liefde kun
je nu eenmaal niet dwingen. Ik dacht het maar, omdat
ik enige tijd geleden meende, dat ik jullie in zijn auto
zag. In Eindhoven".
Met een ruk nam het meisje haar sigaret uit de
mond en keek de vrouw met grote ogen aan, terwijl
haar gezicht langzaam rood werd. „Ik met hem? Ik
had net zo lief.
Roelie schoot in de lach om deze spontane uiting.
„Heb je soms iets tegen meneer Talingen, Maria?"
vroeg ze op honingzoete toon.
Het meisje keek haai' werkgeefster een poosje aan
en antwoordde toen zacht: „Misschien hetzelfde als u,
mevrouw." Meteen stond ze op en doofde haar sigaret,
waarna ze naar haar tafeltje ginig en weer begin te
tikken.
„Die Maria", lachte Roelie en verdiepte zich vervol
gens in een leveringscontract, dat die morgen gekomen
was-
Doch 's avonds, toen Maria vertrokken was en ze
ook Welgrave had zien vertrekken, werd er op haar
deur geklopt en op haar„ja" kwam Talingen binnen.
„Haha," begroette ze hem, „en hoe is de eerste dag
je bevallen met onze nieuwe boekhouder? Hij lijkt me
wel capabel voor zijn werk, vind je niet? Hij beschikte
tenminste over goede papieren."
Talingen bleef, met zijn hoed in de hand, bij het
bureau staan. „Waar stuurt u op aan, mevrouw? Is
het uw bedoeling, dat u me geleidelijk aan wegwerkt?
Zegt u het me dan, opdat ik de eer aan mezelf kan
houden en mijn ontslag kan aanbieden."
Roelie zette grote ogen op van verbazing. „Maar mijn
waarde meneer Talingen, wat staat u daar nu voor on
zin uit te kramen? U weg werken? U, de bekwame
kracht, waarvan mijn man dagelijks vertelde, dat U
voor dit bedrijf onmisbaar bent? Geen haar op mijn
hoofd
„Niemand is onmisbaar, mevrouw. Maar de reeks
van maatregelen, die u neemt nadat u hier zetelt, vind
ik bedenkelijk. Voor wat de toekomst van mijn positie
betreft. In aanmerking nemende, dat ik al die jaren de
boekhouding van dit snel groeiende bedrijf heb beheerd
en verzorgd, ilmimer tot grote tevredenheid van het ac
countantskantoor, getuige de rapporten, beschouw ik
deze laatste maatregel van u als een blijk van wantrou
wen. Dat u imij niet bepaald als 'n vriend beschouwt,
weet ik al lang. Maar u moet het persoonlijke niet in
het zakelijke vlak trekken- De discriminaties zijn sinds
het overlijden van meneer Borger hier aan de orde van
de dag. Wat moet het personeel van diit alles denken?"
„Meneer Talingen, wat het persoeel denkt of met
denkt, laat me volkomen koud. Ik neem de maatrege
len voor mijn bedrijf, die mij goed dunken. Ik was van
imeniing, dat u als procuratiehouder en boekhouder te
veel hooi op uw vork hebt genomen. Vandaar dat ik
u nu wil ontlasten van een dezer taken. Zodat u meer
en beter in de gelegenheid bent om mij in voorkomende
gevallen te kunnen vervangen. Bijvoorbeeld, als ik er
niet ben. Per slot van rekening bent u toch mijn plaats
vervanger, nietwaar?"
Hij lachte bitter. „Dat is een goeie mop, mevrouw.
Sinds u hier op kantoor bent gekomen, hebt u nog geen
dag verzuimd, zodat ik dus nog niet in de gelegen
heid ben geweest om u te vervangen. Al mijn werk
zaamheden, het afhandelen van de post, de bestellin
gen de besprekingen over nieuwe kontrakten en zo, dit
alles hebt u mij uit de handen genomen- Nu ontneemt
u mii ook de boekhouding. Misschien wilt u me vertel
len wat ik straks mag doen, als meneer Welgrave de
gehele boekhouding alleen gaat verzorgen? Ben ik hier
dan - hij wees naar zijn kantoor - ter opluisteringAls
ornament? Moet ik u dan veertien dagen in het jaar
vervangen, als u onverhoopt met vakantie gaat. Als
u met vakantie gaat? De rol van gigolo ligt mij niet,
mevrouw. Ik werk hier nu bijna twaalf jaar en u mag
alles van mijn verleden weten en een gruwelijke hekel
aan mij hebben, dat alles is uw goed recht. Maar u
zult nooit kunnen zeggen, dat ik niiet mijn beste krach
ten gegeven heb voor dit bedrijf, dat me lief is gewor
den. Ik heb hier altijd met plezier gewerkt en u weet,
dat ik nooit op vaste werktijden heb gekeken. Als ik
dat noodzakelijk achtte, werkte ik des avonds en soms
ook een halve nacht door. Dat deed ik toch altijd met
veel genoegen. Maakt u mij voor mijn part uit voor al
les wat mooi en lelijk is, wat mijn verleden betreft,
maar als employé van dit bedrijf leef ik in de rots
vaste overtuiging, dat ik altijd ten volle mijn plicht ge
daan heb en soms meer dan mijn plicht. Ik heb me al
tijd geheel ingezet. En dan van u deze bejegingen te
moeten verduren. dat dat is niet eerlijk. U maak
misbruik van uw machtspositie, mevrouw-'
„Meneer Talingen," antwoordde Roelie op afgemeten
toon, „ik ben u geen verantwoording schuldig over de
beslissingen, die ik meen te moeten nemen in het be
lang van dit bedrijf. Als die in uw ogen minder aan
genaam zijn» tja als u dat zo niet.."
„Ja, mevrouw, zo zie ik het inderdaad. Ik kan, na
vanavond, niet meer loskomen van de idee, dat u me
langzaam maar zeker wilt uitrangeren. En daar bedank
ik werkelijk voor, mevrouw. Als dit uw wraak is over,
wat u noemt, de vernedering, die ik u die avond heb
doen ondergaan, dan kan ik zeggen, dat u geslaagd
bent, werkelijk geslaagd. Misschien geeft deze weten
schap u wel heel wat voldoening."
„Meneer Talingen, ik kan niet tolereren, dat u bele
digend wordt."
Voordat er 700.000 kilogram aard
appelen van Ierland naar Grieken
land getransporteerd zijn, komt er
heel wat kijken. Door de plassen
water die er tussen beide landen
liggen, heeft het vervoer per schip
de voorkeur boven al de andere
manier van vervoer. Op een nieuw
jaarsdag, want in Ierland houdt
men op de eerste januari geen zon
dag zoals wij gewend zijn, werden
de laatste resten van de voorgaande
lading kolen in de ruimen van een
kustvaarder opgeveegd, of wegge
spoten om een lading pootaardap-
pelen in zakken te kunnen laden.
Diezelfde middag werden hijs na
hijs met eigen laadgerei aan boord
gehieuwd en zak voor zak opge
stapeld op een manier waardoor de
aardappelen niet tegen de stalen
wanden of spanten konden schavie
len, waneer het schip zijn stampen
de- en slingerende reis overzee vol
bracht. De eerste dag werd een
derde van de volle lading uit de
loods gereden en in de flinke ope
ningen van de ruimen gevierd en
op zijn plaats gebracht door een
veertigtal havenarbeiders. Na een
tweede laaddag begon de ruimte in
het schip zich al aardig op te vul
len, doch door regenverlet bleek
nog een derde werkdag nodig te
zijn voordat het schip zeeklaar ge
maakt kon worden om de reis van
twaalf dagen aan te vangen. Intus
sen had de kok in overleg met de
kapitein een proviandlijst klaarge
maakt om tien mensen van de no
dige hoeveelheid voedsel voor plus
minus twee maanden te voorzien.
Een paar honderd kilo aardappelen,
4 kilo gist, 2 zak patentmeel, 90
kilo vlees, 100 kilo suiker, 8 dagen
groente en twee kisten fruit plus
wat er nog aan boord was aan dro
ge stores. Het schip kon in zes da
gen in de Straat van Gibraltar zijn
op zijn vlugst, alwaar olie bijgebun-
kerd zou worden en weer wat verse
proviand. Per laatste gelegenheid
gingen nog een paar brieven via de
scheepsagent de deur uit alvorens
van de kant los te gooien, zodat' de
familie thuis na een paar dagen
wist wanneer het schip daar en
daar kon wezen. De verwachte aan
komsttijd in de eerste aanloopha
ven Gibraltar bleek aardig uit te
komen, want na een vlotte reis al
slingerend vanwege de hoge Atlan
tische Oceaandeining, bereikte het
schip na zes dagen en twaalf uur
de uit zee oprijzende klomp steen,
nog stevig in het bezit van de En
gelsen maar een doorn in het oog
van alles dat Spaans denkt. Maar
ondanks dat was de eerste etappe
van de reis vlot verlopen en kon
de motor een 4 a 5 uur gestopt
worden om de brandstoftanks van
de nodige hoeveelheid onmisbare
vloeistof te voorzien. Een koppel
tje marskramers namen, na verkre
gen toestemming, al spoedig bezit
van het achterruim om er hun
koopwaar uit te spreiden. Doeken,
wandkleden, Marokkaans lederwerk
aanstekers en Japanse transistor
radiotjes en bandrecorders. Diverse
douane formaliteiten moesten ver
vuld worden en de nodige papieren
getekend. Met volle tanks en een
paar souveniertjes rijker werd de
tweede en laatste etappe naar de
plaats van bestemming begonnen
en Gibraltar aan zijn lot overgela
ten.
Na een paar dagen langs de war
me Noord Afrikaanse kust gekraut
te hebben, voeren we tussen het
eiland Sicilië en Malta door en sta
ken over naar de Griekse kust. Bij
het bereiken van de Griekse archi
pel was het eind van de reis in
zicht, Piraeus de voornaamste ha
ven in het midden van het land en
niet ver van de hoofdplaats Athe
ne. Het lossen van 14.000 zakken
zou twee dagen in beslag nemen
dus was er even gelegenheid voor
degenen die niet strikt noodzake
lijk aan boord moesten zijn om de
beentjes te strekken. Het was een
half uurtje in de bus naar Athene
waar het de moeite waard bleek te
zijn na twaalf dagen zeegang eens
rond te tippelen. De Grieken schij
nen een voorkeur te hebben voor
het verzamelen van grote keien en
stenen. De afgebrokkelde pilaren
zijn dan ook wel de nationale be
zienswaardigheden in het land waar
de geschiedenis altijd over verteld.
Na het lossen moet er in Milo
geladen worden voor Liverpool.
Milo.
Gebruikelijke orders. We slaan het
boek der boeken voer de nautici, de
„pilot" open en er schiet ons iets
te binnenals de de venus van Milo,
en de een of andere fijne ronde
graansoort van die naam. Op de
kaart ontdekken we al gauw Milos
ook wel Melos genaamd of Milo
naar gelang de nummen van de ge
schiedenis of de uitspraak van be
paalde landslieden. In ieder geval
bestaat Nissos Milos uit een groep
rotsige-vulkanische formtaie van
bergen, leert ons de pilot, in de
vorm van een hoefijzer met een
bijzonder prachtige baai. Op de
kaart staat in die baai een anker
tje getekend en dat zal het zijn.
Maar na wat verder gesnuffel ont
dekken we nog een Milo op het
eiland Kithera, 85 mijl richting w.
zuid-west van het eiland Milo. Doch
dit bleek niets met de laadplaats
te maken te hebben. We dachten
dus dat we uit de diverse voor ons
vreemde woorden als Nisis, Nisos of
Nisoi onze Ormos Melos of Ormos
Milou, ook wel bekend als Ormos
Adhamas gevnden te hebben. Na
derhand bleek dat we bestemd wa
ren voor Voudhia Bay om daar een
volle lading bentonite te gaan ha
len. Bentonite is een grondsoort
van vulkanische oorsprong en zij
wordt onder andere gebruikt voor
de staalbereiding in het hoogoven-
bedrijf.
Een plankaart met alle details
kwam te voorschijn en de pilot
werd nogmaals opengeslagen.
Voudhia Bay bleek niet zo be
langrijk te zijn als de andere Griek
se Akra's of Vrakhos, want op het
eerste gezicht bleek Ormos Voudhia
niet op de kaart nog in het boek te
Staan. Tot na scherp gespeur in
alle koersen rond het eiland op
bladzij zoveel van de stuurmansgids
de volgende inlichtingen te voor
schijn kwamen. Ormos Voudhya,
waarin een kleine laadplaats voor
ertsschepen met twee boeien erbij,
ligt op het noordelijk eind van de
oostkust van het eiland Milos. Geen
verdere gegevens dus dit moest het
zijn en dat was zo. We kwamen in
de nacht aan en moesten ten an
ker op zeer korte afstand onder de
kust. De volgende morgen bij het
krieken van de dag werd de om
geving verkend. Rondom Nisos en
Akras van rotsochtige oorsprong,
drie boeien en iets dat op een huis
leek en voorts de blauwe baai en
de kale natuur zonder meer. Op
lamp- en fluitseinen geen teken van
leven dus nog maar even geduldig
afwachten totdat de zon wat ho
ger zou staan en allerlei beschaaf
de mensen hun lakens open vouwen
om op te staan. Er bleek na een
paar uur inderdaad leven te zijn
want een bootje maakte zich los
vanachter een kei. De plaatselijke
scheepvaartvertegenwoordiger was
wakker geworden en kwam langs
zij maar kon wegens wind en zee
gang niet aan boord komen. Na di
verse informaties werd afgespro
ken het anker te lichten en naar de
rotspunt te varen om er op een
paar honderd meter vandaan de
loods op te pikken en af te meren
op de boeien. Toen we wat dichter
bij kwamen begonnen we al gauw
met een ankertje te laten zakken
om het schip naar eigen wil te zet
ten, want de hoekige witte keien
zagen er niet zo aanlokkelijk uit.
De loods kwam aan boord en een
voor een werden de taaie staal
draden op hun plaatsen aan de wal
en boeien vastgemaakt zodat na
een uur van vieren en weer door
halen het schip als in een spinne-
web van draden lag precies in po
sitie onder een lopende band. De
ruimen werden opengelegd en de
bomen van het schip getopt. We
hadden ze deze keer niet nodig
want de lopende bandstellage hing
recht boven het schip: Als een ge
deelte van het ruim vol was werd
het schip naar voren verhaald door
middel van het vieren van de naar
voren staande draden en het door
halen van de naar achterstaande
trossen. Opeens begon de laadin-
stallatie tegen de omhoogstaande
bomen en bijbehorende want te
schuren. De ergste schade kon wor
den voorkomen door het tijdig laten
vieren van de aan de wal staande
draden. De achterste boei bleek
naar voren verschoven te zijn. Als
men nu weet dat zijn boei veilig
verankerd zit aan een reuze blok
beton waaraan zelfs 10.000 tons
schepen gerust kunnen meeren, is
het toch wel vreemd dat een 1000
tonner zo n boei van zijn plaats af
trekt. Het is daarom altijd oppas
sen aan boord van een schip want
er kan altijd wat voordoen waar
men niet op gerekend heeft. Deze
keer bleef de schade beperkt tot
het breken van een geitouw en wat
verfbeschadiging. Enfin na een 15
uur laden hadden we ons portie
bulk en konden de landdraden in
gehaald worden zodat we tot onze
rust wat meer in open zee kwamen
om nog een 200 zakken bij te laen
met eigen laadgerei. Hiervoor was
speciaal een bootje rond het eiland
van Adhamas gekomen. Toen dat
spul er in zat kon zeeklaar gemaakt
worden en niet lang daarna werd
draad voor draad losgegooit en
binnengehaald. Na het anker ge
licht te hebben was het tien dagen
varen naar Engeland met een
beetje bijbunkeren in Ceuta. En na
tuurlijk wat verse groente, zodat
we dit jaar door minstens elke
maand aan de sla en verse andijvie
zijn geweest, want het steeds op
snuiven van al die buitenlandse
lucht verlangt dagelijks een flink
portie vitamine.
We hopen nog eens een reisje
naar Milos te kunnen maken voor
al in een tijd waar het hier in het
noorden winter heet te zijn. De
drie fabrieken op het eiland, een
Griekse, een Amerikaanse en een
Franse zorgen voor ladingen als
Bentonite, Caoline, Parita en Zwa
vel en met de bevolking van 5500
zielen zal men in Voudhia Bay
geen last krijgen, want de natuur
is er nog ongerept. Hopenlijk zijn
we dan in de gelegenheid wat meer
van het hele eiland te zien want
in een paar dagen raak je in Grie
kenland niet uitgekeken.
Kapitein'. Jean M. Otten
KINDERBOEKENWEEK 1964
De Kinderboekenweek 1964 zal
gehouden worden van 31 oktober
tot en met 7 november a.s.
De Blauwe Boekanier komt
Op zaterdagmiddag 31 oktober
komt de Blauwe Boekanier, een ge
vreesd zeerover, per zeilschip in
Amsterdam aan om de Kinderboe
kenweek te openen.
Vervolgens reist hij naar Rotter
dam, Vlissingen en Den Bosch. Alle
avonturen en heldendaden van de
Blauwe Boekanier zijn door de kin
derschrijfster Tonke Dragt opge
schreven in het boek dat het Kin
derboekenweekgeschenk van dit
jaar gaat worden.
Enkele dagen vóór de Kinder
boekenweek wordt aan alle leerlin
gen van de lagere scholen de Pi-
ratenpost uitgedeeld. Dit is een kin
derboekenblad waarin een 150-tal
kinder- en jeugdboeken gerubri
ceerd naar leeftijd zijn opgenomen
De verdere inhoud bestaat onder
meer uit een brief van de Blauwe
Boekanier, een tekenwedstrijd en
een zelf te spelen toneelstuk.
SCHOORLSE BEJAARDENTOCHT
Zoals men weet gaan onze bejaar
den op donderdag 3 september op
reis. Degenen, die zich voor deze
tocht hebben aangemeld, dienen er
goed aan te doen 's morgens om
half acht gereed te staan aan de
hoofdweg in hun buurt, zodat de
bussen niet behoeven te wachten en
alles een vlot verloop zal hebben.
Mochten er nog mensen zijn die om
een of andere reden niet in de ge
legenheid waren hun financiële bij
drage te leveren en die toch iets
voor dit jaarlijkse feest willen
door een der leden van het comité
schenken, zullen met open armen
worden ontvangen, want hoewel de
reis zal doorgaan, de begroting is
nog niet sluitend.
DE BEJAARDENSOCIëTEIT
BEGINT WEER.
Het is nog wel mooi weer maar
de zomer is toch bijna voorbij en
dat is voor de bejaarden sociëteit 't
sein om weer te beginnen. Het ligt
n.l. in de bedoeling om woensdag 9
september de eerste bijeenkomst te
houden. Aanvang half drie in het
Ver. gebouw. Wij wensen de be
jaarden weer een prettig seizoen.
FEUILLETON
DOOR LEIDA GRAAFLAND (16)
V.V.V. GROET-CAMPERDUIN e.o.
UITSLAG VERLOTING
1. Dames of herenrijwiel 1321; 2.
een scheerapparaat 641; 3. een ta
fellaken 852; 4. een reiskoffer 2022;
5. een ontbijtlaken 1989; 6. een
broodtrommel 464; 7. een kistje
sigaren (25) 2265; 8. Bon voor fruit
ƒ10,594; 9. staafzaklantaarn comp
389; 10. een blik biscuits 1679; 11.
flesje luxe Eau de Cologne 1974; 12
een baddoekset 1685; 13. Bon voor
een braadstuk 856; 14. Bon voor
een metworst 1856; 15. Bon voor
een taart 1256; 16. Een fluitketel 28
17. Een luxe doos zeep 1738; 18. een
doosje sigaretten 1717; 19. Bon voor
kaas 2365; 20. Een gebakstel 1836;
21. Een, doos sigaren 801; 22. Een
doos sigaretten (50) 1189; 23. Bon
voor een leverworst 105; 24. Een
badhanddoek 788; 25. Een blik
biscuit 2215; 26. Bon voor kaas 1851
27. Een badhanddoek 308; 28. Een
doos sigaren 1336; 29. Een gasaan-
steker 1579; 30. Een botervloot 2167
31. Een badhanddoek 659; 32. Bon
voor een taart 913; 33. Een pond
boter 589; 34. Een kaartendoos lux
363; 35. Een badtas 2448; 36. Een
wekker 87; 37. Een nest schalen
1878; 38. Een vruchtenpers 1815;
39. Een ballpointset 890; 40. 6 eier-
doppen, 6 lepeltjes 867; 41. een doos
sigaren 1460; 42. Bon voor een met
worst 98; 43. Een doosje sigaretten
2041; 44. Bon voor een kaas 51; 45
Een doosje sigaretten 2289; 46. Een
badhanddoek 2483; 47. Een potje
Brylcream 254; 48. Een rookverdrij
ver 2403; 49. Een sleutelring met
wapen 2271; 50. Lux bierglas met
wapen 2373.
De prijzen kunnen worden afge
haald bij de heer G. Masteling, Hee-
reweg 242 te Groet, tegen overgave
van het lot.
K.F.V. „DE DUINSTREEK-
TE SCIIOORL.
22 Augustus werd de jonge die
rendag gehouden. Keurmeester was
de heer P. Wesseling uit A'dam,
die de dieren zeer krap keurde.
De uitslagen waren: Piet Bakker 2
x z.g. imet zijn mooie Tunische
meeuwen. Hollanders: Gerard de
Boer en Rob Jonker beiden 1 x z.g.
VI. Reus wit: Jn. Delis Pz. 1 x z.z.g.
Fr Stins 1 x z.z.g., 2 x z.g. C. Jon
ker 2 x z.z.g., 5 x z.g. VI. Reus kn.
gr. S. de Boer 1 x z.g.g, 2 x z.g.
Rexen: A. Hoogvorst 2 x z.z.g., 2 x
z.g. P. Vegter 1 x z.g. Zilvervos K.
Stam 2 x zg.
Fr. Hangoor: mevr. Tesselaar 2 x
z.g. Fr. Tesselaar 4 x z.g. D. Tesse
laar 1 x z.g.
KI. Chinch: J. H. Tesselaar 1 x
zzg, 2 x zg
De opkomst was niet best, van
de 41 leden waren maar 18 ver
schenen ter keuring, misschien sei-
zoendrukte.
De secretaris wil nog een beroep
doen op houders en liefhebbers van
konijnen, kippen, duiven en fazan
ten, om zich op te geven als lid,
maak de vereniging sterk. De tijd
van tentoonstellingen is dicht bij.
Daar kan u ook een goed fokpaar
naar uw zin kopen. Ga eens met
het bestuur praten. Het is beter een
goed dier te houden dan een die
niet groeit. Het houden van konij
nen en pluimvee is een mooie vrije
tijdsbesteding voor jong en oud.
Ook donateurs zijn van harte wel
kom.
Secretaris is de heer Jan Bas.
HET ELZENBROEK AAN DE
BICKERSLAAN.
Een bos van Alnusbomen,
van russen en van riet.
Een plek om stil te dromen
in vreugde en verdriet.
Ik hoor er vogels zingen
in 't ruige struikgewas.
Het lied in alle dingen,
dat mij van pijn genas.
Voor velen is het leven
een ware wildernis.
Het is mij om het even,
waar schoonheid Meester is.
Jan Visser.