Per Kustvaarder naar Griekenland KzJCet aat&otan winstpunt Op de eerste juni deed Welgrave zijn intrede als boek houder bij de firma Borger. Ze liet de man in haar kantoor komen en wees hem een stoel- „Gaat U zitten, meneer Welgrave. U zult nog een maandje in de kost moeten; ik heb daartoe al iets voor u. Alle kosten wor den natuurlijk door ons vergoed. Ik heb een goede hoop aan te nemen, dat uw huis begin juli gereed zal zijn. Gaat u een dezer dagen even naar het gemeentehuis. Men is van uw komst hier op de hoogte." Ze belde en na een poosje kwam Talingen binnen. Terwijl ze er eens recht voor ging zitten, nu reeds ge nietende van hetgeen zou komen, zei ze tegen de man, die bij haar bureau was komen staan: „Meneer Talin gen, ik stel u voor aan meneer Welgrave, die vanaf vandaag hier werkzaam zal zijn als boekhouder. U wilt wel zo goed zijn meneer Welgrave in te werken? Daar toe kunt u voorlopig uw kantoor gebruiken. In de toe komst zullen we dan wel een ander plaatsje voor u zoeken- Ik verwacht van u, dat u meneer Welgrave van alles stipt op de hoogte brengt en hem zodanig inwerkt, dat hij over een of ttwee maanden geheel zelfstandig zijn werkzaamheden zal kunnen verrichten." Welgrave stond op en stak spontaan zijn hand uit. Roelie keek van de een naar de ander en constateerde met genoegen de epe sekonde van ontzetting, die ze in Tom's blik las. Maar na enige aarzeling beheerste de man zich en drukte de uitgestoken hand, waarbij hij zoiets mompelde als „aangenaam." En Roelie dacht: Hoe aangenaam je dit zult vinden, heb ik al gemerkt, waarde heer. De tweede fase gaat beginnen. Langza merhand werken wij de heer Talingen los uit mijn be drijf. We steken niet dadelijk toe. We beginnen met kleine wonidjes, een beetje kerven hier en daar. Lang zaam maar zeker en pijnlijk zal ik je afmaken „Zo", constateerde Roelie rustig, terwijl ze een siga ret opstak, „nu de officiële begroeting heeft plaats ge had, meneer Welgrave, stel ik u voorlopig onder de hoede van mijn procuratiehouder. Ik ben ervan over tuigd, dat hij u met veel genoegen in uw werkzaamhe den zal in(wijden." Welgrave knikte lachend en antwoordde: „Daarvan ben ik ook wel overtuigd, mevrouw." Ze zag het tweetal verdwijnen en genoot met volle teugen van haar triomf van dit ogenblik. Eén moment ontmoette ze de blik van Maria, doch deze keek met een Weer voor zich op haar machine en tikte verder. Ze bestudeerde het meisje even. Die was ook niet op haar achterhoofd gevallen. Straks maar eens even pol sen, hoe ze tegenover vriend Talingen stond. Na de koffie dicteerde ze enkele brieven en daarmee gereed schoof ze haar sigaretten naar het meisje en zei: „Steek even op, kind. De boog kan niet altijd gespan nen zijn." „Dank u, mevrouw". Maria stak een sigaret aan en keek naar haar werkgeefster. „Vertel eens, Maria, ben je niet drie-en-twinltig?" „Bijna vier-en-twintig, mevrouw", lachte ze. „En nog geen trouwplannen?" Maria bloosde. „Ik denk, dat ik de ware Jozef nog niet heb ontmoet in mijn leven Dat komt dan nog wel", antwoordde Roelie naden kend. „Hoe lang werk je al bij ons, Maria?" „Dat was vorige week net vijf jaar, mevrouw." „Je eerste lustrum dus, leuk." Ze maakte een aan tekening en dacht: een kleinigheidje sturen. Kleine geschenken onderhouden de vriendschap. En het kan nuttig zijn. Zo langs haar neus weg vervolgde ze: „Ik heb wel eens gedacht die Maria je hebt een goed figuurtje en een leuke snoet.en Talingen is ook een knappe jongen ik dacht wei eens: dat zou een aardig span zijn, samen." Er vonkte iets in de ogen van het meisje. Waarschijn lijk had ze een scherp woord op haar lippen, maar om wille van de bazin, zoals Roelie als algemeen genoemd werd, hield ze zich blijkbaar in. Ze bepaalde zich om op afgemeten toon te antwoorden: „Het spijt me, me vrouw, dat u bepaalde gevolgtrekkingen maakte, maar de heer Talingen is werkelijk mijn type niet Roelie keek haar glimlachend aan. „O nee? Wat kan een mens ziah dan vergissen, hè? Nu ja, hij is wel enige jaren ouder, dat is ook waar. Tja, de liefde kun je nu eenmaal niet dwingen. Ik dacht het maar, omdat ik enige tijd geleden meende, dat ik jullie in zijn auto zag. In Eindhoven". Met een ruk nam het meisje haar sigaret uit de mond en keek de vrouw met grote ogen aan, terwijl haar gezicht langzaam rood werd. „Ik met hem? Ik had net zo lief. Roelie schoot in de lach om deze spontane uiting. „Heb je soms iets tegen meneer Talingen, Maria?" vroeg ze op honingzoete toon. Het meisje keek haai' werkgeefster een poosje aan en antwoordde toen zacht: „Misschien hetzelfde als u, mevrouw." Meteen stond ze op en doofde haar sigaret, waarna ze naar haar tafeltje ginig en weer begin te tikken. „Die Maria", lachte Roelie en verdiepte zich vervol gens in een leveringscontract, dat die morgen gekomen was- Doch 's avonds, toen Maria vertrokken was en ze ook Welgrave had zien vertrekken, werd er op haar deur geklopt en op haar„ja" kwam Talingen binnen. „Haha," begroette ze hem, „en hoe is de eerste dag je bevallen met onze nieuwe boekhouder? Hij lijkt me wel capabel voor zijn werk, vind je niet? Hij beschikte tenminste over goede papieren." Talingen bleef, met zijn hoed in de hand, bij het bureau staan. „Waar stuurt u op aan, mevrouw? Is het uw bedoeling, dat u me geleidelijk aan wegwerkt? Zegt u het me dan, opdat ik de eer aan mezelf kan houden en mijn ontslag kan aanbieden." Roelie zette grote ogen op van verbazing. „Maar mijn waarde meneer Talingen, wat staat u daar nu voor on zin uit te kramen? U weg werken? U, de bekwame kracht, waarvan mijn man dagelijks vertelde, dat U voor dit bedrijf onmisbaar bent? Geen haar op mijn hoofd „Niemand is onmisbaar, mevrouw. Maar de reeks van maatregelen, die u neemt nadat u hier zetelt, vind ik bedenkelijk. Voor wat de toekomst van mijn positie betreft. In aanmerking nemende, dat ik al die jaren de boekhouding van dit snel groeiende bedrijf heb beheerd en verzorgd, ilmimer tot grote tevredenheid van het ac countantskantoor, getuige de rapporten, beschouw ik deze laatste maatregel van u als een blijk van wantrou wen. Dat u imij niet bepaald als 'n vriend beschouwt, weet ik al lang. Maar u moet het persoonlijke niet in het zakelijke vlak trekken- De discriminaties zijn sinds het overlijden van meneer Borger hier aan de orde van de dag. Wat moet het personeel van diit alles denken?" „Meneer Talingen, wat het persoeel denkt of met denkt, laat me volkomen koud. Ik neem de maatrege len voor mijn bedrijf, die mij goed dunken. Ik was van imeniing, dat u als procuratiehouder en boekhouder te veel hooi op uw vork hebt genomen. Vandaar dat ik u nu wil ontlasten van een dezer taken. Zodat u meer en beter in de gelegenheid bent om mij in voorkomende gevallen te kunnen vervangen. Bijvoorbeeld, als ik er niet ben. Per slot van rekening bent u toch mijn plaats vervanger, nietwaar?" Hij lachte bitter. „Dat is een goeie mop, mevrouw. Sinds u hier op kantoor bent gekomen, hebt u nog geen dag verzuimd, zodat ik dus nog niet in de gelegen heid ben geweest om u te vervangen. Al mijn werk zaamheden, het afhandelen van de post, de bestellin gen de besprekingen over nieuwe kontrakten en zo, dit alles hebt u mij uit de handen genomen- Nu ontneemt u mii ook de boekhouding. Misschien wilt u me vertel len wat ik straks mag doen, als meneer Welgrave de gehele boekhouding alleen gaat verzorgen? Ben ik hier dan - hij wees naar zijn kantoor - ter opluisteringAls ornament? Moet ik u dan veertien dagen in het jaar vervangen, als u onverhoopt met vakantie gaat. Als u met vakantie gaat? De rol van gigolo ligt mij niet, mevrouw. Ik werk hier nu bijna twaalf jaar en u mag alles van mijn verleden weten en een gruwelijke hekel aan mij hebben, dat alles is uw goed recht. Maar u zult nooit kunnen zeggen, dat ik niiet mijn beste krach ten gegeven heb voor dit bedrijf, dat me lief is gewor den. Ik heb hier altijd met plezier gewerkt en u weet, dat ik nooit op vaste werktijden heb gekeken. Als ik dat noodzakelijk achtte, werkte ik des avonds en soms ook een halve nacht door. Dat deed ik toch altijd met veel genoegen. Maakt u mij voor mijn part uit voor al les wat mooi en lelijk is, wat mijn verleden betreft, maar als employé van dit bedrijf leef ik in de rots vaste overtuiging, dat ik altijd ten volle mijn plicht ge daan heb en soms meer dan mijn plicht. Ik heb me al tijd geheel ingezet. En dan van u deze bejegingen te moeten verduren. dat dat is niet eerlijk. U maak misbruik van uw machtspositie, mevrouw-' „Meneer Talingen," antwoordde Roelie op afgemeten toon, „ik ben u geen verantwoording schuldig over de beslissingen, die ik meen te moeten nemen in het be lang van dit bedrijf. Als die in uw ogen minder aan genaam zijn» tja als u dat zo niet.." „Ja, mevrouw, zo zie ik het inderdaad. Ik kan, na vanavond, niet meer loskomen van de idee, dat u me langzaam maar zeker wilt uitrangeren. En daar bedank ik werkelijk voor, mevrouw. Als dit uw wraak is over, wat u noemt, de vernedering, die ik u die avond heb doen ondergaan, dan kan ik zeggen, dat u geslaagd bent, werkelijk geslaagd. Misschien geeft deze weten schap u wel heel wat voldoening." „Meneer Talingen, ik kan niet tolereren, dat u bele digend wordt." Voordat er 700.000 kilogram aard appelen van Ierland naar Grieken land getransporteerd zijn, komt er heel wat kijken. Door de plassen water die er tussen beide landen liggen, heeft het vervoer per schip de voorkeur boven al de andere manier van vervoer. Op een nieuw jaarsdag, want in Ierland houdt men op de eerste januari geen zon dag zoals wij gewend zijn, werden de laatste resten van de voorgaande lading kolen in de ruimen van een kustvaarder opgeveegd, of wegge spoten om een lading pootaardap- pelen in zakken te kunnen laden. Diezelfde middag werden hijs na hijs met eigen laadgerei aan boord gehieuwd en zak voor zak opge stapeld op een manier waardoor de aardappelen niet tegen de stalen wanden of spanten konden schavie len, waneer het schip zijn stampen de- en slingerende reis overzee vol bracht. De eerste dag werd een derde van de volle lading uit de loods gereden en in de flinke ope ningen van de ruimen gevierd en op zijn plaats gebracht door een veertigtal havenarbeiders. Na een tweede laaddag begon de ruimte in het schip zich al aardig op te vul len, doch door regenverlet bleek nog een derde werkdag nodig te zijn voordat het schip zeeklaar ge maakt kon worden om de reis van twaalf dagen aan te vangen. Intus sen had de kok in overleg met de kapitein een proviandlijst klaarge maakt om tien mensen van de no dige hoeveelheid voedsel voor plus minus twee maanden te voorzien. Een paar honderd kilo aardappelen, 4 kilo gist, 2 zak patentmeel, 90 kilo vlees, 100 kilo suiker, 8 dagen groente en twee kisten fruit plus wat er nog aan boord was aan dro ge stores. Het schip kon in zes da gen in de Straat van Gibraltar zijn op zijn vlugst, alwaar olie bijgebun- kerd zou worden en weer wat verse proviand. Per laatste gelegenheid gingen nog een paar brieven via de scheepsagent de deur uit alvorens van de kant los te gooien, zodat' de familie thuis na een paar dagen wist wanneer het schip daar en daar kon wezen. De verwachte aan komsttijd in de eerste aanloopha ven Gibraltar bleek aardig uit te komen, want na een vlotte reis al slingerend vanwege de hoge Atlan tische Oceaandeining, bereikte het schip na zes dagen en twaalf uur de uit zee oprijzende klomp steen, nog stevig in het bezit van de En gelsen maar een doorn in het oog van alles dat Spaans denkt. Maar ondanks dat was de eerste etappe van de reis vlot verlopen en kon de motor een 4 a 5 uur gestopt worden om de brandstoftanks van de nodige hoeveelheid onmisbare vloeistof te voorzien. Een koppel tje marskramers namen, na verkre gen toestemming, al spoedig bezit van het achterruim om er hun koopwaar uit te spreiden. Doeken, wandkleden, Marokkaans lederwerk aanstekers en Japanse transistor radiotjes en bandrecorders. Diverse douane formaliteiten moesten ver vuld worden en de nodige papieren getekend. Met volle tanks en een paar souveniertjes rijker werd de tweede en laatste etappe naar de plaats van bestemming begonnen en Gibraltar aan zijn lot overgela ten. Na een paar dagen langs de war me Noord Afrikaanse kust gekraut te hebben, voeren we tussen het eiland Sicilië en Malta door en sta ken over naar de Griekse kust. Bij het bereiken van de Griekse archi pel was het eind van de reis in zicht, Piraeus de voornaamste ha ven in het midden van het land en niet ver van de hoofdplaats Athe ne. Het lossen van 14.000 zakken zou twee dagen in beslag nemen dus was er even gelegenheid voor degenen die niet strikt noodzake lijk aan boord moesten zijn om de beentjes te strekken. Het was een half uurtje in de bus naar Athene waar het de moeite waard bleek te zijn na twaalf dagen zeegang eens rond te tippelen. De Grieken schij nen een voorkeur te hebben voor het verzamelen van grote keien en stenen. De afgebrokkelde pilaren zijn dan ook wel de nationale be zienswaardigheden in het land waar de geschiedenis altijd over verteld. Na het lossen moet er in Milo geladen worden voor Liverpool. Milo. Gebruikelijke orders. We slaan het boek der boeken voer de nautici, de „pilot" open en er schiet ons iets te binnenals de de venus van Milo, en de een of andere fijne ronde graansoort van die naam. Op de kaart ontdekken we al gauw Milos ook wel Melos genaamd of Milo naar gelang de nummen van de ge schiedenis of de uitspraak van be paalde landslieden. In ieder geval bestaat Nissos Milos uit een groep rotsige-vulkanische formtaie van bergen, leert ons de pilot, in de vorm van een hoefijzer met een bijzonder prachtige baai. Op de kaart staat in die baai een anker tje getekend en dat zal het zijn. Maar na wat verder gesnuffel ont dekken we nog een Milo op het eiland Kithera, 85 mijl richting w. zuid-west van het eiland Milo. Doch dit bleek niets met de laadplaats te maken te hebben. We dachten dus dat we uit de diverse voor ons vreemde woorden als Nisis, Nisos of Nisoi onze Ormos Melos of Ormos Milou, ook wel bekend als Ormos Adhamas gevnden te hebben. Na derhand bleek dat we bestemd wa ren voor Voudhia Bay om daar een volle lading bentonite te gaan ha len. Bentonite is een grondsoort van vulkanische oorsprong en zij wordt onder andere gebruikt voor de staalbereiding in het hoogoven- bedrijf. Een plankaart met alle details kwam te voorschijn en de pilot werd nogmaals opengeslagen. Voudhia Bay bleek niet zo be langrijk te zijn als de andere Griek se Akra's of Vrakhos, want op het eerste gezicht bleek Ormos Voudhia niet op de kaart nog in het boek te Staan. Tot na scherp gespeur in alle koersen rond het eiland op bladzij zoveel van de stuurmansgids de volgende inlichtingen te voor schijn kwamen. Ormos Voudhya, waarin een kleine laadplaats voor ertsschepen met twee boeien erbij, ligt op het noordelijk eind van de oostkust van het eiland Milos. Geen verdere gegevens dus dit moest het zijn en dat was zo. We kwamen in de nacht aan en moesten ten an ker op zeer korte afstand onder de kust. De volgende morgen bij het krieken van de dag werd de om geving verkend. Rondom Nisos en Akras van rotsochtige oorsprong, drie boeien en iets dat op een huis leek en voorts de blauwe baai en de kale natuur zonder meer. Op lamp- en fluitseinen geen teken van leven dus nog maar even geduldig afwachten totdat de zon wat ho ger zou staan en allerlei beschaaf de mensen hun lakens open vouwen om op te staan. Er bleek na een paar uur inderdaad leven te zijn want een bootje maakte zich los vanachter een kei. De plaatselijke scheepvaartvertegenwoordiger was wakker geworden en kwam langs zij maar kon wegens wind en zee gang niet aan boord komen. Na di verse informaties werd afgespro ken het anker te lichten en naar de rotspunt te varen om er op een paar honderd meter vandaan de loods op te pikken en af te meren op de boeien. Toen we wat dichter bij kwamen begonnen we al gauw met een ankertje te laten zakken om het schip naar eigen wil te zet ten, want de hoekige witte keien zagen er niet zo aanlokkelijk uit. De loods kwam aan boord en een voor een werden de taaie staal draden op hun plaatsen aan de wal en boeien vastgemaakt zodat na een uur van vieren en weer door halen het schip als in een spinne- web van draden lag precies in po sitie onder een lopende band. De ruimen werden opengelegd en de bomen van het schip getopt. We hadden ze deze keer niet nodig want de lopende bandstellage hing recht boven het schip: Als een ge deelte van het ruim vol was werd het schip naar voren verhaald door middel van het vieren van de naar voren staande draden en het door halen van de naar achterstaande trossen. Opeens begon de laadin- stallatie tegen de omhoogstaande bomen en bijbehorende want te schuren. De ergste schade kon wor den voorkomen door het tijdig laten vieren van de aan de wal staande draden. De achterste boei bleek naar voren verschoven te zijn. Als men nu weet dat zijn boei veilig verankerd zit aan een reuze blok beton waaraan zelfs 10.000 tons schepen gerust kunnen meeren, is het toch wel vreemd dat een 1000 tonner zo n boei van zijn plaats af trekt. Het is daarom altijd oppas sen aan boord van een schip want er kan altijd wat voordoen waar men niet op gerekend heeft. Deze keer bleef de schade beperkt tot het breken van een geitouw en wat verfbeschadiging. Enfin na een 15 uur laden hadden we ons portie bulk en konden de landdraden in gehaald worden zodat we tot onze rust wat meer in open zee kwamen om nog een 200 zakken bij te laen met eigen laadgerei. Hiervoor was speciaal een bootje rond het eiland van Adhamas gekomen. Toen dat spul er in zat kon zeeklaar gemaakt worden en niet lang daarna werd draad voor draad losgegooit en binnengehaald. Na het anker ge licht te hebben was het tien dagen varen naar Engeland met een beetje bijbunkeren in Ceuta. En na tuurlijk wat verse groente, zodat we dit jaar door minstens elke maand aan de sla en verse andijvie zijn geweest, want het steeds op snuiven van al die buitenlandse lucht verlangt dagelijks een flink portie vitamine. We hopen nog eens een reisje naar Milos te kunnen maken voor al in een tijd waar het hier in het noorden winter heet te zijn. De drie fabrieken op het eiland, een Griekse, een Amerikaanse en een Franse zorgen voor ladingen als Bentonite, Caoline, Parita en Zwa vel en met de bevolking van 5500 zielen zal men in Voudhia Bay geen last krijgen, want de natuur is er nog ongerept. Hopenlijk zijn we dan in de gelegenheid wat meer van het hele eiland te zien want in een paar dagen raak je in Grie kenland niet uitgekeken. Kapitein'. Jean M. Otten KINDERBOEKENWEEK 1964 De Kinderboekenweek 1964 zal gehouden worden van 31 oktober tot en met 7 november a.s. De Blauwe Boekanier komt Op zaterdagmiddag 31 oktober komt de Blauwe Boekanier, een ge vreesd zeerover, per zeilschip in Amsterdam aan om de Kinderboe kenweek te openen. Vervolgens reist hij naar Rotter dam, Vlissingen en Den Bosch. Alle avonturen en heldendaden van de Blauwe Boekanier zijn door de kin derschrijfster Tonke Dragt opge schreven in het boek dat het Kin derboekenweekgeschenk van dit jaar gaat worden. Enkele dagen vóór de Kinder boekenweek wordt aan alle leerlin gen van de lagere scholen de Pi- ratenpost uitgedeeld. Dit is een kin derboekenblad waarin een 150-tal kinder- en jeugdboeken gerubri ceerd naar leeftijd zijn opgenomen De verdere inhoud bestaat onder meer uit een brief van de Blauwe Boekanier, een tekenwedstrijd en een zelf te spelen toneelstuk. SCHOORLSE BEJAARDENTOCHT Zoals men weet gaan onze bejaar den op donderdag 3 september op reis. Degenen, die zich voor deze tocht hebben aangemeld, dienen er goed aan te doen 's morgens om half acht gereed te staan aan de hoofdweg in hun buurt, zodat de bussen niet behoeven te wachten en alles een vlot verloop zal hebben. Mochten er nog mensen zijn die om een of andere reden niet in de ge legenheid waren hun financiële bij drage te leveren en die toch iets voor dit jaarlijkse feest willen door een der leden van het comité schenken, zullen met open armen worden ontvangen, want hoewel de reis zal doorgaan, de begroting is nog niet sluitend. DE BEJAARDENSOCIëTEIT BEGINT WEER. Het is nog wel mooi weer maar de zomer is toch bijna voorbij en dat is voor de bejaarden sociëteit 't sein om weer te beginnen. Het ligt n.l. in de bedoeling om woensdag 9 september de eerste bijeenkomst te houden. Aanvang half drie in het Ver. gebouw. Wij wensen de be jaarden weer een prettig seizoen. FEUILLETON DOOR LEIDA GRAAFLAND (16) V.V.V. GROET-CAMPERDUIN e.o. UITSLAG VERLOTING 1. Dames of herenrijwiel 1321; 2. een scheerapparaat 641; 3. een ta fellaken 852; 4. een reiskoffer 2022; 5. een ontbijtlaken 1989; 6. een broodtrommel 464; 7. een kistje sigaren (25) 2265; 8. Bon voor fruit ƒ10,594; 9. staafzaklantaarn comp 389; 10. een blik biscuits 1679; 11. flesje luxe Eau de Cologne 1974; 12 een baddoekset 1685; 13. Bon voor een braadstuk 856; 14. Bon voor een metworst 1856; 15. Bon voor een taart 1256; 16. Een fluitketel 28 17. Een luxe doos zeep 1738; 18. een doosje sigaretten 1717; 19. Bon voor kaas 2365; 20. Een gebakstel 1836; 21. Een, doos sigaren 801; 22. Een doos sigaretten (50) 1189; 23. Bon voor een leverworst 105; 24. Een badhanddoek 788; 25. Een blik biscuit 2215; 26. Bon voor kaas 1851 27. Een badhanddoek 308; 28. Een doos sigaren 1336; 29. Een gasaan- steker 1579; 30. Een botervloot 2167 31. Een badhanddoek 659; 32. Bon voor een taart 913; 33. Een pond boter 589; 34. Een kaartendoos lux 363; 35. Een badtas 2448; 36. Een wekker 87; 37. Een nest schalen 1878; 38. Een vruchtenpers 1815; 39. Een ballpointset 890; 40. 6 eier- doppen, 6 lepeltjes 867; 41. een doos sigaren 1460; 42. Bon voor een met worst 98; 43. Een doosje sigaretten 2041; 44. Bon voor een kaas 51; 45 Een doosje sigaretten 2289; 46. Een badhanddoek 2483; 47. Een potje Brylcream 254; 48. Een rookverdrij ver 2403; 49. Een sleutelring met wapen 2271; 50. Lux bierglas met wapen 2373. De prijzen kunnen worden afge haald bij de heer G. Masteling, Hee- reweg 242 te Groet, tegen overgave van het lot. K.F.V. „DE DUINSTREEK- TE SCIIOORL. 22 Augustus werd de jonge die rendag gehouden. Keurmeester was de heer P. Wesseling uit A'dam, die de dieren zeer krap keurde. De uitslagen waren: Piet Bakker 2 x z.g. imet zijn mooie Tunische meeuwen. Hollanders: Gerard de Boer en Rob Jonker beiden 1 x z.g. VI. Reus wit: Jn. Delis Pz. 1 x z.z.g. Fr Stins 1 x z.z.g., 2 x z.g. C. Jon ker 2 x z.z.g., 5 x z.g. VI. Reus kn. gr. S. de Boer 1 x z.g.g, 2 x z.g. Rexen: A. Hoogvorst 2 x z.z.g., 2 x z.g. P. Vegter 1 x z.g. Zilvervos K. Stam 2 x zg. Fr. Hangoor: mevr. Tesselaar 2 x z.g. Fr. Tesselaar 4 x z.g. D. Tesse laar 1 x z.g. KI. Chinch: J. H. Tesselaar 1 x zzg, 2 x zg De opkomst was niet best, van de 41 leden waren maar 18 ver schenen ter keuring, misschien sei- zoendrukte. De secretaris wil nog een beroep doen op houders en liefhebbers van konijnen, kippen, duiven en fazan ten, om zich op te geven als lid, maak de vereniging sterk. De tijd van tentoonstellingen is dicht bij. Daar kan u ook een goed fokpaar naar uw zin kopen. Ga eens met het bestuur praten. Het is beter een goed dier te houden dan een die niet groeit. Het houden van konij nen en pluimvee is een mooie vrije tijdsbesteding voor jong en oud. Ook donateurs zijn van harte wel kom. Secretaris is de heer Jan Bas. HET ELZENBROEK AAN DE BICKERSLAAN. Een bos van Alnusbomen, van russen en van riet. Een plek om stil te dromen in vreugde en verdriet. Ik hoor er vogels zingen in 't ruige struikgewas. Het lied in alle dingen, dat mij van pijn genas. Voor velen is het leven een ware wildernis. Het is mij om het even, waar schoonheid Meester is. Jan Visser.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1964 | | pagina 5