Loffelijk initiatief van .Sclioorl's comité ^kotUsa (flitsa Plattelandsvrouwen Schoorlse bridgeclub 1 dient heel de huid Vroeger en nu van Ronnie z Wij lazen TWEEDE BLAD DONDERDAG 25 MAART 1965 ZAANSE WOLAAP IN OUWEHAND 20 Jaar geleden maakten we ook in Schoorl kennis met liet heernjKe wittebrood dat uit kweeds meel was gebakKen. Uit meel werd uit kwe- den in Delfzijl aangevoerd en het heeft talloze landgenoten op het hoogtepunt van de hongerwinter het leven gered. Men heeft aan dit feit in de ver schillende publiciteitsmedia enige aandacht besteed en dit is voor en kele actieve plaatsgenoten aanlei ding geweest de handen ineen te slaan. Men heeft een comité ge vormd dat vooral de jongeren wil herinneren aan de tijd dat men dolgelukkig was met een een voudig meelprodukt. Gebeurt dit in andere plaatsen met Zweeds wittebrood, in Schooi! heeft men zijn keus laten vallen op de vooral bij ouderen bekende platter, ook wel heer- of haardkoek genoemd. Dit gerecht wordt, zoals de naam al zegt, op de kachel ge bakken. Het deeg bestaat uit tarwe meel, water en wat zout en hiervan wordt een soort koek gemaakt die de grootte heeft van een theescho teltje. Zij worden direct na het berei den op de kachel gelegd en meer malen omgekeerd zodat verbran ding wordt tegengegaan: Is het bak sel door en door gaar en warm dan wordt het behoedzaam opengesne den en besmeerd met boter en stroop. De lekkerste platter is die, welke zo van de warme kachel komt hoewel een koude haardkoek met kaas ook een traktatie is. Het bovenvermelde comité heeft zich na ampele beraadslagingen ge- raadslagingen gewend tot het Oud- Westinesch Genootschap van Brood- en Koekbakkers dat zich di rect bereid verklaarde aan het plan mede te werken. De bedoeling is nl. dat er vol gende week donderüag om 1Ü uur 's morgens op de Paardemarkt te Schoorl een begin wordt gemaakt met de verkoop van de haardkoe- ken. De koeken worden elders gebak ken en met een speciale auto naar Schoorl vervoerd. Het comité, waar van we de namen der leden niet mochten publiceren, weet zich ge steund door een flinke subsidie van het Centraal Bureau voor de Sta tistiek die haar personeelsleden op dracht heeft gegeven na te gaan of er en zo ja in welke hoeveelheid in Schoorl nog platters worden ge geten. Dank zij deze subsidie kon men de prijs van een heer koek houden op 5 cent per stuk, terwijl ze gratis met boter en stroop worden be smeerd. Aangezien de leden van het comité geen verdere inlichtin gen wensten te geven kunnen wij u omtrent de verdere gang van za ken weinig meedelen. Donderdagmorgen om 10 uur rijdt dus de auto voor op de Paarde markt en dan kan iedereen dus weer eens genieten van zo'n heer lijke ouderwetse platter. Wij wekken alle inwoners vanaf deze plaats op, deze unieke gelegen heid niet te laten voorbijgaan. Er was niet zoveel belangstelling als wij gewend zijn op de bijeen komst die op 19 maart j.l. werd gehouden in café Swart te Hargen. Misschien had het onderwerp van deze avond er iets mee te maken. De heer van Moock van de afdeling jeugdzaken uit Haarlem zou nl. een lezing houden onder de titel: „Jong ,zijn nu en in de naaste toekomst", en misschien hebben sommige da mes gedacht dat het een causerie over schoonheidsmiddelen e.d. zou zijn. Hoe dan ook, de dames hebben veel gemist want de hr. Van Moock hield zo voor de vuist weg een heel aardige lezing, hij vroeg zich af wat oud zijn vandaag de dag eigen lijk is. De mensen worden steeds ouder en er is nog nooit zoveel zorg besteed aan de bejaarden in het algemeen als nu. Oud zijn past er niet meer bij, men wil jong zijn. Vroeger was men heel anders. De heer Van Moock sprak over drie generaties n.l. die van om streeks 1914, die van de jaren dertig en de huidige generatie. Wie in de jaren tot de 1ste wereldoorlog vol wassen werd kreeg zijn opvoeding in een gesloten gezin waar de in vloed van de wereld nog niet zo groot was. De vader werkte meestal vrij dicht bij huis, de kinderen wa ren op school of werkten op een fabriek of de meisjes in een huis houdelijke betrekking. De vader van toen was ook een echte auto riteit in zijn gezin. Hij kreeg het beste van hetgeen de pot schafte en was de figuur waar alles om draai de. Er was een sterke band tussen ouders en kinderen en men had geen behoefte aan verenigingsleven. De tweede generatie waartoe de spreker zei te behoren werd volwas sen tijdens de jaren dertig. Wij vonden het heel wat dat wij met vakantie naar Rhenen konden gaan zei de heer Van Moock en lichtte dat met een voorbeeld uit zijn ei gen gezin toe. Mijn generatie keek naar de groten uit de wereld, de mensheid heeft altijd behoefte ge had aan inspirerende figuren. Wij zeiden tegen elkaar dat er nooit meer een herhaling van de eerste wereldoorlog mocht komen wij verwachtten een nieuwe samenle ving en daarom liepen we met ge broken geweertjes en hielden rei dansen. We hielden acties tegen het kopen van oorlogsspeelgoed. Maar er was crisis, liefst een half miljoen werklozen in Nederland. De derde generatie n.l. die van nu werd uitvoerig door de heer Van Moock onder de loupe genomen. Degenen die in 1965 volwassen wor den, zei hij willen het heelal be stormen ze maken alles van nabij mee, niet alleen de letterlijk maar ook de figuurlijke afstanden zijn veel kleiner geworden. Toen Prin ses Margriet verloofde werd dit door de koningin door de t.v. aan gekondigd. Ook de verhouding tus sen vader en kinderen is heel an ders dan vroeger geworden. De va der van nu is alleen lijflijk aanwe zig maar verder niet, hij is een tweede figuur geworden. De vrouw heeft in sommige gevallen de plaats van de man ingenomen. Ook vind ik dat de band tussen ouders en kinderen veel losser is geworden terwijl het gezag niet meer zo er kend wordt. Wij tarten het gezag en denken dat we allemaal gelijk zijn. Maar de verschillen zitten niet j in geld of hersens maar in karak ter. De jonge mensen hebben hun eigen plaats in het leven veroverd en de ouderen dienen daarmee re kening te houden. Wij moeten er aan denken zo besloot de heer Van Moock dat jonge mensen niet alle maal nozems zijn en dat wij hen soms maar een slecht voorbeeld ge ven. Wij moeten een sterk vertrou wen in onze kinderen hebben en we moeten niet zo demonstreren dat wij er ook nog zijn. De presidente mevrouw Broersma dankte na afloop van de causerie de heer Van Moock voor zijn inte ressant betoog, en deelde mede dat de volgende bijeenkomst op 14 april zal zijn. We willen u echter niet onthouden wat de heer Van Moock over de toekomst van het platte land zei, nl.: „Gas, olie en kern reactoren" wel, dat weten wij dan ook al weer. Uitslag van maandag 22 maart DIJN A: r uapper-Goudshlom 52 Mosch-Half 44 3 Bekker-Beeldman 44 4 v. d. Oort-de Wit 44 5 Mevr. Thomassen- Haasbroek 42 6 Mevr. Arpeau-Goet 39 7 Thomassen-Half 38 8 Nieuwland-de Wit 33 LIJN B 1 Fam. Kuyper 47 2 Nieuw land-Roos 44 Va 3 Ens-Ens 44Va 4 Mevr. Birnie-Burgering 44 5 Schipper-de Hart 42 6 Kaandorp Mevr. Timmermans 39Va 7 Beeldinan-Bes 38 8 Mej. Haring-Hummeling 36V2 LIJN C: 1 Mevr. Dapper-Bulloper 51V2 2 Heystek-Lensing 51 3 Dames Stenneberg-Repko 49 4 Dames Klinkenberg- Timmerman 40Va 5 Fam. Hoogschagen 38 6 Houtkoper-Repko 37V2 7 de Jong-Teuwisse 35V2 8 Dapper-Kluft 33 Promoveren en degraderen om de 4 weken Van lijn C, promoveren naar lijn B: Ens-Ens; mej. Haring-Humme- ling. Van lijn B, promoveren naar lijn A Nieuwland-de Wit; Goudsblom- Dapper. Van lijn A, degraderen, naar lijn B: Mevr. Bimie-Burgering; Beeldman-Bes Van lijn B, degraderen naar lijn C de Jong-Teuwisse; Houtkoper-Repko in de Duinstreek van 30 maart 1934 dat de VVV Schoorl deel nam aan de poppententoonstelling te Leeuwarden ten bate van het cri siscomité; dat het ledental van deze VVV in dat jaar 140 bedroeg; dat de 'kustbrigade' een propagan- da-avond hield in de zaal van de heer T. Timmerman; dat de politiehonden-dresseerclub Schoorl een demonstratie gaf op het oefenterrein. Entree f 0,25; dat er bij J. Mooy slaplanten te koop waren voor een kwartje de honderd. .DE DUI In vroeger taie was un brulluft in un klaine gemeenskap un hille gebeurtenis. En dut was vooral zo as dur un raike boere- zeun troude. Alleman wier den te warskip nood en dur wier puur wat geld an spandeerd en bar veul lol maakt. As je vor zo'n feist nood was gong je eerst mit je nakende ribbe onder de pomp of in de tobbe vanzelluf. Ok as dur ien 12V2 of 25 jaar trout is wort dur ok nou nag wel us feist geven en lest was Jaap van Antje den vaifentwintug jaar trouwt mit Laip van Arie de lappiespoep. Omdat ze un houp gaste nood hadde vonde ze duraige boetje aigeluk te klain vor zoveul volluk en deerom hadde ze maar un zaal van un herreberrug ofhuurt. In die herreberrug was ut lekker warrum en dat mocht ok wel want de kastelain had un beste prais rekent. De oliekachel brand de en dur wier bar gezellug lollepot over iefie en afie. Maar op- iens zaide de bruid teuge dur snaartje: „Jai benne ok puur zo'n kladduge maid je hadde je aige eerst welderus wosse magge vor je op me brulluft kwam." Dat snaartje wier nagal naidug vanzelluf hei maar toch loupt ze nei de spiegel en ze ziet dattur mooie neusie onder de zwarte smeer zit. Zai gaat nei de bruid en zait: „Je hewwe gelaik had maid je maar kaik nou maar durus nei je aigen snokkere smoeltje." Die deed dat en waarachtug ze zag zo zwart as roet. En toe alle brullufsgaste mekaar durus an keke hadde ze allegaar zwarte plekke. En niet alliendug op dur gezichte, maar ok op de jurreke, frokkies, overhemde en pakke. Ze hewwe toe de kastelain dur bai haalt en wat bleek? Krek meinse, die smerige kachel loefde zo bar dat alleman zonder dat ie dur errug in had in un soortement Zwarte Piet omtovert was. Dat ze ut niet eerdur merrekt hewwe is main nag un raad- sul maar meskien hadde ze wel te diep in ut glasie keken wie zal ut zegge? Afain, de wasserai was dur goed voor. Maar azze jullie ok nag durus un feisie geve in un herreberrug weer zo'n oliekachel staat den benne jullie bai deuze waarskouwt. Tegenwoordig is het maar reuze gemakkelijk om van de ene naar de andere plaats te gaan. De bus sen staan elk ogenblik van de dag klaar om je naar de bestemde plaats te brengen, lang behoef je meestal niet te wachten en zeker niet als je het tijdschema nakijkt, waarop de bussen rijden. Voor 1921 was een bus iets wat nog maar weinig mensen in de ge meente Schoorl en omgeving gezien hadden. En ik kan u dan ook ver zekeren dat toen de eerste bus hier verscheen, de mensen hun ogen uit gekeken hebben. Deze bus, een Fiat die door de firma de Jong en Glas geëxploiteerd werd kon wel 12 men sen vervoeren en dat wil heel wat zeggen voor die tijd. Al heel snel kwam er de Renault bij, ook deze bus had 12 zitplaasten, alleen had deze nog één staanplaats extra. Met deze twee busjes werd al een complete busdienst onderhouden van Alkmaar naar Camperduin en vandaar naar Petten. Bij deze twee bussen is het niet gebleven, want in 1925 werd de Daag er aan toege voegd, deze bus had een lengte van 7.80 meter en er waren maar liefst 31 zitplaatsen en 5 staanplaatsen in. In 1928 volgde de Stewart, deze bus was iets kleiner, namelijk 23 zitplaatsen en 3 staanplaatsen. Nog zouden er verschillende bus sen volgen zoals de G.M.C. in 1929, de Chevrolet in 1931, in 1933 een Chevrolet en een Opel en tenslotte in 1939 de laatste Opel. De Jong was echter niet de enige busdienst-ondernemer. De concur rentie was groot, want ook de hr. v- Mullem hield er drie bussen op na, namelijk een Daag, een Berliet en een Ford. Deze busdienst, die ook van Alkmaar naar Camperduin liep heeft niet lang bestaan omdat de bussen zeer verwaarloosd werden. In 1928 werden alle drie de bussen voorgoed afgekeurd nadat ze drie jaar op de weg gereden hadden. Zo waren van de Berliet het ge hele voorstel, de voorveren, bussen, bouten en stuurwiel defect, het voorchassis verzet en de handrem defect. Toch was de concurrentie soms heftig geweest, het kon zelfs wel eens gebeuren dat de een de bus dwars over de weg zette, zodat de ander er niet langs kon. Omstreeks de zelfde tijd als van Mullem reed ook de firma Nieuw- land nog met enkele bussen van Bergen naar Camperduin, ook dit is echter niet van lange duur geweest. Een andere niet minder belangrijke busdienst in die tijd, werd onder houden door A. Mooy uit Zijdewind. Hij reed met een bus van Moerbeek naar Schoorl voor het kapitaal van 60 cent. Deze bus, de gastenbus genoemd had de volgende route Moerbeek - Zijdewind - 't Veld - Waarland - Oudkarspel - Kalverdijk - Warmen- ■huizen - Schoorldam - Schoorl. Tweemaal per dag kon je in deze bus stappen en wel 's morgens om je familie te bezoeken en 's middags om weer naar huis te gaan. Alphons Ley sen jr. Boschmansweg 16 Ouwehands Dierenpark heeft de vijfjarige wolaap 'Kuuk' van de Zaandamse familie Alijn onderdak bezorgd. 'Kuuk' is vijf jaar lang het huisdier geweest van de familie in Zaandam. Hij at mee aan tafel, dronk soms een glaasje vermouth mee en wanneer hij dat als een ras echte borrelaar had uitgedronken zette hij het glas weer keurig net jes op tafel neer. Plotseling werd Kuuk onbetrouwbaar en wel zo erg dat hij mevrouw Alijn al ettelijke keren gemeen had gebeten. Het aapje kon niet langer bij de fami lie blijven en zo werd het overge bracht naar Ouwehands Dierenpark waar het al vriendschap heeft ge sloten met een spinaap. Iedere dag belt mevrouw Alijn naar het park om te informeren hoe het met haar Kuukje gaat. Nou, dat laat niets te wensen over. Hij heeft al dikke vriendschap gesloten met zijn sla pie. FEUILLETON door MAARTJE ZELDENRIJK 10 „Voor je familie?" informeerde Yolanda. Hij schudde zijn hoofd. „Een kennisje van me. Een onge lukkig meisje, dat gebonden is aan een rolstoel. Ze spaart afbeeldingen van kerken en torens. Deze heeft ze zeker nog niet." Yolanda keek naar de adreszijde en zag, dat hij er onder geschreven had: „Veel liefs van Ronnie." Gelijktijdig werd de jaloezie in haar wakker. Maar ze ging er niet verder op in. Het enige wat ze dacht: Wat typisch, iemand in de Beem- ster. Het kon niet anders of de verstandhouding tussen de twee jonge mensen werd in deze dagen anders, als hij tot nog toe geweest was. Soms stoeiden ze in het water of op het strand. En toen ze op een late middag een srandwandeling maakte, betrapte Ronnie zich er op, dat hij haar hand vast hield. De jonge vrouw scheen dit helemaal niet iets bijzon ders te vinden. Terwijl zij babbelde over de jongen die elke morgen boodschappen deed en iedere keer fouten maakte met de bestellingen, keek hij haar van terzijde aan. Nu viel het hem eigenlijk pas goed op, dat Yolanda een bijzonder knappe vrouw was met een uitstekend figuurtje. Zoals ze daar liep in haar badpak, waarover ze alleen maar een shortje droeg en de bruine hals fel afstak tegen het crème van haar badpak, was ze een schoonheid. Dikwijls had hij gezien, dat vakantiegangers en inboorlingen haar nakeken, maar het was nooit tot hem doorgedrongen, dat zij zo'n vol maakt figuur had. Nog altijd liepen ze hand in hand. Toen ze een poosje ge zwegen had, vroeg ze opeens: „Wat ben je vanmiddag toch stil, Ronnie? Is er wat? Heimwee soms?" Hij schudde lachend zijn hoofd. „Ik geniet iedere sekonde en heimwee nee, dat gevoel ken ik niet. Ik denk, dat ik me alleen maar gelukkig voel. Bij jou." Ze keek verrast op. „Bij mij? Dus ik verveel je niet?" Hij bleef opeens staan, maakte zijn hand los en ging voor over op het zand liggen, vlak bij het water. Ze keek op hem neer. „Toch is er wat", constateerde ze. „Je bent opeens heel anders." Hij grinnikte. „Misschien. Jij hebt alles meteen door, he?" Ze knielde bij hem neer en speelde met het aankomende water. „Moeilijkheden? Nee toch." „Welnee ik zei toch al, dat ik iedere sekonde geniet? Nee, het is ik dacht na over jou." „Mij?" Ze ging naast hem zitten, half liggend en leunde naar hem toe op haar arm. „Waar heb ik die eer aan te danken?" „O, het is natuurlijk idioot en ik heb er niets mee te maken. Maar eh waarom heb je Augie niet meegenomen? En Han?" „Han had wel mee gekund, als hij had gewild, maar hij ging naar Italië. Augie heb ik om bepaalde redenen in Ne derland gelaten. Ik heb zo het idee, dat jullie niet al te best met elkaar overweg kunnen, niet?" Hij gaf niet dadelijk antwoord. „Ik heb persoonlijk niets tegen hem", verklaarde hij, niet geheel naar waarheid. „Mag ik eens onbescheiden zijn?" Ze keek hem lachend aan. „Jij en onbescheiden Welke vraag brandt er op je lippen?" „Wat zie je in Augie? Betekent hij wat voor je?" De jonge vrouw ging nu ook voorover liggen en keek naar de aankomende golfjes. „Hij doet doorgaans erg stoer, Ronnie, maar als je hem net zo goed zou kennen als ik, zou je weten, dat hij in wezen maar een hulpeloze jongen is. Die druktemakerij van hem is alleen maar pose. Hij was een vriend van mijn man, een protégé. Hij is wees en komt uit een zeer goede familie. Mijn man was zijn voogd en toen Bernard stierf achtte ik het mijn plicht zijn werk voort te zetten. Die jongen wil wat worden en ik help hem." Een schop onder zijn achterwerk was wellicht beter, dacht hij, maar hij vond het raadzaam er niet op door te gaan. „Wat was je man voor een type, Yolanda?" Ze knikte. „Die vraag kon ik een keer verwachten. Eerlijk gezegd heeft het me al verwonderd, dat je hem niet eerder stelde. Je zult waarschijnlijk wel te weet zijn gekomen, dat ik vroeger op het Plein in Amsterdam danste?" „Inderdaad." „Het is allemaal heel simpel. Daar heb ik hem op een avond leren kennen. Aanvankelijk moest ik niets van hem hebben. Hij was om te beginnen ouder - ik was toen 19 en hij 34 - en in de tweede plaats kwam hij uit een heel ander miljeu. Maar Bernard zo heette hij was erg vasthoudend. Overigens, hij was een knappe jongen, erg getapt bij zijn vrienden, bijzonder royaal met fooien en de vrouwen waren weg van hem. Ik kwam al gauw te weten, dat hij eigenaar was van een paar textielfabrieken een familievennootschap maar ik hield hem desondanks op een afstand, want ik wilde mijn baantje niet in de waagschaal stellen. Ik heb er hard voor moeten vechten om zover te komen. De gebruike lijke ontberingen zijn mij niet gespaard gebleven, maar ik hield vol en tenslotte kreeg ik engagementen: eerst een paar figurantenrolletjes, toen revuetjes. Ik zong zo nu en dan mee en van die tijd af dateert ook mijn connectie met Jan Pottenberg. Hij heeft geprobeerd een zangeres van me te maken, maar dat lukte niet. Dus ging ik maar weer dansen, en dat kon ik goed. Tot ik een aanbieding kreeg om een winter op het Plein te dansen, nam ik dat aan. Zoals ge zegd: daar leerde ik Bernard kennen." Ze wachtte even, voor ze verder ging. „Interesseert het je?" „Alles, wat jou betreft, interesseert me." „Dat zal wel. Ik zei al, dat hij vasthoudend was, zo vasthou dend, dat het me begon te vervelen. Ik had kunnen bewerk stelligen, dat de portier hem niet meer zou binnenlaten, maar dat wilde ik ook niet, want hij kwam doorgaans met een heel gezelschap en verteerde soms voor een klein kapitaaltje." Ze wachtte weer, terwijl ze zich plotseling omdraaide om op haar rug te gaan liggen. „Op een middag kwam hij plot seling naar m'n kamer, die ik samen met Bep had. Bep danste ook. Ze was de stad in om boodschappen te doen. Ik was spinnijdig toen hij binnen was en heel brutaal ging zitten. Nijdig ook, omdat ik nog niet eens gekleed was. Maar daar had hij geen erg in. Hij vertelde meteen, waarom hij kwam. Enfin, je begrijpt het misschien al: hij vroeg me ten huwelijk. Ik weet het nog als gisteren; de dag tevoren was ik net twintig geworden." „En je lachte hem uit." „Ja, precies. Ik vond het een geweldige mop. Tranen heb ik me gelachen, maar hij werd niet eens kwaad. Hij zei al leen maar: Ik meen het. Ik houd van je. Ik houd krank zinnig veel van je. En op de dag van ons huwelijk krijg je een bruidschat van me. Je mag het bedrag zelf bepalen. Dat zei hij allemaal en ik dacht bij mezelf: Die is niet goed snik, want ik wist toen al precies wie hij was en wat hij deed. Ook natuurlijk, dat hij veel geld had. Ja, en zo iemand gaat daar met een danseresje uit een nachtclub trouwen. Dus ik geloofde hem niet. Niet, dat ik bang voor hem was. Ik had in de jaren, voor ik een beetje betekende, al zoveel meegemaakt, dat geen enkele man mij meer vrees kon in boezemen. Tenslotte kon ik me altijd heel goed verweren, als het nodig was. Daar was ik in getraind. Ik zei dus alleen maar: duvel op. En als je niet goedschiks gaat, smijt ik je er uit." „En hij werd natuurlijk net zo min bang." „Het is, alsof je hem gekend hebt. Ik voelde niets voor hem. Ik was bovendien helemaal niet van plan te trouwen. Waarom zou ik? Ik was immers pas twintig? En ik ver diende heel behoorlijk. Ik had niet veel voor mezelf nodig, dus waarom zou ik mijn leven veranderen? Ik zei tegen hem: Het is nee en het blijft nee. Hij liet zijn kaartje achter. Denk er maar eens over na, zei hij, ik kan wachten. Maar herinner mijn woorden: Ik houd ontzettend veel van je en ik kan je een leven geven als een prinses." „En toen?" Ze kwam half overeind, leunende op haar arm. Terwijl ze de jongen aankeek, vervolgde ze: „Ja en toen Toen Bep thuiskwam, vertelde ik alles. Ze zei: Meid je lijkt wel gek om te weigeren. Je wordt rijk en zult nooit meer zorgen hebben. Alles kunnen kopen, wat je wilt. En die Van Poel geest is een knappe vent, wat wil je nog meer? Een konings zoon soms?" Ze zuchtte. „Ja, wat doe je dan? Je gaat er over nadenken. Als danseresje is je toekomst altijd onzeker. Het was februari en in april liep mijn kontrakt af. Ik wist helemaal niet, of de baas het zou verlengen. En ik had ver der geen mogelijkheden of het zou weer de revue moeten zijn. Ik kon het wel een poosje uitzingen, omdat ik gespaard had. Maar waar af gaat en niet bij komt Bep warmde het iedere keer op, maar ik hield niet van 'm. Ik vond hem soms een aardige knul, maar zijn handen waren me te beweeglijk en daar hield ik helemaal niet van. Hij kwam zeker drie keer in de week naar ons kijken. Dan moest ik na afloop van mijn nummer bij hem aan tafel komen en iedere keer op nieuw stelde hij me de vraag, terwijl ik even zovele keren nee antwoordde. Toen werd het maart en wist ik, dat mijn kontrakt niet verlengd zou worden. De klanten willen nu wel weer eens iets anders zien, was zijn besluit. Dus binnen vier weken stond ik op straat. Misschien is hij dat te weten gekomen in ieder geval: half maart was hij plotseling weer bij me op de kamer. Op een middag. Bep was natuurlijk weer weg, en hoewel ze het nooit toegeven heeft, verdenk ik haar er van, dat ze zich heeft laten omkopen om hem vrij spel te geven. Nu ja, het doet er allemaal niet meer toe. Je begrijpt: hij zong het zelfde liedje. Trouw met me, dan heb je nooit meer zorgen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1965 | | pagina 5