Noordhollands Duinreservaat Gerda's eigen weg De geschiedenis van de hulstboom TWEEDE BLAD DONDERDAG 30 DECEMBER 1965 FEUILLETON 12 We hebben wel weer eens ervaren hoe wisselvallig en onberekenbaar het weer kan zijn. Nadat november zich als een rasechte wintermaand had gedragen met vorst- en ijsda gen, sneeuw en alom schaatsenrij dende kinderen, heeft december ons tot nu toe wel uitgesproken herfst weer gebracht. Nauwelijks was de ene herfststorm van de lucht of de andere kondigde zich al weer aan en in het teken daarvan staat ook het laatste weekeinde voor midwinter, nu wij dit schrijven. Ais het wintert in het Noordhollands Duinreservaat Toch moet de eigenlijke winter nog pas komen en wie weet wat ons in de eerste weken v. 't nieuwe jaar nog te wachten staat. Januari en fe bruari plegen ook wel de koudste wintermaanden te zijn en volgens vele oude volksspreken komt dat ook de oogstverwachtingen slechts ten goede zoals 'brengt januari ons strenge vorst, dan lijden we 's zo mers geen honger en dorst' en knapt januari niet van kou, men ziet in oogsttijd rouw'. Welnu wat ons be treft mag het in het hartje van de winter eerst knappen van de koude honger en dorst lijden we in het al gemeen met alle feestelijkheden zo tegen het jaareinde ook niet. Dat hebben wij met de winter of de winter met ons volgens Starings aan de winter gewijd gedicht ook wel gemeen De winter heeft, hoe grijs en kin Een kleur als melk en bloed Hij tafelt lang schenkt naarstig in En 't maal bekomt hem goed. Het is misschien ons schuldbe wustzijn dat wij juist in deze tijd eens bijzondere aandacht vragen voor onze roofvogels en de zeer moeilijke tijden die zij de laatste jaren door maken. Van roofvogels Roofvogels wat zijn dat? Roven en rover zijn nare woorden, zij zijn vobr ons gevoel verbonden met een ruw zich toeëigenen wat een ander toe behoort. Roven is een weinig eervol le bezigheid en een rover is nu niet bepaald iemand om respect voor te hebben. Geen wonder dus dat ook onze roofvogels in het algemeen in een slecht blaadje staan. Is de naam slechtvalk in dit verband sympto matisch Vroeger was dat wel anders. Wie herinnert zich niet uit de geschiede nis een afbeelding van Jacoba van Beieren te paard met op haar hand een edelvalk? Is ook die benaming symptomatisch? De edellieden van destijds hielden de valken speciaal om te jagen en de valkenier zorgde er voor dat ze goed afgericht waren voor de toen zeer gebruikelijke val kenjacht. De valk behoort dan ook tot de roofvogels zijn niet zo zeer maar roofvogels rovende, als wel jagende vogels. Zij houden er veelal zelfs zeer weidelijke (sportieve) jachtmethoden op na en doden hu maner en sneller dan vele menselijke beoefenaren van het jachtgenot. Bo vendien doen zij het slechts ter wille van hun levensonderhoud, wat van ons toch niet gezegd fan worden. Ieder wezen, menslf dier, is van nature traag. Hij zallzich in het al gemeen niet meer «i spannen, dan strikt nodig is. Zo zal ook een roof vogel allereerst jagen op die prooi dieren, die het traagst zijn en op de soorten die het talrijkst voorkomen. Zieke prooidieren vallen dus het eerst ten offer en als b.v. de muizen zich ergens uitbreiden zien we ogen blikkelijk een toename van het mui zenbestanddeel van het menu van vele roofvogels. Het aantal roofvo gels schommelt op deze wijze met 't aantal prooidieren. Zij houden el kaar in evenwicht onder natuurlijke omstandigheden, mits die niet door menselijk ingrijpen worden verstoord Zo werd in De Nederlandse Jager zo'n vier jaar geleden een plaatse lijk geringe invloed van de gevrees de konijnenziekte myxomatose hier door verklaard. In een jachtveld op de Veluwe waar de havik regelma tig broedt, deed deze namelijk voor al tegoed aan de zieke konijnen en de snelle opruiming van de besmet tingsbron werd de oorzaak geacht van het feit dat deze door mense lijk ingrijpen veroorzaakte ziekte niet drastischer om zich heen greep. Roofvogels in nood Hoezeer juist de laatste jaren de roofvogels in nood zijn komen te verkeren, kan goed geïllustreerd worden van het voorkomen van een kloeke en prachtige roofvogel. De havik is stellig een der indrukwek kendste roofvogels in ons land, die vooral gebonden is aan bosrijke ge bieden. Zo tot 1960 kwamen er zo'n rond 250 haviken in ons land voor. In 1963 was het aantaal echter let terlijk gedecimeerd en gedaald tot 20 tot 30. De kans dat we de havik voor ons land kunnen behouden is dus wel bedroevend klein. Het Natuur-Noodfonds Nederland heeft hiertoe een speciale actie on dernomen, waarop wij in dit bestek maar niet verder ingaan dan de wens uit te spreken dat de operatie Havik met succes bekroond zal wor den. Hetzelfde moet helaas gezegd worden van vele valken, uilen, sper wers, ja van vrijwel alle roofvogels in ons land. Ruim een jaar geleden werd in 'De natuur van de maand' in een speciaal nummer, waaraan wij hier veel hebben ontleend, dan ook de noodklok geluid over de roofvogels in nood. De rol van de mens Vooral in het verleden toen voor de rol van de roofvogels in de na tuur niet voldoende begrip bestond, werd dit 'rooftuig' vaak meedogen loos achtervolgd. Momenteel is er echter een duidelijke kentering in de opvattingen van de mensen ten gunste van de roofvogels en het is de jagerswereld die hier veelal de toon aangeeft. Toch zijn juist de laatste jaren de roofvogels hard achteruit gegaan in geheel West-Eu ropa. Ongetwijfeld wordt dit veroor zaakt door een voortdurend gebruik van alle mogelijke gifstoffen in land en tuinbouw. Zo werden in vele dood gevonden roofvogels, maar ook in pas gelegde eieren, dezelfde gifstof fen aangetoond. Wij brengen hierbij in herinnering dat b.v. een jaar of 5 geleden zich een massale vogelsterfte heeft voor gedaan waaraan door pers en radio veel aandacht is geschonken. Een klein aantal landbouwers had om zaadeters (veldmuizen, duiven, enz.) te bestrijden zwaar vergiftigd zaad uitgestrooid en dit leidde ook tot. een catastrofe onder vele andere dieren. Het Rijks Instituut voor Veldbiolo- gisch Onderzoek ten behoeve van het Natuurbehoud (RIVON) stelde hieromtrent een onderzoek in en op grond daarvan schatte prof. Dr. Mör- zer Bruyns de totale vogelsterfte in die dagen op 200.000 exemplaren. Met het zaad worden n.l. ook talloze zaadeters vergiftigd. Aanvankelijk krijgen b.v. muizen die het vergif tigde zaad eten nog net geen levens gevaarlijke dosis vergif binnen, die zich ophoopt in hun (vet)weefsels. Door het eten van deze muizen in grote aantallen krijgt een roofvogel echter zoveel gif binnen, dat hij sterft of onvruchtbaar wordt. Vele valken, buizerds, sperwers en uilen vonden aldus de dood. Afgezien hiervan werd ook het doel niet of slechts zeer tijdelijk be reikt. Immers wanneer het aantal rovers dat b.v. de veldmuizen pleegt te bestrijden sterk is verminderd, kunnen deze dieren in toenemende mate tot een plaag worden. Zo eten b.v. kiekendieven, buizerds en vooral torenvalken, welke laatste de meest voorkomende roofvogels in ons land zijn, grote hoeveelheden veldmui zen op. Vaak beslaat de veldmuis meer dan 90 proc. van hun voedsel en zij helpen dus plagen te voorko men. Hier openbaart zich weer eens welke gevaren het verstoren van het evenwicht in de natuur met zich mee kan brengen bij een onvoldoen de doordacht menselijk ingrijpen. Het zwaard snijdt van twee kanten Zo meedogenloos snijdt het zwaard naar de verkeerde kant dat het zeer de vraag is of de roofvogel stand zich op eigen kracht nog wel zal kunnen herstellen. Schommelin gen in de aantallen prooi- en roof dieren waren steeds normaal. Als er een ziekte uitbrak onder de muizen brak er hongersnood aan voor b.v. DE DUINSTREEK de torenvalken en het gevolg was dat de oude dieren eerder stierven en dat er minder jongen groot wer den. Op deze schommelingen is de natuur ingesteld en zij corrigeert dit in het algemeen zelf. Wat nu gebeurt mag echter geen schommeling meer heten, maar vormt een duizelingwek kende val waarvan het zeer de vraag is of de natuur dit nog kan bijhouden. De mens, die de schuldige was, moet nu ook de redder worden. Hij is dit niet alleen verplicht tegenover de dieren die hij aan de grens van het uitsterven heeft gebracht, maar ook in zijn wel begrepen eigen be lang. Insecten en ook andere dieren werden vaak immuun tegen de gif stoffen die de mens aanwendt om hem te bestrijden, maar er is nog nooit een dier immuun geworden te gen een tijger, een arend of een valk. Laat men dus zijn oude schoenen niet weggooien voordat men passen de nieuwe heeft. Het is ditmaal eens een heel al gemeen en heel anders uitvallend bericht geworden. Nu er hieraan echter reeds verschillende vooraf ge gaan zijn, waarin wij u speciaal om trent de belevenissen in het Noord hollands Duinreservaat informeerden meenden wij dat hiervoor thans in deze tijd van het jaar wel eens aan leiding was. Tenslotte zal u dezer dagen zo tegen het jaareinde ook wel wat anders dan de alledaagse kost voorgezet hebben gekregen en stel lig maken oliebollen, zelfs op oude jaarsavond een veel geringer be standdeel van ons voedsel uit dan muizen bij de roofvogels. i het lijden van Christus aan het kruis In de V.S. bestaat Hulstgenootschap Zonder twijfel kan het kerstfeest en de dagen daarna tot de gezélligste tijd van het jaar worden gerekend Elk jaar weer opnieuw beijvert vrij wel elk gezin zich om tijdens die dagen de sfeer in huis zo gezellig mo gelijk te maken. Vele gezinnen zijn niet tevreden met een mooie kerst boom, doch versieren het huis met dennegroen of fraaie hulsttakken. De hulst met zijn scherpgepunte blade ren en feestelijk rode besjes schept een speciale sfeer en soms schijnt het wel, alsof de hulst er speciaal is om de kersttijd extra op te vrolijken De hulstboom heeft een lange en boeiende historie achter zich. De hulst, aldus het decembernum mer van 'Het Beste uit Reader's Di gest'. heeft vanaf het begin een rol gespeeld in de feestelijkheden rond de geboorte van Christus, maar de gewoonte hulst in huis te halen da teert van nog vroeger eeuwen. In het oude Rome zond men pas getrouwde paar !j es hulstkransen bij wijze van gelukwens. Tijdens de vrolijke Saturnaliën, het midwinter feest voor de god van de landbouw en het zaaien, stuurden de Romei nen hun vrienden hulst om uitdruk king te geven aan hun achting en goede wensen. Toen de Romeinen Engeland binnenvielen, ontdekten zij dat de hulst daar hoog in aanzien stond. De Druïden beschouwden de hulst als heilig en zij haalden tak ken in huis om de bosgeesten tegen de narigheid en het ongemak van de winter te beschermen. Op een hulst besje trappen was zondig, want hulst is het lievelingskostje van het roodborstje, dat volgens de legende. I trachtte te verlichten door een doorn uit Zijn voorhoofd te trekken. Zo kwam het roodborstje aan zijn rode borst. Met Kerstmis werd elk huis, elke kerk, straathoek en markt in Londen met hulst versierd. Toen de Pilgrim Fathers de oceaan overstaken, wa ren zij dolgelukkig hun geliefde boom in het wintersgrauwe Massa chusetts aan te treffen. De bomen waren niet zo vol, de bladeren wa ren minder glanzend en lichter groen maar de felrode bosjes van de vrou welijke hulstboom betekenden 'wel kom thuis'. Inheems De hulst is een inheems gewas in Europa, Azië, Afrika, Noord- en Zuid-Amerika. Er is een tijd ge weest, dat er in Amerika wilde hulst groeide van de kust van Massachu setts en in het hele zuidoosten tot Florida. Ook in Texas en gedeelten van het Midden-Westen kwam hij voor. Meedogenloze landontginning, hebzucht en vandalisme hebben er heel wat toe bijgedragen, dat de hulst op vele plaatsen nagenoeg werd uitgeroeid. Maar op de Eas tern Shore, de oostelijke oever van de Chesapeake Baai, groeit hij nog overvloedig. Daar verzamelen de mannen en jongens de takken met hun dikke, glimmende bladeren en besjes en gezinnen maken er kran sen van met behulp van de twijgen van esdoorns en gomboom. Op de drie achtereenvolgende woensdagen en zaterdagen voor kerstmis zijn er veilingen in Fruit- land, in de staat Maryland .Auto's en vrachtwagens volgeladen met door HENK VAN HEESWIJK Buiten klampte Tannie haar aan. 'Breng je me nog een eindje thuis?' Gerda schudde haar hoofd. 'Nee, vanavond niet. Een andere keer.' 'Zo je wilt. Ik wip van de week wel een middagje aan.' 'Doe dat. Bye bye.' 'Doeg.' Terwijl ze de smalle straat uitfietsten, dacht Gerda: Als hij nu maar niet op de hoek van de straat staat te wachten, want dan heeft Tannie meteen door, waarom ik haar niet wil weg brengen en ze heeft er niets mee te maken. Ze is toch zo nieuwsgierig. Doch op de hoek was niemand te zien. Ze wensten elkaar welterusten en gingen ieder een kant op. Gerda fietste langzaam de lange straat af. In de bocht zag ze hem staan. Keurig, dacht ze, dat hij me hier opwacht. Hij heeft zelfs daar aan gedacht. 'Dat is vlug, juffrouw Van 't Grashek. Was het leuk?' Zo haalde haar schouders op. 'Matig. Zo'n eerste avond is doorgaans niet veel aan.' 'Dan moet ik proberen uw avond goed te maken.' Het meisje schoot in een lach. 'Dat zal uw wel niet lukken.' 'Je kunt nooit weten', opperde hij optimistisch. Terwijl ze de stad uitreden, vertelde Arie voorvallen, die hij op de tram meegemaakt had met passagiers en collega's. 'Ik had laatste dienst op een oud tramstel, met een beugel, die je de andere kant op rijd. Het was op lijn 24. Nou hebben die oude trams nog borden, die je bij ieder eindpunt moet omdraai en: Stadionplein-Centraal Station. En ben je bij het station, dan draai je 'm om en staat er: Centraal Station-Stadionplein, nietwaar? Dat omdraaien wordt nog wel eens vergeten. Goed, ik kom in dienst in de morgenspits en 'Wat is dat? Morgenspits?' 'O, tegen de tijd, dat de kantoren aangaan. De drukke tijd, zo tussen half acht en negen uur. Goed we zijn vertrokken van het Stadionplein en mijn bestuurder had het bord vergeten om te draaien. Staat er bij een halte een chef en die zegt tegen mijn maat: Hé, je gaat de verkeerde kant uit. Tjonge, zegt mijn maat, dat is ook wat? Stapt van de wagen en wil de beugel gaan omdraaien. Hé, zegt de chef, wat ga je nu doen? Wel, u zegt, dat ik de verkeerde kant opga, dus keer ik terug, want u bent mijn chef en u weet het beter dan ik. Wordt die chef nijdig en antwoordt: Sufferd, ik bedoel, dat je je bord vergeten hebt om te draaien. O, zegt mijn maat, zeg dan dan meteen. Maar ik heb niet met u in dezelfde klas gezeten en dat sufferd neem ik niet. Maakt-ie 's middags een rapportje van en laat die chef nu een uitbrander gekregen hebben Ja, zo gaat dat tegenwoordig. Mijn maat van de bijwagen, die de hele historie gezien heeft, rijdt al zo'n dertig jaar mee en die zei aan het eindpunt, toen we een sigaretje rookten: Als je dat twintig jaar geleden ge zegd had, was je de laan uitgevlogen. Zei mijn bestuurder Dacht je, dat ik dan zo gek geweest was? Ja, je kunt wel eens lachen.' 'Dat hoor ik. Vindt u het leuk werk?' 'O ja, ik verdien goed en....' 'En u spaart. Nog niet genoeg bij elkaar voor een boerde rijtje?' 'Ik kan nog wel even vooruit', verklaarde hij. Bij de oprijlaan remde Gerda af, doch Arie legde zijn hand op haar arm: 't Is nog niet zo gek laat, juffrouw Van 't Gras hek. Wat denkt u er van, als we nog een kwartiertje doorrijden. Het is net zo gezellig.' Na enige aarzeling reed ze door. 'Goed, dat doen we. Het is gelukkig niet koud, anders deed ik het niet.' Een goed half uur later waren ze weer terug bij de oprijlaan. 'Zo, meneer De Nots, u hebt in alles uw zin gehad. Bent u nu tevreden?' 'Als ik zeg, dat ik het verbazend prettig vond, is dat maar een armoedige definitie.' 'Maak het niet te gek. Wanneer gaat u weer naar Amster dam?' 'Overmorgen, Twaalf uur moet ik rijden, Dus morgen heb ik nog een hele dag. Zoudt u morgenmiddag nog een uurtje voor me hebben?' Ze begon te lachen. 'Nee, dat kan niet, meneer De Nots. Wij zijn aan de najaarsschoonmaak en dan is het aanpakken ge blazen. Ik moet u in dit opzicht teleurstellen.' 'Jammer. Ik had u wat willen vertellen, ziet u?' 'Waaom hebt u het dan nu niet gedaan? Mij dunkt, daar was alle tijd voor.' 'Inderdaad. Maarhet is zoik wil geen misbruik ma ken van bepaalde omstandigheden, begrijpt u? Ik wil het liever overdag zeggen.' Het meisje begon nieuwsgierig te worden. 'Dat is ook wat? Is het zo belangrijk?' Het kan belangrijk zijn. Meer zeg ik niet. Maar luistert u eens, juffrouw Van 't Grashek, volgende week zaterdag heb ik een lang weekeinde. Dan stap ik om kwart over elf van de tram en ben ik vrij tot dinsdagmorgen half zes. Ik ben dan zaterdags met de trein van half drie in Nijloo. Ik kan er voor zorgen, dat ik dan een fiets bij het station heb staan. Is het teveel gevraagd, om dan daar te zijn? Rijden we samen ergens heen en zal ik het u vertellen. Wat denkt u ervan?' Gerda lachte. 'Het klinkt geheimzinnig. En ook romantisch. Die meneer De Nots. Wedden, dat ik al weet, wat u me te ver tellen heeft?' 'Nee.' 'Zo u wilt. Waar ziet u me eigenlijk voor aan? Voor een suffe boeren trien? Kom mee, naar huis. Vader en moeder zijn toch al naar bed. En Lex kent u. Ik heb ook wat te vertellen, hele maal niet belangrijk, maar ik wil het toch zeggen. Daarna kunt u met uw verhaaltje beginnen. Een half uurtje later of vroeger doet er nu niet toe. We hebben een priëeltje, waar we kunnen zitten en praten. Kom mee.' De toon in haar stem was van dien aard, dat Arie de Nots het niet waagde één woord er tegen in te brengen. Zwijgend stapte hij op zijn fiets en reed naast het meisje de oprijlaan door. Dicht bij de boerderij gekomen, hoorde Arie gerinkel en meteen begon d hond te brommen. 'Stil Lex', beval Gerda met gedempte stem, en meteen zweeg de hond. Ze stapte af en bleef gelijk staan. 'Bent u bang?' 'Bang? Hoezo?' 'Nou, u kon de vorige keer zo goed met Lex overweg. Daar j staat hij, nog geen twee meter van u vandaan. Aan de lijn. tenslotte bij haar en niet bij mij. Vooruit Verder kan hij niet. Durft u naar hem toe om hem te aaien? Ik ben nieuwsgierig. Vooruit, dierenvriend, laat zien wat u durft.' Arie zette zijn fiets op de standaard. 'Hé, Lex, brave hond, ben jij daar?' begon hij op rustige toon, terwijl hij langzaam naar het dier, dat hij nauwelijks kon onderscheiden, liep. Het meisje keek gespannen toe, gereed om terstond in te grijpen, maar Arie was al bij de hond, die geen kik gaf. Het volgende ogenblik was de jongen neergeknield bij de grote herder en streek hem zacht over de kop. 'Brave hond ben jij, he? Goed op vrouwtje gelet al die tijd? Ja, dat wist ik wel. Je bent een brave hond. Geef me maar eens een poot. Goed zo, jij weet, hoe het hoort. Ja, je bent lief.' Gerda had mer stijgende verbazing gezien, dat de hond niet geblaft had en zich rustig door de jongen liet liefkozen. In tussen kwam Arie weer overeind, liep terug naar de jonge vrouw en vroeg: 'Is het zo naar uw zin? Of had u liever ge wild, dat hij me had aangevlogen?' 'Ik sta verbaasd', antwoordde ze. 'Dat is niets voor Lex. Zelfs tegen mij blaft hij meestal, als ik kom aanfietsen in het donker. Maar uu doet hij niets.' ,Met andere woorden: u had er op gerekend, dat hij me min stens in m'n lurven zou grijpen?' Ze schudde haar hoofd. 'Ik weet niet, waarom ik het deed. U bent in ieder geval niet bang. Ik sta verstomd. En dan te denken, dat Brand als de dood voor hem is.' 'Brand? Wie is Brand?' 'Brand van Gispelaar. Heeft me ook wel eens naar huis ge bracht. Wat dacht u? Dat u het monopolie had?' 'Nee, dat zal best niet.' 'Ik breng even mijn fiets in de schuur. Ginds, aan de andere kant van de lijn, waar Lex aan vast zit, is het priëel. Ga er alvast maar heen. Ik ben zo terug.' Arie liep weer naar de hond en begon de tocht langs de lijn, die hij ternauwernood kon onderscheiden. Maar hij zag wel de hond en zei op zachte toon: 'Ga je mee, Lex? Gaan we samen naar de andere kant. Dit kan nog een leuke avond worden voor ons drietjes, wat zeg jij?' HOOFDSTUK 11 VERHAALTJES IN HET PRIëEL Op de tast vond Arie het priëel, stak even zijn aansteker aan om zich te oriënteren en zag vier stoelen staan. Op een eervan ging hij zitten, met de hond aan zijn zij. Na een paar minuten hoorde hij voetstappen en toen ze naderbij was, knipte hij opnieuw zijn aansteker aan. 'Niet nodig', antwoordde het meisje, 'ik vind het zo wel.' Ze trad binnen en even voelde hij haar handen op zijn schouder. 'O, zit u hier. En Lex natuurlijk bij u. Ik sta nog verstomd om die hond. U bent wel heel goed bij hem aange schreven.' Hij bemerkte de jaloezie in haar stem. Ik moet het niet te gek maken, dacht hij. Anders kon het wel eens averechts wer ken. 'Vooruit, Lex, ga nu maar bij de vrouw zitten. Je hoort hulstkransen staan in rijen op het goederenemplacement van de sta tions. De hulst wordt bij opbod aan de groothandelaren verkocht en dan naar de markten in de grote steden verzonden. Men zegt dat er op de Eastern Shore elk jaar tussen de vijf en zeven miljoen kerstkransen wor den gemaakt. Hulstgenootschap In de Staat New Jersey heeft men in 1947 't Amerikaanse Hulstgenoot schap opgericht. Het heeft thans meer dan duizend leden plant kundigen, houtvesters, hulstkwekers in Oregon en in het oosten, zaken mensen, boeren en onderwijzers. Het Hulstgenootschap moedigt het kwe ken van hulst aan, bevordert tuin bouwkundige onderzoekingen en helpt bij de bescherming van bijzon der mooie hulstbomen. De spoor wegmaatschappij 'Baltimore and Ohio Railroad' bezit een beroemde hulstboom, die langs haar voor naamste spoorlijn van Washington naar Philadelphia staat. Het is een pracht exemplaar van meer dan 100 jaar en I8V2 meter hoogte. De B. en O. laat er elk jaar rond kerstmis honderden lichtjes in ophangen, tot vreugde van de reizigers, die door het nachtelijk duister voorbijrijden. Hulst is meer dan alleen een versie ring. Het is ook een nuttige boom. Zijn bladeren, schors en hout zijn zeer goed bruikbaar. Al eeuwenlang gebruikt de mens het harde, ivoor witte hout van de hulstboom met de nauwelijks zichtbare draad voor fijn inlegwerk, voor minutieuze houtsculptuur, voor handgrepen aan fraaie zilveren schalen. De hulst boom heeft een lange geschiedenis en zijn betekenis dateert niet van de laatste tijd. BERLIJN ZETEL VAN EUROPESE HOBBY-BEURS Van 4-13 maart 1966 zal in West- Berlijn de Internationale tentoonstel ling voor boten en watersport, kam peren, reizen, vrijetijdsbesteding Berlijn 1966, worden gehouden. Daarop zal thans een grote plaats worden ingeruimd voor 'Doe het zelf artikelen. Tot dusver werd op soort gelijke tentoonstellingen in West- Duitsland weinig aandacht besteed aan een overzichtelijke uitstalling van artikelen van nut voor de vrije tijdsbesteding. Men hoopt thans te Berlijn de basis te leggen voor een met regelmatige tussenpozen terug kerende Europese Hobby-Beurs Een Duitse stad komt hiervoor het meest in aanmerking, aangezien de inwoners van de Bondsrepubliek zich intussen tot de grootste hobbyisten van het Europese continent hebben ontwikkeld. Zij volgen direct na de Verenigde Staten en Engeland. Te gelijk met deze tentoonstelling te Berlijn zal ook voor het eerst een internationaal 'Doe het Zelf'-congres worden gehouden, dat drie dagen zal duren. Men verwacht dat vertegen woordigers van de hobby-industrie personeelschefs van grote bedrijven, pedagogen, e.d. op dit congres van gedachten zullen wisselen over vrij etijdsbesteding. Er werden reeds toe zeggingen voor het congres ontvan gen uit Amerika, Engeland, Neder land, Oostenrijk, Noorwegen en Zwe den. Denemarken en Frankrijk zul len vermoedelijk ook deelnemen. (DIA) SLECHT GEBIT MAAR NIET DOOR SUIKER Wist u dat Westindische negers veel suikerriet kauwen Zij doen dit als versnapering en om de dorst te lessen. Hoewel zij dus veel suiker eten, hebben zij een beter gebit dan bijvoorbeeld de ge middelde Nederlander. Nog iets over uw tanden: Aan de andere kant van de aardbol vindt men Nieuw-Zeeland. Men leeft daar over het algemeen op een eiwitrijk, suikerarm dieet. Nieuw-Zeelanders hebben de slecht ste tanden ter wereld. De achteruitgang van de kwaliteit van onze tanden en kiezen is het gevolg van het zachte voedsel dat wij gemeenlijk eten. Dit speelt waar schijnlijk de grootste rol bij het tandbederf in de westerse wereld. MUZIEK TYPEN OP NIEUWE MACHINE Imperial Typewriter Company te Leicester in Engeland biedt thans voor de prijs van twee duizend gul den ten verkoop aan een schrijfma chine met 46 toetsen waarmede men muziek kan uittikken. Het toetsen bord is voorzien van de meest inge wikkelde muziektekens zodat men iedere gewenste melodie in elke be zetting, van piano tot orkest, kan 'aanslaan'. De wagen van deze mu- ziek-schrijfmachine kan niet allen in horizontale doch ook in verticale richting worden verplaatst. HET ENGELSE ONTBIJT DE HELE DAG DOOR Hoe conservatief de Britten ook zijn, zelfs het beroemde Engelse ont bijt schijnt een nieuwe ontwikkeling te ondergaan. Op een raam van een café in Londens City vindt met de volgende aankondiging: 'Het ontbijt wordt gedurende de gehele dag ge serveerd'. Of is dit bedoeld voor langslapers

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1965 | | pagina 5