Noordhollands
Duinreservaat
Gerda's eigen weg
De geschiedenis van de hulstboom
TWEEDE BLAD
DONDERDAG 30 DECEMBER 1965
FEUILLETON
12
We hebben wel weer eens ervaren
hoe wisselvallig en onberekenbaar
het weer kan zijn. Nadat november
zich als een rasechte wintermaand
had gedragen met vorst- en ijsda
gen, sneeuw en alom schaatsenrij
dende kinderen, heeft december ons
tot nu toe wel uitgesproken herfst
weer gebracht. Nauwelijks was de
ene herfststorm van de lucht of de
andere kondigde zich al weer aan en
in het teken daarvan staat ook het
laatste weekeinde voor midwinter,
nu wij dit schrijven.
Ais het wintert in het
Noordhollands Duinreservaat
Toch moet de eigenlijke winter
nog pas komen en wie weet wat ons
in de eerste weken v. 't nieuwe jaar
nog te wachten staat. Januari en fe
bruari plegen ook wel de koudste
wintermaanden te zijn en volgens
vele oude volksspreken komt dat ook
de oogstverwachtingen slechts ten
goede zoals 'brengt januari ons
strenge vorst, dan lijden we 's zo
mers geen honger en dorst' en knapt
januari niet van kou, men ziet in
oogsttijd rouw'. Welnu wat ons be
treft mag het in het hartje van de
winter eerst knappen van de koude
honger en dorst lijden we in het al
gemeen met alle feestelijkheden zo
tegen het jaareinde ook niet. Dat
hebben wij met de winter of de
winter met ons volgens Starings aan
de winter gewijd gedicht ook wel
gemeen
De winter heeft, hoe grijs en kin
Een kleur als melk en bloed
Hij tafelt lang schenkt naarstig in
En 't maal bekomt hem goed.
Het is misschien ons schuldbe
wustzijn dat wij juist in deze tijd
eens bijzondere aandacht vragen voor
onze roofvogels en de zeer moeilijke
tijden die zij de laatste jaren door
maken.
Van roofvogels
Roofvogels wat zijn dat? Roven en
rover zijn nare woorden, zij zijn vobr
ons gevoel verbonden met een ruw
zich toeëigenen wat een ander toe
behoort. Roven is een weinig eervol
le bezigheid en een rover is nu niet
bepaald iemand om respect voor te
hebben. Geen wonder dus dat ook
onze roofvogels in het algemeen in
een slecht blaadje staan. Is de naam
slechtvalk in dit verband sympto
matisch
Vroeger was dat wel anders. Wie
herinnert zich niet uit de geschiede
nis een afbeelding van Jacoba van
Beieren te paard met op haar hand
een edelvalk? Is ook die benaming
symptomatisch? De edellieden van
destijds hielden de valken speciaal
om te jagen en de valkenier zorgde
er voor dat ze goed afgericht waren
voor de toen zeer gebruikelijke val
kenjacht. De valk behoort dan ook
tot de roofvogels
zijn niet zo zeer
maar roofvogels
rovende, als wel
jagende vogels. Zij houden er veelal
zelfs zeer weidelijke (sportieve)
jachtmethoden op na en doden hu
maner en sneller dan vele menselijke
beoefenaren van het jachtgenot. Bo
vendien doen zij het slechts ter wille
van hun levensonderhoud, wat van
ons toch niet gezegd fan worden.
Ieder wezen, menslf dier, is van
nature traag. Hij zallzich in het al
gemeen niet meer «i spannen, dan
strikt nodig is. Zo zal ook een roof
vogel allereerst jagen op die prooi
dieren, die het traagst zijn en op de
soorten die het talrijkst voorkomen.
Zieke prooidieren vallen dus het
eerst ten offer en als b.v. de muizen
zich ergens uitbreiden zien we ogen
blikkelijk een toename van het mui
zenbestanddeel van het menu van
vele roofvogels. Het aantal roofvo
gels schommelt op deze wijze met
't aantal prooidieren. Zij houden el
kaar in evenwicht onder natuurlijke
omstandigheden, mits die niet door
menselijk ingrijpen worden verstoord
Zo werd in De Nederlandse Jager
zo'n vier jaar geleden een plaatse
lijk geringe invloed van de gevrees
de konijnenziekte myxomatose hier
door verklaard. In een jachtveld op
de Veluwe waar de havik regelma
tig broedt, deed deze namelijk voor
al tegoed aan de zieke konijnen en
de snelle opruiming van de besmet
tingsbron werd de oorzaak geacht
van het feit dat deze door mense
lijk ingrijpen veroorzaakte ziekte
niet drastischer om zich heen greep.
Roofvogels in nood
Hoezeer juist de laatste jaren de
roofvogels in nood zijn komen te
verkeren, kan goed geïllustreerd
worden van het voorkomen van een
kloeke en prachtige roofvogel. De
havik is stellig een der indrukwek
kendste roofvogels in ons land, die
vooral gebonden is aan bosrijke ge
bieden. Zo tot 1960 kwamen er zo'n
rond 250 haviken in ons land voor.
In 1963 was het aantaal echter let
terlijk gedecimeerd en gedaald tot
20 tot 30. De kans dat we de havik
voor ons land kunnen behouden is
dus wel bedroevend klein.
Het Natuur-Noodfonds Nederland
heeft hiertoe een speciale actie on
dernomen, waarop wij in dit bestek
maar niet verder ingaan dan de
wens uit te spreken dat de operatie
Havik met succes bekroond zal wor
den. Hetzelfde moet helaas gezegd
worden van vele valken, uilen, sper
wers, ja van vrijwel alle roofvogels
in ons land.
Ruim een jaar geleden werd in
'De natuur van de maand' in een
speciaal nummer, waaraan wij hier
veel hebben ontleend, dan ook de
noodklok geluid over de roofvogels
in nood.
De rol van de mens
Vooral in het verleden toen voor
de rol van de roofvogels in de na
tuur niet voldoende begrip bestond,
werd dit 'rooftuig' vaak meedogen
loos achtervolgd. Momenteel is er
echter een duidelijke kentering in
de opvattingen van de mensen ten
gunste van de roofvogels en het is
de jagerswereld die hier veelal de
toon aangeeft. Toch zijn juist de
laatste jaren de roofvogels hard
achteruit gegaan in geheel West-Eu
ropa. Ongetwijfeld wordt dit veroor
zaakt door een voortdurend gebruik
van alle mogelijke gifstoffen in land
en tuinbouw. Zo werden in vele dood
gevonden roofvogels, maar ook in
pas gelegde eieren, dezelfde gifstof
fen aangetoond.
Wij brengen hierbij in herinnering
dat b.v. een jaar of 5 geleden zich
een massale vogelsterfte heeft voor
gedaan waaraan door pers en radio
veel aandacht is geschonken. Een
klein aantal landbouwers had om
zaadeters (veldmuizen, duiven, enz.)
te bestrijden zwaar vergiftigd zaad
uitgestrooid en dit leidde ook tot.
een catastrofe onder vele andere
dieren.
Het Rijks Instituut voor Veldbiolo-
gisch Onderzoek ten behoeve van
het Natuurbehoud (RIVON) stelde
hieromtrent een onderzoek in en op
grond daarvan schatte prof. Dr. Mör-
zer Bruyns de totale vogelsterfte in
die dagen op 200.000 exemplaren.
Met het zaad worden n.l. ook talloze
zaadeters vergiftigd. Aanvankelijk
krijgen b.v. muizen die het vergif
tigde zaad eten nog net geen levens
gevaarlijke dosis vergif binnen, die
zich ophoopt in hun (vet)weefsels.
Door het eten van deze muizen in
grote aantallen krijgt een roofvogel
echter zoveel gif binnen, dat hij
sterft of onvruchtbaar wordt. Vele
valken, buizerds, sperwers en uilen
vonden aldus de dood.
Afgezien hiervan werd ook het
doel niet of slechts zeer tijdelijk be
reikt. Immers wanneer het aantal
rovers dat b.v. de veldmuizen pleegt
te bestrijden sterk is verminderd,
kunnen deze dieren in toenemende
mate tot een plaag worden. Zo eten
b.v. kiekendieven, buizerds en vooral
torenvalken, welke laatste de meest
voorkomende roofvogels in ons land
zijn, grote hoeveelheden veldmui
zen op. Vaak beslaat de veldmuis
meer dan 90 proc. van hun voedsel
en zij helpen dus plagen te voorko
men. Hier openbaart zich weer eens
welke gevaren het verstoren van
het evenwicht in de natuur met zich
mee kan brengen bij een onvoldoen
de doordacht menselijk ingrijpen.
Het zwaard snijdt van twee
kanten
Zo meedogenloos snijdt het zwaard
naar de verkeerde kant dat het
zeer de vraag is of de roofvogel
stand zich op eigen kracht nog wel
zal kunnen herstellen. Schommelin
gen in de aantallen prooi- en roof
dieren waren steeds normaal. Als er
een ziekte uitbrak onder de muizen
brak er hongersnood aan voor b.v.
DE DUINSTREEK
de torenvalken en het gevolg was
dat de oude dieren eerder stierven
en dat er minder jongen groot wer
den. Op deze schommelingen is de
natuur ingesteld en zij corrigeert dit
in het algemeen zelf. Wat nu gebeurt
mag echter geen schommeling meer
heten, maar vormt een duizelingwek
kende val waarvan het zeer de
vraag is of de natuur dit nog kan
bijhouden.
De mens, die de schuldige was,
moet nu ook de redder worden. Hij
is dit niet alleen verplicht tegenover
de dieren die hij aan de grens van
het uitsterven heeft gebracht, maar
ook in zijn wel begrepen eigen be
lang. Insecten en ook andere dieren
werden vaak immuun tegen de gif
stoffen die de mens aanwendt om
hem te bestrijden, maar er is nog
nooit een dier immuun geworden te
gen een tijger, een arend of een valk.
Laat men dus zijn oude schoenen
niet weggooien voordat men passen
de nieuwe heeft.
Het is ditmaal eens een heel al
gemeen en heel anders uitvallend
bericht geworden. Nu er hieraan
echter reeds verschillende vooraf ge
gaan zijn, waarin wij u speciaal om
trent de belevenissen in het Noord
hollands Duinreservaat informeerden
meenden wij dat hiervoor thans in
deze tijd van het jaar wel eens aan
leiding was. Tenslotte zal u dezer
dagen zo tegen het jaareinde ook wel
wat anders dan de alledaagse kost
voorgezet hebben gekregen en stel
lig maken oliebollen, zelfs op oude
jaarsavond een veel geringer be
standdeel van ons voedsel uit dan
muizen bij de roofvogels.
i het lijden van Christus aan het kruis
In de V.S. bestaat
Hulstgenootschap
Zonder twijfel kan het kerstfeest
en de dagen daarna tot de gezélligste
tijd van het jaar worden gerekend
Elk jaar weer opnieuw beijvert vrij
wel elk gezin zich om tijdens die
dagen de sfeer in huis zo gezellig mo
gelijk te maken. Vele gezinnen zijn
niet tevreden met een mooie kerst
boom, doch versieren het huis met
dennegroen of fraaie hulsttakken. De
hulst met zijn scherpgepunte blade
ren en feestelijk rode besjes schept
een speciale sfeer en soms schijnt
het wel, alsof de hulst er speciaal is
om de kersttijd extra op te vrolijken
De hulstboom heeft een lange en
boeiende historie achter zich.
De hulst, aldus het decembernum
mer van 'Het Beste uit Reader's Di
gest'. heeft vanaf het begin een rol
gespeeld in de feestelijkheden rond
de geboorte van Christus, maar de
gewoonte hulst in huis te halen da
teert van nog vroeger eeuwen.
In het oude Rome zond men pas
getrouwde paar !j es hulstkransen bij
wijze van gelukwens. Tijdens de
vrolijke Saturnaliën, het midwinter
feest voor de god van de landbouw
en het zaaien, stuurden de Romei
nen hun vrienden hulst om uitdruk
king te geven aan hun achting en
goede wensen. Toen de Romeinen
Engeland binnenvielen, ontdekten zij
dat de hulst daar hoog in aanzien
stond. De Druïden beschouwden de
hulst als heilig en zij haalden tak
ken in huis om de bosgeesten tegen
de narigheid en het ongemak van de
winter te beschermen. Op een hulst
besje trappen was zondig, want
hulst is het lievelingskostje van het
roodborstje, dat volgens de legende.
I trachtte te verlichten door een doorn
uit Zijn voorhoofd te trekken. Zo
kwam het roodborstje aan zijn rode
borst.
Met Kerstmis werd elk huis, elke
kerk, straathoek en markt in Londen
met hulst versierd. Toen de Pilgrim
Fathers de oceaan overstaken, wa
ren zij dolgelukkig hun geliefde
boom in het wintersgrauwe Massa
chusetts aan te treffen. De bomen
waren niet zo vol, de bladeren wa
ren minder glanzend en lichter groen
maar de felrode bosjes van de vrou
welijke hulstboom betekenden 'wel
kom thuis'.
Inheems
De hulst is een inheems gewas in
Europa, Azië, Afrika, Noord- en
Zuid-Amerika. Er is een tijd ge
weest, dat er in Amerika wilde hulst
groeide van de kust van Massachu
setts en in het hele zuidoosten tot
Florida. Ook in Texas en gedeelten
van het Midden-Westen kwam hij
voor. Meedogenloze landontginning,
hebzucht en vandalisme hebben er
heel wat toe bijgedragen, dat de
hulst op vele plaatsen nagenoeg
werd uitgeroeid. Maar op de Eas
tern Shore, de oostelijke oever van
de Chesapeake Baai, groeit hij nog
overvloedig. Daar verzamelen de
mannen en jongens de takken met
hun dikke, glimmende bladeren en
besjes en gezinnen maken er kran
sen van met behulp van de twijgen
van esdoorns en gomboom.
Op de drie achtereenvolgende
woensdagen en zaterdagen voor
kerstmis zijn er veilingen in Fruit-
land, in de staat Maryland .Auto's
en vrachtwagens volgeladen met
door HENK VAN HEESWIJK
Buiten klampte Tannie haar aan. 'Breng je me nog een
eindje thuis?'
Gerda schudde haar hoofd. 'Nee, vanavond niet. Een andere
keer.'
'Zo je wilt. Ik wip van de week wel een middagje aan.'
'Doe dat. Bye bye.'
'Doeg.'
Terwijl ze de smalle straat uitfietsten, dacht Gerda: Als hij
nu maar niet op de hoek van de straat staat te wachten, want
dan heeft Tannie meteen door, waarom ik haar niet wil weg
brengen en ze heeft er niets mee te maken. Ze is toch zo
nieuwsgierig. Doch op de hoek was niemand te zien. Ze
wensten elkaar welterusten en gingen ieder een kant op. Gerda
fietste langzaam de lange straat af. In de bocht zag ze hem
staan. Keurig, dacht ze, dat hij me hier opwacht. Hij heeft zelfs
daar aan gedacht.
'Dat is vlug, juffrouw Van 't Grashek. Was het leuk?'
Zo haalde haar schouders op. 'Matig. Zo'n eerste avond is
doorgaans niet veel aan.'
'Dan moet ik proberen uw avond goed te maken.'
Het meisje schoot in een lach. 'Dat zal uw wel niet lukken.'
'Je kunt nooit weten', opperde hij optimistisch.
Terwijl ze de stad uitreden, vertelde Arie voorvallen, die hij
op de tram meegemaakt had met passagiers en collega's. 'Ik
had laatste dienst op een oud tramstel, met een beugel, die je
de andere kant op rijd. Het was op lijn 24. Nou hebben die
oude trams nog borden, die je bij ieder eindpunt moet omdraai
en: Stadionplein-Centraal Station. En ben je bij het station,
dan draai je 'm om en staat er: Centraal Station-Stadionplein,
nietwaar? Dat omdraaien wordt nog wel eens vergeten. Goed,
ik kom in dienst in de morgenspits en
'Wat is dat? Morgenspits?'
'O, tegen de tijd, dat de kantoren aangaan. De drukke tijd,
zo tussen half acht en negen uur. Goed we zijn vertrokken van
het Stadionplein en mijn bestuurder had het bord vergeten
om te draaien. Staat er bij een halte een chef en die zegt
tegen mijn maat: Hé, je gaat de verkeerde kant uit. Tjonge,
zegt mijn maat, dat is ook wat? Stapt van de wagen en wil
de beugel gaan omdraaien. Hé, zegt de chef, wat ga je nu doen?
Wel, u zegt, dat ik de verkeerde kant opga, dus keer ik terug,
want u bent mijn chef en u weet het beter dan ik. Wordt die
chef nijdig en antwoordt: Sufferd, ik bedoel, dat je je bord
vergeten hebt om te draaien. O, zegt mijn maat, zeg dan dan
meteen. Maar ik heb niet met u in dezelfde klas gezeten en
dat sufferd neem ik niet. Maakt-ie 's middags een rapportje
van en laat die chef nu een uitbrander gekregen hebben
Ja, zo gaat dat tegenwoordig.
Mijn maat van de bijwagen, die de hele historie gezien heeft,
rijdt al zo'n dertig jaar mee en die zei aan het eindpunt, toen
we een sigaretje rookten: Als je dat twintig jaar geleden ge
zegd had, was je de laan uitgevlogen. Zei mijn bestuurder
Dacht je, dat ik dan zo gek geweest was? Ja, je kunt wel
eens lachen.'
'Dat hoor ik. Vindt u het leuk werk?'
'O ja, ik verdien goed en....'
'En u spaart. Nog niet genoeg bij elkaar voor een boerde
rijtje?'
'Ik kan nog wel even vooruit', verklaarde hij.
Bij de oprijlaan remde Gerda af, doch Arie legde zijn hand
op haar arm: 't Is nog niet zo gek laat, juffrouw Van 't Gras
hek. Wat denkt u er van, als we nog een kwartiertje doorrijden.
Het is net zo gezellig.'
Na enige aarzeling reed ze door. 'Goed, dat doen we. Het is
gelukkig niet koud, anders deed ik het niet.'
Een goed half uur later waren ze weer terug bij de oprijlaan.
'Zo, meneer De Nots, u hebt in alles uw zin gehad. Bent u
nu tevreden?'
'Als ik zeg, dat ik het verbazend prettig vond, is dat maar
een armoedige definitie.'
'Maak het niet te gek. Wanneer gaat u weer naar Amster
dam?'
'Overmorgen, Twaalf uur moet ik rijden, Dus morgen heb
ik nog een hele dag. Zoudt u morgenmiddag nog een uurtje
voor me hebben?'
Ze begon te lachen. 'Nee, dat kan niet, meneer De Nots. Wij
zijn aan de najaarsschoonmaak en dan is het aanpakken ge
blazen. Ik moet u in dit opzicht teleurstellen.'
'Jammer. Ik had u wat willen vertellen, ziet u?'
'Waaom hebt u het dan nu niet gedaan? Mij dunkt, daar
was alle tijd voor.'
'Inderdaad. Maarhet is zoik wil geen misbruik ma
ken van bepaalde omstandigheden, begrijpt u? Ik wil het liever
overdag zeggen.'
Het meisje begon nieuwsgierig te worden. 'Dat is ook wat?
Is het zo belangrijk?'
Het kan belangrijk zijn. Meer zeg ik niet. Maar luistert u
eens, juffrouw Van 't Grashek, volgende week zaterdag heb ik
een lang weekeinde. Dan stap ik om kwart over elf van de
tram en ben ik vrij tot dinsdagmorgen half zes. Ik ben dan
zaterdags met de trein van half drie in Nijloo. Ik kan er voor
zorgen, dat ik dan een fiets bij het station heb staan. Is het
teveel gevraagd, om dan daar te zijn? Rijden we samen ergens
heen en zal ik het u vertellen. Wat denkt u ervan?'
Gerda lachte. 'Het klinkt geheimzinnig. En ook romantisch.
Die meneer De Nots. Wedden, dat ik al weet, wat u me te ver
tellen heeft?'
'Nee.'
'Zo u wilt. Waar ziet u me eigenlijk voor aan? Voor een suffe
boeren trien? Kom mee, naar huis. Vader en moeder zijn toch
al naar bed. En Lex kent u. Ik heb ook wat te vertellen, hele
maal niet belangrijk, maar ik wil het toch zeggen. Daarna kunt
u met uw verhaaltje beginnen. Een half uurtje later of vroeger
doet er nu niet toe. We hebben een priëeltje, waar we kunnen
zitten en praten. Kom mee.'
De toon in haar stem was van dien aard, dat Arie de Nots
het niet waagde één woord er tegen in te brengen. Zwijgend
stapte hij op zijn fiets en reed naast het meisje de oprijlaan
door. Dicht bij de boerderij gekomen, hoorde Arie gerinkel
en meteen begon d hond te brommen.
'Stil Lex', beval Gerda met gedempte stem, en meteen zweeg
de hond.
Ze stapte af en bleef gelijk staan. 'Bent u bang?'
'Bang? Hoezo?'
'Nou, u kon de vorige keer zo goed met Lex overweg. Daar j
staat hij, nog geen twee meter van u vandaan. Aan de lijn. tenslotte bij haar en niet bij mij. Vooruit
Verder kan hij niet. Durft u naar hem toe om hem te aaien? Ik
ben nieuwsgierig. Vooruit, dierenvriend, laat zien wat u durft.'
Arie zette zijn fiets op de standaard. 'Hé, Lex, brave hond,
ben jij daar?' begon hij op rustige toon, terwijl hij langzaam
naar het dier, dat hij nauwelijks kon onderscheiden, liep. Het
meisje keek gespannen toe, gereed om terstond in te grijpen,
maar Arie was al bij de hond, die geen kik gaf. Het volgende
ogenblik was de jongen neergeknield bij de grote herder en
streek hem zacht over de kop. 'Brave hond ben jij, he? Goed
op vrouwtje gelet al die tijd? Ja, dat wist ik wel. Je bent een
brave hond. Geef me maar eens een poot. Goed zo, jij weet,
hoe het hoort. Ja, je bent lief.'
Gerda had mer stijgende verbazing gezien, dat de hond niet
geblaft had en zich rustig door de jongen liet liefkozen. In
tussen kwam Arie weer overeind, liep terug naar de jonge
vrouw en vroeg: 'Is het zo naar uw zin? Of had u liever ge
wild, dat hij me had aangevlogen?'
'Ik sta verbaasd', antwoordde ze. 'Dat is niets voor Lex.
Zelfs tegen mij blaft hij meestal, als ik kom aanfietsen in het
donker. Maar uu doet hij niets.'
,Met andere woorden: u had er op gerekend, dat hij me min
stens in m'n lurven zou grijpen?'
Ze schudde haar hoofd. 'Ik weet niet, waarom ik het deed.
U bent in ieder geval niet bang. Ik sta verstomd. En dan te
denken, dat Brand als de dood voor hem is.'
'Brand? Wie is Brand?'
'Brand van Gispelaar. Heeft me ook wel eens naar huis ge
bracht. Wat dacht u? Dat u het monopolie had?'
'Nee, dat zal best niet.'
'Ik breng even mijn fiets in de schuur. Ginds, aan de andere
kant van de lijn, waar Lex aan vast zit, is het priëel. Ga er
alvast maar heen. Ik ben zo terug.'
Arie liep weer naar de hond en begon de tocht langs de
lijn, die hij ternauwernood kon onderscheiden. Maar hij zag
wel de hond en zei op zachte toon: 'Ga je mee, Lex? Gaan we
samen naar de andere kant. Dit kan nog een leuke avond
worden voor ons drietjes, wat zeg jij?'
HOOFDSTUK 11
VERHAALTJES IN HET PRIëEL
Op de tast vond Arie het priëel, stak even zijn aansteker aan
om zich te oriënteren en zag vier stoelen staan. Op een eervan
ging hij zitten, met de hond aan zijn zij. Na een paar minuten
hoorde hij voetstappen en toen ze naderbij was, knipte hij
opnieuw zijn aansteker aan.
'Niet nodig', antwoordde het meisje, 'ik vind het zo wel.'
Ze trad binnen en even voelde hij haar handen op zijn
schouder. 'O, zit u hier. En Lex natuurlijk bij u. Ik sta nog
verstomd om die hond. U bent wel heel goed bij hem aange
schreven.'
Hij bemerkte de jaloezie in haar stem. Ik moet het niet te
gek maken, dacht hij. Anders kon het wel eens averechts wer
ken. 'Vooruit, Lex, ga nu maar bij de vrouw zitten. Je hoort
hulstkransen staan in rijen op het
goederenemplacement van de sta
tions. De hulst wordt bij opbod aan
de groothandelaren verkocht en dan
naar de markten in de grote steden
verzonden. Men zegt dat er op de
Eastern Shore elk jaar tussen de vijf
en zeven miljoen kerstkransen wor
den gemaakt.
Hulstgenootschap
In de Staat New Jersey heeft men
in 1947 't Amerikaanse Hulstgenoot
schap opgericht. Het heeft thans
meer dan duizend leden plant
kundigen, houtvesters, hulstkwekers
in Oregon en in het oosten, zaken
mensen, boeren en onderwijzers. Het
Hulstgenootschap moedigt het kwe
ken van hulst aan, bevordert tuin
bouwkundige onderzoekingen en
helpt bij de bescherming van bijzon
der mooie hulstbomen. De spoor
wegmaatschappij 'Baltimore and
Ohio Railroad' bezit een beroemde
hulstboom, die langs haar voor
naamste spoorlijn van Washington
naar Philadelphia staat. Het is een
pracht exemplaar van meer dan 100
jaar en I8V2 meter hoogte. De B. en
O. laat er elk jaar rond kerstmis
honderden lichtjes in ophangen, tot
vreugde van de reizigers, die door
het nachtelijk duister voorbijrijden.
Hulst is meer dan alleen een versie
ring. Het is ook een nuttige boom.
Zijn bladeren, schors en hout zijn
zeer goed bruikbaar. Al eeuwenlang
gebruikt de mens het harde, ivoor
witte hout van de hulstboom met de
nauwelijks zichtbare draad voor
fijn inlegwerk, voor minutieuze
houtsculptuur, voor handgrepen aan
fraaie zilveren schalen. De hulst
boom heeft een lange geschiedenis
en zijn betekenis dateert niet van de
laatste tijd.
BERLIJN ZETEL VAN
EUROPESE HOBBY-BEURS
Van 4-13 maart 1966 zal in West-
Berlijn de Internationale tentoonstel
ling voor boten en watersport, kam
peren, reizen, vrijetijdsbesteding
Berlijn 1966, worden gehouden.
Daarop zal thans een grote plaats
worden ingeruimd voor 'Doe het zelf
artikelen. Tot dusver werd op soort
gelijke tentoonstellingen in West-
Duitsland weinig aandacht besteed
aan een overzichtelijke uitstalling
van artikelen van nut voor de vrije
tijdsbesteding. Men hoopt thans te
Berlijn de basis te leggen voor een
met regelmatige tussenpozen terug
kerende Europese Hobby-Beurs
Een Duitse stad komt hiervoor het
meest in aanmerking, aangezien de
inwoners van de Bondsrepubliek zich
intussen tot de grootste hobbyisten
van het Europese continent hebben
ontwikkeld. Zij volgen direct na de
Verenigde Staten en Engeland. Te
gelijk met deze tentoonstelling te
Berlijn zal ook voor het eerst een
internationaal 'Doe het Zelf'-congres
worden gehouden, dat drie dagen zal
duren. Men verwacht dat vertegen
woordigers van de hobby-industrie
personeelschefs van grote bedrijven,
pedagogen, e.d. op dit congres van
gedachten zullen wisselen over vrij
etijdsbesteding. Er werden reeds toe
zeggingen voor het congres ontvan
gen uit Amerika, Engeland, Neder
land, Oostenrijk, Noorwegen en Zwe
den. Denemarken en Frankrijk zul
len vermoedelijk ook deelnemen.
(DIA)
SLECHT GEBIT
MAAR NIET DOOR SUIKER
Wist u dat Westindische negers veel
suikerriet kauwen
Zij doen dit als versnapering en
om de dorst te lessen. Hoewel zij
dus veel suiker eten, hebben zij een
beter gebit dan bijvoorbeeld de ge
middelde Nederlander.
Nog iets over uw tanden: Aan de
andere kant van de aardbol vindt
men Nieuw-Zeeland. Men leeft daar
over het algemeen op een eiwitrijk,
suikerarm dieet.
Nieuw-Zeelanders hebben de slecht
ste tanden ter wereld.
De achteruitgang van de kwaliteit
van onze tanden en kiezen is het
gevolg van het zachte voedsel dat
wij gemeenlijk eten. Dit speelt waar
schijnlijk de grootste rol bij het
tandbederf in de westerse wereld.
MUZIEK TYPEN OP NIEUWE
MACHINE
Imperial Typewriter Company te
Leicester in Engeland biedt thans
voor de prijs van twee duizend gul
den ten verkoop aan een schrijfma
chine met 46 toetsen waarmede men
muziek kan uittikken. Het toetsen
bord is voorzien van de meest inge
wikkelde muziektekens zodat men
iedere gewenste melodie in elke be
zetting, van piano tot orkest, kan
'aanslaan'. De wagen van deze mu-
ziek-schrijfmachine kan niet allen
in horizontale doch ook in verticale
richting worden verplaatst.
HET ENGELSE ONTBIJT DE
HELE DAG DOOR
Hoe conservatief de Britten ook
zijn, zelfs het beroemde Engelse ont
bijt schijnt een nieuwe ontwikkeling
te ondergaan. Op een raam van een
café in Londens City vindt met de
volgende aankondiging: 'Het ontbijt
wordt gedurende de gehele dag ge
serveerd'. Of is dit bedoeld voor
langslapers