^kottsa (ftHitse
Neem óók
TWIN
prettig
lekker
rollen,
roken!
SCHONE
GEEN j
RESTEN i
Gerda's eigen weg
Kienavond
Algemeen welzijn
BP-WARMÏE
Bel 02267-2428
A. ten Bruggencate
HALF ZWARE SHAG
TWEEDE BLAD
WOENSDAG 9 MAART 1966
Prins Hendrikkade 11
Broek op Langendijk
mwWwmm
WxwzmM/,
ISPËGIAIP
mWwwM.
Lang gesneden - goed gemengd - 50 gram f 1,25
BERGEN
Geslaagde bijeenkomst
Vertrokken personen
JAAP ZE KETJE
Dur benne manskirrels die bar graag un slokkie luste. En den
zwesse man, bar; azze ze an de seunus stane. De iene week nag
sterrekere verhalen den de aar en hoe meer nattugaid ze deur
d'r lui keelsgat glaie leite destemeer durreve ze.
Iemeslesten sting dur un koppel kirrels bai Jan Bols an de tap
kast. Ut was midde op de dag en ut was aiguluk skandalug datte
de manj es niet te werk ware. Maar afain, dur ware meinse die
wel werrukte en ien deer van was Klaas Skorseneer de groente
boer, die nag un manje was van de ouwe stempel en deer vandeen
dattie nag met de kettekar ze klante ofgong. Toe ie bai Aaltje-
buur un paar stronke boerekool en un zakkie pieterselie brocht
had wier ie effies nood vor un bakkie. Hai zette ze ketje vast an
un paal bai de herreberrug van Jan Bols.
De here in de zaak zagge dat allegaar an en ien kwam op puur
zo'n raar ideetje. Hij sprong bove op ut buljart en skriwde
'Wie durrfet Klaas ze ket in de grondvurref te zette?'
Nou, ze vrunde kaike raar op maar dur was ien zoon kirrel die
skilder was en tusse uit kwaste deur effies gauw un hassebassie
haalde. Die gong nei ze boet je en haalde un pot graize vurref en
un kwast. Vor un vakman is ut vurreve van un knol now niet
zoon klus en ut duurde maar effies of de ket van Jaap was mooi
van al ze kante in de vurruf zet.
Ut was un mak beissie maar dat moete je ok wel weze azze je
vor un groentekar stane hei.
Jaap had zeker un beste stoel troffen bai Aaltje, want ut duurde
nag un hortje vor ie weer buite kwam.
En jullie begraipe dat bai hum de rape gaar waren. Jaap Skrok
zun aigen rabbug toen ie zagge dat ze bruine ketje hillegaar
grais worren was. Maar hai was niet op ze achterhoofd vallen en
had daluk in ut snotje wie um dat levert had.
Mit grote naidugie stappe gong ie nei de herreberrug van Jan
Bols, kwakte de deur ope en skriwde: 'Welleke hufter hep main
ket vurfd?'
Noja die skilder was un booi van un kirrel en hai stak twei kop-
po bove Jaap uit. Hai stond op, trok ze kop tussen de skouers en
gransde: 'Dat hep ik deen, wat den?'
Jaap's kwaaie bui zakte puur of toen ie die buffel van un kirrel
op zun aigen of komme zag en begon un beetje te stottere hille
gaar. 'Noja ai-ai-aigulluk niks', zaide Jaap, die sebiet un idee
kreig om van un pak op ze barst of te komme; 'maar ik wou
alliendug maar effies vrage of je me ketje ok in de glasverruf
zette ken; dat grais is nagal doffug!'
Entoe hewwe de manne bai Jan Bols bar lacht want ze hadde
zulks hillegaar niet docht.
En de skilder gaf Jaap un slokkie, hai haalde terpetain uit ze
werrukplaas en toe hep ie de hille knol weer in ze ouwe staat
trugbrocht. Maar azze je goed an uit beist luchte, noja den ruikt
ut niet nei nu we piepers.
En Jaap is dur nag puur mee pest, dat wel.
slag, grote en kleinere stenen laten
door erosieverschijnselen los en dit
kan gevaar opleveren voor de toe
rist. Hierna vertoonde de heer Hana
een serie prachtige kleurendia's van
de Dolomieten, waarbij vooral de
mooie bloemen opvielen door hun
volmaaktheid. De spreker vertelde
bij iedere dia veel wetenswaardigs
en de aanwezigen hebben volop de
gelegenheid gehad hun vakantiege-
bied alvast te bepalen.
Ds. De Jongh dankte de heer Hana
tot slot van de avond hartelijk voor
het gebodene en wenste een ieder
wel thuis.
SCHOORLSE REDDINGSBRIGADE
Onze reddingsbrigade beperkt zich
niet alleen tot het het Noordzee
water halen van eigenwijze badgas
ten die ondanks waarschuwingen
toch te ver de onbetrouwbare Noord
zee ingegaan zijn. Ze beoefenen ook
de aloude kiensport, of spel, zo u
wilt.
Vorige week zaterdag bood het
café van de heer Slijkerman huis
vesting aan een dertigtal kieners die
de gelegenheid kregen vijf keer te
spelen. Het was jammer dat er prak
tisch alleen maar leden van de bri
gade waren en weinig buitenstaan
ders, op avonden als deze krijgt men
ook eens op een andere manier
waardering voor het werk van de
Reddingsbrigade. Hoe dan ook, aan
het evenement was een verloting
verbonden en enkele gelukkigen gin
gen met een kip of een taart naar
huis.
De vereniging Algemeen Welzijn
hield j.l. vrijdag weer één van haar
culturele avonden in de zaal van
De Roode Leeuw.
Er was veel belangstelling en de
voorzitter der vereniging, ds. C. M.
de Jongh toonde zich hierover zeer
verheugd. Hij kon ook een aantal
jongeren welkom heten en spoorde
hen aan propaganda voor de vereni
ging onder hun leeftijdgenoten te
maken.
Hierna werd het woord gegeven
aan de heer Kees Hana, voor Alge
meen Welzijn een oude bekende,
want enkele jaren geleden hield hij
een lezing over Spanje.
Deze keer waren de Dolomieten
aan de beurt, het gebergte in het
noorden van Italië dat al jaren een
twistpunt tussen Oostenrijk en Ita
lië vormt. De zuid-Tirolers die er
wonen zijn een vrijheidslievend
volkje en wensen niet bij Italië te
worden ingelijft. Als toerist merk
je weinig van deze controverse, zei
de heer Hana.
Het gebergte komt aan zijn naam
door de Franse onderzoeker Dolo-
mieux, die het gesteente heeft on
derzocht. Dit gesteente staat aan
voortdurende aftakeling bloot door
dat veel erosie optreedt. De heer Ha
na vertelde ook dat velen onvoor
bereid de bergen intrekken, het
liefst op gymschoenen en in een
overhemd. Zij willen niet luisteren
naar de adviezen van de bewoners
van de streek die er voor waarschu
wen niet te snel te wandelen omdat
men boven gekomen, soms niet meer
de moed heeft naar beneden te gaan.
Dan moeten de bewoners er aan te
pas komen om het verloren schaap
van de bergwand af te plukken. Ook
heeft men er veel last van z.g. steen-
DE DUINSTREEK
IS
WARMTE
WANT GOEDE OLIE LAAtI
GEEN STOF, GEEN AS
VAN VERBRANDING
ACHTER.
WARMTE
door HENK VAN HEESWIJK
„Ik ga naar bed", zei ze toonloos. „Ik begrijp het al."
„Dit is een dwaasheid, die we niet kunnen toestaan", ver
volgde de boerin hard.
„We begrijpen best, dat je op hem verliefd bent geworden.
Maar je vergeet je afkomst. Het feit, dat ons geslacht door de
eeuwen heen zichzelf gebleven is. We verwachten van jou, dat
je deze traditie eerbiedigt. Vergeet hem, en liefst zo spoedig
mogelijk. Er is natuurlijk geen sprake van een huwelijk tussen
jou en hem. En je vader denkt er ne zo over."
Langzaam liep het meisje naar de deur. Ze keek nog even
naar haar vader, alsof ze van hem hulp verwachtte. Waarom
zegt hij nu niets? Waarom helpt hij me niet? Maar Van 't
Grashek trommelde met zijn vingers op de tafel en zonder ver
der nog een woord te zeggen, verliet Gerda de kamer.
Diei avond schreide ze zichzelf in slaap.
HOOFDSTUK 16
JE VADER EN IK
De vijftigste verjaardag van Van 't Grashek werd op gepaste
wijze gevierd. De zusters van de jarige boer waren met hun
respectievelijke echtgenoten overgekomen in hun glanzende
auto's. Er waren een paar neven, terwijl ook Tannie Maayen-
berg van de partij was. Tenslotte de twee grote boeren, waar
mee Geurt Hendrik van 't Grashek het intiemste bevriend was:
Gradus van Gispelaar en Gerrit Jan Maayenberg. En enkele
jonge boeren, zoals Brand van Gispelaar, Willem Labots, die
een oogje op Tannie had geslagen, alsmede Geert Alfrinkhof,
die in stilte de knappe toekomstige erfgename van „De Pep
pelhorst" adoreerde, maar wel zo nuchter was om te veronder
stellen, dat hij tegen de veel rijkere Brand van Gispelaar het
zou móeten afleggen. Maar hij was uitgenodigd - buiten Gerda
om had de boer Tannie in de arm genomen en gezegd, dat zij
het drietal moest vragen - en dat vond hij al heel belangrijk.
Per slot van rekening had zijn vader ook aan de hoge kant zijn
bedrijf, al was het lng niet zo groot als „De Peppelhorst".
Gerda wist, dat deze avond voor haar geen feestavond zou
worden. De verstandhouding tussen het meisje en haar moeder
was na de bewuste zaterdagavond verkoeld. Er is één lichtpunt,
dacht ze de volgende morgen: ik ben meer een Van 't Gras
hek dan een Van Elten. Ik heb meer vaders natuur en in ieder
geval ben ik niet zo trots als moeder, die alleen maar oor en
oog heeft voor mensen van gelijke stand, voor wie de lage
kant gewoon niet bestaat.
Sinds het avondlijke incident ging Gerda haar vader met
andere ogen bekijken. En na enkele dagen kwam ze tot de
voor haar verbluffende ontdekking, dat Geurt Hendrik van t
Grashek weliswaar de boer was van „De Peppelhorst", tegen
Al was het dan niet openlijk. In belangrijke zaken besliste hier gen van nu was des te beklemmender. Iedere morgen was het
de vrouw, niet de man. En Gerda begreep, dat vader van het meisje op tijd op en ging mee naar de stal om de koeien te
begin af aan de prins-gemaal was geweest. De man, die nu melken, waarna ze alle werkzaamheden verrichtte, die van haar
eenmaal noodzakelijk heette te zijn voor de instandhouding van verwacht werden. Maar gedurende de middag trok ze zich terug
het geslacht, dat geen zonen meer opgeleverd had, doch enkel op haar kamer en gaf zich over aan overpeinzingen, waarbij de
twee dochters. De man, die natuurlijk zijn vakkennis meebracht,
en misschien ook wel een paar centen had bezeten, al kon dat
nooit veel geweest zijn, want opa was immers dominee? En de
gelovigen van die tijd waren er niet bepaald op uit om hun
herders en leraren te promoveren tot miljonairs. Integendeel.
Gerda had vaak genoeg gehoord, dat een domineessalaris ter
nauwernood toereikend was voor de meest noodzakelijke levens
koppigheid groeide. Toch trouw ik met hem, dacht ze, desnoods
zonder toestemming. Ik houd van Arie en ik wil hem niet meer
missen. Wat kunnen mij die tradities schelen? Ik ben geen
prinses! Gewoon een boerendochter. Hij is mijn jongen en ik
trouw met hem.
Op een avond, toen ze gereed stond om weg te gaan, hield
de boerin haar bij de mouw vast, keek haar in de ogen en
behoeften. Op menige pastorie werd in die tijd stille armoede zei: „Je weet nu, hoe wij er over denken, hè? Zet die jongen
geleden, omdat een predikantsgezin nu eenmaal een zekere ujt je hoofd, want er kan niets van komen. En je vader en
stand moest ophouden. Gelukkig waren er ïn iedere gemeente jk willen niet, dat je langer met hem om blijft gaan."
wel enkele gulle en hartelijke parochianen, die wat van hun Rustjg maakte Gerda haar mouw los en weerstond de door-
rijke aardse bezit konden missen voor „mevrouw van de do- dringende blik van haar moeder. En even rustig antwoordde ze:
minee", zodat op vrijwel iedere veluwse predikantendis werd bedoelt natuurlijk, dat u het niet wilt. DaDt is een groot
wie iedereen opzag en voor wie vriend en vijand respect had,
maar dat in feite
genoten van de gratis aardappelen, de eerste aardbeien, ker
sen en ander fruit, terwijl in strenge winters menig zakje hout
en menig mandje kolen door anonieme gevers op de pastorie
werd bezorgd. Gezwegen van de stukken vlees en spek in de
slachtmaand.
Daarom bleef het voor Gerda een raadsel, dat Eefje van Essen
drie jaar na het overlijden van haar vader, de oude boer Van
Elten, haar hand, hart en hoeve verpandde aan de toen vrij
sprietige domineeszoon Geurt Hendrik van 't Grashek. Of de
oude van 't Grashek, die toen nog leefde op een kapitale boer
derij onder Oldersbeek, zou degene geweest moeten zijn, die in
de volle geldbuidel had getast om er wat van af te staan aan de
toekomstige boer van „De Peppelhorst", om zodoende de balans
enigszins in evenwicht te brengen.
Dit alles nam toch niet weg, dat Gerda nu wel begreep hoe
de trotsheid van Eefje van Essen waarschijnlijk al dateerde uit
haar kinderjaren. En wat zou meer voor de hand gelegen heb
ben, dat zij zou trouwen met de zoon van een rijke boer uit de
streek, zoals moeder vast en zeker er op gerekend had, dat zij
Brand van Gispelaar als toekomstige man zou accepteren? In-
plaats daarvan werd de domineeszoon uitverkoren. Ze moest
daar toch eens met tante Gerdien over praten. Die zou er wel
meer van weten.
Die zondag begreep Arie de Nots, dat hij gewogen en te licht
bevonden was. Hoewel Gerda probeerde alles zo luchtig mogelijk
voor te stellen, zag hij duidelijk in, dat er voor de lage kanter
Arie de Nots geen plaats was op „De Peppelhorst". Nu niet en
nooit niet. En hoewel ze elkaar op een stille plek in het bos
dure eden van trouw zworen, twijfelde Arie. De boerderij kon
hem overigens niets schelen. Of dachten de boer en zijn vrouw
soms, dat hij daarom achter hun dochter aan had gelopen? Nou,
dat mochten ze dan gerust vergeten. Die hele Peppelhorst kon
hem gestolen worden. Tenslotte had hij zijn brood in Amster
dam; hij had niemand nodig en zou best voor de dochter van
Van 't Grashek kunnen zorgen. Doch zou Gerda de moed kun
nen opbrengen om hem te volgen naar de grote stad? Zij, de
wellicht verwende boerendochter? Enig kind, dat waarschijnlijk
nimmer op een briefje van honderd meer of minder behoefde te
kij ken?
Od de boerderij ging Gerda stil haar gang. Al werd er tussen
deze drie mensen doorgaans al niet veel gesproken, het zwij- mogen heieven.
verschil, moeder." Gelijk verdween ze door de deuropening,
de boerin verbluft achterlatend.
De volgende morgen, na het melken, zei haar vader bij de
staldeur: „Gerda, ik heb liever niet, dat je met Arie de Nots
blijft omgaan."
Het meisje keek haar vader aan. „Verbiedt u het me?
Deze vraag bracht de boer even van zijn stuk en toen hij
niet antwoordde, vervolgde ze: „Of is het moeders verbod:
„Je moeder en ik zijn het altijd in alles eens met ellkaar."
Ze keek hem enige tijd aan en knikte. „Ja, u zegt het precies-
zoals het is: Moeder en u. Eerst moeder, dan u. De juiste volg
orde is me in deze dagen duidelijk geworden."
„Wat wil je daarmee beweren?" Hij fronste zijn wenkbrau
wen en ze zag de aueren op zijn voorhoofd dik woren.
„Kom, vaer, ik ben geen kind meer. Maar ik ben in deze
dagen meer van u gaan houden, ondanks alles. Legt u me
alstublieft geen verbod op, want dan zou ik dit moeten trot
seren, hoe verschrikkelijk me dat aan de andere kant zou spij
ten".
Hij greep haar zacht bij de arm. „Gerda, waarom moet die
jongen nu tussen ons in komen? Is dat nu nodig?"
Ze draaide zich geheel naar hem toe. „Denkt u soms, dat ik
het niet verschrikkelijk vind? Ik houd van jullie, maar ik houd
ook van Arie. En hij is een lieve jongen, want hij wil wach
ten. Misschien gaat u te zijner tijd anders over hem denken."
Daarna werd op „De Peppelhorstê de naam van de jonge
man niet meer genoemd. Doch de gedwongen sfeer bleef in
huis heersen. Moeder en dochter liepen elkaar zoveel mogelijk
uit de weg. En alleen als Gerda wist: Vanavond komt Arie
weer voor een paar dagen, dan leefde ze op in het vooruit
zicht straks zijn stevige armen weer om zich heen te zullen
voelen en zijn warme lippen op de hare.
Op de verjaardag van de boer van „De Peppelhorst" was
Gerda brak er 's middags een half uurtje tussen uit om haar
Arie in Nijloo. De volgende dag moest hij weer aan het werk.
geliefde te ontmoeten. Het bankje in het polderplantsoentje was
tegenwoordig de plaats van hun rendez vous.
Hij drukte e enkus op haar lipp en,„Gefeliciteerd, Gerda. Ik
hoop, dat je vader deze dag nog vele jar enin gezondheid zal
Op zaterdag 19 februari hield de
Ando, afdeling Bergen, een geslaag
de bijeenkomst in zaal Hovenier.
Drie leden werden door het hoofd
bestuurslid O. van Rossum gehuldigd
ter gelegenheid van het 50-jarig lid
maatschap van mevrouw Vermeulen
en het ruim 25-jarig lidmaatschap
van de heer en mevrouw Wielinga.
De voorzitter legde er in zijn in
leiding de nadruk op, dat voor de
drankbestrijdersverenigingen een
tijd te wachten staat, waarin het
noodzakelijk zal zijn door voorlich
ting en propaganda onze medebur
gers ervan te overtuigen, dat ieder
een waakzaam moet zijn om de cul
turele waarden van ons volk te be
hoeden en te verdedigen tegen ieder,
die het inzicht mist, dat de nieuwe
drankwet grote gevaren inhoudt op
sociaal gebied,
Wel schept de nieuwe wet de mo
gelijkheid, dat gemeentebesturen
scherpere voorschriften geven met
betrekking tot het schenken aan jon
geren, maar dan heeft men 'n sociaal
voelend gemeentebestuur nodig. In
dit verband mag worden genoemd,
dat het gemeentebestuur van Baarn
ook nu weer heeft getoond in dit
opzicht een lichtend voorbeeld te
willen zijn, toen bij de ondertrouw
van het prinselijk paar koffie werd
aangeboden.
Na een kort verslag van secreta
resse en penningmeesteresse volgde
een interessante causerie van ons
lid A. Dijkstra, directeur van de
M.U.S. over Denemarken, waarbij
een aantal fraaie dia's het gespro
kene illustreerden.
uit de gemeente Bergen
over de maand januari
Pertus J. Laan, arbeider, van Ere-
prijsweg 6 naar Alkmaar. Louise A.
Honkoop, van Elzenlaan 2 nr. Haar
lem. Bernhard L. W. Grooteman, v.
Willem Reijersweg 24 naar Hengelo.
Marjorie A. Bal, kantoorbediende,
van Eeuwigelaan 6 naar Amsterdam.
Louwra Bruin van Schapenlaan 15
naar Amsterdam. Edith Bruin, bloe-
miste van Schapenlaan 15 naar Hel-
Ievoetsluis. Johanna A. Abels, reli-
gieuse van Loudelsweg 20 naar Den
Helder. Johan A. Damhuis agent van
politie met vrouw van Merelhof 10
naar Aruba. Cornells J. Blankendaal
van Kogendijk 90 naar Oudenbosch.
Clara J. M. Wijdeman, kleuterleid
ster van Reigerslaan 17b nr Nieuw
koop. Petrus Dekker, van Zakedijkje
45 naar Alkmaar. Klaas H. Zevering
adm. ambtenaar, met vrouw en 1
kind van Pier Panderweg 4 naar
Afrika. Eva Buur w.v. J. C. Punt, v.
Dorpsstraat 40 naar Utrecht, Tol
steegsingel 5 bis. Matthea J. M. Ker
sten van Loudelsweg 24 naar Groo
tebroek. Willy Y. Faber van Oude
Bergerweg 42 naar Alkmaar. Geer-
truida A. M. Kuilboer van Loudels
weg 24 naar Z. IJ. Polders, Dron-
ten. Anna Kaan w/v K. Schenk, v.
Eeuwigelaan 4 naar Wieringermeer
Nienke Hoekstra van Breelaan 55
naar Deventer. Onno V. Jansen, van
Elzenlaan 26 naar Eindhoven. Henri
Horninge, orthopedische chirurg, v.
Hoflaan 16 naar Alkmaar. Elly Le
gerstee verpleegster van Rondelaan
13 naar Amsterdam. Anne Marie v.
Twisk van Kogendijk 51 naar Al
phen a. de Rijn. Wilhelmina J. Tei
leman van Leo Gestelweg 13 naar
Heerhugowaard. Pieter Wilhelmus
Scholten van M. Wiegmanweg 12 n.
Breda. Alida Hopman e.v. L. Plaisier
van Breelaan 6 naar Haarlemmer
meer. Chistiaan de Groot van Kruis
weg 28 naar Laren-Nh. Rosa W. H.
M. Huneker van Loudelsweg 20 nr.
Beverwijk. Cornelia Slikker w.v. J.
Broersen van Boendermakerhof 8
naar Alkmaar. J. B. Groot Bramel,
van Oude Bergerweg 39 naar Alk
maar. Leoncio Navarra Ortiz, arbei
der van Prins Hendriklaan 14 naar
Alkmaar. Francisco Hernandez Cugue
arbeider van Prins Hendriklaan 14
naar Alkmaar. José Garcia Gomez
arbeider van Prins Hendriklaan 14
nr. Alkmaar Ramon Gomez Gutier
rez, arbeider van Prins Hendrikiaan
14 naar Alkmaar. Pieter Bos Eijssen
dir. kaasfabr. met vrouw en 3 kin
deren van Van Reenenpark 19 naar
Schoorl. Catharina R. E. Oud, van
Loudelsweg 24 naar Hoorn. Maria B.
Heijnen van Turfweg 7 naar Loos-
drecht. Theodora de Man van Karei
de Grootelaan 84 naar Amsterdam.
Nicolaas W. Ligthart, chauffeur met
vrouw en 3 kinderen van Berger
weg 108 naar Egmond-Binnen. Dirk
P. Klemkerk, van Jan Apeldoornweg
11 naar Zuid-Afrika. Agnes A. M.
Jansen, kinderverzorgster, van Ker-
kelaan 6 naar Nieuwveen. Anna M.
M. Stijnman, religieuse, van Lou
delsweg 20 naar Kenya. Dirk Plug,
metaalbewerker, met vrouw van
Westerweg 50 naar Alkmaar. Lester
Sherman van Pelt, boormeester, v.
Reigerslaan 4 naar Spanje. Joost
Daalder, wetenschappelijk ambten.,
van Komlaan 8 naar Nw. Zeeland.
Agnes Margreta Smit van Ruïnelaan
21 naar Driebergen-Rijsenburg.
Quirinus Tepas, matroos KH, van P.
Boendermakerweg 43 naar Hilver
sum. Hendrikus Andreas Kuenen,
radio en t.v. monteur met vrouw v.
Eikenlaan 27s naar Castricum. Le-
onie Maria A. Dohmen, postulante,
van Loudelsweg 20 naar Brunssum.
Reina Snel e.v. F. de Hoo cassiere,
van Kruisweg 44 naar Alkmaar,