De grote katastrofe
^fduckt aan ventje
Veroordelen
is niet moeilijk
Ledenwerfactie
jeugddrumband
Schoorl
U.V.V. afdeling Schoorl
De Boerenleenbank
introduceert
nieuwe rekening
TWEEDE BLAD
DONDERDAG 14 SEPTEMBER 1967
BEJAARDEN
GYMNASTIEK
Stedelijk Museum
open op zondagen 17
en 24 september
Gras maaien
wordt overbodig
Nationale
Reciasseringscollecte
Ut is alweer puur zoon taidje leden datte jullie un stukkie van main
lezen hewwe. Weet je watof ut is, je wete niet altaid watte je
skraive moete dat meskien wat leukig is. Maar ik hoorde iemes-
lesten un verhaal en ik docht ik most deer maar durus un Skorlse
flitse van prebere te make. En deer komt nog bai dat ut vor
krantemeinse un stille taid is want de zakemeinse leite nou dur
love reg zakke teuge un zacht endje stien in Spanje of erreges
aars. De vergaderings ben ok nag niet begonne dus deer ken den
ok nag niet un stukkie over skreven worren. Maar leit ik bai ut
begin beginne. Jaap en Antje hadde al un taidje un auto maar
alliendug Jaap had ze raibewais.
'Jai moste dat endje papier ok maardurus hale', zaide Jaap onder
konkeltaid teuge ze vrou. 'As ik te werruk ben staat ut autootje
de hille dag in de boet en as je nei strand wulle mit de joos of
je wulle te warskippe of boskippe te haal in stad den kenne je
beter de auto pakke.'
En vor ien keer luisterde Antje nei dur man. Ze slaagde in ien
keer, ze had den wel zoon vaiftug lesse had maar toe kon ze ut
ook docht ze.
En zo gong Antje lest un daggie te gast bai dur nichie in Ierswoud.
Ze haalde de wage uit de boet en reed weg toe ze Jaap nei ze
werruk en de josies nei skool hollepen had. Ze reed koeterdekoet
nei Ierswoud maar dat lait ok niet om ut hoekkie van de deur
zoas jullie wete.
Antje wier puur lovug en de auto zeker ok want of en toe
sputterde ie rarug. 'Zeker smerugaid in de benzine', docht Antje
die ok op de railesse wat van de motor leerd had. Ze gong net un
hucht op toe de auto dur mei uitskee. Hai was niet meer an de
gang te brande, Antje trok en douwde an alle dinge die ze kon
vinde maar niks oor. En wat ut errugste was, de auto begon
langzaam maar zeker achteruit te gaan, de hucht of.
Antje skrok duraigen wezeloos, ze wist niet meer wat ze doen
most en sprong as un haas uit de wage. Ze liep achteruit met de
wage mee, deed de deur ope en stuurde zo goed en zo kwaad
as ut gong.
Ik wul nou niks zegge van vrouwe achter, of hier naast ut stuur
maar un manskirrel had nag wel ut benul had om an de handrem
te trekke maar hai was dur tog niet zomaar uitsprongen.
Dat had Antje den wel daan. En de auto gong hoe langer hoe
harder achteruit en Antje most ok al sturende hoe langer hoe
harder lope gaan. Achteruit. Nou was Antje niet alliendug op
de weg, weero benne je dat wel, en de lui die achter dur rede
moste ok biene make. Maar toch zag Antje kans om ien van de
auto's zoon zoen te geve dat ie in sloot trecht kwam.
Langs de weg stinge huize en deer wazze un zoodje skilders de
zaak annut opkalefatere. Ien van die meinse ziet de wage van
Antje ankomme recht op de ladder of weer ie op stond te
kwaste. Hij as un haas nei bove, Antje raid de ladder zo onder
de biene van die brave borst vandein en die weet nag net de
dakgoot te graipe weer ie un taidje an blaift bengele totdat ze
mate um dur of peutere kenne.
Maar ainduluk hep Antje, die al paars anloupen was van ut drave
naast dur ontrouwe vierwieler, ut benul of ut geluk de auto
teugen un dampaal an te sture. En toe sting de zaak den stil.
De auto een barre deuk in ze achtersteven en Antje hep eerst
puur zoon taid moete baikomme. Ze is nag te gast weest, dat wel,
maar dur nichie zaide wel dat Antje zo stil was.
En de auto die Jaap al grammend en jankend ophaalde, staat
nou al taie in de boet achter ut huis. Want Antje gaat nooit meer
in dat kreng, hep ze zaid.
De Schoorlse jeugddrumband ver
leent niet alleen medewerking aan
praktisch alle plaatselijke evenemen
ten. Zij heeft ook meegeholpen om
in de afgelopen zomer de lampion
optochten in Dirkshorn, en Petten te
doen slagen. Verder gaan onze jeug
dige trommelaars a.s. zaterdag naar
Amsterdam waar zij hun beste been
tje zullen voorzetten bij het Jor-
daan-festival. En dan is er op 7 okt.
het concours in Alkmaar.
Overigens bezit de band nu ook een
vaandel in de Schoorlse kleuren, dat
is geschonken door de heer Warde
naar. De heer J. J. Meedendorp bood
de erbij behorende draagriem aan.
Men is voorts van plan om naast
het reeds bestaande korps, een 2de
band te vormen, een soort aspiranten
dus, die, nadat zij de kunst voldoen
de onder de knie hebben, zonodig de
'senioren' kunnen versterken. Ieder
kind vanaf 9 jaar die er voor voelt
om de gelederen van de band te ver
sterken kan zich iedere donderdag
avond van 7 tot half acht opgeven
in het gem. gymnastieklokaal aan de
Smeerlaan.
Onze babysit-centrale is een feit
Vanaf half september kunnen zy die
interesse hebben een babysit aan
vragen by de volgende telefoonnum
mers (02209) 672 en 819, Schoorl.
De Gezinsrekening als
financiële centraal post van het
gezin
De Boerenleenbank heeft ten behoe
ve van degenen die hun loon of sala
ris via bank- of girorekening gaan
ontvangen een gezinsrekening inge
voerd, die een rente vergoedt van
3V2
Op deze rekeningen kan het loon óf
salaris door de werkgever worden
overgeschreven.
Naar behoefte kan men dan over
contant geld beschikken. Regelmatig
terugkerende betalingen zoals huur,
gas, water, elektriciteit, abonnemen
ten, verzekeringen, belastingen enz.
kunnen indien gewenst automatisch
door de Boerenleenbank ten laste
van de Gezinsrekening worden uit
gevierd.
Interessant is bovendien, dat op de
ze rekening geen kosten in rekening
worden gebracht en dat men over
zichten van de inkomsten en uitga
ven in een door de bank te ver
strekken mapje geordend kan opber
gen.
Deze rekening zal zeker in een be
hoefte voorzien en is een welkome
aanvulling van het uitgebreide dien
stenpakket dat de Boerenleenbank
reeds heeft.
DE DUINSTREEK
Het bestuur van de plaatselijke UW
heeft mej. Louter bereid gevonden
om aan bejaarden gymnastiek te ge
ven. Dit begint op woensdag 20 sept.
1967, om 2.45 uur in St. Jan ter Duin.
De kosten bedragen 25 ct. per per
soon, per middag.
Deelnemers dienen gymnastiekschoe
nen of platte schoenen met rubber-
zool mee te nemen.
Belangstellenden kunnen zich opge
ven bij mej. Louter, Heereweg 195,
te Catrijp, of mevrouw A. de Boer-
Hemminga, Wagenmakersweg 14 te
Groet, telefoon 503.
Het toeristenseizoen, dat al weer zo
goed als achter de rug is, heeft het
museum bijna 5000 bezoekers opge
leverd. Deze 5000 kunnen worden
volgemaakt door de Alkmaarse bur
gerij. Gelegenheid bestaat daartoe op
de laatste twee zondagen van deze
zomerexpositie uit eigen bezit. Het
zullen tevens definitief de laatste
twee zondagen zijn dat de eigen col
lectie in het oude museum staat
opgesteld. Een reden te meer om er
eens een bezoek aan te wagen.
De heer Bankert, wiens rondleidin
gen de afgelopen zes jaren zeer in
de smaak zijn gevallen, is op beide
zondagen weer present en bij vol
doende belangstelling bereid om 4
uur een rondleiding te houden.
Voor hen die menen dat ze het al
lemaal al wel hebben gezien: er zijn
weer fraaie aanwinsten, o.a. de be
kende stoelesmijter van Wenckebach
een tweetal mooie stukken beeld
houwwerk van Willem Commandeur
een goede aquarel van Matthieu
Wiegman enz., terwijl ook de opstel
ling weer anders is dan vorig jaar.
Uit Tsecho-Slowakije komt een sen
sationeel bericht. Een groot chemisch
bedrijf in Bratislava zou een produkt
hebben ontwikkeld, dat de groei van
gras belemmert zonder er schade aan
toe te brengen of het te ontkleuren.
Het middel zou uitvoerig zijn getest
en thans voor de verkoop beschik
baar zijn. De fabrikanten hebben het
Terasex gedoopt. Indien het middel
inderdaad doet wat de fabrikanten
beloven zou het een revolutie ver
oorzaken in het tuinieren, maar
vooral ook in het onderhoud van
sportvelden. De fabrikant belooft 'n
grasmat, waarnaar men nauwelijks
hoeft om te zien en dat zonder gras-
maaimachine in goede staat blijft.
Waar eens in de vroege middel-*
eeuwen het dorp Schoorl heeft ge-P
legen kan niemand met zekerheid
zeggen. Het is ten enemale onmo
gelijk om de juiste plaats aan te
wijzen. Ook is het geheel en al on
bekend waar in die tijd de gewel
dige zandmassa waaruit het tegen
woordige duingebied gevormd is, zijn
ligplaats heeft gehad.
Als een vage aanduiding zou men
kunnen zeggen, het zal in het wes
ten geweest zijn, wat ook wel de
juiste richting zal zijn. Maar hoe ver
het was blijft wel een vraag, die niet
te beantwoorden is.
Over het bestaan van het dorp zijn
enige schaarse gegevens aan ons
overgeleverd. Het zijn er maar wei
nig, echter zonder deze zouden wij
geheel onkundig zijn gebleven van
het bestaan er van in deze vroege
tijd. Een min of meer volledige ge
schiedenis van het dorp ligt onbe
reikbaar verborgen onder een ge
middeld twee meter dikke laag
stuifzand. Het doet heel vreemd aan
en het is bijna niet te geloven, dat
de oppervlakte land, die wij tegen
woordig bewonen en die het gehele
dorp Schoorl draagt, twee meter ho
ger ligt dan het woongebied in die
vroegste tijden. Laten wij die tijd
maar de tijd der Karolinge noemen.
Zoals een vulkaan in sommige land
streken een grote hoeveelheid as kan
uitblazen en daarmee een hele op
pervlakte met al wat er aanwezig
is kan bedekken, zo hebben hier
vreselijke zandstormen reusachtige
wolken van zand voor zich uit ge
blazen en ook alles bedekt wat het
op zijn weg tegenkwam, zowel
bouwlanden als woningen en wie
weet wat nog meer. Hoe het in het
westen gesteld was weet niemand,
maar waarschijnlijk lag daar een
grote kale zandvlakte, die in een
tijd van vele geweldige stormen in
beweging is gekomen, alsmaar op
schuivend naar het oosten. De men
sen, die in deze streek woonden
stonden volkomen machteloos tegen
over zulke boosaardige krachten en
moesten noodgedwongen naar een
veiliger plaats uitwijken. Tot aan het
einde van de tijd der Karolinge moet
het hier vrij rustig wonen geweest
zijn, daar getuigd de vrij dikke
vruchtbaar uitziende laag teelgrond
van die op grote diepte aanwezig is.
Maar toch was toen waarschijnlijk
het begin van de katastrofe reeds
in aantocht.
Er is begrijpelijk tenslotte een tijd
gekomen, dat de zandstormen waren
uitgewoed en de rust weer terug
keerde, maar wat toen als landschap
achterbleef was een groot gebied
van onvruchtbaar droog wit zand
waar heel wat mee gebeuren moest
om enige bevolking te kunnen onder
houden.
DOOR
TO DORSSEN-
VAN LOO
Ze wendde zich af. 'Ik weet het, Max. Misschien is het t
noodlot, dat ons iedere keer naar elkaar drijft. Maar waar moest
ik anders heen? Reeds vanaf de eerste dag, dat ik daar was,
ondanks alles, verlangde ik terug naar hier. Naar mijn ge-
ondoanks alles, verlangde ik terug naar hier. Naar mijn ge
boortedorp, mijn huisje. Ik weet wel. het was niet goed, wat
wij gedaan hebben, maar.... maar.... die twee dagen waren
we toch gelukkig, Max? Toen stond voor ons de wereld stil
Misschien is al die narigheid nadien de straf voor wat ik mis
daan heb. De rest van mijn leven zal ik wel gebonden zijn aan
aan hem. Voor we weg gingenhij beloofde er nooit
meer op te zullen zinspelen. Ik heb hem op een avond.... of
was het middag? Ik weet het niet meerIk heb hem alles op
gebiecht. Vraag me niet, wat me dat gekost heeft. Hij wilde
alles, tot in de kleinste bijzonderheden weten. .Ik voegde er nog
aan toe: Dat zul je wel niet kunnen begrijpen, dat Max en mij
naar elkander dreven. Dat weet alleen diegenen, die het zelf
beleven, ondergaan, wat dit inhoudt. En je zult me daarom wel
veroordelen, want veroordelen is niet moeilijk. Begrijpen, pro
beren je in de plaats van de betrokkene te stellen dat is veel
moeilijker. Hij zei naderhand, dat hij er wel iets van kon be
grijpen en dat hij een soort bewondering voor me had, nu ik alles
verteld had. Hij vond, dat ik op de een of andere wijze ook moed
had bezeten. En daar had hij respect voor. Hij wilde niet ver
oordelen. Hij wilde opnieuw met me beginnen. Ik was blij en
dacht: Misschien is dit de oplossing. Misschien lukt het. En als
hij maar niet zo gedronken had.dan zou het wel gegaan zijn.
Ik was bereid om offers te brengen, veel offers desnoods. Ik
had toch mijn dorp en mijn land vaarwel gezegd? En jou? Hij
moest toch weten, wat dit allemaal voor me betekende? Maar
toen hij daar eenmaal wasachwat geeft het, of ik het
opnieuw weer oprakel. Op het laatst.ik walgde van hem
ik werd misselijk, als ik zijn drankadem over mijn gezicht
voelde. Dat een man dit niet kan begrijpenEr was weer iets
teruggekomen bij mij, als hij me in zijn armen nam en kuste. Net
als toen we pas getrouwd waren. Hij wist weer iets in me wakker
te maken. Ik dacht: daarmee moet je nu tevreden zijn; een mens
krijgt niet alles in het leven, wat hij graag wil. Maarmaar
hij heeft het zelf opnieuw in me gedood. Met zijn brute
dronkenmanspassieAls hij al lang zijn roes uitsliep, lag ik
nog wakker, rillend van schaamte en vernedering. Dat een man
niet bemerkt, dat hij zichzelf verdierlijkt en verlaagd.... tot
een beestZe fluisterde de laatste woorden.
De man klopte haar rustig op de schouder. 'Zet het van je af,
Mientje. Het is nu voorbij. Dat is het belangrijkste.'
In Hoogendijk bemerkte men het de volgende dag: Mientje
Oudkerk is weer terug uit Amerika. Je weet wel, die met Frans
Sornee getrouwd is, van die wagenmakerij. Zeker een paar
weken vakantie. Ik heb haar man nog niet gezien. Hadden ze
niet een dochtertje? Ik zag haar vanmorgen in het dorp.
Ik kan niet zeggen, dat ze er florissant uitzietNu ja, ze is
ook een dagje ouder geworden.
Reeds de tweede dag nam Mientje in huis het heft in handen.
Beschouw je hier maar weer als de huisvrouw net als vroeger',
raadde Max haar aan. 'Dan heb je wat bezigheid en heb je geen
gelegenheid om te piekeren. En hoef ik niet meer in een hotel
te eten', voegde hij er lachend aan toe.
Een paar dagen later zei ze plotseling, nadat ze na het eten
een sigaret rookten: 'Waarom trouw je niet, Max?'
'Die Mientjeik ben eenenveertigweduwnaar met een
zoon, die in dienst is, nogal een mooie partij.'
Ze dacht: Ik wist het wel, jongen, als ik vrij was. Met jou zou
ik gelukkig zijn. Maar we gaan niet weer opnieuw beginnen
onder deze omstandigheden. Hoewel. als hij me in zijn armen
nam, zou ik verloren zijn. Dat weet ik.
Max Ellegers dacht daar evenwel niet aan. Gelukkig had hij
zijn werk en ook na half zes, als het personeel zich naar huis
spoedde en de machines waren stilgezet, bleef hij dikwijls een
paar uur doorwerken. Tot Mientje hem opmerkzaam maakte op
de tijd: 'Max, moet je niet eten? Zal ik het bij je brengen?'
Dan kwam hij naar de kamer en bleef doorgaans bij haar, wat
babbelen of lezen. Of luisteren naar de radio.
Een week ging voorbij, zonder dat hij Attie Bengers meer had
ontmoet. Op een avond verontschuldigde hij zich bij Mientje,
zei dat hij weg moest en wandelde naar de woning van de fa
milie Bengers.
Attie deed hem open en keek blij verrast. 'Zo? Kon je de weg
nog vinden? Kom verder.'
Hij volgde haar naar de huiskamer, die slechts verlicht was
met een paar schemerlampen. 'Vader en moeder zijn niet thuis',
verduidelijkte ze. 'Naar een verjaardag.'
'Moest je niet mee?'
Ze schudde haar hoofd. 'Zakenrelatie van vroeger. Ik vind het
wel eens leuk een avondje alleen thuis te zijn.'
Hij kwam overeind. 'Dan kom ik dus niet erg gelegen
Ze drukte hem terug in de stoel. 'Dat moest er nog bij komen.
Ik vind het juist fijn, dat je er bent.' Ze keek hem lachend aan.
'Koffie?'
'Hoef je nooit te vragen.'
'Nee, he? Ik ken je al zo'n beetje. Twee minuten. Daar liggen
sigaretten.'
Hij keek het meisje na, tot ze door de deuropening verdwenen
was en stak een sigaret op. Onwillekeurig maakte hij een verge
lijking tussen Attie en Mientje. Mientje, de gerijpte vrouw, die
rimpels in haar voorhoofd had gekregen, op wier gezicht je de
sporen van hetgeen ze doorleefd had, kon aflezen. Maar die on
danks een goed figuur had. De vrouw, van wie hij veel had ge
houden, met wie hij jaren geleden gedurende een aantal uren
het hoogste geluk had doorleefd tot in alle finesses. En Attie,
die niet meer zo jonge, desondanks gedistingeerde vrouw. Slank
en sportief. Met een expressief, lief gezicht. Waarom was hij
vanavond plotseling hierheen gegaan? Verlangde hij naar Attie?
Wat was het, dat hem opeens hierheen had gedreven?
Ze kwam binnen met de koffie, die ze voor hem en zichzelf
neerzette. Ze haalde een schaal met koekjes te voorschijn, die
ze op het tafeltje zette. Terwijl ze hiermee bezig was, vroeg ze:
'En hoe maakt mevrouw Sornee het?'
'Gaat wel weer. Ze had verschrikkelijk veel heimwee. Nu ze
hier is.het was de reaktie, vorige week.'
Attie ging zitten en begon in haar koffie te roeren. 'Ik heb er
al eerder over gehoord. Familie van ons zijn een jaar of drie
geleden geëmigreerd. Naar Australië. Neef en nicht met vier
kinderen. Hij had een goede zaak in Rotterdam. Enkele maan
den geleden keerden ze terug. Hij is nu bij een baas, moet weer
van de grond af beginnen. Maar Ina. mijn nicht, zou daar
gestorven zijn van heimwee.'
Hij antwoordde niet. Attie vervolgde: 'Hoe moet dat nu, als ze
weer teruggaat?'
Max loosde een diepe zucht. 'Ik weet het niet, Attie.'
Ze keek hem een poosje aan. 'Je zit er een beetje mee, he?'
Hij haalde zijn schouders op. 'Och.... dat is niet het geval
natuurlijk. Ik heb mijn werk.ze loopt me niet voor de voeten
integendeel.'
'Maar je bent bang', was haar mening, uitgesproken op rustige
toon.
Hij keek haar verwonderd aan. 'Bang? Waarom zou ik bang
zijn? Waarvoor?'
'Voor jezelf, Max. Misschien is het ongepast, dat ik me ermee
bemoei, maar ik.je bent ons sympathiek geworden. Je zult
het wel gemerkt hebben. Vader mag je graag. Hij heeft bewon
dering voor jou, om wat je gepresteerd hebt na de oorlog. En
moeder.je had de eerste avond al haar voor je ingenomen.
Nu ja en ik.mij ben je vanzelfsprekend ook niet onverschillig
dat zul je wel gemerkt hebben. Ik beschouw je als een vriend.
Doch nu voorzie ik moeilijkheden.nieuwe moeilijkheden.
Max Ellegers keek nog verbaasder. Hij fronste zijn wenkbrau
wen. 'Waar heb je het eigenlijk over? Als je wat duidelijker wilt
zijn.
Ze legde over tafel heen even haar hand op zijn arm. 'Maak
je alsjeblieft niet kwaad, Max. Als ik dit zeg, dan zeg ik het,
omdat ik het verschrikkelijk zou vinden als.... Hoogendijk is
een kletsgat, zoals veel van die kleine dorpen in ons land. Dat
is overal hetzelfde. In de tijd, dat wij hier wonen, heb ik zo het
een en ander gehoord. Over de concurrentie vroeger tussen de
wagenmakerijen, Oudkerk en Sornee. Over jou. En het feit, dat
Frans Sornee gedurende de oorlogsjaren niet in Nederland was.
En jij gedurende die tijd bij mevrouw Sornee in huis woonde.
Ik heb laatst in je huis die foto's gezien; ook van Sjaantje. Ik
zag mevrouw Sornee vorige week het eerst. Jij was nog aan het
werk in je kantoor. Ik voelde intuitief haar vijandigheid jegens
mij. Ik zag jouw blikken, toen je binnenkwam. En de hare. In de
keuken heb ik flarden gehoord van het gesprek. Ik wilde niet
luisteren en ben een poosje naar buiten gegaan. Ik vond het
minderwaardig. Maar wat ik hoorde, tegen mijn wil dus, was
precies datgene, wat nog ontbrak aan de legpuzzel. Thuis ging
ik alles rangschikken, wat ik aan stukjes en beetjes gehoord
had. En wat ik zelf gezien had. Eigenlijk heb je jezelf verraden,
toen ik zei, dat Sjaantje zoveel op jou leek. Je schrok en kreeg
een kleur. Het hindert allemaal niet, Max. Al zou je me alles
verteld hebben, zou dat niets veranderen aan mijn sympathie
voor jou. Natuurlijk is er wat geweest tussen jou en mevrouw
Sornee. Sjaantje is jouw dochtertje. Misschien heb je het zelf
niet eens gewild. Mevrouw Sornee ziet er naar uit, dat ze een
man om haar vinger kan winden. Daarom ben ik bang voor jou.
Die vrouw is gevaarlijk.'
En dan was er nog het grondwater
peil, dat ook nog een grote rol had
te vervullen. Het grondwater moet
ten tijde van de eerste bewoning ook
zo ongeveer een meter beneden de
begane grond zijn geweest, anders
had een behoorlijke landbouw niet
kunnen slagen.
Dat maakt dus met het tegenwoordig
grondwaterpeil een verschil van ook
ongeveer twee meter. Het grondwa
ter moest dus na de oversluiting in
het nieuw gevormde landschap twee
meter rijzen om het peil van heden
te bereiken en daar zal wel een lange
tijd mee gemoeid zijn geweest. Alles
in aanmerking genomen zou men ge
neigd zijn te geloven, dat het met
een zo dikke zandlaag overstoven
dorp met geheel de omgeving voor
korte of lange tijd onbewoonbaar is
geweest.
Dank zij de rioleringswerkzaamhe
den op grote diepten, al is het dan
maar een klein streepje door het
geheel landschap, is duidelijk ge
bleken, dat de bodem een schat van
gegevens in zich verborgen houd.
Het is bekend, dat er op het onder-
gestoven grondvlak reeds in het be
gin van de jaartelling bewoning is
geweest. Zou het niet mogelijk zijn,
dat hier van uit Egmond voor de
eerste maal de Christelijke geloofs
leer is gebracht. Wie weet is het niet
Sint Adelbertus geweest, die hier
persoonlijk heeft gepredikt. Sint
Adelbert, de vereerde heilige van
Kennemerland, heeft volgens overle
vering de dorpen rond Egmond be
zocht, het is dus niet onmogelijk, dat
hij ook in Schoorl geweest is. In dit
bedolven dorp zal toen de eerste kerk
zijn opgericht, waarschijnlijk een ge
bouw van hout, zoals zovele oor
spronkelijke kerkgebouwen zijn ge
weest. Misschien is het later wel een
kerk van steen geworden.
JAN POOL
De Vereniging van reclasseringsin-
stellingen heeft laten onderzoeken,
hoe onze bevolking staat tegenover
de reclassering. De uitslag van dit
onderzoek is ons nog niet bekend,
maar we behoeven die niet af te
wachten om te weten dat de reclas-
seringsgedachte nog niet voldoende
leeft bij de Nederlandse bevolking.
Er zijn nogal wat mensen die menen
dat het verlenen van hulp en bij
stand aan misdadigers, hetzij in de
gevangenis of daarbuiten, een be
denksel is van de moderne tijd, die
het bedreven kwaad wil vergoelijken
en de daders, in plaats van ze streng
te bestraffen, in de watten wil leg
gen. Als men de historie raadpleegt,
blijkt deze opvatting volkomen on
juist te zijn. Ziehier enkele voor
beelden.
Reeds in de bijbel wordt het bezoe
ken van gevangenen geprezen. Be
roemde bezoeksters van gevangenen
in later tijd waren Elisabeth Fry in
Engeland en Mathilda Wrede in Fin
land. In ons eigen land leidde een
pleidooi van Coornhert voor arbeids-
therapie in de gevangenis tot de
stichting van Het Amsterdamse
Rasphuis voor mannen (1595) en het
Spinhuis voor vrouwen (1597).
Aan deze belangstelling voor de per
soon van de gevangenen heeft later
onze eerste reclasseringsinstelling,
het Genootschap tot zedelijke verbe
tering der gevangenen, haar ontstaan
te danken (1823). Neen, de reclasse-
ringsgedachte is niet het produkt
van een moderne gril, maar is reeds
lang geleden ontsproten aan het be
sef dat een misdadiger niet slechts
gestraft behoort te worden, doch dat
hij op het rechte spoor moet worden
gezet om te voorkomen dat hij de
maatschappij opnieuw schade toe
brengt. Veranderd is de methode van
de reclassering, want naast het per
soonlijk contact is men gaan streven
naar de sociale integratie van de re-
classant, naar het vinden van een
plaats in de samenleving, die bij hem
past, zodat de misdaad voor hem
geen bekoring meer heeft. Bovendien
strekt tegenwoordig de reclasesring
haar zorgen ook uit over hen, die
voorwaardelijk zijn veroordeeld en
dus vooralsnog buiten de gevangenis
zijn gebleven.
Gaarne wekken wij u op de a.s. re
ciasseringscollecte te steunen. De par
ticuliere reclasseringsverenigingen
staan ondanks de rijkssubsidie voor
hoge kosten. Een bijdrage uit door
de bevolking bijeengebrachte gelden
is onontbeerlijk om aan de reclas-
senten de zorg en aandacht te beste
den, die zij behoeven. De opbrengst
wordt verdeeld onder de zes reclas-
seringsinstellingen.
In Bergen wordt de collecte huis-
aan-huis gehouden van 18-39 sept.
a.s. Maar we komen nog heel wat
collectanten te kort! We doen een
dringend beroep op u om een handje
te helpen. Wie een wykje wil lopen
kan zich opgeven by de voorzitter,
Maesdammerlaan 7.
Het plaatselijk comité
Mr. J. N. Alblas, voorzitter
A. G. v. d. Hilst, secretaris
Mr. F. Zeiler, penningmeester,
Mevrouw J. B. M. ciiesfeldt-Pieters,
A. L. Bakker