burgerij in Schoorl
Room's textielmagazijn
Overheid en
PllVOlbrengl
Het litteken
.Sint laait an
GEMEENTE SCHOORL
Bijeenkomst nieuwe burgers
Fraaie collectie wollen rokken
in effen en ruit dessins
TWEEDE BLAD
DONDERDAG 9 NOVEMBER 1967
MEDEDELING
Astmacollecte Schoorl
Burgerlijke Stand
door
Maartje Zeldenrijk
Schoorl, 6 november 1967.
Toen de nieuwe wijk in Groet gereed kwam ontstond de gedachte een bij
eenkomst met, zoals men dezen dan noemt, nieuwe bewoners te beleggen.
Maar net als een gewoon mens heeft een gemeente ook wel eens goede voor
nemens, die zij niet tot uitvoering brengt. Maar nu zijn wij toch zover.
De nieuwe wijk in Groet is gereed, terwijl het plan Evendijk en de wijk Oost
in Schoorl nagenoeg voltooid zijn. Gaarne zouden wij dan ook thans onze
goede voornemens in een daad omzetten door een bijeenkomst te beleggen
met de nieuwe inwoners en wel op
vrijdag 17 november a.s., des avonds om 8 uur in de zaal
van ,De Roode Leeuw', Heereweg 1 te Schoorl.
Het ligt in de bedoeling u die avond de nodige informatie over Schoorl te
geven en u in de gelegenheid te stellen met het gemeentebestuur in contact
te treden.
In de samenspraak met het gemeentebestuur zal kunnen worden stilgestaan
bij al uw suggesties om de dorpsgemeenschap, waartoe u nu sinds kortere
of langere tijd behoort, tot een zo prettig mogelijke te maken.
Met dat doel voor ogen nodigen wij u dus gaarne uit de contact-avond bij te
wonen.
De bewoners van genoemde wijken krijgen deze uitnodiging persoonlijk
thuisbezorgd. Vanzelfsprekend geldt die uitnodiging overigens niet alleen
voor hen doch voor allen, die waar dan ook verspreid in ons mooie dorp wo
nend, zich nog tot de nieuwe bewoners rekenen te behoren.
Burgemeester en wethouders van Schoorl,
J. H. BERGH, burgemeester
W. K. BELONJE, secretaris
Heeft U een afwijkende maat? Geen bezwaar.
Binnen veertien dagen leveren wij U een rok precies
naar Uw maat.
U SLAAGT ALTIJD IN
SCHOORL - TELEFOON 640
DE DUINSTREEK
Zoals u elders in dit nummer kunt
lezen zijn de uitgevers van ,De Duin
streek' voornemens dit blad op ge
zette tijden huis-aan-huis te ver
spreiden. Men stelt zich tot doel
zoveel mogelijk abonnees te werven
door het brengen van nieuws en
programma's van de vele instanties
en verenigingen uit onze gemeen
schap. Daarbij zal ook het gemeente
bestuur van Schoorl de gelegenheid
krijgen om de burgerij in te lichten
over allerlei zaken, waarvan de ken
nisneming voor de burger waardevol
genoemd mag worden. Door van
deze, door ,De Duinstreek' geboden
gelegenheid gebruik te maken, zal
de band tussen de burgerij en de ge
meente verstevigd kunnen worden
en daarmee is de gemeenschap in
Schoorl bijzonder gediend.
De behoefte om als burgerij en over
heid met elkaar in contact te tre
den is groeiende. Zo bezinnen ver
enigingen en groepen van organi
saties zich over de vraag hoe elkaar
te naderen. En ook de overheid is
meer dan vroeger geneigd de bur
ger te zoeken.
Laten wij daarom de kans, die ons
op deze plaats geboden wordt, goed
met elkaar benutten.
Van de zijde van de gemeente kan
b.v. informatie verstrekt worden
over de gemeente-financiën, de ver
schillende facetten van de recreatie
over bestemmingsplannen en wo
ningbouw.
Maar ook de burger zelf zal haar of
zijn bijdrage kunnen leveren. Hetzij
in de vorm van een eigen belichting
van één der facetten van de demo
cratie hetzij door een verzoek een
bepaald onderwerp te doen behan
delen.
Doel van dit alles is met elkaar te
werken aan een levende democratie.
Tegen deze achtergrond bezien zijn
wij, meen ik, in Schoorl reeds zover,
dat wij op deze plaats ook met el
kaar kunnen spreken over de zo
hard nodige vernieuwing van ons
uit de vorige eeuw daterend poli
tieke bestel, zowel als over de ver
heugende perpectieven, die een
groeiende toenadering van het rooms
katholieke en het protestantse volks
deel ons biedt.
Hoe kunnen wij nu onze erkente
lijkheid voor ,De Duinstreek' het
beste uiten? Schoorl telt ongeveer
1200 woningen en in onze geemente
heeft ,De Duinstreek' 900 abonnees.
Het zou een goed gebaar zijn van
dat deel van de burgerij, dat nog
niet op het blad is geabonneerd, dat
thans te doen, want dan is men in
de drie overige weken van de maand
ook van plaatselijk nieuws verze
kerd.
Voor de eerste keer, dat dan de ge
meente in dit kader plaatsruimte
wordt gegeven, vraag ik graag uw
aandacht voor het stukje over de
bijeenkomst met de nieuwe burgers
van onze gemeenschap.
De burgemeester van Schoorl,
J. H. BERGH
Een der plaatselijke gewoonten en
daarmee een onderdeel van de fol
klore of volkskunde is de viering
door de jeugd van het Sint Maarten
feest. Ondanks de geest van de tijd
die de neiging heeft zoveel mogelijk
met het oude overgeleverde te bre
ken, handhaaft zich dit gebruik nog
op tal van plaatsen in ons land en
ook in ons dorp.
Natuurlijk vraagt geen enkel kind
zich af wie St. Maarten was en
evenmin waarom aan zijn naam het
lopen met lichtjes is verbonden.
Laten we dus eerst eens bezien wie
de heilige Maarten was.
Volgens de overlevering werd hij in
het tegenwoordige Sombathely, in
Hongarije, geboren in 311. Zijn va
der was officier in het Romeinse
leger. Zijn beide ouders waren hei
denen. Maarten liet zich op 18-jarige
leeftijd dopen. Ook hij diende in
een der Romeinse legioenen totdat
hij ging kluizen op een eilandje in
de buurt van Genua. Hij stichtte
een klooster bij Poitiers en werd
bisschop van Tours. Door zijn grote
ijver voor het bekeringswerk ver
kreeg hij de bijnaam apostel der
Galliërs'. De christelijke kerk van
zijn tijd verklaarde hem heilig. Van-
daar dat wij nu spreken van St.
Maarten of St. Martinus. Hij stierf
op 11 november 400 in Candes.
Een der meest bekende gebeurtenis
sen uit zijn leven is de ontmoeting
met de vrijwel naakte bedelaar aan
de stadspoort van Amiens. Zonder
aarzelen sneed Maarten zijn militaire
mantel in tweeën en gaf de ene
helft aan de bedelaar. Dit feit is
vele malen afgebeeld, o.a. als een
soort standbeeld, dat als windvaan
op de Utrechtse Domtoren dienst
doet. De Utrechtenaren, vroeger
Sint Maartensmannen genoemd, zeg
gen dat hun stadswapen half rood
half wit zou herinneren aan het
rode bovenkleed en de witte onder-
kleding van hun stadsheilige. Aan
zijn gerafelde mantel denkt de
Fransman als hij het heeft over fi
lets de St. Martin, dat we niet ver
talen met draden van St. Maarten
maar met herfstdraden. Hieruit
blijkt, dat St. Maarten iets met de
wisseling der seizoenen te maken
zou hebben. In de volksweerkunde
is 11 november het begin van de
winter. Oude rijmpjes wijzen op de
belangrijkheid van deze datum.
Daar zijn bijvoorbeeld de volgende
,Zo 't loof niet valt voor St. Mertijn
Dan zal 't een harde winter zijn.
en
Nevels in St. Maarten's nacht
Brengen winters kort en zacht,
of
Is het een donkere lucht op
St. Martij n
Zo zal 't een zachte winter zijn.
Maar is het die dag het weder helder
De vorst dringt door in menige
kelder.
De St. Maartensgans, die vroeger
vaak op 11 november genuttigd
werd, zou een eerbewijs aan de gan
zen zijn, die de jonge priester hulp
vaardig in hun hok opnamen toen
hij bij zijn verkiezing tot bisschop
uit bescheidenheid zich trachtte te
verbergen. In werkelijkheid was de
gans aan de germaanse wintergod
Uller gewijd, wiens feest in het
begin van november werd gevierd.
Paus Gregrius de Grote (590 tot 604)
had immers bepaald, dat ingewor
telde heidense gebruiken niet moes
ten worden uitgeroeid maar in de
zin van de christelijke leer moesten
worden gewijzigd.
En zo is het ook met de lichtjes, bij
voorkeur uitgeholde bieten. Het
branden van vuren in Graft en
Schagen is in wezen hetzelfde. Hier
doet het verhaal de ronde, dat St.
Maarten op een van zijn zendings-
tochten in de duinen verdwaald zou
zijn en men hem, door flambouwen
bijgelicht, moest zoeken. Op de ach
tergrond van dit fraaie verzinsel
staat echter de germaanse God Wo-
dan, een der vruchtbaarheidsgoden
te wiens ere de heidense Germanen
vuren brandden.
Al zal men zich niet realiseren
waartoe dus de omgang met de
lichtjes in feite is bedoeld, het oude
gebruik in ons dorp toch in ere
gehouden.
Daarom wekken w\j de jeugd van
ons dorp op, als vorige jaren,
mooie figuren in hun uitgeholde
bieten te snijden, niet de weg
van de minste weerstand te vol
gen en een lampion of een stal
lantaarn of nog erger een elek
trische zaklantaarn te gebruiken.
Weer zitten enige dames en heren
van 6 tot 7 uur op het gemeente
huis om jullie lichtje te beoor
delen en naar de voordracht van
In de week van 13 tot en met 18
november a.s. wordt ook in deze
gemeente de astmacollecte gehou
den.
Het Nederlandse Astmafonds wil het
wetenschappelijk onderzoek naar de
oorzaken en de behandeling van
astmaziekten steunen en bevorderen
't oprichten van behandelingscentra
en klinieken stimuleren en hulp ver
lenen bij de individuele noden van
astmapatiënten, vooral op financieel
gebied.
Wij weten, dat door zeer vele nutti
ge instellingen steeds op u een fi
nancieel beroep wordt gedaan, doch
wij schromen niet u te verzoeken
aan deze zeer nuttige instelling uw
onmisbare steun niet te onthouden.
Gaarne willen wij dan ook deze col
lecte bij u allen warm aanbevelen.
Het comité
.in de huid gezondheid en zuiverheid
een mooi Sint Maartensliedje te
luisteren.
Voor de besten zullen er een paar
prijsjes zijn. Bij de firma Leysen
zal de uitslag bekend worden ge
maakt en zijn de prijzen aanwezig.
I
R. P. GOETTSCH
In Groet houdt de Sint Maarten
kommissie zitting in de O.L. School
ter beoordeling van de leukste lam
pions, kleding etc.
Mooie prijzen beschikbaar.
GEMEENTE SCHOORL
GEBOREN: Vincentius Gerardus Th.
zoon van C. P. Borst en C. M. Entes,
Heereweg 121. Ruben Berend, zoon
van R. J. t. Harry, en B. M. Stam,
Talingstraat 6. Hans, zoon van A.
Wuurman en B. M. van den Berg,
Duinweg 66. Reijer, zoon van Egb.
Goos en M. J. Veldhoen, Teugelaan
31. Monique, dochter van C. Orden
en M. de Boer, Landenstraat 7. Ro-
bers Simon, zoon van J. A. Bakker
en P. L. Kraakman, Heereweg 161.
Tanneke Pauline, dochter van W.
Sterk en L. J. Kraker, Reigerweg 16.
Alexandra Hendrika Helena, dochter
van KI. Schut en N. Peereboom, Hee
reweg 16. Bastiaan Gerardus, zoon
van H. Kroonenberg en C. A. Gijzen
Meidoornweg 129.
GEHUWD: P. H. Crum, Heereweg
238 en H. G. Leiker, Alkmaar.
OVERLEDENC. J. Waalewijn, oud
78 jaar, e.v. C. Kwast, Heereweg 66.
N. Scnuijt, oud 65 jaar, e.v. T.
Delver, Heereweg 56. J. J. Kooijman
e.v. M. C. Kaag, oud 46 jaar, Heere
weg 351.
GEBOREN: Rachel, dochter van M.
W. van Otigem en M. Minkema, Hee
reweg 375. Camillo Emilio Pietro,
zoon van R. C. Rapparini en C. Goet
Reigerweg 32. Erika, dochter van
P. Volger en A. Chr. Groot, Voor
weg 64. Chris, zoon van M. de Jong
en W. Auffegger, Slotlaan 19. Henk
Jan, zoon van H. Mooij en J. Dogger
Hagedoornplantsoen 64. Robertus
Ferdinand, zoon van F. J. Derks,
en J. Glorie, Voorweg 76a. Keman
zoon van S. Aksular en C. G. E. M.
van Assem, Heereweg 161z. Albertus
Petrus Gerardus, zoon van J. Hoo-
geboom en E. C. Louter, Konings
weg 2. Johanna Geertruida Maria,
dochter van J. L. Delis en J. M.
Beemsterboer, Damweg 3. Marco
Augustinus Menno, zoon van J. P.
Rietveld en P. J. G. van Meene,
Heereweg 69. Nicolaas Johannes, zn.
van A. J. Delis en A. A. M. Verbeek
Heidoornweg 137. Sonja Helene Cor
nelia, dochter van Fr. W. Planken
en M. M. Man, Meidoornplantsoen
99. Adrianus Eduardus Maria, zoon
van A. J. Mink en M. A. A. Dongel-
mans, Meeuwenlaan 29. Marco Karst
zoon van G. Roede en C. C. Pronk
Heereweg 103.
GEHUWD: G. M. Glorie, Bergen en
W. C. Polle, Heereweg 205. Toek.
adres: Bergen.
R. J. P. Beers, Badhoevedorp en
D. J. Krikke, Sportlaan 1. Toekom
stig adres: Badhoevedorp.
P. R. de Vries, Amsterdam en B.
Vriesman, Talingstraat 22. Toekom
stig adres: Jaagkade 3.
J. de Kroon, Akersloot en T. J. Kalk
Munnikenweg 9. Toekomstig adres:
Burgerbrug.
R. H. J. Bremer, Bergen en L. N.
Müller, Duinweg 77. Toekomstig
adresBergen.
J. H. Kerkhoven, Utrecht en J. H.
Ens, Burg. Peecklaan 11. Toek. adr.
Haarlem.
G. Hof, Talingstr. 16 en G. Greeuw
Talingstraat 14. Toek. adres: Egmond
Binnen.
J. Moerbeek, Bergen en A. Snip,
Heereweg 314. Tok. adr: Bergen.
E. Smittenaar, Heereweg 395 en L.
A. M. Thorsson, Heereweg 395.
A. A. M. Tros, Bergen en A. J.
Schotvanger, Talingstraat 18. Toek.
adr.: Oorsprongweg 36.
E. G. Oostinga, Slotlaan 10 en N.
Jonker, Slotlaan 17. Toek. adr. Slot
laan 17.
J. M. M. Voskuil, Van Reenenpark
14 en P. M. Laan, Heereweg 257.
Toek. adres: Bergen aan Zee.
G. H. Wilbers, Slotlaan 23 en E. KI.
Muntjewerf, Zijpe.
G. J. Tamis, Kerkbrink 3 en C. M.
Admiraal, Schapenlaan 19. Toek. adr.
Hagedoornplantsoen 82.
KI. de Boorder, Burg. Peecklaan 28
en C. J. Kruijt, Alkmaar. Toek. adr.
Burg. Peecklaan 28.
N. J. van Wonderen, Hagedoorn
plantsoen 48 en M. J. Wels, Amster
dam. Toek. adr.: Achterpad 11.
Al zal het me tienduizend gulden kosten maar winnen zal ik
dit. Moet u eens proberen ze te vorderen. En wat hebt u dan?
Nog eens zeven woningzoekende gezinnen. Daar tegenover staat
dat ik tegenover uw medewerking ook wat stel. Ik vraag 1 van
mijn acht huizen, meer niet. Ze zijn mijn volledige eigendom,
zonder hypotheek of wat dan ook. Ik laat ze goed onderhouden
en dat kan vandaag de dag lang niet van alle huizen gezegd
worden. Purmerend heeft nooit over me te klagen gehad. Als er
gezinnen gingen verhuizen, gaf ik altijd mijn medewerking, als
u die vroeg. Nu is het uw beurt. Dus wat doen we?'
De man dacht een poosje na,pleegde overleg met een andere
ambtenaar en kwam tenslotte bij de vrouw terug. 'We zullen het
in overweging nemen, mevrouw. U hoort wel van ons.'
Maar zoiets had vrouw al verwacht. 'Ik hoef het niet te horen.
Hier hebt u het adres vanmijn advokaat. Ik ga er nu meteen
heen. Tot vier uur kunt u hem meedelen, dat u akkoord gaat
met het vrijgeven van mijn huis voor mijn zoon en mijn aan
staande schoondochter. Ik laat evengoed de huuropzegging ge
reed maken. Heeft hij om vier uur niet uw toestemming, dan
gaan de acht vrieven in de namiddag nog naar het postkantoor.
U kunt kiezen of delen. Goedemorgen.'
De brieven behoefden niet te worden verzonden. De volgende
morgen wist vrouw Lakeman middels een schrijven van haar
advokaat, dat perceel nummer zoveel in de Julianastraat vrij
gegeven was voor de heer W. Lakeman en zijn aanstaande
vrouw en dat het echtpaar Plas inmiddels een plaats aangeboden
had gekregen in het bejaardentehuis. De twee oude mensen zou
den binnen een week kunnen verhuizen.
Ze vouwde de brief zorgvuldig op en zei tot haar zoon: 'Het
is in orde. Volgende week is het huis leeg. Ga meteen kijken hoe
het eruit ziet en neem Map mee. Als er nog wat aan gedaan
moet worden, dan laat ik dat terstond in orde maken. En ga deze
week nog aantekenen in de Midden-Buurt. Waarom zullen jullie
langer wachten?'
HOOFDSTUK 4
Het huwelijk van Wiechert Lakeman en Marianne Ruizenaar
vond in de grootse stijl plaats. Geen auto's, maar rijtuigen,
met schimmels voor de bruidskoets. Toon Ruizenaar had extra
in de bus geblazen, want hij had ook niet op een paar briefjes
gekeken, toen zijn dochter Alie trouwde. Later mochten de
zusters elkaar niets kunnen verwijten. Dat Map wel meteen een
huis had en Alie nu al vier jaar inwoonde, kon niemand ver
helpen. Misschien dat er spoedig een oplossing kwam, nu Alie
haar derde kind verwachtte.
Map was een alderliefst bruidje in haar lange, lichtblauwe
bruidsjapon, niemand had haar in het hoofd kunnen praten, dat
bruidjes gewoonlijk in het wit trouwden. 'Wit staat me niet',
was Map's enige commentaar en daar had men zich tenslotte
maar bij neergelegd. En Wieg vond het al lang goed. Want hij
was een week voor zijn huwelijk geslaagd voor tweede stuur
man en dat betekende tevens een hoger salaris. Weliswaar moest
hij al drie weken na zijn huwelijk weer de zee op, doch het be
tekende tenslotte toch eenentwintig dagen, dat hij met zijn
jonge vrouw samen kon zijn.
Hoewel geen van beide families bijzonder kerks waren, stond
het toch vast, dat na het burgelijk huwelijk een kerkelijke be
vestiging moest plaatsvinden. Ruiter, de buurman van de
Ruizenaars, die overigens goed met hem overweg kon, haalde
er zijn schouders voor op. 'Dat is geloof op wieletjes', was zijn
oordeel. Met andere woorden, ze gaan alleen naar de kerk om
te huwen, een kind ten doop te houden en als er een begrafenis
is. Verder doen ze er niets aan. Maar dat was ook niet helemaal
juist, meende vrouw Ruiter. Daar mocht je geen oordeel over
uitspreken. Kon Kees Ruiter in de harten van zijn buren kijken?
De bruiloft werd gevierd op de grote deel van de weduwe
Lakeman. Daar was meer ruimte dan bij de Ruizenaars. Er was
muziek en er werd gedanst. Niet dat vrouw Lakeman nu zoveel
zag in dat 'gehops'. Zelf was ze streng opgevoed en dansen was
er in haar jonge jaren vast niet bij. Pa Lakeman zou beslist
een beroerte gekregen hebben als zijn dochter gevraagd had
dansles te mogen nemen. Daar dacht je in die tijd eenvoudig
niet aan. Maar de tijden veranderen. Ze herinnerde zich dat
oom Piet de Bakker op een zondag tijdens noodweer met de
Ford naar de kerk was gereden om zijn paard te sparen en de
familie droog over te brengen. Want zo'n tentwagen was nooit
helemaal waterdicht. Mensen nog aan toe, daar was grote
schande van gesproken. Wereldgelijkvormigheid werd het
genoemd. En een paar ouderlingen waren maandagsmorgens met
de dominee naar het spul van oom Piet gereden om de broeder
te onderhouden over het ongeoorloofde van zijn daad. Daar was
het toen bij gebleven, maar kom nu eens zondags kijken bij de
kerk? Kun je de auto's nauwelijks tellen. Ja, vrouw Lakeman
wist wel, dat de tijden veranderd waren. En haar zoon was zee
man, dus die zou tijdens het passagieren ook wel niet naar
museums gegaan zijn. Hij bleek de danskunst tenminste goed
te beheersen, toen hij met zijn jonge vrouw over de deel draaide.
Je kon er toch niets meer aan doen. Bovendien, het was nu toch
feest?
Toen Wieg op een geven ogenblik met een buurmeisje danste
kwam Bram, de broer van Wieg op Map ap. 'Mag ik een rondje
draaien met mijn knappe schoonzus?' vroeg hij lachend.
Ze kwam meteen overeind. 'Vanzelf. We zijn nu familie, he?'
Terwijl ze dansten, zei hij op zachte toon: 'Ik ben gewoon
jaloers op mijn broer, wil je dat wel geloven? Je mag het nu
gerust weten: ik heb wel eens werk van je gemaakt. Ik dacht:
Wieg is haast altijd op zee, dat zal ze op de duur wel niet leuk
vinden. En ik neem te zijner tijd het spul hier over, dus is
mijn kostje gekocht. Misschien wil ze mij wel.'
Ze nam het luchtig op. 'Dan heb je pech gehad, he?'
In werkelijkheid had ze nooit iets voor Bram Lakeman ge
voeld. Integendeel. Eens was ze een avond met hem uit ge
weest. Bram nam nogal dikwijls de wagen van zijn moeder
mee. Ze waren kriskras door Westfriesland gereden, hadden
hier en daar wat gedronken, tot ze in Avenhorn midden in de
kermis terecht kwamen. Daar hadden ze gedanst en veel pret
gehad. Maar op weg naar huis was Bram niet helemaal brand
schoon meer en werd hij vervelend. Ze had zich laten zoenen,
waarom niet? Bram kon meedoen en was best een jongen, om
mee voor de dag te komen. Hij leek veel op Wieg. Maar toen
zijn handen te vrijpostig naar haar zin werden, had ze hem be
slist afgeweerd. En gezegd, dat ze van zoiets niet gediend was.
Maar de uitwerking was averechts geweest. Hij werd dol
driester, tot ze hem een fikse klap had gegeven. Waarna ze uit
stapte, om de wagen heenliep en hem zonder meer opzij schoof.
'De rest rijd ik', had ze op besliste toon gezegd, 'want jij hebt
net teveel gedronken om je fatsoenlijk te kunnen gedragen.
Laat staan behoorlijk te rijden.'
Misschien was hij door haar veranderde toonaard overdon
derd. Hij liet haar begaan, voor wat het rijden betreft, doch
toen hij opnieuw handtastelijk werd, gaf ze hem weer een tik,
ditmaal veel harder en beet hem toe: 'Moeten we tegen een
boom rijden? En in het ziekenhuis terecht komen?'
Binnen vijf minuten was hij onder zeil, half tegen haar aan
gevallen. Ze reed de wagen bij de Lakemans het erf op, draaide
de motor stil en stapte uit, Bram aan zijn lot overlatend. Zelf
liep ze in de donkere nacht naar haar ouderlijk huis, een kwar
tier verder.
Nadien had ze iedere uitnodiging om met hem uit te gaan,
vriendelijk doch beslist geweigerd. Ze hield niet van jongens,
wier handen aan de verkeerde kant van het lijf zaten, zoals ze
toen in de Beemster zeiden. Bovendien had hij iets in zijn ogen,
dat haar helemaal niet aanstond, waarvoor ze altijd een tikkeltje
vrees had.
Doch nu wilde ze wel met hem dansen. Hij was immers haar
zwager geworden? En hier kon toch niets gebeuren. Bovendien
was ze nu de vrouw van zijn broer, dus hij keek natuurlijk wel
uit. Wieg was een beste jongen, maar als hij kwaad werd, goed
kwaad, moest je bar met 'm uitkijken.
'Ik kom je wel eens opzoeken, als Wieg weer vaart', beloofde
Bram. 'Of ik haal je op en rijd je hierheen. Moeder zal het pret
tig vinden, als je zo af en toe een avondje komt buurten.'
En jij eveneens kist ze. Ik zal niet al te vaak van zijn aanbod
gebruik maken. En als ik naar mijn schoonmoeder ga, neem ik
de fiets wel. Het is misschien twintig minuten rijden. Boven
dien. ik ga een paar keer per week naar huis.
Het feest was prettig en verliep zonder één wanklank. Na
tuurlijk was er genoeg te drinken, stel je voor. Af en toe keek
Map naar haar man. Nu weet ik, dat ik van hem houd. Eer-
gistern hadden ze nog een paar dingen naar hun huisje ge
bracht, met de auto van haar schoonmoeder. En waren ze, de
armen om elkaar heen, nog eens door alle vertrekken gelopen.
Samen hadden ze hun huiskamer voor de zoveelste maal be
wonderd. In de keuken, waarop ze zo bijzonder trots was, om
dat de hele installatie door haar ouders was bekostigd hadden
ze even op de stoelen gezeten, tegenover elkaar met de tafel
ertussen. 'Zolang het redelijk weer is, eten we hier', had ze
beslist. 'Dat is het gemakkelijkst. Geen gesjouw.' Hetgeen Wieg
opperbest vond.
Via de gang en de trap hadden ze de slaapkamers bekeken,
ook die, welke zij zouden gebruiken. En daar had Wieg op zijn
bekende heftige manier Map in zijn armen genomen. Ze was wel
even overdonderd, want de laatste tijd was hij op zijn manier
rustig en vol zorg voor haar geweest. Doch toen ze zijn handen
over haar heupen voelde tasten, wrong ze zich los en duwde
hem van zich af, hem dreigend, haar wenkbrauwen gefronst.
'Wat nu? Moet ik, twee dagen voor ons huwelijk, nog kwaad
op je worden?'
Het jaar 1967 stond voor Schoorl en Bergen in het teken van veranderingen
en ook 1968 zal ongetwijfeld weer een jaar zijn dat vele manifestaties en
gebeurtenissen zal brengen. Het lijkt ons daarom wel leuk om een jaargang
van de Duinstreek, waar dat alles instaat, te gaan inbinden in boekvorm.
Dit kunt u laten doen door uw kranten het hele jaar te bewaren en die dan
bij ons te brengen. Maar ook kunt u alles door ons laten verzorgen door, via
ons, een abonnement te nemen. Zodat u toch wekelijks uw krant kunt lezen
en er niet op hoeft te letten dat ze bewaard blijven.
In het kort samengevat is het als volgt
Een abonnement kost 7,50
Een ingebonden jaar, door uzelf bewaart, kost 14,25
Geheel door ons verzorgt; dus inbinden en kranten 21,75
De uitvoering is in half-linnen band, grijs natuurlinnen met groen wolken
marmer.
U dient zich uiterlijk vóór 31 december 1967 op te geven, daar het jaargang
met 1 januari ingaat.
Geeft u dus spoedig op of vraagt eerst inlichtingen bij
C. MUL, gedipl. boekbinder
Teugelaan 11 - Aagtdorp - Heereweg 14 - Schoorl