burgerij in Schoorl Room's textielmagazijn Overheid en PllVOlbrengl Het litteken .Sint laait an GEMEENTE SCHOORL Bijeenkomst nieuwe burgers Fraaie collectie wollen rokken in effen en ruit dessins TWEEDE BLAD DONDERDAG 9 NOVEMBER 1967 MEDEDELING Astmacollecte Schoorl Burgerlijke Stand door Maartje Zeldenrijk Schoorl, 6 november 1967. Toen de nieuwe wijk in Groet gereed kwam ontstond de gedachte een bij eenkomst met, zoals men dezen dan noemt, nieuwe bewoners te beleggen. Maar net als een gewoon mens heeft een gemeente ook wel eens goede voor nemens, die zij niet tot uitvoering brengt. Maar nu zijn wij toch zover. De nieuwe wijk in Groet is gereed, terwijl het plan Evendijk en de wijk Oost in Schoorl nagenoeg voltooid zijn. Gaarne zouden wij dan ook thans onze goede voornemens in een daad omzetten door een bijeenkomst te beleggen met de nieuwe inwoners en wel op vrijdag 17 november a.s., des avonds om 8 uur in de zaal van ,De Roode Leeuw', Heereweg 1 te Schoorl. Het ligt in de bedoeling u die avond de nodige informatie over Schoorl te geven en u in de gelegenheid te stellen met het gemeentebestuur in contact te treden. In de samenspraak met het gemeentebestuur zal kunnen worden stilgestaan bij al uw suggesties om de dorpsgemeenschap, waartoe u nu sinds kortere of langere tijd behoort, tot een zo prettig mogelijke te maken. Met dat doel voor ogen nodigen wij u dus gaarne uit de contact-avond bij te wonen. De bewoners van genoemde wijken krijgen deze uitnodiging persoonlijk thuisbezorgd. Vanzelfsprekend geldt die uitnodiging overigens niet alleen voor hen doch voor allen, die waar dan ook verspreid in ons mooie dorp wo nend, zich nog tot de nieuwe bewoners rekenen te behoren. Burgemeester en wethouders van Schoorl, J. H. BERGH, burgemeester W. K. BELONJE, secretaris Heeft U een afwijkende maat? Geen bezwaar. Binnen veertien dagen leveren wij U een rok precies naar Uw maat. U SLAAGT ALTIJD IN SCHOORL - TELEFOON 640 DE DUINSTREEK Zoals u elders in dit nummer kunt lezen zijn de uitgevers van ,De Duin streek' voornemens dit blad op ge zette tijden huis-aan-huis te ver spreiden. Men stelt zich tot doel zoveel mogelijk abonnees te werven door het brengen van nieuws en programma's van de vele instanties en verenigingen uit onze gemeen schap. Daarbij zal ook het gemeente bestuur van Schoorl de gelegenheid krijgen om de burgerij in te lichten over allerlei zaken, waarvan de ken nisneming voor de burger waardevol genoemd mag worden. Door van deze, door ,De Duinstreek' geboden gelegenheid gebruik te maken, zal de band tussen de burgerij en de ge meente verstevigd kunnen worden en daarmee is de gemeenschap in Schoorl bijzonder gediend. De behoefte om als burgerij en over heid met elkaar in contact te tre den is groeiende. Zo bezinnen ver enigingen en groepen van organi saties zich over de vraag hoe elkaar te naderen. En ook de overheid is meer dan vroeger geneigd de bur ger te zoeken. Laten wij daarom de kans, die ons op deze plaats geboden wordt, goed met elkaar benutten. Van de zijde van de gemeente kan b.v. informatie verstrekt worden over de gemeente-financiën, de ver schillende facetten van de recreatie over bestemmingsplannen en wo ningbouw. Maar ook de burger zelf zal haar of zijn bijdrage kunnen leveren. Hetzij in de vorm van een eigen belichting van één der facetten van de demo cratie hetzij door een verzoek een bepaald onderwerp te doen behan delen. Doel van dit alles is met elkaar te werken aan een levende democratie. Tegen deze achtergrond bezien zijn wij, meen ik, in Schoorl reeds zover, dat wij op deze plaats ook met el kaar kunnen spreken over de zo hard nodige vernieuwing van ons uit de vorige eeuw daterend poli tieke bestel, zowel als over de ver heugende perpectieven, die een groeiende toenadering van het rooms katholieke en het protestantse volks deel ons biedt. Hoe kunnen wij nu onze erkente lijkheid voor ,De Duinstreek' het beste uiten? Schoorl telt ongeveer 1200 woningen en in onze geemente heeft ,De Duinstreek' 900 abonnees. Het zou een goed gebaar zijn van dat deel van de burgerij, dat nog niet op het blad is geabonneerd, dat thans te doen, want dan is men in de drie overige weken van de maand ook van plaatselijk nieuws verze kerd. Voor de eerste keer, dat dan de ge meente in dit kader plaatsruimte wordt gegeven, vraag ik graag uw aandacht voor het stukje over de bijeenkomst met de nieuwe burgers van onze gemeenschap. De burgemeester van Schoorl, J. H. BERGH Een der plaatselijke gewoonten en daarmee een onderdeel van de fol klore of volkskunde is de viering door de jeugd van het Sint Maarten feest. Ondanks de geest van de tijd die de neiging heeft zoveel mogelijk met het oude overgeleverde te bre ken, handhaaft zich dit gebruik nog op tal van plaatsen in ons land en ook in ons dorp. Natuurlijk vraagt geen enkel kind zich af wie St. Maarten was en evenmin waarom aan zijn naam het lopen met lichtjes is verbonden. Laten we dus eerst eens bezien wie de heilige Maarten was. Volgens de overlevering werd hij in het tegenwoordige Sombathely, in Hongarije, geboren in 311. Zijn va der was officier in het Romeinse leger. Zijn beide ouders waren hei denen. Maarten liet zich op 18-jarige leeftijd dopen. Ook hij diende in een der Romeinse legioenen totdat hij ging kluizen op een eilandje in de buurt van Genua. Hij stichtte een klooster bij Poitiers en werd bisschop van Tours. Door zijn grote ijver voor het bekeringswerk ver kreeg hij de bijnaam apostel der Galliërs'. De christelijke kerk van zijn tijd verklaarde hem heilig. Van- daar dat wij nu spreken van St. Maarten of St. Martinus. Hij stierf op 11 november 400 in Candes. Een der meest bekende gebeurtenis sen uit zijn leven is de ontmoeting met de vrijwel naakte bedelaar aan de stadspoort van Amiens. Zonder aarzelen sneed Maarten zijn militaire mantel in tweeën en gaf de ene helft aan de bedelaar. Dit feit is vele malen afgebeeld, o.a. als een soort standbeeld, dat als windvaan op de Utrechtse Domtoren dienst doet. De Utrechtenaren, vroeger Sint Maartensmannen genoemd, zeg gen dat hun stadswapen half rood half wit zou herinneren aan het rode bovenkleed en de witte onder- kleding van hun stadsheilige. Aan zijn gerafelde mantel denkt de Fransman als hij het heeft over fi lets de St. Martin, dat we niet ver talen met draden van St. Maarten maar met herfstdraden. Hieruit blijkt, dat St. Maarten iets met de wisseling der seizoenen te maken zou hebben. In de volksweerkunde is 11 november het begin van de winter. Oude rijmpjes wijzen op de belangrijkheid van deze datum. Daar zijn bijvoorbeeld de volgende ,Zo 't loof niet valt voor St. Mertijn Dan zal 't een harde winter zijn. en Nevels in St. Maarten's nacht Brengen winters kort en zacht, of Is het een donkere lucht op St. Martij n Zo zal 't een zachte winter zijn. Maar is het die dag het weder helder De vorst dringt door in menige kelder. De St. Maartensgans, die vroeger vaak op 11 november genuttigd werd, zou een eerbewijs aan de gan zen zijn, die de jonge priester hulp vaardig in hun hok opnamen toen hij bij zijn verkiezing tot bisschop uit bescheidenheid zich trachtte te verbergen. In werkelijkheid was de gans aan de germaanse wintergod Uller gewijd, wiens feest in het begin van november werd gevierd. Paus Gregrius de Grote (590 tot 604) had immers bepaald, dat ingewor telde heidense gebruiken niet moes ten worden uitgeroeid maar in de zin van de christelijke leer moesten worden gewijzigd. En zo is het ook met de lichtjes, bij voorkeur uitgeholde bieten. Het branden van vuren in Graft en Schagen is in wezen hetzelfde. Hier doet het verhaal de ronde, dat St. Maarten op een van zijn zendings- tochten in de duinen verdwaald zou zijn en men hem, door flambouwen bijgelicht, moest zoeken. Op de ach tergrond van dit fraaie verzinsel staat echter de germaanse God Wo- dan, een der vruchtbaarheidsgoden te wiens ere de heidense Germanen vuren brandden. Al zal men zich niet realiseren waartoe dus de omgang met de lichtjes in feite is bedoeld, het oude gebruik in ons dorp toch in ere gehouden. Daarom wekken w\j de jeugd van ons dorp op, als vorige jaren, mooie figuren in hun uitgeholde bieten te snijden, niet de weg van de minste weerstand te vol gen en een lampion of een stal lantaarn of nog erger een elek trische zaklantaarn te gebruiken. Weer zitten enige dames en heren van 6 tot 7 uur op het gemeente huis om jullie lichtje te beoor delen en naar de voordracht van In de week van 13 tot en met 18 november a.s. wordt ook in deze gemeente de astmacollecte gehou den. Het Nederlandse Astmafonds wil het wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken en de behandeling van astmaziekten steunen en bevorderen 't oprichten van behandelingscentra en klinieken stimuleren en hulp ver lenen bij de individuele noden van astmapatiënten, vooral op financieel gebied. Wij weten, dat door zeer vele nutti ge instellingen steeds op u een fi nancieel beroep wordt gedaan, doch wij schromen niet u te verzoeken aan deze zeer nuttige instelling uw onmisbare steun niet te onthouden. Gaarne willen wij dan ook deze col lecte bij u allen warm aanbevelen. Het comité .in de huid gezondheid en zuiverheid een mooi Sint Maartensliedje te luisteren. Voor de besten zullen er een paar prijsjes zijn. Bij de firma Leysen zal de uitslag bekend worden ge maakt en zijn de prijzen aanwezig. I R. P. GOETTSCH In Groet houdt de Sint Maarten kommissie zitting in de O.L. School ter beoordeling van de leukste lam pions, kleding etc. Mooie prijzen beschikbaar. GEMEENTE SCHOORL GEBOREN: Vincentius Gerardus Th. zoon van C. P. Borst en C. M. Entes, Heereweg 121. Ruben Berend, zoon van R. J. t. Harry, en B. M. Stam, Talingstraat 6. Hans, zoon van A. Wuurman en B. M. van den Berg, Duinweg 66. Reijer, zoon van Egb. Goos en M. J. Veldhoen, Teugelaan 31. Monique, dochter van C. Orden en M. de Boer, Landenstraat 7. Ro- bers Simon, zoon van J. A. Bakker en P. L. Kraakman, Heereweg 161. Tanneke Pauline, dochter van W. Sterk en L. J. Kraker, Reigerweg 16. Alexandra Hendrika Helena, dochter van KI. Schut en N. Peereboom, Hee reweg 16. Bastiaan Gerardus, zoon van H. Kroonenberg en C. A. Gijzen Meidoornweg 129. GEHUWD: P. H. Crum, Heereweg 238 en H. G. Leiker, Alkmaar. OVERLEDENC. J. Waalewijn, oud 78 jaar, e.v. C. Kwast, Heereweg 66. N. Scnuijt, oud 65 jaar, e.v. T. Delver, Heereweg 56. J. J. Kooijman e.v. M. C. Kaag, oud 46 jaar, Heere weg 351. GEBOREN: Rachel, dochter van M. W. van Otigem en M. Minkema, Hee reweg 375. Camillo Emilio Pietro, zoon van R. C. Rapparini en C. Goet Reigerweg 32. Erika, dochter van P. Volger en A. Chr. Groot, Voor weg 64. Chris, zoon van M. de Jong en W. Auffegger, Slotlaan 19. Henk Jan, zoon van H. Mooij en J. Dogger Hagedoornplantsoen 64. Robertus Ferdinand, zoon van F. J. Derks, en J. Glorie, Voorweg 76a. Keman zoon van S. Aksular en C. G. E. M. van Assem, Heereweg 161z. Albertus Petrus Gerardus, zoon van J. Hoo- geboom en E. C. Louter, Konings weg 2. Johanna Geertruida Maria, dochter van J. L. Delis en J. M. Beemsterboer, Damweg 3. Marco Augustinus Menno, zoon van J. P. Rietveld en P. J. G. van Meene, Heereweg 69. Nicolaas Johannes, zn. van A. J. Delis en A. A. M. Verbeek Heidoornweg 137. Sonja Helene Cor nelia, dochter van Fr. W. Planken en M. M. Man, Meidoornplantsoen 99. Adrianus Eduardus Maria, zoon van A. J. Mink en M. A. A. Dongel- mans, Meeuwenlaan 29. Marco Karst zoon van G. Roede en C. C. Pronk Heereweg 103. GEHUWD: G. M. Glorie, Bergen en W. C. Polle, Heereweg 205. Toek. adres: Bergen. R. J. P. Beers, Badhoevedorp en D. J. Krikke, Sportlaan 1. Toekom stig adres: Badhoevedorp. P. R. de Vries, Amsterdam en B. Vriesman, Talingstraat 22. Toekom stig adres: Jaagkade 3. J. de Kroon, Akersloot en T. J. Kalk Munnikenweg 9. Toekomstig adres: Burgerbrug. R. H. J. Bremer, Bergen en L. N. Müller, Duinweg 77. Toekomstig adresBergen. J. H. Kerkhoven, Utrecht en J. H. Ens, Burg. Peecklaan 11. Toek. adr. Haarlem. G. Hof, Talingstr. 16 en G. Greeuw Talingstraat 14. Toek. adres: Egmond Binnen. J. Moerbeek, Bergen en A. Snip, Heereweg 314. Tok. adr: Bergen. E. Smittenaar, Heereweg 395 en L. A. M. Thorsson, Heereweg 395. A. A. M. Tros, Bergen en A. J. Schotvanger, Talingstraat 18. Toek. adr.: Oorsprongweg 36. E. G. Oostinga, Slotlaan 10 en N. Jonker, Slotlaan 17. Toek. adr. Slot laan 17. J. M. M. Voskuil, Van Reenenpark 14 en P. M. Laan, Heereweg 257. Toek. adres: Bergen aan Zee. G. H. Wilbers, Slotlaan 23 en E. KI. Muntjewerf, Zijpe. G. J. Tamis, Kerkbrink 3 en C. M. Admiraal, Schapenlaan 19. Toek. adr. Hagedoornplantsoen 82. KI. de Boorder, Burg. Peecklaan 28 en C. J. Kruijt, Alkmaar. Toek. adr. Burg. Peecklaan 28. N. J. van Wonderen, Hagedoorn plantsoen 48 en M. J. Wels, Amster dam. Toek. adr.: Achterpad 11. Al zal het me tienduizend gulden kosten maar winnen zal ik dit. Moet u eens proberen ze te vorderen. En wat hebt u dan? Nog eens zeven woningzoekende gezinnen. Daar tegenover staat dat ik tegenover uw medewerking ook wat stel. Ik vraag 1 van mijn acht huizen, meer niet. Ze zijn mijn volledige eigendom, zonder hypotheek of wat dan ook. Ik laat ze goed onderhouden en dat kan vandaag de dag lang niet van alle huizen gezegd worden. Purmerend heeft nooit over me te klagen gehad. Als er gezinnen gingen verhuizen, gaf ik altijd mijn medewerking, als u die vroeg. Nu is het uw beurt. Dus wat doen we?' De man dacht een poosje na,pleegde overleg met een andere ambtenaar en kwam tenslotte bij de vrouw terug. 'We zullen het in overweging nemen, mevrouw. U hoort wel van ons.' Maar zoiets had vrouw al verwacht. 'Ik hoef het niet te horen. Hier hebt u het adres vanmijn advokaat. Ik ga er nu meteen heen. Tot vier uur kunt u hem meedelen, dat u akkoord gaat met het vrijgeven van mijn huis voor mijn zoon en mijn aan staande schoondochter. Ik laat evengoed de huuropzegging ge reed maken. Heeft hij om vier uur niet uw toestemming, dan gaan de acht vrieven in de namiddag nog naar het postkantoor. U kunt kiezen of delen. Goedemorgen.' De brieven behoefden niet te worden verzonden. De volgende morgen wist vrouw Lakeman middels een schrijven van haar advokaat, dat perceel nummer zoveel in de Julianastraat vrij gegeven was voor de heer W. Lakeman en zijn aanstaande vrouw en dat het echtpaar Plas inmiddels een plaats aangeboden had gekregen in het bejaardentehuis. De twee oude mensen zou den binnen een week kunnen verhuizen. Ze vouwde de brief zorgvuldig op en zei tot haar zoon: 'Het is in orde. Volgende week is het huis leeg. Ga meteen kijken hoe het eruit ziet en neem Map mee. Als er nog wat aan gedaan moet worden, dan laat ik dat terstond in orde maken. En ga deze week nog aantekenen in de Midden-Buurt. Waarom zullen jullie langer wachten?' HOOFDSTUK 4 Het huwelijk van Wiechert Lakeman en Marianne Ruizenaar vond in de grootse stijl plaats. Geen auto's, maar rijtuigen, met schimmels voor de bruidskoets. Toon Ruizenaar had extra in de bus geblazen, want hij had ook niet op een paar briefjes gekeken, toen zijn dochter Alie trouwde. Later mochten de zusters elkaar niets kunnen verwijten. Dat Map wel meteen een huis had en Alie nu al vier jaar inwoonde, kon niemand ver helpen. Misschien dat er spoedig een oplossing kwam, nu Alie haar derde kind verwachtte. Map was een alderliefst bruidje in haar lange, lichtblauwe bruidsjapon, niemand had haar in het hoofd kunnen praten, dat bruidjes gewoonlijk in het wit trouwden. 'Wit staat me niet', was Map's enige commentaar en daar had men zich tenslotte maar bij neergelegd. En Wieg vond het al lang goed. Want hij was een week voor zijn huwelijk geslaagd voor tweede stuur man en dat betekende tevens een hoger salaris. Weliswaar moest hij al drie weken na zijn huwelijk weer de zee op, doch het be tekende tenslotte toch eenentwintig dagen, dat hij met zijn jonge vrouw samen kon zijn. Hoewel geen van beide families bijzonder kerks waren, stond het toch vast, dat na het burgelijk huwelijk een kerkelijke be vestiging moest plaatsvinden. Ruiter, de buurman van de Ruizenaars, die overigens goed met hem overweg kon, haalde er zijn schouders voor op. 'Dat is geloof op wieletjes', was zijn oordeel. Met andere woorden, ze gaan alleen naar de kerk om te huwen, een kind ten doop te houden en als er een begrafenis is. Verder doen ze er niets aan. Maar dat was ook niet helemaal juist, meende vrouw Ruiter. Daar mocht je geen oordeel over uitspreken. Kon Kees Ruiter in de harten van zijn buren kijken? De bruiloft werd gevierd op de grote deel van de weduwe Lakeman. Daar was meer ruimte dan bij de Ruizenaars. Er was muziek en er werd gedanst. Niet dat vrouw Lakeman nu zoveel zag in dat 'gehops'. Zelf was ze streng opgevoed en dansen was er in haar jonge jaren vast niet bij. Pa Lakeman zou beslist een beroerte gekregen hebben als zijn dochter gevraagd had dansles te mogen nemen. Daar dacht je in die tijd eenvoudig niet aan. Maar de tijden veranderen. Ze herinnerde zich dat oom Piet de Bakker op een zondag tijdens noodweer met de Ford naar de kerk was gereden om zijn paard te sparen en de familie droog over te brengen. Want zo'n tentwagen was nooit helemaal waterdicht. Mensen nog aan toe, daar was grote schande van gesproken. Wereldgelijkvormigheid werd het genoemd. En een paar ouderlingen waren maandagsmorgens met de dominee naar het spul van oom Piet gereden om de broeder te onderhouden over het ongeoorloofde van zijn daad. Daar was het toen bij gebleven, maar kom nu eens zondags kijken bij de kerk? Kun je de auto's nauwelijks tellen. Ja, vrouw Lakeman wist wel, dat de tijden veranderd waren. En haar zoon was zee man, dus die zou tijdens het passagieren ook wel niet naar museums gegaan zijn. Hij bleek de danskunst tenminste goed te beheersen, toen hij met zijn jonge vrouw over de deel draaide. Je kon er toch niets meer aan doen. Bovendien, het was nu toch feest? Toen Wieg op een geven ogenblik met een buurmeisje danste kwam Bram, de broer van Wieg op Map ap. 'Mag ik een rondje draaien met mijn knappe schoonzus?' vroeg hij lachend. Ze kwam meteen overeind. 'Vanzelf. We zijn nu familie, he?' Terwijl ze dansten, zei hij op zachte toon: 'Ik ben gewoon jaloers op mijn broer, wil je dat wel geloven? Je mag het nu gerust weten: ik heb wel eens werk van je gemaakt. Ik dacht: Wieg is haast altijd op zee, dat zal ze op de duur wel niet leuk vinden. En ik neem te zijner tijd het spul hier over, dus is mijn kostje gekocht. Misschien wil ze mij wel.' Ze nam het luchtig op. 'Dan heb je pech gehad, he?' In werkelijkheid had ze nooit iets voor Bram Lakeman ge voeld. Integendeel. Eens was ze een avond met hem uit ge weest. Bram nam nogal dikwijls de wagen van zijn moeder mee. Ze waren kriskras door Westfriesland gereden, hadden hier en daar wat gedronken, tot ze in Avenhorn midden in de kermis terecht kwamen. Daar hadden ze gedanst en veel pret gehad. Maar op weg naar huis was Bram niet helemaal brand schoon meer en werd hij vervelend. Ze had zich laten zoenen, waarom niet? Bram kon meedoen en was best een jongen, om mee voor de dag te komen. Hij leek veel op Wieg. Maar toen zijn handen te vrijpostig naar haar zin werden, had ze hem be slist afgeweerd. En gezegd, dat ze van zoiets niet gediend was. Maar de uitwerking was averechts geweest. Hij werd dol driester, tot ze hem een fikse klap had gegeven. Waarna ze uit stapte, om de wagen heenliep en hem zonder meer opzij schoof. 'De rest rijd ik', had ze op besliste toon gezegd, 'want jij hebt net teveel gedronken om je fatsoenlijk te kunnen gedragen. Laat staan behoorlijk te rijden.' Misschien was hij door haar veranderde toonaard overdon derd. Hij liet haar begaan, voor wat het rijden betreft, doch toen hij opnieuw handtastelijk werd, gaf ze hem weer een tik, ditmaal veel harder en beet hem toe: 'Moeten we tegen een boom rijden? En in het ziekenhuis terecht komen?' Binnen vijf minuten was hij onder zeil, half tegen haar aan gevallen. Ze reed de wagen bij de Lakemans het erf op, draaide de motor stil en stapte uit, Bram aan zijn lot overlatend. Zelf liep ze in de donkere nacht naar haar ouderlijk huis, een kwar tier verder. Nadien had ze iedere uitnodiging om met hem uit te gaan, vriendelijk doch beslist geweigerd. Ze hield niet van jongens, wier handen aan de verkeerde kant van het lijf zaten, zoals ze toen in de Beemster zeiden. Bovendien had hij iets in zijn ogen, dat haar helemaal niet aanstond, waarvoor ze altijd een tikkeltje vrees had. Doch nu wilde ze wel met hem dansen. Hij was immers haar zwager geworden? En hier kon toch niets gebeuren. Bovendien was ze nu de vrouw van zijn broer, dus hij keek natuurlijk wel uit. Wieg was een beste jongen, maar als hij kwaad werd, goed kwaad, moest je bar met 'm uitkijken. 'Ik kom je wel eens opzoeken, als Wieg weer vaart', beloofde Bram. 'Of ik haal je op en rijd je hierheen. Moeder zal het pret tig vinden, als je zo af en toe een avondje komt buurten.' En jij eveneens kist ze. Ik zal niet al te vaak van zijn aanbod gebruik maken. En als ik naar mijn schoonmoeder ga, neem ik de fiets wel. Het is misschien twintig minuten rijden. Boven dien. ik ga een paar keer per week naar huis. Het feest was prettig en verliep zonder één wanklank. Na tuurlijk was er genoeg te drinken, stel je voor. Af en toe keek Map naar haar man. Nu weet ik, dat ik van hem houd. Eer- gistern hadden ze nog een paar dingen naar hun huisje ge bracht, met de auto van haar schoonmoeder. En waren ze, de armen om elkaar heen, nog eens door alle vertrekken gelopen. Samen hadden ze hun huiskamer voor de zoveelste maal be wonderd. In de keuken, waarop ze zo bijzonder trots was, om dat de hele installatie door haar ouders was bekostigd hadden ze even op de stoelen gezeten, tegenover elkaar met de tafel ertussen. 'Zolang het redelijk weer is, eten we hier', had ze beslist. 'Dat is het gemakkelijkst. Geen gesjouw.' Hetgeen Wieg opperbest vond. Via de gang en de trap hadden ze de slaapkamers bekeken, ook die, welke zij zouden gebruiken. En daar had Wieg op zijn bekende heftige manier Map in zijn armen genomen. Ze was wel even overdonderd, want de laatste tijd was hij op zijn manier rustig en vol zorg voor haar geweest. Doch toen ze zijn handen over haar heupen voelde tasten, wrong ze zich los en duwde hem van zich af, hem dreigend, haar wenkbrauwen gefronst. 'Wat nu? Moet ik, twee dagen voor ons huwelijk, nog kwaad op je worden?' Het jaar 1967 stond voor Schoorl en Bergen in het teken van veranderingen en ook 1968 zal ongetwijfeld weer een jaar zijn dat vele manifestaties en gebeurtenissen zal brengen. Het lijkt ons daarom wel leuk om een jaargang van de Duinstreek, waar dat alles instaat, te gaan inbinden in boekvorm. Dit kunt u laten doen door uw kranten het hele jaar te bewaren en die dan bij ons te brengen. Maar ook kunt u alles door ons laten verzorgen door, via ons, een abonnement te nemen. Zodat u toch wekelijks uw krant kunt lezen en er niet op hoeft te letten dat ze bewaard blijven. In het kort samengevat is het als volgt Een abonnement kost 7,50 Een ingebonden jaar, door uzelf bewaart, kost 14,25 Geheel door ons verzorgt; dus inbinden en kranten 21,75 De uitvoering is in half-linnen band, grijs natuurlinnen met groen wolken marmer. U dient zich uiterlijk vóór 31 december 1967 op te geven, daar het jaargang met 1 januari ingaat. Geeft u dus spoedig op of vraagt eerst inlichtingen bij C. MUL, gedipl. boekbinder Teugelaan 11 - Aagtdorp - Heereweg 14 - Schoorl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1967 | | pagina 5