weekblad
DamP0 bevrijdt
Kaasfabrieken in Schoor!
fonderJeJacti&
GERRITSEN
tenen.
oude dotpsca^é te
s^-ioet, Kruipen en (Zampetduin
schoolkrant...
Kristal met zilver
VOOR BABY'S HUIDJE
'De Goede
Verwachting' te
Catrijp
'Kennemerschei',
de kaasfabriek te
Schoorldam
Het begin van een
kaasfabriek
r- vC V'--.
•rfiMMiii+ff.'i
19 DECEMBER 1968
DC DUINSTREEK
neus, keel,borst van vastzittend slijm
TWEEDE BLAD
Het haasje heeft een holletje maar met geen dak er op
Het springen was wel leuk, maar daar komt een jager aan
Hij schiet een keer, want het haasje was gauw weg.
Maar de jager rent achter hem aan, maar op eens komt er een sloot.
Hij kan er niet over, maar hij was slim, de jager
rent maar en rent maar, maar het haasje lag te rusten.
De jager zag hem niet meer.
En nu is het uit
En de kikkers zingen.
tweede klas
HAASJE KNABBEL
Sommige van deze café s zijn al eens ter sprake gekomen, toch is het wel een
keertje aardig om ze allemaal bij elkaar te vermelden. Allemaal, voorzover ze
tenminste aan mij bekend zijn. Mocht u er nog meer gekend hebben laat het dan
eens aan de schrijver dezes weten.
4. Tegenover het oude raadhuisje te
Groet, waar nu Piet Orie woont,
was ook een café. Hier was Jaap
Kaasenbrood de kastelein.
De kaasfabriek te Schoorldam, ten tijde van Joh. Ens, de kaasmaker die
ditmaal met z'n gezin voor de fabriek staat.
1. Het eerste café dat wij hier wil
len vermelden is café 'De Bonte
Koe'. In dit café waren o.a. Wil
lem Goudsblom en B. Kaasen
brood de kasteleins, terwijl we
er nu Piet Slijkerman zullen vin
den.
2. De volgende herberg was die
achter de woning van Besteman
(Heereweg 201). Deze herberg,
met Lijdekker als de enig nog be
kende kastelein, stond op de
plaats waar nu het fietspad is.
Dus vlak onder het hoge duin.
3. Café 'De Eenhoorn', het lange
huis naast kapper Laan, is eigen
lijk nog maar heel kort geleden
opgehouden café te zijn. In die
tijd van Willem Kooy was het
hier, dat de jongens van Groet
hun eerste danslessen kregen.
Dansen zoals de Wals, de Veleta
en niet te vergeten de St. Ber
nard.
lige drukte in het café kon bete
kenen. Het cafeetje is er niet
meer, wel echter nog het huis,
namelijk de woning van mevr.
Munt.
11. Helemaal aan het einde van ons
dorp stond dan tenslotte nog het
café van Wognum, een cafeetje
dat overigens niet zo oud was
daar burgemeester Peeck het had
laten zetten. Deze kleine uitspan
ning werd in 1933 vervangen door
het grote café-restaurant van Y.
Minkema. Welk gebouw in 1942
jammer genoeg door een Engelse
beschieting werd vernield en
daarna verder afgebroken, gelijk
met de burgemeesterswoning van
burgemeester Van Fridagb-
5. In de woning en winkel van tot
voor kort Arie Kruis was de
oude Bareman, de vader van de
latere veldwachter, de laatste
kastelein.
6. Eén van de grootste en misschien
ook wel de oudste is de herberg
'De Staande Leeuw', toen ter tijd
de herberg van Jan Hoogvorst.
Deze Jan Hoogvorst was overi
gens lang de enige niet die met
een dergelijke naam in Groet
rond liep, waar er plm. 1900 maar
liefst 23 Jan Hoog vorsten in dit
dorpje rond wandelden.
De tegenwoordige eigenaar van
'De Staande Leeuw' is nu alweer
geruime tijd G. Mereboer.
7. Een café dat er lang niet meer is
is het café van Willem Wognum
in het huis waar lange tijd de
familie Janssen heeft gewoond
(Heereweg 299). Dit café was het
schipperscafé, zo genoemd omdat
hier de vele schipbreukelingen
uit die tijd werden verzameld en
van droge kleren werden voor
zien. Eén van de bekendste kas
teleins hier was Trijn Zwafel, de
grootmoeder van Maartje Vlaan
deren uit het Hargergat.
In dit café hing het volgende
rijmpje:
Het verongelukte schip
Met afgebroken mast
Verging op deze klip
Opnieuw nu opgepast'.
8. Ook in het huis met het leeuwtje
het huis dus van Hoogland, was
een herberg. In deze herberg was
onze veldwachter Pieter Bare
man de laatste biertapper.
9. Verder was ook 'De Bokkesprong'
er al. Toen nog droeg het echter
de naam 'keizershof nabij het
spoor'. Dit was de tijd dat Keizer
er de scepter zwaaide. Hij werd
opgevolgd door Klaas Pais. In
deze herberg stond de muzikant
in de bedstee te spelen en deze
herberg was het ook die er een
eigen ééndaagse kermis op na
hield in het najaar als alle ker
missen in de omgeving reeds ge
weest waren. (Is dit misschien
het restant van een Harger ker
mis geweest?).
De enige kraam was van 'Merry'
Beemsterboer en favoriet was
vooral het katknuppelen. De
kat was aan het begin dezer eeuw
echter juist vervangen door een
stokje met daaraan een touwtje.
10. Dan stond er nog het in 1844 door
Jacob Out gebouwde café met
winkeltje aan de Hargervaart. In
die tijd van Dirk Schagen kon
het wel gebeuren dat er zo'n 40
schuiten lagen te wachten op een
lading zand. Hetgeen een gezel-
bracht konden worden. De korsten
die bij het persen van de kaas ont
stonden, werden nogmaals samen
geperst tot rondjes kaas en dan
voor de helft van de prijs verkocht.
Aanvankelijk was Rijer Hoogvorst
dus de kaasmaker. Hij werd opge
volgd door Arie Schoorl, dezelfde
die later een manufacturenzaak je
zou beginnen. Arie Schoorl ruimde
in 1918 op zijn beurt weer plaats
voor de al eerder genoemde Joh. Ens
welke laatste tot 1927 kaasmaker te
Schoorldam zou zijn. In dit jaar be
gon hij een kruidenierswinkeltje
met café in het huis, waarin voor
heen behalve een café ook al een
slagerij was geweest, waarin nu zijn
zoon Min Ens een kruidenierswinkel
heeft en waarin ook hij zelf nog al
tijd woont. Alhoewel Ens niet de
laatste kaasmaker was, werd de fa
briek na enkele heftige discussies en
een beslissende stemming toch nog
het zelfde jaar gesloten, waardoor
dus weer een kaasfabriekje was ver
dwenen.
Een echte fabriek, in tegenstelling
met de beide pioniers, zou de in 1905
opgerichte kaasfabriek 'De Goede
Verwachting' te Catrijp worden. Ook
hier eerst een boerderij, een boerde
rij echter waar in 1926 een voor die
tijd grote fabriek voor gebouwd zou
worden. Tot 1923 was Blokker er
kaasmaker geweest en van 1923 tot
1930 was de beurt aan Cornells
Kleyer. Dit was waarschijnlijk wel
de laatste, die het met de titel van
kaasmaker moest stellen. Want na
die tijd ging men al spoedig van di-
rekteur spreken, maar daar was het
dan ook een grote fabriek voor ge
worden. Een fabriek overigens die
nog verschillende verbouwingen en
uitbreidingen tegemoet zou gaan.
De laatste directeur van deze fa
briek was G. de Boer. De laatste,
want nadat de melkfabriek, schijn
baar alle moeilijke tijden had over
wonnen. En nadat een ieder hier
dacht dat wij hier in Schoorl voor
altijd wel een melkfabriek zouden
hebben, bleek dit slechts schijn.
Immers nu alweer vanaf 1964 moet
Schoorl het zonder een enkele melk
fabriek stellen en dat terwijl wij er
plm. 1910 maar liefst drie tegelijk
bezaten.
Burgemeester Peeck echter besloot
hier een stokje voor te steken. In
1888 riep hij de boeren uit ons dorp
bij elkaar en nog in hetzelfde jaar
besloten de boeren om gezamenlijk
een coöperatieve fabriek in Groet op
te richten. Nu is fabriek overigens
wel een groot woord, want zelfs in
het hoogseizoen was een honderdtal
kazen per dag toch wel het maxi
mum. Maar ja, voor die tijd!
Het fabriekje werd ondergebracht in
de boerderij waarin nu W. Polle
woont (Heereweg 220). De eerste
kaasmaker werd Huibert Nottelman
'Kennemerschei', de kaasfabriek van
Schoorldam, was opgericht in 1896.
Deze fabriek werd ingericht in het
eigenaardige lange huis (naast de
voormalige steenfabriek), waarin we
nu maar liefst vijf woonhuizen en
een melkwinkeltje terug vinden.
Hetzelfde huis dat overigens al zeer
Wederom de fabriek te Schoorldam nu echter met kaasmaker Kleyer en
z'n gezin.
VOETPADEN
Onder aan de voet van de hoogste
duinen van onze provincie, onder aan
de voet van Schoorls trots, slingert
zich de Duinweg als een kronkelend
lint verscholen tussen het vele groen.
Deze Duinweg, toegang tot onze ge
meente, is smal. Inderdaad, maar juist
daardoor gebeuren er heel wat minder
ongelukken dan op menige brede weg
waar men vaak veel minder voorzich
tig rijdt.
Vooral nu onze gemeente het voet
gangersprobleem zo radikaal heeft
aangepakt door bijna alle belangrijke
en gevaarlijke wegen van voetpaden te
voorzien, zijn onze wegen ongetwijfeld
een stuk veiliger geworden.
BIJNA
Want terwijl men overal dadelijk inzag
dat de paar meters geofferde grond
in dit geval werkelijk op een uitzon
derlijke goede manier werden besteed.
Terwijl men overal in ons dorp gelijk
bereid was om mee te werken. Zouden
er juist op die Duinweg, juist daar
waar de weg het meest onoverzichte
lijk is, de grootste problemen ontstaan.
Juist hier zouden mensen blijken te
wonen, die totaal geen gemeenschaps
zin hebben. Mensen die denken dat
men de meest onredelijke eisen moet
stellen als vergoeding voor de verlo
ren metertjes grond.
Zijn het de beroemde verkeerde benen
of is 't bekende nee en niet anders.
Wij hopen dat het eerste is want dan
is er niet veel aan de hand, immers
morgen is er weer een dag. Misschien
zal juist die dag het zijn waarop de
betreffende mensen zullen beseffen
dat zij samen met anderen een ge
meenschap vormen.
Een gemeenschap waar, integenstel-
ling van elkaar uit te buiten, men zo
veel mogelijk moet trachten om voor
en met elkaar te streven naar datgene
wat het beste is voor ons allemaal.
oud moet zijn, daar er o.a. voor 1896
behalve een café, ook een wagenma
kerij in geweest is.
De eerste kaasmaker van Schoorl
dam is niet bekend, wel echter zijn
opvolger Rijer Hoogvorst die er in
1900 kaasmaker werd. Boekhouder
hier was Chr. v. d. Kolk, de welke
ook nog hulppostkantoorhouder was
te Schoorldam.
Net als in Groet was ook dit een
'half hoorn - half zoet' fabriek, het
geen betekent dat er alleen kaas
werd gemaakt. De boterbereiding
hielden de boeren voorlopig zelf nog
in handen. De boeren, een knie op
de hondekar en met het andere been
de kar duwend en sturend, brachten
hun afgeroomde melk naar de fa
briekjes.
Aan het einde van de 19e eeuw n.l.
zou de coöperatieve gedachte steeds
meer terrein gaan winnen. Verwon
derlijk was dit zeker niet, wan ter
wijl deze tijden toch al berucht wa
ren om de grote armoede die toen
heerste, gebeurde het bovendien
maar al te vaak dat de boer van de
markt met lege handen thuis kwam.
De kaasfabriek te Schoorldam, met kaasmaker Blokker en een groot aantal
boeren, die juist hun melk hadden afgeleverd.
Deze foto werd gemaakt ter gelegenheid van de nieuw gebouwde fabriek te
Catrijp. De oude boerderij steeks nog juist boven het nieuwe gedeelte uit.
Terwijl gedurende eeuwen de boeren zelf hun bofer en kaas
hadden gemaakt en deze vrijdags op de markt in Alkmaar
aan de man hadden gebracht, zou daar juist voor de laatste
eeuwwisseling een verandering in komen.
Nadat de melk in grote bakken was
gegoten, werd er eerst kleursel en
stremsel bijgegooid. Als de melk dan
zo'n half uur had gestremd was ze
dik genoeg geworden om te kneden.
Deze kneedbare massa ging vervol
gens in een bak, alwaar men het
met de kaasmessen kon bewerken.
Tijdens deze bewerking liep er
vocht uit. Dit vocht, de wei, werd
behalve als drinken voor het vee
ook door de omringende bewoners
gekocht om er pannekoeken mee te
bakken.
Het overgebleven produkt werd zo'n
Nadat de boer z'n melk 's avonds had
afgeroomd, gooide hij er de volgende
dag zoete melk door om er ver
volgens kaas van te maken. Veel
bijzonders was dit niet daar men
nooit anders gedaan had. De boer
verzuimde echter het vetgehalte te
controleren, ook was het woord hy
giëne hem meestal totaal onbekend.
Het gevolg hiervan was dat steeds
weer op de markt pas zou blijken,
wat voor een kwaliteit kaas de boer
nu eigenlijk had geproduceerd. In de
voorafgaande periode van 1829 tot
1885 was dit door de hoog liggende
kaasprijzen zo'n ramp nog niet. Nu
echter bleek meer dan eens dat de
kaas vrijwel waardeloos was, zodat
de boer platzak huiswaarts moest
keren.
Eén van die mensen die wel door
hadden waarom de kazen vaak zo
slecht van kwaliteit waren was Jan
Luddik. Deze Jan Luddik, die toen
tertijd op de boereplaats van Roo-
zendaal woonde vroeg de boeren uit
de omgeving om hun melk bij hem
te brengen, zodat hij de kazen zou
kunnen maken.
Vanaf die tijd dus maakten verschil
lende boeren hun kazen niet langer
zelf en dat scheen goed te bevallen,
want al spoedig kwamen er steeds
meer van soortgelijke ondernemers
bij. Zoals Huibert Nottelman en
Cees Kager.
De kaasfabriek te Schoorldam. Op de voorgrond staat de kaasmaker Rijer
Hoogvorst niet z'n familie en personeel.
na hem kwam Arend Kruit en de
laatste kaasmaker in Groet was Joh.
Ens. Ondanks het feit dat de kaas
maker van die tijd vrij wonen, vuur
en licht had, was hem toch lang
geen rijk inkomen beschoren. Voor
al in de winter was armoede troef.
Eenmaal in de week werden de boe
ren door de boekhouder uitbetaald.
De ene week in 'De Bontekoe', de
andere week in 'De Staande Leeuw'.
Siemen Daalenberg was van 1888 tot
1915 boekhouder, terwijl hij werd
opgevolgd door Tinus de Zeeuw. De
welke dit werk tot 1918 zou doen.
Dit was n.l. het jaar waarin de fa
briek op z'n oor ging, daar stremsel
en kleurstof, twee belangrijke
grondstoffen bij de kaasbereiding,
nauwelijks meer te krijgen waren.
De kaasfabriek van Groet werd dus
gesloten en Ens, de kaasmaker ver
huisde naar de kaasfabriek van
Schoorldam.
IV2 uur geperst met als doel de
korst te sluiten. Vervolgens ging de
kaas in de zetter om model te krij
gen, in de pekel om het uitdrogen
tegen te gaan en dan nog in het
water om de pekel er weer te doen
trekken. Tenslotte werden de kazen
geoliëd opdat ze als keurige glim
mende Edammers ter markte ge-