1/ï onderredactie, vanji Lange tenen. pSjjlljjf - gFfT7^ diéHsètefeUttfy De diligence van Siemen Meereboer munHRRDT'S uniek schouwsfielï vanaf onze duinen iem ais koetsiet J .U, Voor Baby De vloot van admiraal Duncan Viscount Duncan of Camperdown Hevige strijd De gevolgen van een superieur geschut HOOFDPIJN POEDERS "STALHOUDERIJ S. MEEREBOER k; ipnifeWBG BREGTDORP SCHOORL i'Èf.RjC W 'M :.niRt»rclfttnS- Schoor! v.c. kwk ki'C V. SMMfl -9 59 'M- 1t ILSS ürtjjj 55 «ge iSyil «er, j§ S| oir un -«Éfc-tiö tö.' SA GCEifcp fjfeffe Srsttoh mtór Gs :%2c>. •-.« ©«JSC s iEID VOOR Pl.GEÏlERTOCmlIiSv - - Veel klandizie Ook nog een landauer Een holziek paard Een kort bestaan K* \0 De slag hij Camperduin Bloediger dan de slag bij St. Vincent, groter dan de slag bij Trafalger, doch nauwelijks bekend, speelde zich in 1797 juist hier voor de kust van onze gemeente één van de grootste zeeslagen af, welke de geschiedenis heeft opgeleverd. Op de toppen der duinen hadden zich honderden mensen verzameld om vandaar de furie van de zeeslag te kunnen aanschouwen, hetgeen heel wel mogelijk was daar de ge hele slag zich nog geen acht kilo meter vanuit de kust afspeelde. Al dient hierbü wel te worden vermeld dat de details van het gevecht niet waren te onderscheiden door de re gen en de enorme rookontwikkeling van de brandende schepen. Waarom op negen oktober van het jaar 1797 de Bataafse vloot o.l.v. admiraal de Winter uitvoer is tot op heden nog niet recht duidelijk, maar dat het een hachelijke onderneming was met de Engelse vloot o.l.v. ad miraal Duncan in de nabijheid is wel zeker. Drie maanden te voren nog was de Bataafse vloot volge stouwd geweest met een troepen macht van 30.000 man om via Ier land het gehele Britse eiland te be zetten. Gedurende lange tijd had het er naar uitgezien dat niets deze ge weldige, troepenmacht zou kunnen tegenhouden. De Engelse Noordzee- vloot lag lam door een grootscheepse muiterij en de wind waaide al gedu rende vele weken regelrecht in de richting van het Engelse eiland. Hoewel dus niets nog een verdere uitbreiding van het Franse imperium van Napoleon in de weg leek te staan, zouden op de 18e juli, de dag van de geplande afvaart, de zaken een totale wending nemen. In de voorafgaande nacht reeds sloeg de wind geheel om en gedurende de daaropvolgende maand waaide er een stevige westenwind, een westen wind welke niet alleen een uitstel van de invasie bewerkstelligde, maar door haar lange aanhouden de ge hele invasie zelfs onmogelijk maakte. Toen dan ook admiraal De Winter op de 9e oktober met z'n vloot de thuishaven verliet was er van een op hand zijnde invasie al heel geen sprake meer, terwijl echter ook ieder andere duidelijk aanwijsbare reden voor het vertrek ontbrak. Varend langs onze kust vernam de admiraal reeds op de 10e oktober dat ook de vloot van admiraal Duncan in zee was gegaan, waarop De Winter, wei nig vertrouwen hebbende in de ca paciteit van z'n schepen, besloot om terug te keren naar z'n basis. De vloot van de Engelse admiraal was samengesteld uit de zestien minst zeewaardige en oudste sche pen van de gehele Engelse oorlogs vloot. Het vlaggeschip werd zelfs de 'Venerable', ofwel de eerbiedwaar dige, de grijsaard, genoemd, hetgeen eens te meer een bewijs vormt voor het feit dat men toentertijd weinig belang hechtte aan de Noordzeevloot. Dit laat zich overigens ook wel ge makkelijk begrijpen als wij ons herinneren dat landen als Frankrijk en Duitsland nog heel geen zeemo gendheden waren, terwijl de Hol landse vloot de laatste jaren veel in betekenis had ingeboet. Hoewel de Hollandse kustlijn nog altijd wel werd gedomineerd door de schadu wen van Michiel de Ruyter en Cor nells Tromp. Admiraal Duncan liet zich door dit alles echter niet ontmoedigen en hij vertrok die 10e oktober zelfs met het grootste vertrouwen. Trouwens voor hem was de naderende slag bo vendien een welkome afwisseling van de eentonige blokkade van de Hollandse kust. Immers sinds 1795, het jaar van de POEDER - CREME - OLIE - ZEEP zich over te geven, maar telkens had hij dit geweigerd, hetgeen waar schijnlijk mede voortkwam uit het feit dat nog nimmer een Hollands admiraal zich had overgegeven, zo dat hij dus de eerste zou zijn. De Hollandse vlag was al zoveel keer weggeschoten dat er geen meer over bleef om nog te hijsen, terwijl er trouwens ook niets meer was om wat dan ook aan te hijsen, daar alle masten er finaal waren wegge schoten. Het was tenslotte een En gels officier die op het idee kwam dat al zou admiraal De Winter zich willen overgeven, hij dit geen eens meer zou kunnen, daar er geen vlag meer viel te strijken. Hierop nam de bewuste officier een scheepstoeter ter hand en vroeg de admiraal of hij zich nog steeds niet wilde overge ven. „Wat zou je ervan denken," was het laconieke antwoord van De Winter, waaruit blijkt in welk een erbarme lijke toestand het vlaggeschip zich moet hebben bevonden, maar waar uit ook blijkt dat deze admiraal toch wel een bijzonder iemand geweest moet zijn, getuige een dergelijk ant woord in een dusdanig benarde po sitie. De strijd was dus gestreden, admi raal De Winter had zich overgege ven, de Hollandse vloot was versla gen. Met een sloep werd De Winter van de trieste resten van het eens zo trotse vlaggeschip weggehaald en naar de 'Vereable' gebracht. Hier wachtte hem e;n geheel andere ont vangst dan hij ooit verwacht zou hebben, want toen hij zijn zwaard aan Duncan wilde overhandigen, weigerde deze met de historische woorden: „Ik neem liever de hand van een dapper man dan zijn zwaard," historische woorden die het begin zouden zijn van een hechte vriendschap tussen deze twee dap pere admiraals. Het vlaggeschip 'De Vrijheid' ontvangt een laatste vernietigende lading kogels. (Naar een schilderij van Samuel Owen) Franse bezetting der Nederlanden, was hij belast geweest met deze blokkade. Een blokkade die voor het merendeel van de tijd met slechts twee schepen werd uitgevoerd. Het geen verwezenlijkt kon worden, doordat men de beide schepen sig nalen liet geven aan schepen die zogenaamd verder lagen, om zo de Hollanders in de veronderstelling te doen verkeren dat er nog tientallen andere schepen aan de blokkade deelnamen. En zo lagen dan op de twaalfde ok tober de twee vloten tegenover el kaar, de twee vloten die één van de hevigste zeeslagen der geschiedenis zouden ontketenen. De Hollanders lagen in de beste positie en hadden meer schepen, doch de Engelsen wa ren beter getraind en haar geschut produceerde drie schoten tegen de Hollanders twee. De Engelsen waren namelijk ook nog eens met 86 car- ronades bewapend, een moordend bovendeks wapen dat bij de Hol landers geheel ontbrak. De grote hevigheid van de strijd kwam vooral voort uit de weder zijdse moed, maar ja hoe kan het ook anders, de twee toentertijd grootste zeenaties van de wereld trokken immers tegen elkaar ten strijde. En dan te denken dat het in 't geheel niet in de bedoeling lag van admiraal De Winter om het op een slag aan te laten komen. Hij immers was er zeer wel van op de hoogte dat de Engelse vuurkracht groter was, doch ook was het hem maar al te duidelijk dat zijn vloot geen eenheid vormde, daar er vele van de beman ningsleden sympathiseerden met het huis van Oranje. Zijn opzet was het dan ook om z'n vloot zo snel moge lijk terug te trekken, dit echter niet na eerst de zwaardere Engelse sche pen dicht naar de kust gelokt te- hebben, zodat deze in de voor hen onbekende water gedoemd zouden zijn om schipbreuk te lijden. Ter verwezenlijking van dit plan had De Winter zijn schepen in een rechte lijn langs de kust opgesteld in af wachting van een gelijke opstelling van de Engelsen om bij de daarop volgende aanval van z'n vloot, deze zo dicht mogelijk naar de kust terug te trekken. Doch zijn verwachting deed geen ge stand, de Engelsen formeerden zich in het geheel niet, en vielen zonder een bepaalde opstelling gelijk aan, zodat de Hollanders de tijd niet kre gen om zich terug te trekken. En zo ontbrandde de strijd zich in alle he vigheid, een hevigheid welke wel licht het beste wordt gedemonstreerd aan het ongekende hoge aantal slachtoffers zowel onder de Engelsen als de Hollanders. Zo telde 'De Vrij heid' het vlaggeschip van De Winter, alleen al 85 doden en 89 gewonden. Terwijl het totale aantal voor de Engelsen en Hollanders respectie velijk: 228 doden, 812 gewonden en 540 doden en 620 gewonden bedroeg. Het Hollandse schip dat de aanval opende was 'De Jupiter', het schip van vice-admiraal Reyntjes, die zijn Groots was de ontvangst die Dun can bij z'n terugkeer in Engeland wachtte en evenzo groots waren de vele onderscheidingen die hem als overwinnaar te beurt vielen. Een van deze onderscheidingen is voor ons Schoorlaars toch wel bijzonder interessant, te weten de onderschei ding 'Viscout Duncan of Camper down.' Hieruit blijkt namelijk dat Duncan een adelijke titel tussen graaf en baron verwierf over ons Camperduin. Duncan zal hier ongetwijfeld zeer gelukkig mee geweest zijn, en de Campers? Ach wisten zij veel, hen restte alleen de herinnering aan het schouwspel van de zeeslag. Een schouwspel dat zich ditmaal nog op veilige afstand van het dorp had af gespeeld. Een schouwspel dat echter gelijk het voorspel beduidde van de ramp die zich nog geen twee jaar daarna over het dorpje Camp zou voltrekken. De gegevens voor ditstukje ver kreeg ik uit het boek 'St. Vincent and Camperdown' geschreven door Christopher Lloyd. V pi- - - jMm Slag bij Camperduin, met links 'De Vrijheid' en in het midden de 'Vene rable' en de 'Hercules'. Naar een schilderij van T. Hellyer) aanvalsvuur richtte op 'De Monarch' het schip van vice-admiraal Onslow. Onslow bracht zijn schip daarop in positie tussen 'De Jupiter' en 'De Haarlem' om zo de eerste kogels ge lijkelijk op de twee schepen te laten afvuren. De gevolgen waren vrese lijk, nog erger echter was het tweede salvo dat De Monnikkendam' kreeg te verduren, daar dit schip onver wacht langszij 'De Monarch' voer. 'De Monikkendam' raakte gelijk stuurloos maar haar bemanning zou de strijd niet eerder opgeven dan dat 50 bemanningsleden waren gedood, er 60 gewonden waren gevallen en het schip een totaal wrak was ge worden. Een ander Hollands schip dat prak tisch al gelijk werd uitgeschakeld, was 'De Hercules', welk schip door een zeer ongelukkige treffer in een kruitvat binnen enkele minuten in lichter laaie kwam te staan, waar door dit vlammend vuurschip zo wel voor haar vrienden als voor haar vijanden een zeer gevaarlijk obsta kel was geworden. Al snel begon het er voor de Hol landers bedenkelijk uit te zien, hoe wel zij nog altijd niet van opgeven wilden weten. Nog ongelijker was de strijd geworden doordat een aan tal schepen, waaronder de schepen van de vice-admiraals Reyntjes en Story, gebruikmakend van het plot seling verslechterde weer, hadden weten te vluchten. Verschillende malen reeds hadden de Engelsen aan De Winter verzocht Hoewel gebleken is dat deze Lange tenen rubriek tot nog toe nimmer iemand naar de pen heeft doen grij pen, zou ik het deze keer toch eens willen proberen en wel met de vol gende mijninziens belangrijke vraag. Hoe denkt u over de aanleg van een kabelbaal in Schoorl? t ,Si t i!*4 !;.S Atokptnsi Shit.; ft i'J Vl. -5; I kffGk 'S|gSB^3| i*!7 1 Salio* M.Wr 't Was in juni van het jaar 1941, dat de benzine hier op begon te raken. Het privé-ver keer, dat in die tijd toch al niet zoveel voorstelde, lag reeds nagenoeg lam, terwijl nu ook het personenverkeer gedwongen werd om haar diensten te staken. Toch zou Schoorl niet geheel en al van het personenvervoer verstoken geraken, want behalve het treintje van Alkmaar naar Warmenhuizen via Schoorl, dat nog wel bleef rijden, kregen wij er een diligence bij van het stationnetje naar Camperduin. Dit nu hadden wij te danken aan Siemen Meereboer, welke namelijk een diligence voor zestien personen op de kop wist te tikken. Na eerst de houten wielen vervangen te hebben voor luchtbanden en na Jaab Hof bereid gevonden te hebben om als koetsier in dienst te treden opende hij zo een diligencedienst van het stationnetje naar Camperduin. Jaab Hof was dus de koetsier en dat was hem ook zeker toevertrouwd daar hij uitstekend met paarden om kon gaan, hetgeen overigens lang geen overbodige luxe was zoals nog wel zou blijken. Aanvankelijk moest hij behalve het besturen van de wagen ook de reis- vergoeding van de passagiers innen (kaartjes waren er niet). Dit was echter bijzonder lastig daar Jaab hoog op de bok gezeten, maar lastig controle kon houden over de ingang van het rijtuig, deze ingang zat na melijk juist aan de achterzijde. Het betreffende euvel werd spoedig af doende opgelost daar Heintje Louw, u weet wel de zoon van de bekende professor Louw, als conducteur in dienst trad. Zestien mensen konden er meerijden, en toch kwam het regelmatig voor dat er heel wat meer mensen mee reden, hetgeen mogelijk was door dat men de rit voor hetzelfde tarief ook op het dak van het voertuig mee kon maken. Vooral op zondag was de diligence overvol, omdat er dan vele bezoe kers voor de gedetineerden van het barakkenkamp arriveerden. Veelal moest er dan zelfs een paar keer extra gereden worden om de gega digden, die per trein op het sta tionnetje arriveerden, allen op het barakkenkamp te bezorgen. Hoewel de diligenceaanvankelijk voor twee paarden was gebouwd, kon Meereboer, doordat hij de hou ten wielen door luchtbanden ver ving, het meestentijds met één paard af. Hierbij dient overigens wel te worden vermeld dat dit paard om de twee uur bij de stalhouderij, de te genwoordige Brinkhoeve, afgelost moest worden. SiemenMeereboer zou het echter niet alleen bij de diligence houden, want al spoedig kwam er ook nog een landauer bij, waarin vier personen, plus nog een naast de koetsier op de bok, plaats konden nemen. Deze landauer kon in de wat rustiger tij den de diligence vervangen en werd het juist erg druk, dan kon dezelfde landauer als reservevoertuig wor den ingezet. Doch niet alleen voor de lijndienst ook voor bruiloften, partijen en aan verwante uitjes, zouden de beide voertuigen al spoedig worden ge bruikt Zo kan Siemen Meereboer zich nog een van die geweldige feest- ritten herinneren, waarbij ter gele genheid van de bruiloft van Belonje de gehele diligence uitbundig deinde van de vrolijke gemeenteambtena ren. Vooral op de terugreis vanaf Oudkarspel moest vele malen halt gehouden worden, daar de brave in gezetenen her en der hun klachten moesten laten horen over het Schoorlse gas. Zo o.a. ook in War menhuizen, waar men, ha vluchtig even de Moriaan bezocht te hebben, wederom een klacht indiende ter ge meentehuize, om zich vervolgens op, in en om de diligence op te stellen voor een vrolijk afscheidslied onder de kundige leiding van de dirige rende van Wijk. Niet alleen echter bij dergelijke rit ten gebeurde er zo het een en ander ook tijdens de normale ritten viel er van alles voor. Zo gebeurde het op een keer dat, komende uit de rich ting Camperduin het paard op hol sloeg. In de landauer waren behalve de oude Jan Kroon ook nog een tweetal dames gezeten, welke dames overigens niet in de gaten hadden wat er aan de hand was. ,,'t Lijkt wel of we hard gaan," zei een van de dames, waarop Kroon echter suste dat dit inderdaad juist zoals de dame opmerkte alleen maar zo leek. Jaab Hof had de voorbij gangers ondertussen, door luid roe pen op het euvel merkzaam ge maakt en het duurdë dan ook niet. lang of er kwam hulp opdagen. Jan Hoogvorst, rijdende op z'n fiets,, greep het paard bij de nek en even later greep Nic Hof, ook al op de fiets, dezelfde nek, maar dan aan de andere kant, met als gevolg dat het paard juist voor de woning van Jan Kroon tot stilstand werd ge dwongen. Een andere keer was dezelfde Kroon weer passagier en weer sloeg het. paard op hol, dit keer raakte de di ligence zelfs overzij. Vrouw Kroon die ook in de diligence zat en die het: behoorlijk benauwd had gekregen,, stapte zo gauw mogelijk uit, waarop, haar man zei: „Maar vrouw wat doe je 'nauw', zolang je een plank on der je kond heb moet je altijd blij ven zitten." 't Paard was vast erg holziek, zoals men dat in vaktermen pleegt te noe men. Zo stormde het op een keer ook nog eens met de diligence vanaf de 'Speeldoos', over de Voorweg, via het erf van de boerderij van toenter tijd Kees Spaanse, zo pardoes de sloot in. Alles was kapot, doch met een glaasje water van vrouw Spaanse waren de cliëntele weer vlot op de been en ook het paard werd dadelijk op de been geholpen en gelijk weer voor de landauer ingespannen. En zo draaide het bedrijf door, ieder een kwam steeds op de gewenste plek en niemand hoefde te lopen. Toch zou de dienst met de diligence in de herfst reeds worden opgehe ven, al werden de ritten voor brui loften en partijen nog wel gehand haafd. Wat was er namelijk gebeurd; het houtgas werd 'uitgevonden". De bus sen die altijd op benzine gereden hadden, werden met een kachelkar retje uitgerust, zodat de autobus, zij het ditmaal met gas, wederom alle andere verkeer overvleugelde. (Zie: 'Schoorl's eerste busonderneming van Jaap de Jong')

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1969 | | pagina 6