postkantooz
^onderredactie *anj_
schoolkrant.
Het kantoor te Schoorl
Wedstrijd voor de lagere schooljeugd
Verschillende andere
kantoortjes
De postherberg
Het oude raadhuis
Verbeterde organisatie
Nieuw postkantoor
Het eerste kantoor
Veel veranderd
Piet Praat
Postkantoor te Groet
ST. NICOLAAS
v"?-^
.•.v^x.;^^;:Sx.::v.y.;.x..
Cafétaria't Trefpunt, de ijssalon van
Jonker van voorheen, werd dus in
1908 in opdracht van Stenneberg ge
bouwd. Behalve het kantoortje aan
de westzijde, had hij ook een snoep
winkeltje op de noordwesthoek van
het huis. De zaken gingen blijkbaar
vooruit want in 1912 kocht Stenne
berg opnieuw een stuk bos van de
gemeente om zo z'n kantoor uit te
kunnen bereiden.
Opvolger van Stenneberg werd in
1920 Mol, welke in 1931 het huidige
postkantoor naast de toen reeds be
staande kapsalon en sigarenwinkel
van Dirk Slot liet zetten.
Na Mol waren De Graaf en De Bruin
nog postkantoorhouder, terwijl sinds
1953 Wurkum, vaak bijgestaan door
z'n vrouw, de PTT in Schoorl verte
genwoordigt. Hoewel het hier ge
noemde aantal postkantoren al aan
zienlijk is, is ons verhaal nog altijd
niet compleet, immers ook Groet had
en heeft een hulppostkantoor.
Bij het uitzoeken van de verschillende stukjes die wij onder de kop
'uit de schoolkrant' plaatsen is het ons gebleken dat er vaak
bijzonder goede schrijvers onder jullie schuilen. Daarom lijkt het
de redaktie van de Duinstreek leuk om eens een wedstrijd uit te
schrijven, waarbij een ieder die op de lagere school zit een kort
verhaaltje of een gedicht, met het kerstfeest als onderwerp, in mag
sturen. Ieder stukje wordt naar de leeftijd van de schrijver(ster)
beoordeeld, zodat iedereen gelijke kansen heeft. Je juffrouw of
meester op school zal je er nog wel meer over vertellen.
O, en wat de prijzen betreft. Drie prijzen van een tientje en drie
van vijf gulden. Jij doet toch ook mee he? De stukjes van de
winnaars zullen in de eerst volgende rubriek 'Schoorl een dorp
apart' worden opgenomen en dat zal juist daags voor Kerstmis zijn.
Veel succes
Toen in 1799 de Engelsen en Russen
hun inval deden betekende dit het
einde van de zo groots opgezette
Postherberg 't Wapen van Schoorl'.
Het grote gebouw, staande op de
plaats waar wij nu de slagery van
Arie Kuyper vinden, werd door de
invallende legers geheel met de
grond gelijk gemaakt.
Op 1 april van het jaar 1908 werd
Adsen Nicolaï eervol ontslagen en
hiermee was het ambtstermijn van
onze eerste brievenvergaarder ver
streken. Doordat met ingang van het
zelfde jaar een brugwachter geen
andere staatsbetrekkingen meer
mocht vervullen, betekende dit, dat
er geen postzaken meer in het brug
wachtershuis verricht mochten wor
den.
Elders in dit blad leest u een stukje
over Algemeen Welzijn van mijn col
lega C. Roos. Wist u dat deze vere
niging het oude raadhuis te Schoorl
huurt van de Hendrik de Keyzer-
stichting, om er haar bibliotheek in
onder te brengen. En wist u dat deze
culturele vereniging, waaraan ik
overigens binnenkort een stukje
hoop te wijden, het oude raadhuisje
met succes als vergaderlokaal aan
diverse Schoorlse verenigingen ver
huurt. Zit u ook in een vereniging
denk dan eens aan deze mogelijk
heid.
Ook Schoorl had in de 18e eeuw dus
al een postherberg, hetgeen echter
in 't geheel niet wil zeggen dat wij
toen reeds een soort postkantoor rijk
waren, want de functie van een
postherberg was wel een geheel an
dere.
Het woord post afgeleid van het La
tijnse 'posita' betekende namelijk
niets anders dan halte, halte voor de
doortrekkende reizigers. Zo was in
de 18e eeuw nog de postherberg een
halteplaats voor de langs rijdende
postwagens, die voornamelijk be
stemd waren voor het vervoer van
personen en goederen. Behalve per
sonen en goederen werden er door
deze postwagens echter steeds meer
brieven meegenomen, brieven die
toentertijd volgens overeenkomst
met het rijk, of - en dit gebeurde
veel in de eerste helft van de 18e
eeuw - clandestien werden vervoerd.
Vooral in de 19e eeuw werd het ver
voer van brieven beter georgani
seerd, hetgeen wellicht door de in
voering van de postzegel in 1852 en
de verplichtstelling van het gebruik
ervan in 1870 aanzienlijk werd be
vorderd. Ook de uitbreiding van het
dienstbetoon bij de postwet van 1850
heeft hier overigens stellig toe bij
gedragen. Toen namelijk besloot men
hulpkantoren in de kleinere plaat
sen te gaan vestigen. Toch zou het
voor Schoorl nog tot 1884 moeten
duren voordat ook dit dorp een hulp-
postkantoor zou krijgen. In 1842
werd het bezorgen en ophalen van
de post nog overgelaten aan de veld
wachter, welke voor deze taak maar
Het huis van Jan de Geus, waarin anno 1905 Picasso gedurende enkele
maanden verbleef en waar van der Kolk aan de linker zijde zijn postkan
toortje had. Het rechter deel van het huis diende als doorrijstal voor de
notaris. (Nu vinden we hier de constructiewerkplaats).
Schoorldam anno 1900
Links de doorrijstal, daarnaast 's Landswelvaren, achter het draaibruggetje
over de Damsloot nog net het dak van de bakkerij van Bakker, met daar
weer naast het postkantoor en brugwachtershuis van Adsen Nicolai. In de
verte nog het huisje van Joost en Mietje.
Ai betrekkelijk snel nadat Nicolaï
zijn postkantoortje aan de Damweg
was begonnen kreeg hij even ver
derop, ter hoogte van de tegenwoor
dige spoorbrug een nieuw huis. Hoe
wel er toen van een dienstwoning
voor de brievengaarders nog geen
sprake was, werd het toch een rijks
huis, hetgeen hij had te danken aan
z'n nevenfunctie van brugwachter.
(Dit laatste huis staat op de foto van
Schoorldam anno 1900).
Toen nog moest je ook op zondag
bestellen en zat je op oudejaars
avond tot 12 uur 's nachts de kaart
jes uit te zoeken, die je op Nieuw
jaarsdag rond moest brengen.
Toen nog was Jan de Geus de hulp
besteller voor Schoorldam, Jan de
Geus die overigens ook bij het ope
nen van de brug assisteerde. Zo ge
beurde het hem eens dat hij juist
twee schuiten had doorgelaten,
waarvoor hij de rode vlag had moe
ten gebruiken, dit om aan te geven
liefst twaalf gulden per jaar kreeg
toebedeeld.
In 1848 besloot de raad 'na delibe
ratie', een postbode viermaal in de
week, en wel op maandag, dinsdag,
donderdag en zaterdag, van hier
naar het postkantoor te Alkmaar te
laten gaan, om de brieven enz. te
bezorgen en af te halen en daarvoor
een jaarlijkse beloning uit de ge
meentekas van 50,te laten ge
nieten.
In 1853 liet men twee brievenbussen
plaatsen, één bij N. Weyers te
Schoorl en één bij H. v. Lienen te
Hargen. Beide heren hadden ook een
bestelhuis in hun woning.
In de notulen van 19 mei 1875 lezen
wij dat J. Zwagerman een nieuwe
tas krijgt, daar de oude doorlekt.
Kosten 4,30.
In 1884 kregen ook wij een eigen
hulppostkantoor, namelijk aan het
einde van de Damweg te Schoorl
dam, naast de oude bakkerij van
Bakker en later Nottelman. De eer
ste brievengaarder in dit kantoor
was Adolf Nicolaï, welke behalve
deze bezigheid ook brugwachter was
voor de vlotbrug en verder pachter
van de Tol, die toentertijd nog langs
het kanaal werd geheven.
Klaas Haan was degene die de post
hier bracht en ook weer afhaalde.
Met z'n postkar vertrok hij iedere
dag om vijf uur lopend vanuit Alk
maar, kwam dan om zeven uur in
Schoorldam aan en liep gelijk door
naar Warmenhuizen, vanwaar hij
reeds om half tien terug was om
hier de post op te halen. Over Koe
dijk, waar hij ook nog de post mee
nam, ging hij tenslotte weer rich
ting Alkmaar om daar dan laat in de
avond aan te komen.
Klaas Haan was echter niet de enige
die alles per voet moest doen, ook
de vaste bestellers Wilem Zwager
man en Frans Stenneberg voorzagen
al lopend de gehele gemeente van
post. Deze arbeid leverde hen 90 cen
ten per dag op.
voor de schippers dat er van beide
zijden van de brug een schip na
derde. Na deze klus zat z'n dienst
erop. Hij pakte z'n paraplu, tenmin
ste dat dacht hij, en ging naar huis.
Toen hij echter buiten kwam en hij
z'n paraplu op wilde steken, be
merkte hij dat dit nogal moeilijk
ging, het bleek namelijk dat hij de
vlaggestok in zijn handen had in
plaats van het regenscherm. Ja het
kan je natuurlijk gebeuren!
Toen ook nog kon je na sluitingstijd
altijd wel even met je post terecht.
Vooral de mensen die deze tijd mee
maakten kunnen nu nog altijd maar
moeilijk verkroppen dat dit laatste
lang niet zo gemakkelijk meer gaat.
Zij moeten echter niet vergeten dat
eenzelfde tolerantie, met de huidige
intensiteit van het postverkeer, voor
de houder van een postkantoor bin
nen de kortst mogelijke tijd een 7x
24-urige werkweek zou betekenen.
broken mast, verging op deze klip,
opnieuw nu opgepast').
Ja, dat was een geweldige tijd, het
verzenden van een ansichtkaart
kostte twee centen, in het begin wa
ren er vier telefoonabonnees, die als
ze belden, altijd door ons, meestal
m'n vrouw doorverbonden moesten
worden. Het loket was slechts H/2
uur per dag geopend. Eigenlijk wa
ren wij geen postkantoor maar een
poststation, wat inhield dat je met
stukwerk te doen had. Des te meer
er was te doen, des te meer viel er
te verdienen.
De oorlog was een heel wat minder
prettige tijd, toch maakte je ook wel
grappige momenten mee. Zo kwam
op een keer luitenant Harding bel
len, hetgeen eigenlijk heel niet mocht
daar de Duitsers niet van een Ne
derlands burgerpostkantoor gebruik
mochten maken. Toen de luitenant
z'n vriendinnetje aan de telefoon
dacht te hebben en begon te spreken,
kwam hij tot z'n ontzetting tot de
ontdekking dat hij het hoofdkwartier
aan de lijn had. Praat had hem 'per
ongeluk' verkeerd verbonden. Tjonge
wat ging toen de deur hard dicht.
Hulpbodes waren o.a. Martien Don-
gelmans, Nic. Zwagerman, Jan de
Ridder, Willem Wognum en Jaab
Koeten. Hoewel het de familie Praat
erg aan het hart ging moest er tóch
een einde komen aan het vaak zo
gezellige loket en zo werd het kan
toortje in 1965 gesloten en verhuisde
het naar de woning ten westen van
de fotohandel de Groene Lantaarn
(236). Daar echter zou het kantoor
niet lang blijven, want in 1968 kreeg
Jaab Koeten, de vroegere besteller,
het postagentschap en richtte daar
toe achter in z'n winkel een kan
toortje in.
Er is heel veel veranderd en 't zal
zeker nog 'heel veel meer' verande
ren, alles wordt steeds verder ge
automatiseerd en geperfectioneerd.
De eens zo gezellige kantoortjes wor
den steeds meer tot een simpel ra
dertje in de enorme machine die de
tegenwoordige PTT is geworden. Een
radertje dat wordt gedwongen zo te
draaien als haar monteur dat wenst.
Te draaien zoals het ook in de gro
tere dorpen en steden draait, zonder
dat die monteur er rekening mee
houdt dat een dorp als Schoorl heel
iets anders is als bijvoorbeeld een
stad als Amsterdam. Tenminste, nog
wel gelukkig!
Piet Praat, geboren in 1886 in het
ook nu nog oude huisje aan de
Boschmansweg (ook in 1886 was het
al oud), kwam, na vele omzwervin-
meester, welk vergrijp door de mees
ter met zo'n 300 strafregels werd
gehonoreerd. En hoe Piet ook praat
te, melken voor schooltijd, melken
na schooltijd, de 300 regels moesten
er komen. Waren de andere kin
deren echter weg, dan zei meester:
„Zeg Piet, je moet naar huis 't is
meikerstijd," want meester was zo'n
kwaje niet.
Frans SteYmeberg en zijn vrouw voor
ijssalon van Jonker. Tegenwoordig vin
Willem Bredewout.
En zo komt het dat Frans Stenne
berg, de opvolger van Nicolaï z'n
kantoortje in het hierbij afgebeelde
huis van Jan de Geus begon.
Lang zou Frans Stenneberg daar
echter niet blijven, want nadat hij
als brievengaarder, en zijn vrouw
mej. J. den Das, als plaatsvervanger,
werden aanbevolen voor Schoorl,
kocht Stenneberg een stuk bosgrond
van de gemeente en bouwde er voor
eigen rekening een huis met post
kantoor voor 1000,1908!
Het postkantoortje in het reeds ge
noemde huis van Jan de Geus werd
overgenomen door Van der Kolk,
welke laatste na enige tijd met post
kantoor en al naar de overkant van
het kanaal verhuisde. Ook hier weer
zou het postkantoor niet blijven,
want nadat Van der Kolk ermee
stopte verhuisde het bedrijf naar de
grutterswinkel van Damiaans (nu
het huis van H. de Heer), alwaar
het tot 1932 is gebleven. Dit namelijk
was het jaar waarin Nardus Nicolaï,
één van de vier zoons van Adsen, die
bij de PTT gingen, een nieuw hulp
postkantoor aan de Damweg liet zet
ten. Behalve postzegels verkocht Ni
colaï junior ook nog sigaretten en
sigaren, welke handel hij tot de oor
log wist vol te houden.
Met de postzegeltjes ging het beter,
want die schoof hij tot 1954 over het
loket en zelfs nu nog wordt er druk
gehandeld in en met de beeltenis
van onze vorstin. Niet echter meer
door Nicolaï, nu is het mevrouw Jon
ker die de bevolking van Schoorl
dam van de inmiddels sterk uitge
breide PTT-service bedient.
hun postkantoor. Later kwam er de
den wij er Cafetaria 't Trefpunt van
gen door ons dorp in het wellicht al
even oude huisje ten westen van
Westerkimme te wonen.
Van hier was het dat hij de lagere
school van meester Selhorst en juf
frouw van der Brand aan de Duin-
voetweg bezocht.
Op deze school kwam het wel eens
voor dat Piet ondeugend was en
pijltjes schoot naar de hoed van de
Vele klusjes heeft Praat na zijn
schooltijd opgeknapt, dat ging im
mers zo in die dagen, er zaten niet
voor niets mouwen aan iedere kiel!
Op 28-jarige leeftijd kwam hij bij de
posterij, en wel als brievenbesteller
bij de reeds genoemde Stenneberg
en daarna nog bij diens opvolger
Mol. Ondertussen was het jaar 1921
aangebroken, hetgeen onze Piet Praat
inspireerde en aanzette om het ook
eens met 'n kantoortje te proberen.
Groet werd de standplaats en om
precies te zijn, recht tegenover de
oude herberg van Wognum (u weet
wel, 't verongelukte schip, met afge-
Het huidige postkantoor met eerste bezetting. Van links naar rechts; Gijs
Houter, Siemen Wognum, Tinus Praat, Albertus v. d. Burg, Willem Mol,
Piet Praat en op de voorgrond Tinus Dongelmans.
Sint kwam 's morgens op school. Nu zal ik vertellen wat er geburde.
Eerst kwam hij bij de eerst klas en toen bij ons.
Ik heb de Sint een tekening gegeeven en Piet ook. Toen hat ik er
opgesgreefe pietje zwart als roed mag ik een hand vol pepernoten.
Dat heb ik denk wel verdient.
Toen ik dat aan hem gaf zij hij dat is niet beleeft, toen ging hij weg
en toen hij weg was kregen we eerst een cadeautje
en toen de school uit ging toen zongen we dag sinterklaasje uit.
derde klas