^J£ct duinlandschap an .Schooit
l^ioodbahhct iu Schooildani
^onderredactie
ST'HOREE
schoolkrant...
PUB
«fSW
lp;
BfeSJa
y
V,,
m
Onlangs ontdekten wij in het Prentenkabinet van het Alkmaars gemeente
archief een bijzonder fraaie kaart van de gemeenten Schoorl/Camp en
Groet. Deze kaart, eigendom van de familie Foreest, geeft een prachtig
overzicht over de toenmalige wegen, de oorspronkelijke namen van deze
wegen en de eraan grenzende huizen.
Het ligt in de bedoeling om deze kaart in gedeelten in deze rubriek op te
nemen en te bespreken, waarbij wij het centrum van ons dorp, het toentertijd
zo geheten Schorel, als eerste fragment kiezen.
I'S
I
At
m n jn
Kaartfragment van 1685 uit het Prentenkabinet te Alkmaar.
Reproduktie: Fred Josmeyer
Bij de intrede van burgemeester
Stronkhorst in onze gemeente heeft
Dr. J. Verwey een inleidingsrede ge
houden, in de commissie Natuur- en
Landschapsschoon, waarbij hij een
bijzonder interessant betoog hield
over de duinvorming en de eerste
bewoning hier ter plaatse.
Tot onze grote vreugde hebben wij
de heer Verwey bereid kunnen vin
den om de betreffende inleiding
voor publicatie vrij te geven, zodat
nu een ieder er kennis van kan ne
men. Hieronder vindt U het eerste
deel van de rede, het vervolg zult U
in de volgende rubriek 'Schoorl een
dorp apart' kunnen vinden.
Ik wil u in gedachten meenemen op
een wandeling in een tjjd dat hier
nog geen duinen waren, een tien
duizend jaar geleden. Het is een
lange en moeilijke tocht. We gaan
naar het hart van het tegenwoor
dige Noordzee-gebied, een landschap
van zanden en stenen uit de laatste
ijstijd, met veel relief, met zoetwa-
termeren, rivierlopen en veen.
Het in gletchers gebonden ijs van
noordelijk en midden-Europa is be
gonnen op grote schaal te smelten en
het water heeft vanuit het Noorden
de Noordzee voor de helft gevuld.
Met een stijging van 2 cm per jaar
dringt het verder zuidwaarts op.
Thans bedraagt die rijzing zoiets als
2 mm per jaar, een tiende van toen.
Een 25 eeuwen later, omstreeks
7500 jaar geleden, bereikte de zee
onze tegenwoordige omgeving, een
waterrijk land met rivierarmen en
veel veengroei op een niveau, 12 tot
19 meter onder het tegenwoordige
zeeniveau. Het veen werd door het
opkomende water aangetast en in
West-Nederland en daar bewesten
lag 3000 jaar lang, van ongeveer
7500 tot 4200 jaar geleden, een uit
gestrekt waddengebied. Het zal wel
zo geweest zijn dat aan de rand van
die vanuit het noorden opdringende
zee voortdurend duinen opstoven, die
aan hun buitenzijde dan weer wer
den aangetast door de zee bij haar
stijging.
Waarschijnlijk ongeveer 6000 jaar
geleden begon die eerste duinvor
ming aan onze kust bij Den Haag;
wat later, omstreeks 4800 jaar gele
den, vond ze plaats over de gehele
langte van de strook Den Haag-Vo
gelenzang-Noordholland.
Die duinen sloten de wadgebieden
van de zee af, in de afgesloten delen
verzoette het water en ontstond veen
en zo werd het veen van de Holland
se polders gevormd vanaf omstreeks
4200 jaar geleden. Plaatselijk brak
de zee soms weer binnen en werd
het jongere veen vernield en de be
volking, die het land in bezit had
genomen, door watersnood geteis
terd; maar de zeespiegel-rijzing
ging steeds langzamer en de duinen
werden waarschijnlijk steeds veili
ger gebieden voor bewoning.
Veel meer dan nu, was in 1685 de
kerk het centrum van het dorp.
Vooral tegenover de kerk, aan de
duinzijde, stond een aanzienlijk aan
tal huizen. Ook achter de kerk en
in het tegenwoordige bosje benoor
den de kerk staan huizen afgebeeld,
terwijl zelfs aan het Brinklaantje
een tweetal woningen is te zien.
Het centrum beperkte zich echter
ook toen al niet tot het gebied om
de kerk, immers daar, waar wij nu
het winkelcentrum vinden, staat op
het kaartje al een groot aantal hui
zen getekend.
De Laan, nu beter bekend als de
Laanweg (contaminatie), stond in
1685, zoals de kaart duidelijk toont
(1), in lijnrechte verbinding met de
weg, die wij nu als de Oude Mo
lenweg (2) kennen. Het oprijpad naar
Pool (Laanweg 13) is nog altijd een
restant van deze weg naar de mo
len.
Het is niet moeilijk de Molenweg (3)
en de Oude Molenweg (2) terug te
vinden. De Huismansweg en het
eerste deel van de Molenweg heet
ten hier 'Noort ender weg'. Opval
lend is dat het paadje, dat ook nu
nog de Oude Molenweg en de Huis
mansweg verbindt, aanvankelijk
doorliep tot de tegenwoordig zo ge
heten Voorweg (4), en dat er op die
plek een verbinding van de Voorweg
met de Heerweg (Heereweg) was. De
eerstvolgende zijweg (5, nu Idens-
laan) van de Voorweg, snijdt ach
tereenvolgens de Heerweg en 't Mid
delpad, om tenslotte bij de weg uit
te komen, die we nu als Oorsprong-
weg kennen.
Hoewel 't Middelpat geen druk ge
bruikte verkeersweg is geworden, is
het er nog wel. Het is namelijk het
zwarte paadje, Achterpad genaamd,
beginnende tegenover Westerkimme
en uitkomende op het fietspad bij de
R.K. begraafplaats In 1685 was dit
pad kennelijk belangrijker, het hield
in ieder geval niet op bij de be
graafplaats, doch liep door tot aan
de Hargerzeeweg. Het stuk fietspad
tussen de begraafplaats en het Cat-
rij perzandduin is van latere tijd, zo
als blijkt uit de kaart, immers het
meest oostelijke pad (6, de Oor-
sprongweg) liep tot aan de Buur-
laan (de Koningsweg).
Ter hoogte van de 'Speeldoos' kon
men vroeger ook recht door (7) rij
den, om dan uit te komen op een
weg, die vlak bij de Smeelaan (8,
Smeerlaan), in verbinding stond met
de Heerweg.
U ziet het, een simpel kaartje en
toch bijzonder interessant. Veel zou
er verder nog over te vertellen zijn.
Doch met de hier boven gegeven
indicaties laen wtij 't verdere speur
werk gaarne aan de geïnteresseerde
lezer over.
Wij weten uit leeftijdsbepalingen
met behulp van radioactieve kool
stof dat de eerste veengroei in de
oudste zuidhollandse polder (bij
Oegstgeest) optrad ongeveer 4000
jaar geleden, in de latere polder bij
Lisse omstreeks 3230 jaar geleden,
in de nog latere bij Ruigenhoek on
der Hillegom ongeveer 2760 jaar ge
leden. Omstreeks die tijden werden
deze vlakten dus afgesloten van de
zee door duinen aan hun buitenkant.
Er moet dus, globaal gesproken, een
gedeeltelijke afwisseling van duin
en veen vorming geweest zijn en die
is ook geconstateerd.
De duinen die aldus vanaf 4000 jaar
voor Christus werden opgewaaid
vormden een golvend landschap van
lage heuvels. Zagwijn zegt dat zij
niet meer dan tien meter hoog wa
ren. Zij werden later binnenduinen
genoemd.
In het algemeen kennen wij ze nu als
kalkarme gronden, begroeid met hei
en brem. Vroeger hebben zij plaat
selijk veel loofhout, speciaal beu
kenbos, gedragen, dat omstreeks de
twaalfde eeuw op grote schaal werd
gekapt. Zij hebben een belangrijke
rol gespeeld omdat er verschillen
de binnenduinse dorpenrijen op ont
stonden: Voorburg en omgeving;
Oegstgeest, Sassenheim, Lisse, Hil
legom, Vogelenzang, Velsen en om
geving en Vronen, het tegenwoordi
ge St. Pancras. Waar zij geen bewo
ning in de vorm van landgoederen
kregen werden zij afgegraven en le-
aït
m#
ini'
1||||I,J |i J#
I. '!Wi:,l
Jean Bartduin; 1 km zuid van Camperduin. Duinafslag na de stormen van
dec. 1954. Aan de voet blootgekomen zware humeuze laag, waaruit blijkt dat
het duin thans rust op een oudtijds overstoven begroeide (moerassige) duin
vlakte. Foto: A. Schermer
verden zij het zand voor de steden
en gronden voor bollencultuur
Het ontstaan van de jongste, meest
westelijke polder bij Ruigenhoek on
der Hillegom begon dus omstreeks
2760 jaar geleden, een 800 jaar voor
Christus' geboorte. Maar ook daarna
ging de duinvorming door. De on
derste dikke veenband in het oude
duin bij Vogelenzang, Velsen en
Schoorl, ontstaan meer of minder
dicht boven een zeebodem met
schelpdieren, dateert volgens Jel-
gersma en Zagwijn, aan wie de
meeste van de hier genoemde ge
gevens zijn ontleend, uit ongeveer
500-300 (deels 900) voor Christus.
Toen volgde overstuiving van het
land van 300 tot 200 voor Christus:
toen weer veenvorming van 200 tot
150 jaar voor Christus; toen weer
overstuiving tot omstreeks het be
gin van de jaartelling; tenslotte weer
veenvorming tot zowat 1090 na
Christus of plaatselijk eerder.
Duin- en veenvorming waren dus
vanaf omstreeks 6000 jaar geleden
tot aan het begin van de jaartelling,
nu 2000 jaar terug, een vrijwel con
tinu procese.
Maar omstreeks het begin van de
jaartelling trad blijkbaar een perio
de van niet-stuiven in en veel duin
lag toen gedurende ongeveer 1100
jaren ongestoord. Blijkbaar geldt
dat voor het grootste deel van het
duingebied van Vogelenzang tot aan
Schoorl. De oorzaak van die stil-
stand in stuiven kent men niet. Mis
schien stond de zee tijdelijk lager
(maar dit klopt niet met andere ge
gevens); misschien was er veel neer
slag, misschien was er om welke re
den dan ook minder zand beschik
baar. Wordt vervolgd.
'Wat zie ik nou bakker, loop je op
schoenen en dat van mijn geld. Ik
vind dat je in 't vervolg maar door
moet gaan'.
Dat was Schoorldam omstreeks de
eeuwwisseling. Een klein dorpje, een
gering aantal inwoners, de één nog
armer dan de ander.
En dan te denken dat er maar liefst
twee bakkers waren, die juist daar
hun dagelijks brood moesten ver
dienen. Twee bakkers, die wat be
treft het venten, nog gretig werden
bijgestaan door een achttal bakkers
uit Schoorl en Groet. Welke ook in
Schoorldam zo hier en daar een
graantje wisten mee te pikken. Doch
ook de bakkers van Schoorldam pik
ten hun graantje tot ver over de
gemeente grenzen. Jan Bakker bij
voorbeeld liep met z'n hondekar
zelfs via Warmenhuizen naar de
Langedijk, alwaar hij wat klantjes
had zitten.
Een van de oudst bekende S'dammer
bakkers die ons via de mondelinge
overlevering heeft bereikt, is de we
duwe Nieuwland die met haar zes
kinderen in 1881 de toen reeds be
staande bakkerij aan de Damweg be
trok.
Cees Nieuwland, één van deze kinde
ren nam het bedrijfje, nadat hij ging
trouwen, van zijn moeder over en
werkte er tot 1919. Toen namelijk
verkocht hij z'n bakkerij en werd
melkboer aan de Onderweg.
Jan Bakker
In 1892 kocht Jan Bakker van een
zekere bakker de Hart de toen al
zeer oude bakkerij annex boerderij
aan het kanaal. Deze bakkerij stond
op de plaats waar later ook Floor
Wezel z'n bakkerij zou hebben, (zie
'Oude Ansichten van Schoorl', pag.
101 en 102) en waar diezelfde Floor
Wezel nu nog altijd z'n woonhuis
heeft.
Net als bij de bakkerij aan de Dam
weg was ook hier een oven met
slechts één ingang. De oven werd
gestookt met lange zachte turven
en takkebossen. De korte harde tur
ven van de plassen uit de omgeving
waren voor de bakkersoven niet ge
schikt. De bakkers prefereerden de
Drentse turven, die de schippers
zoals Westerik en later Piet Bruin
Slot hier met hun zeilschepen (pag.
101) via het IJselmeer en het Noord
hollands kanaal brachten.
Was de oven eenmaal goed heet, dan
werden de brandende resten er uit
gehaald en werd de oven met een
dweil (netten of zakken) aan een
lange stok, schoon gedweild.
De kadetjes die ondertussen al op
de stenen vloer van de bakkerij wa
ren uitgerezen, werden vervolgens
in de hete oven geschoven.
De kwaliteit van de aldus gemaakte
kadetjes was geweldig en als wij de
insiders mogen geloven, dan is er
geen moderne bakker die hier nog
aan kan tippen. Maar z'n kadetjes
mochten dan goed zijn en z'n brood
naar men zegt nog beter, de' oude
bakkerij zinde hem niet. En toen hij
dan ook in 1919 in de gelegenheid
was om de bakkerij van Cees Nieuw
land over te nemen, liet hij er geen
gras over groeien en verhuisde z'n
bedrijf naar de Damweg. Eén ding
had hij daarbij echter over het hoofd
De oude bakkerij aan de Damweg in de tijd van bakker Nottelman
gezien, en wel de oven in de bakke
rij aan de Rijksweg. Want hij mocht
het huis dan wel verkocht hebben
aan een particulier die enkel z'n
naam met het bakkersvak gemeen
had, de oven bleef in het oude huis
achter. Na enige tijd zag Jan Bak
ker z'n fout in en kwam met de
nieuwe inwoner, Bakker genaamd,
overeen dat deze voor 500 gulden de
oven weg zou slopen. Enkele dagen
daarna overleed echter de laatst ge
noemde Bakker en Jan Bakker was
wel 500 gulden, maar geen oven
minder rijk.
Zo werd het mogelijk dat na een
periode van vijf jaar er toch weer
een tweede bakker in Schoorldam
bijkwam. Coen Molenaar was de
nieuwe kandidaat, maar niet voor
lang, want nadat eerst al z'n vrouw
overleed werd hij zelf ook steeds
slechter. Dit deed hem besluiten om
de zaak nog binnen dat zelfde jaar
weer over te doen. En dat is het
moment waarbij Floor Wezel op de
proppen komt.
Floor Wezel.
Na eerst al een tijdje als bakkers
knecht bij Molenaar de mogelijkhe
den in S'dam verkend te hebben, zag
Wezel er in dat bewuste jaar 1923
wel wat in om de bakkerij voor de
gevraagde ƒ2000,— over te nemen.
Makkelijk zou het voor hem niet
worden, immers zijn concurrent Jan
Bakker stond bekend om diens goede
kwaliteit brood. Veel meer dan IV2
baal meel in de week (88 broden uit
een baal) zat er dan ook, zelfs toen
hij al behoorlijk vaste voet aan de
grond had, niet aan. Daar stond
echter iets anders tegenover.
Floor Wezel had namelijk al een
grote bakkerscarriere achter de rug.
In Wormerveer was hij begonnen
in een beschuitbakkerij. Via een bak
ker in Midden Beemster belandde
hij bij de banketbakkerij en kokerij
van Koel te Purmerend. Vandaar
ging hij naar een banketbakker in
Wormerveer om vervolgens via Nd.-
Scharwoude en Schagerbrug in
Schoorldam terecht te komen.
Met behulp van de bij de banket
bakkers opgedane kennis wist hij
toch een renderend bedrijf op te
bouwen. De banketbakkerij werd z'n
specialiteit.
Maar ook voor hem was de oud
heid van het huis een grote handi
cap. Zo gebeurde het eens dat er een
klant met een taart terug kwam,
waarin zand bleek te zitten. Wat was
namelijk gebeurd. Boven de oude
oven lag een dikke laag zand (27
zakken, zoals later bleek), welke
laag ter isölatie van de oven dien
de. De oven was, zonder dat dit
was opgevallen, door ouderdom ge
scheurd. De taart had onder de
scheur gestaan en was zo vol zand
gelopen. De oven werd herstelt, maar
het bleef behelpen.
In 1939 was het dan zo ver dat We
zel de oude bakkerij af liet breken
en door een nieuw pand (zie foto)
kon laten vervangen. Ook de turf-
oven moest er aan geloven, een mo
derne 'Baco heetwater oven' kwam
er voor in de plaats. Juist één wa
gon briketten (kosten ƒ138,wa
ren nodig om deze oven een jaar
brandende te houden. Veel is er in
z'n bakkersloopbaan gebeurd, ver
telt ons Floor Wezel. Ik begon met
een klein ongelukkig handkarretje.
Kocht later een mooie bakkerskar
van Houter (pag. 18) en nog weer
later werden het de fietsen met de
mand. Veel Schoorlaars hebben er
bij me gewerkt; Hendrik de Vet was
de eerste en vervolgens kwam Ba
rend Strooker. Ook Arie Rens, Joop
Ens, Arie Daalenberg, Piet Bak en
Min Ens hebben bij mij de bakkers-
kiel gedragen.
In 1949 verkocht Wezel z'n brood
bakkerij aan Nottelman en ging hij
alleen door met banket. Maar al in
1950 doet hij ook de banketbakkerij
van de hand. De nieuwe oven werd
verkocht en Wezel ging als kok bij
de vaart.
Jan Nottelman.
Jan Nottelman, zoon van bakker
Nottelman, bakker aan de Harger-
vaart (pag. 147), nam in 1927 de
bakkerij van z'n schoonvader Jan
Bakker over. Ook in de bakkerij aan
de Damweg zat een ouderwetse oven.
Toch konden er nog altijd zo'n 100
broden tegelijk in gebakken wor
den.
Bij Nottelman waren vooral de ka
detjes favoriet, elke dag 500 en 's
zaterdags zelfs 1000. Dit echter ver
anderde al gauw toen ook hij een
moderne oven kreeg. Behalve brood
bakte Nottelman nog een aantal spe
cialiteiten, die hem grote faam be
zorgden. Allereerst z'n beschuiten.
Voor de liefhebbers, zes kan melk
(zes liter), achttien eendeëieren, wat
gist, meel en beschuitzoet is alles
wat nodig is om 1000 beschuiten te
vervaardigen. Het beslag gaat in de
vormen (beschuitdoppen) er wordt
gebakken, waarna men de nog zach
te bolders verkrijgt. De bolders wor
den doorgesneden en vervolgens ge
droogd. Resultaat, twee heerlijke
brosse beschuiten uit één bolder.
Nog veel bekender was Nottelman
om z'n spouwers, waarvan hij er
met kermis een paar duizend ver
vaardigde (tien voor een duppie).
Wilt u zelf eens proberen. Niets aan
hoor
Het recept is gelijk aan dat van de
beschuiten, alleen moet er wat anijs
zaad aan worden toegevoegd. Het
enige verschil in de verdere berei
ding is dat de spouwers niet in een
vorm worden gebakken, doch zo op
de plaat in de oven kunnen.
En dan z'n tulbanden voor de feest
dagen. Tulbanden volgens het oude
recept. Wilt u ook die eens maken,
niet nodig hoor. Nottelman bakt ze
nog altijd met de feestdagen, in de
bakkerij van bakker Goedhart.
Juist voor het uitbreken van de
oorlog verhuist bakker Nottelman
naar een geheel nieuw pand aan de
Rijksweg. Z'n oude bedrijf moest
plaats maken voor het fietspad langs
de steeds drukker wordende Rijks
weg. Op 17 april 1940 opende hij
zijn nieuwe zaak, de zaak die Piet
Bakker precies 25 jaar later in 1965
over nam. Nog altijd dus een bakker
in S'dam, maar dan wel één zonder
oven. Bakker immers betrekt zijn
brood van de bakkerij te Catrijp,
waar de drie gebroeders Bakker
(S'dam, Catrijp en Groet) gezamenlijk
hun brood, en het vele andere dat
er tegenwoordig over de toonbank
van een bakker gaat, bakken.
DE JONGE KATJES
Moeder kat lag op de mat.
En daarnaast lag vader kat.
Op een dag waren hun jonkies weg.
Ze zochten overal heg en steg.
Maar kijk daar eens in de drogist.
Daar zaten ze op een kist.
De man van de drogist had ook een kat.
Daar hebben de poesjes ruzie mee gehad.
Daar zaten ze tegen te grauwen.
De kat van de drogist zat te mauwen.
De moederkat nam ze mee naar hun huis.
Ze bleven allemaal thuis.
4e klas
De nieuwe bakkerij van bakker Wezel aan de Rijksweg