Raad Schoorl behandelde resume rechercherapport bouwbeleid Nieuwe raad begint met schone lei //■Sy f laatste maanden de sfeer in de raadszaal totaal verpest was. Men doet al het mogelijke om het een en ander onmogelijk te maken. Hij ver zocht de burgemeester wat warmte en sfeer in de raadszaal te brengen en bleek verder onaangenaam getrof fen door de kille wijze waarop de Voor de j.l. maandag avond gehouden vergadering van de Schoorlse gemeen teraad bestond een grote belangstelling. Dit was logisch want de agenda ver meldde weliswaar slechts 1 punt maar dit was zeer belangrijk. Het ging n.l. om het resume van het rechercherapport inzake het bouwbeleid de laatste 3 jaar. De burgemeester vroeg of de raad met gesïoten deuren deze kwestie wilde heer stronkhorst afscheid van de behandelen maar men bleek voorstander van openbare behandeling. Qude raad had genomen. Er waren En aldus geschiedde, de pers kreeg een fotocopie van het resume en dit ziet tQch mengen by die 2Q jaar en l£m u afgedrukt elders in dit blad. En wel volledig, want wij vinden het van d gemeente hadden gediend en groot belang dat de lezers kennis kunnen nemen van de volledige inhoud van deze werden collectief met 'n kluitje het resume waarover al zo lang is gesproken en dat nu eindelijk openbaar is bet bog gestuurd geworden. Besloten werd akkoord te gaan met Wethouder Sleking had, zo zei hij, en de heer Le Belle achtte het resu- een mot^e van de heer Meyer waar- niet de intentie de raad bij voor- me vaag, onduidelijk en eenzijdig. De in deze voorstelde de minister te x** «1 1 lit V ctdg vlltt LllvtUUJ XV Cil VCilZjlJ d X Xv. - baat te beïnvloeden en een soort heer Dekker hield een toespraak verzoeken het volledige rapport toe voiksgerecht te vormen ter veroor- waarin hij o.m. stelde dat het logisch te resume achtte men deling van mogelijke schuldigen. An- was dat men fouten maakte als men onvolledig met zo onzorgvuldig en derszms kan hetgeen ons samen- werkte. Men kan moeilijk een boekje et llet vele vraagtekens open. brengt, moeilijk met de mantel der met spelregels hanteren want het is Nadat de heer Muelink nog had ver heide worden bedekt. Dat het resu- de taak van een bestuur menselijke teld hoe het ingrijpen is verlopen bij me thans ter tafel komt achtte wet- taal te bezigen zowel bij ge- als bij de clandestiene bouwsels, dat is be houder Sleking een bevrediging van verboden. Hij zei dat hij en de an- gonnen bij de Groeter school, werd het rechtsgevoel. dere leden van het toenmalige col- de laatste vergadering van de oude Als ik, aiaus de heer Sleking, ver- lege dikwijls zeer lange dagen had- gemeenteraad om even over elf ge- klaar voor openbare behandeling dan den gemaakt en vond verder dat de sloten, is dit om de burgers ervan te door dringen dat toespelmgen op het rap port in het verleden geen onderdeel was van een politiek steekspel, maar berustte op feiten. En deze feiten dienen bekend te worden om moge lijke ressentimenten van de gebeur- resume tenissen van vorig jaar uit te wissen Of er althans begrip voor op te bren- van het onderzoek Inzake het bouwbeleid in de gemeente t Schoorl hetwelk is gerelateerd in het rapport nr.9974/1970 gen dat de opstelling van de be- dd.10 januari 1970. langengroepen in die tijd de resonans was van een reeks van handelingen Het onderzoek werd ingesteld op verzoek van de Hoofdingenieur Wab Van een reeKS vail nanaeiiiigen Directeur van de Volkshuisvesting en de Bouwnijverheid in de door liet toenmalige college. JVLen is provincie Noord-Holland, tevens Inspecteur van de Volkshuis- er steeds van uitgegaan dat alles te vesting in de genoemde provincie. goeder trouw gebeurde tot de stal- X)e aanleiding tot het verzoek om een onderzoek werd gevormd len bij Loos aan de orde kwamen. door een telefonische mededeling (vermoedelijk van een zich r>a hplanvpnffrnpnpn nrntpatpprripn gedupeerd voelend inwoner van Schoorl) en een persartikel ue oeiangengloepen pioiesieeiuen betreffende het niet in acht nemen van de wettelijke bepalin- hiertegen omdat llier duidelijke vor- gen terzake van het verlenen van bouwvergunningen voor een men van protectionisme aan ten ^^ireirL^t^onfe^k grondslag lagen. bij het nader onderzoek in november-december 1969 bleek, dat Nu het UUr der waarheid is geko- er in de gemeente Schoorl door velerlei mutaties in het ge- u u meentebestuur een verwarrende situatie was ontstaan betref- men, niet te vereenzelvigen met het fende de feitelijke verantwoordelijkheid voor de bestuurs- uur der wrake, alleen met deze res- handelingen der laatste Jaren. frictie dat, indien betrokkenen de perBOzl3n daarom enlge gegevens Tan feiten ZOUden willen loochenen een Sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 1966 fungeerde het verder uitdiepen van alle punten college van b. en w. aanvankelijk in de samenstelling jj. burgemeester J.H.Bergh, noodzakelijk wordt, was de wethou- wethouder R.Dekker, beherende de por der van mening dat moest worden tefeuille van Openbare Wer- li i ken en Bouw- en Woningtoe- overgegaan tot openbare behande- zicht, ling. Hij achtte het een kwalijke wethouder J.Muelink, beherende de por- zaak dat Schoorl lange tijd inzicht in een en ander door de hogere over- Burgemeester Bergh verliet op 30 Juni 1968 de gemeente hpid wprrl nnthondpn Men heeft la- Schoorl wegens zijn benoeming tot burgemeester van Epe. neia weia oninouaen. ivxen neen ia Vanaf 19bg tot februarl 1969 had de gemeente ten doorventileren dat deemoedig schoorl geen burgemeester. Het dagelijks bestuur berustte in m06St WOrden afgewacht. die periode bij de wethouder en loco—burgemeester R.Dekker A .,1en de wethouder J.Muelink. Als ik ai een conclusie ZOU Willen Op 7 februari is A.to.Stronkhorst geïnstalleerd als bur- stellen, aldus de heer Sleking dan gemeester van SchoorlVanaf 5 juni 1969 tot 29 september is dat dip wplkp mii dopt vprmnp- 1969 was burgemeester Stronkhorst met ziekteverlof Het dage- lb uai Uie wenve niij uuei vciiiiut: lijks bestuur der gemeente kwam in die periode opnieuw in den dat betrokkenen (in casu de he- handen van beide wethouders, voornoemd. rpn l~)pkk"pr pn IVTuplink rpd I wptendp 6eme®r^e®®cr'e^ar-'-®W*K.Belonje heeft op 31 oktober ren ueKKer en IVlueiinK reu.; weienue 1969 de dienst wegens het bereiken van de pensioengerechtig van het onderzoek, de eerst moge- de leeftijd, veriaten. lilke aanleiding hebben benut om OD De wethouders Dekker en Muelink hebben op 28 oktober lljKe ddmeiuing neouen uenut om op een litiek coriflict hun functies neergelegd maar te krassen. Dat zij hiermee de ver- zijn raadsiid gebleven. draagzaamheid in de gemeente hier- De directeur van de dienst Gemeentewerken vervult die mee in ernstig gevaar brachten, is functie ongeveer u jaar. een nare bijkomstigheid. Maar in het belang van de gemeente moest er nu °P 10 november 1969 Zijn J.de Leeuw en F.A.Sleeking maar een punt achter de kwestie tot wethouder gek°zen. worden gezet en men diende het oog zoek ""f* ^r^Swg^&t^Ld'LSrst^irn op de toekomst gericht te houden. dat enerzijds aan net licht kwam door de vele persverslagen Hot rnnrtcliH Mpver hpstrped Hat al- betreffende de plaatselijke politieke verenigingen en ander- Het raaasna ivieyer oesireea aai ai- zlJdB d00r dle Terenigingen werd bevestigd. Kenmerkend voor leen de Belangengroepen het privl- de situatie was, dat de ambtenaren zich van alle zijden be- lpffp haiïrlpn ppharl rlp hplp raad dreigd voelden en daardoor een onzekere indruk gaven. De "duuen senau, ue neie laau vree| dat z. door polltieke verschuiving het slachtoffer heeft hierin meegedaan. Verder vond zouden kunnen worden werd meermalen geuit, de heer Meyer het vreemd dat noch Alvorens het nader onderzoek in te stellen is de burge de heer Muelink noch de heer Dek- meester van dit voornemen in kennis gesteld. De burgemeester i 1 1 1 j 1zegde toe alle medewerking te zullen verlenen. Het college ker waren gehoord door de recher- van k. en w., c.q. de burgemeester, heeft de daarvoor in aan- cheur. Wel, ZO bleek later, is oud- merking komende ambtenaren opdracht gegeten om zonder terug- bureemeester Bereh eehoord houdendheid opening van zaken te geven. Bij het onderzoek uuigemeebiei JDeigii gtiiouiu. zijn van belang geachte bescheiden zonder meer ter beschik- Vervolgens kreeg de oud-wethouder King gesteld, behalve de notulen en de bijlagen van de b. en Muelink het woord en deze viel in w.-vergadering, dd. 9 juli 1968, die niet konden worden ge- ïviuciirni nei wuuiu en viei ixi vonden. De ambtenaren hebben, voorzover dat Kon worden beoor- een Uitgebreid betoog het rapport op deeld, zonder verdoezeling van feiten verklaringen afgelegd vele punten aan. Wel vond hij dat betreffende de stukken en de omstandigheden, hij en zijn toenmalige collega ontlast Volgens de persverslagen van de vergadering der plaatse- waren wan insinuaties: Fr waren in- lijke P.v.d.A.-afdeling, dd. 3 november 1969, verklaarde de waren yai} insinuaties. iLr waren in oud-wethouder Muelink openlijk o.m. dat in Schoorl tientallen derdaad fouten begaan, maar Wie jaren vrij nonchalant werd omgesprongen met bouwvergunningen, werkt maakt fouten. Hij verweet de Volgens de persverslagen van de vergadering der Plaat"- J lilke K.V.P.-afdeling, dd. 6 november 1969, verklaarde de Samensteller van het rapport on- oud-wethouder en voormalig loco-burgemeester R.Dekker open- nauwkeurigheid en het gebrek aan lijk o.m. "Wij hebben een periode moeten regeren zonder bur- r»Hior>tiwitoit gemeester, er zijn in die tijd wat foutjes gemaakt om de bur- uujeLUViitML. ger -tegemoet te komen. Met bouwvergunningen hebben wij nim- De heer Muelink vertelde verder dat mer met het boek in de band gestaan en zijn wel eens een Den Haag ervan op de hoogte was iTarfoute£%mïkt®egaatl' d°ch °°k in ee" vroeger be~ dat de manege te Aagtdorp zonder 61 zn hat onderzoek zij; een e_tal bouwzaken betrokken, Rijksgoedkeuring was gebouwd, dat namelijk: het secretarie achter was met werk 1. Duinmanege Van Poelenburg,Duinweg 129; j ïkii T-, ut 2. Kampwinkel en restaurant HATO, Omloop 25; en dat veel Stukken waarvan B en W Boortoren, gaswinningsinstallatie Amoco, Staatse Duinen; dachten dat ze de deur uit waren, a\ Stallen en bergplaats Th.Loos, Raadhuisstraat 10; bleven liggen. Hij vond verder dat Peecklaan het rapport niet zakelijk was en te Naar meer of andere bouwzaken, waarbij de wettelijke be veel op geruchten steunde. Er waren palingen en voorschriften zijn verwaarloosd of opzettelijk geen spanningen tussen de ambtena- ^zfcS^eA llT ren en het college, maar uiteraard gevoerd door b. en w. van Schoorl. werden in Schoorl, als snel groei- Betreffende de 6 vorenbedoelde bouwzaken kan het volgen- ende gemeente wel eens fouten ge- de worden geresumeerd: maakt. De rijksgoedkeuringen ZOU- 1' B82™bouwzaIkndeed1zich1'lAheel voor, althans kwam in kannen den een aflopende zaak zijn, en nu en kruiken, na net vertrek uit Schoorl van burgemeester wordt hieraan ZO sterk getild. B^gh en vMr dat burgemeester Stronkhorst in functie trad. Over de bouw van de winkel van de 1 cu„ji ADoor een 6-tal particulieren uit Schoorl, Bergen en heer Stadegaard te Aagtdorp zei de Alkmaar is in 1968 de Stichting Duinmanege in het leven ge- voormalige wethouder dat deze uit- roepen. De voorman in die stichting was K.Paarlberg. eindeliik bleek eebouwd te hebben ln de b* en ^--vergadering, dd.1 oktober 1968, hebben emuenjn. uietJK geuuuwu ie neuuen paarlberg en C.A.Jansen de bouw van een manege besproken. op een stukje gemeentegrond. B en Omstreeks 15 oktober 1968 is een schetsplan voor de W Waren hier aanvankeliik niet van bouw van een manege ingediend bij de dienst Gemeentewerken. J Daaruit bleek, dat de manege was geprojecteerd op een perceel grond dat eigendom was van de gemeente Schoorl en dat in het op de hoogte. Hij was verbaasd en geërgerd geweest, zo zei de heer Muelink dat burgemeester Bergh destijds de zaak had geopend. Over de Amoco zei hij dat het gemeente bestuur nooit officieel voor een be spreking was uitgenodigd, hij had nooit van het ministerie van Eco nomische Zaken gehoord dat de Amoco een vergunning had gekre gen. Het winkelcentrum werd ook door de heer Muelink belicht hoewel hier zijn integriteit in het geding kwam gezien de familiebetrekking met de aannemer. Hij noemde de winkels fabriekshallen die in het ge heel niet pasten bij de overige bouw in de gemeente. Overigens vond hij dat het college niet deskundig genoeg was om bouw plannen uit te pluizen. De vergadering werd geschorst en de nieuwe raadsleden, aanwezig op de publieke tribune kregen gelegenheid een woordje te spreken. Dit gebeur de op verzoek van de heer Meyer en hoewel niet formeel juist, gaf de bur gemeester hiervoor zijn toestem ming. De heer Duijneveld stelde dat het onverantwoordelijk was dat het Rijk Schoorl zolang zonder burgemeester had laten zitten. De heer Hornman vroeg om het ge hele rapport, niet alleen het resume bestemmingsplan Aagtdorp II voor ongeveer half om half de be stemming heeft van natuurmonument en bijzondere doeleinden. In het deel met de bestemming bijzondere doeleinden is een bouwstrook aangegeven welke volgens de bebouwingsvoorschrif ten maximaal 40^ mag worden bebouwd. Het bestemmingsplan Aagtdorp II werd 16 april 1968 door de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland goedgekeurd maar was nog niet geldend wegens 2 bezwaarschriften daartegen in gediend bij de Kroon. In de b. en w.-vergadering dd.5 november 1968 is dit bouwplan besproxen. Daarbij is aan de orde gekomen en gesteld, dat een manege aldaar niet past in het bestemmingsplan. Wet houder Muelink deelde die mening niet. Ondanks het feit, dat Muelink bij de P.P.D. geen steun vond voor zijn standpunt, wijzigde ru j dat niet. Verder is er in die b. en w.-vergade- ring aandacht gescnonken aan het feit, dat de manege deels buiten de bouwstrook was geprojecteerd en dat het bebouwings percentage zou worden overschreden. Bij raadsbesluit, dd.5 november 1968, derhalve dezelfde dag van de bedoelde b. en w.-vergadering, is ongeveer 10.400 m2. van het Dexreffende perceel in erfpacht gegeven aan de Stichting Duinmanege. De erfpachtcanon beloopt f.2.000,per jaar welke elke 10 jaar aan herziening onder- nevig is. Deze canon steunt op de volgende, aan de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland ter goedkeuring voorgelegde, waarde bepaling en rendabiliteitsbereKening. Debouwd 1000 m2. h f.20,f.20.000, onbebouwd 9400 m2. f.1,50 f.14.100, f .34.100,— rente 6a/> per jaar, afgerond, f.2.000, Het erfpachtbesiuit is op 17 december 1968 onder nr.742 door de Gedeputeerde Staten goedgekeurd. In de b. en w,-vergadering, ad.3 december 1968, is het bouwplan duinmanege opnieuw aan de orde gexomen en wederom xcwam ter spraxe, dat het bouwplan op verschillende punten in strijd was met het bestemmingsplan en dat voor de uitvoe ring van een zodanig bouwwerk een rijksgoedkeuring was ver eist die bij de Provinciale Directie van de Volkshuisvesting en de Bouwnijverheid te Haarlem diende te worden aangevraagd. Door b. en w. werd besloten verdere medewerking te verlenen aan de realisering van het bouwplan. Daarop is te berde ge bracht dat, indien het voornemen bestond ondanks de bezwaren daartegen een bouwvergunning voor de manege te verlenen, het aanvragen van een rijksgoedkeuring beter achterwege kon blij ven omdat "Haarlem" de bouwplannen,waarvoor een rijxsgoed- keuring wordt gevraagd, toetst aan de bestemmingsplannen. In dat verband werd besloten geen rijksgoedkeuring aan te vragen en zulxs werd onder agendapunt nr.7 als volgt genotu leerd "Voorbij wordt gezien aan de formele eis, dat voor de bouw van de manege Poelenburg een zogenaamde rijksgoedkeu ring noodzakelijk is". Deze notulering is in de b. en w.- vergddering, dd.23 december 19bö, goedgekeurd en vastgesteld. Üind januari of begin februari 1969 is een op 29 januari 19sy gedateerde aanvrage om bouwvergunning, bouwkos ten f.95.000,ingediend bij de dienst Gemeentewerken. In de d. en w.-vergadering dd.4 februari 1969 besloten b. en w. voor de bouw van de manege, in ongewijzigde versie, een bouwvergunning te verlenen. Daarna is omstreeks 6 februari 1969 bij de dienst Ge meentewerken een bouwvergunning voor ondertekening gereed gemaakt. Daarbij werden de bouwkosten ambtshalve opgetrokken tot f.232.000,Deze concept-bouwvergunning is met een nota van de directeur van de dienst Gemeentewerken doorgeleid naar de gemeentesecretarie. In de nota werd meegedeeld, dat de bouwkosten meer dan f.100.000,zullen bedragen en dat for meel een rijksgoedkeuring dient te worden aangevraagd. Voorts, "aangezien het bouwplan niet geheel in overeenstemming is met het bestemmingsplan, lijkt het mij in dit geval raadzaam zon der meer bouwvergunning te verlenen". Op 7 februari 1969 trad burgemeester Stronkhorst in functie. De concept-bouwvergunning is aan burgemeester Stronkhorst ter ondertekening voorgelegd onder de mededeling wat er met deze zaak niet in orde was. Burgemeester Stronk horst ondertekende de bouwvergunning ofschoon hij op de be sluitvorming geen invloed heeft gehad en daarvoor geen verant woordelijkheid kon dragen. Bij raadsbesluit,dd.20 februari 1969,is door de gemeente Schoorl nog eens 4000 m2. van het betreffende perceel grond aan de Stichting Duinmanege in huur gegeven tegen een huur prijs ad. f.25,per jaar. Indien in dit geval een waardebepaling en rendabiliteit zou zijn berekend, gelijk aan die bij het uitgeven van de eerderbedoelde erfpacht, zou de huurberekening een huurwaarde van f.360,per jaar hebben aangegeven. Bij raadsbesluit, dd.29 mei 1969, heeft de gemeente Schoorl zich ten aanzien van de financiering der duinmanege garant gesteld voor oetaling van rente en aflossing tot een Dedrag ad. f.62.500, Het garantiebesluit had bij de slui ting van het onderzoek nog geen goedkeuring gekregen van de Gedeputeerde Staten van woord-Holland. Bij het oriënterend onderzoek medio september 1969 bleek" de bouw van de manege nagenoeg voltooid en dat de, in het bestemmingsplan aangegeven, bouwstrook die maximaal voor 40^ zou mogen worden bebouwd voor ongeveer 68^ was bebouwd. Het lag in het plan, dat de manege op 27 september 1969 zou worden geopend door de Eerstestalmeester van het Koninklijk Huis. In verband met de aan het licht gekomen onregelmatig heden heeft deze functionaris laten weten zich van bemoeienis met deze manege te zullen onthouden. Op 27 september 1969 is de manege geopend door burgemeester Stronkhorst. 2. Kampwinkel en restaurant HATC. Deze bouwzaax deed zich geheel voor tijdens het burgemeester schap van J.H.Bergh. A.B.Stadegaard, wonende te Schoorl, vroeg op 29 april 1967 medewerking van b. en w. voor het bouwen van een noodwinkel aan de Omloop te Schoorl. Op 17 mei 1967 is die zaak in de gemeenteraad besproken. Op 2b mei 1967 zijn b. en w. er op gewezen dat Stadegaard bouwde op gemeentegrond. Op 7 juni 1967 hebben b. en w. blijk gegeven bereid te zijn om de grond aan Stadegaard te verkopen. Op 14 juni 1967 werd daarvoor instemming bekomen van de ge meenteraad, zij het dat de raad ernstige bezwaren had tegen de hoedanigheid van de noodwinkel en daarom werd aangedron gen op verwijdering daarvan. Stadegaard kreeg de keus tussen het bouwen van een nieuwe noodwinkel of een permanent gebouw. Stadegaard verkoos het laatste. Omstreeks 2 oktober 1967 diende Stadegaard een aanvrage om bouwvergunning in voor het bouwen van een permanente kamp- winkel en restaurant. Het bouwperceel had in het vastgestelde, maar wegens bij de Kroon in behandeling zijnde bezwaren daartegen nog niet geldende, bestemmingsplan Aagtdorp I de bestemming van erven en tuinen. Voor de realisering van het bouwplan zou een partiële herziening van het bestemmingsplan zijn vereist. Medio december 1967 is b. en w. een plankaart van een partiële herziening met de bebouwingsvoorschriften aangeboden ter doorzending aan de P.P.D. Door allerlei verwikxeiingen, procedurefouten met betrek king tot de ter visie legging en weerstand bij de P.P.D. kwam de wijziging van het bestemmingsplan niet uit de verf. B. en w. werden op 24 juli 1968 in kennis gesteld dat er een procedurefout werd gemaakt. Niettemin heeft de gemeen teraad op 26 juli de partiële wijziging vastgesteld. De par tiële herziening en het vaststellingsbesluit zijn echter niet ter goedkeuring gezonden aan de Gedeputeerde Staten van Noord- Holland. Stadegaard had gemeentegrond nodig voor realisering van het bouwplan. Doordat deze zaak planologisch niet rond kwam, was het niet mogelijk goedkeuring van de Gedeputeerde Staten te krijgen voor overdracht van de eigendoms- en/of beschik kingsrechten. Voorts was naast een gemeentelijke bouwvergunning voor uitvoering van het bouwwerk ook een rijksgoedkeuring vereist. Het is niet gebleken, dat de vraag al of niet rijksgoedkeu ring ooit een punt van overweging is geweest. Omstreeks begin april 1968 hebben b. en w. Stadegaard te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen het beginnen met de bouw. Op 9 april 19b8 is met de bouw begonnen. Een en ander geschiedde terwijl b. en w. wisten dat deze zaak piano- logisch niet klopte en dat Stadegaard op gemeentegrond moest bouwen. B. en w. hebben Stadegaard ongestoord laten bouwen zonder dat daarvoor een bouwvergunning werd verleend. Hangende de problemen van planologische aard en die van het eigendoms- c.q. beschikkingsrecht over het bouwperceel, kan geen bouwvergunning worden verleend. Na voltooiing van het bouwwerk heeft burgemeester J.H. Bergh de kampwinkel en het restaurant geopend. 3. Boortoren, gaswinningsinstallatie AMOCO. Deze bouwzaak begon tijdens het burgemeesterschap van A.W. Stronkhorst, maar de behandeling der bouwaanvrage en het ver lenen van de bouwvergunning vond plaats tijdens het ziekte verlof van de genoemde burgemeester. Omstreeks eind 1968 of begin 19^9 kwam de mogelijkheid naar voren, dat er in de Staatse Duinen ter hoogte van paal 2/, gemeente Schoorl geboord zou worden naar bitumina. up 22 januari 19b9 vonden er dienaangaande besprekingen plaats te Leiden, waarbij aanwezig waren vertegenwoordigers van de gemeente Schoorl, de Amoco, het Staatsbosbeheer, de Provinciale waterstaat, het Instituut Drinkwatervoorziening, de Contact Commissie Natuur en Landschap, de Rijkswaterstaat, de Provinciale i.aterstaat, de Rijks Geologische Dienst en het Staatstoezicht op de Mijnen. Op 10 februari 1969 hebben vertegenwoordigers van de- zeilde instanties de situatie te Schoorl opgenomen en bespro xen. Het is niet gebleken, dat er door één van de vertegen woordigers of de instanties bezwaren zijn gemaakt tegen het boren aldaar. Op 16 april 1969 vond een bespreking plaats tussen het college van b. en w. en 3 vertegenwoordigers van het Minis terie van Economische Zaken. Hoewei mag worden aangenomen dat door de heren van Economische Zaken de indruk is gewext, dat het boren naar- en de winning van bitumina een vanzelf sprekende zaak zou zijn die, hoe dan ook, doorgang zou vin den, stelde b. en w. de vraag in hoeverre de gemeente zeggen schap zou hebben. Daarom werd de Vereniging van Nederlandse Gemeenten om inlichtingen gevraagd en wel speciaal over de kwestie ot zo er voor dit werk oen bouwvergunning vereist was die eis ook gesteld moest worden. Aangenomen mag worden, dat toen geen duiaelijk antwoord is gegeven, maar in de be antwoording lag wel besloten dat het wel mogelijk zou kunnen zijn de eis t.a.v. een bouwvergunning te stellen. B. en w. hebben toen het standpunt ingenomen, dat er voor het bouwen van de boortoren een bouwvergunning diende te worden aange vraagd. Aan dat standpunt heeft, voorzover is gebleken, ten grondslag gelegen de overweging, dat men duidelijk moest ma ken dat ook in de toekomst de gemeente diende te worden ge kend in de ontwikkeling. Nadat de Amoco een exploratie- en exploitatievergunning werd verleend voor het concessiegebied waarin de gemeente Schoor! is gelegen, heeft, de Amoco ingevolge een aanwijzi- ging daartoe op 2b mei 19b9 een aanvrage om bouwvergunning ingediend voor net oprichten van een boortoren, later gas- winningsinstallatie, in feite dus gelijkelijk voor een tijde lijk en voor een permanent object. Burgemeester Stronkhorst ging op 4 juni 1969 met ziekte verlof en keerde daarvan op 29 september 1969 terug in func tie. Bij nota dd.6 juni 1969 heeft de directeur van de dienst Gemeentewerken een concept-bouwvergunning aan b. en w. aan geboden. In de nota deelde hij mee, dat de bouw van de boor toren strijdig zal zijn met het ter plaatse geldende uitbrei dingsplan in onderdelen en dat ingevolge artikel 48 van de Woningwet de bouwvergunning zou moeten worden geweigerd. Ver der stelt hij in die nota als feit, dat de economische belan gen prevaleren en dat hij daarom rdviseert de bouwvergunning niet te weigeren. Bij besluit van b. en w. dd,10 Juni 1969 werd de Be vraagde bouwvergunning verleend maar blijkens aangevulde dateringen was de zaak daar niet mee af en werd de vergunning niet meteen uitgereikt aan de betrokkene. Na 10 juni 19t>9 is door een ambtenaar ter secretarie bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opnieuw geïnfor meerd omtrent het verlenen van een bouwvergunning voor dat werk. Na intern beraad bjj de Vereniging van Nederlandse Ge meenten werd die ambtenaar meegedeeld dat, indien de gemeente formeel juist zou handelen, b. en w. de bouwvergunning zou moeten weigeren. Deze informatie is b. en w. bij nota^ dd~T27 juni 1969, meegedeeld waarbij tevens is gesteld', dat er góede gronden waren om een bouwvergunning met toepassing van de procedure ex artikel 20 van de Wederopbouwwet te verlenen In de b. en w.-vergadering, dd.1 juli 1969, is deze nota voor kennisgeving aangenomen. De oouwvergunning is op of omstreeks 28 juli 1969 aan de betrokkene uitgercikti De bouw van de boortoren c.a. zou plaatsvinden - en is uitgevoerd - in een meldingsgebied als bedoeld in artikel 29 van de Wet van 28 september 1950, houdende voorlopige rege ling inzake het Nationale Plan en de streekplannen, hetgeen wil zeggen dat de uitvoering van enig werk in dat gebied slechts mag plaatsvinden nadat dit werk is gemeld aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en deze heeft doen blijken daartegen geen bezwaar te hebben. De be doelde melding is niet gedaan en het is niet gebleken, dat aan deze eis ooit enige aandacht is besteed. Hetzelfde geldt voor het feit, dat de bouwplaats is gelegen in een waterwin-* gebied waarvoor eveneens een verklaring van geen bezwaar is vereist. A Stallen en bergplaats Th.Loos. Deze bouwzaak deed zich geheel voor tijdens het burgemeester schap van J.H.Bergh. Th.Loos exploiteert in het voormalige raadhuis van Schoorl een restaurant, in het voorjaar van 19b8 kwam in de b. en w- vergadering meer dan eens de wens van Th.Loos ter sprake om paardestallen en een berging achter het restaurant te bouwen. In dit stadium werd het b. en w. reeds bekend dat de bouw van zulke objecten strijdig zou zijn met het uitbreidings plan in onderdelen, omdat de betreffende gronden daarin zijn aangegeven als bestemd voor plantsoen. Niettemin besloten b. en w. om, met voorbijgaan aan de planologische bezwaren, verdere medewerking te verlenen aan het totstand komen van de paardestallen vóór het badseizoen van 1968. Naar aanleiding daarvan diende Loos op 22 mei 1968 een aanvraag om bouwvergunning in. De concept-bouwvergunning werd bij de dienst van Gemeen tewerken in orde gemaakt. Met een nota van de directeur van die dienst, dd.22 mei 1968, is de concept-bouwvergunning doorgeleid naar de gemeentesecretarie. In de nota werd ge steld, dat b. en w. het voornemen hebben de bouwvergunning te verlenen. Voorts, dat het verlenen van de bouwvergunning op basis van het geldende uitbreidingsplan in onderdelen "for meel" niet mogelijk is, maar dat een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding is waarin de bouw van de stallen, via een procedure ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Orde ning tot de mogelijkheden gaat behoren, In de vergadering van b. en w. dd.22 mei 1968, is een beslissing met betrekking tot het verlenen van de bouwver gunning aangehouden teneinde deze zaax in de Recreatiecommis sie te bespreken. Op 4 juni 1968 deeld.e een raadsfractie b. en w. mede, dat zij zich niet aanstonds kon verenigen met het voornemen om toestemming te geven voor de bouw van paardestallen achter het voormalige raadhuis. In antwoord daarop, dd.11 juni 1968, deelde b. en w. de raadsfractie mee, dat niet de gemeenteraad doch b. en w. de bevoegdheid bezitten om bouwvergunningen te verlenen; dit geldt ook - zij het onder goedkeuring van G.S. - indien ge bouwd moet worden in afwijking van een goedgekeurd uitbrei dingsplan zoals dat bij het bouwplan van de heer Loos het ge val is. Er wordt dan gebouwd ingevolge het u welbekende arti kel 20 van de Wederopbouwwet. Op 11 juni 1968, derhalve dezelfde dag als waarop voren bedoeld antwoord werd gegeven verleenden b. en w. de gevraag de bouwvergunning zonder toepassing van de bijzondere proce dure. De bouwvergunning is ondertekend door de toenmalige wethouder R.Dekker. 5. Pension Torenweg. Deze bouwzaak heeft zich geheel voorgedaan na het vertrek uit Schoorl van burgemeester J.H.Bergh en vóór dat burgemees ter A.w.Stronkhorst in functie trad. Vanaf omstreeks 19o5 tot mei 1968 is J.Ens, eigenaar en exploitant van het pension Torenweg bezig geweest met het in dienen van bouwplannen voor uitbreiding van het pensionge bouw. Hoofdzakelijk omdat werd vastgehouden aan het creëren van een gebouw met een platdak kon geen goedkeuring van de Welstandscommissie worden gekregen. Nadat op 24 april 1968 een aanvaardbaar bouwplan was ingediend met een gewijzigde kapconstructie, gaf de Welstandscommissie haar goedkeuring. Op 24 juni 1968 is door J.Ens een aanvrage om bouwver gunning voor dat werk ingediend. Bij nota, dd.17 juli 1968, heeft de directeur van de dienst Gemeentewerken de bouwaanvrage en net bouwplan aan b. en w. aangeboden. In de nota deelde hij mee, dat het bouw plan strijdig was met het geldende uitbreidingsplan in onder delen. Voorts, dat b. en w. er mee hadden ingestemd om in een nieuw bestemmingsplan de betreffende gronden te bestem men voor hotels, pensions ed. hetgeen aanleiding was tot het indienen van de bouwaanvrage. Daarom adviseerae hij de bouw vergunning te verlenen met toepassing van de procedure ex artikel 20 van de Wederopbouwwet. Naar aanleiding van een vraag van de wethouder en loco- burgemeester R.Dekker, verzocht de gemeentesecretaris de directeur van de dienst Gemeentewerken bij nota, dd,3 augus tus 1968, de bouwvergunning in orde te maken. Op 29 augustus 1968 besloten b. en w. de bouwvergunning te verlenen met voorbijgaan aan de bezwaren op grond van het geldende uit breidingsplan. Bij schrijven, dd.12 november 1968, hebben- b. en w. gun stig beslist op het verzoek van Ens, om inplaats van een be kapping die in de goedgekeurde texening was geprojecteerd, een platdak aan te brengen. Daarmee werd de door de Welstands commissie gestelde eis t.a.v. de kapconstructie te niet ge daan. Winkelcentrum Herenweg. Deze bouwzaak deed zich geheel voor na het vertrek uit Scloorl van burgemeester J.H.Bergh en vóór dat burgemeester A.W.Stronkhorst in functie trad. In begin 1968 kreeg de bouwonderneming fa.Visser (in feite J.Visser) gevestigd te Koedijk de beschikking over een deel van de tuin gelegen achter het restaurant De Rustende Jager. Omstreeks maart 1968 kwam er betreffende dat terrein een schetsplan in omloop waarin een 18-tal zakenpanden met bovenwoningen en een 5-tal kiosken waren geprojecteerd. De uitvoering van een zodanig werx zou echter strijdig zijn met het geldende uitbreidingsplan in onderdelen. Het schetsplan en het creëren van een winkelcentrum aan de Herenweg kwam meer dan eens in de b. en w.-vergadering ter sprake. Ook is het besproken in de Recreatiecommissie. Daarbij was er geen verschil van mening over het feit dat het project strijdig was met het uitbreidingsplan. Aangenomen mag worden dat in het college van b. en w. de gedachte leefde het plan te realiseren met toepassing van artikel 20 van de Weder opbouwwet, maar van dat idee is het college afgestapt wegens weerstanden in de gemeenteraad. Het is niet gebleken dat in dat stadium bij enige instantie de gedachte aanwezig was, dat het om een realisering op kort termijn ging. Op 27 mei 19b8 Kwam het schetsplan voor het eerst ter beschikking van de dienst Gemeentewerken. Op 4 juni 1968 zijn door J.Visser 3 aanvragen om bouw vergunningen ingediend bij de dienst Gemeentewerken betref fende 3 en 2 objecten van het totale schetsplan -winkelcen trum, namelijk voor een winkel met bovenwoning voor H.Roos; een winkel met 2 kiosken voor de fa.Visser; een bankgebouw met bovenwoning voor de Amrobank. Op 12 juni 1968 is het totale schetsplan alsmede de 3 ingediende bouwplannen door de dienst Gemeentewerken naar de Welstandscommissie gezonden. De 3 bouwplannen waren toen nog niet getoetst aan het uitbreidingsplan omdat het gebruike lijk was - zeker als het om principe-goedkeuring van een schetsplan ging - eerst de Welstandsgoedkeuring te vragen. Op 13 juni 1968 keurde de Welstandscommissie deze plan nen goed. Vanaf 15 juni tot 8 juli 1968 was de directeur van de dienst Gemeentewerken met verlof. Op 27 juni 1968 hebben wethouder Dekker, architect P.de Vletter en aannemer J.Visser aangaande de gevelbekledingen een bespreking gehad met de ambtenaar van Bouw- en Woningtoe zicht. Hoewel deze ambtenaar organiek en voor de burgerij misschien gezien kan worden als plaatsvervangend directeur van Gemeentewerken, kan zulks in de vorengeschetste verhou dingen moeilijk het geval zijn geweest. Naar eventuele plano logische bezwaren tegen de 3 bouwplannen is niet gevraagd en de bedoelde ambtenaar die deze materie doorgaans niet behan delde heeft daaromtrent niets gezegd. Dezelfde dag heeft wethouder Dekker de meerbedoelde amb tenaar van Bouw- en Woningtoezicht telefonisch opdracht gege ven de bouwvergunningen voor de 3 winkels direct in orde te maken. De betreffende ambtenaar was door de 6feer waarin over die plannen was gesproken en de telefonische opdracht in de mening,dat het verlenen van de bouwvergunningen een uitgemaakte zaak was. Daarom leidde hij de concept-bouwver gunningen, zonder nader onderzoek omtrent de planologische toelaatbaarheid, door naar de gemeentesecretarie. Op 30 juni 1968 verliet burgemeester J.H.Bergh Schoorl. In de b. en w.-vergadering, dd.2 juli 1968, is het verlenen van de 3 bouwvergunningen aan de orde geweest, maar een be sluit dienaangaande werd niet genomen. In de b. en w.-vergadering, dd.7 juli 19t>8, kwam het verlenen van die 3 bouwvergunningen opnieuw in behandeling. Uit de agenda-opstelling blijkt, dat er aangaande die bouw zaken geen advies was verstrext door de directeur van de dienst Gemeentewerken. De bedoelde directeur was in de b. en w.-vergadering aanwezig. Hij vroeg of er dan met die winkels kon worden begonnen. Een der wethouders, vermoedelijk J. Muelink, antwoordde"Ja, deze 3 kunnen nog net in het plan". Over de 2 kiosken werd niet gesproken. De directeur stelde zich tevreden met dat antwoord hetgeen enigszins te verklaren is als wordt bedacht, dat hij 3 weken met verlof was geweest. Daarop werd besloten de 3 bouwvergunningen te verlenen. De bouwvergunningen zijn ondertekend door de loco-burgemeester R.Lekxer. De ambtenaar ter secretarie die de bouwvergunningen ter ondertekening voorlegde heeft de loco-burgemeester, op grond van een thans onbekend vermoeden dat er planologisch iets met die zaak niet in orde was, gevraagd of dat zo wel kon. De loco-burgemeester antwoordde daarop:"Ja, deze 3 kun nen nog in het plan, maar verder mogen wij niet gaan". Up 2 juli 1968 was reeds met het grondwerk begonnen en op 31 juli'19b8 is de eerste paai geslagen. Toen de bouw reeds vrij- ver gevorderd was en in Schoorl geruchten de ronde deden, dat het met de bouw van de 3 zaken- panden en de 2 kiosken planologisch niet goed zat, bemerkte de directeur van de dienst Gemeentewerken naar aanleiding van gerichte vragen van de gemeentesecretaris omstreeks 14 februari 1969, dot de bouw van die panden en kiosken strijdig was met het geldende uitbreidingsplan in onderdelen en dat er nimmer staalconstructietekeningen waren ingediend zonder wel ke tekeningen en goedkeuring normaliter geen bouwvergunning wordt verleend. De directeur van de dienst Gemeentewerken deelde daarop aan de gemeentesecretaris mee, dat 12.50m. buiten de bouw- stroox werd gebouwd en dat de 2 kiosken waren gebouwd in een, in het uitbreidingsplan geprojecteerde weg. Deze en andere bouwzaken waren toen reeds in onderzoek bij een onderzoexcommissie van de gemeenteraad. Onder goedkeuring van de burgemeester, die op 7 februari 1969 in functie trad, heeft de directeur van de dienst Gemeen tewerken zijn bevindingen aan de wethouder Dekker meegedeeld die daarover zeer verwonderd deed en zei van niets af te we ten. Op 20 februari 1969 maakte wethouder J.Muelink tegen de directeur van de dienst Gemeentewerken de opmerking, dat er een verhaal de ronde deed dat ten onrechte bouwvergunningen voor de winkels waren gegeven. De directeur zei, dat zulks ook het geval was en noemde de strijdigheden met het uitbrei dingsplan. Dezelfde dag werden in de gemeenteraadsvergadering vragen gesteld naar het al of niet bouwen in strijd met het uitbreidingsplan, wethouder Dexker antwoordde daarop met: "ze staan goed". Door onderscheidene inwoners van Schoorl werd verband gezocht tussen het op kort termijn en ten onrechte_verlenen van de vorenbedoelde 3 bouwvergunningen en het f'eltdat aannemer J.Viseer een zwager is van de toenmalige wethouder j.Muelink alsook dat de staalconstructies voor het Betreffen de werk zijn geleverd door de N.V.Dekkers Staalbouw, geves tigd te Waarland, waarvan de toenmalige wethouder R.Dekker- vertelde (overigens ten onrechte) daarin commissaris te zijn. Dienaangaande is niets onregelmatigs gebleken en daarnaar la ook geen onderzoek ingesteld. Aldus naar waarheid samengevat de Inhoud -van het rapport van E.J.de Jong, ambtenaar bij het Ministerie van Volkshuls- vesting en Ruimtelijke Ordening, afdeling Juridische Zaken bureau Algemene Recherchezaken, dd.10 Januari 1970, nr, 9974/1970. s-Gravenhage, 11 augustus 1970. De rechercheur, a-7- (E.J.de Jong) Gezien: Het Hoofd van hetN bureau Algemene Recherchezaken,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1970 | | pagina 5