In Koedijk is de „Tour de France” van start gegaan
I
Eind januari 1877 verging de „Ulysses” bij paal 33
Egmonders halen
21 man van boord
De lente begint op 14 februari...
I
■IJIb
Mi
rkt
a
Rh
Jongmaatje
op de brug
I
Egmonders blijven
actief
Nachtelijke
wanhoopskreten
Sinaasappels
voor de jutters
PAGINA 35
DE DUINSTREEK
WOENSDAG 15 JANUARI 1986
bij de ondergang van „Caroline”
te
w-
Ook droefheid in Egmond
Meer over de .’Ulysses’
::W:
EGMOND AAN ZEE/BERGEN - In de reeks scheepsrampen
voor de kust van Kennemerland neemt de ondergang van de
Ulysses” een opvallende plaats in. Dit stoomschip, een vracht
vaarder van de KNSM, vond in de nacht van 30 op 31 januari
1877 een voortijdig einde bij strandpaal 33, ter hoogte van het
latere Bergen aan Zee dus. Niet minder dan zes opvarenden,
waaronder de kapitein, kwamen bij deze ramp om. Later, in
december 1894, zouden er bij de ondergang van „Caroline”
zelfs tien doden vallen...
Zoals bij elk dramatisch gebeuren, waren de mannen van
Egmond aan Zee ook bij de ramp van de „Ulysses” paraat. Met
hun houten roeireddingsboot wisten ze in totaal eenentwintig
opvarenden te redden! De NZHRM kon trots zijn.
Laten we eens gaan zien, wat er allemaal voorviel, eind ja
nuari van het jaar 1877, tijd van de ,,’oge winden” zoals ze in
Egmond zeggen.
overboord - méesterplan? Loeren de -grondzeeen
loe-het-
ien
ij), touw
n.
as
Tiging
lard
i zijn
S)
In de ochtend van 8 maart voer de
aar
HENK JELLEMA
et
DIE
al, cv
I.
al, cv
al, cv
31, CV
ider
gen
De fanaten aan het werk.
de
Dhr.
'aard
end
toni
an
ohn
en),
idie
Op deze gravure uit 1870 is te zien hoe
indertijd de vuurpijlen werden afge
schoten. Het gestrande schip is een
brik (privé-collectie).
an,
tens,
Onvermoeibaar gaat men terug en
MOE
RS
joed uit!
.00-
Het waren drie vaders die elk een
weduwe nalieten (waarvan één met
vier kinderen) en een weduwnaar met
_"_1 zoon. Dit tragisch gebeuren
maakte veel indruk; niet alleen in Eg-
Lang stilzitten konden de Egmon-
ders na de ramp met de Ulysses”
niet. In maart 1879 voeren ze uit toen
Men noemde een huis naar het ramp-
schip. De hooggelegen villa Ulysses"
in het vooroorlogse Bergen aan Zee.
De woning van de familie Van Reenen
werd in de jaren 1940-’45 afgebroken.
Nu staat hier hotel „Nassau-Bergen"
(Prov. Atlas, Haarlem).
friese Flora dan zal worden gevierd
met 100.000 bolbloemen in de ver
warmde veilinghallen.
Het thema van deze 53e Westfriese
Flora is dit jaar: Van bol tot bloem”.
EGMOND AAN ZEE - In ons
vorige strandingsverhaal - het
betrof de ondergang van de Duit- i
se bark „Caroline” op 23 decem-
ber 1894 was er sprake van een
buitenkansje voor de „Derpers”.
Het Duitse schip had namelijk
een lading, bestaande uit vaten
hars en terpentijn. De aange
spoelde vaten konden door de
Ee,, kijkje op tulpen uit Holland.
dicht genaderd is, wordt de eenzame
achterblijver een lijn toegeworpen.
laatste schip woonden waar
schijnlijk in IJmuiden, die van
de Helderse kotters waren inwo
ners van Egmond aan Zee. Het
waren: Glijn Groen, Hendrik
Groen, Simon Groen, Engel Dek
ker, Jacob Zwart, Pieter Glas,
Phillipus Prins en Alberts Glas.
We gedenken hun namen met
eerbied.
De drie door de storm kapot
geslagen bomschuiten waren de
EG 2, de EG 20 en de EG 21. Zij
lagen vóór het dorp, hoog op het
strand.
Bovenstaande gegevens ont
vingen we van de heer J. Sander
te Egmond aan Zee; waarvoor
hartelijk dank. De heer Sander
ontleende e.e.a. aan: „De Oud-
Katholiek”, aan het Oud-Katho-
liek begrafenisregister en aan de
boeken „Geen zee te hoog” en ,,’t
Kleine derp en de grote zee”
H.J.
is, liggend in zijn kooi, verdron-
Önderdeks kan niemand zijn, op het
dek evenmin en op de brug? Alleende
jongste matroos weet daar een riskant
plekje te vinden. De wind giert er
door de kapotte ruiten.
Temidden van de opspuitende wa
termassa’s zoeken de mannen in het
stikdonker een plek in het touwwerk.
Misschien kan het want de doorweek
te matrozen enige veiligheid bieden.
Ze klimmen er zo hoog mogelijk in,
klemmen zich eraan vast - binden
zich vast zelfs - en wachten in afgrij
selijke angst het eerste daglicht af.
Langer dan zeven uur staan en han
gen de mannen in de stugge touwen
en kabels van het geteisterde schip.
Hartverscheurend zijn hun wand-
hoopskreten... Maar die nacht zijn de
smalle stranden verlaten.
Het is al een tijdje dag als de door
en door verkilde schipbreukelingen
een vuurpijl de grauwe januarilucht
in zien gaan. Er is nog hoop voor de
overlevenden die op het strand geloop
van mensen en paarden zien.
Waarachtig... de Egmondse reddings
boot maakt aanstalten de zee in te
gaan, maar eerst zullen nog meer
vuurpijlen worden afgeschoten. Ze
dienen in de eerste plaats om een lijn
over het schip, dat op de tweede bank
vastzit, heen te krijgen. Maar dat lukt
niet erg...
druk met elkaar in gesprek zijn, dat niemand mijn aanwezigheid opmerkt,
suimuigeu een groot houten pla
teau op de tafel staan een groot aantal metalen wielrenners. Dan pakt er een de
dobbelsteen en direkt wordt het doodstil in de kamer. De dobbelsteenbezitter
rolt zenuwachtig de steen door z’n handen, spuwt er een onzichtbaar laagje
overheen, tilt een been op en gooit met een vreemde beweging de steen in het
houten bakje. Met argusogen volgen de mannen hoe hij zijn renner enkele
de handel gebracht?
„Veel te moeilijk”, zeggen de ren
ners in Koedijk. Alleen de spelregels
al zijn een boekwerk apart. De hobby
is voor ontspanning, maar de gemoe
deren raken af en toe goed verhit.
Vooral als het veld ineens stil komt te
liggen omdat de een de ander geen
goed plekje gunt. „Menselijke eigen
schappen”, zo stellen de spelers, „ko
men in dit spel wel aan de orde. Maar
echt ruzie maken we niet. Want dan
onderbreken we voor een hap en een
slok”.
Als ik naar de tafel kijk, zou ik om
„De vrouwen kennen elkaar niet”,
zegt de Koedijker, „maar als die zich
gaan verenigen in een club.... laten we
maar uitkijken”. Zaterdagmiddag
werd gestart om drie uur. Tegen elf
uur deze avond is het spel voor deze
etappe uit. Over veertien dagen zitten
de spelers misschien in Den Haag. Bij
een referendaris van een departement
thuis. Of bij een leraar in Zoetermeer.
Of bij een architect in Utrecht. Voor
de slotetappe gaan ze dit jaar een
bungalow huren. Vrouwen en kinde
ren mogen dan allemaal mee in een
eigen bungalow. Hollanders zijn
spelfanaten. Van het melige Babylo-
nië tot en met de Sterrenshow. Op
spelletjes zijn we gek in dit land.
Maar af en toe zie je een groepje fana
tiekelingen die het wel héél bont ma
ken. „Misschien zijn we wel hardstik-
ke gek”, zegt een van de spelers.
„Welnee”, zegt een ander, „we zijn al
leen maar prettig gestoord. Zo simpel
is dat”.
EGMOND AAN ZEE - De in
1877 onder Bergen gestrande
Ulysses” werd in 1873 in Huil
gebouwd. Aanvankelijk voer dit
stoomschip onder de naam „Ale
xander” voor de Russische
Amoor Steam Navigation Com
pany te St. Petersburg, het latere
Leningrad. In 1874 al werd het
door J. Halsey te Londen ver
kocht aan de Nederlandse maat
schappij KNSM die het de naam
„Ulysses” gaf, naar de Griekse
held van die naam.
Het schip had een tonnage van
919 bruto-registerton en was
voorzien van een twee cilinder
stoommachine van 120 pk die
het een snelheid van acht knopen
(bijna vijftien km per uur) kon
geven. De heer D. Bos te Alk
maar haalde deze details voor
ons uit het boek „De schepen van
Maar we kunnen u nu alvast medede
len dat er naast de 100.000 bloembol
len nog veel meer te zien zal zijn. Wij
komen er in een volgende editie nog
nader op terug.
Bron o.a.: het boek „Bergen aan
Zee, badplaats sinds 1906”; uitgave
1981, nog in de handel en het tijd
schrift van de KNZHRM „De Red
dingboot”, dec. 1962.
maar op 10 februari waren de Eg-
bruarimaand van het jaar 1879 wis
ten ze alle dertien bemanningsleden
van de Engelse bark „Algeria” te red
den. Ook twee stoomsleepboten wa
ren dit met katoen geladen schip te
hulp gekomen. Toen enkele dagen na
de stranding een paar Egmondse
bomschuiten probeerden een deel van
de lading te bergen, voltrok zich een
drama.
Door een plotselinge windstoot -
--werden
de bommen tegen elkaar geslagen.
Eén ervan sloeg lek en zonk direct.
Het was de Fanny” met als stuur
man A. Zwart. Van de acht opvaren-
ning is in de kleren; in de machineka
mer zwoegen stokers en machinisten
om de zaak draaiende te houden...
Kapitein Stam zal de ramp die
dreigt, niet meer meemaken. Een gro
te golf sleurt hem mee en smakt hem
Egmonders tegen een heel be
hoorlijke vergoeding bij de
strandvonderij worden ingele
verd. „De zee had ditmaal gege
ven...”, schreven we, „in klin
kende munt”.
Toch was er ook droefheid in
Egmond aan Zee. Tijdens dezelf
de storm gingen nl. drie kotters
ten onder, waarop Egmondse
vissers voeren. Het waren uit
Den Helder de HD 64 en de HD
300 en uit IJmuiden was het de
YM 26. De Egmonders van het
mond maar ook daarbuiten. Het was
burgemeester S.C.S. Holland (hij be
stuurde ook Bergen) die, samen met
de „Alkmaarsche Courant”, een gel
dinzameling hield. Op 11 april van
datzelfde jaar werd de noodzaak
daartoe nog groter toen het kofschip
„Louise Gerdine” bij IJmuiden te-
nonderging. Vier Egmonders kwamen
daarbij om het leven. Er bleven twee
weduwen achter met bij elkaar negen
kinderen alsmede vijf wezen. De
droefenis in Egmond aan Zee was
heel groot; er is in die arme tijd erg
veel geleden! En toch kozen de „Der
pers” weer zee!
In 1879 kreeg Egmond een nieuwe
reddingsboot omdat de oude - van
1861 - bij de ramp met de „Algeria”
zware averij had opgelopen. In 1880,
het was al najaar, werd uitgevaren
om de bemanning van de Nederlandse
„Gezina Alfina” te redden; in oktober
1881 was dat het geval toen de Engel
se schoener Agnes” tussen Egmond
en Bergen aan de grond liep. In dat
zelfde jaar strandden een loodskotter,
de Nederlandse schoener „Kinder
dijk” en de „Möen”, een schoener uit
Zweden.
We kunnen zo doorgaan; stuk voor
stuk vormen de verhalen over deze
reddingsacties evenzovele heldhafti
ge bladzijden in het geschiedenisboek
van het korps der Egmondse redders.
Onder de fiere vlag van de KNZHRM
(tot 1924: NZHRM) kiest men telkens
weer zee, als de noodsituatie dat
vraagt!
We zullen doorgaan op deze blad
zijden de nood én de moed te schetsen
die elke reddingsoperatie in dit kust-
gewest, ongeacht de uitslag, tot een
dramatisch gebeuren maakt, dat
waard is om tot in lengte van jaren in
onze herinnering te blijven voortle
ven.
Grote schalen met heerlijke salades,
kaasblokjes uit ’t vuistje, grote kan
nen koffie, kratje pils en nog een aan
tal aantrekkelijke zaken daaromheen.
Mevrouw Emmerik vindt het niet erg.
„Over veertien dagen zitten ze ergens
anders en het is best gezellig die
drukke knapen om je heen.
De „Wielerkoerier”.
Hoe raar het allemaal klinkt maar
de spelers hebben de beschikking
over een eigen onafhankelijk orgaan,
De Wielerkoerier. Dit blad dat in een
kleine oplaag verschijnt ziet er pro
fessioneel uit en wordt ook professio
neel geschreven. Koersen, verslagen,
toeristische tips, beschouwingen, me-
daillestanden, recordlijsten en trans-
fernieuws. Ongelooflijk wat een ener
gie en wat een hobby is hiermee ge
moeid. Niets lijkt de fanatiekelingen
te gek. En er zijn nog steeds geen hu
welijken door stuk gegaan, hoewel
m ..«ex vxx. sommigen zich afvragen hoe lang dit
die reden alleen al mee willen doen, op deze manier door kan gaan.
^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin|iiiiiiiiiiii|iiliiHiiiiiiniuii.iiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^
inmmurniiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmumimimiiimmmmmmmmmmmmmmmmiimmmimmmmimiimm
In Egmond aan Zee krijgt de heer
Teunis Plantijdt Czn„ sinds 1864 se
cretaris van de commissie van plaat
selijk bestuur (van de NZHRM), pas
op woensdag 31 januari ’s morgens
om acht uur, het bericht van de stran
ding door.
Direct wordt de reddingsboot in ge
reedheid gebracht en gaat de hele ka
ravaan van paarden, redders, de boot
op de kar en een stoet van nieuwsgie
rigen op weg naar paal 33, ver om de
noord. Schipper T. van der Plas leidt
de reddingsoperatie.
Op de plek van de ramp aangeko
men, is het Van der Plas die de vuur
pijlen over het gestrande schip laat
schieten. Niet minder dan vier gaan
er de lucht in, maar niet één daarvan
brengt de lijn, waar hij zijn moet. Dit
keer heeft dit reddingsmiddel - voor
het eerst in 1862 door de Egmonders
met succes toegepast - gefaald.
De bij de ongelukkige zeelieden
even oj.
bodem ingeslagen, maar... de operatie
is nog niet voltooid. Van der Plas laat
de boot verder naar het noorden
brengen en ter hoogte van paal 32 in
zee zetten. Met erg veel moeite weten
de Egmonders door de wilde bran
ding naar het schip te roeien. Vlakbij
de boeg gekomen, wordt een zware
dreg in het water neergelaten, omdat
er een enorm sterke stroming bij het
wrak staat. Vanuit de boot wordt er
een stevige lijn over de „Ulysses” ge
gooid en kunnen de redders er vlakbij
komen.
Nu komt het moeilijkste moment:
op een schreeuw van de schipper
springen twintig man één voor één in
de heftig deinende boot.
Zo krachtig is de stroming onder de
reddingsboot, dat de lijn van de dreg
gekapt moet worden. Nu de volle boot
terug naar het strand moet, wordt ook
de verbindingslijn gekapt en stoten
de redders zich met de riemen los van
het gevaarlijke stoomschip. De tocht
naar de wal gelukt wonderwel, maar
nauwelijks zijn de doorweekte en do
delijk verstijfde schipbreukelingen
aan land gezet of er klinkt wéér ge
schreeuw vanaf de gestrande vracht
boot.
BERGEN - Hartje winter, maar uit
een naburig dorp hier vlakbij komt
het bericht dat de lente begint op vrij
dag 14 februari aanstaande. Dat is
precies over vier weken en wel in Bo
venkarspel waar de beroemde West-
evenwicht en plonst in de wrede gol- Zowel in Bergen, Schoorl als in de
ven. Krachtige handen hijsen hem Egmonden. En was het niet de oer-
aan boord. Ook hij wordt naar het sterke Bergenaar Klaas Vrasdonk die,
strand gebracht. Met droge kleren en met op de schouder én onder de arm
een paar slokken cognac probeert een kist aangespoelde sinaasappelen
men de zeelui weer enigszins op ver- dwars door de duinen in één ruk naar
haal te brengen. In schelpenkarren zijn huisje bij de Ruïnekerk liep? La-
gaan ze naar Egmond aan Zee, naar ter is dat huisje Bergens Museum ge-
een warm bed. Verheugend is, dat worden, ook wel ,,’t Sterkenhuis ge-
géén van de geredden aan de gevolgen noemd. Dat laatste heeft echter meer
van dit afschuwelijke avontuur over- met de welgestelde Bergense familie
lijdt. Ze moeten toch allen aan onder- Sterken te maken (deze restaureerde
ipgelaaide hoop op redding is de koeling hebben geleden! het vervallen pand in 1913) dan met
--n 7-"-'’"""”. .1.. reddingswerk bleef niet onop- die sterke Klaas!
is nog niet voltooid. Van der Plas Iaat gemerkt: een grote schare kleumende
j- i j. k.u Bergenaren, Schoorlaars en Egmon
ders heeft met ingehouden adem het
riskante werk van de mannen in de
wankele roeiboot staan bewonderen.
En er spoelt heel wat aan.
Als de Egmondse redders ’s mid
dags met hun boot weer behouden te-
rug in het dorp zijn, schrijft secretaris de Duitse bark Amalia” strandde; de
Plantijdt in zijn rapport vanrtie dag: redding van de tien opvarenden mis-
„De redding is mooi geweest. wel met lukte echter. Het jongmaatje over-
gevaar, maar goed beleid”. Zo was leefde de stranding: zich vasthoudend
het! aan een zware balk dreef hij naar de
Later, bij rustiger weer, wordt het kant...
wrak van de ongelukkige „Ulysses” L. d.---
door de strandvonder en zijn mannen reddingsboot voor de „Amalia” uit,
geïnspecteerd. Behalve de doden on- maar op 17 IJ.- 1 ”5
derdet vinden ze op de brug, liggend monders ook al uitgevaren, Irrtie fe-
in een hoek, het jongmaatje... gestor
ven van uitputting en kou. Het do
dental is op zes gekomen!
Gejut is er ook na de stranding; een
deel van de lading gaf daartoe alle
aanleiding. Heeft de „Ulysses” niet het was nog onstuimig weer
altijd nog de naam „het sinaasappel- J‘
schip”? Kort na de stranding was het
schip in twee stukken gebroken en
door de heftige golfbeweging dreven
de goederen het ruim uit om al gauw den verdronken er vijf!
„xx,xx.x.„x.„„«. o op het strand terecht te komen. Ook
als de reddingsboot de „Ulysses” de Spaanse sinaasappelen. In die
--ix schrale winterdagen zullen erg veel
vitaminerijke oranje-appeltjes in de zijn
Verkrampt als hij is' verliest hij zijn kustdorpen zijn verorberd! i—--
de KNSM 1856-1981”; onze har
telijke dank hiervoor.
Nog altijd - na meer dan hon
derd jaar! - komen er bij extra
laag water roestige brokstukken
boven het zeeoppervlak. Surfers
en zeilers worden overigens
steeds op de gevaarlijke plek ge
wezen. Deze plek ligt ongeveer
ter hoogte van strandpaviljoen
„Zuid” van de familie Peters van
Nijenhof.
Het eerste woonhuis van het in
1906 gestichte Bergen aan Zee
droeg de naam „Ulysses”. Nadat
deze woning van de familie Van
Reenen tijdens de oorlog 1940-
’45 op last van de Duitsers was
afgebroken, heeft men later op
deze plek - een duintop - het
nieuwe hotel „Nassau-Bergen”
gebouwd. Nu komt de naam
Ulysses” hier niet meer voor!
H.J
KOEDIJK - Als ik binnen kom staan er tien „mannen” rond de tafel, die zo
druk met eiKaar m gesprek zij», J
Sommigen hebben een „vechtlustig” wielerpetje op. Op
dobbelsteen en direkt wordt het doodstil in de kamer. De dobbelsteenbezitter
rou zeuuwavux.g „x.,... dA.. _r_ ..t er een onzichtbaar laagje
overheen, tilt een been op en gooit met een vreemde beweging de steen in het
11 1 l_ 1.44 nr.nieo msm-nAV AMlrolö
plaatsen naar voren schuift...
Het is haast niet te geloven, maar ik
zie het voor me. Er was een dag van
tevoren een telefoontje geweest.
„Kom morgen even kijken want dan
gaat de „Tour de France” van start in
Koedijk”. En omdat ik nu écht niet zo
enthousiast reageerde werd erbij ge
zegd: „Het is echt héél bijzonder”.
Het is eigenlijk al een paar jaar gele
den begonnen. Hoe kun je thuis de
„Tour de France” minutieus naspe
len. In de handel bleek geen spel te
koop te zijn. Hoogstens een kinder
spelletje voor de kleintjes. Maar ner
gens een echt „intelligent” spel, met
hindernissen, kansen en klassements-
ritten. „Daarom besloten we zelf een
spel te maken”, vertelt Hans Emme
rik uit Koedijk „en we zijn nu met een
man of tien. De speldata liggen al een
jaar vooruit vast en de spelers komen
overal vandaan. We zijn nu wel een
stel vrienden geworden, hoewel we
elkaar niet kenden”.
De „Tour” loopt van januari tot en
met april. Er wordt elke veertien da
gen een etappe verreden. Steeds bij
een andere deelnemer thuis. En om
dat enkelen uit Utrecht, Den Haag en
Zoetermeer komen, moeten de spelers
er wel iets voor over hebben. Maar de
sfeer is „bloedserieus”, het spel ui
terst intelligent en zo ingewikkeld dat
het absoluut niet zomaar uit te leggen
valt. Er worden vaak tussenwedstrij-
den extra verreden en zelfs het We
reldkampioenschap. Ieder heeft vijf
renners en er zijn zes ploegen. Alle
renners dragen rugnummers en zijn
in kleur geschilderd, ook al in ver
band met de sponsors. Elke zet wordt
genoteerd en een „tour-directeur” is
dan ook onontbeerlijk. Om het ren-
nersveld uiteen te scheuren wordt er
in het begin per renner gedobbeld,
maar later ook weer per ploeg. Soms
mag een ploegleider vijfmaal achter
een gooien. Het lijkt simpel maar het
spel is aan strakke regels gebonden en
om den drommel niet makkelijk. Het
is een mengeling van geluk maar tak-
tiek is weer onontbeerlijk. Soms zit
ten de renners van een kansploeg in
eens vast bij de ravitaillering en dat
kan wel eens een u”.r duren. Nee, een
nieuweling kan niet zomaar invallen
en meedoen. Hij moet eerst een jaartje
meerijden om te zien of hij het aan
kan. Waarom zo’n prima spel niet in
over de reling in het kolkende water.
Het eerste slachtoffer is gevallen.
Even na twee uur die nacht is het
met de „Ulysses” gedaan als het moe
gestreden schip met een schok op een
zandbank vastloopt en door een paar
golfbewegingen op één zij wordt ge
worpen. Het overslaande water
dringt zo snel de scheepsopeningen
binnen dat de drie machinisten bene-
dendeks verdrinken. Wat hadden ze
zich ingespannen! De stokers waren
ontkomen, voorlopig.
Naast deze vier doden, is er nóg een
slachtoffer gevallen: de tweede stuur
man is, liggend in zijn kooi, verdron
ken. Maar het ergste moet nog komen.
- -i iiailfiflpwan de beruchte Pettemer Polder
Met de scherpe kop in de wind
ploegt het dappere schip traag noord
waarts. Nu de winteravond is geval
len, is de lage kustlijn niet meer te
zien. Steeds feller zijn de golfstoten
die het metalen schip moet opvangen.
Aan het uitgooien van het anker hoeft
bij deze zeegang zelfs niet gedacht te
worden. Alles komt nu aan op de
stuurmanskunst van loods en beman-
Vanaf 1 november 1876 - drie
maanden vóór de ramp - is het
Noordzeekanaal de aangewezen toe
gangsweg voor schepen die bestemd
zijn voor de havens van Amsterdam.
Om bij IJmuiden het kanaal en de
sluizen te kunnen binnenvaren, is de
hulp van een loods een vereiste.
Als de „Ulysses”, komende uit de
Spaanse hoofdstad Cadiz met be
stemming Amsterdam, dan ook ter
hoogte van IJmuiden is gekomen,
klimt de loods aan boord. Het is dan
dinsdag 30 januari; er staat een
krachtige noordenwind en het is ijzig
koud, hartje winter immers. Behalve
kapitein C. Stam zijn er op het bijna
duizend ton metende schip zesen
twintig bemanningsleden.
Terwijl de vrachtvaarder in de
schemering opstoomt naar de toegang
van het nieuwe kanaal, wakkert de
storm merkbaar aan. Het weer wordt
zelfs zo zwaar - de wind is noord-
noordwest geworden - dat de loods
het niet meer verantwoord vindt, bij
IJmuiden binnen te lopen. We moeten
hierbij begrijpen, dat de beide be
schermende stenen havenhoofden
dan nog niet gereed zijn! De „Ulys
ses” zal dus buitengaats blijven tot de
storm geluwd zal zijn. Het schip heeft
immers een krachtige motor en is ste
vig gebouwd. Wat kapitein en loods
echter niet weten is, dat deze winter- ning en op de kracht van de stoomm
storm de zwaarste sinds jaren zal chine. „„„„ux
Rond middernacht is de vracht-
J boot, geladen met stukgoed, de beide
Egmondse vuurtorenlichten, al een
Jj';€5 SllcplSU aanzienlijk eind voorbij. Maar wat
T3 J moet het worden? Heeft de loods een
(verraderlijke ondiepten vóór Petten)
hier niet vlakbij? Bij Den Helder is de
zee een hel!
Om een uur of één kan de „Ulysses”
het tegen storm en stroming niet lan
ger volhouden. Terwijl het Zeewater
als zoute regen over het dansende
schip striemt, wordt dit onverbidde
lijk in de richting van de Noordhol-
landse kust gedreven. De hele beman-
7'
cv