In Koedijk is de „Tour de France” van start gegaan I Eind januari 1877 verging de „Ulysses” bij paal 33 Egmonders halen 21 man van boord De lente begint op 14 februari... I ■IJIb Mi rkt a Rh Jongmaatje op de brug I Egmonders blijven actief Nachtelijke wanhoopskreten Sinaasappels voor de jutters PAGINA 35 DE DUINSTREEK WOENSDAG 15 JANUARI 1986 bij de ondergang van „Caroline” te w- Ook droefheid in Egmond Meer over de .’Ulysses’ ::W: EGMOND AAN ZEE/BERGEN - In de reeks scheepsrampen voor de kust van Kennemerland neemt de ondergang van de Ulysses” een opvallende plaats in. Dit stoomschip, een vracht vaarder van de KNSM, vond in de nacht van 30 op 31 januari 1877 een voortijdig einde bij strandpaal 33, ter hoogte van het latere Bergen aan Zee dus. Niet minder dan zes opvarenden, waaronder de kapitein, kwamen bij deze ramp om. Later, in december 1894, zouden er bij de ondergang van „Caroline” zelfs tien doden vallen... Zoals bij elk dramatisch gebeuren, waren de mannen van Egmond aan Zee ook bij de ramp van de „Ulysses” paraat. Met hun houten roeireddingsboot wisten ze in totaal eenentwintig opvarenden te redden! De NZHRM kon trots zijn. Laten we eens gaan zien, wat er allemaal voorviel, eind ja nuari van het jaar 1877, tijd van de ,,’oge winden” zoals ze in Egmond zeggen. overboord - méesterplan? Loeren de -grondzeeen loe-het- ien ij), touw n. as Tiging lard i zijn S) In de ochtend van 8 maart voer de aar HENK JELLEMA et DIE al, cv I. al, cv al, cv 31, CV ider gen De fanaten aan het werk. de Dhr. 'aard end toni an ohn en), idie Op deze gravure uit 1870 is te zien hoe indertijd de vuurpijlen werden afge schoten. Het gestrande schip is een brik (privé-collectie). an, tens, Onvermoeibaar gaat men terug en MOE RS joed uit! .00- Het waren drie vaders die elk een weduwe nalieten (waarvan één met vier kinderen) en een weduwnaar met _"_1 zoon. Dit tragisch gebeuren maakte veel indruk; niet alleen in Eg- Lang stilzitten konden de Egmon- ders na de ramp met de Ulysses” niet. In maart 1879 voeren ze uit toen Men noemde een huis naar het ramp- schip. De hooggelegen villa Ulysses" in het vooroorlogse Bergen aan Zee. De woning van de familie Van Reenen werd in de jaren 1940-’45 afgebroken. Nu staat hier hotel „Nassau-Bergen" (Prov. Atlas, Haarlem). friese Flora dan zal worden gevierd met 100.000 bolbloemen in de ver warmde veilinghallen. Het thema van deze 53e Westfriese Flora is dit jaar: Van bol tot bloem”. EGMOND AAN ZEE - In ons vorige strandingsverhaal - het betrof de ondergang van de Duit- i se bark „Caroline” op 23 decem- ber 1894 was er sprake van een buitenkansje voor de „Derpers”. Het Duitse schip had namelijk een lading, bestaande uit vaten hars en terpentijn. De aange spoelde vaten konden door de Ee,, kijkje op tulpen uit Holland. dicht genaderd is, wordt de eenzame achterblijver een lijn toegeworpen. laatste schip woonden waar schijnlijk in IJmuiden, die van de Helderse kotters waren inwo ners van Egmond aan Zee. Het waren: Glijn Groen, Hendrik Groen, Simon Groen, Engel Dek ker, Jacob Zwart, Pieter Glas, Phillipus Prins en Alberts Glas. We gedenken hun namen met eerbied. De drie door de storm kapot geslagen bomschuiten waren de EG 2, de EG 20 en de EG 21. Zij lagen vóór het dorp, hoog op het strand. Bovenstaande gegevens ont vingen we van de heer J. Sander te Egmond aan Zee; waarvoor hartelijk dank. De heer Sander ontleende e.e.a. aan: „De Oud- Katholiek”, aan het Oud-Katho- liek begrafenisregister en aan de boeken „Geen zee te hoog” en ,,’t Kleine derp en de grote zee” H.J. is, liggend in zijn kooi, verdron- Önderdeks kan niemand zijn, op het dek evenmin en op de brug? Alleende jongste matroos weet daar een riskant plekje te vinden. De wind giert er door de kapotte ruiten. Temidden van de opspuitende wa termassa’s zoeken de mannen in het stikdonker een plek in het touwwerk. Misschien kan het want de doorweek te matrozen enige veiligheid bieden. Ze klimmen er zo hoog mogelijk in, klemmen zich eraan vast - binden zich vast zelfs - en wachten in afgrij selijke angst het eerste daglicht af. Langer dan zeven uur staan en han gen de mannen in de stugge touwen en kabels van het geteisterde schip. Hartverscheurend zijn hun wand- hoopskreten... Maar die nacht zijn de smalle stranden verlaten. Het is al een tijdje dag als de door en door verkilde schipbreukelingen een vuurpijl de grauwe januarilucht in zien gaan. Er is nog hoop voor de overlevenden die op het strand geloop van mensen en paarden zien. Waarachtig... de Egmondse reddings boot maakt aanstalten de zee in te gaan, maar eerst zullen nog meer vuurpijlen worden afgeschoten. Ze dienen in de eerste plaats om een lijn over het schip, dat op de tweede bank vastzit, heen te krijgen. Maar dat lukt niet erg... druk met elkaar in gesprek zijn, dat niemand mijn aanwezigheid opmerkt, suimuigeu een groot houten pla teau op de tafel staan een groot aantal metalen wielrenners. Dan pakt er een de dobbelsteen en direkt wordt het doodstil in de kamer. De dobbelsteenbezitter rolt zenuwachtig de steen door z’n handen, spuwt er een onzichtbaar laagje overheen, tilt een been op en gooit met een vreemde beweging de steen in het houten bakje. Met argusogen volgen de mannen hoe hij zijn renner enkele de handel gebracht? „Veel te moeilijk”, zeggen de ren ners in Koedijk. Alleen de spelregels al zijn een boekwerk apart. De hobby is voor ontspanning, maar de gemoe deren raken af en toe goed verhit. Vooral als het veld ineens stil komt te liggen omdat de een de ander geen goed plekje gunt. „Menselijke eigen schappen”, zo stellen de spelers, „ko men in dit spel wel aan de orde. Maar echt ruzie maken we niet. Want dan onderbreken we voor een hap en een slok”. Als ik naar de tafel kijk, zou ik om „De vrouwen kennen elkaar niet”, zegt de Koedijker, „maar als die zich gaan verenigen in een club.... laten we maar uitkijken”. Zaterdagmiddag werd gestart om drie uur. Tegen elf uur deze avond is het spel voor deze etappe uit. Over veertien dagen zitten de spelers misschien in Den Haag. Bij een referendaris van een departement thuis. Of bij een leraar in Zoetermeer. Of bij een architect in Utrecht. Voor de slotetappe gaan ze dit jaar een bungalow huren. Vrouwen en kinde ren mogen dan allemaal mee in een eigen bungalow. Hollanders zijn spelfanaten. Van het melige Babylo- nië tot en met de Sterrenshow. Op spelletjes zijn we gek in dit land. Maar af en toe zie je een groepje fana tiekelingen die het wel héél bont ma ken. „Misschien zijn we wel hardstik- ke gek”, zegt een van de spelers. „Welnee”, zegt een ander, „we zijn al leen maar prettig gestoord. Zo simpel is dat”. EGMOND AAN ZEE - De in 1877 onder Bergen gestrande Ulysses” werd in 1873 in Huil gebouwd. Aanvankelijk voer dit stoomschip onder de naam „Ale xander” voor de Russische Amoor Steam Navigation Com pany te St. Petersburg, het latere Leningrad. In 1874 al werd het door J. Halsey te Londen ver kocht aan de Nederlandse maat schappij KNSM die het de naam „Ulysses” gaf, naar de Griekse held van die naam. Het schip had een tonnage van 919 bruto-registerton en was voorzien van een twee cilinder stoommachine van 120 pk die het een snelheid van acht knopen (bijna vijftien km per uur) kon geven. De heer D. Bos te Alk maar haalde deze details voor ons uit het boek „De schepen van Maar we kunnen u nu alvast medede len dat er naast de 100.000 bloembol len nog veel meer te zien zal zijn. Wij komen er in een volgende editie nog nader op terug. Bron o.a.: het boek „Bergen aan Zee, badplaats sinds 1906”; uitgave 1981, nog in de handel en het tijd schrift van de KNZHRM „De Red dingboot”, dec. 1962. maar op 10 februari waren de Eg- bruarimaand van het jaar 1879 wis ten ze alle dertien bemanningsleden van de Engelse bark „Algeria” te red den. Ook twee stoomsleepboten wa ren dit met katoen geladen schip te hulp gekomen. Toen enkele dagen na de stranding een paar Egmondse bomschuiten probeerden een deel van de lading te bergen, voltrok zich een drama. Door een plotselinge windstoot - --werden de bommen tegen elkaar geslagen. Eén ervan sloeg lek en zonk direct. Het was de Fanny” met als stuur man A. Zwart. Van de acht opvaren- ning is in de kleren; in de machineka mer zwoegen stokers en machinisten om de zaak draaiende te houden... Kapitein Stam zal de ramp die dreigt, niet meer meemaken. Een gro te golf sleurt hem mee en smakt hem Egmonders tegen een heel be hoorlijke vergoeding bij de strandvonderij worden ingele verd. „De zee had ditmaal gege ven...”, schreven we, „in klin kende munt”. Toch was er ook droefheid in Egmond aan Zee. Tijdens dezelf de storm gingen nl. drie kotters ten onder, waarop Egmondse vissers voeren. Het waren uit Den Helder de HD 64 en de HD 300 en uit IJmuiden was het de YM 26. De Egmonders van het mond maar ook daarbuiten. Het was burgemeester S.C.S. Holland (hij be stuurde ook Bergen) die, samen met de „Alkmaarsche Courant”, een gel dinzameling hield. Op 11 april van datzelfde jaar werd de noodzaak daartoe nog groter toen het kofschip „Louise Gerdine” bij IJmuiden te- nonderging. Vier Egmonders kwamen daarbij om het leven. Er bleven twee weduwen achter met bij elkaar negen kinderen alsmede vijf wezen. De droefenis in Egmond aan Zee was heel groot; er is in die arme tijd erg veel geleden! En toch kozen de „Der pers” weer zee! In 1879 kreeg Egmond een nieuwe reddingsboot omdat de oude - van 1861 - bij de ramp met de „Algeria” zware averij had opgelopen. In 1880, het was al najaar, werd uitgevaren om de bemanning van de Nederlandse „Gezina Alfina” te redden; in oktober 1881 was dat het geval toen de Engel se schoener Agnes” tussen Egmond en Bergen aan de grond liep. In dat zelfde jaar strandden een loodskotter, de Nederlandse schoener „Kinder dijk” en de „Möen”, een schoener uit Zweden. We kunnen zo doorgaan; stuk voor stuk vormen de verhalen over deze reddingsacties evenzovele heldhafti ge bladzijden in het geschiedenisboek van het korps der Egmondse redders. Onder de fiere vlag van de KNZHRM (tot 1924: NZHRM) kiest men telkens weer zee, als de noodsituatie dat vraagt! We zullen doorgaan op deze blad zijden de nood én de moed te schetsen die elke reddingsoperatie in dit kust- gewest, ongeacht de uitslag, tot een dramatisch gebeuren maakt, dat waard is om tot in lengte van jaren in onze herinnering te blijven voortle ven. Grote schalen met heerlijke salades, kaasblokjes uit ’t vuistje, grote kan nen koffie, kratje pils en nog een aan tal aantrekkelijke zaken daaromheen. Mevrouw Emmerik vindt het niet erg. „Over veertien dagen zitten ze ergens anders en het is best gezellig die drukke knapen om je heen. De „Wielerkoerier”. Hoe raar het allemaal klinkt maar de spelers hebben de beschikking over een eigen onafhankelijk orgaan, De Wielerkoerier. Dit blad dat in een kleine oplaag verschijnt ziet er pro fessioneel uit en wordt ook professio neel geschreven. Koersen, verslagen, toeristische tips, beschouwingen, me- daillestanden, recordlijsten en trans- fernieuws. Ongelooflijk wat een ener gie en wat een hobby is hiermee ge moeid. Niets lijkt de fanatiekelingen te gek. En er zijn nog steeds geen hu welijken door stuk gegaan, hoewel m ..«ex vxx. sommigen zich afvragen hoe lang dit die reden alleen al mee willen doen, op deze manier door kan gaan. ^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin|iiiiiiiiiiii|iiliiHiiiiiiniuii.iiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^ inmmurniiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmumimimiiimmmmmmmmmmmmmmmmiimmmimmmmimiimm In Egmond aan Zee krijgt de heer Teunis Plantijdt Czn„ sinds 1864 se cretaris van de commissie van plaat selijk bestuur (van de NZHRM), pas op woensdag 31 januari ’s morgens om acht uur, het bericht van de stran ding door. Direct wordt de reddingsboot in ge reedheid gebracht en gaat de hele ka ravaan van paarden, redders, de boot op de kar en een stoet van nieuwsgie rigen op weg naar paal 33, ver om de noord. Schipper T. van der Plas leidt de reddingsoperatie. Op de plek van de ramp aangeko men, is het Van der Plas die de vuur pijlen over het gestrande schip laat schieten. Niet minder dan vier gaan er de lucht in, maar niet één daarvan brengt de lijn, waar hij zijn moet. Dit keer heeft dit reddingsmiddel - voor het eerst in 1862 door de Egmonders met succes toegepast - gefaald. De bij de ongelukkige zeelieden even oj. bodem ingeslagen, maar... de operatie is nog niet voltooid. Van der Plas laat de boot verder naar het noorden brengen en ter hoogte van paal 32 in zee zetten. Met erg veel moeite weten de Egmonders door de wilde bran ding naar het schip te roeien. Vlakbij de boeg gekomen, wordt een zware dreg in het water neergelaten, omdat er een enorm sterke stroming bij het wrak staat. Vanuit de boot wordt er een stevige lijn over de „Ulysses” ge gooid en kunnen de redders er vlakbij komen. Nu komt het moeilijkste moment: op een schreeuw van de schipper springen twintig man één voor één in de heftig deinende boot. Zo krachtig is de stroming onder de reddingsboot, dat de lijn van de dreg gekapt moet worden. Nu de volle boot terug naar het strand moet, wordt ook de verbindingslijn gekapt en stoten de redders zich met de riemen los van het gevaarlijke stoomschip. De tocht naar de wal gelukt wonderwel, maar nauwelijks zijn de doorweekte en do delijk verstijfde schipbreukelingen aan land gezet of er klinkt wéér ge schreeuw vanaf de gestrande vracht boot. BERGEN - Hartje winter, maar uit een naburig dorp hier vlakbij komt het bericht dat de lente begint op vrij dag 14 februari aanstaande. Dat is precies over vier weken en wel in Bo venkarspel waar de beroemde West- evenwicht en plonst in de wrede gol- Zowel in Bergen, Schoorl als in de ven. Krachtige handen hijsen hem Egmonden. En was het niet de oer- aan boord. Ook hij wordt naar het sterke Bergenaar Klaas Vrasdonk die, strand gebracht. Met droge kleren en met op de schouder én onder de arm een paar slokken cognac probeert een kist aangespoelde sinaasappelen men de zeelui weer enigszins op ver- dwars door de duinen in één ruk naar haal te brengen. In schelpenkarren zijn huisje bij de Ruïnekerk liep? La- gaan ze naar Egmond aan Zee, naar ter is dat huisje Bergens Museum ge- een warm bed. Verheugend is, dat worden, ook wel ,,’t Sterkenhuis ge- géén van de geredden aan de gevolgen noemd. Dat laatste heeft echter meer van dit afschuwelijke avontuur over- met de welgestelde Bergense familie lijdt. Ze moeten toch allen aan onder- Sterken te maken (deze restaureerde ipgelaaide hoop op redding is de koeling hebben geleden! het vervallen pand in 1913) dan met --n 7-"-'’"""”. .1.. reddingswerk bleef niet onop- die sterke Klaas! is nog niet voltooid. Van der Plas Iaat gemerkt: een grote schare kleumende j- i j. k.u Bergenaren, Schoorlaars en Egmon ders heeft met ingehouden adem het riskante werk van de mannen in de wankele roeiboot staan bewonderen. En er spoelt heel wat aan. Als de Egmondse redders ’s mid dags met hun boot weer behouden te- rug in het dorp zijn, schrijft secretaris de Duitse bark Amalia” strandde; de Plantijdt in zijn rapport vanrtie dag: redding van de tien opvarenden mis- „De redding is mooi geweest. wel met lukte echter. Het jongmaatje over- gevaar, maar goed beleid”. Zo was leefde de stranding: zich vasthoudend het! aan een zware balk dreef hij naar de Later, bij rustiger weer, wordt het kant... wrak van de ongelukkige „Ulysses” L. d.--- door de strandvonder en zijn mannen reddingsboot voor de „Amalia” uit, geïnspecteerd. Behalve de doden on- maar op 17 IJ.- 1 ”5 derdet vinden ze op de brug, liggend monders ook al uitgevaren, Irrtie fe- in een hoek, het jongmaatje... gestor ven van uitputting en kou. Het do dental is op zes gekomen! Gejut is er ook na de stranding; een deel van de lading gaf daartoe alle aanleiding. Heeft de „Ulysses” niet het was nog onstuimig weer altijd nog de naam „het sinaasappel- J‘ schip”? Kort na de stranding was het schip in twee stukken gebroken en door de heftige golfbeweging dreven de goederen het ruim uit om al gauw den verdronken er vijf! „xx,xx.x.„x.„„«. o op het strand terecht te komen. Ook als de reddingsboot de „Ulysses” de Spaanse sinaasappelen. In die --ix schrale winterdagen zullen erg veel vitaminerijke oranje-appeltjes in de zijn Verkrampt als hij is' verliest hij zijn kustdorpen zijn verorberd! i—-- de KNSM 1856-1981”; onze har telijke dank hiervoor. Nog altijd - na meer dan hon derd jaar! - komen er bij extra laag water roestige brokstukken boven het zeeoppervlak. Surfers en zeilers worden overigens steeds op de gevaarlijke plek ge wezen. Deze plek ligt ongeveer ter hoogte van strandpaviljoen „Zuid” van de familie Peters van Nijenhof. Het eerste woonhuis van het in 1906 gestichte Bergen aan Zee droeg de naam „Ulysses”. Nadat deze woning van de familie Van Reenen tijdens de oorlog 1940- ’45 op last van de Duitsers was afgebroken, heeft men later op deze plek - een duintop - het nieuwe hotel „Nassau-Bergen” gebouwd. Nu komt de naam Ulysses” hier niet meer voor! H.J KOEDIJK - Als ik binnen kom staan er tien „mannen” rond de tafel, die zo druk met eiKaar m gesprek zij», J Sommigen hebben een „vechtlustig” wielerpetje op. Op dobbelsteen en direkt wordt het doodstil in de kamer. De dobbelsteenbezitter rou zeuuwavux.g „x.,... dA.. _r_ ..t er een onzichtbaar laagje overheen, tilt een been op en gooit met een vreemde beweging de steen in het 11 1 l_ 1.44 nr.nieo msm-nAV AMlrolö plaatsen naar voren schuift... Het is haast niet te geloven, maar ik zie het voor me. Er was een dag van tevoren een telefoontje geweest. „Kom morgen even kijken want dan gaat de „Tour de France” van start in Koedijk”. En omdat ik nu écht niet zo enthousiast reageerde werd erbij ge zegd: „Het is echt héél bijzonder”. Het is eigenlijk al een paar jaar gele den begonnen. Hoe kun je thuis de „Tour de France” minutieus naspe len. In de handel bleek geen spel te koop te zijn. Hoogstens een kinder spelletje voor de kleintjes. Maar ner gens een echt „intelligent” spel, met hindernissen, kansen en klassements- ritten. „Daarom besloten we zelf een spel te maken”, vertelt Hans Emme rik uit Koedijk „en we zijn nu met een man of tien. De speldata liggen al een jaar vooruit vast en de spelers komen overal vandaan. We zijn nu wel een stel vrienden geworden, hoewel we elkaar niet kenden”. De „Tour” loopt van januari tot en met april. Er wordt elke veertien da gen een etappe verreden. Steeds bij een andere deelnemer thuis. En om dat enkelen uit Utrecht, Den Haag en Zoetermeer komen, moeten de spelers er wel iets voor over hebben. Maar de sfeer is „bloedserieus”, het spel ui terst intelligent en zo ingewikkeld dat het absoluut niet zomaar uit te leggen valt. Er worden vaak tussenwedstrij- den extra verreden en zelfs het We reldkampioenschap. Ieder heeft vijf renners en er zijn zes ploegen. Alle renners dragen rugnummers en zijn in kleur geschilderd, ook al in ver band met de sponsors. Elke zet wordt genoteerd en een „tour-directeur” is dan ook onontbeerlijk. Om het ren- nersveld uiteen te scheuren wordt er in het begin per renner gedobbeld, maar later ook weer per ploeg. Soms mag een ploegleider vijfmaal achter een gooien. Het lijkt simpel maar het spel is aan strakke regels gebonden en om den drommel niet makkelijk. Het is een mengeling van geluk maar tak- tiek is weer onontbeerlijk. Soms zit ten de renners van een kansploeg in eens vast bij de ravitaillering en dat kan wel eens een u”.r duren. Nee, een nieuweling kan niet zomaar invallen en meedoen. Hij moet eerst een jaartje meerijden om te zien of hij het aan kan. Waarom zo’n prima spel niet in over de reling in het kolkende water. Het eerste slachtoffer is gevallen. Even na twee uur die nacht is het met de „Ulysses” gedaan als het moe gestreden schip met een schok op een zandbank vastloopt en door een paar golfbewegingen op één zij wordt ge worpen. Het overslaande water dringt zo snel de scheepsopeningen binnen dat de drie machinisten bene- dendeks verdrinken. Wat hadden ze zich ingespannen! De stokers waren ontkomen, voorlopig. Naast deze vier doden, is er nóg een slachtoffer gevallen: de tweede stuur man is, liggend in zijn kooi, verdron ken. Maar het ergste moet nog komen. - -i iiailfiflpwan de beruchte Pettemer Polder Met de scherpe kop in de wind ploegt het dappere schip traag noord waarts. Nu de winteravond is geval len, is de lage kustlijn niet meer te zien. Steeds feller zijn de golfstoten die het metalen schip moet opvangen. Aan het uitgooien van het anker hoeft bij deze zeegang zelfs niet gedacht te worden. Alles komt nu aan op de stuurmanskunst van loods en beman- Vanaf 1 november 1876 - drie maanden vóór de ramp - is het Noordzeekanaal de aangewezen toe gangsweg voor schepen die bestemd zijn voor de havens van Amsterdam. Om bij IJmuiden het kanaal en de sluizen te kunnen binnenvaren, is de hulp van een loods een vereiste. Als de „Ulysses”, komende uit de Spaanse hoofdstad Cadiz met be stemming Amsterdam, dan ook ter hoogte van IJmuiden is gekomen, klimt de loods aan boord. Het is dan dinsdag 30 januari; er staat een krachtige noordenwind en het is ijzig koud, hartje winter immers. Behalve kapitein C. Stam zijn er op het bijna duizend ton metende schip zesen twintig bemanningsleden. Terwijl de vrachtvaarder in de schemering opstoomt naar de toegang van het nieuwe kanaal, wakkert de storm merkbaar aan. Het weer wordt zelfs zo zwaar - de wind is noord- noordwest geworden - dat de loods het niet meer verantwoord vindt, bij IJmuiden binnen te lopen. We moeten hierbij begrijpen, dat de beide be schermende stenen havenhoofden dan nog niet gereed zijn! De „Ulys ses” zal dus buitengaats blijven tot de storm geluwd zal zijn. Het schip heeft immers een krachtige motor en is ste vig gebouwd. Wat kapitein en loods echter niet weten is, dat deze winter- ning en op de kracht van de stoomm storm de zwaarste sinds jaren zal chine. „„„„ux Rond middernacht is de vracht- J boot, geladen met stukgoed, de beide Egmondse vuurtorenlichten, al een Jj';€5 SllcplSU aanzienlijk eind voorbij. Maar wat T3 J moet het worden? Heeft de loods een (verraderlijke ondiepten vóór Petten) hier niet vlakbij? Bij Den Helder is de zee een hel! Om een uur of één kan de „Ulysses” het tegen storm en stroming niet lan ger volhouden. Terwijl het Zeewater als zoute regen over het dansende schip striemt, wordt dit onverbidde lijk in de richting van de Noordhol- landse kust gedreven. De hele beman- 7' cv

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1986 | | pagina 35