Maandag, 9 Ootober 1944 Gisteravond sprak H.M.de Koningin via de radio tot het jsngelsche volk.Hier volgt een vertaling van Haar rede. Gedurende de vier j-r dat Mijn lmdgenoo ten, milit? iren zoowel als bur' ers en Ik "uw gast geweest zijn, hebt gij niet alleen alle moeite gegeven, dat wij one in Uw mooie land geheel thuis zouden voelen, mear zelfs hebt gij voor ons een plaats ingeruimd aan Uw huiselijke h ard. Gij hebt ons zoovele bewijzen ge geven van Uw wam? en oprechte vriendschap, dat Ik Hij erover verheug, thans de gelegenheid te he jben Mijn dankbaarheid voor al uw gastvrijheid te kunnen uitspreken, ij zullen di% nimmer vergeten. Gedurende deze jaren zijn bijzonde re vriendschapsbanden aangeknoopt tusachen Mijn landgenooten en het Hritsche volk. Ik ben er ze :er van, dat Z.M.Honing George VI van Hngeland door Hij de groote eer aan te doen Mij de onderscheiding van dewOrde van de iCoueenband" te geven, daarmee uitdrukking heeft willen geven aan Zijn en Uw waardeering voor het heldhaftig standhouden van Mijn volk in deze tijd op zijn geboortegrond en de rol die het jespeelu heeft en blijft spelen in de titanen strijd tegen den gemeenschappelij wen vijand, baar Ik van zoo dichtbij al Jw sympathie voor het lijaen van ..IIju vol on ervonden eb, wil Ik vertellen van de beproevingen, die het thans ondergaat. Ik veronderstel, dat gij hebt vernomen, hoe .lijn ge liefd khJLK land verwoest, onaer water gezet en beroofd wordt, verwoestingen op steeds toenemende schaal en hoe Mijn volk geuurende vier jaren wreed onder drukt wordt, -aar nu, na dit alles, zal binnen korte tijd de ondervoeding waarcan mijn volk, vooral in de steden ten prooi is geweest, veranderen in hongersnood I et zal niet lang meer uuren of er zal geen electriciteit-,gae-, brandstof- of watervoorziening meer zijn. Ik laat het over aan Uw verbeeldings kracht om te beseffen wat dit alles beteekent. God geve, dat deze onherstelba re ramp tijdi, zal kunnen worden afgewend. Meer kan ik niet ze en. ook de Hritten heboen langdurige en zware lasten moeten ar: gen. hij hebben met de grootste moed gevochten en de zwaarste offers gebracht. Als Ik di t zeg, gaan Mijn gedacuten in het Dij zonder uit naar allen die hun leven gaven voor en deelnamen aan ae heldhaftige strijd bij Arnhem, .Nsge ook jij spoedig worden verlost van al Jw zorgen en in staat zijn de vruchten te plukken van Uw held haftige en onverzettelijke strijd voor recht en vrijheid, haat ik daarom ein digen me t het uitupreKen van de innige wensch voor een spoedige en volledige overwinning van onze gemeenschappelijke zaak over al hare vijfnaden. - het geall.hoof dkv/artier weeft gisteren cijfers bekend gemaakt over de te jenover de geall.in Nederland staande Duiteche strijdkrachten. Hier volgt hit daarover medegedeelde door H.O. Aan het front in Noord-Brabant van Haas tot bij Tilburg staan vier JÖ.divisies infanterie, deze beschikken over tamelijk weinig tanks, dooh hebben vele stukken 88 mm.geschut. Tuseohen de Y.'aal en de aek hebben de h. 1 div.infanterie en 2 brigades. Hij Arnhem en tuaschen .Arnhem en Nijmegen 2 divisies infanterie met vier divisies tanks, wik met naar -chatting 150 pantsers. Van het Reichewald tot de Haas 2 divisies infanterie en een tank brigade (bestaande uit 1/3 van een normale divisie) en tuaschen kaas en Peel 3 aiv.infanterie met 1 zwakke taincbrigade. In totaal ia dit 9 divisies infan terie en 5 divisies tanks. Uit de veraeelin hiervan is duidelijk, dat het zwaartepunt uij Arnhem ligt, daar iimere zijn 4 van de 5 huiteche tankdivisies geconcentreerd, die zeker een geduchte strijdmacht vormen. Natuurlijk zal .ontjomery, aldus de commentator van u.0.met zijn -mg., Canad. loolsche en Nsderl.troepen ae Auitchere wel klein crijgen, maar er zal no.. felle en bloe dige strijd geleverd moeten worden voor one vaderland geheel bevrijd zal zijn. net geall.Opperbeveldat van de binnenlandsche toestand in noj bezet Neder land nauwkeurig op de hoogte ia, zal er alles op zetten deze strijd zoo snel en zoo spoedig mogelijk te doen verloopen. hen regeerin.aömddddeeliug wees er heden nogmaals en zeer dringend op, dat elke hulpverleening aam den vijand vooral bij opsporing van onderduikers of ophalen van Nederlanders cot het verrichten van graafwerk voor den vijand, e.d. onder geen ueding mag ge beuren, e Minister van Justitie wij et er op, dat hulpver leening bij opsporing van Nederlanders die hun vaderlandsohe plicht doen,zwaar strafbaar is gesteld bij art.26 van het nieuwe H.B. "Bijzonder Utrafrecht". het gansche personeel in overheidsdienst en daarbij weer in het bijzonder po litie en personeel der bevolkingsregisters, is in de eerste plaats verplicht onze onderduikers tot het uiterste te beschermen. zie blad 2

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1944 | | pagina 1