Js"U 6D-Ü u K HE R van:
v P. XL..X .H. A.L K AA H D 3 R
Zaterdag, 14 April 45,Nc.52/617
- O-C -0-0-O -0-0-0-0-0-0-0 -0-0-C -0-0-0-0-0 -0-0-0 -C - O -O -O - O -0-0-0 - O-0-0-0 --0 -O -
JEUGDBEWEGING, t
(Aan een artikel van AA. over dit onderwerp ontleenen wi.j het- volgende,.)
¥ij staan na 5 jaren "bezetting voor de wederopbouw van ons volksleven.
De chaos in de wereld rondom ons en ook en vooral die onder de jeugd,geeft
een beeld, welks triestheid en ellende bijkans niet te beschrijven zijn.
De taak van het gezin, van de school en eveneens die van het z.g. derde
milieu: de jeugdbeweging, is zwaarder dan ooit te voren. Het is ons echter
een groote voldoening hier te kunnen vermelden, dat in vele kringen en in
het bijzonder onder de jongeren zsff, de noodzaak tot de stichting van
hechte,, gezonde jeugdorganisaties direct na de oorlog wordt ingezien en
dat er reeds nu hard wordt gewerkt aar de voorbereiding om zoodra de om
standigheden dit veroorloven, aan de si eg te kunnen gaan.
B.ij de heroprichting van de jeugdbeweging na de bevrijding zal niet al
leen volstaan werden met het zonder meer terugroepen van de voor-oorlng-
sche verhoudingen. Het is zeker dat de gelegenheid die nu bestaat cm over
te gaan tot nieuwbouw, niet ongebruikt voorbij zal gaan. Hierbij vraagt
o.m. het punt van samenwerking tusschen de verschillende jeugdorganisaties
onze aandacht. Het is onze overtuiging, dat de samenwerking die vroeger
reeds bestond en in deze jaren sndergrondsch is blijven bestaan, in de toe
komst uitgebreid zal moeten worden. Dit be teekent "niet, dat wij voorstan
ders zijn van een eenheids-jeugdbeweging. De toekomstige samenwerking zal,
ook in dit verband, er één'moeren zijn, waarbij men elkanders standpunt
eerbiedigt, want de verschillen die er vooral op het gebied van levens-en
wereldbeschouwing tusschen de onderscheidene jeugdorganisaties bestaan zijn
te groet om tot één nationale jeugdorganisatie te kunnen komen. Een derge
lijke nationale jeugdbeweging zou neutraal moeten zijn en neutraal kan de
rpvoeding nu eenmaal niet wezen.
Het voorgaande teteek'3nt echter niet, dat er geen fusie tot stand zou
kunnen komen tusschen diverse jeugdveresnigingenV/ij denken b.v.aan een
samensmelting der vroegere jeugdbonden, die zich op geheelonthouders-ei/ox
drankbestrijders-standpunt plaatsten. Zolf.s "bestaat misschien de mogelijk
heid tot fusecring van verschillende j eugdver.eenigingen, welke werkten on
der de niet-kerkelijke jeugd, als b.v. de vroegere A.J.C., J.V.O.„N.B.A.S.
N.J.N.enz. Naast deze mogelijkheid toe samenwerking, moet er ook een
nauwere band dan voor de oonl-g gelegd worden tusschen alle jeugdor
ganisaties. Organisatorisch zal. deze samenwerk'!rg waarschijnlijk een fede
ratieve worden. Het doel van dez evt. te vormen l\ederlaaadsche Jeuglfsde-
ratie - de vertegenwoordigster van de g -heelo jeugdcewcging rn ons land -
moet zijn: het samen willen bouwen aan onze 'Nederlandsche volksgemeen
schap eb het versterken van het gezag van zeo.el.ijke normen rn het jeugdle
ven. Tot deze normen behooren o.m.: naastenli efde hu lp vaart:; ghe idbarm
hartigheid, rechtvaardigheid, eerbied voor de menschel!jke persoonlijkheid
van welk geloof, ras, huidskleur of klasse hij ook zij. Natuurlijk zal de
ze doelstelling in onderling overleg gevonden moeten worden. Zoo staat he
ook met de middelen. Wij. denken b.v. aan het orgnr.i se eren van ge me en schap s
avonden, reizen en trekken, kampementen, net leiding gaven aan jeugdher-
bergv/erk en het stimuleeren van het velksheege schoolwerk. De j eugdf edera-
tie zou de belangen, die alle NederXandoche' jongeren gemeenschappelijk heb
ben, tegenover de overheid kunnen behareigen. Het ligt niet in de bedoe
ling alleen de leiding samen te brengen, doch het is ook wenschelijk, dat
de jongeren zelf met elkaar in contact komen.
Het is te hopen, dat de wil tot samenwerking die in deze jaren in veel
ondergrondsch werk tot uiting kwam, straks zeker in de kring der .jeugdbe
weging vorm zal krijgen. Mocht dit zoo zijn, dan kan daar vandaan een
krachtige invloed ten gunste uitgaan op ms geheele volksleven, zocdat met
steeds meer reden en recht gesproken kan worden van een waarlijke Neder
lands che volksgemeenschap.
-o -
•/IE IN DEZ BAREN TONG V/ AS
'ITë in deze jaren jong was.. onze j f ügd niet. Er wordt gesproken,
maar veel te weinig gedacht, over de "ontaarding" van onze jeugd en men
.raagt zich if cv. terecht, hot .:tr k, voet wat ioor de omstandigheden
scheef gegroeid is,-weer rechr te leiden ls. Teveel wordt vergeten, hoe
de "ontaarding" van de jeugd veroorzaakt is docr de wereld der ouderen,
die de ellende van deze jaren niet hebben weten te voorkomen of gedeelte
lijk voor onze jeugd te verzachten.
-Er-