De millioenennota in cijfers Nieuwe bonnen Waarom stijging der uitgaven? Een tekort van f 1812.000.000 voor de tweede helft van de 13e periode 1945 (9 tfm 22 December 1945). Elk der volgende bonnen geeft recht op het kopen van: Bonkaarten KA, KB, KC 513: 354 210 gram ontbijtkoek. 355 250 gram grutterswaren. 356 250 gram peulvruchten. 357 250 gram jam, stroop e.d. 358 200 gram zout. 359 100 gram vermicelli, puddingpoeder enz. 360 100 gram gedr. zuidvruchten. 361 150 gram vlees. 362 2 kg aardappelen. 363 1 kg aardappelen. 364 250 gram waspoeder. A 35 I1/» liter melk. B 35, C 35 3 liter melk. B 36 1 kg aardappelen. Bonkaarten KD, KE 513: 449 210 gram ontbijtkoek. 450 250 gram grutterswaren. 451 250 gram jam, stroop e.d. 452 200 gram zout. 453 100 gram vermicelli, puddingpoeder enz. 454 100 gram gedr. zuidvruchten. 455 5 liter melk. 456 150 gram vlees. 457 1 kg aardappelen. 458 250 gram waspoeder. Tabakskaarten enz.: T. 04 2 rantsoenen tabaksartikelen (geen import sigaretten). V. 04 100 gram chocolade of suikerwerken. X. 04 100 gram chocolade of suikerwerken. Bovengenoemde bonnen kunnen reeds op Vrijdag 14 December a.s. van des middags 12 uur af worden gebruikt met uitzondering van de bonnen voor melk en aardappelen, waarop eerst met in gang van Maandag 17 December mag worden afgeleverd. De stijging der uitgaven Is voor esn vrij aanzienlijk deel te wijten aan de personeelsuitgaven, die (met Inbegrip van de wachtgelden en de pensioenen) in het gehele jaar 1939 f 247 millioen bedroegen en voor het tweede halfjaar 1945 f 345.5 millioen. Weliswaar zijn de lonen en salaris- Ben in overheidsdienst sedert 1939 met ongeveer 25 pet. gestegen en komt een belangrijk deel der nieuwe uitgaven voor rekening van de ministeries van oorlog en marine, doch anderzijds is de stijging ook een gevolg van de sterk toegenomen overheidsbemoeiing en van het vaak Inefficiënt functioneren van het bestuursapparaat. Dit bestuursapparaat was op het mo ment der bevrijding reeds sterk In om vang toegenomen en wel voornamelijk door de volgende oorzaken: 1. De noodzakelijke vervanging van gedeporteerden en ondergedokenen. 2. De mogelijkheid, aan velen door goedwillende chefs gegeven, om door *n rijksbetrekking zich voor deportatie of dergelijke maatregelen te vrijwa ren. 3. Het feit, dat men, voorgevende Duitse opdrachten niet te kunnen uitvoeren met het bestaande perso neel. door de Duitse instanties ge dwongen werd meer personeel in dienst te nemen, welk personeel men, na afloop van de taak, uit over wegingen sub 2 genoemd, heeft aan gehouden. Een en ander deed overmaat van personeel ontstaan, waarbij de daling ean de prestatie per hoofd echter toch de schijn kon wekken, alsof ieder nut tig werk verrichtte. Bijzondere apparaten Bij het aantreden van dit kabinet Vond het, behalve de erfenis op per soneelsgebied, die de bezetter had ach tergelaten, een omvangrijk apparaat door het militair gezag in het leven geroepen ter vervulling van een aan vullende bestuurstaak en van allerlei opsporings-, bewakings- en hulp diensten. Ook hierin school veel inef ficiëntie. De taken, waarmede dit apparaat was belast, waren aanvankelijk echter volledig onmisbaar. Eerst in de loop van het 2e halfjaar kon met de liqui datie, resp. overdracht daarvan aan de normale civiele, resp, miltaire instan ties een aanvang worden gemaakt, Ten slotte heeft de huidige rege ring ten behoeve van de tenuitvoer legging van haar program zich in vele gevallen genoodzaakt gezien om nieuw personeel in dienst te stellen. De beoogde snelle liquidatie van al le overtollige en de reorganisatie van alle onmisbare personeelformaties zal zich zeker in de komende begroting 2n weerspiegelen. Credieten en sanering Een andere grote groep van uitga- Ven op de gewone dienst wordt ge vormd door de leningsschuldverpllch- tingen. Hierin schuilt ook de mogelijk heid van een toekomstige verlichting van het staatsbudget, waartoe de mi nister doelbewust aanstuurt op een la- 6e rentestand voor overheidsschuld, terwijl de aflossing der schuld, voor zover niet door bijzondere heffingen in eens te bereiken, naar zijn mening, zich over een zeer lange periode zal dienen uit te strekken. Tegenover het tekort van deze auto risatie-begroting vertoont de kasbe- groting een overschot, dat nog aan merkelijk hoger belooft te worden dan de raming. Dit overschot is te danken aan twee omstandigheden, nl, de ver koop tegen practisch contante beta ling van goederen, welke in het bui tenland op crediet werden gekocht en voorts de omvangrijke stortingen bij de rijkspostspaarbank en de postcheque en girodienst, De eerste omstandig heid vormt op dit ogenblik een krach tige deflationistische tegenstroom, welke de inflationistische werking van het budgetaire deficit In belangrijke mate opheft Budgetair gezien is dit geen blijvende omstandigheid, inte gendeel op korte termijn dient de re gering er rekening mede te houden, dat het opnemen van buitenlandse credieten zal verminderen en dat zelfs met de aflossing daarvan een begin dient te worden gemaakt Dan zal de tgenpost van deze uitgaven op de ontvangsten sterk verminderen. Intussen laten deze credieten en de geldsanering op dit ogenblik de regering enige tijd om orde op zaken te stellen. De minister geeft de verzeke ring, dat hij deze tijd zal uitbuiten en met inspanning van alle krachten zal pogen, voordat de deflationistische werking, die van deze factoren uitgaat, zal zijn opgehouden, het budgetaire de ficit binnen verantwoorde grenzen terug te brengen. Wederopbouw eist vee De geweldige taak van wederopbouw, waarvoor de regering staat, maakt voorshands een hoog uitgavencijfer noodzakelijk. De buitengewone uitgaven dragen evenwel in hoofdzaak een af lopend karakter. Ter dekking hiervan zal een voortgaand beroep moeten wor den gedaan op de besparingen, die nu reeds min of meer gedwongen door de geldsanering medehielpen een kasmid delenoverschot van betekenis te schep pen. De regering wenst een actieve finan ciële politiek te voeren ten einde de wederopbouw van ons zo zwaar ge troffen land, binnen de technisch daar aan gestelde grenzen, zoveel mogelijk te stimuleren. Daartoe zal vooreerst de fiscale politiek di nstbaar worden ge maakt. Maar ook in haar beleid op het stuk der overheidsuitgaven zal zij de opvoering van het nationaal inkomen zich voor ogen stellen. Deze opvoering maakt het mogelijk een belangrijk deel van dat inkomen als besparingen te reserveren, welke zullen moeten worden gebezigd ter aanvulling van het aanvankelijk nog bestaand bud getaire deficit. De geleidelijke toeneming van het nationaal inkomen en de daarmede ge paard gaande stijging van de fiscale in komsten enerzijds, de in de toekomst verminderde noodzaak de overheidsuit gaven als stimulans voor de bedrijvig heid te bezigen anderzijds, stellen een verdwijnen van het deficit in het ver schiet. Dan zal ook de budgetaire sa nering bereikt 4)n« Gehele dienst Uitgaven circa Middelen circa 2451 millioen 639 millioen Nadelig saldo f 1812 millioen De uitgaven, middelen en saldi van de gewone dienst zijn als volgt over de hoofdstukken verdeeld: Gewone dienst (in millioenen guldens). Hoofdstuk der begroting 1. Huis der Koningin 2. Hoge colleges van staat 2a. Alg. oorlogvoering v/h koninkrijk 3. Buitenl. Zaken 4. Justitie 4a. Directoraat-gen. v. politie 5. Binnenl. Zaken 6. Onderwijs, Kunsten en W etens ch appen 7a. Nat. schuld 7b. Financiën 8a. Oorlog 8b. Marine 9a. Openb. Werken 9b. Verkeer en Energie 10. Handel en Nijverheid 10a. Scheepvaart 10b. Directoraat-gen. v'd prijzen 11. Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening 12. Sociale Zaken 13. Overzeese gebiedsdelen 14. Onvoorziene uitgaven Landbouw-crisisfonds ritgaven Middelen Saldo B batig N =r nadelig 0,8 N 0,8 1.3 N 1,3 0.8 N 0,8 11,2 0,1 N 11,1 19.9 2,6 N 17,3 38,1 4,2 N 33.9 89,1 6,4 N 82,7 95,4 8,5 N 86.9 330,3 21,1 N 309.2 49,1 483.3 B 434,2 244.7 2.7 N 242,0 78,7 0,6 N 78,1 40.5 7.6 N 32.9 25.4 2.7 N 22.7 8,9 1.6 N 7,3 39 N 3.9 4.2 4,2 30.7 1.6 N 29,1 65,9 1.7 N 64,2 2.9 0.5 N 2.4 549,4 N 592,4 Omschrijving Totaal v. d. gewone dienst 1141,8 Buitengewone dienst (in millioen guldens). Uitgaven lftiddelen Saldo B r= batig N nadelig De uitgaven, middelen en saldi van de buitengewone dienst worden hier- ^«stuksgewijs weergegeven, doch met het oog op het inzicht in do teriele inhouden van deze dienst, naar de uitgavengroepen, welke hieronder worden weergegeven. De indeling volgens de hoofdstukken moge uit de be grotingsstukken blijken. Oorlogsvoering, waaronder begrepen mil. gezag, uitgaven voor, resp. inkomsten van de gealliëerden 105 40 N 65 Steun bij de herbouw, waaronder verstaan de uitgaven in verband met oorlogsschade, voor herstel rijkseigendommen, andere schade vergoedingen, zee- en luchtvaart verzekeringswet, Iandbouwherstel 380 9,5 N 370,F Op gang brengen bedrijven, waar onder de uitgaven voor de weder opbouw wagenpark en herstel Rijn- en binnenvloot 7 N 7 Noodhulp, waaronder bijzondere tegemoetkoming getroffen gemeen ten, verzorging oorlogsslachtoffers, oogstwerkzaamheden, vitamine, verstrekking, uitzending kinderen naar buitenland, aankoop genees middelen e.d. voor Nederland, re patriëring, ondersteuning uitgewe ken Nederlanders, subisidiëring N. V. H. en H. A. R. K, 70 2,5 Voorzieningen in afwachting en ten behoeve van de wederinschake- ling van arbeiders in het produc tieproces, t.w. D. U. W., wacht gel- regelingen, financiële tegemoetko ming aan elders wonende arbei ders, overbruggingssteun en ande re sociale bijstand 178 Overheidsbemoeiing met distribu tie- en prijsregeling, t.w. C. D K. tegemoetkoming gemeentelijke dis- tributiekosten, rijksbureau*, prijs- toeslagen waaronder de uitke ring aan het Staatsmijnbedrijf en de particuliere mijnen, fonds prijs- polfHek. C. C. Dnadelig saldo L. C. F. (incl. uitkering aan land bouwers op lichte gronden) 409 Ï8 N 391 N 73,5 Memorie N 176 Totaal zonder kapitaalsuitgaven 1153 KAPITAALSUITGAVEN Kapitaalverstrekking en krediet verlening aan Staatsbedrijven, -fondsen en -instellingen Kreditverlening aan partlcullere- bedrijven Middenstandssteun Aanschaffing van materiële uit rusting en vloot Overige kapitaalposten 70 42 60 12 35 7 12 N 1083 N 30 N 60 N 12 ..N 35 B 1 Totaal van de buitengewone dienst 1309 90 N 1219 m

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1945 | | pagina 3