JOURNAAL 1939 j van Marino ter Braak EEN SPIEGEL VOOR DEZE TIJD WITPLUIM, de dartele knaaggraag Britsche huisvrouwen in rep en roer door P. Seewald m m m fV m ft m m 9 m m 4 m HOE WAS HET IN DE OORLOG? mr y V Boekbespreking „IVEN HAAG, 5 Sopt. Dag oorlogsvar- u klaring", so begint het Journaal lttl van Menno ter Braak. Voor velen was <leze oorlogsverklaring toch nog, na Oos tenrUk, MUnchen en Tsjecho-Slowakije, een verrassing. ZtJ waren weliswaar niet overtuigd van da onmogelijkheid ener oorlog, alleen de daad, die oorlog toch lt. konden of durfden zy niet erken nen. Voor anderen lag het ln de iyn der dingen, ,,'t Is nu eenmaal soen we rullen er ons wel doorheenslaan. We le ven nog. Etc." Zo dachten er ln Septem ber 1959. ln Mei 1940, ln December 1944 en ln Mei 1945.... En tussen deze groepen? Tussen de verrasten en de onverschilligen, de nalven en de passleven, de abstract denkende „artlsten" en de concreet-voelende „bur- gers"? Tussen deze: de bewusten, o.w. Ter Braak. Het Is niet zo, dat dit schema „even" ls te maken naar aanleiding vin de oor log. Veeleer berust het op een verschil ln mentaliteit en stijl; reacties als op bovengenoemde Scptember-Zondag zyn «r een gevolg van. Byna geheel Europa maar vooral het Europa der „cultuurmakende" Intellec tuelen leed aan styiloosheld en pas siviteit. Natuuriyk zyn er vele schrtj. vers aan te wyzen, die zich niet „ovet - gaven" aan deze geest en die, tenslotte, tijdens de bezetting zwegen. Echter, niet de mate. waarin men zweeg la een norm voor activiteit, maar de wyze waarop ge reageerd werd. Men heeft gefaald ook ln Nederland door geen stelling genoeg to nemen tegen een bepaalde stemming. En de verzetspoëzie dan, die ln Nederland zo welig gebloeid getierd heeft? Niet de verzetspoëzie die meer verzet dan poëzie ls en moet zyn bepaalt echter de kracht der Nederlandse litera toren. Er zyn Jonge dichters, wier ver zetsverleden allesbehalve fraai ls fo^ ls het fraai tot ln '45 voor de genazificeerde kranten te hebben geschreven?), maar die door hun virtuositeit en niet door hun intensiteit ln staat zyn geweest antl-Dultae gedichten te schryven en de ze nog na de oorlog te publiceren ln een oud-Illegaal socialistisch weekblad Het verzet der dichters la ouder dan de bezetting. Roland Holst's „Onderweg" en Marsman'» „Tempel éft Kruis" waren reads bundels verzetspoëzie vpor hier nog Iets te zien was van een nazilaars. Deze dichters behoefden de knoet niet aan den lijve te voelen om zich te uiten tegen 't nazl-réglme. Dat hun waarschu wing profetie werd, zal deze wereld ech ter alleen nog maar „interessant" vin den; een gewaarschuwd man ls men nog lang niet, ook al wordt er dag-ln-dag-ult gepraat over vernieuwing, zelfs wat be treft de poëzie. De poëzie heeft echter geen vernieuwing nodig. Vernieuwd moet slechts de mentaliteit worden. Niet voor niets sprak Ter Braak van een „midden- et andseul tuur" Pén van de ..eerste partizanen" tegen nazisme en fascisme was" Mennp ter Braak, zyn Journaal 1959, waarin hy voor zichzelf verantwoording aflegt van het wereldgebeuren ln September 1939, getuigt op hartstochteiyke, maar, ook op scherp analyserende wyze van x.yn overtuiging. Op vele punten trekt hy de aan dacht van ons, die 't voor-oorlogse leven dienen te bezien. Een scherper ver oordeling van de eigen tyd kon er niet gegeven worden dan Ter Braak's woor den: „Recht hebben wy nergens op, na dat Europa Hitier heeft opgefokt door hem te menageren." En zyn wy er niet allen van overtuigd, dat „achter de oor log de sociale revoh^tie staat?" Ook toen. als nu, wist men. «dat 't geiyk der gealliëerden slechts berustte op ccn ..minimum" van cultuur, recht en bescha-i ving. „Of Engeland een roofstaat ls. laat my yskoud", zegt de schryver, „het ls de staat, die or ln geslaagd Is een minimum van persooniyke vryheid te garanderen." pN nu? We zyn nog niet eens zo ver als Ter Braak, die door de tyd, waarin hy leefde, voorbestemd was om slechts ln negatieve zin op te bouwen, wy gaan weer terug naar de schone woorden en de superieure toon der literatoren, voor wie dit alles een spel ls gebleven. En niet alleen de schryver. Geldt 't niet evenzeer voor de wetenschapsmensen, die - In de schaduw dor „voorlichting" - hun atoombommen m^ken en er schijnbaar geen belang by hebben dat enkele dwaze militairen er mee gaan .spelen"? H. N. A. nieuw-Zeeland: een ernstiie zuivelconcurrent Het klimaat ln Nieuw-Zeeland ls zo zacht, dat de koelen er zomer en winter buiten kunnen blijven. Het vet leeft dan ook geheel op gras Op de 7 mll- lioen ha. grasland, die het land rijk is. worden 1.750.000 koeien gehouden (in Nederland plm. 1.250.000 op ongeveer 1 milliocn hectare). Niet minder dan 85 pCt. van de koeien worden machinaal •gemolken, zodat een bedrijf met 50 tot 6C koelen door twee man (eigenaar met één knecht) gedreven kan worden Drie kwart van de runderen zijn van het kleine, doch melkrljke Yersey-ras, dat bijzonder vette melk produceert. De gemiddelde vctproductie ls 114 kg. per jaar per koe. De melk wordt op de boerderij ontroomd en alleen de room wordt naar da fabrieken gestuurd, wat een grote besparing aan transportkosten geeft. Daarbij zijn ook de verwerkings- en transportkosten laag, n.1. van de boerderij tot aan de oceaanstomer on geveer 10 cent per kg. boter. Papieren melkflessen NIETS VOOR NEDERLAND? De papleren melkfles, die na gebruik kan worden weggegooid, komt ln Ame rika meer en meer ln zwang. Men ver wacht hiervan grote kostenbesparing door lichter en gemakkeiyker transport en doordat het spoelen van de flessen ver valt. t)e krantenberichten hebben bet ons in geuren en kleuren verteld. Hoe in geheel Engeland de huis vrouwen ontevreden zyn, óm dat de levensmiddelenrantsoenen minder zouden worden. - De Nederlandsche huisvrouwen hebben echter nog grootere zor gen gekend en z(j hebben het ook nu nog niet gemakkelyk. Zelfs de Gruyter kan nog steeds niet alles leveren. Toch is het een genot, dat er alweer meer te Jcoo]) is. Ziet de huisvrouw de aantrekkelijke etalages van de Gruyter, dan denkt ze: „Wat een [vooruitgang, vergeleken b\j ver teden jaar". Haar inkoopen doet ze dan ook ln die goed verzorgde winkels, waar ze niet alleen betere waar, maar bovendien 10 korting krygt. Voor tien gulden aan cassabons, één gulden contant terug. Zóó verlicht de Gruyter de zorg van de Neder landsche huisvrouwen en helpt haar sparen. Ingezonden mededeling). Schaakfabriek Uit het Londense schaaktouraooi Onze nationale kampioen dr. M. gywe en de kampioen van Zwitserland, M. Chrlstoffel, bleken te Hastings niet goed op dreef. In de daaropvolgende wed strijd te Londen behaalden ze echter een uitstekend resultaat. In de laatste ronde speelden ze tegen elkaar en het zou van de uitslag hiervan afhangen, wie de eerste-prijs zou win nen. Dr. Euwe had slechts een half punt nodig. Chrlstoffel daarentegen een heel punt. Witpluim, het wilde konijn, ls niet, zoals het haas, altijd ln ons landje fee- weest. Vroeger ls het vanuit de Mid dellandse Zee-landen hier ingevoerd: dit is echter al zo lang geleden, dat men niet beter weet of Witpluim hoort hier thuis. ZIJ bevolkt sinds eeuwen onze bossen en duinen, waar zij soms een ware plaag zijn geworden. Zelfs de jagers kunnen ze met het geweer niet meer kort houden, te spelen. Even plotseling werd dan het spel gestaakt en even later weer op nieuw begonnen. Ineens verdween soms de hele troep schle'ijk, dringend en duwend het hol ln. Wat was de reden hiervan? Ik had me wat omhoog ge werkt om nog beter te kunnen zien. en daarbij had het moerkonijn of de voedster me ontdekt. Met haar achter- lopers gaf ze een paar krachtige sla gen op het zand. Dit is voor de Jongen zodat men op enkele plaatsen er met gas achter moet. Door hun graafwoede en het knagen aan wortels en planten, die daardoor sterven en het zand niet meer bijeen kunnen houden, brengen zij de duinen in gevaar. De schacre, die zij toebrengen aan de duinflora zelf, ls niet minder betreu renswaardig. Het kardinaalsmutsje, een van onze mooiste wilde heestertjes, en onze duinorchideetjes moeten het vooral bij hun ontgelden. Maar ik wil niet méér kwaad spre ken van deze leuke springers in het duin. Zo dikwijls heb ik hun spel des avonds in de schemerifig bewonderd. Voorzichtig klom ik, uit de wind, tegen het duin op, gluurde dan tussen een paar helmpollen door en zag die klei ne grauwe peuters graven of hun leven ervan afhing. Dan plotseling begonnen ze door elkaar te rennen eh krijgertje ed5 antwoordt. Zwart staat HVi reeds iets better, zodat wit de verplichting heeft voorzichtig op remise te spelen; lnplaats hiervan doet Chrlstoffel een geweldige poging om toch het initiatief te nemen. 8Pb8<17; 7. g2—g4? Pd7xe9; 8. g4xf5. Pe5xc4; 9. f5xe8, Hxefl; 10. e3 e4, Lf8b4; 11. e4e5, Pf6—e4; 12. Ddl—h5, g7g6; 13. Dh5—h3, 0—0! Zwart had ook op handhaving van zijn pluspion kunnen spelen. Gezien wits verzwakte koningsvleugel geeft hij er de voorkeur aan een scherpe aanval te ontketenen. 14. Lflxc4, d5xc4; 15. DhSxebf, kg8— h8; 18. O-Ó. Gedwongen, want de punten cS, d4 en f2 sfbnden aangevallen en 18. Dc4 ging niet wegens Lc3f, 17. bc3; Dh4. 16Lb4xc3; 17. D?xc3, Dd8—h4; 18. f2—f3, Tf&—f5 19. De6xe4. Niet 19. fe5? wegens 19Dg4f; 20. Khl— Tfl mat. 19. Tf5xf3! Stelling na 19Tf5Xf3! H.er volgt deze belangrijke partij: Wit: M. Chrlstoffel, zwart: dr. M. Euwe. Slavische sluitvarlant. I. d2d4, d7d5; 2. Pgl— f3, Pg8—fö; 3. e2e3, Lc8—f5; 4. c%c4, c7—c6: 8. Pdl—cJ. Minder goed, Juist was 5. cd5: De tlultvariant vereist c4xd5. vóór e7e8. 5cd5: verkrijgt wit kleine aan- valskansen op "de damesvleugel en dit betekent voldoende compensatie voor het insluiten van Lel. 5. e7e6: 6. Pf3C3. Thans geeft 6. cd5 niets, omdat zwari I T i i i i pi 1 i «si* Hierdoor komt zwart In beslissend voordeel. 20. Dc4e2? kost de dame. De beste verdediging was 20. Tf3; Dg4f. 21. Tg3, Pg3 22. Df7! (niet 22. hg3 wegens 22. Dg3f. 23. Khl, Tf8 enz. met mat of dlamar.twinst.) 20Dh4—G4t; 21. Kgl—hl. Pe4— g3t 22. h2xg3, Dg4—h3f. 23. Khl—gl, Tf3xg3t. 24. K*l-f2. Tg3-g2f. 25. Kf2- el, Dh3xc3t! 26. Lel—d2, Dc3xalt- 27. De2—dl, Dalxd4. Liberale gedaantewisselinf (Van onzen parlementairen redacteur). -* Toen kort na da vorjge oorlog het gescheiden optrekken van verschillen de liberale groepen. evenals Mr. Trpub's Economische bond geen succes wna gebleken, vond een fusie plaats onder de naam „Vrijheidsbond". De term „liberaal", dia ln die periode wat ln discrodiet waa, verdween En. kele Jaren later werd deze bond echter weer herdoopt ln liberale ataatspartij. „De Vrijheidsbond", waarvan 't tweede gedeelte langzamerhand ln het ver geetboek raakte. Ook thana, nu de chaotisch» verhou dingen in da wereld weinig aanleiding geven tot geloof ln de llberele begin selen van herstel van welvaart door het vrije spel der economische krach, ten, verdwijnt weer de liberale partij ni' voor en Partij van de Vrijheid. Toch gaat het hier niet helemaal om m maskerade. In de eerste plaats, omdat er reeds langs een duldelilke ontevredenheid bij de Jong-Liberalen was gebleken Jegens de leiding van de Liberale staatspartij. Het feit, dat de namen Wendel/»ar en Bierema niet en verschillende dezer Jongeren wel in het manifest van de Partij ^jin de Vrijheid voorJcomen, bewijst dat deze oppositie thans de „verstarring ln de top" heeft doorbroken. Voorts zijn bedrijfsleven, bankwereld en platteland door enige gezaghebbende namen vertegenwoor digd. evenals de vrouwen, terwijl Pro- •rinjra i eön van het Verzet een eervolle plaats inneemt. Op deze wijze zullen de liberalen want uit andere partijen treffen wij ln dit manifest geen namen aan weer in staat zijn. wat er aan nIet-confessio nele verzet tegrn het socialisme ln slln moderne vorm besaat. om zich te ver enigen. De naarn_ ls dan ook kennelijk gekozen in tegenste'ijng tot de Partij van de Arbfld. Dit kan bijdragen tot gezonder poli tieke yerhoudlngen. Door erkenning van de christelijke grondslag onzer sa menleving vormt zich hier een aan vaardbare partner voor de anti-revo lutionairen. zonder dat mgn zulk een bijwagen' van deze ..Calvinisten" wordt als de groep Tllijaps van de Chrlste- HJk-Hlstorische Unie. De tegenover de overheidsbemoeiing aangeheven leuze, de vrijheid zal na- iudrukhen uil Engeland did our job" en nu? (Van onze speciale verslaggeefster.) Wanneer men den Engelsman vertelt, dat wy, in de landen die door de Duitsers bezet waren, grote bewondering hebben voor de wijze waarop men hier de zware bombar, dementen heeft doorstaan en uit niets een militair apparaat heeft op gebouwd, zo hecht, dat uiteindelijk het Duitse militairisme er het hoofd voor heeft moeten buigen, dan is meestal het eenvoudig antwoord: „We did our job" (We deden ons werk). Van trots op hetgeen ge- presteerd werd, is geen sprake. Het schijnt voor het Engelse volkskarak ter een vanzelfsprekendheid te zijn, om, wanneer het moet, de sthouders gezamenlijk onder het karwei te zet ten. Het is dit team-work. een moei- tuurlUk in een tijd van distributie- schaarste en bureaucratie wel in staat zijn een aantal mensen in beweging te brengen. De groep Van RhUn, die zich ver van de Chrlst.-Hlst. iJnle heeft los gemaakt.' is echter ongetwijfeld ta overtuigd vooratander '*an „ordening" om zich bij deze liberale verjonging aan te sluiten. Onmiskenbaar dua een versterking en vernieuwing van het liberale kader, maar geen nieuwe gedachten en ver moedelijk ook piet zo heel veel nieuwe aanhang, la het beeld, dat door deze liberale gedaantewisseling ontstaat. Franz Werfel's „Paulus onder de Joden" Door de Stichting Amsterdams-Rot- terdamsch Toneelgezelschap ls de dra matische legende van den overleden schrijver Franz Werfel, „Paulus unter den Juden", op het repertoire genomen. August Defresne zal de regie voeren. Da voornaamste rollen zullen vertolkt worden door Albert van Dalsum, Louis Saalborn^ Johan Schmifz, Louis van Gasteren, Paul Huf, "jo Sternheim, Jacques~Snoek, Anton Burgdorffer. PARACHUTE ALS MENSEN REDDER. Leslie Irvin, een specialist op het ge bied van parachutes, heeft berekend, dat ongeveer 30.000 gealliëerde vliegers zich tijdens de oorlog het leven redden met een parachute. het signaal, dat de kust onveilig la en roetsj weg waren ze. Dikwijls zal het den dulnwandelaar opgevallen zijn, dat er zomaar een plek vers opgewoeld zand tussen de helm of duinroosjes lag. Het ls net of hier Iets uitgegraven ia en daarna weer netje» dichtgemaakt. Poppetje gezien Dat ia ook zo; hier heeft de voedster haar wrang gemaakt, waarin de Jonge, naakte, nog blinde konijntjes in hun warme wollen nestje liggen. De voed ster heeft ze goed verzorgd en daarna de wrang weer netjes dichtgemaakt. Telkens als ze de jongen moet zogen maakt ze de wjang weer open, als ze de Jongen gezoogd heeft maakt ze de wrang weer zorgvuldig dicht. Later, als de jongen wat ouder zijn, laat ze een klein luchtgaatje open en als te goed behaard zijn en goed kunnen kUken, la het gat zo groot, dat ze ln de avond schemering eruit kunnen komen en voor het eerst de wijde wereld kunnen aanschouwen. In die tijd is de voedster alweer op het Uefdespad en de Jongen worden spoedig aan hun lot overgelaten, want zij moet weer zorgen voor een ftieuwe worp. Zo'n konijnenpaartje kan in een Jaar heel wat nakomelingen krijgen en als ze geen vijanden als hermelijn, wezel en bunzing hadden, zou onze dartele en rappe witpluim hier een ware ramp worden. O. de B. De Nederlandse jeugd wil varen De Nederlandse jeugd heeft grote be langstelling voor de scheepvaart, niet alcen voor de z.g. officiersrangen, waar voor op de diverse zeevaart- en machl- nlstenscholen een opleiding wordt ge geven, maar ook voor de lagere rangen, zowel bij de grote vaart als btj de bin nenvaart (RUn-, kust- en binnenvaart). Het Gewestelijk Arbeidsbureau, afde ling Jeugdbefnlddellng, met als zetel Alkmaar, zond ons enige mededelingen over ~Se opleiding voor deze laatste ca tegorieën. Voor de grote vaart geschiedt de op leiding Ie Amsterdam. Het opleidings schip Pollux is weer in het bezit geko men van het Matrozcnlnstituut van de Kon. Nd. Zeil- en Roeivereniging. Tot nu toe was de opleiding alleen voor ln Amsterdam wonende jongens. ZIJ, die deze opleiding, welke 12 maanden duurt, willen volgen, moeten de lagere school met goed gevolg door lopen hebben. 14 Jaar oud zijn, zwem men kunnen en zich aan een grondig lichamelijk onderzoek onderwerpen. Het Instituut betaalt de gehele op. l^ing. Deze kosten moeten later ech ter terughetaald worden. Vopr de binnenvaart wende men zich tot het onderwijsfonds voor de Scheep vaart* De Ruyterkgde 139 te Amster dam. t Daar het maar al te vaak voorkomt, dat jongens, die varen willen, later van beroep wensen te veranderen, worden zij eerst in «electie-kampen, later In schlpperekarapen, getest, Hersengymnaitiek Ja, dit ia op zichzelf al ean geheim zinnig geval. Ik kreeg nl. onlangs een lange, sym pathieke brief van een destijds bij mij ondergedoken Hagenaar, die schreef over alles en nog wat, doch waarin hy mU tevens iets had ta vragen, wat hij liever voor mijn vrouw verborgen wilde houden; vermoedeiyk omdat hy vreesde haar te beledigen, hetgeen hy natuur iyk als gentleman en als goede vriend van my wilde voorkomen. Derhalve had hy zijn toevlucht genomen tot een by- zondere vorm van geheimschrift, en wel als volgt: gezien hat vraagteken of m'n vriend Karei soms in geldverlegenheid zat. Ik gaf voor, het ook niet te «nijpen en heb me er dus voor een ogenblik uit weten .te redden. Ik hoop nu maar, dat ze er geen erg in heeft, dat ik dit gedeelte thans gepubliceerd heb. Enfin, dan zou ik haar altyd nog kunnen ad viseren, met ons mee te doen. Doet u ook mee? Laat me dan voor a.s. Zaterdagmiddag 12 uur even we ten wat mUn vriend my te vragen had. De goede oplossers (en -sters) krygen een punt op hun naam. terwyi diege nen, die tevens het goede antwoord we ten te geven, hiervoor een extra punt *rygen. y i j 9 rrrt jtïi x x x •i i M'n vrouw, die de bedoeling van al die domino-stenen gelukkig niet be greep, en er ook geen moeite voor deed om die te achterhalen, wijl ze er van zelfsprekend op rekende, dat lk het haar wel zou kunnen zeggen, vroeg my Doet uw best en zend uw antwoord tydig in aan onze redactie, met ver melding van het woord „hersengym nastiek" in de linkerbovenhoek van de enveloppe. „ZEG, ZONNETJE....". Zeg, zonnetje, waar biyf Je toch? Je wilt maar heel niet achynen, En als lk denk: daar ia ze weer, Dan ga je vlug verdwenen, Je houdt Je heel de dag haast schuil, Waar is dat nu voor nodig, Of vind Je warme zonneschijn Voor ons soms overbodig? Zeg, zonnetje, zonnetje, hoor nu eens aan, Kom achter die donkere wolken vandaan! Zeg, zonnetje, als jij eens wist, Hoeveel wy van je houden, 'k Wed, dat we dan de ganse dag Van Jou genieten zouden. Nu zit je achter 't wolkendek, Bent bang voor wind en regen.... Dat ls geen plaatsje^ voor de zon; Neen, heus. je valt me tegen. Zeg, zonnetje, zonnetje, hoor nu eens aan. Kom achter die donkere wolken vandaan! NICO i PLINTER. J)e akker van Teun-s Dit ia de oplossing: Als de akker na 20 dagen geheel vol was, dan was hy na 19 dagen half vol, omdat iedere volgen de dag het aantal gepote piepertje* ver dubbeld wordt. Oppervlakkig gerede neerd zou je zeggen: „Na 20 dn gen hele maal vol, dus na 10 dagen half!" Maar wie dat zegt, maakt een reusachtige blunder. En die moet zUn hoofd maar eens onder de kraan houden!' Eén van myn vrienden heeft uitgerekend, hoe veel aardappels boer Teunis wel gepoot heeft; hij komt tot het respectabele aan tal van 524238: dat ia nog eens de moei te waard, hè? De snuifdoos Koning Frederik de Grote gaf op een dag aan zyn opperstalmeester een mooie snuifdoos cadeau, waarop een aap was afgebeeld. De stalmeester liet de beelte nis van de aap verwyderen en zette daarvoor het portret van Frederik in de plaats. Telkens nu, wanneer de stal meester zich In de nabijheid van den koning bevond, nam hij de doos meer dere keren uit zijn zak. om hem tebe- wondcren. Op een keer zei de koning: „Die doos schynt je nogal te bevallen, hè?" De stalmeester antwoordde: „Ieder geschenk van Uwe Majesteit ls my dier baar. Maar deze doos., waarop de beel tenis prijkt van Uwe Majesteit zélf, ligt mU wel zéér na aan 't hart!" Een ogenblik was de koning ver stomd over zóveel vermeende brutali teit. Maar toen hy de doos in handen kreeg, barstte hy in lachen uit. „De in val is goed, heer opperstalmeester", zei hy. „Maar het portret is slecht. Hier lt een beter!" En met deze woorden Wélkte de koning hem zyn eigen gouden, met kostbare briljanten bezette snuif doos over. lyk vez-taalbanr woord, dat reeds op school op velerlei gebied wordt aangeleerd. De lankmoedigheid, waarmee de bombardementen werden getrot seerd. wordt aardig geïllustreerd door het opschrift, dat een kranten- sigarettenwmkelier de ochtend na een nachtelijk bombardement, waar bij de gehele voorgevel van zyn pand werd weggevaagd, op de over blijfselen van zijn zaak zette: „We'd never been so open as today" („We zyn nog nooit zo open geweest als vandaag"). Met opgewektheid hielp hy al weer zyn vele klanten, die. nachtclyke raid of niet. precies op tyd naar hun werk gingen. De reactie van het Engelse moreel op de ooTlog was en is ook nu. een andere dan bij ons. Verschillende personen vroeg ik, hoe het gesteld was met de demoralisatie, speciaal op sexueel gebied, door de afwezig heid van vele jongens en mannen en aanwezigheid van vele vreemde militairen.Het antwoord luidde meermalen, dat men hier van deze zaak geen probleem maakt. Men geeft toe, dat er vele dingen ge beurden. die in vredestijd niet of zeker niet zo talryk voorvielen, maar, zegt men er bij „we weten, dat is nu eenmaal altijd zo in een oorlog". Ook de reacties van de jongeren is een andere geweest en moest een andere z(jn, dan bij ons. Duizenden zijn by ons door school verzuim of lediggang in hun onder- duiktijd tot cynisme vervallen. Hier hadden óók de jonge mensen te veel te doen om *tijd voor cynisme te hebben Men haatte de oorlog, maar het was nodig, dat men de hand schoen opnam en dus men deed zyn werk. De belangstelling voor werkelijk goede muziek en de eigen klassieke literatuur was in de lange avonden van de black-out (verduistering) zeer groot. Er is nu dan ook geen boek uit de klassieke Engelse litera tuur meer ln de boekhandel te vin- den en aan herdrukken is men nog niet toe. Ook Engeland heeft zijn grote na-oorlogse problemen. De Engels man kijkt ontevreden, zoals de ge- middelde Hollander. Huisvesting en voeding zijn de grote vraagstukken, waarover ik een volgende^naal iets hoop te vertellen. Met lentekind door de landen Lentekind zul je wel nooit gezien hebben, maar bemerkt heb jo haar wel. Zij is het, die de bloemen en en de vogels hun mooie pakjes geeft knoppen der bomen wakker maakt en de vlinders schildert met de mooiste kleuren. Hoe ze dat doet en hoe ze er uit ziet, vraag Je? Wel ze lykt een klein meisje, ze heeft rode wangen en lang goud krullend haar, ze heeft altijd een fluit bij zich en een tover stokje. Dan zit ze hier, dan zit ze daar. Ze duikt op temidden van het hoge riet of gluurt om een hoekje van een dikke boom. Altijd lacht ze en vrolijk springt ze door de landen. Wat ze doet? Ze tikt met haar toverstokje op de harde kale grond en dadelijk komen heel nieuwsgle- rig de witte sneeuwklokjes en de crocusjes, in verschillende kleuren, kijken. Tussen het riet roept ze de dotter- bloemen wakker en aan de sloot kant het speenkruid. Een bloemen lucht hangt rondom haar, waar ze verschijnt. Ze draagt ook eer. palet bij zich en waar de bloempjes soms wat vaal gekeutd zijn. brengt zij er bonte tinten aan En alle bloemen krijgen van de zon een stukje gou den licht, dat is hun hartje. Het speenkruid, de dotterbloem en het madeliefje en nog veel andere bloe men hebben dit gekregen; ga maar eenS*ic Ijken. door Diel Meliger Kan je dit? Probeer eens om het volgende rijmpje héél vlug op te lezen, zonder over je eigen tongetje te struikelen: Daar schreed een snip over het'schip. Die sneed met zUn bek het spek ▼sn bet spit. Wie heeft ooit een snip over het schip zien schrijden, Die met zjjn bek het spek van het spit kon snQden? Gaat het? LEONARD ROGGEVEEN. Toen lentekind klaar was met de bloemen, ging ze naar de bomen, ze schudde aan hun stam, en dade- lUk werden alle knoppen wakker. De kleine blaadjes, die de knoppen beschermd hadden, vielen als een groene regen naar beneden. Bij de wilgen had ze erg /cel* pret; die zijn zo verlangend om zich zelf te zien en zo ijdel, dat ze zich helemaal over de sloot buigen om zich zelf in het water weerspiegeld te zien. Lentekind kroop tegen hun stam op en trok malle gezichten tegen hun spiegelbeelden in het water. De wil- gen sidderden van verontwaardl- ging, maar toen lentekind hun knoppen wakker toverde, en deze als vlokken sneeuw hun takjes op sierden. waren ze weer tevreden en heel trots op zich zelf. Ze bogen zich diepe** en dieper over de sloot om elkaar eens heel goed te bewon deren. Ja, en eindelijk was lentekind dan ook met de bloemen klaar, nu nog de vogels en de vlinders. Ze speel de een poósje op haar fluit en daar kwamen zwermen en zwermen vo gels aan. Ze deden ontzettend druk en lentekind had veel moeite om ze even stil te doen zijn als ze bij hen kwam, teneinde hun veren te schil deren met vrolijke kleuren Toen ze met het rumoerige volkje klaar was, riep ze de vlinders. Geluidloos kwamen ze naar haar toe; vlinder na vlinder beschilderde ze en om dat ze het meest van hen hield, gaf ze hen de mooiste kleuren. Ze wa ren haar erg dankbaar, trots spreid den ze hun vleugeltjes nog verder uit, voor leder die vol verbazing naar hun schoonheid keek. Toen alle vlinders als de prach tigste bloemen waren, was ze zo moe geworden, dat ze zich languit liet neervallen in het gras. De zon- nestral en kusten haar in slaap en de vogeltjes tjilpten, „tot volgend jaar, lentekind".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1946 | | pagina 3