JOURNAAL 1939 j van Marino ter Braak
EEN SPIEGEL VOOR DEZE TIJD
WITPLUIM, de dartele knaaggraag
Britsche huisvrouwen
in rep en roer
door P. Seewald
m
m
m
fV
m
ft
m
m
9
m
m
4
m
HOE WAS HET IN DE OORLOG?
mr
y
V
Boekbespreking
„IVEN HAAG, 5 Sopt. Dag oorlogsvar-
u klaring", so begint het Journaal lttl
van Menno ter Braak. Voor velen was
<leze oorlogsverklaring toch nog, na Oos
tenrUk, MUnchen en Tsjecho-Slowakije,
een verrassing. ZtJ waren weliswaar niet
overtuigd van da onmogelijkheid ener
oorlog, alleen de daad, die oorlog toch lt.
konden of durfden zy niet erken
nen. Voor anderen lag het ln de iyn der
dingen, ,,'t Is nu eenmaal soen we
rullen er ons wel doorheenslaan. We le
ven nog. Etc." Zo dachten er ln Septem
ber 1959. ln Mei 1940, ln December 1944
en ln Mei 1945....
En tussen deze groepen? Tussen de
verrasten en de onverschilligen, de nalven
en de passleven, de abstract denkende
„artlsten" en de concreet-voelende „bur-
gers"?
Tussen deze: de bewusten, o.w. Ter
Braak.
Het Is niet zo, dat dit schema „even"
ls te maken naar aanleiding vin de oor
log. Veeleer berust het op een verschil
ln mentaliteit en stijl; reacties als op
bovengenoemde Scptember-Zondag zyn
«r een gevolg van.
Byna geheel Europa maar vooral het
Europa der „cultuurmakende" Intellec
tuelen leed aan styiloosheld en pas
siviteit. Natuuriyk zyn er vele schrtj.
vers aan te wyzen, die zich niet „ovet -
gaven" aan deze geest en die, tenslotte,
tijdens de bezetting zwegen. Echter, niet
de mate. waarin men zweeg la een norm
voor activiteit, maar de wyze waarop ge
reageerd werd. Men heeft gefaald ook
ln Nederland door geen stelling genoeg
to nemen tegen een bepaalde stemming.
En de verzetspoëzie dan, die ln Nederland
zo welig gebloeid getierd heeft?
Niet de verzetspoëzie die meer verzet
dan poëzie ls en moet zyn bepaalt
echter de kracht der Nederlandse litera
toren. Er zyn Jonge dichters, wier ver
zetsverleden allesbehalve fraai ls fo^ ls
het fraai tot ln '45 voor de genazificeerde
kranten te hebben geschreven?), maar
die door hun virtuositeit en niet door
hun intensiteit ln staat zyn geweest
antl-Dultae gedichten te schryven en de
ze nog na de oorlog te publiceren ln een
oud-Illegaal socialistisch weekblad
Het verzet der dichters la ouder dan de
bezetting. Roland Holst's „Onderweg" en
Marsman'» „Tempel éft Kruis" waren
reads bundels verzetspoëzie vpor hier
nog Iets te zien was van een nazilaars.
Deze dichters behoefden de knoet niet
aan den lijve te voelen om zich te uiten
tegen 't nazl-réglme. Dat hun waarschu
wing profetie werd, zal deze wereld ech
ter alleen nog maar „interessant" vin
den; een gewaarschuwd man ls men nog
lang niet, ook al wordt er dag-ln-dag-ult
gepraat over vernieuwing, zelfs wat be
treft de poëzie. De poëzie heeft echter
geen vernieuwing nodig. Vernieuwd moet
slechts de mentaliteit worden. Niet voor
niets sprak Ter Braak van een „midden-
et andseul tuur"
Pén van de ..eerste partizanen" tegen
nazisme en fascisme was" Mennp ter
Braak, zyn Journaal 1959, waarin hy voor
zichzelf verantwoording aflegt van het
wereldgebeuren ln September 1939, getuigt
op hartstochteiyke, maar, ook op scherp
analyserende wyze van x.yn overtuiging.
Op vele punten trekt hy de aan
dacht van ons, die 't voor-oorlogse leven
dienen te bezien. Een scherper ver
oordeling van de eigen tyd kon er niet
gegeven worden dan Ter Braak's woor
den: „Recht hebben wy nergens op, na
dat Europa Hitier heeft opgefokt door
hem te menageren." En zyn wy er niet
allen van overtuigd, dat „achter de oor
log de sociale revoh^tie staat?"
Ook toen. als nu, wist men. «dat 't geiyk
der gealliëerden slechts berustte op ccn
..minimum" van cultuur, recht en bescha-i
ving. „Of Engeland een roofstaat ls. laat
my yskoud", zegt de schryver, „het ls de
staat, die or ln geslaagd Is een minimum
van persooniyke vryheid te garanderen."
pN nu? We zyn nog niet eens zo ver
als Ter Braak, die door de tyd, waarin
hy leefde, voorbestemd was om slechts
ln negatieve zin op te bouwen, wy gaan
weer terug naar de schone woorden en de
superieure toon der literatoren, voor wie
dit alles een spel ls gebleven.
En niet alleen de schryver. Geldt 't niet
evenzeer voor de wetenschapsmensen, die
- In de schaduw dor „voorlichting" - hun
atoombommen m^ken en er schijnbaar
geen belang by hebben dat enkele dwaze
militairen er mee gaan .spelen"?
H. N. A.
nieuw-Zeeland: een ernstiie
zuivelconcurrent
Het klimaat ln Nieuw-Zeeland ls zo
zacht, dat de koelen er zomer en winter
buiten kunnen blijven. Het vet leeft
dan ook geheel op gras Op de 7 mll-
lioen ha. grasland, die het land rijk is.
worden 1.750.000 koeien gehouden (in
Nederland plm. 1.250.000 op ongeveer 1
milliocn hectare). Niet minder dan 85
pCt. van de koeien worden machinaal
•gemolken, zodat een bedrijf met 50 tot
6C koelen door twee man (eigenaar met
één knecht) gedreven kan worden Drie
kwart van de runderen zijn van het
kleine, doch melkrljke Yersey-ras, dat
bijzonder vette melk produceert. De
gemiddelde vctproductie ls 114 kg. per
jaar per koe. De melk wordt op de
boerderij ontroomd en alleen de room
wordt naar da fabrieken gestuurd, wat
een grote besparing aan transportkosten
geeft. Daarbij zijn ook de verwerkings-
en transportkosten laag, n.1. van de
boerderij tot aan de oceaanstomer on
geveer 10 cent per kg. boter.
Papieren melkflessen
NIETS VOOR NEDERLAND?
De papleren melkfles, die na gebruik
kan worden weggegooid, komt ln Ame
rika meer en meer ln zwang. Men ver
wacht hiervan grote kostenbesparing door
lichter en gemakkeiyker transport en
doordat het spoelen van de flessen ver
valt.
t)e krantenberichten hebben bet
ons in geuren en kleuren verteld.
Hoe in geheel Engeland de huis
vrouwen ontevreden zyn, óm
dat de levensmiddelenrantsoenen
minder zouden worden. -
De Nederlandsche huisvrouwen
hebben echter nog grootere zor
gen gekend en z(j hebben het ook
nu nog niet gemakkelyk. Zelfs
de Gruyter kan nog steeds niet
alles leveren. Toch is het een
genot, dat er alweer meer te
Jcoo]) is. Ziet de huisvrouw de
aantrekkelijke etalages van de
Gruyter, dan denkt ze: „Wat een
[vooruitgang, vergeleken b\j ver
teden jaar". Haar inkoopen doet
ze dan ook ln die goed verzorgde
winkels, waar ze niet alleen
betere waar, maar bovendien
10 korting krygt. Voor tien
gulden aan cassabons, één gulden
contant terug. Zóó verlicht de
Gruyter de zorg van de Neder
landsche huisvrouwen en helpt
haar sparen.
Ingezonden mededeling).
Schaakfabriek
Uit het Londense
schaaktouraooi
Onze nationale kampioen dr. M. gywe
en de kampioen van Zwitserland, M.
Chrlstoffel, bleken te Hastings niet goed
op dreef. In de daaropvolgende wed
strijd te Londen behaalden ze echter
een uitstekend resultaat.
In de laatste ronde speelden ze tegen
elkaar en het zou van de uitslag hiervan
afhangen, wie de eerste-prijs zou win
nen. Dr. Euwe had slechts een half
punt nodig. Chrlstoffel daarentegen een
heel punt.
Witpluim, het wilde konijn, ls niet,
zoals het haas, altijd ln ons landje fee-
weest. Vroeger ls het vanuit de Mid
dellandse Zee-landen hier ingevoerd:
dit is echter al zo lang geleden, dat
men niet beter weet of Witpluim hoort
hier thuis. ZIJ bevolkt sinds eeuwen
onze bossen en duinen, waar zij soms
een ware plaag zijn geworden.
Zelfs de jagers kunnen ze met
het geweer niet meer kort houden,
te spelen. Even plotseling werd dan het
spel gestaakt en even later weer op
nieuw begonnen. Ineens verdween soms
de hele troep schle'ijk, dringend en
duwend het hol ln. Wat was de reden
hiervan? Ik had me wat omhoog ge
werkt om nog beter te kunnen zien.
en daarbij had het moerkonijn of de
voedster me ontdekt. Met haar achter-
lopers gaf ze een paar krachtige sla
gen op het zand. Dit is voor de Jongen
zodat men op enkele plaatsen er met
gas achter moet.
Door hun graafwoede en het knagen
aan wortels en planten, die daardoor
sterven en het zand niet meer bijeen
kunnen houden, brengen zij de duinen
in gevaar.
De schacre, die zij toebrengen aan de
duinflora zelf, ls niet minder betreu
renswaardig.
Het kardinaalsmutsje, een van onze
mooiste wilde heestertjes, en onze
duinorchideetjes moeten het vooral bij
hun ontgelden.
Maar ik wil niet méér kwaad spre
ken van deze leuke springers in het
duin. Zo dikwijls heb ik hun spel des
avonds in de schemerifig bewonderd.
Voorzichtig klom ik, uit de wind, tegen
het duin op, gluurde dan tussen een
paar helmpollen door en zag die klei
ne grauwe peuters graven of hun leven
ervan afhing. Dan plotseling begonnen
ze door elkaar te rennen eh krijgertje
ed5 antwoordt. Zwart staat HVi reeds
iets better, zodat wit de verplichting
heeft voorzichtig op remise te spelen;
lnplaats hiervan doet Chrlstoffel een
geweldige poging om toch het initiatief
te nemen.
8Pb8<17; 7. g2—g4? Pd7xe9;
8. g4xf5. Pe5xc4; 9. f5xe8, Hxefl; 10. e3
e4, Lf8b4; 11. e4e5, Pf6—e4; 12.
Ddl—h5, g7g6; 13. Dh5—h3, 0—0!
Zwart had ook op handhaving van
zijn pluspion kunnen spelen. Gezien
wits verzwakte koningsvleugel geeft
hij er de voorkeur aan een scherpe
aanval te ontketenen.
14. Lflxc4, d5xc4; 15. DhSxebf, kg8—
h8; 18. O-Ó.
Gedwongen, want de punten cS, d4 en
f2 sfbnden aangevallen en 18. Dc4 ging
niet wegens Lc3f, 17. bc3; Dh4.
16Lb4xc3; 17. D?xc3, Dd8—h4;
18. f2—f3, Tf&—f5 19. De6xe4. Niet
19. fe5? wegens 19Dg4f; 20. Khl—
Tfl mat.
19. Tf5xf3!
Stelling na 19Tf5Xf3!
H.er volgt deze belangrijke partij:
Wit: M. Chrlstoffel, zwart: dr. M.
Euwe.
Slavische sluitvarlant.
I. d2d4, d7d5; 2. Pgl— f3, Pg8—fö;
3. e2e3, Lc8—f5; 4. c%c4, c7—c6:
8. Pdl—cJ.
Minder goed, Juist was 5. cd5: De
tlultvariant vereist c4xd5. vóór e7e8.
5cd5: verkrijgt wit kleine aan-
valskansen op "de damesvleugel en dit
betekent voldoende compensatie voor
het insluiten van Lel.
5. e7e6: 6. Pf3C3.
Thans geeft 6. cd5 niets, omdat zwari
I
T
i
i
i
i
pi
1
i
«si*
Hierdoor komt zwart In beslissend
voordeel.
20. Dc4e2? kost de dame. De beste
verdediging was 20. Tf3; Dg4f. 21. Tg3,
Pg3 22. Df7! (niet 22. hg3 wegens 22.
Dg3f. 23. Khl, Tf8 enz. met mat
of dlamar.twinst.)
20Dh4—G4t; 21. Kgl—hl. Pe4—
g3t 22. h2xg3, Dg4—h3f. 23. Khl—gl,
Tf3xg3t. 24. K*l-f2. Tg3-g2f. 25. Kf2-
el, Dh3xc3t! 26. Lel—d2, Dc3xalt- 27.
De2—dl, Dalxd4.
Liberale gedaantewisselinf
(Van onzen parlementairen
redacteur). -*
Toen kort na da vorjge oorlog het
gescheiden optrekken van verschillen
de liberale groepen. evenals Mr.
Trpub's Economische bond geen succes
wna gebleken, vond een fusie plaats
onder de naam „Vrijheidsbond". De
term „liberaal", dia ln die periode
wat ln discrodiet waa, verdween En.
kele Jaren later werd deze bond echter
weer herdoopt ln liberale ataatspartij.
„De Vrijheidsbond", waarvan 't tweede
gedeelte langzamerhand ln het ver
geetboek raakte.
Ook thana, nu de chaotisch» verhou
dingen in da wereld weinig aanleiding
geven tot geloof ln de llberele begin
selen van herstel van welvaart door
het vrije spel der economische krach,
ten, verdwijnt weer de liberale partij
ni' voor en Partij van de Vrijheid.
Toch gaat het hier niet helemaal om
m maskerade. In de eerste plaats,
omdat er reeds langs een duldelilke
ontevredenheid bij de Jong-Liberalen
was gebleken Jegens de leiding van de
Liberale staatspartij. Het feit, dat de
namen Wendel/»ar en Bierema niet en
verschillende dezer Jongeren wel in het
manifest van de Partij ^jin de Vrijheid
voorJcomen, bewijst dat deze oppositie
thans de „verstarring ln de top" heeft
doorbroken. Voorts zijn bedrijfsleven,
bankwereld en platteland door enige
gezaghebbende namen vertegenwoor
digd. evenals de vrouwen, terwijl Pro-
•rinjra i
eön van het Verzet een eervolle plaats
inneemt.
Op deze wijze zullen de liberalen
want uit andere partijen treffen wij ln
dit manifest geen namen aan weer
in staat zijn. wat er aan nIet-confessio
nele verzet tegrn het socialisme ln slln
moderne vorm besaat. om zich te ver
enigen. De naarn_ ls dan ook kennelijk
gekozen in tegenste'ijng tot de Partij
van de Arbfld.
Dit kan bijdragen tot gezonder poli
tieke yerhoudlngen. Door erkenning
van de christelijke grondslag onzer sa
menleving vormt zich hier een aan
vaardbare partner voor de anti-revo
lutionairen. zonder dat mgn zulk een
bijwagen' van deze ..Calvinisten" wordt
als de groep Tllijaps van de Chrlste-
HJk-Hlstorische Unie.
De tegenover de overheidsbemoeiing
aangeheven leuze, de vrijheid zal na-
iudrukhen uil Engeland
did our job" en nu?
(Van onze speciale verslaggeefster.)
Wanneer men den Engelsman
vertelt, dat wy, in de landen die
door de Duitsers bezet waren, grote
bewondering hebben voor de wijze
waarop men hier de zware bombar,
dementen heeft doorstaan en uit
niets een militair apparaat heeft op
gebouwd, zo hecht, dat uiteindelijk
het Duitse militairisme er het hoofd
voor heeft moeten buigen, dan is
meestal het eenvoudig antwoord:
„We did our job" (We deden ons
werk). Van trots op hetgeen ge-
presteerd werd, is geen sprake. Het
schijnt voor het Engelse volkskarak
ter een vanzelfsprekendheid te zijn,
om, wanneer het moet, de sthouders
gezamenlijk onder het karwei te zet
ten. Het is dit team-work. een moei-
tuurlUk in een tijd van distributie-
schaarste en bureaucratie wel in staat
zijn een aantal mensen in beweging te
brengen. De groep Van RhUn, die zich
ver van de Chrlst.-Hlst. iJnle heeft los
gemaakt.' is echter ongetwijfeld ta
overtuigd vooratander '*an „ordening"
om zich bij deze liberale verjonging
aan te sluiten.
Onmiskenbaar dua een versterking
en vernieuwing van het liberale kader,
maar geen nieuwe gedachten en ver
moedelijk ook piet zo heel veel nieuwe
aanhang, la het beeld, dat door deze
liberale gedaantewisseling ontstaat.
Franz Werfel's
„Paulus onder de Joden"
Door de Stichting Amsterdams-Rot-
terdamsch Toneelgezelschap ls de dra
matische legende van den overleden
schrijver Franz Werfel, „Paulus unter
den Juden", op het repertoire genomen.
August Defresne zal de regie voeren.
Da voornaamste rollen zullen vertolkt
worden door Albert van Dalsum, Louis
Saalborn^ Johan Schmifz, Louis van
Gasteren, Paul Huf, "jo Sternheim,
Jacques~Snoek, Anton Burgdorffer.
PARACHUTE ALS MENSEN
REDDER.
Leslie Irvin, een specialist op het ge
bied van parachutes, heeft berekend, dat
ongeveer 30.000 gealliëerde vliegers zich
tijdens de oorlog het leven redden met
een parachute.
het signaal, dat de kust onveilig la en
roetsj weg waren ze.
Dikwijls zal het den dulnwandelaar
opgevallen zijn, dat er zomaar een plek
vers opgewoeld zand tussen de helm of
duinroosjes lag. Het ls net of hier Iets
uitgegraven ia en daarna weer netje»
dichtgemaakt.
Poppetje gezien
Dat ia ook zo; hier heeft de voedster
haar wrang gemaakt, waarin de Jonge,
naakte, nog blinde konijntjes in hun
warme wollen nestje liggen. De voed
ster heeft ze goed verzorgd en daarna
de wrang weer netjes dichtgemaakt.
Telkens als ze de jongen moet zogen
maakt ze de wjang weer open, als ze
de Jongen gezoogd heeft maakt ze de
wrang weer zorgvuldig dicht. Later, als
de jongen wat ouder zijn, laat ze een
klein luchtgaatje open en als te goed
behaard zijn en goed kunnen kUken, la
het gat zo groot, dat ze ln de avond
schemering eruit kunnen komen en
voor het eerst de wijde wereld kunnen
aanschouwen.
In die tijd is de voedster alweer op
het Uefdespad en de Jongen worden
spoedig aan hun lot overgelaten, want
zij moet weer zorgen voor een ftieuwe
worp.
Zo'n konijnenpaartje kan in een Jaar
heel wat nakomelingen krijgen en als
ze geen vijanden als hermelijn, wezel
en bunzing hadden, zou onze dartele
en rappe witpluim hier een ware ramp
worden.
O. de B.
De Nederlandse jeugd wil
varen
De Nederlandse jeugd heeft grote be
langstelling voor de scheepvaart, niet
alcen voor de z.g. officiersrangen, waar
voor op de diverse zeevaart- en machl-
nlstenscholen een opleiding wordt ge
geven, maar ook voor de lagere rangen,
zowel bij de grote vaart als btj de bin
nenvaart (RUn-, kust- en binnenvaart).
Het Gewestelijk Arbeidsbureau, afde
ling Jeugdbefnlddellng, met als zetel
Alkmaar, zond ons enige mededelingen
over ~Se opleiding voor deze laatste ca
tegorieën.
Voor de grote vaart geschiedt de op
leiding Ie Amsterdam. Het opleidings
schip Pollux is weer in het bezit geko
men van het Matrozcnlnstituut van de
Kon. Nd. Zeil- en Roeivereniging. Tot
nu toe was de opleiding alleen voor ln
Amsterdam wonende jongens.
ZIJ, die deze opleiding, welke 12
maanden duurt, willen volgen, moeten
de lagere school met goed gevolg door
lopen hebben. 14 Jaar oud zijn, zwem
men kunnen en zich aan een grondig
lichamelijk onderzoek onderwerpen.
Het Instituut betaalt de gehele op.
l^ing. Deze kosten moeten later ech
ter terughetaald worden.
Vopr de binnenvaart wende men zich
tot het onderwijsfonds voor de Scheep
vaart* De Ruyterkgde 139 te Amster
dam. t
Daar het maar al te vaak voorkomt,
dat jongens, die varen willen, later van
beroep wensen te veranderen, worden
zij eerst in «electie-kampen, later In
schlpperekarapen, getest,
Hersengymnaitiek
Ja, dit ia op zichzelf al ean geheim
zinnig geval.
Ik kreeg nl. onlangs een lange, sym
pathieke brief van een destijds bij mij
ondergedoken Hagenaar, die schreef
over alles en nog wat, doch waarin hy
mU tevens iets had ta vragen, wat hij
liever voor mijn vrouw verborgen wilde
houden; vermoedeiyk omdat hy vreesde
haar te beledigen, hetgeen hy natuur
iyk als gentleman en als goede vriend
van my wilde voorkomen. Derhalve had
hy zijn toevlucht genomen tot een by-
zondere vorm van geheimschrift, en wel
als volgt:
gezien hat vraagteken of m'n vriend
Karei soms in geldverlegenheid zat. Ik
gaf voor, het ook niet te «nijpen en
heb me er dus voor een ogenblik uit
weten .te redden. Ik hoop nu maar, dat
ze er geen erg in heeft, dat ik dit
gedeelte thans gepubliceerd heb. Enfin,
dan zou ik haar altyd nog kunnen ad
viseren, met ons mee te doen.
Doet u ook mee? Laat me dan voor
a.s. Zaterdagmiddag 12 uur even we
ten wat mUn vriend my te vragen had.
De goede oplossers (en -sters) krygen
een punt op hun naam. terwyi diege
nen, die tevens het goede antwoord we
ten te geven, hiervoor een extra punt
*rygen.
y
i
j
9 rrrt jtïi
x
x
x
•i
i
M'n vrouw, die de bedoeling van al
die domino-stenen gelukkig niet be
greep, en er ook geen moeite voor deed
om die te achterhalen, wijl ze er van
zelfsprekend op rekende, dat lk het haar
wel zou kunnen zeggen, vroeg my
Doet uw best en zend uw antwoord
tydig in aan onze redactie, met ver
melding van het woord „hersengym
nastiek" in de linkerbovenhoek van de
enveloppe.
„ZEG, ZONNETJE....".
Zeg, zonnetje, waar biyf Je toch?
Je wilt maar heel niet achynen,
En als lk denk: daar ia ze weer,
Dan ga je vlug verdwenen,
Je houdt Je heel de dag haast schuil,
Waar is dat nu voor nodig,
Of vind Je warme zonneschijn
Voor ons soms overbodig?
Zeg, zonnetje, zonnetje, hoor nu
eens aan,
Kom achter die donkere wolken
vandaan!
Zeg, zonnetje, als jij eens wist,
Hoeveel wy van je houden,
'k Wed, dat we dan de ganse dag
Van Jou genieten zouden.
Nu zit je achter 't wolkendek,
Bent bang voor wind en regen....
Dat ls geen plaatsje^ voor de zon;
Neen, heus. je valt me tegen.
Zeg, zonnetje, zonnetje, hoor nu
eens aan.
Kom achter die donkere wolken
vandaan!
NICO i PLINTER.
J)e akker van Teun-s
Dit ia de oplossing: Als de akker na
20 dagen geheel vol was, dan was hy na
19 dagen half vol, omdat iedere volgen
de dag het aantal gepote piepertje* ver
dubbeld wordt. Oppervlakkig gerede
neerd zou je zeggen: „Na 20 dn gen hele
maal vol, dus na 10 dagen half!" Maar
wie dat zegt, maakt een reusachtige
blunder. En die moet zUn hoofd maar
eens onder de kraan houden!' Eén van
myn vrienden heeft uitgerekend, hoe
veel aardappels boer Teunis wel gepoot
heeft; hij komt tot het respectabele aan
tal van 524238: dat ia nog eens de moei
te waard, hè?
De snuifdoos
Koning Frederik de Grote gaf op een
dag aan zyn opperstalmeester een mooie
snuifdoos cadeau, waarop een aap was
afgebeeld. De stalmeester liet de beelte
nis van de aap verwyderen en zette
daarvoor het portret van Frederik in de
plaats. Telkens nu, wanneer de stal
meester zich In de nabijheid van den
koning bevond, nam hij de doos meer
dere keren uit zijn zak. om hem tebe-
wondcren. Op een keer zei de koning:
„Die doos schynt je nogal te bevallen,
hè?" De stalmeester antwoordde: „Ieder
geschenk van Uwe Majesteit ls my dier
baar. Maar deze doos., waarop de beel
tenis prijkt van Uwe Majesteit zélf, ligt
mU wel zéér na aan 't hart!"
Een ogenblik was de koning ver
stomd over zóveel vermeende brutali
teit. Maar toen hy de doos in handen
kreeg, barstte hy in lachen uit. „De in
val is goed, heer opperstalmeester", zei
hy. „Maar het portret is slecht. Hier
lt een beter!" En met deze woorden
Wélkte de koning hem zyn eigen gouden,
met kostbare briljanten bezette snuif
doos over.
lyk vez-taalbanr woord, dat reeds op
school op velerlei gebied wordt
aangeleerd.
De lankmoedigheid, waarmee de
bombardementen werden getrot
seerd. wordt aardig geïllustreerd
door het opschrift, dat een kranten-
sigarettenwmkelier de ochtend na
een nachtelijk bombardement, waar
bij de gehele voorgevel van zyn
pand werd weggevaagd, op de over
blijfselen van zijn zaak zette:
„We'd never been so open as today"
(„We zyn nog nooit zo open geweest
als vandaag"). Met opgewektheid
hielp hy al weer zyn vele klanten,
die. nachtclyke raid of niet. precies
op tyd naar hun werk gingen.
De reactie van het Engelse moreel
op de ooTlog was en is ook nu. een
andere dan bij ons. Verschillende
personen vroeg ik, hoe het gesteld
was met de demoralisatie, speciaal
op sexueel gebied, door de afwezig
heid van vele jongens en mannen
en aanwezigheid van vele vreemde
militairen.Het antwoord luidde
meermalen, dat men hier van deze
zaak geen probleem maakt. Men
geeft toe, dat er vele dingen ge
beurden. die in vredestijd niet of
zeker niet zo talryk voorvielen,
maar, zegt men er bij „we weten,
dat is nu eenmaal altijd zo in een
oorlog". Ook de reacties van de
jongeren is een andere geweest en
moest een andere z(jn, dan bij ons.
Duizenden zijn by ons door school
verzuim of lediggang in hun onder-
duiktijd tot cynisme vervallen. Hier
hadden óók de jonge mensen te veel
te doen om *tijd voor cynisme te
hebben Men haatte de oorlog, maar
het was nodig, dat men de hand
schoen opnam en dus men deed
zyn werk.
De belangstelling voor werkelijk
goede muziek en de eigen klassieke
literatuur was in de lange avonden
van de black-out (verduistering)
zeer groot. Er is nu dan ook geen
boek uit de klassieke Engelse litera
tuur meer ln de boekhandel te vin-
den en aan herdrukken is men nog
niet toe.
Ook Engeland heeft zijn grote
na-oorlogse problemen. De Engels
man kijkt ontevreden, zoals de ge-
middelde Hollander. Huisvesting en
voeding zijn de grote vraagstukken,
waarover ik een volgende^naal iets
hoop te vertellen.
Met lentekind door de landen
Lentekind zul je wel nooit gezien
hebben, maar bemerkt heb jo haar
wel. Zij is het, die de bloemen en
en de vogels hun mooie pakjes geeft
knoppen der bomen wakker maakt
en de vlinders schildert met de
mooiste kleuren.
Hoe ze dat doet en hoe ze er uit
ziet, vraag Je? Wel ze lykt een klein
meisje, ze heeft rode wangen en
lang goud krullend haar, ze heeft
altijd een fluit bij zich en een tover
stokje. Dan zit ze hier, dan zit ze
daar. Ze duikt op temidden van het
hoge riet of gluurt om een hoekje
van een dikke boom. Altijd lacht ze
en vrolijk springt ze door de landen.
Wat ze doet? Ze tikt met haar
toverstokje op de harde kale grond
en dadelijk komen heel nieuwsgle-
rig de witte sneeuwklokjes en de
crocusjes, in verschillende kleuren,
kijken.
Tussen het riet roept ze de dotter-
bloemen wakker en aan de sloot
kant het speenkruid. Een bloemen
lucht hangt rondom haar, waar ze
verschijnt. Ze draagt ook eer. palet
bij zich en waar de bloempjes soms
wat vaal gekeutd zijn. brengt zij er
bonte tinten aan En alle bloemen
krijgen van de zon een stukje gou
den licht, dat is hun hartje. Het
speenkruid, de dotterbloem en het
madeliefje en nog veel andere bloe
men hebben dit gekregen; ga maar
eenS*ic Ijken.
door Diel Meliger
Kan je dit?
Probeer eens om het volgende rijmpje
héél vlug op te lezen, zonder over je
eigen tongetje te struikelen:
Daar schreed een snip over het'schip.
Die sneed met zUn bek het spek
▼sn bet spit.
Wie heeft ooit een snip over
het schip zien schrijden,
Die met zjjn bek het spek van
het spit kon snQden?
Gaat het?
LEONARD ROGGEVEEN.
Toen lentekind klaar was met de
bloemen, ging ze naar de bomen,
ze schudde aan hun stam, en dade-
lUk werden alle knoppen wakker.
De kleine blaadjes, die de knoppen
beschermd hadden, vielen als een
groene regen naar beneden. Bij de
wilgen had ze erg /cel* pret; die zijn
zo verlangend om zich zelf te zien
en zo ijdel, dat ze zich helemaal
over de sloot buigen om zich zelf
in het water weerspiegeld te zien.
Lentekind kroop tegen hun stam op
en trok malle gezichten tegen hun
spiegelbeelden in het water. De wil-
gen sidderden van verontwaardl-
ging, maar toen lentekind hun
knoppen wakker toverde, en deze
als vlokken sneeuw hun takjes op
sierden. waren ze weer tevreden en
heel trots op zich zelf. Ze bogen
zich diepe** en dieper over de sloot
om elkaar eens heel goed te bewon
deren.
Ja, en eindelijk was lentekind dan
ook met de bloemen klaar, nu nog
de vogels en de vlinders. Ze speel
de een poósje op haar fluit en daar
kwamen zwermen en zwermen vo
gels aan. Ze deden ontzettend druk
en lentekind had veel moeite om ze
even stil te doen zijn als ze bij hen
kwam, teneinde hun veren te schil
deren met vrolijke kleuren Toen ze
met het rumoerige volkje klaar was,
riep ze de vlinders. Geluidloos
kwamen ze naar haar toe; vlinder
na vlinder beschilderde ze en om
dat ze het meest van hen hield, gaf
ze hen de mooiste kleuren. Ze wa
ren haar erg dankbaar, trots spreid
den ze hun vleugeltjes nog verder
uit, voor leder die vol verbazing
naar hun schoonheid keek.
Toen alle vlinders als de prach
tigste bloemen waren, was ze zo
moe geworden, dat ze zich languit
liet neervallen in het gras. De zon-
nestral en kusten haar in slaap en de
vogeltjes tjilpten, „tot volgend jaar,
lentekind".