Engels zal als wereldtaal niet
aanvaard worden
Het ontstaan van het Esperanto
Waarom geen totalisator?
Hoe hoogleraren over Esperanto denken
Levende schoonheid in een nieuwe taal
Het Fascisme en de Nieuwe Vrijheid
:c! vsn Minis'er Drees:
Esperanlo heefi een grofe kans
jy|INISTER W. Drees, de ere-voorzitter
van 't 27ste Congres der Federatie
van Arbeiders-Esperantisten, dat met
de beide Paasdagen in Alkmaar gehou
den wordt, gaf onlangs in „Laborista
Esperantisto". het orgaan der federa
tie. zijn mening over de toekomst van
Esperanto. In het artikel, dat tot ti
tel had: „Esperanto na de oorlog", be
gint min. Drees, met de vraag op te
werpen, of een levende taal voor het
Internationale verkeer zou kunnen
worden, wat vroeger Latijn voor de
geleerde wereld was. Daarbij dachten
vden in het bijzonder aan het Engels
een. behalve wat de uitspraak betreft,
betrekkelijk eenvoudige en over de
wereld zeer verbreide taal. Een ogen
blik heb ik gemeend, aldus min. Drees,
dat in de tweede wereldoorlog de kan
sen hiervoor belangrijk vergroot wa
ren. Het is echter wel spoedig duide-
I lijk geworden, dat er niet op een alge
mene aanvaarding van Engels als we
reldtaal moet worden gerekend.
Reeds ziet men in Europa zich een
ontwikkeling aftekenen, die een we
reldhulptaal. welke geen nationale
taal is, dringender nodig maakt dan
I tevoren. Vóór de oorlog was voor vele
Europese volken Duits de taal. waar-
In rij nog het best met elkaar konden
•preken en corresponderen
Duitsland wordt nu zozeer als vij
and gevoeld, dat men zijn taal afwijst.
Maar terwijl nu in het Vesten Engels
sterk naar voren komt, zal in de meer
.Oostelijk gelegen landen, vooral bij de
i Slavische volken, Russisch waarschijn
lijk de verbindingstaai worden. Deze
ontwikkeling zal de scheidingslijn
tussen Oost en West, die door politieke
factoren getrokken dreigt te worden,
zeer kunnen verscherpen, doordat man
elkaar nog veel minder kan leren
kenner dan tevoren.
Een Tsjecho-Slowaakse briefschrij
ver, die min. Drees hier aanhaalt.
IN TOTAAL ZULLEN 410 CON
GRESSISTEN DEELNEMEN, O.W.
288 HEREN EN 122 DAMES. HET
FEESTJE OP ZATERDAGAVOND.
WAARAAN MEDEWERKING VER
LENEN „DE GOOISE TROUBA
DOURS", MEVR. MAJOLéE MET
EEN DANSGROEPJET DE HEER
BOSLOOPER MET XYLOFOON
SOLO'S. MEVR. SMIT^-v. d. BURG
MET DECLAMATIE. ZAL BE
ZOCHT WORDEN DOOR 550 PER
SONEN.
Roosevelt, ChurohiU, Stalin en
fajang Kai Sjek, kenden samen min
stens 16 verschillende talen, doch op
conferenties moesten zij altijd spreken
met behulp van tolken. Zij kenden
geen enkele taal gemeenschappelijk....
Wist U, dat Dr. Henri Polak, eer
tijds lid der Eerste Kamer en voorzit
ter van de Alg, Ned. Diamantbewer.
kersbond, het invoeren ven Esperanto
op de scholen noodzakelijk achtte?
Alle Esperantisten, over de gehele
were.d zijr. verenigd in een wereld-
bond: de Sennacieca Asoclo Tutmondo
(SAT)
Toen Trnman. op weg naar Potsdam,
Brussel aandeed, werd hij officiéél be
groet door Van Acker. die een rede in
het Frans hield. Truman verstond er
niets van, maar het was goed ge
meend
Op 22 December 1945 werd een cen
traal comité van de Esperantobewe-
ging In Nederland opgericht, waarvan
alle Nederlandse esperanto-bewegingen
deel uitmaken.
MINISTER W. DREES
dringt er om bovengenoemde redenen
op aan, dat de Europese staten in on
derling overleg zullen besluiten, Espe
ranto als leervak In de scholen op te
nemen. Deze gedachte, die niet nieuw
is, is thans dringender geworden, dan
voorheen. Het gaat hier om begrip tus
sen de volkeren en om de mogelijkheid
van een intens Internationaal verkeer.
Er ls dan ook alle grond voor de Es
perantisten, en zeer in het bijzonder
voor de Federatie van Arbeiders Es
perantisten, zo besluit min. Drees zijn
artikel, om de actie met fris, nieuw
éirn te voeren.
Het bouwmateriaal van
het Esperanto
Wil een te gebruiken Internationale
taal goed zijn, dan moet zij vlot ge
sproken en geachicven worden.
Dit stond den schepper van het
„Esperanto" voor ogen.
Wat lag nu meer voor de hand dan
te putten uit de reeds gebruikte en
bestaande talen?
Men koos bij de opbouw van het
Esperanto de daarvoor in aanmerking
komende woorden uit de bestaande ta
len en paste ze aan bij de internatio
nale spelling en grammatica. Van de
ald. bijeengebrachte pl.m. 1000 woorden
leverden het Latijn en het Griek$
pl.m. 60 pet. op, de Romaanse talen
(Italiaans, Frans) pl.m. 20 pet., de Ger
maanse (Duits, Engels) pl.m. 15 pet.,
terwijl ie rest stamt uit de Slavische
talen (o.m. Russisch en Pools).
Vanzelfsprekend werd hierbij reke
ning gehot den met die woordan, wel
kt reeds een internationale bekend-
heid genieten (auto, radio).
Deze 1000 woordjes zijn uiteraard niet
voldoende om alles te zeggen, wat een
praatgraag mens zeggen wil. Zij wor
den daarom aangevuld met voor- en
achtervoegsels, b-v. man is viro;
vrouw is virino: dit achtervoegsel ln
geeft dus het vrouwelijk aan.
(Vergelijk het Nederlands: koning -
koningin). Met behulp van dit woor
denmateriaal kan de Esperantist zich
uitdrukken over elk gewenst onder
werp en in alle mogelijke stijlen, met
een rijkheid van taal, waarover de
taalkundigen die zich de moeite ge
troostten zich met Esperanto in te la
ten, vaak verbluft stonden.
Zó werd Esperanto bruikbaar voor
alles: van het streng wetenschappelijk
betoog tot het fijnste minnedicht,
Een grammatica van
enkele bladzijden!
JN 1887 verscheen ln Rusland een
klein, onaanzienlijk boekje: ,,De
Internationale taal. Voorwoord en vol
ledig leerboek" door Dr. Esperanto.
Het was de eerste publicatie van de
30-jarlge dr. L. L. Zamenhof, over de
taal, die later naar~het pseudoniem,
waaronder dit boekje uitgegeven werd,
Esperanto (dJ. een hopende) werd ge
noemd.
Reeds als kind droomde Ludoviko
Zamenhof over de mogelijkheid meer
wederzijds begrijpen onder de mensen
sen te brengen: een gedachte, waar
aan zijn omgeving in niet geringe mate
bijgedragen zal hebben. In zijn ge
boorteplaats woonde nl. een zeer ge
mengde bevolking: Russen, Polen,
Duitsera en Joden, die ieder hun
eigen taal spraken. Het talenverschil
maakte wederzijds verstaan, dat toch
de eerste voorwaarde voor begrijpen
ls, onmogelijk en Zamenhof, die bui.
tengewoon gevoelig van aard was,
werd hierdoor diep getroffen.
Zo rijpte bij hem de idee om pro
paganda te gaan maken voor één in
ternationale taal. In eerste Instantie
dacht hij hierbij aan Grieks of Latijn,
maar later bleek hem dat de gramma
tica van deze talen veel te moeilijk
was en woorden voor moderne be
grippen ontbraken. Wel begrijpend,
dat uit een oogpunt van jaloezie geen
der bestaande talen, ooit door alle
volkeren aangenomenzou worden,
kwam Zamenhof tot de conclusie, dat
slechts een „kunsttaal" oplossing zou
kunnen brengen. Door langdurig expe
rimenteren ervoer hij, dat de nieuwe
taal uit levende woorden moest be-
Dr. L. Im ZAMENHOF.
•taan, en dat met behulp van toot- en
achtervoegsels de woordenvoorraad zo
klein mogelijk moest worden gemaakt.
Hij bestudeerd# zijn ontwerpen
steeds Opnieuw en steeds meer vor
men, die overbodig bleken, werden
geschrapt.
Al kleiner werd d# grammatica, tot
dat deze kwestie uit slechts enkele
bladzijden bestond.
In 1878 had Zamenhof *Un taal ge
reed, maar het duurde nog tot 1887
voor de brochure gepubliceerd wer<L
Daar geen uitgever het risico aan
durfde, zag de vader van het Eape.#
ranto zich genoodzaakt het werk voor
eigen rekening uit te geven.
Ruim een halve eeuw is sindsdien
verlopen en reeds zijn duizenden boe
ken en brochures in het Esperanto
verschenen.
Perikelen in de paardensport
QROTE beroering en onrast heersen er
de Iaafcle maanden ln het Neder
landse paardensportwercldje. Na een
periode van haast ongekende voorspoed,
welk tijdperk helaas Juist samenviel
met de meest ellendige oorlogsjaren,
die ons volk misschien ooit gekend
heeft, dreigt na de paardensport weer
ln verval te geraken.
De oorzaak van de bloei was de in
stelling, die men totalisator pleegt te
noemen. Wat is de totalisator en hoe
kan deze Instelling 'zo'n gunstige In
vloed op het Nederlandse draf- en ren-
wezen uitoefenen?
Om een draverij tot een verrukking
vc - de liefhebers te maken moeten er
t /-de. snelle, d.w.z. kostbare paarden
7' i n. Speciaal het fokken en het onder-
i.oud van uitblinkers kost veel geld
en opoffering. Men heeft daarom van
zelfsprekend g-zocht naar bronnen van
Inkomsten o.n ai deze moeiten en on
kosten te dekken.
Het bleek, dat de uitgeloofde prijzen
lang niet groot genoeg waren om het
fokken en aanhouden van dravers en
renpaarden te rechtvaardigen.
De prijzen Immers moeten hoofdzake
lijk betaald worden uit de inkomsten
dooi entreegelden. En het is nu een-
maa' een onloochenbaar feit. dat de
liefde voor het paard en voor de paar
densport hoofdzakelijk brandt - in de
harten van mensen met de smalle beur
zen.
Bookmakers en totalisator.
Nu ls het wedden opzichzelf een groot
probleem, met vele facetten. De ware
liefhebber kan het zonder bookmaker
en totalisator stellen. Maar een feit
is het, dat de toto hele volksstammen
naar de renbaan lokt. wat tot gevolg
heeft grote Inkomsten en dus hoge prij
zen, waardoor het fokken en aanhouden
van dravers rendabel wordt.
Vroeger, vóór_1911, werkte ook ln ons
land de totalisator; bookmakers, voor
namelijk voortkomend uit het gilde van
de pummels en de zwijnenhandelaren,
deden hun funest werk, wat tot gevolg
had, dat ook de goede instelling, die
toto heet. In een kwaad daglicht kwam
te staan.
Het ls van groot belang, hier te wij
zen op het verschil tussen bookmaker
en totalisator. Een bookmaker werkt
voor zichzelf, ls er dus op uit zelf zo
groot mogelijke winst te behalen, wat
vaak slechts met grove corruptie be
reikt kan worden. Terecht staat de
,.booky" dan ook In een kwade reuk.
wet belang van den bookmaker voor
de draf -en rensport is nihil, we zouden
zelfs willen beweren, dat hij veel meer
kwaad sticht din goed doet. Een verbod
van het wedden bij bookmakers 'can
o.l. in deze veel goed doen. Maar de
toto ls een hiervan totaal verschillende
instelling, die niet anders doet dan on
derlinge weddenschappen van het pu
bliek te organiseren.
Waarvoor wordt het geld gebruikt?
Voor administratie, prijzen, fokpre
mies en verdere onkosten wordt 15 pet,
van het ingezette geld afgetrokken. De
resterende 85 pet. wordt onder de win
naars verdeeld. Men z deze trekpleis
ter van de renbaan kunnen vergelijken
met een loterij.
De bedragen, uitgetrokken voor de
fokpremies matten het zorgvuldig fok
ken van paarden tot een belangwek
kend bedrijf. De nieuwste gegevens van
de wetenschap der erfelijkheidsleer
worden In practijk gebracht door de
goede fokkers. Dit alles ls er de oorzaak
van, dat het gehalte van de paarden
met sprongen omhooggaat, wat door de
liefhebbers natuurlijk hogelijk wordt
geapréciëerd en wat men ook els een
groot landsbelang moet beschouwen.
Immers de gegevens hier opgedaan bij
uiterst -orgvuldig fokken, kunnen el
ders bij gebruikspaarden weer in prac
tijk worden gebracht. Bovendien ko
men de Nederlandse paarden langza
merhand weer op een peil, dat concur
rentie met het buitenland mogelijk
maakt. En dit heeft tot gevolg, dat onze
paarden op buitenlandse courses devie
zen in de wacht kunnen slepen, wat
voor ons verarmde land ook al weer
als gunstig moet worden aangemerkt.
1911—1946.
Het drukke bezoek van de wedstrij
den vóór 1911 en ln de oorlogsjaren ls
het mmiddeïlijk gevolg van deze toto.
In 1911 hebben de vroede vaderen uit
gemaakt. dat het wedden op de renba
nen een niet oirbaar bedrijf is. Ze heb
ben daarbij helaas geen onderscheid ge
maakt tussen bookmaker en totalisator,
met het gevolg, dat beiden werden af
geschaft, wat de dood voor de drave
rijen en de rennen betekende.
In de oorlogsjaren ls de totalisator
weer In volle ere hersteld, wat leidde
tot ongekende bloei.
Doordat het wedden bij de wet ver
boden is, verkeren we momenteel in
een lastige overgangsperiode, die hope
lijk spoedig tot genoegen van alle be
trokken partijen beëindigd zal zijn. Het
nut van de totalisator ls weer duide
lijk geb'eken in de laatste Jaren.
Weer de sinistere bookmaker van de
banen, maar geef ons spoedig de toto
terug.
r. FAULHABER,
B-voorzltter der Federatie van
Arbeidersesperantisten.
De nieuwe faal der wetenschap?
J)AT er geleerden zijn, die voor het
Esperanto, de oplossing van 't talen-
vraagstuk, een open oog bezitten, blijkt
uit een gesprek, dat een hoofdbestuur
der der Federatie één dezer dagen
mocht hebben met den Utrechtsen
hoogleeraar dr. Th. M. van Leeuwen
„Ik moet erkennen", so zeide de
hoogleraar, ,,dat het veel t(jd en
moeite zou besparen, Indien de weten
schappelijke lectuur ln één taal werd
geschreven. Daarvoor zou naar mijn
mening het Esperanto kunnen worden
Esperanio-liieratuur i
JJET is heel moeilijk iets over de li
teratuur van 't Esperanto te schrlj.
ven, niet omdat, zoals nog steeda zo
velsn menen, er zo weinig literatuur
is, doch integsndeel Juist omdat er zo
véél ls.
Wij maken zelfs reeds een onder
scheid tussen klassieke en moderne
werken en dit is, ondanks de slechts
60-jarige leeftijd van de taal, heus geen
aanmatiging.
Onze „klassieken" zijn de pioniers,
de mannen, die wel 't (dunne) woor
denboek en de (heel kleine) gramma
tica ter beschikking hadden, doch nog
voor de grote opgave stond an hiervan
een harmonische, welluidende, le
vende taal te maken. Want een taal
leeft slechts als zij in staat is en ge
bruikt wordt om onze gedachten en
gevoelens levendig weer te geven.
Dr. L. L. Zamenhof, de auteur van
het Esperanto, is dus de eerste, meest
klassieke Esperanto-literator geweest.
Het is duidelijk, dat Zamenhof, ge-
plaatst voor de enorme opgave zijn
taal Ingang te doen vinden, het eerst
zijn toevlucht nam tot het vertalen
van verscheidene min of meer alge
mene bekende werken.
Vertalingen.
Zo bezitten wij thans de Esperanto-
vertalingen van de Bijbel, Shakespea-
re's Hamlet, de Sprookjes van Ande^-
aen, „De Rovers" van Schiller, van
werken van Orzeszko. Göthe, Schiller,
Gogoli, Molière, Helne, e.a.
Voorts schreef Zamenhof ook proza
en gedichten rechtstreeks in het Es
peranto.
Een eveneens uiterst begaafd verta
ler was Dr. K. Bein, wiens hoofd
werk, „La Faraono", een drie
delig werk over de oude Egyptische
pharao's. boeit van het begin tot het
eind.
Voor de Vrouw
Die dametjes, die nog zo vreselijk
hard groeien, willen graag netjes ge
kleed gaan. Dat kan ook nu wel, als
Mama een beetje handig is: een donkere
strook aan de rok en een nieuw lijfje,
sparen veel moeite cn kosten en maken
van oude restjes iets gloednieuws.
Draverijen te Alkmaar
op 2de Paasdag
e
Het ls een loffelijke gewoonte van
het Paardensport-oom ité „Vooruit" om
steeds met Pasen acte de précense te
geven en de paardensportliefhebbers
een „geijkt" programma voor te zet
ten. Ditmaal is ze er zelfs ln geslaagd
extra treinen te laten inleggen in de
richting Amsterdam enBeverwijk
—Haarlem. Voor deze laatste lijn be
tekent het tevens de eerste mogelijk
heid van reizen per spoor na de be
vrijding!!
De deelnemers zijn:
Prijs van Beverwijk (1740 M.): Jim
Axkit; Klossy Silk; Kitty K; Ingo Ha
nover; Kitty Gregor en Jacob Diamant.
Prijs van Uitgeest (2040 M. amateurs):
Don Pedro: Doctor Scott: Fleetness T.:
Bartinus; Darius G.; Admiral Guy;
Boyke Norton ,en Abdullah Scott.
Prijs van Assendelft (heat intern.
1700 M.): Or du Rhin II; Le Canïgou:
Akron B; Holland Hanover; Fleetness
T; Eulogie Scott; Gonni Z; Mesnil Cher
Prijs v. Wormerveer (2340 M.): Eduard
Anvii: Hanover; Bartinus; Doctor Scott;
Gratie Hanovéx; Frits en Eulogie Scott.
Prijs van Krommenie. Kortebaan-dra-
verij 800 M.: Klossy Slik; Kapitein Bas-
com; Jim Wilkes; JU JU; George Wil-
kes; Gretchen M: Gretta Trottan; Ad
miral Guy; Gonni Z; Guy Hanover;
Bartinus: Boyke Norton: Eduard Anvil:
Dumas Hanover; Abdullah Scott; Fleet
ness T; Akron B; Allouex,
De Federatie v. Arbeiders Esperan
tisten verzorgde enige Jaren vóór de
oolog de uitgave van enige roman-se-
rie's, o.m. „Judoj sen Mono" (Joden
zonder geld), „HomoJ en Millto"
(Mensen In den Oorlog, beide van An-
dreas Latzko), „Patroj kaj Filoj" (Va
ders en Zonen van Tuxgenjev), „His-
pana Tragedio" (Spaanse Tragedie,
van Jef Last) en „Kullo" (Koell van
mevr. Szëlcely Lulofs).
Een bljzonderHeid bij deze vertaalde
romanserie, waarin voor enkele maan
den ook de vertaling verscheen van
„Het Verraad" (MerIJntje Gijzen, A
M. de Jong), ls, dat zij alle gecontro
leerd zijn door een „Literatura Kojnl-
tato", zodat de daarin gebezigde taal
goed is. Een dergelijke instelling
schijnt men thans ook te overwegen
voor het Nederland». Aan vertaal-
beunhazerij wordt op deze wijze paal
en perk gesteld.
Oorspronkelijke werken.
Doch niet alleen vertalingen, ook
talloze originele werken zijn er ver
schenen. Een goed Esperantist gewent
zich er aan zijn gedachten en gevoe
lens ook in het Esperanto rechtstreeks
uit te drukken.
Zo schreef J. Baghy: Vlktimoj
(Slachtoffers) over de" krijgsgevangen
schap in Siberië. Hij heeft er ons
reeds van verteld toen hij, vóór de
oorlog, ln Alkmaar op bezoek was.
J~ Forge schreef: Saltego trans
Jarmlloj", een fantastisch boek over
een professor, die ons het vermogen
geeft de geschiedenis van enige dui
zenden jaren geleden persoonlijk mee
te maken.
Van R. Nordenstreng kwam uit La
RasoJ de la Mondo, een rassenstudie
(niet te verwarren met HiUer's rassen
theorie), H. Halfker. Jarmlloj Pasas.
een algemene wereldgeschiedenis.
gebruikt. Deze taal bezit voldoend*
buigzaamheid om er elk begrip ln tol
uitdrukking te brengen.
Zijn grote waarde heeft het Esperai*
to in het bijzonder als internationale
spreektaal. Het Engels lijkt mij daar
voor ongeschikt. De sterke verbreiding
van deze taal, vooral in de laatste tijd,
wordt een bedreiging voor haar zelf.
In één opzicht stemmen de mensen
uit de yerschiilende landen, die Engels
hebben geleerd, met elkaar overeen:
Een ieder 6preekt de taal op zijn eigen
wijze uit. Dit zal tot gevolg hebber»,
dat op de duur dialecten ontstaan, dia
slechts door kleine groepen kunnen
worden verstaan".
Een andere stem.
Prof. Dr. C. de Boer, hoogleraar iOj
de RomaanSë^taal en letterkunde aan,
de Rijksuniversiteit te Leiden, sprak;
in een rede bij de hervatting der col
leges op 5 October 1945 als zijn oordeel
uit dat een levende taal, nimmer enlw
ge kans kan hebben als wereldtaal ge*
accepteerd te worden, hoeveel mlllioe*
nen mensen die taal ook spreken ©ni
hoe verbreid die taal ook moge zijn
over de aardbol. Ean internationale
taal zal nimmer iets anders kunnen!
zijn dsn een kunstmatige taal en hier
heeft het Esperanto reeds bewezen,
vele der vereiste eigenschappen te be
zitten.
voorzitter der Federatie van Arbeider»*
esperantisten.
VAN HET CONGRES ZAL DE
VARA OVER DE ZENDER HILVER
SUM n EEN REPORTAGE GEVEN
OP 2e PAASDAG OM 16.30 UUR.
OA. ZAL HET WELKOMSTWOORD
VAN DEN CONGRES-VOORZITTER
WORDEN UITGEZONDEN.
Boekbespreking t
JfOE kon het fascisme ontstaan en be
staan? Op welke wijze kan het ver
nietigd worden? Hoe moet na deze over
winning de wereld politiek opgebouwd
worden, opdat een herhaling en zeker
een prolongatie van deze antl-democra-
tliche vorm vermeden wordt? Ziehier de
vragen, die de onlangs uit Indonesië te
ruggekeerde schrijver J. dg Kadt reeds
ln 1938 stelde in zijn boek „Het Fascisme
en dé Nieuwe Vrijheid", waarvan onlangs
een tweede onveranderde druk verscheen
De Kadt stond in 1938, blijkt nu, op het
zelfde historische niveau als wij thans
staan. Voor hem was deze oorlog onver
mijdelijk: Ja, het was noodzakelijk, rede
neerde hij, dat er oorlog kwam, want
slechts ln dit geval zou de wereld be
vrijd worden van het fascisme. Slechts
als de oorlog geweest en het fascisme
vernietigd was, zou er gewerkt kunnen
worden aan een maatschappij, waarin fas
cisme en nazisme tot de onmogelijkheden
behoren.
AAROM kon het fascisme ont
staan? Niet genoeg kan thans de na
druk gelegd worden op de omstandig
heden. waaronder dit totalitaire stelsel
zo'n macht kon krijgen. Tenslotte moeten
onze politieke principes zodanig gewlj
zlgd worden, dat een herhaling van dit
systeem uitgesloten ls. Da les, die zes Jaar
oorlog voor ons was, ls tevergeefs ge
weest, zo wij er niet allen van overtuigd
zijn, dat er vóór 1939 „Iets niet ln orde-
was. V—
De eerste fascisten, die, so zegt De
Kadt, beschouwd moeten worden als /ern
stige en goedwillende mensen, hadden
een gerechtvaardigde angst en afkeer voor
socialistische idealen, zoals die na de vorige
wereldoorlog geïnterpreteerd werden. Voor
deze mensen stond de socialistische we
reld gelijk met de wereld der kudde
mensen; zij voelden, dat „het cultuur-
ideaal bedreigd werd door het socialistisch
ideaal, omdat het socialistisch Ideaal sa
men viel met de gevoelens van de grote
cultuurloze, ja, cultuur-vijandige massa",
die slechts een wereld van behaaglijke
tevredenheid wenst. Dit fasclsmc-ln-oor-
sprong tegen de maatschappelijke vervlak
king is vooral een product van de z.g.
midden-klassen, waarvan voor 't eerst
Mussolini de grote kracht ontdekte. Dat
deze idealen tenslotte overwoekerd wer
den door mytlsche en hyper-natlonalls-
tlsche tendenzen én door bekrompen mi
litaristische Ideën, doet niets af aan
de oorspronkelijke gedachtegang. Het eer
ste principe was goed en groots: „een
maatschappij onder leiding van een aristo
cratie van energieke, bekwame Intellec
tuelen."
Het heeft voor ons, in 1948, minder zin
triomfantelijk te oreren over de vraag,
hoe dit stelsel tenslotte regeerde of hoe
't verslagen werd, dan te praten over de
kwestie: Hoe is 't mogelijk geweest, dat
het kon ontstaan? De zege. die de demo
cratie bevochten heeft, ls. zo niet een
Pyrrhus-overwinning, dan toch een over-
wlnning-met-een-nederlaag. Ik bedoel dit:
Iedere keer, als de democratie, als een
phoenlx uit de vlammen der oorlogen
zal herrijzen, zal deze democratie haar
oorspronkelijk wijd-vertakte „vrije rech
ten", moeten inperken om de mógelijkheid
van het ontstaan van een nieuwe vijand
uit te sluiten. Van het originele, als
democratisch Ideaal geschapen baeld, kon
wel eens minder overblijven aan „vrije
rechten" dan zelfs de z.g. totalitaire stel
sels bezitten. Deze redenering houdt geen
veroordeling in. Zij ls alleen een bewijs.
van J. de Katd
dat de mens zich dieper bezint op de
omstandigheden, waaronder hij geleefd
heeft, dan men wel denkt.
De koppeling democratle-soclallsme le
da a ook ln zoverre een'goede „greep",
dat men zijn oorspronkelijk democratisch
ideaal begrepen heeft als een beheersing
der menselijke vrijheden. Over de wijze,
waarop het socialisme thans uitgevoerd
moet worden, ls men het niet overal eens
De tijd, waarin wy leven, kent Immers]
wat net economische vraagstuk betreft,
slechts één probleem: dat van de op
bouw. Het socialistisch ideaal wordt ook
hierdoor teruggedrongen naar het alleen-
economische. De verbinding met de de
mocratie I8 er dan één betrekking heb
bend op de culturele waarden. Boven de
verhouding dezer twee elementen cul
tuur en economie hangt de politiek als
het zwaard van Damocles: T,linksig of
rechtslg"; onder alle omstandigheden
moet men echter werken
o
JjjEN ander probleem, waarvoor men
zich thans geplaatst ziet, ls dat der
leidende persoonlijkheden. In de oorlog
was de deiflocratle een doel, waarvoor
gevochten werd Zo gauw echter het doel
bereikt, d.w.z de vrede een feit is. komt
men voor het onaangename feit te staan
te weinig leidinggevende persoonlijk
heden te bezitten. Onze meerderheidscul-
tus kan ons nu eenmaal niet waarborgen,
dat de ..besten" altijd regeren. De ln de
oorlog grote mannen worden vervangen
door partijmensen, die op democratische
wijze naar voren gekomen, niet krach
tens hun algemeen gevormde persoonlijk
heid, maar door hun opleiding in partij
verband de belangrijkste politieke func
ties innemen.
De middelmatigheid vormt dus de bo
venlaag.
o
W" hebben thans de eerste twee fa
sen achter de rug: het fascisme ont
stond en Is verslagen (helaas niet vernie
tigd!). Wij staan voor de Nieuwe Vrij
heid.
■Een nieuw fascisme kan door de par
tijen slechts voorkomen worden indien
een breder basis door leder van hen
wordt geaccepteerd
/De bron van het fascisme, de midden
groep, moet op de een of andere wijze
georganiseerd worden bij de z.g. lagere
klassen en de bovenlaag.
Echter, deze bijzonderheden betreffen
alleen de Interne kwesties. WIJ staan im
mers voor de keus; moeten wij van het
zelfde principe uitgaan aJs het fascisme
of moeten wij iets geheel nieuws te berde
brengen? Handhaving van de nationale
souvereinltelt (met het heimelijke stre
ven der grote naties naar de wereldheer
schappij) of een universele statenbond?
De Kadt pleitte reeds In 1938 voor dit
laatste. Hij achtte de V. S., onder leiding
van een man als Franklin D. Roosevelt,
ln staat om de grondlegger te worden
van een Internationale federatie op demo
cratische grondslag
Roosevelt Is echter gestorven. De we
reld zal dit verlies pas beseffen, als wij
binnenkort weer vastlopen ln het moeras
der nationalistische belangen-tegenstellin-
gen. Doch dat Roosevelt's ideën wortel
hebben geschoten, bewijzen de pogingen,
die men ln de V. S. deed om tenminste
een reëel plan te scheppen voor een
wereldregering, op federatieve grondslag.
Slechts dan zullen, zoals De Kadt zegt,
..de gerechtvaardigde protesten, die in
het fasclsm» ln f»f»v»«rWke vnrmen. hun
uitdrukking vaard
zijn en tot iiuö r««ht komen. H. N. A.