Engels zal als wereldtaal niet aanvaard worden Het ontstaan van het Esperanto Waarom geen totalisator? Hoe hoogleraren over Esperanto denken Levende schoonheid in een nieuwe taal Het Fascisme en de Nieuwe Vrijheid :c! vsn Minis'er Drees: Esperanlo heefi een grofe kans jy|INISTER W. Drees, de ere-voorzitter van 't 27ste Congres der Federatie van Arbeiders-Esperantisten, dat met de beide Paasdagen in Alkmaar gehou den wordt, gaf onlangs in „Laborista Esperantisto". het orgaan der federa tie. zijn mening over de toekomst van Esperanto. In het artikel, dat tot ti tel had: „Esperanto na de oorlog", be gint min. Drees, met de vraag op te werpen, of een levende taal voor het Internationale verkeer zou kunnen worden, wat vroeger Latijn voor de geleerde wereld was. Daarbij dachten vden in het bijzonder aan het Engels een. behalve wat de uitspraak betreft, betrekkelijk eenvoudige en over de wereld zeer verbreide taal. Een ogen blik heb ik gemeend, aldus min. Drees, dat in de tweede wereldoorlog de kan sen hiervoor belangrijk vergroot wa ren. Het is echter wel spoedig duide- I lijk geworden, dat er niet op een alge mene aanvaarding van Engels als we reldtaal moet worden gerekend. Reeds ziet men in Europa zich een ontwikkeling aftekenen, die een we reldhulptaal. welke geen nationale taal is, dringender nodig maakt dan I tevoren. Vóór de oorlog was voor vele Europese volken Duits de taal. waar- In rij nog het best met elkaar konden •preken en corresponderen Duitsland wordt nu zozeer als vij and gevoeld, dat men zijn taal afwijst. Maar terwijl nu in het Vesten Engels sterk naar voren komt, zal in de meer .Oostelijk gelegen landen, vooral bij de i Slavische volken, Russisch waarschijn lijk de verbindingstaai worden. Deze ontwikkeling zal de scheidingslijn tussen Oost en West, die door politieke factoren getrokken dreigt te worden, zeer kunnen verscherpen, doordat man elkaar nog veel minder kan leren kenner dan tevoren. Een Tsjecho-Slowaakse briefschrij ver, die min. Drees hier aanhaalt. IN TOTAAL ZULLEN 410 CON GRESSISTEN DEELNEMEN, O.W. 288 HEREN EN 122 DAMES. HET FEESTJE OP ZATERDAGAVOND. WAARAAN MEDEWERKING VER LENEN „DE GOOISE TROUBA DOURS", MEVR. MAJOLéE MET EEN DANSGROEPJET DE HEER BOSLOOPER MET XYLOFOON SOLO'S. MEVR. SMIT^-v. d. BURG MET DECLAMATIE. ZAL BE ZOCHT WORDEN DOOR 550 PER SONEN. Roosevelt, ChurohiU, Stalin en fajang Kai Sjek, kenden samen min stens 16 verschillende talen, doch op conferenties moesten zij altijd spreken met behulp van tolken. Zij kenden geen enkele taal gemeenschappelijk.... Wist U, dat Dr. Henri Polak, eer tijds lid der Eerste Kamer en voorzit ter van de Alg, Ned. Diamantbewer. kersbond, het invoeren ven Esperanto op de scholen noodzakelijk achtte? Alle Esperantisten, over de gehele were.d zijr. verenigd in een wereld- bond: de Sennacieca Asoclo Tutmondo (SAT) Toen Trnman. op weg naar Potsdam, Brussel aandeed, werd hij officiéél be groet door Van Acker. die een rede in het Frans hield. Truman verstond er niets van, maar het was goed ge meend Op 22 December 1945 werd een cen traal comité van de Esperantobewe- ging In Nederland opgericht, waarvan alle Nederlandse esperanto-bewegingen deel uitmaken. MINISTER W. DREES dringt er om bovengenoemde redenen op aan, dat de Europese staten in on derling overleg zullen besluiten, Espe ranto als leervak In de scholen op te nemen. Deze gedachte, die niet nieuw is, is thans dringender geworden, dan voorheen. Het gaat hier om begrip tus sen de volkeren en om de mogelijkheid van een intens Internationaal verkeer. Er ls dan ook alle grond voor de Es perantisten, en zeer in het bijzonder voor de Federatie van Arbeiders Es perantisten, zo besluit min. Drees zijn artikel, om de actie met fris, nieuw éirn te voeren. Het bouwmateriaal van het Esperanto Wil een te gebruiken Internationale taal goed zijn, dan moet zij vlot ge sproken en geachicven worden. Dit stond den schepper van het „Esperanto" voor ogen. Wat lag nu meer voor de hand dan te putten uit de reeds gebruikte en bestaande talen? Men koos bij de opbouw van het Esperanto de daarvoor in aanmerking komende woorden uit de bestaande ta len en paste ze aan bij de internatio nale spelling en grammatica. Van de ald. bijeengebrachte pl.m. 1000 woorden leverden het Latijn en het Griek$ pl.m. 60 pet. op, de Romaanse talen (Italiaans, Frans) pl.m. 20 pet., de Ger maanse (Duits, Engels) pl.m. 15 pet., terwijl ie rest stamt uit de Slavische talen (o.m. Russisch en Pools). Vanzelfsprekend werd hierbij reke ning gehot den met die woordan, wel kt reeds een internationale bekend- heid genieten (auto, radio). Deze 1000 woordjes zijn uiteraard niet voldoende om alles te zeggen, wat een praatgraag mens zeggen wil. Zij wor den daarom aangevuld met voor- en achtervoegsels, b-v. man is viro; vrouw is virino: dit achtervoegsel ln geeft dus het vrouwelijk aan. (Vergelijk het Nederlands: koning - koningin). Met behulp van dit woor denmateriaal kan de Esperantist zich uitdrukken over elk gewenst onder werp en in alle mogelijke stijlen, met een rijkheid van taal, waarover de taalkundigen die zich de moeite ge troostten zich met Esperanto in te la ten, vaak verbluft stonden. Zó werd Esperanto bruikbaar voor alles: van het streng wetenschappelijk betoog tot het fijnste minnedicht, Een grammatica van enkele bladzijden! JN 1887 verscheen ln Rusland een klein, onaanzienlijk boekje: ,,De Internationale taal. Voorwoord en vol ledig leerboek" door Dr. Esperanto. Het was de eerste publicatie van de 30-jarlge dr. L. L. Zamenhof, over de taal, die later naar~het pseudoniem, waaronder dit boekje uitgegeven werd, Esperanto (dJ. een hopende) werd ge noemd. Reeds als kind droomde Ludoviko Zamenhof over de mogelijkheid meer wederzijds begrijpen onder de mensen sen te brengen: een gedachte, waar aan zijn omgeving in niet geringe mate bijgedragen zal hebben. In zijn ge boorteplaats woonde nl. een zeer ge mengde bevolking: Russen, Polen, Duitsera en Joden, die ieder hun eigen taal spraken. Het talenverschil maakte wederzijds verstaan, dat toch de eerste voorwaarde voor begrijpen ls, onmogelijk en Zamenhof, die bui. tengewoon gevoelig van aard was, werd hierdoor diep getroffen. Zo rijpte bij hem de idee om pro paganda te gaan maken voor één in ternationale taal. In eerste Instantie dacht hij hierbij aan Grieks of Latijn, maar later bleek hem dat de gramma tica van deze talen veel te moeilijk was en woorden voor moderne be grippen ontbraken. Wel begrijpend, dat uit een oogpunt van jaloezie geen der bestaande talen, ooit door alle volkeren aangenomenzou worden, kwam Zamenhof tot de conclusie, dat slechts een „kunsttaal" oplossing zou kunnen brengen. Door langdurig expe rimenteren ervoer hij, dat de nieuwe taal uit levende woorden moest be- Dr. L. Im ZAMENHOF. •taan, en dat met behulp van toot- en achtervoegsels de woordenvoorraad zo klein mogelijk moest worden gemaakt. Hij bestudeerd# zijn ontwerpen steeds Opnieuw en steeds meer vor men, die overbodig bleken, werden geschrapt. Al kleiner werd d# grammatica, tot dat deze kwestie uit slechts enkele bladzijden bestond. In 1878 had Zamenhof *Un taal ge reed, maar het duurde nog tot 1887 voor de brochure gepubliceerd wer<L Daar geen uitgever het risico aan durfde, zag de vader van het Eape.# ranto zich genoodzaakt het werk voor eigen rekening uit te geven. Ruim een halve eeuw is sindsdien verlopen en reeds zijn duizenden boe ken en brochures in het Esperanto verschenen. Perikelen in de paardensport QROTE beroering en onrast heersen er de Iaafcle maanden ln het Neder landse paardensportwercldje. Na een periode van haast ongekende voorspoed, welk tijdperk helaas Juist samenviel met de meest ellendige oorlogsjaren, die ons volk misschien ooit gekend heeft, dreigt na de paardensport weer ln verval te geraken. De oorzaak van de bloei was de in stelling, die men totalisator pleegt te noemen. Wat is de totalisator en hoe kan deze Instelling 'zo'n gunstige In vloed op het Nederlandse draf- en ren- wezen uitoefenen? Om een draverij tot een verrukking vc - de liefhebers te maken moeten er t /-de. snelle, d.w.z. kostbare paarden 7' i n. Speciaal het fokken en het onder- i.oud van uitblinkers kost veel geld en opoffering. Men heeft daarom van zelfsprekend g-zocht naar bronnen van Inkomsten o.n ai deze moeiten en on kosten te dekken. Het bleek, dat de uitgeloofde prijzen lang niet groot genoeg waren om het fokken en aanhouden van dravers en renpaarden te rechtvaardigen. De prijzen Immers moeten hoofdzake lijk betaald worden uit de inkomsten dooi entreegelden. En het is nu een- maa' een onloochenbaar feit. dat de liefde voor het paard en voor de paar densport hoofdzakelijk brandt - in de harten van mensen met de smalle beur zen. Bookmakers en totalisator. Nu ls het wedden opzichzelf een groot probleem, met vele facetten. De ware liefhebber kan het zonder bookmaker en totalisator stellen. Maar een feit is het, dat de toto hele volksstammen naar de renbaan lokt. wat tot gevolg heeft grote Inkomsten en dus hoge prij zen, waardoor het fokken en aanhouden van dravers rendabel wordt. Vroeger, vóór_1911, werkte ook ln ons land de totalisator; bookmakers, voor namelijk voortkomend uit het gilde van de pummels en de zwijnenhandelaren, deden hun funest werk, wat tot gevolg had, dat ook de goede instelling, die toto heet. In een kwaad daglicht kwam te staan. Het ls van groot belang, hier te wij zen op het verschil tussen bookmaker en totalisator. Een bookmaker werkt voor zichzelf, ls er dus op uit zelf zo groot mogelijke winst te behalen, wat vaak slechts met grove corruptie be reikt kan worden. Terecht staat de ,.booky" dan ook In een kwade reuk. wet belang van den bookmaker voor de draf -en rensport is nihil, we zouden zelfs willen beweren, dat hij veel meer kwaad sticht din goed doet. Een verbod van het wedden bij bookmakers 'can o.l. in deze veel goed doen. Maar de toto ls een hiervan totaal verschillende instelling, die niet anders doet dan on derlinge weddenschappen van het pu bliek te organiseren. Waarvoor wordt het geld gebruikt? Voor administratie, prijzen, fokpre mies en verdere onkosten wordt 15 pet, van het ingezette geld afgetrokken. De resterende 85 pet. wordt onder de win naars verdeeld. Men z deze trekpleis ter van de renbaan kunnen vergelijken met een loterij. De bedragen, uitgetrokken voor de fokpremies matten het zorgvuldig fok ken van paarden tot een belangwek kend bedrijf. De nieuwste gegevens van de wetenschap der erfelijkheidsleer worden In practijk gebracht door de goede fokkers. Dit alles ls er de oorzaak van, dat het gehalte van de paarden met sprongen omhooggaat, wat door de liefhebbers natuurlijk hogelijk wordt geapréciëerd en wat men ook els een groot landsbelang moet beschouwen. Immers de gegevens hier opgedaan bij uiterst -orgvuldig fokken, kunnen el ders bij gebruikspaarden weer in prac tijk worden gebracht. Bovendien ko men de Nederlandse paarden langza merhand weer op een peil, dat concur rentie met het buitenland mogelijk maakt. En dit heeft tot gevolg, dat onze paarden op buitenlandse courses devie zen in de wacht kunnen slepen, wat voor ons verarmde land ook al weer als gunstig moet worden aangemerkt. 1911—1946. Het drukke bezoek van de wedstrij den vóór 1911 en ln de oorlogsjaren ls het mmiddeïlijk gevolg van deze toto. In 1911 hebben de vroede vaderen uit gemaakt. dat het wedden op de renba nen een niet oirbaar bedrijf is. Ze heb ben daarbij helaas geen onderscheid ge maakt tussen bookmaker en totalisator, met het gevolg, dat beiden werden af geschaft, wat de dood voor de drave rijen en de rennen betekende. In de oorlogsjaren ls de totalisator weer In volle ere hersteld, wat leidde tot ongekende bloei. Doordat het wedden bij de wet ver boden is, verkeren we momenteel in een lastige overgangsperiode, die hope lijk spoedig tot genoegen van alle be trokken partijen beëindigd zal zijn. Het nut van de totalisator ls weer duide lijk geb'eken in de laatste Jaren. Weer de sinistere bookmaker van de banen, maar geef ons spoedig de toto terug. r. FAULHABER, B-voorzltter der Federatie van Arbeidersesperantisten. De nieuwe faal der wetenschap? J)AT er geleerden zijn, die voor het Esperanto, de oplossing van 't talen- vraagstuk, een open oog bezitten, blijkt uit een gesprek, dat een hoofdbestuur der der Federatie één dezer dagen mocht hebben met den Utrechtsen hoogleeraar dr. Th. M. van Leeuwen „Ik moet erkennen", so zeide de hoogleraar, ,,dat het veel t(jd en moeite zou besparen, Indien de weten schappelijke lectuur ln één taal werd geschreven. Daarvoor zou naar mijn mening het Esperanto kunnen worden Esperanio-liieratuur i JJET is heel moeilijk iets over de li teratuur van 't Esperanto te schrlj. ven, niet omdat, zoals nog steeda zo velsn menen, er zo weinig literatuur is, doch integsndeel Juist omdat er zo véél ls. Wij maken zelfs reeds een onder scheid tussen klassieke en moderne werken en dit is, ondanks de slechts 60-jarige leeftijd van de taal, heus geen aanmatiging. Onze „klassieken" zijn de pioniers, de mannen, die wel 't (dunne) woor denboek en de (heel kleine) gramma tica ter beschikking hadden, doch nog voor de grote opgave stond an hiervan een harmonische, welluidende, le vende taal te maken. Want een taal leeft slechts als zij in staat is en ge bruikt wordt om onze gedachten en gevoelens levendig weer te geven. Dr. L. L. Zamenhof, de auteur van het Esperanto, is dus de eerste, meest klassieke Esperanto-literator geweest. Het is duidelijk, dat Zamenhof, ge- plaatst voor de enorme opgave zijn taal Ingang te doen vinden, het eerst zijn toevlucht nam tot het vertalen van verscheidene min of meer alge mene bekende werken. Vertalingen. Zo bezitten wij thans de Esperanto- vertalingen van de Bijbel, Shakespea- re's Hamlet, de Sprookjes van Ande^- aen, „De Rovers" van Schiller, van werken van Orzeszko. Göthe, Schiller, Gogoli, Molière, Helne, e.a. Voorts schreef Zamenhof ook proza en gedichten rechtstreeks in het Es peranto. Een eveneens uiterst begaafd verta ler was Dr. K. Bein, wiens hoofd werk, „La Faraono", een drie delig werk over de oude Egyptische pharao's. boeit van het begin tot het eind. Voor de Vrouw Die dametjes, die nog zo vreselijk hard groeien, willen graag netjes ge kleed gaan. Dat kan ook nu wel, als Mama een beetje handig is: een donkere strook aan de rok en een nieuw lijfje, sparen veel moeite cn kosten en maken van oude restjes iets gloednieuws. Draverijen te Alkmaar op 2de Paasdag e Het ls een loffelijke gewoonte van het Paardensport-oom ité „Vooruit" om steeds met Pasen acte de précense te geven en de paardensportliefhebbers een „geijkt" programma voor te zet ten. Ditmaal is ze er zelfs ln geslaagd extra treinen te laten inleggen in de richting Amsterdam enBeverwijk —Haarlem. Voor deze laatste lijn be tekent het tevens de eerste mogelijk heid van reizen per spoor na de be vrijding!! De deelnemers zijn: Prijs van Beverwijk (1740 M.): Jim Axkit; Klossy Silk; Kitty K; Ingo Ha nover; Kitty Gregor en Jacob Diamant. Prijs van Uitgeest (2040 M. amateurs): Don Pedro: Doctor Scott: Fleetness T.: Bartinus; Darius G.; Admiral Guy; Boyke Norton ,en Abdullah Scott. Prijs van Assendelft (heat intern. 1700 M.): Or du Rhin II; Le Canïgou: Akron B; Holland Hanover; Fleetness T; Eulogie Scott; Gonni Z; Mesnil Cher Prijs v. Wormerveer (2340 M.): Eduard Anvii: Hanover; Bartinus; Doctor Scott; Gratie Hanovéx; Frits en Eulogie Scott. Prijs van Krommenie. Kortebaan-dra- verij 800 M.: Klossy Slik; Kapitein Bas- com; Jim Wilkes; JU JU; George Wil- kes; Gretchen M: Gretta Trottan; Ad miral Guy; Gonni Z; Guy Hanover; Bartinus: Boyke Norton: Eduard Anvil: Dumas Hanover; Abdullah Scott; Fleet ness T; Akron B; Allouex, De Federatie v. Arbeiders Esperan tisten verzorgde enige Jaren vóór de oolog de uitgave van enige roman-se- rie's, o.m. „Judoj sen Mono" (Joden zonder geld), „HomoJ en Millto" (Mensen In den Oorlog, beide van An- dreas Latzko), „Patroj kaj Filoj" (Va ders en Zonen van Tuxgenjev), „His- pana Tragedio" (Spaanse Tragedie, van Jef Last) en „Kullo" (Koell van mevr. Szëlcely Lulofs). Een bljzonderHeid bij deze vertaalde romanserie, waarin voor enkele maan den ook de vertaling verscheen van „Het Verraad" (MerIJntje Gijzen, A M. de Jong), ls, dat zij alle gecontro leerd zijn door een „Literatura Kojnl- tato", zodat de daarin gebezigde taal goed is. Een dergelijke instelling schijnt men thans ook te overwegen voor het Nederland». Aan vertaal- beunhazerij wordt op deze wijze paal en perk gesteld. Oorspronkelijke werken. Doch niet alleen vertalingen, ook talloze originele werken zijn er ver schenen. Een goed Esperantist gewent zich er aan zijn gedachten en gevoe lens ook in het Esperanto rechtstreeks uit te drukken. Zo schreef J. Baghy: Vlktimoj (Slachtoffers) over de" krijgsgevangen schap in Siberië. Hij heeft er ons reeds van verteld toen hij, vóór de oorlog, ln Alkmaar op bezoek was. J~ Forge schreef: Saltego trans Jarmlloj", een fantastisch boek over een professor, die ons het vermogen geeft de geschiedenis van enige dui zenden jaren geleden persoonlijk mee te maken. Van R. Nordenstreng kwam uit La RasoJ de la Mondo, een rassenstudie (niet te verwarren met HiUer's rassen theorie), H. Halfker. Jarmlloj Pasas. een algemene wereldgeschiedenis. gebruikt. Deze taal bezit voldoend* buigzaamheid om er elk begrip ln tol uitdrukking te brengen. Zijn grote waarde heeft het Esperai* to in het bijzonder als internationale spreektaal. Het Engels lijkt mij daar voor ongeschikt. De sterke verbreiding van deze taal, vooral in de laatste tijd, wordt een bedreiging voor haar zelf. In één opzicht stemmen de mensen uit de yerschiilende landen, die Engels hebben geleerd, met elkaar overeen: Een ieder 6preekt de taal op zijn eigen wijze uit. Dit zal tot gevolg hebber», dat op de duur dialecten ontstaan, dia slechts door kleine groepen kunnen worden verstaan". Een andere stem. Prof. Dr. C. de Boer, hoogleraar iOj de RomaanSë^taal en letterkunde aan, de Rijksuniversiteit te Leiden, sprak; in een rede bij de hervatting der col leges op 5 October 1945 als zijn oordeel uit dat een levende taal, nimmer enlw ge kans kan hebben als wereldtaal ge* accepteerd te worden, hoeveel mlllioe* nen mensen die taal ook spreken ©ni hoe verbreid die taal ook moge zijn over de aardbol. Ean internationale taal zal nimmer iets anders kunnen! zijn dsn een kunstmatige taal en hier heeft het Esperanto reeds bewezen, vele der vereiste eigenschappen te be zitten. voorzitter der Federatie van Arbeider»* esperantisten. VAN HET CONGRES ZAL DE VARA OVER DE ZENDER HILVER SUM n EEN REPORTAGE GEVEN OP 2e PAASDAG OM 16.30 UUR. OA. ZAL HET WELKOMSTWOORD VAN DEN CONGRES-VOORZITTER WORDEN UITGEZONDEN. Boekbespreking t JfOE kon het fascisme ontstaan en be staan? Op welke wijze kan het ver nietigd worden? Hoe moet na deze over winning de wereld politiek opgebouwd worden, opdat een herhaling en zeker een prolongatie van deze antl-democra- tliche vorm vermeden wordt? Ziehier de vragen, die de onlangs uit Indonesië te ruggekeerde schrijver J. dg Kadt reeds ln 1938 stelde in zijn boek „Het Fascisme en dé Nieuwe Vrijheid", waarvan onlangs een tweede onveranderde druk verscheen De Kadt stond in 1938, blijkt nu, op het zelfde historische niveau als wij thans staan. Voor hem was deze oorlog onver mijdelijk: Ja, het was noodzakelijk, rede neerde hij, dat er oorlog kwam, want slechts ln dit geval zou de wereld be vrijd worden van het fascisme. Slechts als de oorlog geweest en het fascisme vernietigd was, zou er gewerkt kunnen worden aan een maatschappij, waarin fas cisme en nazisme tot de onmogelijkheden behoren. AAROM kon het fascisme ont staan? Niet genoeg kan thans de na druk gelegd worden op de omstandig heden. waaronder dit totalitaire stelsel zo'n macht kon krijgen. Tenslotte moeten onze politieke principes zodanig gewlj zlgd worden, dat een herhaling van dit systeem uitgesloten ls. Da les, die zes Jaar oorlog voor ons was, ls tevergeefs ge weest, zo wij er niet allen van overtuigd zijn, dat er vóór 1939 „Iets niet ln orde- was. V— De eerste fascisten, die, so zegt De Kadt, beschouwd moeten worden als /ern stige en goedwillende mensen, hadden een gerechtvaardigde angst en afkeer voor socialistische idealen, zoals die na de vorige wereldoorlog geïnterpreteerd werden. Voor deze mensen stond de socialistische we reld gelijk met de wereld der kudde mensen; zij voelden, dat „het cultuur- ideaal bedreigd werd door het socialistisch ideaal, omdat het socialistisch Ideaal sa men viel met de gevoelens van de grote cultuurloze, ja, cultuur-vijandige massa", die slechts een wereld van behaaglijke tevredenheid wenst. Dit fasclsmc-ln-oor- sprong tegen de maatschappelijke vervlak king is vooral een product van de z.g. midden-klassen, waarvan voor 't eerst Mussolini de grote kracht ontdekte. Dat deze idealen tenslotte overwoekerd wer den door mytlsche en hyper-natlonalls- tlsche tendenzen én door bekrompen mi litaristische Ideën, doet niets af aan de oorspronkelijke gedachtegang. Het eer ste principe was goed en groots: „een maatschappij onder leiding van een aristo cratie van energieke, bekwame Intellec tuelen." Het heeft voor ons, in 1948, minder zin triomfantelijk te oreren over de vraag, hoe dit stelsel tenslotte regeerde of hoe 't verslagen werd, dan te praten over de kwestie: Hoe is 't mogelijk geweest, dat het kon ontstaan? De zege. die de demo cratie bevochten heeft, ls. zo niet een Pyrrhus-overwinning, dan toch een over- wlnning-met-een-nederlaag. Ik bedoel dit: Iedere keer, als de democratie, als een phoenlx uit de vlammen der oorlogen zal herrijzen, zal deze democratie haar oorspronkelijk wijd-vertakte „vrije rech ten", moeten inperken om de mógelijkheid van het ontstaan van een nieuwe vijand uit te sluiten. Van het originele, als democratisch Ideaal geschapen baeld, kon wel eens minder overblijven aan „vrije rechten" dan zelfs de z.g. totalitaire stel sels bezitten. Deze redenering houdt geen veroordeling in. Zij ls alleen een bewijs. van J. de Katd dat de mens zich dieper bezint op de omstandigheden, waaronder hij geleefd heeft, dan men wel denkt. De koppeling democratle-soclallsme le da a ook ln zoverre een'goede „greep", dat men zijn oorspronkelijk democratisch ideaal begrepen heeft als een beheersing der menselijke vrijheden. Over de wijze, waarop het socialisme thans uitgevoerd moet worden, ls men het niet overal eens De tijd, waarin wy leven, kent Immers] wat net economische vraagstuk betreft, slechts één probleem: dat van de op bouw. Het socialistisch ideaal wordt ook hierdoor teruggedrongen naar het alleen- economische. De verbinding met de de mocratie I8 er dan één betrekking heb bend op de culturele waarden. Boven de verhouding dezer twee elementen cul tuur en economie hangt de politiek als het zwaard van Damocles: T,linksig of rechtslg"; onder alle omstandigheden moet men echter werken o JjjEN ander probleem, waarvoor men zich thans geplaatst ziet, ls dat der leidende persoonlijkheden. In de oorlog was de deiflocratle een doel, waarvoor gevochten werd Zo gauw echter het doel bereikt, d.w.z de vrede een feit is. komt men voor het onaangename feit te staan te weinig leidinggevende persoonlijk heden te bezitten. Onze meerderheidscul- tus kan ons nu eenmaal niet waarborgen, dat de ..besten" altijd regeren. De ln de oorlog grote mannen worden vervangen door partijmensen, die op democratische wijze naar voren gekomen, niet krach tens hun algemeen gevormde persoonlijk heid, maar door hun opleiding in partij verband de belangrijkste politieke func ties innemen. De middelmatigheid vormt dus de bo venlaag. o W" hebben thans de eerste twee fa sen achter de rug: het fascisme ont stond en Is verslagen (helaas niet vernie tigd!). Wij staan voor de Nieuwe Vrij heid. ■Een nieuw fascisme kan door de par tijen slechts voorkomen worden indien een breder basis door leder van hen wordt geaccepteerd /De bron van het fascisme, de midden groep, moet op de een of andere wijze georganiseerd worden bij de z.g. lagere klassen en de bovenlaag. Echter, deze bijzonderheden betreffen alleen de Interne kwesties. WIJ staan im mers voor de keus; moeten wij van het zelfde principe uitgaan aJs het fascisme of moeten wij iets geheel nieuws te berde brengen? Handhaving van de nationale souvereinltelt (met het heimelijke stre ven der grote naties naar de wereldheer schappij) of een universele statenbond? De Kadt pleitte reeds In 1938 voor dit laatste. Hij achtte de V. S., onder leiding van een man als Franklin D. Roosevelt, ln staat om de grondlegger te worden van een Internationale federatie op demo cratische grondslag Roosevelt Is echter gestorven. De we reld zal dit verlies pas beseffen, als wij binnenkort weer vastlopen ln het moeras der nationalistische belangen-tegenstellin- gen. Doch dat Roosevelt's ideën wortel hebben geschoten, bewijzen de pogingen, die men ln de V. S. deed om tenminste een reëel plan te scheppen voor een wereldregering, op federatieve grondslag. Slechts dan zullen, zoals De Kadt zegt, ..de gerechtvaardigde protesten, die in het fasclsm» ln f»f»v»«rWke vnrmen. hun uitdrukking vaard zijn en tot iiuö r««ht komen. H. N. A.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1946 | | pagina 2