HEINE, vertaald door Gerard den Brabander Kunstenaars optimistisch over 't toneel „Ons volk moet -terug naar de rechtsstaat" De dichter der hcrr'wntriwfn E« bestaat gegronde reden om te vre zen, dat meqjin Europa, na de onaan gename kennJsn- king met de „Wehr- macht", het type van den Duitser zal gaan generaliseren. In de afgelopen oor. log heeft welhaast iedere Europeaan tot zijn leedwezen en schade kenni» moeten maken met den „Germaan met blauwe ogen en blonde haren", rijzig van gestalte, onbevreesd voor de dood", xoals hij ona afgeschilderd werd en met zijn ongekende neigingen tot sadisme, die wij aan den lijve ondervonden heb ben. Vooral diegenen, die niet ln de gelegenheid zijn geweest, kennis te ma ken met de wezenlijke Duitse cultuur (met een c!) en hun oordeel moesten vestigen op hetgeen zij zagen, lazen, hoorden of meemaakten van den Duit ser, zoals die zich sinds 1933 presen teerde, lopen het grote gevaar alle Duit sers te gaan beschouwen alt beestmen sen en 't bestaan van een Duitse cultuur, hetzij oud of nieuw, te ontkennen. Een dergelijke cultuur bestaat echter wel degelijk. Om bij de litteratuur te blijven: daar zijn de oude namen van een Goethe, een Hölderlin, een Mörlke, een Fontane. een Heine; en het is te hopen, dat in het vrije Duitsland een nieuwe generatie zal opbloeien, niet vergiftigd met natlonaal-socialistische Ideeën of doordrenkt van een apathische lamlendigheid, maar een jonge, voor- uitstrevende generatie, de generatie die eens de Duitse cultuur droeg, waardig. Voor zover wij, die buiten de Duitse grenzen leven, weten, heeft er nog geen debuut van Jonge schrijvers plaats ge had, zodat er wat de litteratuur betreft, nog geen verwachtingen uitgesproken kunnen worden. W- zullen het dus voor lopig met de ouderen moeten doen wij zijn op hen aangewezen, om de (goe de) Duitse geest te leren kennen. IK noemde zoeven de naam van Hein- rlch Heine naast enige andere namen van bekende Duitse dichters, die van hoe verschillende tijden en van hoe verschil lende richting en levensopvatting ook, éen ding gemeen hebben: zij vertegen woordigen het „andere Duitsland". Maar vóór alles zou ik Heinrich Heine willen noemen: „de dichter der herinnering". Waarom? Lezer of lezeres boven de achttien: kent u Heine? Natuurlijk kent u Heine! Hoe heeft u hem gelezen toen u nog in de tijd van de eerste, prille liefde ver- keerdel U heeft mee gejuicht met zijn: „Du bist wie elne Blume" en „lm wun- derschönen Monat Mai",_ u heeft met hem meegeleefd en uw" eigen teleur stellingen gelaafd aan de zijne: „Vergif- tet sind meine L'ieder" en u heeft zich diep ontroerd gevoeld bij het sprookje van de „Fichtenbaum" en de „Palme". En hebben wij niet allen gedweept met „die Zwei Grenadiere" en „Schlachtfeld bel Hastihgs"? Helaas, dat is geweest en wie nu Hei ne ter hand neemt, voelt zich nog wel bekoord door hefrythme en de melodie en vooral door het sarcasme zijner ver. zen. maar 'de eerste extase ia met de eerste liefde voorbij. Daarom, noem ik in gedachten Heine de „dichter der herinneringen", want alleen in de tijd waarin men nog romantisch is, wan neer men nog droomt van ogen als viooltjes, van zwarte of gouden lokken of rode mondjes als verlangende bloe men, weet men zijn verzen op de juiste waarde te schatten of te óverschat- ten. De kracht van al deze zoete zan gerige versjes spreekt wel het sterkst tot ons, wanneer we weten dat Heine's verzen nog voorkwamen in de nationaal- sociallstische schoolboekjes en bloem lezingen! Göbbels had wat dit betreft een volkomen juist begrip van Duitse poëzie: want hoewel Heine Jood was, waa hij toch „ein deutscher Dichter, be- kannt im deutschen Land", zoals hij zichzelf volkomen terecht noemde. De gedichtjes bleven «taan, zij het met de leugen: „dichter onbekend". jjEINE is nog niet uit de tijd, en hij raakt niet vit de tijd. want nog steeds zijn er mensen die behagen scheppen in maanverlichte avonden en zoete woor- Dat is de lente! Bloesempracht ln de omgeving van Schellinkhout. Wielrennen. Ronde van Noord-Holland^ Op tweede Pinksterdag wordt de Ronde van Noord-Holland voor ama teurs over 165 km. verreden. Het traject is a.v. samengesteld: Zaandam, Koog a. d. Zaan, Juliana- brug, Wyde Wormer, Purmerend, Beemster, Oosthuizen, Hoorn, Enk huizen. Medemblik, Aartswoud, Kol- horn, Zijdewind, Nieuwdorper Verlaat tot sluis Noord-Scharwoude, Polder Heer Hugowaard, Alkmaar, Egmond a. d. Hoef. Egmond Binnen, Bakkum. Limmen, Uitgeest, Krommenie, Wor- merveer, Zaandijk, Julianabrug, 't Kalf, Zaandam. den, gelispeld bij een oud* linde. Heine zelf zegt ergens dat onder litteratoren, net als onder de kannibalen, de jonge gèneratie, de oudere zonder complimen- tc pleegt dood te slaan en dat hij zich nooit gezonder en behagelijker gevoeld heeft, dan nadat een troepje van zulke letterkundige wildemannen, natuurlijk allen even 'bevoegd en gezaghebbend, ook hem voorgoed had afgemaakt. De bundel door Gerard .den Braban der ln 't Nederlands vertaalde gedich ten van Heinrich Heine. voorziet daar om zeker in een behoefte. Een bundel vertaalde gedichten uit zulk een om vangrijk oeuvre moet twee vereisten hebben: zij moet representatief zijn voor het gehele werk van den dichter en zU moet goed vertaald zijn. Representatief, omdat de lezer anders een scheve In druk van het wezenlijke van het werk zou krijgen en goed vertaald, d.w.z. de zelfde sfeer scheppend als het origineel, om zoveel mogelijk het wezen van de gedichten te benaderen. Uiteindelijk komen deze twee vereisten toch op het zelfde neer. Da vertalingen van Den Brabander vol doen aan dexe eisen volkomen: ztj vormen een zorgvuldig gekozen doorsnede uit Heine's werk (de keus zal niet gemakke lijk geweest zijn) en de vertalingen weten, hoewel Den Brabander er enigszins het stempel van Hollandse degelijkheid op gedrukt heeft, toch «Je echte Helne-sfeer weer te geven. Vertalen ls een moeilijke kunst en dit geldt zeker voor gedichten. Bij het ver talen van poëzie ls niet zozeer hoofdzaak de woordelijke weergave van de tekst, hetgeen dikwijls tot een zoeken naar rijm woorden leidt, meest altijd met een pot sierlijk of straatzangersliedjes acntlg effect: „hartedlef' rijmt nu eenmaal het beste op: ,.lk heb Je Hef": neen, hoofdzaak ls een juiste weergave van de sfeer, die men alleen kan bereiken, wanneer men dezelfde gewaarwordingen als de dichter heeft gehad. Den Brabander ls daarom ln deze vertalingen het beste, waar hij het strakke metrum van Heine's poëzie loslaat en zich vrij beweegt met eigen woorden, alleen de hoofdlijn van het gedicht vast houdend. („Men spreekt bij de thee theore tisch"). En juist deze verzen zijn de be koorlijkste van de gehele bundel; want hier zingt de Duitse dichter Heinrich Heine, honderdvijftig Jaren na zijn dood, door de mond van den Nederlandsen poëet Gerard den Brabander! W. S. Hel gehele personeel van de dia- tributledienst te Houten (Utrecht) w.o de dlrectenr is gearresteerd wegens fraude. Volgens het Brusselse blad „Le Peuple" steeg de „zwarte" koers, ter stond na de bekendmaking, van de uitslag van het Franse referendum over de nieuwe grondwet, van 25 tot 40. Jorel, de strandjutter. Het ls nacht. De zwaar bewolkte he mel hangt laag over het kleine kust- dorpje, daar vlak bij de zee op de dul- nenrand. De wind giert en huilt ln de schoorstenen van de vissershuisjes. De zee buldert en grote, met lichtend schuim bedekte golven breken op de kust. De wind Jaagd grote brokken achuim over de duinenrij het dorpje ln. Het la als een sneeuwbui: de vlokken dalen op een windstil plekje blijven even trillen en versmelten. ZIJ latan natte plekken achter op de grote kelen ln de dorpsstraatjes. Een houten deur van één der huisjes gaat krakend open, een forse kerel, gehuld ln een ollejas, een zuidwester op het hoofd, en een paar hoge witte rubberlaarzen aan zijn benen stapt naar buiten. Het ls „Jorel", de strandjutter, dl© het vannacht nog eens wil proberen. HIJ loopt de dijk van de werf op, en daalt vandaar af naar het strand. Het water van de vér uitlopende' rollers plenst hem om de benen en spoelt het zand van zijn laagzen, maar met langzame stappen zoekt hij zijn weg, vlak langs de duinrand, door de hopen schuim en tussen het aangespoelde wrakhout door. Overal zoekt en schar relt hij tussen de stukken hout, bamboe en lege flessen, maar niets ls er bij, dat de moeite van het meenemen waard 1» Zo loopt Jorel van paal tot paal, uren er. uren la hij onderweg ln dit noodweer. Krom tegen do wind op. de handen ln de zakken en het hoofd voorovergebo gen loopt hij voort. Steeds maar weer rollen de ontstulmgo golven op hem asn. en het water spat hoog tegen hem op, maar hij voelt de koude van het wa ter niet en weet van geen terugkeren. Om den drommel niet. verder: vindt hij hier niets, dan zal er zeker bij de vol gends kllometerpaal wat zijn. Ineens blijft de Jutter staan, zijn ogen rusten op een groot voorwerp, dat slechts vaag zichtbaar ls, dat ln de bran ding heen en weer wordt geslingerd en steeds dichter het strand nadert. Jorel kan zich bijna niet bedwingen. Hij loopt tot over zijn-j^nleën het water in, maar hij moet terug, de zee stuwt de rollers met zo'n onstuimige kracht op hem aan. Hij gaat terug en wacht op 't strand, dlch onder de duinen. HIJ weet het zeker: „Wat de zee hem nu geeft ls van hem, een knappe kerel, die Jorel zijn bult zal afnemenI" Plotseling verheft zich een enorme vuurzuil op de plaats, waar het voor werp zojuist heen en weer schommel deDe lucht ls hel verlicht, de nen zijn spierwit en werpen donker paarse schaduwen op het strand. Een ge weldige knal volgt, een knal, die over het strand davert en tegen de duinen te pletter loopt. De lucht suist en scherven gieren over het hoofd van den Jutter. Jorel drukt zich plat tegen het natte zand, het water flapt met de rollers over hem heen en doorweekt zijn kleren. Hij houdt zijn adem ln, het hart bonst hem ln de keel, en zijn handen graven zich In het natte drijfzand. Zo ligt hij enige seconden, en denkt aan de dood. Als al le gevaar geweken ls, en de rook door de wind ls weggeveegd, staat Jorel weer op, steekt zijn handen in zijn natte zak ken en sjokt verder het strand langs op. zoek naar betere buit. B. Protestantse Ziekenzorg De landelijke stichting voor protestantse zie- kenhuisverpleging heeft een nieuw symbool in ge bruik genomen, dat hiernaast is afgebeeld. Het ontwerp bestaat uit de vorm van het. Rode Kruis, waarin opgenomen het tylalthezer kruis van de oude Protestantse hospitaalridders van de Johanmter orde. Als kleuren zijn gekozen: wit voor het binnenste kruis en midden blauw voor het grondkruis. De sym bolische betekenis hiervan is: Christelijke-dienende liefde, ge grondvest op blauw, de kleur van trouw, de trouw aan de beginselen der vereniging en de ter ham -*eno- men taak. Ee# geslaagd symbool! Nederlandse mariniers tijdens hun verblijf op Malakka in het kamp Ladang Geddes. In afwachting van hun vertrek naar Indonesië is deze verlaten rubber- plantage hun als kamp toegewezen. Een opname van een belangrijk onderdeel van de dienst: eten halen. Rijkstleua Naar aanleiding van de persconfe rentie van het Ministerie van Ö.K.W, te Amsterdam, waarop Dr. W. Hun- ningher de plannen, van de regering tot ruimer subsidiëring van het to neel door het rijk uiteenzette, gaven een drietal prominente figuren -uit de Amsterdamse toneelwereld hier- over als volgt hun opinie: Goede stap in richting van verbetering. Charlotte Kohier ging uit van het standpunt, dat iedereen toegankelijk is voor goede kunst. Het publiek is echter veelal kopschuw als het hoort, dat er klasrieken gespeeld zullen worden en lromt dan niet naar de schouwburg. Als de mensen echter veel en voortdurend in de gelegen heid worden gesteld cm goed mo dern en klassiek toneel te zien voor een redelijke entréeprys, terwijl daarbij goedkope kasstukken die geen kunstwaarde hebben, worden gemeden, dan zullen zij er aan gaan wennen en het tenslotte als een be hoefte gaan gevoelen goed toneel te zien. Er is echter geld voor nodig om deze „leertijd" te overbruggen en ook het opvoeren van grote en groots gemonteerde stukken eist subsidie, als men ze tegen lage entréeprys aan een zo groot mogelijk publiek wil brengen. Mevrouw Kohier juicht daarom het initiatief van de regering toe en beschouwt het als een goede stap in de richting van de verbete ring van het Nederlandse toneeL Nederlanders geen toneelliefhebbers? Cees Laseur^ was pessimistischer gestemd. Hy lichtte het streven van de regering zeer loffelijk, maar was tong, dat hierdoor toch het initiatief en het verantwoordelijkheidsbesef van de leiders der toneelgroepen na- deling beïnvloed zou worden. In de „vrije (niet gesubsidi eerde) sector zal men volgens hem met grote energie werken. De kassa is aldus de heer La- seur een factor, die niet mag worden weggecijferd; daar zy de barometer is van de smaak van het publiek en het ligt boven dien niet in de aard van den Nederlander om uit zichzelf vaak naar een toneelvoorstelling te gaan. Het lijkt hem daarom be langrijker, door staatsbemoeiing en subsidiëring de belangstelling van de jeugd voor het toneel van kindsbeen af aan te kweken door haar vertrouwd te maken met de stof, als vak opgenomen in de opleiding, terwijl aan de universiteiten leerstoelen voor dramaturgie zouden moeten ko men. Slechts hierdoor is, volgens Laseur, een stijging in de be langstelling voor het toneel in Nederland te bereiken. een hecht fundament Albert van Dalsum zag in de ge noemde uiteenzetting het resultaat van een serie - besprekingen van de regering met prominenten uit de toneelwereld, welke besprekingen er toe geleid hebben de plannen, zo- als ze in de illegaliteit zijn opge steld, langzaam aan te verwezen lijken. Weliswaar zullen er zeker tien jaar overheen gaan, voordat alle plannen enigermate gerealiseerd zullen zijn, doch de steun die het Rjjk aan de gezelschappen zal ge ven is volgens hem zeer zeker een hecht fundament om op voort te bouwen. Van Dalsum is het dan ook met genoemde publicaties volledig eens, daar zij corresponderen met dq plannen, welke door de toneel-, kunstenaars in de illegaliteit zijn gemaakt tot vernieuwing en verbe tering van het Nederlandse toneel leven. Kolenproductie stijgt - De productie der Limburgse mijnen is gestegen, van 1048 kg per man ge durende het eerste halfjaar 1945 of 44 van die 1938. tot 1615 kg in Februari 1946, of 68.2 van die van 1938, aldus luidde het antwoord van de betrokken ministers aan het Twee de Kamerlid Wa^enaar. die over de kolenproductie schriftelijke vragen had gesteld. Evenals voorheen is ook thans de productie per man in het Nederlandse mijnbedrijf aanmerke- liik hoger dan in België en Frank rijk. Zowel door de bedrijfsleiding als door de vertegenwoordigers der mijnwerkers wordt een individuele prestatie van 80 pet van die van 1938 als redelijk erkend. Het feit, dat deze redelijke prestatie niet wordt ge leverd, is mede oorzaak van de te geringe productie der mijnen. Op de oproep van den Directeur- Generaal Bijzondere Rechtspleging hebben zich bijna 1800 politieke ge detineerden aangemeld, die bereid zijn werk in de mijnen te verrichten. Een 500-tal is reeds gescheiden van de andere mijnwerkers aan het werk. De anderen zullen, na opgeleid te zijn, volgen. Weer postwissels naar België Het postwi&selverkeer met België ls thans In beide richtingen hervat. Het verkeer is voorlopig beperkt tot gewone postwissels tot een maximum bedrag van Belgische francs 160, voor wissels naar België en van f 10 voor wissels, betaalbaar hier te lande. De koers ls gesteld op 100 Belg. Fr is 6 25. -f Het telefoonverkeer tussen Neder land •en de Ierse Vrijstaat, wordt met Ingang van 20 Mei a s. heropend. Het tarief is gelijk aan dat voor gesprek ken met de tweede Engelse zóne- f 5-70 voor de eerste drie minuten, yoor elke minuut meer f 1.90. Land van orarr'oed (Van onzen relsreöacteur Dr R. Feenstra). DE laatste keer dat ik hier "was, stond aan beide «oevers de tentoonstelling: de Landi. De vlaggetjes van kantons en gemeenten stoeiden bont lang? de vlaggenstraat, waarlangs men kwam in de demonstratiegebouwen* van de politieke en welvaartskracht van het Zwitserse volk. Een bonte vrolijke me nigte, vele in drachten, trok er langs. Onweer trok op over Europa, Men voelde het komen. Nu ls het onweer voorbij. De storm is uitgeraasd. Duizenden steden liggen in puin. Maar dit bergland, dat een eiland bleef van de vrede, is zich zelf gelijk gebleven. Rijk. Gelukkig. Even wichtig. Ik zit aan de oever van het meer van Zürich, onder bloeiende seringen en lepel een sappige grape-fruit op. Ik kijk over deze waterspiegel, die nog nét zo is als vroeger, naar de groene heuvels, de bossen, de lichtende stad; ook naar het beeld in de spiegel, een half kanton, dat langs de oevers is op gebouwd, en ik vraag mij af, wat me het meeste gepakt heeft Het meeste gepakt heeft me: de verf. Geveüs en 6traten in zo dikke mooie glanzende olieverf waren uit mijn herinnering verdwenen. Dat zo Iets bestaat. Na tuurlijk pakken je ook de goedgeklede mensen, de lapjesloze^mooie schoenen: maar de pijnlijk-zindelijke straten, de gladde plavei en vooral de verf ma ken je duidelijk, dat Je ln Zwitserland moet zijn. De winkels overdonderen je de eerste dagen: vulpennen, horloges, koortsther mometers. kousen, sokken, jurkjes zon der punten: costuums zonder punten. Zijde, leer. goud. De sla§ersétalages met hun honderdvoudige verscheidenheid van pasteien en uitgesneden hammetjes. In de warenhuizen de sponsen en de zemen. De parfums en de schmink ls hier geen oorlogsboel. maar riekt naar lang geleden geproefde genoegens. De win kelende dames lijken voor driekwart „mannequins". Natuurlijk heeft de tijd hier niet stil gestaan. Zoals een mens kan lijden aan te hoge bloeddruk, zo lijdt dit land aan te hoge gelddruk. Veel is twee maal zo duur als ln 1939. Weinig is slechts anderhalf maal opgelopen. En ook dit goudgebonden land heeft zijn problemen. Hoe men hierheen komt? Met de K. L M. of de Swissair in 2*/t tot 3 uur. 's Morgens om 9 uur van Schiphol half twaalf hier. Jammer alleen, dat de eerste drie weken meestal reeds vol geboekt staan. Dan moet men wel, zo als wij, met de Pullman, die om 1 uur van Amsterdam gaat. naar Brussel rei zen, met een slinger door de Betuwe en retour door Brabant; terwijl men dan "s avonds tegen elf uur weer uit Brussel vertrekt, via Luxemburg, Metz, Straats burg. Het gaat nog traag, en de reis duurt dertig uren. Natuurlijk moet aan dit alles een visum-aanvraag bij het Zwitserse con sulaat voorafgaan, waarbij een uitnodi gingsbrief moet worden overgelegd. En dan nog staat tussen u en deze wereld van overvloed een uitvinding van het Duitse brein: een boeienkoning; het deviezen-Instituut, - Indonesië moeilijkste vraagstuk Maar er g'oort licht aan de horizon (EXCLUSIEF INTERVIEW VAN ONZEN DIPLOMATIEKEN CORRESPONDENT). Het U een stralende Meidag, wanneer wij ons naar het Kabinet van d«n minister president begeven, om hem enkele vragen te stellen. Wanneer wij binnenkomen, wordt ons gezegd, dat wij nog even moe ten wachten en het duurt wel wat lang, maar als wij dan later uit de mond van Prof_ Schermerhorn vernemen, dat de he ren voor ons een delegatie waren van de Eenheidsvakcentrale, kunnen wij het be grijpen! De minister-president ontvangt ons glimlachend en nodigt ons uit, vragen te stellen Hij zal wel proberen te antwoor den! Onze eerste vraag ls: .Excellentie, wat denkt U van het Jaar, dat wij thans In vrijheid hebben mogen doorbrengen en het regeringsbeleid ln dat Jaar?" „Ja. ziet U. toen wij dat Jaar ingingen, hadden wij allen het idee van de weder opbouw met als „draw back" de oorlog tegen Japan, die nog gewonnen moest worden. Helaas ls echter het laatste Jaar helemaal komen te staan ln het teken van de moeilijkheden ln Indonesië. Onze boeren en arbeiders viel dit misschien niet zo duidelijk op. maar het ls een feit, dat alle andere vraagstukken hierbij vergele ken gemakkelijk genoemd kunnen wor den. Hyt ls duidelijk, dat er echter hoe langer hoe meer spanning ontstaat door de gang van zaken en ln het bij ronder over het lot van duizenden, trouwe, onder danen van het Koninkrijk. Toch meen lk met zekerheid te mogen zeggen, dat er licht aan de horizon zichtbaar wordt". ,Jk ben bereid te dienen, waar het volk wil". Wij zijn wat moediger geworden en vragen Prof. Schermerhorn. of hij meent, dat hij als minister-president zal aanblij ven en wat over het algemeen zijn toe komstplannen zijn. Zijn antwoord op deze onbescheiden vragen Is: „Ik ben bereid te dienen op de plaats, waar het Nederlandse volk mij wil heb ben Ik ben bereid en ln staat wederom met vreugde ln mijn eigen vak te werken. Maar ik ben ook bereid, op deze plaats te blijven staan. De heb de overtuiging, dat de geestelijke Instelling en de politieke gedachtengang, die lk en mijn geestver wanten representeren, de enige oplossing geven tussen de stromingen van links en rechts door, de enige begaanbare midden weg. Daarom voel lk ook vëortdurend de verantwoordelijkheid om die strijd te voeren. Juist nu. En deze strijd moet men voeren met terzijdestelling van alles. Men moet daarbij gaan staan naast hen, die dit gevecht elders ln West-Europa willen voeren. De heb de overtuiging, dat het een hoog goed ls, waarvoor wij strijden en volgens mijn persoonlijke overtuiging vloeit daar de hoge plicht uit voort, deze taak niet te laten liggen. Maar het ls het Nederlandse volk, dat moet zeggen, wie deze taak moet voortzetten. Vernieuwing nog niet tot stand gebracht. „Excellentie, de regering wordt een regering van herstel en vernieuwing ge noemd. Hoe staat het nu volgens Uw me ning met de vernieuwing? Is er sedert de bevrijding veel van terechtgekomen?" „Neen, de vernieuwing la ln het afgelo pen Jaar niet tot stand gebracht. Mis schien kan lk het wel zo zeggen, dat het gehele klimaat van het volk een beletsel voor de uitvoering van de vernieuwing ls geweest. Ziet U, het volk heeft leren putten uit de school van de macht. Het was onze taak, het uit autoritaire ver houdingen terug te leiden naar de school van het recht. Het gehele vraag stuk politieke delinquenten en zuivering bewijzen, hoe diep wij gezonken zijn. Kijk eens naar de moord op lr. Guljé te Lel den! Daar blijkt duidelijk uit, hoe moei lijk wij de weg naar het recht terugvin den, hoe veel er ln dit opzicht verwoest is Het ls de taak van de regering, dit tériigleidingsproces te bevorderen. Men heeft de regering verweten, dat zij zelf autoritair optreedt. Maar men kan niet de els stellen, dat het volk ln geestelijk opzicht plotseling klaar ls. Onjalsta gtrljdmethode. En Ik moet U'daarbij nog iets zeggen, nl over de wijze, waarop de verkiezings strijd wordt gevoerd. Daarmee ls nl. ook nog niet alles, zoals het moet! Gisteren kwam Koos Vorrlnk bij mij met een pam flet van de "PSttlj van de Vrijheid.Daarin wilde men suggereren, dat vrtj ons op het ogenblik in dezelfde situatie bevinden als het Duitse volk ln 1933. Is men zo dom of is men niet fatsoenlijk genoeg, om niet te begrijpen of te willen begrijpen, dat dit onzin ls? Immers, wij bevinden ons op de weg terug .naar de rechtsstaat en een ver gelijking met de verrotte sfeer ln het Duitsland van 1933 ls barre onzin. Want rekent U eens. zelfs wanneer wij aan nemen. dat de socialistische partij de meerderheid zou krijgen, zou het dan een dictatuur worden ln Nederland? Gelooft U, dat er ln Engeland een dictatoriaal be- FRANSE KUNSTENAARS KOMEN EN GAAN. De Franse schrijver Henri Bemstein, die sinds 1940 ln New-York verblijf hield en daar ln woord en geschrift bet régime van Vichy bestreed, zal naar Parijs terugkeren. Jean Sablon, die de oorlogsjaren in Zuid-Amerika heeft doorgebracht, zal ook binnenkort naar Frankrijk terug keren. Daarentegen' gaan Charles Trenet, Edit Piaf en Maurlce Chevaller naar Amerika. Maurice Chevaller, die mo menteel in Zwitserland vertoeft, gaat voor twee maanden naar Brazilië en Argentinië. Edith Piaf zal ln een New- Yorks cabaret zingen en Charles Trenet gaat naar Canada en Hollywood, waar hij scenario's en filmmuziek wil schrijven. MIJNRAMP IN BELGIE. Belgische mijnwerkers zijn omge komen tijdens een ontploffing ln de mijnen van Lodelinsavt bij Charleroi. Achille van Acker, eerste minister en minister van steenkoolvoorziening, heeft zich naar de plaats des onheils be geven. wind aan de macht ls, omdat de Labour Party ln de verklezlngén de absolute meerderheid en meer dan dat heeft be haald? Dat ls toch kllnklaren on2ln! En wie zou ooit durven beweren, dat het Engeland van 194« vergeleken kan worden met het Duitsland van 1933!" Samen met België. „En tenslotte nog één vraag. Excellentie: Wat denkt U van onze betrekkingen met het buitenland?" „Wel, wat dit betreft zijn wij aaftgewe- zen op zeer nauwe samenwerking met België. U weet, dat wij ln dit opzicht zijn vooruitgegaan^ De verhouding tussen Nederland en België ls grondig gewijzigd. Voor de oorlog hadden nog vele Neder landers de gewoonte uit de hoogte op den Belg neer te zien. Daar ls geen enkele grond voor te vinden. Noch op economisch gebied, noch op andere wijze kunnen wij ons hoog boven België verheven voelen. Neen, de bona flde samenwerking met België moet steeds nauwer worden. Ik ge loof dan ook, dat wij die richting uitgaan en dat na de oplossing van de konings kwestie en de Instelling van een stabieler bewind samengesteld uit politieke leiders van dezelfde politieke overtuiging als ln Nederland. (De minister-president zin speelde blijkbaar op een mogelijke toe komstige samenwerking tussen socialisten en katholieke ln België) dit nog gemak kelijker zal zijn. Los van de gedachte van een blok kan ons niemand kwalijk nemen, wanneer volkeren, welke voor hun voortbestaan op elkaar aarigewezen zijn, bezield door goede nabuurschap het recht opeisen, op goede en harmonische wijze samen te werken". „Bedoelt U, afgezien van de trlple unlcn Nederland—België—Luxemburg ook Frank rijk en Engeland?" „Ja zeker, ook Frankrijk en Engeland moet men hierbij rekenen". Het Interview ls afgelopen. Op hartelijke wijze en dankbaar nemen wij afscheid van den minister-president, die ons enkele belangrijke dingen heeft' verteld. Wij zijn hem verplicht voor het feit, dat hy ons niettegenstaande zijn zeer drukke werk zaamheden wilde ontvangen en langer dan een half uur te woord staan. Want het ls erg druk op minister Scher- merhorn's departement, schrijfmachines ratelen, bezoekers melden zfch aan, koe riers komen en gaan, ministers bellen op en maken afspraken. Temidden van dit alles werkt kalm en rustig onze minister president en staat zyn bezoekers op be- mlnneiyke wyze te woord, bygestaan door uiterst bekwame medewerkers, die bereid zyn voor hem door het vuur te gaan. Hersengymnastiek SERIE 4, OPGAVE 7. (Wegens ziekte van den redacteur te laat ontvangen en eerst heden geplaatst.) Oplossing van de Paas-kruiswoord- puzzle: Horizontaal: 1 Diaken, 7 komeet, 13 index, 14 dra, 15 Marie, 16 S.D., 19 n.1., 20 tip, 21 galmgat, 25 ode, 26 re, 27 HoUandia, 29 ef, 30 bad, 31 nuk, 32 B.S., 34 Pierpoint, 40 L.O., 41 Uno. 42 negligé, 43 dun. 44 To, 47 W.C., 48 iepen, 51 dit, 52 Dante, 54 ergens, 55 bussel. Verticaal: 1 distributie. 2 Indië, 3 ad, 4 keö, 5 ex. 6 drama, 8 om, 9 mat, 10 er, 11 einde, 12 telefooncel, 17 hal, 18 rad, 21 godin, 22 1.1., 23 g.n24 tinne. 27 hap, 23 aut, 33 snoer, 35 eed, 36 RG, 37 plaid, 38 O.I., 39 i.g.z„ 40 luwte, 45 wee, 46 das, 49 P G50 N.N., 52 du. 53 n s. Over het algemeen was deze puzzle niet moeilijk: alleen met den Britsen scherprechter bleken de meesten minder goed bevriend. Opgave 5 oogstte slechts weinig (3) goede oplossingen, daar de meesten 't verkeerd aanpakten. En vopral hier geldt: 'n Goed begin En of de valse rijksdaalder dan lichter of zwaarder is, maakt verder natuur lijk geen verschil. W. Diepeveen, Stadsziekenhuis, Hoorn, vermeldde alleen het juiste aantal wegingen, zonder de eigen lijke .oplossing" in te zenden. Heeft hij toevallig goed geraden? Of Meer dan Yt punt kan ik hem echter niet toekennen tot mijn spijt. De volgende opgave werd inge zonden door den heer J- v. d. Ouden, Grote Noord 103, Hoorn: t In een vloer is het aantal zwarte tegels 1/9 van het aantal witte. In dien men nu 18 zwarte tegels wit verft, dan zal het aantal witte teges 18 x dat der zwarte bedragen. Hoeveel tegels van elke kleur bevinden zich in die vloer? Niet moeilijk, hé? Maar 't is" ook ro weer Zaterdag! 't Is trouwens met veel dingen zo: je kunt 't of je kunt 't niet. Doch „hij" kon het! Er werd op school gesproken over aftreksommen en de onderwijzer legde uit, dat het onmogelijk was om 8 stuivers van 12 knopen af te nemen, of 3 appels van 4 noten. ,Maar we kunnen wel 3 appel6 van 4 appels en 8 knopen van 12 knoDen". Allen schenen dit te begrijpen, maar één klein jongetje stak zijn vinger op: „Meester, ik zou toch best 2 knikkers af kunnen nemen van 2 jongens".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1946 | | pagina 3