BELGIË: het land van de goederen Vele adspirantjes melden aan, maar :ich Hoe is de toestand in Oostenrijk? Bim en de verdwijning van Honeypump Jr. De devaluatie staat echter voor de deur (Van onzen specialen verslaggever.) WIE heden ten dage naar België reizen wil, moet, alvorens de grens te passeren, enige schrijnen de metamorphosen ondergaan. Al lereerst dient hij het niet slecht te vinden z(jn land te verarmen door deviezen te smokkelen, want anders staat hij met lege handen voor de volle Belgische winkels. Een tweede punt, waarciver hij in het onreine met zijn geweten moet komen is de verandering van de Nederlandse slagzin „Zwarte handel is gifhan- del" in de Belgische ..Zwartehandel is normale handel". Maak dus van uw vriend, den eer- zamen Nederlandsen tourist, eerst een koopman, vervolgens een smok kelaar en tenslotte een zwartehan- delaar en geef hem dan pas een retourtje Brussel. o .TEGENOVER het Gare du Nord (Noorderstation) te Brussel be. vindt zich de drukke Boulevard Adolphe Max, des avonds hel ver licht door de talloze in alle kleuren schitterende reclamelichten. Maar meer dan al dit schone licht, zal tot onzen vriend den tourist spreken het ontstellende aantal vrouwen cn mannen, dat op de hoek van de bou levard met geopende dozen vol fleu rige pakjes cigaretten hem toeroept: „Cigarettes anglaise et américaines. Lucky Strike, Camel, Chesterfield, Cinquante (50) francs." Wie neemt het hem kwalijk, als hij op zijn Ne derlands, d.w.z. schichtig, een van zijn zeldzame 50-francsbiljetten (on geveer 3 of indien de frankskes „zwart" zijn f 5) wil omzetten in Amerikaanse sigaretten? Maar wie ook zal de schrik beschrijven van onzen toerist, als juist op het mo ment, dat de ruiling tot stand schijnt te komen, een witgehelmde Brusselse agent verschijnt? Gevan genis, water-en-brood en de schan- de-voor-de-buren schieten onzen vriend door het hoofd, want de poli tie Edoch, vrees niets in dit parad ïjs- der-zwartehandelaars, want de agent loopt door! In de Rue de Radis zijn geeft ra dijsjes, maar wel chocolade en de beroemde onverwoestbare glazen Nylon-dameskousen „in fraude" te koop. En voor ieder kledingmagazijn staan vrouwen, die „points de tex- lile" (textielpunten) aanbieden: 1 franc voor 1 punt; voor de schoe nenwinkel worden „points de chaus- sures" verkocht! Alles is te koop in België: de melkboer verkoopt ook, zwarte melk (10 francs, ongeveer! een gulden per liter), boter en eieren; de slager heeft alle soorten vlees Is het een wonder, dat uw Neder lands touristje zich een miezerig kereltje voelt in dit paradijs der goederen? De enige aanknopings punten, die hij in Brussel heeft, zijn de veranderingen van sommige straatnamen: Avenue des Nations werd Avenue de Franklin RooséVelt; er is een Square de Joseph Staline en een Rue de Winston Churchill* tout comme chez nous. Hij neemt voorts waar, dat de lonen van kan toorbedienden en werkmensen zich bewegen tussen de 2000 en de 5000 francs: als bij ons. En dan bemerkt hij tot zijn schrik de tegenstelling der hoge prijzen en der lage lonen Want al is België op het ogenblik het middelpunt der Anglo-Ameri- kaanse bedrijvigheid op het conti nent, al worden alle soorten goede ren, die deze wereld kan produce ren, hier geïmporteerd: de welvaart, die deze overvloed suggereert is een schijn-welvaart. België's „vuile was" neemt" gestadig toe. Men vraagt zich af hoe ver het in dit land zal komen als men het met Nederland vergelijkt. Wij concentre ren ons geheel op de export vanwe ge de beminde deviezen en toch was onze invoer in Juni j 1. nog 846,755 ton tegenover 244,800 ton uitvoer. België echter is een der grootste af- nemens van de zg. „importations d'Amérique" (gebruiksvoorwerpen, kleren, etcèn ontvangt 52 pet. van de Engels^ graanexport plus 25 pet. van de Britse margarine! Het Belgische crediet in het bui tenland neemt dus "Steeds af. De waarde van de franc zal dalen, waardoor men devaluatie niet meer kan ontlopen. Daarbij zijn de prijzen bij onze Zuiderburen in vergelijking met 1939 gestegen met 165 pet. Va ft Acker heeft getracht het evenwicht pry zen-lonen te benaderen niet door, zoals in Frankrijk, de lonen te doen stijgen, maar door de prijzen te laten dalen. Hoe lang dit spel kan voortgaan, indien de consequenties lager lonen ook aanvaard wor den? De staking in het Luikse heeft reeds onvoorziene moeilijkheden opgeworpen, die niet met het woord „trots kyistisch' afgedaan kunnen worden. De 35-jarige Luikse vakver enigingsleider André Renard is al lesbehalve een opruier en een dema goog, maar een, ook internationaal, zeer geacht vakbondsbestuurder. AAN ieder reis komt een einde. In een der Brusselse stationsgebouwen hangt een reclameprent: „A la Hol- lande, au pays des Canards, des canaux" (naar Holland, het land van de ganzen en de kanalen). Het voor oorlogse superioriteitsgevoel van den Nederlandsen tourist krijgt een laatste schok door de in krijt ge schreven woorden van den Napo- leon-achtigen Belgischen student, die aan het bovenstaande toevoegde: „et du canaille." Maar heus, die Belgen zijn niet zo kwaad. A Damrubriek Opl. wedsrijdprobleem No. 15. 32, 4742, 41! 42!, 34, 25, (10), 19. (14) 10, (4) 20, (9) 14, (20) 30 gewonnen. Opgemerkt wordt, dat de eerste en tweede zet verwisselbaar zijn. Op het eerste gezicht scheen het. dat dit vraagstuk verschillende bij-oplos singen bevatte, die echter bij goed spel steeds remise zijn. De sterkste is: 32. 42. 25, 32, 28. (10) 23, (14) 18, (20) 12, (30) 24, (29) 7, (34) 29. (44) 1. (49) en zwart kan steeds re mise laten door de lange lijn bij volgende zet te veroveren, door wit niet 1—23 kan spel;n wegens zwart 49-38. Hier volgt de uitslag der oplossers wedstrijd. No. 1 en 2 zijn: W, Mooij te Nijmegen en J. Husman te Hoorn, bel den met 19 punten. No. 3 is W. Visser te Hoom met 17 punten. Dan volgen zeven oplossers met 15 punten, nl. K. Renoolj te Lambertschaag, J. van de Spruijt te Enkhuizen, W. Diepen veen, Joh. Koster, E. Strik, C. Vader en A. den Bakker allen te Hoorn Zo zijn dus W. Mooij en J. Husman de prijswinnaars geworden. Willen deze heren mij berichten welk boek werk of zii wensen, Kleen's boek „Geschiedenis Damproblematiek" het boek. dat beschikbaar gesteld door de redactie der „Vrije Hoornse Courant", waarvan de titel ons echter niet bekend is. Blijken beide winnaars dezelfde keus gedaan te hebben, dan beslist het lot. Een merkwaardig Kasteelheer Een jonge os te Sleaford (Eng.) heeft kans gezien zijn eigenaar twee dagen te laten puzzelen. Het dier ver dween namelijk spoorloos -en niemand kon begrijpen hoe dat een welgescha pen os kon gelukken. Tot men plotseling een ossenkop „Een volk dat werkt bouwt aan zijn toekomst In nevenstaande statistiek wordt een overzicht gegeven, hoe het aantal werklozen, wachtgelders en arbeiders bij de D.U.W. is afgenomen. Vooral indien men de toestand, zoals deze in April Jl. was, vergelijkt met het maandgemlddelde van 1938, ziet men tot zijn verrassing, dat althans dit aspect van de wederopbouw er vrij gezond uitziet! Weridoosheid en werkverruiming over de kantelen van de torsn van werci geparkeerd. Kyme-Castle zag steken. De kop staar de in de verte gelijk het asngelaat van zuster Anna. die maar steeds niets ko men zag. De dorpelingen van Sleaford klommen moeizaam de nauwe, hon- derdacht treden hoge wenteltrap in de toren op en zagen daar, dat de os vast zat. Hij kon zich niet kerm of wenden en staarde berustend naar de grazige weiden, ver beneden zich. Goede raad was duur, of eigenlijk ook niet. want een slimme dorpeling zag kana zich langs de os te wringen, vatte de horens en begon stevig te du wen De os moest en zou achterstevo ren de rap af. Een andere weg was niet mogelijk, maar de os stond pal Hij wenste kasteelheer te blijven en staarde Met een vermoeid gebaar wiste de duwer zijn voorhoofd af en wuifde zich met zijn pet wat koelte toe. Die pet werd het noodlot voor de viervoetige kasteelheer. Hij schrok en scharrelde eigener beweging achteruit. Toen de dorpeling zulks in de gatzn kreeg, bleef hij met zijn pet zwaaien. Vlot ging de slotheer nu riet bepaald de trap af, maar zo voetje voor voetje gelukte het hem toch in twee uur tijds zich achterstevoren door het nauwe wenteltrapgat te wringen, honderdacht treden ver Na welke inspannende bezigheid de os met zijn aristocratische neigingen weer in een doodgewone boerenstal Waar blijven de verpleegsters QNS artikel „Waar blijven de ver pleegsters?", voorkomende in ons nummer van 28 Juni 1.1., heeft in zoverre doel getroffen, dat het nogal wat stof deed opwaaien. Vele meisjes schreven ons brie ven. De meeste dezer epistels hielden protesten in. Wij zouden thans het probleem eens willen bekijken uit het oogpunt van onze Nederlandse meisjes. Door de ogen van onze meisjes èn hun ouders want ook de laatsten spelen een grote rol. Gelukkig zijn we tot de ont dekking gekomen, dat er nog tal van meisjes zijn, die werkelijk uit roeping het verpleegstersuniform willen gaan dragen. DRIE CATEGORIEëN. Alle gevallen apart te bekijken is ons onmogelijk; we kunnen ze ech ter gevoegelijk rangschikken in drie groepen. De grootste groep hiervan is wel: de meisjes en ouders, die het niet eens zijn met de salarisrege ling. De tweede groep bestaat uit meisjes die nog te jong zijn en de derde groep uit meisjes, die heel ge schikt zouden zijn voor leerling-ver pleegsters, maar met veel sollicite ren toch hun doel niet bereiken. Wat de salarisregeling betreft, bijna niemand is het daarmee eens. ook al wordt het verpleegstersambt dan ook meer als beroep, can als roeping bekeken. Maar de salarissen zijn laag, te laag. Er schijnt zo hier en daar aan gewerkt te worden; in sommige weekbladen worden oproepingen voor verpleegsters geplaatst met ae toe voeging, dat de salarisregeling ver beterd is. Geld speelt een grote rol, ook in het leven van onze meisjes, maar meer nog in het leven der ouders. Er zijn vele gevallen, waar in het meisje, roeping voelt om in de verpleging te gaan en de ouders er tegen zijn. Tegenwoordig valt er goed geld te verdienen op kantoren en winkels en het leven is peper duur. Ouders willen graag hun dochter bij zich houden, vinden een goed betaald kantoor of winkel baantje veel aanlokkelijker, dan het zware verpleegstersleven. In zekere zin hebben zij gelijk, maar veel hangt toch ook van het karakter van het meisje af. Een leerlingverpleegster doet heel wat meer ervaring op dan een kan toorjuffrouw. Wanneer een meisje een uitge. sproken behoefte heeft om ver pleegster te worden, moeten de ouders het meisje niet dwingen kan toorwerk te verrichten omdat het meer geld in het laad je brengt. De vorming van het karakter is veel meer waard dan geld. Hoevele meis jes zitten zich niet te vervelen op kantoor of winkel, terwijl ze op zouden bloeien bij het verrichten van deze mooie arbeid! Te jong De aardigste groep is zeker de tweede groep, fle meisjes, die afge- w-ezen worden, omdat ze nog te jong zijn. Deze zijn vol idealen, hun hoofd is nog vol van lectuur, haar hart dringt naar het zichzelf geven aan zieken. In de meeste gevallen loopt alles nog op een avontuur uit Maar toch is het heel jammer, dat er zo streng gelet wordt op de leef tijdsgrens als de meisjes het juist als een Ideaal beschouwen om in de verpleging te gaan. Sommige meisjes hebben al vele malen ge solliciteerd, zij zijn jong, sterk, ont wikkeld; velen hebben het diploma EHBO al gehaald en toch is er geen ziekenhuis dat het met ze proberen wil, ondanks hun liefde voor het ambt. Een meisje van 18 of 19 jaar is zeer zeker- nog een jong meisje, maar er zijn grote verschillen. De een kan een kind zijn, de ander reeds een jonge vrouw. Het ware te wensen, dat directrices van zieken huizen ook in dit opzicht wat wa ter in de wijn willen doen in deze tijd van personeelschaartste. „Gevalle n", beken den en het geloof. De derde groep bestaat uit meis jes, die één of twee keer naar een ziekenhuis in hun naaste omgeving sollioiteren, afgewezen worden om een reden welke zijzelf bekrompen welke ziekenhuisdirecties nor maal vinden. Vooral in kleinere ge meenten worden verpleegsters ge nomen van buiten, opdat alle pa tiënten voor hen „gevallen" zijn en geen bekenden. Dit is heel aanne melijk, maar vele meisjes en ook ouders vinden dit helemaal niet aan nemelijk.. Dan komt het ook voor, dat meis jes die katholiek gedoopt zijn, afge wezen worden in een uitgesproken Srotestants ziekenhuis en evenzo in et tegengestelde geval. Zij voelen zich dan beledigd, omdat zij hun goede wil getoond hebben en hun neus stootte. Dit zijn natuurlijk ook onaangename dingen. De keuze is echter groot genoeg en wij raden aan. dat ieder probere om op de juiste plaats te komen. Wij geven grif toe, dat het niet uit moest maken, welk geloof men be lijdt, als men zich in dienst der mensheid wil stellen maar zo ver zijn we helaas nog niet in de wereld. Wij hopen, dat intussen de geslo ten vleugels van sanatoria en zie kenhuizen weer geopend kunnen worden ten behoeve van <3e lijden de mensheid. HUISWERK De vorige minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft op de valreep een circulaire rondge stuurd, waarin hij in overweging geeft het huiswerkloze weekeinde in te stellen. Als daardoor bereikt zou worden, dat de jeugd verlost zou zijn van overladen Zaterdagen en Zondagen, zou prof. Van der Leeuw alleen al hierom een monument hebben ver diend van scholieren en ouders. Het huiswerk is een veel omstreden zaak. Zowel in ais buiten de onder wijswereld zijn al vele jaren dis cussies gevoerd over het nut en de wenselijkheid ervan en op enkele middelbare scholen heeft men het zelfs radicaal afgeschaft. Tegenover dit ene uiterste staat het andere, dat zegt: Er moet ge werkt worden, laten de jongelui maar stevig aanpakken: jong ge leerd, oud gedaan. Daarna volgt dan gewoonlijk een beschouwing van het harde leven, dat deze nijvere lieden ift hun jeugd geleid hebben. Het is niet zeker, of zy van mening zijn, dat hun kroost het met einde loze uren harde huisarbeid net zo heerlijk ver zal brengen als zij, dan wel, dat ze vinden, dat ieder op zijn beurt maar eens onder de narighe den des levens gebukt moet gaan. In de rijen van de leraren en on derwijzen, die tot taaie hebben een omvangrijke en uit veel onderdelen bestaande leerstof aan leerlingen bij te brengen heerst veelal de mening, dat het zonder huiswerk niet gaat. De toegemeten tijd is te krap om op de scholen het tijdrovende werk van het memoriseren van jaartallen, regels, wetten e.d. te laten doen en voor het uitwerken van vraagstuk ken is meestal ook geen ruimte meer. Dus wordt op school bespro ken, verklaard en uitgelegd en hst Landbouwberichten GAAT DE PLOEG VERDWIJNEN. In tal van landen. Engeland. Frank rijk, Duitsland, Zweden »n de Ver enigde Staten zijn de laatste jaren on derzoekingen verricht om na te gaan of diepe grondbewerking al dan niet noodzakelijk is. De resultaten van die proeven spreken elkander vrij sterk tegen, maar toch is in het algemeen de conclusie gewettigd, dat diep ploe gen niet altijd zeer gewenst is en dat het ploegwerk op zichzelf geenszins volmaakt Is. Op vele gronden blijkt men te kunnen volstaan met het op pervlakkig losmaken van de boven laag, Onkruidvornletiging schijnt dik wijls van minstens evenveel belang te zijn als het keren van de grond. Op zware gronden moet de bodem wel dieper losgemaakt worden, maar daarbij is verkruimeling belangrijker dan het omkeren van dikke repen aarde, die te weinig aansluiting bij de ondergrond verkrijgen. Verwacht aan worden, dat Qe grondbewerkinga- werktuigen, mede als gevolg van deze onderzoekingen, een principiële veran dering zullen ondergaan en dat dus de ploeg zijn iang9te tijd heeft gehad. Een interview met den Nederlandsen consul (Van onzen diplomatieken oorrespondent.) N\ de bevrijding van Wenen door de Russen, had Oostenrijk in het ge heel geen contact met Nederland. Spoedig werd echter ten behoeve van repatriërende, landgenoten het Neder lands Hulpcomité opgericht, dat in zeer Tcórte tijd belangrijk werk ver richtte. Het comité verlengde paspoor ten en verrichtte geen uitgesproken consulaire werkzaamheden, aangezien het officiële consulaat er eigenlijk niet meer was en er geen regeringsopdracht werd verkregen Het repatriëringswerk werd sedert Juli 1945 met medewerking van de Franse autoriteiten uitgevoerd, waar het comi té een dankbaar gebruik van maakte. Toestand reeds verbeterd. 0P het ogenblik gaat het te Wenen veel beter, want er is thans zo als bekend een officiële militaire missie onder leiding van generaal- majoor jhr. rar. M. P. M. van Karne- beek, waarvan de heer Schouten als consul deel uitmaakt. Terwijl men voor de oorlog,"""STgezien van het Gezantschap met een consulaat, waar twee mensen werkten, kon volstaan, werken er nu aan de Militaire Missie en het Consulaat niet minder dan twaalf personen. Er zijn immers nog geen consulaten in de verschillende Oostenrijkse steden en alle Nederlanders moeten naar Wenen komen. Er zijn daar bergen van werk te verzetten en het is te hopen, dat de normale toestand spoedig kan worden hersteld, vooral nu Oostenrijk van de geallieerde contróleraad zijn souvereine rechten inzake de diplomatieke^en con sulaire dienst heeft herkregen. De handelsbetrekkingen. QVER het herstel van de handel tus sen Oostenrijk en Nederland was de heer Schouten vooralsnog niet erg optimistisch. Er zijn slechts compensa- tiemogëlijkheden. Voor iedere transactie zijn practisch vier mensen nodig, n.L een Weense importeur, die tegelijk een exporteur kent, met wien hij kan com penseren en in Nederland moet het op dezelfde wijze gaan. Geen wonder, dat het niet gemakkelijk is om tot zaken doen te komen. Slechts door het her stel van normale deviezenverhoudlngen kan hierin verbetering worden gebracht De Oostenrijkse Schilling (die thans min of meer officieel met een kwartje wordt berekend) herstelt zich langzaam. Dit blijkt uit de zwarte dollarprijzen etoli-kewerk verridttde l^rltai k°" ™en a voor 1 8 130 Schilling ontvangen, thans thuis. Alleen een drastische beperking van de leerstof zou hierin wyziging kunnen brengen. De onderwijsver nieuwing, die zich "richt tegen de verintellectualisering van het on derwijs en voor een harmonischer ontwikkeling van den opgroeienden mens zal misschien uitkomst geven. Maar daartoe is het nodig, dat bil de leerkrachten, maar nog veel meer bij de ouders een grondige verandering ontstaat. Want, terwijl veel ouders klagen over het huiswerk, dat de sfeer in het gezin zo grondig kan bederven, dat het tot voortdurende controle dwingt en dat de ouders en kinde ren tot dwangarbeiders maakt, zijn er evenveel, die ongerust zijn als hun kind geen huiswerk krijgt. Zij menen, dat het huiswerk de ijk ls van het ware degelijke onderwijs; ze vragen om huiswerk omdat het zo goed staat en ze zijn pas geluk kig als hun kinderen met volle tas sen huiswaarts komen om thuis het werk te doen, waarvoor op school geen tyd meer was. Inderdaadzou het meest wense lijk zijn, als de school er was om te leren en als het kind de gelegenheid kreeg om thuis, op straat en in de jeugdvereniging zijn andere mense lijke kwaliteiten te ontwikkelen. Maar zover zijn we nu nog niet en naar alle waarschijnlijkheid zal de huis-werkloze-school voorlopig wel een vrome wens blijven. Niettemin is het mogelijk ook hier een begin te maken. Een zeer bescheiden begin is ge maakt door prof: Van der Leeuw. Hij heeft in overweging gegeven het werk zo te regelen, dat er al thans op Zaterdag en Zondag geen huiswerk' gemaakt behoeft te wor den: Wij hopen, dat deze suggestie een goed gehoor zal vinden. Over het huiswerk op de gewone lagere scholen spraken we nog niet. Het is eigenlijk vanzelfsprekend, dat hier huiswerk als systeem niet op zijn plaats is. Dat betekent niet, dat een kind nooit een rijtje som metjes, een taallesje of een andere beperkte taak zou mogen krijgen. Het betekent wel, dat ouders en onderwijzers moeten vermijden door dwaza concurrentie- en deftigheids overwegingen een kind in zijn speeljaren te overbelasten met het verwerken van allerlei dubieuze we- tenswaardigheden. v H. Schilling ontvangen, thans De officiële koers is J*m gd \H. <.nui*Y Een nieuwe spelling Eindelijk ls dan aan de chaos op spel ling gebied een eind gekomendat ho pen we tenminste. De spelling-Marchant deed Immers ook velen, vooral de school meesters, een zucht van verlichting sla ken. Dar deze spelling geen succes had was niet aan Marchant te danken, maar grotendeels aan de regering, die destijds toonde zéér Inconsequent te zijn. Op de scholen werd de spelling Marchant ge bruikt, maar in de officiële stukken schreef men nog steeds De Vries en Te Winkel. Waarschijnlijk was men van mening dat men de spelling langs de weg der evolutie het beste wijzigen kon en of deze mening juist ls, zullen wij wel nooit te weten komen, aangezien men van de evolutie leer ln deze ls afgestapt. Dat men dus. en nog wel ln samenwer king met België, weer een nieuwe rege ling tracht in te voeren, die -grotendeels gelijk is aan die van Marchant, kan het einde van de verwarring op spelllngge- bied betekenen. De regering heeft zjch Immers meer dere malen ten gunste van deze regeling uitgesproken en heeft zelfs bekend ge maakt, dat „de officiële schrijfwijze van de Nederlandse taal ls, die volgens de re gels van De Vries en Te Winkel, met In achtneming van enige verschlUen". Deze verschillen, die de voornaamste wijzigingen Inhouden, zijn de volgende: 1. De e wordt ln open lettergrepen niet verdubbeld (delen in plaats van deelen). De ee blijft echter aan het einde van een woord en in samenstellingen met en afleiding van woorden op ee (mee, zee, meerijden, zeesluizen), 2. De o wordt in open lettergrepen niet meer verdubbeld (bolt* ln plaats van booten). Goochelen, goochem en loochenen en samenstellingen en aflei dingen daarvan, houden echter hun oo. 3 8ch wordt alleen geschreven waar de ch gesproken wordt; ln het achter voegsel isch blijft de sch echter (bar baars in plaats van barbaarsch; maar typisch blijft typisch). 4. De uitgangen e en en van het lid woord een, van geen en van de bijv. bezittelijke voornaamswoorden. als mede de naamvalsuitgang van lidwoor den. voornaamwoorden, bijv. naamwoor den of daarmede gelijkstaande woorden mag, behalve in staande uitdrukkingen, worden weggelaten. Juist ln dit laatste punt nu ligt het grote verschil; de spelllng-Marchant ken de de facultatieve naamvals-n niet. De nieuwe regeling is dus weer een stapje verder; na verloop van tfld schrijft nie mand meer: „van ene schone dame". Wanneer thans de regering toont, dat het haar ernst is -en ook in officiële stuk ken de nieuwe spelling gebruikt, zal de chaos spoedig tot het verleden behoren. In dit artikel geeft onze diplo matieke correspondent, naar aanleiding van een interview, dat hij had met den heer J. H. C. Schouten Nederlands consul te Wenen, een uiteenzetting van de verhoudingen tussen Oostenrijk en Nederland, zoals deze zich ontwik keld hebben. De heer Schouten houdt reeds 25 jaar in Oostenrijk verblijf, doch vertoeft momenteel in Nederland. slechts 10 Schilling voor een Dollar. De zwarte geldmarkt bloeit dus nog steeds. Het Duitse geld ls gelukkig verdwenen. De economische vooruitgang is echter een zaak van langen adem en het her stel van het economische leven in Oos tenrijk gaat slechts zeer langzaam vooruit. De rantsoenen. YfIJ vroegen den heer Schouten nog naar de levensmiddelenrantsoenen en vernamen van hem, dat de Weener per dag slechts een hongerrantsoen van 1100 calorieën ontvangt, wat natuurlijk veel te weinig is. al is het meer. dan wij ln den hongerwinter hebben ont vangen. Het leven te Weenen U door de grote bezetting (President Renner vergeleek deze eens treffend met eëh boot met vier olifanten er in) op h ogenblik moeilijk; de heer Schouten is echtern!et pessimistisch, wat de toekomst van het land dat het eerste slachtoffer van Hit- ler's agressie was, aangaat. VAN MUNITIE TOT KUNSTMEST. Tijdens de oorlog is in Am<«-jkavoor de munitie-industrie op grote schaal ammonium-nitraat vervaardigd. Deze ontplofbare stof U echter door zijn hoog stikstofgehalte eveneens een uit nemende p'.antenvoedingstof, doch de moeilijkheid is daarbij, dat dit nitraat sterk hygroscopisch is. De stof trekt qus vochr aan en vervloeit in de zak. zodat het uitstrooi an onmogelijk wordt. Deze moeilijkheid heeft men overwon nen door enkele procenten van een voebtofstotend stof. een zgn. „repel- lent" door het nitraat te mengen. Daardoor worden de gevaren voor ontploffing vrijwel uitgesloten, terwijl het product zelfs na bewaring gedu rende een jaar in geprepareerde zak ken nog goed strooibaar bleef. In dit geval kon dus de oorlogsindustrie rechtstreeks voor vredesdoeleinden worden gebruikt. ONZE JEVGDHOEK Waar kampeerde Alex? Alex is verkenner. Hy heeft een fiets met een stelletje vry behoor- lyke banden. Hij heeft vrienden, óók verkenners. Die knapen hebben óók fietsen met behoorlijke banden. Alex en zijn vrienden maken een kampeeriocht. Ze hebben hun ten ten opgeslagen „Waar?" Vraagt Vader. „Waar?" vraagt Moeder, En voor de zoveelste keer lezen ze de briefkaart die Alex aan zijn zus Ria heeft gezonden. Op die briefkaart staat het vol gende te lezen: Beste RU! Even laat ik je weten, dat we hier een fijne kampeerplek nebben gevonden. De groeten aan de hele familie. Alex. Ook Ria leest de kaart nog eens over. Dan begint ze te lachen. „O," zegt ze. ,Jk zie 't al! Ik ben er al achter, hoor! Wat een grappenma ker. die Alex!" „Wéar dan?" vraagt Vader. „Waar dan toch?" zucht Moeder. Wie van jullie weet het nu óók?? letsover koffie. De Nederlander gebruikt in nor male tyden per jaar gemiddeld 5 kg. koffie. De &igelsman 1/3 kg. De Zweed 7y2 kg. Een Zweed drinkt dus 23 kopjes koffie tegen een En- g'-Lman ééntje! Iets over thee. De Nederlander gebruikt, óók in normale tijden natuurlijk, per jaar gemiddeld 1 1/3 kg. thee. De Engels man 4 1/5 kg. De Zweed 1/17 kg Een Engelsman drinkt dus 70 kop jes thee tegen een Zweed ééntje! De Nederlander houdt m beide ge vallen de gulden middenweg! Wisten jullie... dat er ruim 600 klaverbloempjes nodig zijn, om één pond klaverko ning bij elkaar te brengen? En dat de bijen daarvoor 3.000.000 bezoe ken bij de klaverbloesems moeten afsteken? dat er wespennesten zijn waarin 25000 wespen leven? dat een struisvogelei 24 X zo zwaar is als een kippenei. dat een struisvogel stappen van 3 M. kan maken? dat een olifant wel 3000 kg. weegt? maar dat de ondergetekende de 70 nog niet haalt?? LEONARD ROGGEVEEN. - 47. Inmiddels was Moneypump Jr het grote vertrek binnengekomen. HIJ keek angstig naar Btm. Maar deze had geen belangstelling voor de jonge ondeugd. kidnapper plotseling. „Ik ga dit kind naar Moneypump brengen. Spoedig zul Je ook je werkelijke vader terugzien", zet bfj ct Moneypump Jr. „Mijn beslui* is genomen!" zei de ex-j „Mijn werkelijke vader was toch.., wilde kleine Mon zeggen. Doch Bim viel hem in de rede: „Onge twijfeld ls die vader verlangend aljn arm kind terug te zien."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1946 | | pagina 3