Kan de U.N.0. de vrede bewaren?
„Zijt gij bereid te sterven?'
Gezondheidspreek no. III
v"r l9B8d Ted Bolt op het onbekende eiland
sienen tijdperk
In het land van Cro-Magnon
r»
door F. L. Joiephy
J^AN de UNO wereldvrede veranderen? Dat ie de vraag, die leder nadenkend
mens, waar hfy ook woont, aich self en anderen «telt. Het antwoord la
NEEN, niet zoals de UNO nu ia samengesteld. Geen volkenbond kan de vrede
bewaren en de UNO is niets anders dan een Volkenbond onder een andere naam.
De oude Volkenbond faalde, omdat deze geen uitvoerende macht had en geen
eigen strijdkrachten, omdat de leden niet gedwongen konden worden om hun
verplichtingen na te komen, wanneer zQ dit niet wensten te doen. Met andere
woorden, de Volkenbond faalde, omdat hU de Nationale Souvereiniteil van de
leden onverzwakt liet en hun uiteindelijk recht om te doen zoals zjj wilden, niet
aantastte.
j^E UNO lijdy helaas aan dezelfde ge- 1
breken. UNO is gebaseerd op de
„souverelne i^lljkheld^-van de leden (het
recht om t© tJoen^-ztSals rij willen). De
UNO heeft geen uitvoerende macht ln
feite maal-/t het vetorecht dikwijls iedere
daadwerkelijke actie onmogelijk. De UNO
heeft gfjen strijdkrachten om kracht bij te
zetten aan eventuële beslissingen. De
verplichting van leder lid om onmiddel
lijk ..nationale luchtvaarteenheden" ter
hesr/yiiticing te houden voor gecombineerd
Q* dwang-actle" betekent op de lange
d^ur niets. Wanneer staten bereid zijn
^m hun bijdrage voor gecombineerde
actie te leveren, dan zal het gebeuren:
wanneer zij echter weer eens besluiten
dat zogenaamde nationale belangen be
langrijker zijn dan internationale ver
plichtingen, dan zal de bijdrage niet ge
leverd worden. En de UNO zal, omdat dit
geen regering is, onmachtig zijn om de
bijdragen af te dwingen. De UNO zoals
een Volkenbond, hangt af van goede wil.
Zoals de Volkenbond zal de UNO werken
zolang er goede wil Is; ls deze er niet
meer, dan zal de UNO falen zoals de
.Volkenbond faalde.
Hoe kan U.N.O. omgebouwd worden.
JJOE kan de UNO effectief gemaakt
worden als een Instrument om de
wede te bewaren? Slechts door de UNO
te veranderen ln een wereldregering En
cmdS* wereldvrede gebaseerd moet zijn
'«p wereldwet en aan een wereldwet
«slechts gehoorzaamd zal worden, wanneer
'deze gemaakt is door de vertegenwoor
digers van de volken van de wereld en
met hun toestemming en slechts wanneer
achter deze wet een v jreldpolitlemacht
staat, die geen nationale maar wereld-
trouw als devies heeft, daarom moet een
wereldregering og federale basis worden
opgebouwd.
Wij zetten onze publicaties op het
terrein der internationale ordening
voort met een artikel van Miss
F. L. Josephy, speciaal voor ons
blad geschreven.
Miss F. L. Josephy M. A. was vier
maal liberaal candidaat voor het
Engelse parlement. Zij ls redactrice
van het bekende maandblad „Federal
News". Miss Josephy ls juist terug
gekeerd van een reis naar de Mid
dellandss Zee en het Verre Oosten,
waar zij lezingen heeft gegeven voor
de Marine en de R.A.F.
schrappen en iets anders te beginnen
zou op hevige tegenstand van meerdere
zijden stuiten. Daarom moeten we <fe eer
ste vraag beantwoorden en zien hoe de
UNO op de gemakkelijkste en aange
naamste wijze kan worden uitgebouwd
tot een federale wereldregering.
Twee stappen.
|?R zijn twee eerste stappen, één be
trekkelijk eenvoudig, de tweede
uiterst moeilijk. Het aangewezen lichaam
om parlement te worden is de Algemene
Vergadering (Assembly). Op het ogenblik
bestaat de Algemene Vergadering uit vijf
afgevaardigden van ieder der leden der
UNO. Er zou zeker geen onoverkomelijke
tegenstand zijn tegen het voorstel dat ln-
plaats van het aanwijzen van vijf gedele
geerden door Iedere regering, iedere na
tie, lid van de UNO. haar eigen vertegen
woordiger zou kiezen en dat dus de keus
door het volk zelf zou worden bepaald.
Als het noodzakelijk ls. kan het aantal
afgevaardigden voorlopig 5 per land
blijven, maar mettertijd, en hoe eerder
hoe beter, behoort het gekozen aantal
vertegenwoordigers bij benadering ln
verhouding te zijn met de bevolking van
het betrokken land. In een overgangs
tijdperk zou de vertegenwoordiging kun
nen variëren tussen een minimum en
een maximum limiet, waarbij geen staat
i.v. mlbder dan 3 e:i n.ct meer 15
«i-tegenwoordigers sou ftogen hebben.
Uiteindelijk moeten deze vertegenwoor
digers gekozen worden door iedere staat
op basia van universeel stemrecht.
Het ▼eteraeht.
WANNEER de Algem. Vergadering een-
maal een gekozen lichaam sal zijn ln
plaata van een vergadering van gedele
geerden kan deze uitvoerende macht naar
zich toe trekken en eigen strijdkrachten
recruteren en controleren. Deze dingen
behoeven niet noodzakelijkerwijze onmid
dellijk te volgen maar de mogelijkheid
om het te doen sou aanwezig zijn voor
toekomstig gebruik. De tweede stap ls
veel moeilijker en zou ongetwijfeld op
bittere tegenstand stuiten. Dat ls de af
schaffing van het vetorecht. Het excuus
voor het veto was dat de verantwoorde
lijkheid ln verhouding tot de macht
moest zijn en omdat de „Vijf Groten" de
macht hadden moesten zij ln een positie
zijn om over hun eigen verantwoordelijk
heid te beslissen Er ls iets goeds ln deze
stelling maar de'oplossing is niet om ..de
grote machten" boven de wet te stellen,
zoals gedaan werd, maar om t« trachten
ds macht gelijkelijk te verdelen en zo het
excuus voor een speciale behandeling te
doen verdrijven. Op het ogenblik bestaat
de Veiligheidsraad uit de Vijf Groten en
de Zes Kleinen, als het vetorecht weg
moet, moet de onderscheiding weg. Het
vetorecht kan alleen weg als de Veilig
heidsraad samengesteld is ült vertegen
woordigers van eenheden met ongeveer
gelijke macht. Hier kunnen de „regionale
groeperingen", die volgens het Handvest
zijn toegestaan, hun Intrede doen. Laat
bepaalde landstreken samengaan om hun
vertegenwoordigers jvoor de Veiligheids
raad te kiezen ua b.v. Europa, Latijns
Amerika, de Arabische Staten, het Verre
Oosten en deze combinaties kunnen
op dezelfde hoogte staan als de „Groot
ste twee" van vandaag: de V.S. en Rus
land. In een veiligheidsraad, bestaande
uit vertegenwoordigers van ongeveer even
grote wereldeenheden zou er geen plaats
meer zijn voor het veto en het excuus
er voor verdwenen zijn.
Overgangstijdperk.
TOTDAT de Algemene vergadering
zo ver ls gekomen, dat zij een re
gering kan vormen en de Veiligheids
raad dus overbodig wordt, moeten wij in
deze periode tenminste één lichaam
hebben, dat ln staat is tot daadwerkelijke
actie over te gaan als dat noodzakelijk
blijkt. Het ls waarschijnlijk nu nog on
mogelijk om het vetorecht met directe
middelen afgeschaft te krijgen. Daarom
moet de eerste en meest dringende zijn
de noodzakelijke eenheden voor verte
genwoordiging ln de Veiligheidsraad te
vestigen. Iedere aanmoediging en hulp
moet gegeven worden om het tot stand
komen van regionale groeperingen ln de
hand te werken en wij die ln Europa
leven, een van de meest vitale streken
voor wereldvrede, moeten niet vergeten,
dat een federale vorm voor een Europese
groepering de enige ls. die de oude en
trotse volken van dit continent zullen
kunnen aanvaarden.
„Zo!" dacht Ted, „nu zullen ze Iets
beleven, wat ze nog nooit gezien heb
ben!" Hij liep een eind terug en nam een
geweldige aanloop. Dat hadden de Wan-
dy's nog nooit eerder gezien. Als één
Tijdens zijn bezoek aan de Verenigde
Staten werd maarschalk Monjgomery
door president Truman op het Witte
Huis te Washington ontvangen. De pre
sident in gesprek met ,,Monty".
Ass. Press P.
De getuigen van Jehovah c
MISS. F. L. JOSEPHY.
Wereldparlement.
WAT wordt daar precies mee bedoeld?
Dat leder volk zijn vertegenwoordigers
voor een wereldparlement zal kiezen, die
een wereldregering zullen vormen en aan
die regering zullen de afzonderlijke vol
ken bepaalde regeringsfuncties overdra
gen, die zij uit handen van hun nationale
regeringen zullen nemen. In de eerste
plaats zullen tot deze wereldregerings
functies behoren: de contróle over de ge
wapende machten en de bewapening en
over de internationale relaties (dan niet
langer meer „buitenlandse zaken"). Zal
het nog niet lange tijd duren voordat alle
volken voldoende politiek zijn ontwik
keld om deel te nemen aan een wereld
regering? Zeker, maar dat betekent niet,
dat we nu niet zouden moeten beginnen
met de fundamenten te leggen voor een
federale wereldregering, gevormd uit de
volken, die er aan kunnen deelnemen,
terwijl de deur ver wordt opengelaten
voor verdere toetreding van andere vol
ken Hoe kan de UNO veranderd worden
in een wereldregering? Zou het niet ge
makkelijker zijn om de UNO te ontbin
den en opnieuw te beginnen?
Het antwoord op de tweede vraag is:
technisch Ja, maar onder de hedendaagse
omstandigheden neen. Het zou veel ge
makkelijker zijn om een geheel nieuwe
federale grondwet op te stellen dan om
door amendementen het Charter van de
UNO in een wereldgrondwet te verande
ren. Maar het was al moeilijk genoeg om
het Handvest aanvankelijk opgesteld te
krijgen en Iedere suggestie om het nu te
TOT zelfs in de cabaret-programma's
worden grapjes gemaakt over de Ge
tuigen van Jehova en de hen in de mond
gelegde „slagzin": „Zijt gij bereid te
sterven?"
De Getuigen gaan van deur tot deur
met hun dringende boodschap, hun waar
schuwing die getuigt van het eind der
wereld, dat ophanden ls. Ze binden de
strijd aan tegen de kerken, tegen alle
wereldlijk gezag. En daardoor worden
ze In tal van landen het voorwerp van
vervolging en strenge overheidsmaat
regelen.
IJOEVEEL stof waaldo Indertijd, vlak
n voor de oorlog, niet op over de be
faamde ,,spionnage"-kwestIe, waarbij le
den van het „Wachttoren"-genootschap
werden aangeklaagd wegens het bespion-
neren van de Utrechtse fortengordel, ten
gunste van Duitsland.
Maar ln Duitsland werden diezélfde
mensen, onder verdenking van sympa
thieën voor Sowjet-Rusland, ln de con
centratiekampen nog onmenselijker behan
deld dan de Joden.
In Engeland werden ze gerechtelijk ver
volgd, omdat ze dienst weigerden ln
leger, luchtmacht en vloot: ze stonden ook
niet onder bescherming van de Wet op de
Gewetensbezwaarden, daar de halsstarrig
ontkenden deel uit te maken van enig
erkend kerkgenootschap.
In Amerika nam men eveneens zijn toe
vlucht tot harde maatregelen. Ze weiger
den ook daar de groet te brengen aan de
vlag, hun militaire dienstplicht te vervul
len. Verontwaardigde en hardhandige
medeburgers bestreken hen met pek en
veren en Joegen ze zo door de straten.
Overal waar de Getuigen van Jehova
opdoken, kwamen ze ln conflict met
Overheid, Kerk en Publieke Opinie.
Amerika bakermat.
N Amertka, bakermat van zovele ex
tremistische godsdienstige genootschap-
U EET TOCH NIET TEVEEL?
Wat is genoeg eten? Genoeg eten
is zoveel eten,, dat het lichaam
daardoor op een gezond gewicht
komt of blyft. Wat is een gezond
gewicht, ook wel normaal gewicht
genoemd? Een gezond gewicht is dat
gewicht, waarbij het lichaam als
geheel een goed arbeidsvermogen
heeft en waarbij geen der lichaams
delen of organen overbelast moeten
werken. Bij wegingen van een groot
aantal mensen, die geen enkele
klacht of gebrek vertoonden en een
goed arbeidsvermogen bezaten is
gebleken, dat het gezond gewicht
van een volwassen mens ongeveer
evenveel kilogrammen mag bedra
gen als het aantal centimeters, dat
de lengte boven de honderd week.
Aangenomen, dat deze maatstaf niet
te hoog is, want laag is hij zeker
Riet, dan zijn er zelfs in onze ma
tige tijden van distributie velen, die
te zwaar zijn of met andere woorden:
die teveel eten. Gaat U maar eens
op de weegschaal staan. Misschien
behoort U ook wel tot de veeleters.
Voor de oorlog was het schrikba
rend, dat aantal der veeleters. Voor
deze mensen is het een geluk te
nemen, dat er kleding bestaat waar
in de onschone lichaamsvormen, die
een gevolg zyn van teveel eten, ver
borgen kunnen worden. Indien het
niet zo ware, het leven zou voor
henzelf en de voor schoonheid ge-
voeligen onder de anderen een
kwelling zijn, alleen reeds daarom
U moge mij vergeven maar wan
neer ik een teveel-eter uitgekleed
zie en dat komt nogal eens voor
dan moet ik altijd lachen, omdat
zulk een mens eigenlijk een bespot
ting is van het mens-zijn. Bovendien
is er wat leedvermaak in dat lachen.
Ik weet het wel, leedvermaak is een
onedele gemoedsbeweging, vooral
bij een dokter, die slechts geleid
mag worden door medegevoel in het
medelijden met zijn zieken, maar is
het dan ook niet om te lachen:
iemand roept zo door teveel eten op
de korte of lange duur ziektever
schijnselen bij zichzelf op, wordt
wanstaltig en wanneer je hem of
haar uitlegt, wat de oorzaak daar
van is dan zeggen ze: Neen dokter
het zit in de familie. Is dat niet om
te lachen?
Waaraan lijden die teveel-eters
dan eigenlijk?
MEDICUS.
pen, ontstonden ook weldra grote groe
pen „Jehova's Witnessea", ook wel aan
geduid als de „Watch Tower"-organ:satle,
of de „Vereniging van Ernstige Bijbel
onderzoekers". In 1872 richtte Charles
Rusgen deze Vereniging op en won door
zijn meeslepende en origlneele prediking
weldra duizenden aanhangers.
De wereld, alzo leerde Russell,
de greep van den Boze. De regeringen
zijn werktuigen ln zijn hand. Sociale
verbeteringen zijn slechts lokmiddelen om
de mensen zand in de ogen te strooien.
Kerken zijn handig georganiseerde
kets" om ze het geld uit de zak te klop
pen. Een geweldige wereldoorlog (Ar
mageddon) zou uitbreken, waarna het dui
zendjarige vrederijk zou komen.
Davld en Abraham, zomede vele an
dere bijbelhei 11 gen. zouden op aarde
terugkeren. Daartoe werd in 1928 maar
vast een groot landgoed ln CallfornlC
aangekocht, dat, toen het bezoek uitbleef,
voorlopig door den opvolger van Russel,
Rechter Rutherford, werd gebruikt sis
residentie.
Al gaan de Getuigen ook heftig tegen
allerlei wetten en verordeningen te keer,
nimmer nemen ze hun toevlucht tot ge
weld, hoe lastig ze het hun medeburgers
overigens ook kunnen maken. Het
ruchte „Zijt gij bereid te sterven" en de
verhalen die ln verband hiermede
sommige streken van ons land de ronde
deden, zijn dan ook ten enenmale uit de
lucht gegrepen.
Goede organisatie.
pINANCTEEL zowel als organisatorisch
zit de organlsaUe voortreffelijk in
elkaar. De tegenwoordige president, Na-
than H. Knorr, ls practlsch alleenheerser.
Kort geledén zijn Getuigen van heel de
wereld bijeengekomen ln een groot kamp
aan de oever van het Eric-meer, nabij
Cleveland. Zeventigduizend enthousias
ten zwermden daar rond, en velen hun
ner lieten zich ln de wateren van het
meer onderdompelen. Ze zwermden
drommen door de straten van Cleveland,
ventten met hun lectuur, bedolven de
trottoirs onder strooibiljetten en de mu
ren onder affiches, en hinderden
brandweermannen ln de uitoefening van
hun functie door ze tractaatjes aan te
bieden, waarin de ondergang der wereld
door vuur werd voorspeld, welke onder
gang zij met hun motorspuiten niet be
hoorden tegen te houden.
En tijdens de geweldige massa-bijeen
komsten ln het Stadion van Cleveland
werden allerlei Instellingen, de UNO voor
al niet te vergeten, ter helle gedoemd.
Aan hoeveel druk en vervolging de Go-
tuigen ook hebben blootgestaan, ze zijn
gegroeid en toegenomen, en hun bood
schap vindt een weltoebereide aarde ln
de harten van velen, die tijdens de chaos
van de oorlogsjaren geestelijk de kluts
gehee'. en al zijn kwijtgeraakt.
Grepen uit het Radio
programma
VRIJDAG SEPTEMBER.
HILVERSUM I. 7 00 en 8.00 Nieuws. 8.15
..Pluk de dag". 11.45 Familieberichten uit
Indlë. 12.45 Lunchconcert. 14.30 Boekbe
spreking. 15.00 Voor de vrouw. 10.30 Voor
de Neder!. Strijdkrachten. 20.08 Allee ln
wonderland. 21.15 De Franse Lelie. 22.45
Tango-orkest Juan Petro. 23 15 Operette-
potpourri.
HILVERSUM n. 7.00 en 800 Nieuws. 8.50
Voor de huisvrouw. 10 00 Morgenwijding.
12.30 Sportagenda. 15.30 Hoorspel. 18.30 De
school ls uit. 18.35 Muzikaal babbeltje
21.00 Kon. Ml!. Kapel. 21.30 Men vraagt.,
er. wij draalen! 22.05 Jazz-ultzending. 23.
Mozart-programma,
van hun een speer wierp, dan bleef hij
pal op de plaats staan, neen, van een
aanloop had niemand ooit gehoord Som
migen bekeken het medelijdend, ande
ren, de meer pienteren, schudden goed
keurend het hoofd.
Midden onder zijn sprint wierp Ted met
een bliksemsnelle armzwaai rijn speer de
lucht lnr
Voor de Boekenkast
VORSTIN EN VOLK door P. de
Zeeuw J.Gzn, uitg Hollandia"
Eaarn.
De eerste druk van dit boekje, dat
een verzameling van woorden van
Koningin Wilhelmina is, verscheen
in 1935. Thafis kwam een tweede
druk van de pers, aangevuld tot
1945. Als documentatie is dit werkje
zeker van betekenis. Deze toespra
ken, telegrammen en dagorders van
de Koningin uit oorlogstijd vormen
goed historisch materiaal.
GERECHTIGHEID door George
Creel, uitg. Kemink en Zoon Utrecht
Een omvangrijk boek, dat ons duide.
lijk de figuren schildert, die eens
heer en meester waren in het Derde
Rijk. Dat ons daarnaast vertelt van
de Quislings, die in de door Duits
land bezette landen hun boos ver-
radersspel speelden. Een boek, dat
één en ander in psychologisch ver-
bandpoogt te zien en dat de intentie
wil hebben te waarschuwen tegen
een herhaling van het drama, dat
weldra in Neurenberg zijn slot zal
beleven.
GEUZENWAARD, toneelspel van
Dr. Eline VerkadeCartfer van Dis
sel, verscheneiTIn het toneelfonds
Gomoedia bij „Hollandia" Baarn.
Een spel uit de bezettingstijd, dat
nochtans geen oorlogsspel is, doch
hot probleem stelt van den mens,
zoals deze wordt wanneer hij aan
gezicht tot aangezicht komt te staan
met de dood. Het speelt op 30 April
1943, de dag van de grote staking,
en krijgt daardoor als tijdstuk gro
ter betekenis.
OORLOGSKINDEREN door Anke
Servaes,uitgr/ve „Hollandia" Baarn.
Deze verhalen van Anke Servaes.
zijn tijdens de bezetting ontstaan en
door de schijfster talloze malen tij
dens vele lezingen illegaal voorge
dragen. Zij behandelt typen uit ge
zinnen van „goede" en „slechte" Ne
derlanders en alles on een wijze, die
zó boeit, dat men het boekje aan
stuk door ten einde leest. De korte
schetsen zijn vaag aangrijpend in
hun eenvoud. Zij zijn rechtuit van
hart tot hart gechreven, Een prettig
bezit dit boekje, dat is uitgegeven
in een echt linnen bandje.
IK GA OPNIEUW door Joh^ P. v
Mullem
In dit bundeltje heeft de links-
moderne dominee van Zuidbroek
enige van zijn naoorlogse preken te
zamen gebracht. Voor den zoeker
naar moderne stichting valt hier ze
ker veel te genieten. Voor het ove
rige geloof ik, dat men preken niet
aan critielc moet onderwerpen. Men
moet ze als getuigenis aanvaarden
En getuigenis zijn deze preken van
ds. van Mullem zeker.
H. K. H. Prinses Juliana heeft het
Nationaal Congres"voor de Volksgezond
heid 1946 in het Concertgebouw te Am
sterdam officiéél geopend. De Prinses
tijdens de openingsrede, ANP P.
In de grotten van Les Eyssies.
Laat in de avond klinken onze stappen
tegen de steile rotswand omhoog, waar-
onder onze weg zich slingert langs de
oever van de snel-stromende Vézère.
Het dorp Les Eyseies ligt achter ons.
Flauw onderscheiden we enige meters
boven ons in het donker nog de gaten
in de grijze steenwand, de enige sporen
van het dorp, dat in de Middeleeuwen
hier moet zijn geweest.
Stevig stappen we door, hoewel we
reeds een lange dag van liften en lopen
hebben gemaakt. Dan zien we in de
verte door de takken een lichtje. Na
enkele minuten staan we in de gezel
lige kamer van de „Auberge de la jeu-
nesse", de kleine jeugdherberg van Les
Eyssies, het vermaarde dorpje tussen
Périgeux en Brive. En bij een late kop
koffie luisteren we nog naar de don
kere stem van den Père Aubergiste. den
herbergvader, die er niet over spreekt
dat het reeds lang na tienen is. maar ons
in z'n mooie taal vertelt van de wonde
ren van rijn dorp, dat reeds een dorp
was in het stenen tiidoerk. En gespan
nen is de stilte, als hij vertelt hoe zich
op honderd meter van ons af een
abris" bevindt, een overhangende rots,
waaronder dertig duizend jaar geleden,
ten tijde van het oude Magdalénien,
reeds menselijke wezens een beschut
ting zochten tegen de regens en zich
beveiligden tegen wilde dieren.
Laag voor laag in het metershoge
leem kan men daar de wisseling van
het komen en gaan der geslachten be
studeren. van de tijd der Middeleeuwen
tot die der Gallo-Romelnen een dui
zend jaar eerder en In de diepere
lagen van het Néollthieum terug tot in
het Aurignacien toen de mens van Cro-
Magnon nog geen andere wapens bezat,
o'an wat ruwe brokken vuursteen
En dan vraagt hij naar ons bezoek
aan de stad Périgeux, waar we drie
steden naast elkaar vonden liggen, n.1.
de Gallo-Romein9e stad in het Westen,
met zijn machtige vesting en z'n zware
brokken muur, die nog getuigen van de
kracht der Romeinse bezetting ongeveer
honderd jaar na Christus, voorts de
Middeleeuwse stad in het Oosten, die
nog volkomen intact is met z'n griebus-
achtige straatjes en z'n half-houten wo
ningen zonder zon en licht, en nog altijd
door mensen bewoond wordt en het
nieuwe centrum in het Noorden met z'n
prachtige kathedraal langs de snel-
stromende ïsle.
Vijf dagen zwerven we door het on
herbergzame landschap, waar de bewo
ners van de dwerg-achtige boerderijtjes
de steenachtige bodem trachten te be
bouwen. Onder geleide van een ouden
man dwalen we door de kronkelige gan
gen met hun fijngetekende gravures
van mammouth en bisons, uit het prille
der mensheid. Dan nemen we onze rug
zakken weer on. De volgende morgen
arriveren we ln Montignac, het doel
van onze reis.
De „Grotte de Laseaux".
In September van het jaar 1940 wan
delde Martel Ravidat, een 18-jarige jon
gen uit Montignac a.d. Vézère, met drie
van zijn vrienden in de bossen van de
heuvel „de Laseaux". Hijgend loopt hun
k'eine hondje door de struiken. Plotse
ling springt er een konijn weg en blaf
fend rent de hond er achter aan. Doch
het vluchtende beestje weet te ontkomen
en verdwijnt bij de wortels van een om
gevallen boom. Doch ook déér volgt de
hond.
De jongens wachten gespannen, maar
als hun vriend niet meer verschijnt,
lopen ze naar het donkere gat, om te
onderzoeken waar hij is gebleven. Doch
van de hond geen spoor. Ongerust
springt Marcel in de kuil. Plotseling
voelt hij de bodem echter langzaam
wijken, hij zoekt wild 'n houvast en
valtln een vijf meter diepe, koele
ruimte.
Geschrokken en enigszins verdoofd
staat hij weer op, grijpt naar z'n luci
fers cn ziet bij het fiauwe schijnsel dat
hij zich bevindt in een soort onderaardse
kelder, waarvan de witte wanden over
dekt zijn met grote menigte wonderlijke
zwarte en bruine tekeningen van le
vensgrote bisonskoppen, enorme ren
dieren en springende en vallende paar
den. Nu roept hij zijn vrienden toe. hem
er uit te helpen en na enkele vergeefse
pogingen staat hij weer bij hen in het
zonlicht met zijn hond. Gezamenlijk be
raadslagen ze. wat te doen met deze
vondst; tenslotte gaan ze naar hun
hoofdonderwijzer, den heer Léon Laval.
die veel van de praehistorie weet en
vertellen ze hem van hun ontdekking
Eerst luistert deze wat ongelovig, doch
wandelt toch mee, gewapend met een
lamp en touwen.
Dan blijkt dat Marrel Ravidat met zijn
onverwachte tuimeling een ontdekking
heeft gedaan, d'e van ov- weldigende
betekonls zal zijn voor de wjiensriwp
Na een 1200 kilometer lange lift-reis
zijn twee Nederlandse studenten, een
Alkmaarder en een Hagenaar, bij
hun doel gearriveerd: het land van
Pérlgord, ten Oosten van Bordeaux,
waar in prae-historische tijden de
Néanderthaler leefde en op bisons
jaagde in de bossen van Zuid-Frank
rijk. Hier maken zij kennis met de
kleinen geleerde Léon Laval, prae-
hlstoricus, die hen de wonderen van
een pas ontdekte grot met voor-his
torische dierschilderingen, ln hun
voll© schoonheid openbaart.
der praehistorie, dus voor de kennis van
onze voorouders uit het stenen tijdperk.
Het is Léon Laval, de prae-historicus,
die ons dit verhaal vertelt, terwijl we
de heuvel opklimmen en hij met een
plechtig gebaar z'n groene hoe .'je met
de eekhoornstaart op z'n achterhoofd
schuift. We zijn een kleine internationale
groep, want naast ons lopen den Belgi
schen professor Masson van het Solvay-
irstituut in Brussel en een Katholiek
geestelijke, die aan de Parijse Sorbonne
studeert Dan staan we voor de Ingang
van de grot. Langzaam klimmen we de
steile trap af en treden we ln de oude
tempel, die dertig mlllenia geen bezoe
kers heeft gehad.
De magische tekens.
En hier zien we ln hun zwart-rode
tinten de haast impressionistische schil
deringen van dieren uit legendarische
eeuwen. Kunstenaars zijn deze mensen
geweest. Want hoe duidelijk spreekt niet
het lijden uit de levensgrote kop van
een bison, die door een pijl in de gevoe
lige snuit is getroffen. Met openge
sperde bekken tuimelen reallsisch gete
kende paarden in de ruimte, wat ons
doet denken aan de Neanderthaler jacht-
mehode, door met lawaai de verschrikte
dieren ln de afgrond te jagen en zo te
doden. Want allen hebben we wel ge
hoord van de vondsten der paarden-
skeletten bij de rots van Solutré.
Nu wijst onze gids op een rij koppen
van rendieren: „Wat doen deze die
ren?", vraagt hij ons. ..Ze zwemmen!" is
ons antwoord, want zó Juist is de hou
ding van deze koppen, dat we hieraan
de zwemmende dieren herkennen. Im
pressionistisch zijn deze schilderingen,
want meer ééngeduld dan voltooid zijn
de krachtige contouren der twee bisons.
die bij elkaar staan als bij het begin
van hun strijd.
En dan laat de prae-historicus ons
zien hoe alle dieren gewond zijn en vaak
getroffen door een aantal pijlen, het
geen een bewijs is dat ze behoren tot
de magie van het jagen. De schildering
van het getroffen dier werd vervaar
digd aan de vooravond van de jacht, in
de hoop dat ze bezwerend zou werken
op het gebeuren in de toekomst. Vaak
telt men bij de pijlen, die op de dieren
zijn getekend, het aantal zeven, waar
uit men afleidt dat de mens van het
Paleolithicum het tellen reeds verstond
en aan het getal zeven een magische
betekenis heeft gehecht.
Interessant is ook de betekeenis van
een veel voorkomend figuur van vijf
sreepjes. dicht bij de d'eren. Vo'gens de
praehistoricus 1'abbé Breuil is dit «en
gestyleerde hand ofwel het teken van
bezit, waardoor we hier te maken zou
den hebben met de eerste letters en
du' het begin van een voorhistorisch
schrift.
Harmonisch kleurt het zwart van de
fijngemalen steenkool bij de roest-rode
tint van het ijzer-oxyde, welke door
deze oermensen als kleurstoffen zijn ge
bruikt. Prachtig komen alle schilderin
gen uit op het wit van de kalk, die vol
gens onzen gids zo zuiver is als een fa-
hrieksproduct en waarin men geen fos-
rïelen heeft gevonden.
Door de typische overeenkomst van
deze kunst met die van de reeds langer
bekende grot van Altamlra, in de
Spaanse pyreneeën. neemt men aan, dat
de vervaardigers ervan behoorden tot
een stam, dip vanuit Afrika via Spanje
naar deze wildrijke streek is getrokken.
Deze verhuizing moet geschied zijn in
het Aurignacien. bijna dertig duizend
jaar voor de geboorte van Christus....
Naar huis toe.
Twee dagen later zijn we weer de
„routiers" van tevoren. Wéér daveren
we over de zonnige Franse wegen, doch
nu naar het Noorden. Weldra zijn we
genaderd bij de buitenwijken van Pa
rijs. Doch ons geld is geslonken in het
land van de wijn: evenals op de heen
reis, „nemen" we Parijs met de Métro.
Op de vijfde morgen staan we op in het
bos van Compiègne. waar twee vredes
zijn gesloten. Twaalf uren later rijden
we op de verkeersbrug ln Dordrecht,
waar onze tocht Is begonnen. Onze va-
cantie is geëindigd, na een lifttocht
van ongeveer 2300 kilometer naar het
Zuiden van Frankrijk,