krantenj argon geen bijster hoog waar
deringsoordeel bevat.
Overigens blijven wij onberoerd onder
het oordeel der Heren. Wij hebben een
ideologische strijd uit te vechten in een
oeconomisch ongelijke positie. De Heren
zijn er van overtuigd ons in drie maan
den te kunnen vermoorden en verwach
ten tegelijk van ons, dat wij de door hen
vastgestelde fatsoensnormen in acht zul
len nemen. Wij voelen niets voor dit
door kapitalistische eigenbaat ingege
ven fatsoen. Er is een fatsoen, dat in
wezen slechts gecamoufleerde viezigheid
is. Wanneer men de technische midde
len in handen heeft om zijn tegenstan
der te wurgen en daarvan alle fat
soen ten spijt gebruik maakt, kan
men beter nalaten met een bevallige
vriendelijkheid keer op keer over fatsoen
en strijd op een „hoog plan" te praten.
Dan wordt dit geredeneer al te door
zichtig. Buitendien zullen de Heren van
het „Dagblad voor Noord-Holland" er
goed aan doen zich zo nu en dan het
verleden van hun bladen in herinnering
te brengen. Misschien zullen zij dan een
kostbaar voorbeeld van asfaltjournali-
stiek vinden. Het verraad van vijf jaren
wordt niet door wat vriendelijkheid en
vormelijkheid uitgewist.
Hiermede hebben wij met de Heren
afgerekend.
De strijd gaat verder
Wij hebben hierboven het één en
ander gezegd over de situatie, die is
ontstaan door het herverschijnen van de
kranten van het „Dagblad voor Noord-
Holland". Wij achten het een ernstige
zaak, dat bladen als deze formeel in
staat zijn in Nederland opnieuw een rol
te spélen. Wij zien er de aanwijzing in,
dat de reactionnaire krachten in de
naoorlogse maatschappij nog zeer sterk
zijn en dat wij het sein: „weest op uw
hoede!" moeten hijsen.
In dienst van het nieuwe en vooruit
strevende Nederland binden wij de strijd
met deze reactie aan. Aan dit front vin
den wij het „Dagblad voor Noord-Hol
land" tegenover ons. Het spij t ons, daar
bij ongewild ook tegenover den Heer
Maurits Uyldert, Hoofdredacteur van de
herrezen bladen, te staan, met wien wij
ons in een geest van vrijzinnigheid in
vele opzichten verbonden weten. Wij bei
den hebben echter positie gekozen en
zullen de consequenties daarvan hebben
te dragen.
Onverflauwd willen en zullen wij de
strijd voortzetten. Zouden wij deze sta
ken, dan zouden wij verraad plegen aan
de taak, die wij ons zien gesteld. Wij
weten, wat er op het spel staat, en heb
ben de vaste wil de strijd te winnen.
Aan de lezers en belangstellenden
vragen wij begrip en sympathie en ook
wat geduld.
Wanneer de krant technisch minder
goed is of té laat in uw bus verschijnt,
dan kunt u ervan overtuigd zijn, dat dit
voor ons nóg onaangenamer is, dan voor
u. Ook déze narigheid echter zal spoedig
tot het verleden behoren.
Wij deden opening van zaken. Men
weet waar het om gaat en bepale zijn
keuze. De uitslag daarvan is voor ons
niet twijfelachtig!