Een dertienjarige korporaal
jongen in
geallieerd leger
in de lucht
Voor koelere
dagen
De avonturen van Humpo
„De Gouden Slang"
PHILIPS lAMPEN
JN het Deense dagblad „Politiken" vinden wij een verhaal, dat
stellig menigen Hollandsen jongen jaloers zal maken. Het gaat over
John Gundorph, een 13-jarigen jongen uit Amager, die, gekleed in
zijn battle-dress en met de korporaalsstrepen op zijn blouse, door de
redactie van die krant is geïnterviewd.
r\ vader preekt voor dove oren als hij
L/66DSC lonqen in tegen hem zegt dat hij toch eerst
1 iets moet leren.
Als John nu maar niet later tot
het droeve inzicht komt, dat het wel
erg leuk ig om heel jong korporaal
te zijn, maar dat het erg naar is om
later, in het échte leven, altijd ..ge
woon soldaat" te moeten blijven!
(NORDA)
JOHN Gundorph is vast wel de
jongste soldaat van het gealliëer-
de leger, en bovendien heeft de Ko-
penhaagse jongen zich reeds opge
werkt tot de graad van onder-kor
poraal. Hij is voorzien van militaire
papieren en heeft op grond van zijn
rang het recht zich vrij te bewegen
op militaire terreinen, waar burgers
niet worden toegelaten „Verboden
toegang" bestaat niet voor hem. En
p daar komt nog bij, dat hij gewoon
lijk omgaat niet met zijn gelijken in
rang, maar met Engelse en Ameri
kaanse officieren, die heel wat meer
strepen op *hun mouw hebben!
„Mijn vader is chef bij de Rode
Kruis-transporten", vertelde John
aan den redacteur," en toen het vo
rige voorjaar een Frans convooi
naar Denemarken kwam om levens
middelen te halen voor de honge
rende Franse kinderen, toen heb ik
meegeholpen om de auto's te laden.
Ik werd goeie vrinden met de Fran
sen, die mij „le petit convover"
noemden. En toen het convooi naar
Parijs terug moest, vroegen ze of ik
mee wou gaan. Daar zei ik natuur
lijk geen nee op, en zo heb ik toen
in de loop van het voorjaar Duits
land, Holland, België en Frankrijk
gezien. Toen we bij Brem en kwa
men, waar de Franse onvooidienst
z'n hoofdkwartier heeft, in de Brit-
Se zóne, werd ik goeie vriende met
den kapitein, en hy wilde van my
de mascotte van de compagnie ma
ken.
Dat vond ik natuurlyk fijn. Ik
werd eerst gewoon soldaat, en een
duitse kleermaker maakte een uni
form voor me, zodat ik de reis naaT
Parys als militair in het geallieerde
leger kon voortzetten."
§OLDAAT John Grundörph had
een fyne reis door Duitsland,
Holland en België.
Men keek een beetje door de vin
gers wat betreft het verschil in
rang, en al mankeerden er ook en
kele strepen op zijn wapenrok, toch
werd hy toegelaten tot de Engelse
Officers Clubs. En als de Engelsen
zelf hun geliefde whisky-soda dronk-
ken, dan stond er voor John altyd
een „dubbele" limonade klaar!
,.En ik kreeg ook 150 cigaretten per
week, net als andere manschappen"
verteld^ John trots. We zullen maar
hopen voor hem, dat hij de meesten
er van tegen chocolade heeft ver
kwanseld
Nadat hy enige tyd in Parijs was
geweest en daar veel plezier had ge
had, ging de reis naar Denemarken
terug. Bij Bremen bracht John een
bezoek aan zyn beschermer, den
commandant van het hoofdkwartier
van de convooidienst, en werd door
dien bevorderd tot onder-korporaal.
John spreekt nu vloeiend Engels
ën weet zich ook al een beetje met
Frans te behelpen, al heeft hy nooit
op school talen geleerd. Hy ontvangt
hele stapels brieven van de vel$
vrienden, die hij zich tijdens zyn
militaire loopbaan heeft gemaakt;
brieven uit Engeland, Frankryk en
Amerika Er is zelfs een Engels of
ficier, dié hem als zoon wil adopte
ren!
En nu heeft Jo:hn voorlopig maar
één doel: hy wil naar Engeland! De
reislust zit hem In het bloed, en zyn
In de heuhen
Nagerechten
Nagerechten, „toetjes", vormen vaak
het hoogtepunt en een waardig slot van
de maaltijd. Vooral voor kinderen is het
toetje het punt waar alles om draait.
Als er niets „toe" ls, dan ontbreekt er
Iets, dan is het niet „af", dan zijn ze
niet voldaan.
Vele huismoeders schijnen met de
handen in het haar te zitten als de kin
deren nog niet tevreden zijn, al ls er
elke dag iets toe, omdat,het zo
saai wordt, moeder! Iedere dag wéér
pudding of vla, ananas, citroen, vanille,
citroen, vanille, annanas. Hebt u nu
niets anders?"
Ja, hulsvrouwen, ze hebben gelijk, uw
dochters of zoons! Waarom altijd pud
ding en nóóit eens Iets anders?
Ge vraagt, wat voor variaties ge aan
brengen kunt? Wellicht kunnen onder
staande recepten u een eind op weg
helpen.
Caramclvla:
1 liter melk, 50 gram (5 eetlepels) cus-
tardpoeder, 90 gram (6 eetlepels) suiker,
(kofflesurrogaat).
In een koekepan 4 lepels suiker zonder
roeren tot caramel laten branden. Het
custardpoeder met ongeveer 2 lepels
6uiker en een beetje melk aan de kook
brengen, evenals een weinig water. Bij
de tot caramel gebrande suiker een
scheutje kokend water gieten, opdat de
melk niet schift. De kokende melk toe
voegen en de caramel oplossen, wan
neer het voor de kleur gewenst ls, ook
een weinig koffieextract toevoegen.
Deze caramelmelk met het aange
mengde custardpoeder binden en enige
minuten laten doorkoken. De vla onder
af en toe roeren koud laten worden.
J^EI 1946.... heel het economische leven ln de Verenigde Staten wordt
met verlamming bedreigd door de ophanden zijnde spoorwegstaking. Tal
van plannen worden beraamd, om zo goed en kwaad als het gaat, deze gran
dioze verkeersstremming het hoofd te bieden. De voor de hand liggende op
lossing is: het luchtverkeer. Alles wat transport door de lucht verzorgen
kan, de luchtvaartmaatschappijen zowel als de vloten van leger eri marine,
worden gemobiliseerd.
JTN dan komt de Regering der V.S.
met een schok tot de ontdekking,
dat behalve die grote maatschappijen,
er vele honderden kleine ondernemingen
bestaan, die hetzij op vaste trajecten,
hetzij In „wilde vaart" voor luchtver-
blndlngen zorgen. Meest zijn het groep
jes afgezwaaide oorlogsvliegers, die hun
Van hart
tol Hart
J-JOE wonderlyk kunnen wy wor
den bekoord door eeft schoon ge
dicht. In moeilyke ogenblikken van
ons leven, als zorgen ons benauwen,
kan het lezen van een gedicht ons
troosten en ons doen vergeten hoe
zwaar de omstandigheden rond ons
zijn. De ware dichter is een begena
digde, die de schoonheid van het
leven op een bizondere wijze er
vaart. Die van de andere kant ech
ter ook weet van 's levens afgron
den
J-jOE intenser de dichter in zyn ziel
wordt geroerd door de dingen
rondom; hoe meer de vlam van het
kokende leven in zyn ziel scliroeit;
hoe meer het eigen hart wordt ge-
Blagen door wreedheid en laagheid
en onrecht, des te waarachtiger zal
gyn kunst zyn.
Kunst toch verlangt de allerin
nigste doorleving van de eeuwige
problematiek van het leven. Daar
om is de dichter, wil hy meer zyn
dan rymelaar, tegelyk profeet.
En dat profetisme brengt hem in
een zeer speciale verstandhouding
tot God. De dichter heeft de dingen
Gods in het leven langs de weg van
het schoonheidsleven tot den mede
mens te brengen.
ALS het goed is brengt hij Gods
troost aan den verlaten mens, die
in eenzaamheid streed om zijn ziel
niet te verliezen; die in de stilte had
om wat genade voor alle schuld, die
op zijn schouders drukt.
En dan voelt de verdwaalde en
verdwaasde mens zich weder terug
gevoerd tot het Al-ene, tot God.
Daarom is de dichter Gods profeet.
Want: dichtkunst komt uit God en
voert tot God. Op bovennatuurlyke
wijze schept zij een relatie tussen
geest en ding; tussen wereld
Modet
WBÖglvtwi'n
tweed» maand met d» R. heeft
haar intrede reeds gedaan. Weinig
warme dagen zijn ons deze zomer toe
bedeeld en voor we het weten, zijn we
al weer midden in de winter. Het wordt
daarom tijd, om onze zomergarderobe
op te bergen en d» wlnterkleding weer
in orde te maken. Wat zullen we deze
winter dragen?
^AN een frisse, wollen ruit kunnen
we dit aardige japonnetje, dat een
zeer geklede indruk maakt, vervaardi
gen. De ruit verwerken we recht en
schuin, wat een aardig effect geeft De
driekwart mouw, die van onderen iets
klokkend uitloopt, is op het ogenblik
zeer geliefd. Een wit piqué vestje met
kleine revers vormt de halsgarnering.
pjET tweede modelletje is een over-
gooier, die voor het schoolmeisje
nog altijd een geliefde dracht is. Als ma
teriaa] kiest men voor de overgooier een
soepele wollen stof en voor het blousje
een licht gekleurde stof in .effen tint
Het rokje klokt iets en het pasje wordt
schuin geknipt. Opgestikte zakjes en
een smal ceintuurtje voltooien het ge
heel.
Het benodigd» materiaal is betrekke
lijk weinig. Voor een meisje van 8-10
jaar heeft men niet meer dan 2 meter
rultstof van 80 cm. breedte nodig.
spaarduitjes bi] elkaar hebben gelegd
en een of meer afgedankte „kisten"
hebben gekochtafgedankt voor oor
logsdoeleinden weliswaar, maar overi
gens nog in prima staat. Sommige zijn
keurig verbouwd, andere vervoeren de
ene dag pennicillin, druiven, conserven
of bloemen, de andere dag worden er
haastig een paar houten banken inge
schoven en ze transporteren passagiers,
of brengen een jazzband of variété-ge
zelschap op de snelste wijze over.
Eén-vliegtuig ondernemingen
J^IE „wilde bussen der lucht" namen
'n geweldige vlucht, zowel letterlijk
als figuurlijk. Het bleek dat de groot
ste ondernemingen onder hen in totaal
over méér machines beschikten dan grote
maatschappijen als Pan American Air
ways en consorten. En dan kwam nog
het geweldige aantal dwergmaatschap
pijtjes, die soms maar één of twee vlieg
tuigen bezaten, maar samen een vloot
voerden van bijna vijfduizend vliegtui
gen.
Handige Jongens waren het meestal,
die vliegers, met een borst vol decora
ties en een bescheiden spaarduit. Ze
zochten vracht, overal waar ze te vinden
Ze organiseerden vacantietrips,
brachten stedelingen naar het zonnige
Californische strand, verlosten provin
cieplaatsen uit hun isolement, sloten
contracten af met toneelgroepen en
fruitkwekers, en verdienden behoorlijk
Daarbij kwam, dat ze aan geen regelen
onderworpen waren, zoals de grote
maatschappijen, omdat ze geen vaste
dienstregeling hadden; in Amerika
wordt het particulier initiatief eerst een
tijdje met rust gelaten, totdat de „gro
ten" er last van krijgen.
De lijnmaatschappijen
kijken sip
JTN ze ondervinden er inderdaad last
van. De nieuwe maatschappijen
rijzen als paddestoelen uit de grond, op
de vliegvelden vormen de vaste UJntoe-
stellen dikwijls de minderheid tegen
over die getransformeerde Dakota's en
Skymasters, getooid met fantastische en
allesbehalve bescheiden namen, als In
ternational Airlines, Trans-American
Airways, Nation-WIde Air Transport
enz.
Nu gaan de grote maatschappijen ook
nieuwe wegen voor hun vervoer zoe
ken. Ook zij romen het gebied af, en
een felle concurrentiestrijd begint te
ontbranden. Het ziet er naar uit, dat me
nig bescheiden opgezet luchtvaartmaat
schappijtje het bijltje er bij zal moeten
neerleggen, en de eigenaars blij mogen
zijn met een baan bij de grote concur
renten.
De „wilde bussen" van de lucht be
ginnen hun „wilde" karakter te verlie
zen, en velen zullen deze transformatie
niet overleven. Maar het publiek van de
Verenigde Staten profiteert van de nieu
we mogelijkheden, die dit intensieve
luchtvervoer biedt, en de stedelingen
van New-York kopen 's avonds bloemen
sn vruchten, die diezelfde morgen aan
de andere zijde van dit machtige con
tinent zijn geplukt!
In de tempel van Caissa
Dr. Strehle kampioen van
0 Zwitserland.
De bekende Christoffel heeft zich niet
als kampioen van Zwitserland kunnen
handhaven; hij moest zijn titel afstaan
aan Dr. Strehle, een speler met veel
fantasie en combinatievermogen,
Christoffel moest zich met 3 punten
achterstand met de 12e(!) plaats tevreden
stellen.
Hier volgt de partij Dr. StrehleGygli,
die in de laatste ronde gespeeld werd
en door eerstgenoemde gewonnen moest
'worden; daar hij op de voet door Blau
en de grote schaakjournalist Grob werd
gevolgd (resp en 1 punt voorsprong).
Wit: Dr. Strehle. Zwart: F Gygli.
Koningsindische Verdediging.
1 dl. Pf6 2 c4, g6 3 Pc3, Lg7 4 e4, d6
5 Le2, ft-fl.
De Theorie beveelt aan met de ro-
chade te wachten totPf3 is gespeeld,
daar anders de beide witte lopers te
sterk worden. In aanmerking kwam
dus eerst Pbd7, spoedig gevolgd door e5.
6 h4!, h5?
Ongunstige verdediging. Juist was
Pb d7 om e5 te spelen, indien wit met
h5 voortzet. Op hg6: slaat zwart met de
f-pion en opent darmede de torenlijn.
7 Ph3, c6 8 Pg5, Ld7?
Sluit Pb8 In en leidt tot ernstige tem
poverliezen. Wit grijpt nu de kans
krachtig aan
9 f3, e5 10 Le3, b6 11 Dd2, a5.
Deze en de volgende zet laten zien,
dat zwart de dreigende gevaren onder
schat. Dringend vereist was Dc8 (ver
hindert g4) en vervolgens kon de ma
noeuvre Pb8a6c7e6 ondernomen
worden.
12 0—0—0, Dc7 13 g4.
Wit heeft alle krachten gemobiliseerd
en gaat nu ten aanval over
13 b5 14 gh5:. Ph5: 15 Tdgl. b4.
In plaats van bc4: te spelen om een
lijn te openen, speelt zwart onoordeel
kundig.
16 Pdl, ed4: 17 Ld4:, Ld4: 18 Dd4:,
Pf4 19 DeS, d5 20 h5!. de4: 21 Th4, Pe2t
22 De2:, DeS 23 f4. DfS 24 Tghl, Lf5 25
bg6:, Lg6: 26 Dh2!, Dd4.
Er is geen ontkomen meer aan.
27 Thg8t, Kg7 28 Pe«t!
Met dit origineel offer besluit Dr.
Strehle zijn zegetocht. Na fe6:, Dh6f,
Kf6, Df8t, Lf7, Th6t, KI5, Df7f, Kg4,
Luipaardmensen in Nicttif
JN de dichte oerwouden
A van Afrika leven gebrui
ken voort, die de blanken
sedert Jaren hebben ge
tracht uit te roeien, maar
die telkens weer de kop
opsteken.
ten, die er een afzichtelijk
r tueel op na houden.
Meestal zijn ze in kleine
gemeenschappen tezamen,
huizen op onbekende el-
landjea midden ln een der
grote rivieren, in ontoe
gankelijke moerassen of
schier onbetreden oer
wouden.
'a Nachts gaat de kleine
groep op weg. De mannen
zijn getooid met luipaard-
huiden en -maskers, en aan
de handen dragen ze vlijm
scherpe stalen klauwen
De hut van het slachtof
fer wordt ln het duister
beslopen. De luipaardman
kruipt naar binnen en
sluipt op zijn slachtoffer
toe, dat meestal reeds ge
worgd ls voor het tot
bewustzijn ls gekomen
Dan worden hart en maag
van het slachtoffer op een
wijze, die zelfs grote chi
rurgen niet kunnen ver
klaren, door de keelholte
uit het lichaam gehaald.
om aan de juju'a, de gee;-
ten die het woud bevol
ken, te worden geofferd.
Zij zijn het die de luipaard
mannen onoverwinnelijk
en onsterfelijk maken.
Deze schrikkelijke moord
partijen, dikwijls met kan
nibalisme gepaard, hebben
met name het Engelse
Gouvernement veel hoofd
brekens bezorgd. Maar
vóór do eerste Wereldoor
log had men deze gruwe
lijke secte toch vrijwel on
der de knie. hoewel men
niet kon contróleren. wat
in de verst afgelegen ge
bieden nog plaats vond.
De oorlog van 1914 ont
trok vele officieren en
manschappen aan de troe
pen. die met de handha
ving van orde en rust wa
ren belast. Het duurde ve
le Jaren voor de contróle
weer scherp kon worden
uitgeoefend en nauwelijks
was 't zover of een twee
de wereldoorlog dreigde
Wéér werdén hoogst nood
zakelijke troependelen aan
hun poiltonele taak ont
trokken en als op een af
gesproken teken stonden
de luipaardmannen weer
op en herhaalden hun gru
welijke praktijken.
Hun activiteit Vieeft thans
hoogst bedenkelijke vor
men aangenomen; ln en
kele maanden vielen hon
derden slachtoffers. Ver
sterkingen zijn naar Ni
geria gezonden, en op
nieuw wil men trachten,
deze afschuwelijke secte
met haar bloeddorstige
ritus uit te roeien.
Dit zal echter wél altijd
een vromé wens blijven.
Wanneer de luipaarden
mannen het vuur te na
aan de schenen gelegd
wordt, zijn er ln het on
metelijke Afrika altyd nog
wel plakken, waar de
blanke man niet dan ten
koste van grote offers
doordringen kan. Dan
oefenen zij hun praktijken
uit ln dunbevolkte gebie
den, vanwaar het gerucht
maar langzaam naar do
bewoonde wereld door
dringt. De residenten en
gouverneurs troosten zich
met de gedachte, dat hun
gebied weer veilig ls.
maar ze weten, dat ieder
ogenblik een bericht kan
komen, dat de luipaard-
mannen weer zyn opge
doken en opnieuw bij het
licht van de maan hun
mensenoffers brengen
aan de geesten van de
Jungle.
De beschaving heeft over
Afrika nog maar een zeer
dun laagje vernis gestre
kenmaar och. van
van Nigeria naar Bergen»
Belsen, il n'y a qu'un pas!
Dh5t, Kf4:, Tflf, Kg3 volgt Dh3f mat.
Eveneens wint na Kf6: Dg5f, Kf7, Th7t,
Dg7 (Lh7: leidt direct tot mat), Tg7:t,
K, Dh6t enz.
Taaltribnnaal
In „Het Parool" las ik, dat de mi
nister van Oorlog bepaalde bladen
voor de militairen heeft verboden.
Niet aan mij hierop commentaar te le
veren. Doch wel zou ik commentaar
willen leveren op de wijze, waarop de
minister zich ln zijn motivering taal
kundig uitdrukt.
„Een bepaalde categorie dienstplich
tigen wordt misleid en geeft gevolg
aan suggesties, die In deze organen
naar voren zijn gebracht".
De minister bedoelt hier kennelijk
vrij naar het Engels met het woord
.suggesties": inblazingen of voorstel -
Voor de jeugd t
Onder
de Paddestoel
Deze keer zou ik jullie vertellen,
waarom ons hoekje „Onder de Padde
stoel" heet. Luister maar.
Midden in het donkere bos is het, aan
de rand van 'n droge sloot. Daar staat
hij Kijk maar, Je kunt hem net zien;
rood is hij, vüürrood met witte stip
pen. Een paddestoel is het. Een móóie
paddestoel. Hij staat daar héél stil
letjes en steekt zijn rode muts met
stippen trots boven het groene gras
uit. „Zie je me wel? Hier ben ik! Ik
ben de mooiste paddestoel van het
hele bos! Zie je m'n mooie, glimmend-
rode hoed wel? Zie je de kleurige, ron
de stipjes er op? De regen heeft ze
vanmorgen netjes wit gewassen. En
m'n stam, kijk eens hoe recht hij is!
Geen bochtje zit er in. O nee, er be
staat geen mooier paddestoel dan lk
ben ln het héle bos!"
En fier keek de paddestoel om zich
heen. En de groene grassprietjes rond
om hem, ze ritselden eerbiedig, en de
vogels boven hem ln de bomen hielden
zich muisstil. Zo'n gleftige paddestoel!
Stil, daar komt iemand aan. Kijk
eens, een rood puntmutsje komt na
derbij door het hoge gras. dat zachtjes
opzijgebogen wordt door twee kleine
handjes Onder het puntmutsje is een
vriendelijk rimpel-gezichtje met een
lange witte baard zichtbaar. O, de ka
bouter koning! De koning komt er
aan! Achter hem gaan twee kleine la-
kelen, óók kabouters natuurlijk. Ze
dragen voorzichtig de slippen van de
koningsmantel, want het is een
deftige koning. En hij is streng, maar
toch ook vriendelijk. Alle kabouters
houden van hem, allemaal. Heel het
bos houdt van hem.
Alleen de grote, rode paddestoel
houdt niet van hem. Die is altijd boos
en moppert steeds op den kabouter
koning. Zo'n rare, rare paddestoel! t
Is toch zo'n vriendelijk, zo'n lieve ko
ning. En o! kijk nou es, nou gaat de
koning zo maar naar Stippelmuts. de
paddestoel, toel Hij staat stil voor hem
en dan zegt* hij vriendelijk: „Goeie
morgen, Stippelmuts! Goed geslapen?"
„Morgen", bromt Stippelmuts.
Hij antwoordt niet eens op de vraag
van den koning en o, wat kijkt hij
boos! „Wat kijk je lelijk, Stippelmuts.
en dat op de vroege morgen! En ik
heb nog wel zo'n fijn nieuwtje voor
je!" en de koning lacht geheimzinnig;
z'n ogen tintelen en z'n lange, glan
zende baard krult van plezier. Stippel-
muts zwijgt nors, maar tóch ls hU
nieuwsgierig. O, hij brandt van nieuws
gierigheid! W8t zou het zijn? Mis
schien mag hij, Stippelmuts wel hóf-
paddestoel worden! Misschien krijgt hij
wel een koninklijke medaille omdat
,z'n stippen zo prachtig wit zijn; veel
mooier dan de stippen van de andere
paddestoelen in het bos Misschien
O, Stippelmuts is zó nieuwsgierig!
MARION
len. Tot dusver kwam dit woord in on*
ze taal uitsluitend voor ln de beteken
nis va^ „voorspiegeling" of „denk-*
beeld". Iemand kon bijvoorbeeld de
suggestie hebben, dat hij feilloos was.
Wanneer de minster de suggestie heeft,
dat hU zich op deze wijze in onberis
pelijk Nederlands heeft uitgedrukt, is
hij toch wel enigszins mis.
Om nog maar even bij het Departe
ment van Oorlog te blijven: Ik las in
enkele artikelen over vraaggesprek
ken met Nederlandse hoofdofficieren,
dat deze herhaaldelijk spraken over
het „inzetten" van troepen. „Weten zij
ook. dat het woord „inzetten" in deze
betekenis vóór 1940 ln ons land onbe
kend was. Het is beter, dat zij in dat
verband het woord in zijn oorspronke
lijke voijn weergeven, namelijk „ein.-
setzen". Misschien willen de heren
redacteuren zich „onbedingd" „Inzet
ten' om de verslaggevers, d*e dit neer
schrijven te laten „insperren".
Oma's luchtdoop
OMA zou een keer gaan vliegen;
Ja, dat moest ze nou es doen!
Al haar kindren kwamen kyken,
ze nam afscheid met een zoen.
Trillend op haar oude benen
klom ze dan het trapje op
en tot in haar dove oren
hoorde ze haar harteklop.
Ach, die stoelen zaten heerlyk,
maar 't was toch een gek gevoel;
tien, neen honderdmalen liever
zat ze in haar éigen stoel!
En ze dacht aan de berichten
pas gelezen in de krant,
van die serie ongelukken
elke dag in 't buitenland!
Toen het vliegtuig ronkend startte
hield ze zij^h maar stevig vast;
dorst naar buiten niet te kijken,
want haar maag gaf haar zo'n lastl
Schuin opzij zag ze de vleugel
Stadig schomm'lend op en neer;
O, wat eng. die grote hoogte,
jakkes, daalde 't ding maar weer!
Eindelijk komt de machine
veilig op het vliegveld neer.
Oma haast zich van het trapje,
ziet met vreugd haar kinders weer!
Oma, vraagt haar jongste kleinzoon,
was het prachtig, was het fyn?
Vond U het niet heerlyk om zo
heel hoog in de lucht te zijn?
Lieve jongen, fluistert oma,
zeg het maar niet aan je pa:
't mooiste vind ik dat 'k tenslotte
veilig weer op aarde sta'
JEAN BARD. -
Voor de Jeugd
14 Humpo Hotsflots kletterde dus dwars
door een glazen dak heen. Hij bleek ech
ter nog niet dood te zijn, wat hij ver
wacht had. Hij voelde zich alleen trg naar
geworden en koud. Dat was helemaal
geen wonder, want onze grote kunstenaar
was met een plons in een volle badkuip
dingen gebeuren er toch met me van
daag!" vond hy. „Eerst die vierhonderd
gulden toen die lyst gestolen, toen weer
dat gescharrel in die dakgoot, daarna het
vallen door een glazen dak en nu weer
deze pootje baad-party 1 Ik begin te .gelo
ven, dat het leven eens schilders niet
moet lk zien, dat lk ongezien uit deze
badkamer kom. want het zou natuurlyk
te gek zyn, als ik iemand tegen kwam
Laat ik maar een beginnen met uit deze
waterplas te klimmen en te kijken, waar
de deur ls van dit vertrek.... Hij voegde
de daad bij het woord en verliet zoppend
met koud water gevallen. „Wat een rare alleen over rozen gaatI Maar nu, nu en sputterend de badkuip.
FEUILLETON
Apotheek
12
ui.
Schepper,
Niet lang na vieren betrad Maitre
Edmond Bertin het huls Avenue du
Pare no. 17. Het wes ^n statig huis,
waarvan de ramen door balcons en ver-
ianda'6 onderbroken werden. In de bloem
bedden van de voortuin bloeiden late
rozen, reseda's en asters, die de bezoe
ker vriendelijk schenen tegen te lachen.
Terwijl de advocaat de vele treden
van het met lopers belegde hoge en rui
me trappenhuis beklom, steeg de span
ning waarmee hij de ontmoeting met
mademoiselle Bergeret tegemoet zag. Na
de inlichtingen van Gaston Brunot was
hij op een niet zeer sympathieke per
soonlijkheid voorbereid. Hij stelde zich
een koelberekenende. behaagzuchtige
jonge vrouw voor, waarvan de uitda-
^DEWI gende aard hem zou afstoten,
Boven gekomen las hij haar naam op
de buitendeur van haar woning. Hij
belde en moast een poosje wachten
eer de deur geopend werd. Maar het
was niet een dienstmeisje, maar een
jongedame, die met gespannen en ang-
stig-vragende ogen naar hem opzag en
zijn buiging enigszinds bevangen be
antwoordde 1
„Bertin is mijn naam", stelde hij
hij in zyn hoedanigheid van advocaat
van Gaston Brunot kwam. „Neemt u
mij niet kwalijk dat ik stoor. Uw be
roep in de „Courier" is de aanleiding
van mijn bezoek. U had de tijd van 4
tot 6 uur opgegeven".
„Natuurlijk", viel ze hem levendig in
de rede en verzocht hem, met een
mengeling van vriendelijkheid en ver
legenheid, binnen te komen. Ze ging
hem voor door de ruime lichte cor
ridor, en terwijl hij volgde was zijn
blik critisch gevestigd op haar rijzige
doch fijne gestalte, die zo bekoorlijk
het donkere hoofd droeg. Zó aantrek
kelijk. zó echt meisjesachtfg, had hij
zich haar verschijning niet voorge
steld.
Toen hU met haar het ruime atelier
betrad, vloeide een stroom van warm
te en behaaglijkheid hem tegemoet.
Hier was de intimiteit van een woon
vertrek met de ernst van een werk
kamer op gelukkige wijze tot een har
monisch geheel verenigd. E»n divan
met een Perzisch kleed en kleurige
zijden kussens noodde in een hoek tot
uitrusten uit. In een andere hoek stond
een Tiroler bruiloftskaatje uit donker
hout, waarvan ,de deur en de zijpane
len met berglandschappen beschilderd
waren en bij dit landelijke meubelstuk
paste wonderwel een gesneden bank
met een plank erboven, waarop mooi
gevormde, zeldzame tinnen kannen en
schalen prijkten. Door het brede ven
ster stroomde, ondanks de late October-
middag. helder licht naar blnnan, zo
dat de schilderijen op de ezels en de
vele fraaie kunstvoorwerpen overal In
de kamer uitstekend uitkwamen.
Valérie Bergeret bood den bezoeker
een stoel aan en zette zich tegenover
hem tussen de zijden kussens op de
divan.
„Dusu hebt mijn oproep gelezen?
U kunt mij 4e inlichtingen of ophelde
ringen geven, waarnaar ik met ver
langen uitzie?"
Ze vroeg het op een dringende toon
en haar ogen zochten met een haast
smekende blik zijn gezicht.
Bertin huiverde een ogenblik voor
het antwoord dat hij geven moest. Noch
Valérie's omgeving, noch haar persoon
kwam overesn met het beeld dat Cas-
ton Brunot hem van haar getekend
had Er was terughouding in zijn stem
toen hij zei.
„Ik heb, al is het dan vluchtig, den
overleden monsieur Marcel Brunot ge
kend en ken ook enkele families met
wie hij omging
„Kent u zijn naaste bloedverwan
ten?" klonk het snel.
„Oppervlakkig. De eigenaardigheid
van het geval Intrigeert mij en ik hoop
dat het mij mogelijk zal zijn tot de op
heldering bij te dragen".
Hij dacht Q8t ze deze mededeling met
levendige genoegdoening zou opnemen,
doch tot zijn verwondering sloeg ze de
ogen neer en trok els in pijn, de wenk
brauwen samen. Secondenlang zweeg
ze; toen riep ze hartstochtelijk uit:
(Wordt vervolgd).
Zuinig en laag in prijs
(Ingezonden mededeling)