Een dertienjarige korporaal jongen in geallieerd leger in de lucht Voor koelere dagen De avonturen van Humpo „De Gouden Slang" PHILIPS lAMPEN JN het Deense dagblad „Politiken" vinden wij een verhaal, dat stellig menigen Hollandsen jongen jaloers zal maken. Het gaat over John Gundorph, een 13-jarigen jongen uit Amager, die, gekleed in zijn battle-dress en met de korporaalsstrepen op zijn blouse, door de redactie van die krant is geïnterviewd. r\ vader preekt voor dove oren als hij L/66DSC lonqen in tegen hem zegt dat hij toch eerst 1 iets moet leren. Als John nu maar niet later tot het droeve inzicht komt, dat het wel erg leuk ig om heel jong korporaal te zijn, maar dat het erg naar is om later, in het échte leven, altijd ..ge woon soldaat" te moeten blijven! (NORDA) JOHN Gundorph is vast wel de jongste soldaat van het gealliëer- de leger, en bovendien heeft de Ko- penhaagse jongen zich reeds opge werkt tot de graad van onder-kor poraal. Hij is voorzien van militaire papieren en heeft op grond van zijn rang het recht zich vrij te bewegen op militaire terreinen, waar burgers niet worden toegelaten „Verboden toegang" bestaat niet voor hem. En p daar komt nog bij, dat hij gewoon lijk omgaat niet met zijn gelijken in rang, maar met Engelse en Ameri kaanse officieren, die heel wat meer strepen op *hun mouw hebben! „Mijn vader is chef bij de Rode Kruis-transporten", vertelde John aan den redacteur," en toen het vo rige voorjaar een Frans convooi naar Denemarken kwam om levens middelen te halen voor de honge rende Franse kinderen, toen heb ik meegeholpen om de auto's te laden. Ik werd goeie vrinden met de Fran sen, die mij „le petit convover" noemden. En toen het convooi naar Parijs terug moest, vroegen ze of ik mee wou gaan. Daar zei ik natuur lijk geen nee op, en zo heb ik toen in de loop van het voorjaar Duits land, Holland, België en Frankrijk gezien. Toen we bij Brem en kwa men, waar de Franse onvooidienst z'n hoofdkwartier heeft, in de Brit- Se zóne, werd ik goeie vriende met den kapitein, en hy wilde van my de mascotte van de compagnie ma ken. Dat vond ik natuurlyk fijn. Ik werd eerst gewoon soldaat, en een duitse kleermaker maakte een uni form voor me, zodat ik de reis naaT Parys als militair in het geallieerde leger kon voortzetten." §OLDAAT John Grundörph had een fyne reis door Duitsland, Holland en België. Men keek een beetje door de vin gers wat betreft het verschil in rang, en al mankeerden er ook en kele strepen op zijn wapenrok, toch werd hy toegelaten tot de Engelse Officers Clubs. En als de Engelsen zelf hun geliefde whisky-soda dronk- ken, dan stond er voor John altyd een „dubbele" limonade klaar! ,.En ik kreeg ook 150 cigaretten per week, net als andere manschappen" verteld^ John trots. We zullen maar hopen voor hem, dat hij de meesten er van tegen chocolade heeft ver kwanseld Nadat hy enige tyd in Parijs was geweest en daar veel plezier had ge had, ging de reis naar Denemarken terug. Bij Bremen bracht John een bezoek aan zyn beschermer, den commandant van het hoofdkwartier van de convooidienst, en werd door dien bevorderd tot onder-korporaal. John spreekt nu vloeiend Engels ën weet zich ook al een beetje met Frans te behelpen, al heeft hy nooit op school talen geleerd. Hy ontvangt hele stapels brieven van de vel$ vrienden, die hij zich tijdens zyn militaire loopbaan heeft gemaakt; brieven uit Engeland, Frankryk en Amerika Er is zelfs een Engels of ficier, dié hem als zoon wil adopte ren! En nu heeft Jo:hn voorlopig maar één doel: hy wil naar Engeland! De reislust zit hem In het bloed, en zyn In de heuhen Nagerechten Nagerechten, „toetjes", vormen vaak het hoogtepunt en een waardig slot van de maaltijd. Vooral voor kinderen is het toetje het punt waar alles om draait. Als er niets „toe" ls, dan ontbreekt er Iets, dan is het niet „af", dan zijn ze niet voldaan. Vele huismoeders schijnen met de handen in het haar te zitten als de kin deren nog niet tevreden zijn, al ls er elke dag iets toe, omdat,het zo saai wordt, moeder! Iedere dag wéér pudding of vla, ananas, citroen, vanille, citroen, vanille, annanas. Hebt u nu niets anders?" Ja, hulsvrouwen, ze hebben gelijk, uw dochters of zoons! Waarom altijd pud ding en nóóit eens Iets anders? Ge vraagt, wat voor variaties ge aan brengen kunt? Wellicht kunnen onder staande recepten u een eind op weg helpen. Caramclvla: 1 liter melk, 50 gram (5 eetlepels) cus- tardpoeder, 90 gram (6 eetlepels) suiker, (kofflesurrogaat). In een koekepan 4 lepels suiker zonder roeren tot caramel laten branden. Het custardpoeder met ongeveer 2 lepels 6uiker en een beetje melk aan de kook brengen, evenals een weinig water. Bij de tot caramel gebrande suiker een scheutje kokend water gieten, opdat de melk niet schift. De kokende melk toe voegen en de caramel oplossen, wan neer het voor de kleur gewenst ls, ook een weinig koffieextract toevoegen. Deze caramelmelk met het aange mengde custardpoeder binden en enige minuten laten doorkoken. De vla onder af en toe roeren koud laten worden. J^EI 1946.... heel het economische leven ln de Verenigde Staten wordt met verlamming bedreigd door de ophanden zijnde spoorwegstaking. Tal van plannen worden beraamd, om zo goed en kwaad als het gaat, deze gran dioze verkeersstremming het hoofd te bieden. De voor de hand liggende op lossing is: het luchtverkeer. Alles wat transport door de lucht verzorgen kan, de luchtvaartmaatschappijen zowel als de vloten van leger eri marine, worden gemobiliseerd. JTN dan komt de Regering der V.S. met een schok tot de ontdekking, dat behalve die grote maatschappijen, er vele honderden kleine ondernemingen bestaan, die hetzij op vaste trajecten, hetzij In „wilde vaart" voor luchtver- blndlngen zorgen. Meest zijn het groep jes afgezwaaide oorlogsvliegers, die hun Van hart tol Hart J-JOE wonderlyk kunnen wy wor den bekoord door eeft schoon ge dicht. In moeilyke ogenblikken van ons leven, als zorgen ons benauwen, kan het lezen van een gedicht ons troosten en ons doen vergeten hoe zwaar de omstandigheden rond ons zijn. De ware dichter is een begena digde, die de schoonheid van het leven op een bizondere wijze er vaart. Die van de andere kant ech ter ook weet van 's levens afgron den J-jOE intenser de dichter in zyn ziel wordt geroerd door de dingen rondom; hoe meer de vlam van het kokende leven in zyn ziel scliroeit; hoe meer het eigen hart wordt ge- Blagen door wreedheid en laagheid en onrecht, des te waarachtiger zal gyn kunst zyn. Kunst toch verlangt de allerin nigste doorleving van de eeuwige problematiek van het leven. Daar om is de dichter, wil hy meer zyn dan rymelaar, tegelyk profeet. En dat profetisme brengt hem in een zeer speciale verstandhouding tot God. De dichter heeft de dingen Gods in het leven langs de weg van het schoonheidsleven tot den mede mens te brengen. ALS het goed is brengt hij Gods troost aan den verlaten mens, die in eenzaamheid streed om zijn ziel niet te verliezen; die in de stilte had om wat genade voor alle schuld, die op zijn schouders drukt. En dan voelt de verdwaalde en verdwaasde mens zich weder terug gevoerd tot het Al-ene, tot God. Daarom is de dichter Gods profeet. Want: dichtkunst komt uit God en voert tot God. Op bovennatuurlyke wijze schept zij een relatie tussen geest en ding; tussen wereld Modet WBÖglvtwi'n tweed» maand met d» R. heeft haar intrede reeds gedaan. Weinig warme dagen zijn ons deze zomer toe bedeeld en voor we het weten, zijn we al weer midden in de winter. Het wordt daarom tijd, om onze zomergarderobe op te bergen en d» wlnterkleding weer in orde te maken. Wat zullen we deze winter dragen? ^AN een frisse, wollen ruit kunnen we dit aardige japonnetje, dat een zeer geklede indruk maakt, vervaardi gen. De ruit verwerken we recht en schuin, wat een aardig effect geeft De driekwart mouw, die van onderen iets klokkend uitloopt, is op het ogenblik zeer geliefd. Een wit piqué vestje met kleine revers vormt de halsgarnering. pjET tweede modelletje is een over- gooier, die voor het schoolmeisje nog altijd een geliefde dracht is. Als ma teriaa] kiest men voor de overgooier een soepele wollen stof en voor het blousje een licht gekleurde stof in .effen tint Het rokje klokt iets en het pasje wordt schuin geknipt. Opgestikte zakjes en een smal ceintuurtje voltooien het ge heel. Het benodigd» materiaal is betrekke lijk weinig. Voor een meisje van 8-10 jaar heeft men niet meer dan 2 meter rultstof van 80 cm. breedte nodig. spaarduitjes bi] elkaar hebben gelegd en een of meer afgedankte „kisten" hebben gekochtafgedankt voor oor logsdoeleinden weliswaar, maar overi gens nog in prima staat. Sommige zijn keurig verbouwd, andere vervoeren de ene dag pennicillin, druiven, conserven of bloemen, de andere dag worden er haastig een paar houten banken inge schoven en ze transporteren passagiers, of brengen een jazzband of variété-ge zelschap op de snelste wijze over. Eén-vliegtuig ondernemingen J^IE „wilde bussen der lucht" namen 'n geweldige vlucht, zowel letterlijk als figuurlijk. Het bleek dat de groot ste ondernemingen onder hen in totaal over méér machines beschikten dan grote maatschappijen als Pan American Air ways en consorten. En dan kwam nog het geweldige aantal dwergmaatschap pijtjes, die soms maar één of twee vlieg tuigen bezaten, maar samen een vloot voerden van bijna vijfduizend vliegtui gen. Handige Jongens waren het meestal, die vliegers, met een borst vol decora ties en een bescheiden spaarduit. Ze zochten vracht, overal waar ze te vinden Ze organiseerden vacantietrips, brachten stedelingen naar het zonnige Californische strand, verlosten provin cieplaatsen uit hun isolement, sloten contracten af met toneelgroepen en fruitkwekers, en verdienden behoorlijk Daarbij kwam, dat ze aan geen regelen onderworpen waren, zoals de grote maatschappijen, omdat ze geen vaste dienstregeling hadden; in Amerika wordt het particulier initiatief eerst een tijdje met rust gelaten, totdat de „gro ten" er last van krijgen. De lijnmaatschappijen kijken sip JTN ze ondervinden er inderdaad last van. De nieuwe maatschappijen rijzen als paddestoelen uit de grond, op de vliegvelden vormen de vaste UJntoe- stellen dikwijls de minderheid tegen over die getransformeerde Dakota's en Skymasters, getooid met fantastische en allesbehalve bescheiden namen, als In ternational Airlines, Trans-American Airways, Nation-WIde Air Transport enz. Nu gaan de grote maatschappijen ook nieuwe wegen voor hun vervoer zoe ken. Ook zij romen het gebied af, en een felle concurrentiestrijd begint te ontbranden. Het ziet er naar uit, dat me nig bescheiden opgezet luchtvaartmaat schappijtje het bijltje er bij zal moeten neerleggen, en de eigenaars blij mogen zijn met een baan bij de grote concur renten. De „wilde bussen" van de lucht be ginnen hun „wilde" karakter te verlie zen, en velen zullen deze transformatie niet overleven. Maar het publiek van de Verenigde Staten profiteert van de nieu we mogelijkheden, die dit intensieve luchtvervoer biedt, en de stedelingen van New-York kopen 's avonds bloemen sn vruchten, die diezelfde morgen aan de andere zijde van dit machtige con tinent zijn geplukt! In de tempel van Caissa Dr. Strehle kampioen van 0 Zwitserland. De bekende Christoffel heeft zich niet als kampioen van Zwitserland kunnen handhaven; hij moest zijn titel afstaan aan Dr. Strehle, een speler met veel fantasie en combinatievermogen, Christoffel moest zich met 3 punten achterstand met de 12e(!) plaats tevreden stellen. Hier volgt de partij Dr. StrehleGygli, die in de laatste ronde gespeeld werd en door eerstgenoemde gewonnen moest 'worden; daar hij op de voet door Blau en de grote schaakjournalist Grob werd gevolgd (resp en 1 punt voorsprong). Wit: Dr. Strehle. Zwart: F Gygli. Koningsindische Verdediging. 1 dl. Pf6 2 c4, g6 3 Pc3, Lg7 4 e4, d6 5 Le2, ft-fl. De Theorie beveelt aan met de ro- chade te wachten totPf3 is gespeeld, daar anders de beide witte lopers te sterk worden. In aanmerking kwam dus eerst Pbd7, spoedig gevolgd door e5. 6 h4!, h5? Ongunstige verdediging. Juist was Pb d7 om e5 te spelen, indien wit met h5 voortzet. Op hg6: slaat zwart met de f-pion en opent darmede de torenlijn. 7 Ph3, c6 8 Pg5, Ld7? Sluit Pb8 In en leidt tot ernstige tem poverliezen. Wit grijpt nu de kans krachtig aan 9 f3, e5 10 Le3, b6 11 Dd2, a5. Deze en de volgende zet laten zien, dat zwart de dreigende gevaren onder schat. Dringend vereist was Dc8 (ver hindert g4) en vervolgens kon de ma noeuvre Pb8a6c7e6 ondernomen worden. 12 0—0—0, Dc7 13 g4. Wit heeft alle krachten gemobiliseerd en gaat nu ten aanval over 13 b5 14 gh5:. Ph5: 15 Tdgl. b4. In plaats van bc4: te spelen om een lijn te openen, speelt zwart onoordeel kundig. 16 Pdl, ed4: 17 Ld4:, Ld4: 18 Dd4:, Pf4 19 DeS, d5 20 h5!. de4: 21 Th4, Pe2t 22 De2:, DeS 23 f4. DfS 24 Tghl, Lf5 25 bg6:, Lg6: 26 Dh2!, Dd4. Er is geen ontkomen meer aan. 27 Thg8t, Kg7 28 Pe«t! Met dit origineel offer besluit Dr. Strehle zijn zegetocht. Na fe6:, Dh6f, Kf6, Df8t, Lf7, Th6t, KI5, Df7f, Kg4, Luipaardmensen in Nicttif JN de dichte oerwouden A van Afrika leven gebrui ken voort, die de blanken sedert Jaren hebben ge tracht uit te roeien, maar die telkens weer de kop opsteken. ten, die er een afzichtelijk r tueel op na houden. Meestal zijn ze in kleine gemeenschappen tezamen, huizen op onbekende el- landjea midden ln een der grote rivieren, in ontoe gankelijke moerassen of schier onbetreden oer wouden. 'a Nachts gaat de kleine groep op weg. De mannen zijn getooid met luipaard- huiden en -maskers, en aan de handen dragen ze vlijm scherpe stalen klauwen De hut van het slachtof fer wordt ln het duister beslopen. De luipaardman kruipt naar binnen en sluipt op zijn slachtoffer toe, dat meestal reeds ge worgd ls voor het tot bewustzijn ls gekomen Dan worden hart en maag van het slachtoffer op een wijze, die zelfs grote chi rurgen niet kunnen ver klaren, door de keelholte uit het lichaam gehaald. om aan de juju'a, de gee;- ten die het woud bevol ken, te worden geofferd. Zij zijn het die de luipaard mannen onoverwinnelijk en onsterfelijk maken. Deze schrikkelijke moord partijen, dikwijls met kan nibalisme gepaard, hebben met name het Engelse Gouvernement veel hoofd brekens bezorgd. Maar vóór do eerste Wereldoor log had men deze gruwe lijke secte toch vrijwel on der de knie. hoewel men niet kon contróleren. wat in de verst afgelegen ge bieden nog plaats vond. De oorlog van 1914 ont trok vele officieren en manschappen aan de troe pen. die met de handha ving van orde en rust wa ren belast. Het duurde ve le Jaren voor de contróle weer scherp kon worden uitgeoefend en nauwelijks was 't zover of een twee de wereldoorlog dreigde Wéér werdén hoogst nood zakelijke troependelen aan hun poiltonele taak ont trokken en als op een af gesproken teken stonden de luipaardmannen weer op en herhaalden hun gru welijke praktijken. Hun activiteit Vieeft thans hoogst bedenkelijke vor men aangenomen; ln en kele maanden vielen hon derden slachtoffers. Ver sterkingen zijn naar Ni geria gezonden, en op nieuw wil men trachten, deze afschuwelijke secte met haar bloeddorstige ritus uit te roeien. Dit zal echter wél altijd een vromé wens blijven. Wanneer de luipaarden mannen het vuur te na aan de schenen gelegd wordt, zijn er ln het on metelijke Afrika altyd nog wel plakken, waar de blanke man niet dan ten koste van grote offers doordringen kan. Dan oefenen zij hun praktijken uit ln dunbevolkte gebie den, vanwaar het gerucht maar langzaam naar do bewoonde wereld door dringt. De residenten en gouverneurs troosten zich met de gedachte, dat hun gebied weer veilig ls. maar ze weten, dat ieder ogenblik een bericht kan komen, dat de luipaard- mannen weer zyn opge doken en opnieuw bij het licht van de maan hun mensenoffers brengen aan de geesten van de Jungle. De beschaving heeft over Afrika nog maar een zeer dun laagje vernis gestre kenmaar och. van van Nigeria naar Bergen» Belsen, il n'y a qu'un pas! Dh5t, Kf4:, Tflf, Kg3 volgt Dh3f mat. Eveneens wint na Kf6: Dg5f, Kf7, Th7t, Dg7 (Lh7: leidt direct tot mat), Tg7:t, K, Dh6t enz. Taaltribnnaal In „Het Parool" las ik, dat de mi nister van Oorlog bepaalde bladen voor de militairen heeft verboden. Niet aan mij hierop commentaar te le veren. Doch wel zou ik commentaar willen leveren op de wijze, waarop de minister zich ln zijn motivering taal kundig uitdrukt. „Een bepaalde categorie dienstplich tigen wordt misleid en geeft gevolg aan suggesties, die In deze organen naar voren zijn gebracht". De minister bedoelt hier kennelijk vrij naar het Engels met het woord .suggesties": inblazingen of voorstel - Voor de jeugd t Onder de Paddestoel Deze keer zou ik jullie vertellen, waarom ons hoekje „Onder de Padde stoel" heet. Luister maar. Midden in het donkere bos is het, aan de rand van 'n droge sloot. Daar staat hij Kijk maar, Je kunt hem net zien; rood is hij, vüürrood met witte stip pen. Een paddestoel is het. Een móóie paddestoel. Hij staat daar héél stil letjes en steekt zijn rode muts met stippen trots boven het groene gras uit. „Zie je me wel? Hier ben ik! Ik ben de mooiste paddestoel van het hele bos! Zie je m'n mooie, glimmend- rode hoed wel? Zie je de kleurige, ron de stipjes er op? De regen heeft ze vanmorgen netjes wit gewassen. En m'n stam, kijk eens hoe recht hij is! Geen bochtje zit er in. O nee, er be staat geen mooier paddestoel dan lk ben ln het héle bos!" En fier keek de paddestoel om zich heen. En de groene grassprietjes rond om hem, ze ritselden eerbiedig, en de vogels boven hem ln de bomen hielden zich muisstil. Zo'n gleftige paddestoel! Stil, daar komt iemand aan. Kijk eens, een rood puntmutsje komt na derbij door het hoge gras. dat zachtjes opzijgebogen wordt door twee kleine handjes Onder het puntmutsje is een vriendelijk rimpel-gezichtje met een lange witte baard zichtbaar. O, de ka bouter koning! De koning komt er aan! Achter hem gaan twee kleine la- kelen, óók kabouters natuurlijk. Ze dragen voorzichtig de slippen van de koningsmantel, want het is een deftige koning. En hij is streng, maar toch ook vriendelijk. Alle kabouters houden van hem, allemaal. Heel het bos houdt van hem. Alleen de grote, rode paddestoel houdt niet van hem. Die is altijd boos en moppert steeds op den kabouter koning. Zo'n rare, rare paddestoel! t Is toch zo'n vriendelijk, zo'n lieve ko ning. En o! kijk nou es, nou gaat de koning zo maar naar Stippelmuts. de paddestoel, toel Hij staat stil voor hem en dan zegt* hij vriendelijk: „Goeie morgen, Stippelmuts! Goed geslapen?" „Morgen", bromt Stippelmuts. Hij antwoordt niet eens op de vraag van den koning en o, wat kijkt hij boos! „Wat kijk je lelijk, Stippelmuts. en dat op de vroege morgen! En ik heb nog wel zo'n fijn nieuwtje voor je!" en de koning lacht geheimzinnig; z'n ogen tintelen en z'n lange, glan zende baard krult van plezier. Stippel- muts zwijgt nors, maar tóch ls hU nieuwsgierig. O, hij brandt van nieuws gierigheid! W8t zou het zijn? Mis schien mag hij, Stippelmuts wel hóf- paddestoel worden! Misschien krijgt hij wel een koninklijke medaille omdat ,z'n stippen zo prachtig wit zijn; veel mooier dan de stippen van de andere paddestoelen in het bos Misschien O, Stippelmuts is zó nieuwsgierig! MARION len. Tot dusver kwam dit woord in on* ze taal uitsluitend voor ln de beteken nis va^ „voorspiegeling" of „denk-* beeld". Iemand kon bijvoorbeeld de suggestie hebben, dat hij feilloos was. Wanneer de minster de suggestie heeft, dat hU zich op deze wijze in onberis pelijk Nederlands heeft uitgedrukt, is hij toch wel enigszins mis. Om nog maar even bij het Departe ment van Oorlog te blijven: Ik las in enkele artikelen over vraaggesprek ken met Nederlandse hoofdofficieren, dat deze herhaaldelijk spraken over het „inzetten" van troepen. „Weten zij ook. dat het woord „inzetten" in deze betekenis vóór 1940 ln ons land onbe kend was. Het is beter, dat zij in dat verband het woord in zijn oorspronke lijke voijn weergeven, namelijk „ein.- setzen". Misschien willen de heren redacteuren zich „onbedingd" „Inzet ten' om de verslaggevers, d*e dit neer schrijven te laten „insperren". Oma's luchtdoop OMA zou een keer gaan vliegen; Ja, dat moest ze nou es doen! Al haar kindren kwamen kyken, ze nam afscheid met een zoen. Trillend op haar oude benen klom ze dan het trapje op en tot in haar dove oren hoorde ze haar harteklop. Ach, die stoelen zaten heerlyk, maar 't was toch een gek gevoel; tien, neen honderdmalen liever zat ze in haar éigen stoel! En ze dacht aan de berichten pas gelezen in de krant, van die serie ongelukken elke dag in 't buitenland! Toen het vliegtuig ronkend startte hield ze zij^h maar stevig vast; dorst naar buiten niet te kijken, want haar maag gaf haar zo'n lastl Schuin opzij zag ze de vleugel Stadig schomm'lend op en neer; O, wat eng. die grote hoogte, jakkes, daalde 't ding maar weer! Eindelijk komt de machine veilig op het vliegveld neer. Oma haast zich van het trapje, ziet met vreugd haar kinders weer! Oma, vraagt haar jongste kleinzoon, was het prachtig, was het fyn? Vond U het niet heerlyk om zo heel hoog in de lucht te zijn? Lieve jongen, fluistert oma, zeg het maar niet aan je pa: 't mooiste vind ik dat 'k tenslotte veilig weer op aarde sta' JEAN BARD. - Voor de Jeugd 14 Humpo Hotsflots kletterde dus dwars door een glazen dak heen. Hij bleek ech ter nog niet dood te zijn, wat hij ver wacht had. Hij voelde zich alleen trg naar geworden en koud. Dat was helemaal geen wonder, want onze grote kunstenaar was met een plons in een volle badkuip dingen gebeuren er toch met me van daag!" vond hy. „Eerst die vierhonderd gulden toen die lyst gestolen, toen weer dat gescharrel in die dakgoot, daarna het vallen door een glazen dak en nu weer deze pootje baad-party 1 Ik begin te .gelo ven, dat het leven eens schilders niet moet lk zien, dat lk ongezien uit deze badkamer kom. want het zou natuurlyk te gek zyn, als ik iemand tegen kwam Laat ik maar een beginnen met uit deze waterplas te klimmen en te kijken, waar de deur ls van dit vertrek.... Hij voegde de daad bij het woord en verliet zoppend met koud water gevallen. „Wat een rare alleen over rozen gaatI Maar nu, nu en sputterend de badkuip. FEUILLETON Apotheek 12 ui. Schepper, Niet lang na vieren betrad Maitre Edmond Bertin het huls Avenue du Pare no. 17. Het wes ^n statig huis, waarvan de ramen door balcons en ver- ianda'6 onderbroken werden. In de bloem bedden van de voortuin bloeiden late rozen, reseda's en asters, die de bezoe ker vriendelijk schenen tegen te lachen. Terwijl de advocaat de vele treden van het met lopers belegde hoge en rui me trappenhuis beklom, steeg de span ning waarmee hij de ontmoeting met mademoiselle Bergeret tegemoet zag. Na de inlichtingen van Gaston Brunot was hij op een niet zeer sympathieke per soonlijkheid voorbereid. Hij stelde zich een koelberekenende. behaagzuchtige jonge vrouw voor, waarvan de uitda- ^DEWI gende aard hem zou afstoten, Boven gekomen las hij haar naam op de buitendeur van haar woning. Hij belde en moast een poosje wachten eer de deur geopend werd. Maar het was niet een dienstmeisje, maar een jongedame, die met gespannen en ang- stig-vragende ogen naar hem opzag en zijn buiging enigszinds bevangen be antwoordde 1 „Bertin is mijn naam", stelde hij hij in zyn hoedanigheid van advocaat van Gaston Brunot kwam. „Neemt u mij niet kwalijk dat ik stoor. Uw be roep in de „Courier" is de aanleiding van mijn bezoek. U had de tijd van 4 tot 6 uur opgegeven". „Natuurlijk", viel ze hem levendig in de rede en verzocht hem, met een mengeling van vriendelijkheid en ver legenheid, binnen te komen. Ze ging hem voor door de ruime lichte cor ridor, en terwijl hij volgde was zijn blik critisch gevestigd op haar rijzige doch fijne gestalte, die zo bekoorlijk het donkere hoofd droeg. Zó aantrek kelijk. zó echt meisjesachtfg, had hij zich haar verschijning niet voorge steld. Toen hU met haar het ruime atelier betrad, vloeide een stroom van warm te en behaaglijkheid hem tegemoet. Hier was de intimiteit van een woon vertrek met de ernst van een werk kamer op gelukkige wijze tot een har monisch geheel verenigd. E»n divan met een Perzisch kleed en kleurige zijden kussens noodde in een hoek tot uitrusten uit. In een andere hoek stond een Tiroler bruiloftskaatje uit donker hout, waarvan ,de deur en de zijpane len met berglandschappen beschilderd waren en bij dit landelijke meubelstuk paste wonderwel een gesneden bank met een plank erboven, waarop mooi gevormde, zeldzame tinnen kannen en schalen prijkten. Door het brede ven ster stroomde, ondanks de late October- middag. helder licht naar blnnan, zo dat de schilderijen op de ezels en de vele fraaie kunstvoorwerpen overal In de kamer uitstekend uitkwamen. Valérie Bergeret bood den bezoeker een stoel aan en zette zich tegenover hem tussen de zijden kussens op de divan. „Dusu hebt mijn oproep gelezen? U kunt mij 4e inlichtingen of ophelde ringen geven, waarnaar ik met ver langen uitzie?" Ze vroeg het op een dringende toon en haar ogen zochten met een haast smekende blik zijn gezicht. Bertin huiverde een ogenblik voor het antwoord dat hij geven moest. Noch Valérie's omgeving, noch haar persoon kwam overesn met het beeld dat Cas- ton Brunot hem van haar getekend had Er was terughouding in zijn stem toen hij zei. „Ik heb, al is het dan vluchtig, den overleden monsieur Marcel Brunot ge kend en ken ook enkele families met wie hij omging „Kent u zijn naaste bloedverwan ten?" klonk het snel. „Oppervlakkig. De eigenaardigheid van het geval Intrigeert mij en ik hoop dat het mij mogelijk zal zijn tot de op heldering bij te dragen". Hij dacht Q8t ze deze mededeling met levendige genoegdoening zou opnemen, doch tot zijn verwondering sloeg ze de ogen neer en trok els in pijn, de wenk brauwen samen. Secondenlang zweeg ze; toen riep ze hartstochtelijk uit: (Wordt vervolgd). Zuinig en laag in prijs (Ingezonden mededeling)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1946 | | pagina 3