HET TOONEEL
rond BCEI^SÏIMIDS
KERSTMIS 1946
Natuurleven
en
Zijn verhouding tot
verwantschap met de kerk
door Prof. G. v. d. LEEUW
J7R Is een tijd geweest, vlak na de
*-4 bevrijding, dat de schouwburgen
stampvol waren Men wrlde inhalen
wat men tijdens de bezetting had ge
mist en men was den toonelisten
dankbaar voor de houding, die niet
weinigen hunner tegenover den vij
and hadden aangenomen. Thans is dit
al weer veranderd en het schouw
burgbezoek is aanmerkelijk afge
nomen.
Het is daarom een goed oogenblik
om ons af te vragen of wij niet een
soort verplichting tegenover het too-
neel hebben. Ik begrijp natuurlijk
best, dat van niemand kan worden
gevraagd, dat hij naar den schouw
burg gaat. zooals hij naar zijn bureau
gaat Tenslotte gaan wij, als wij gaan,
voor ons plezier. Maar wel zouden
inzonderheid de christenen zich wel
eens af kunnen vragen of wij niet iets
aan het tooneel hebben goed te
maken.
De strijd tusschen tooneel en kerk
is van zeer ouden datum. Historisch
is hij ook zeer goed te begrijpen Toen
het Christendom de antieke wereld
binnentrad, vond het daar niet het
tooneel. zooals het in Athene's bloei
tijd was geweest toen de gansche
bevolking de meest verheven en diep
zinnige poëzie, het schoonste drama
dat ooit is geschreven, in het theater
volgde en aan de voorgestelde han
deling hartstochtelijk deelnam. Die
glorie was lang voorbij In de wereld
van Paulus, van de kerkvaders, was
een ander soort tooneel zeer populair
Het wordt de Mimus genoemd en het
had meer gemeen met onze revues,
dan met ons tooneel. De toon was
weinig verheven. De comedianten.
maatschappelijke verworpelingen,
hoewel soms gevierd op de wijze van
moderne filmsterren, leidden een wei
nig zedelijk leven. Bordeel en too
neel stonden niet verre van elkaar
Het is dan ook geen wonder, dat de
aanraking tusschen kerk en tooneel
niet zeer vriendelijk was en dat de
kerk van den beginne af tegen het
tooneel heeft strijd gevoerd.
Dat is zoo gebleven. Bn nog is het
in vele christelijke kringen geen ge
woonte om naar den schouwburg te
gaan. De reden daarvan ligt dieper
dan de genoemde historische. Dat
kerk en tooneel elkander zoo weinig
liggen, vindt zijn reden daarin, dat zij
zoo nauw verwant zijn. Het oude
Grieksche tooneel van de groote tra
gici: Aeschylus, Sophokles, Euripides.
was een religieuze aangelegenheid
De opvoeringen vonden plaats in het
kader van godsdienstige feesten En
in de drama's werden religieuze en
zedelijke problemen van de hoog
ste orde behandeld. Enkele malen
in de geschiedenis van het tooneel
heeft zich dat herhaald, hoewel toen
het religieuze kader was weggeval
len. Het tooneel van Shakespeare en
Goethe is nog steeds een bron jran
wijsheid en zedelijke kracht
Maar ook wanneer het tooneel np
een veel lager peil staat, zelfs in den
boven genoemden Mimus, zelfs In
onze geliefde poppenkast-voorstel'in
gen (lang niet het meest verachtelijke
tooneel') is er iets In, dat met de
kerk verwant Is. Want ook de laatste
voert een soort drama op. Ik weet
dat ik als ik dit zeg. alle barthlanen
aan mijn hals krijg. Maar het Is er
niet minder wjar om. De eene kerk
doet het met misgewaden en buig'n
gen voor het altaar, de andere met
een simpele toga en een preek. Maar
geen enkele kerk kan het dramatt
sche geheel missen Bepaalde hande
Iingen. al is het maar het uitspreken
van den zegen, de bediening van het
sacrament, suggereeren, dat de voor
ganger een rol speelt En ook zijn
preek Is niet maar een verhaal dat
hij zelf verzint, zij is het woord, dat
h!j spreken moet. omdat het hem is
opgedragen En hij spreekt het vol
gens bepaalde regels, die M1 put uit
dat groote regieboek, den Blibel.
De historici weten ons te vertellen
dat deze overeenkomst te verklaren
Is uit een gemeenschapoelijken oor
sprong, dat er een tiid was, dat het
spel per sé heilig was en de eere-
dienst per sé spel. dat tooneel en
godsdienstoefening niet te onder
scheiden waren Wif wensrhen dien
tijd niet terug. Maar wel mogen wii
ons afvragen of de oeroude verwant
Pantomimes
'(vervolg van pag.
in deze krankzinnige vermomming de
grofste grollen ten beste geven en
de beeren kunnen er wat meel maar
nooit zal men de bloemenfinales laten
vervallen, die nu al honderd jaar
en misschien wel langer bij zoo'n
voorstelling hooren.
Uit heel Engeland komen men
schen met Kerstmis naar Londen De
welgestelde lulden van het platteland
herken je onmlddelllik aan hun stlive
antieke modes, aan de onversliithare
tweed mantelpakken en de heeren
costuums met n uwe broeken en lan
ge colbertlasies. aan grflze en bruine
hooge bolhoedjes. Overal elders zou
den ze een oploop veroorzaken hier
in Londen echter klikt niemand ook
maar even naar ze >ra Maanden te
voren hebben ze plaatsen besproken
voor „Cindereila" of „Jack and the
Bean stalk". Hartstochteliik fluiten
ze de booze heksen uit ziin dlep-on
gelukklp n.et de arme. verlaten prin
ses en tulchen wanneer de slechte
toovenaar een pak slaag krligt.
't Is een wonderlik allegaartje
zoo'n pantomime, maar 't ding hóórt
nu eenmaal bij het Engelsche Kerst
vermaak Als een Brit zes jaar Is
mag hij er voor 't eerst heen hóórt
bij z'n opvoeding en als hij tachtig
is. dan laat hil zich er heen dragen.,
om te zien hoe de ondeugd gestraft en
de deugd beloond wordt ondanks hon»
revue-gedoe van dezen tijd En dan
stapt hii tevreden in z'n bed. gerust
gesteld dat ziin ..good old England"
nooit zal veranderen.
schap ons niet tot bijzondere belang
stelling voor het tooneel moet bren
gen, een belangstelling, die zich
zeker niet daarin zal uiten, dat wij
alles goedkeuren wat op het tooneel
geschiedt, maar die ons er wel toe
zal brengen om het tooneel en zijn
uitingen met groote oplettendheid te
volgen .omdat daar iets geschiedt, dat
wii niet zonder groote schade uit ons
leven, juist uit ons christenleven kun
nen missen.
Want wat het tooneel doet van de
popnenkast tot Shakespeare. Is niet
anders dan te trachten het mensche-
lijk leven in zijn wezen, In ziin kern
samen te vatten en ons daarmede te
brengen tot de bevrijding van de
zelfkennis. Wij lachen om onszelf
of wij huilen om onszelf, maar in
leder geval komen wij, zelfs In de
middelmatigste tooneelvoorsteiling op
een torentje te staan, vanwaar wij
ons leven kunnen overzien.
Preken doet het tooneel niet. Als
het dat doet. is 't geen tooneel meer
En de kerk speelt ook geen tooneel
tenzil de dominee een comediant Is
zooals Goethe zei. Maar de samen
vatting van het wezen van het men-
schelijk leven hebben belde gemeen
De kerk weet daarbll van het godde-
Hik drama het spel van mensch en
God dat de kern en het wezen Is van
de menschelijke existentie. Het too
neel weet daarvan slechts een enkele
maai Maar belde weten, dat het le
ven een drama Is, met een zin en een
ontknooolng En beide beproeven den
mensch te brengen tot kennis van
zirhzelven.
Daarom verdient het tooneel onze
belangstelling en liefde, en elke po
ging om het tooneel dlchteT bil on»
volk te brengen onzen warmen steun
GOD, door Uw groot geduld
Leefden wij weer dit lange
Jaar om Uw troost te ontvangen
Midden in dood en schuld.
W EER is een jaar verdaan
Met zijn verzuimde kansen.
Verduisterd zijn de glanzen
Die waren opgegaan.
HADDEN wij niet geloofd
Dat Gij hadt overwonnen,
Een nieuw begin begonnen
In vrede, lang beloofd?
ACH, wij zijn niet bereid
Te ontvangen Uwen vrede
Die Gij zoo lang geleden
Verricht hebt aan den tijd.
AA AAK onze armoe rijk
Met wat wij lang verkregen:
De zaligheid en zegen
Van Uw gekomen Rijk.
MUUS JACOBSE
^ONWILLEKEURIG heerscht bfl
U velen de gedachte, dat men met
de vurige duc van Tholtulpjes. een
witte cyclame en het in huls gehaal
de sparregroen genoegen moet ne
men om In den Kersttijd iets van de
natuur te bemerken.
Wie daar echter een neus voor
heeft en met open oogen door de we
reld buiten wil gaan, kan nog ge
noeg plezier beleven op een wande-
deling en hier en daar een paar
mooie dingen oprperken, die boven-
dieii het voordeel hebben, dat zso-
ber en stemmig harmonieeren m den
stijl der wintersche natuur, hetgeen
van veel technisch versiersel In den
Kersttijd met gezegd kan worden.
Blflft het kwakkelen met den win
ter, dan zjjn er nog allerlei bloemen,
die rustig doorbloeien, al zfln dat
dan de dapperste van de schare. Hier
en daar staat er nog een stevige
witte doovenetel onder de heg, waar
ge het kinderlik genoegen aan De
leven kunt de honing uit de witte
lipbloemen te zuigen. De paarse neef
jes houden hem trouw gezelschap,
samen met ander klein gebloemte
van braakland en akkerrand, het
heldergele krulskruid, het onopval
lende herderstaschje met zijn fijne
witte bloempjes en aardige driehoe
kige hauwvruchtjes en de kleine vo
gelmuur met de heldere sterretjes tn
het frissche groen.
In de tuinen der villa's sprinkelt
de winterjasmijn honderden helder
gele sterretjes tegen den muur, de
moedige hulst staat met felroode bes
sen te glanzen tn de winterzon en de
kerstroos versiert met haar prachtige
witte bloemen (vol interne gehei
men) den kalen bodem. De rest van
den tuin ligt warmpjes onder zgn
bontjas van turfmolm, alleen in den
WINTER IN VOLENDAM
"V
W r'"
rk^ v >n
PASSAGIER VOOR WESJ-INDlE
Een Kerstuitzending verpakt in een kistje
SCHIPHOL. De brave kleine auto.
die ons heeft meegenomen, zwaait
het parkeerterrein op en kan nog net
wegkruipen In een gaatje tusschen
twee grootvorsteigk glanzende depar
tementale sleden. We stappen uit. De
eerste blik valt op een soort kermis
terrein waar een enorm circus bezig
Is zijn tenten en onderhoorlgheden op
te slaan. De tweede geef' Herademing
hier la een plekje Nederland waar de
beklemming die elders alom ls even
wegvalt, hier wordt gewerkt zondet
omzien, hier ls een knooppunt van
wereldwegen, er dit punt ls een stukje
Nederland. Langzaam wandelen we
tusschen de provisorische stalletjes
en houten gebouwen door naar de
piste van het circus. Daar staan de
vogels. Hoogbeenig en schijnbaar een
beetje onwennig Maar bjj het ma
noeuvreeren blijkt dat dit meevalt, de
gevaarten kunnen bijns om hun eigen
as draaien.
Onze vogel staat vlak achter het
nek. Neen, we mogen niet verder dan
hier, wtj zijn geen passagiers, -dacht*
lieden die een passagier uitgeleide
doen. Een geweldige viermotorige
Uonstellatlon. met over zjjn romp ge
schilderd de vanouds met den klank
van wereldwijd befaamd avontuur ge
laden woorden: The flying Dutch
man! Het Kerstvliegtulg voor West-
Lndië. Het doel van ons bezoek. Langs
het hooge trapje klauteren de passa
giers in den romp. Een fotograaf laat
zijn lampen flitsen, blijkbaa. zijn die
drie heeren daar niet zonder faam
De stewardess helpt moederlek een
kleinen dreumes langs de stelle treden
van het trapje naar boven, de cabine
In. Het duurt even. Dan begint het
wuiven uit het smalle poortje in deD
romp naar ons, de achcerblijvenden
die uitgeleide doen. Rondom ons wordt
terug gewuifd, maar het geeft niet
veel meer, bet poortje ls maar nauw
de schemering valt al. en eigenlek Is
bet contact met den grond al verbro
Ken Hulpeloos wulven. Wg wulven
niet. Onze passagier, dien w(j uitlegden
op dezen achtermiddag In December
is al in het vliegtuig. Nu zit ook de
piloot al op z(jn plaats, voor in den
neus. Even later bewegen de allerons,
en nog eens, en nog eens; de piloot
probeert of alles klopt. De gele tank
auto staat al snorrend onder den
eenen vleugel benzine naar boven le
pompen. Van kleine rijdbare roode
brand bluBschers voorzien, hebben
mannen In overalls opstelling geno
men b(j de vier schroeven Over enkele
minuten zal de herboren Vliegend»»
Hollander zich verheffen, met ook
onzen passagier. Hoe zal hg zich
houden In zgn donker hoekje' Maai
daar begint di eerste schroef lang
zaam te draaien, de injectie mei ge
comprimeerde lucht doet haar werk
brullend ais een woest geworden beest
slaat plotseling de motor aan, uit de
uiiiaatbuizen Knallen enkeie rosse
vlammen, rook begint tn vettige slier
ten onder den romp door te drijven
De eerste motor draalt. Het poortje ls
dicht nu. Gezichten van passagiers
vaag voor de patrijspoorten Scheme
ring Onze passagier Is er liet btj
Maar dit bedroeft ons geenszins Laai
hem tn het Kleine kistje waar we
hem zorgvuldig in hebber gestopt
enkele dagen geleden Ergens op het
w(jde veld floept een rood lichtje
aan
|"Yt was enkele dagen geleden. Het
roode Uchtje brandt 1Eng
opeengedrongen zitten we met z'n
drieën achter het tafeltje waar teder
zgn paperassen op heeft liggen twee
microfoons voor ons. de eene op de
tafel, een kopmlcrofoon, de andere
als een stuk geschut tegen het tafel
blad geleund, naar ons toe. Joop
Relnboud zit nog gebogen over het
vers dat hij straks moet zeggen; bg
zoekt en zoekt, om den Juisten klank
te pakken te krijgen Tlne Schouten
prevelt nauw UppenbewegencT haar
verbindende teksten tusschen de
groeten die straks komen Mijn oog
snelt voor de zooveelste maal nog
eens over het bijbelblad voor me, en
deD getlkten tekst die straks levend
moet worden gespróken, en niet ge
lézen een klein maar belankrgk
verschil bg de radio! Maar nu ztjr
we eindelek dan toch begonnen. De
boel draalt, na urenlange voorberei
dingen. correcties en nieuwe denk
beelden die reeds aanvaarde weei
omver wierpen. Ik loer even naai
flnks door den glazen wand der regel-
kamer: de technlker zit op zQn post,
achter de knoppen en de draaitafel^
de regisseur staat waakzaam acntei
hen en zijn blik laat ons drietal geen
oogenblik los.
Daar komt het klokgelui door. Be
opname van ons Kerstprogrnmma
voor de Strijdkrachten In West-Indle
ls begonnen. De aankondiging door
den omroeper tegen den achtergrond
der klokken. Dan nog even uitbeieren-
de Klokken en reeds ruiacfil net
„Stille nacht, heilige nacht" op Nu
moet ik oppassen, want onmiddellijk
aansluiten ls de boodschap. Het ls
zoover. En het Kerstevangelie uit
Lucas 2 volgt Ik voel opeens een op
komenden kriebel achter in m'n Keel.
wordt razend op mezelf, maar weet
nog net dien ongewenschten gasi
tijdig en ongemerkt den nek om te
draaien Amen! Jubelen-1 klinkt de
Engelenzang op. De regie is op naar
qui-vlve, het gaat goed En dan zit
ik al midden ln de toespraak voor de
soldaten ginds, ver van het vaderland,
en toch wil het ook voor hen als voor
onfl en deze heele verlaten wereld
veer Kerstfeest worden, net feest van
de boodschap der eeuwigi nabijheid
en vreugdevolle inkomst ln alle
men8Chen verlatenheid
Zacht en teeder. vederlicht, enkele
maten symphonlsche muziek als af
sluiting en overgang. Fgn stukje
Mozart ls dat. Heeft m(Jn trouwe
assistent goed uitgekiend En dan
buig tk me wat terzijde en Tim
Schouten hangi aJ vleiend tegen de
microfoon aan en haar warme lage
vrouwenstem Introduceert de groeten
uit hul vaderland die door de lucht
onder de tropische Kerstboomen ginds
willen waaien. Nu hebber wg even
rust. De groeten staan al op de plaat,
opgenomen van menschen uit het
heele land afkomstig.
En dan ls het de beurt van Joop
ik wacht ln spanning op wat er komt,
want dit vers ls mij steeds zeer lief
geweest, en één onjuist gelegd accent
zou het nu voor mg kunnen bederven
Daar gaat le. Nghoff's sonnet „Sol-
iatenkerstmis". Ja, deze joop heeft
den toon te pakken, ik merk het
dadelQk. Het kind op de trommel. En
de ruwe gezichten er omheen En dan
die ontroerende regel, hoe soldatesk
vreugdevol draalt hg dien eruit
.Hoera voor 't Kind! Hoera voor 't
regimentEn dan zingt het „Nu
zgt wellecome' door studio; wg
leunen achterover, opeens van de
spanning bevrgd, de opname is beëin
digd en geen ongelukken, we kunnen
een pöp opsteken en nog even na
praten overeen paar kneepjes van
het vak, waar we als radio-artiesten
onder elkaar nooit op uitgepraat ra
ken. Dit was enkele dagen geleden ln
Hilversum.
EN nu knalt hier op Schiphol, ter-
wtfl de Decemberschemerlng al
olauw neerzinkt, de vierde motor van
het Kerst vliegtuig voor de West; het
is even over half vflf en het vertrek
gaat beginnen. Een kistje ls onze
passagier. En ln dat kistje hebben we
zorgvuldig de gelatine-platen ver
pakt, bestemd voor Paramaribo, die
de Prins Bernfcard-zenders aldaar
zullen uitzenden op den Eersten
Kerstdag.
In het kistje zit: de stem van een
oud man. die enkele woorden zegt tot
zgn zoon. De stem van een vrouwtje,
dat spreekt tot haar man alsof er
niemand bg was. en toch luistert
straks God-inag-weten-wle-allemaa)
mee. Maar tk weet dat niemand erom
zal lachen. Het stemmetje van een
klein kind. Maar het durfde eerst
niets te zeggen voor dat vreemde
ding. die microfoon en zoo hoort
men straks eerst, heel zacht maar
toch overduldeigk, een moederlijke
vrouwenstem, aansporend: „Zeg nu
da-da, pappa!" eD dan pas komt.
hoog. en le krggt er 'n klein trapje
van tegen Je hart, de stamelende
babystem: „Da-da, pappa!' Er zitten
liedereri In het kistje: het Stille nacht
dat Iedereen kent, de Engelenzang en
het schoonste oud-Nederlandsche
Kerstlied En een stukje Mozart, dat
die soort van vreugde ln zich draagt
welke als over afgronden zweeft. Een
domlneespreekje. En: het Heilig
Evangelie zelve! Passagier voor
West-lndlë.
De vogel zet zich in beweging.
Op den Eersten Kerstdag ga Ik af
stemmen op Radio Paramaribo,
s avonds om tien minuten over zes.
op de golflengte 14.87 meter. Om te
controleeren hoe alles dan doorkomt
Om te overpeinzen 'wie er ginds en
nier nu wel allemaal mogen luisteren
naar alles wat dan uit ons kistje te
voorschgn komt. En vooral: hoe
vreemd dit is en hoe diep van ver
borgenheid en hoe waarachtig kerste-
tyk van zin, dat het Heilig Evangelie
zulke wonderlflke wegen weet te
vinden om zQn heil uit te zaaien op
len breeden volkerenwlnd!
Goede vlucht. Vliegende Hollander'
Behouden overkomst, Heilig Evan
geile! Gfl, blinde passagier alle.
eeuwenF. R. A. HEIJKELS.
border kleurt de dwergcotoneauster
met zgn bloedkoralen besjes den
stemrrugen grond en het kan gebeu
ren, dat er hier en daar ln de luwte
ai een paar sneeuwklokjes met de
eerste groelpleken een blauwen neus
komen halen.
Begint het plotseling te knflpett
met den winter, dan kuntyge veel
plezier beleven met de vogels, die
met het strengen van de koude naar
de huizen komen afzakken, vooral
waar ln de tuinen een voederplank
wordt ingericht of het tafel- en keu
kenafval op het tuinpad wordt ge
strooid. Daar kunt ge van allerlei
gasten verwachten. Natuurigk da
schreeuwerige musschenbent, die de
grootste vechtpartijen aanrichten en
alle concurrenten uit de buurt wil
len houden. Maar af en toe krflgt
toch ook een bedeesd roodborstje een
kans. nadat het al een tgd lang snlJo
kerend en hippend In de kale wilde
rozen met hun glimmende bottel»
heeft zitten wachten. Verder natuur
igk de merels, die onbesuisd midden
in den voerbak ploffen en ln het bg-
zonder verzot zgn op de klokhuizen
van de appels Misschien duikt cr
ook wel eens een verdwaalde kuif
leeuwerik op met zgn pientere plk-
mutsje of het sierigke, maar weinig-
opvallende figuurtje van de hegge-
musch of bastaardnachtegaal. Hg
igkt inderdaad op belde: op de mus-
schen m kleur en op den nachtegaai
ln gestalte.
Mocht het, naar de traditie de^
prentbriefkaarten, een witte Kerst
worden, dan moet men zich de kans
niet laten ontgaan zich in een paar
stevige schoenen te steken en een
fiksche winterwandeüng door het be
sneeuwde bosch en veld te onderne
men. Hoe stil ligt de wereld als een
witte toovertuin onder den blanken
sier der sneeuw gespreid. Hoeven en
schuren liggen dik ingeduffeld en
alleen de boomen er om heen etsen
hun warrig silhouet tegen de grijze
lucht Bonte en zwarte kraaien ge
ven eenig leven aan de witte vlakte
en bg de boerdergen scharrelt een
kleumerige haas tusschen de ysmut-
sen van de boerenkool. In de hout-
mgt ratelt het vrooigke wekkertje
van t winterkomnkje en de kippen
ln het wagenkot hebben den gan-
schen dag een stelletje évacué's aan
vinken, kuifleeuweriken en zelfs dui
ven over den vloer. Onder de strui-»
Ken werkt de merel, gitzwart afge
tekend tegen het witte dek. en smyt
verwoed met dorre blaren om zich
heen op zoek naar wormen en slak
ken. Waar hg bezig geweest ls, zitten
er donkere scheuren en gaten in den
sneeuwen deken. Maar tegeiyk houdt
hg een waakzaam oogje in het zeil
en slaat schril en driftig alarm, als
er maar een kattenkop om het hoek
je van de deeldeur verschgnt. Ln één
roetsj zit het heele wintergezelschap
ln de elzen, waar het straatjongens
achtig bigft zitten schelden tot het
gevaar geweken ls.
In het bosch wordt de em eeuwdag
met nog stiller sprookjessfeer ge
vierd. Het schgnt of alle leven on
der den donsdeken is afgedekt, maar
wie opmerkzaam toeziet, vindt alras
dé fgne prenten en sporen van aller
lei gedierte, dat ln den vroegen mor
gen verrast en hongerig door de
sneeuwwereld ls gegaan. De breede
sparretakken bulgen onder den zwe
ren last, die ook dicht en mollig op
de dennenkronen ligt en prachtig
blauw en zwart contrasteert. Soms
klinkt er toch geluid. Een heel teer
en yi muziekje tinkelt naderbg Met
zilveren geluidjes trekken de meezeil
ln troepen door het hout en onder 't
donkere sparrendak kan men het
fgne gemlesper van de goudhaantjes
beluisteren, die ln spleten en gaten
speuren naar het klein gedierte, dat
hen den winterdag nog vrooigk en
onbekommerd doet voorkomen. Mis
schien. dat ge een glimp opvangt van
het hermeiyntje, dat zich ln zgn wit
te wlnterpakje heeft gestoken en al
leen het staartpuntje ln het zwart
gelaten heeft. Misschien, dat ge aan
den stillen vgver ln het bosch of aan
een beekje een schicht ln alle kleuren
van den regenboog ziet voorbgfht»
sen Dat ls het gsvogeltje, dat bg de
bgten loert op Kletne Ylschjea en In
secten, die er lucht komen happen.
Dat zgn al twee van de boeiendste
figuren, die er ln het buitenleven
van den Kersttgd te betrappen zgn.
VAGABUNDUS.
DOODE rozen met Kerstmis
Waarom weten we eigenlijk
niet, maar de Nederlander legt
in de donkere dagen rond do
feesten aan het einde van het
)aar een merkwaardlgen voor.
keur aan den dag voor roode
bloemen.