HET TOONEEL rond BCEI^SÏIMIDS KERSTMIS 1946 Natuurleven en Zijn verhouding tot verwantschap met de kerk door Prof. G. v. d. LEEUW J7R Is een tijd geweest, vlak na de *-4 bevrijding, dat de schouwburgen stampvol waren Men wrlde inhalen wat men tijdens de bezetting had ge mist en men was den toonelisten dankbaar voor de houding, die niet weinigen hunner tegenover den vij and hadden aangenomen. Thans is dit al weer veranderd en het schouw burgbezoek is aanmerkelijk afge nomen. Het is daarom een goed oogenblik om ons af te vragen of wij niet een soort verplichting tegenover het too- neel hebben. Ik begrijp natuurlijk best, dat van niemand kan worden gevraagd, dat hij naar den schouw burg gaat. zooals hij naar zijn bureau gaat Tenslotte gaan wij, als wij gaan, voor ons plezier. Maar wel zouden inzonderheid de christenen zich wel eens af kunnen vragen of wij niet iets aan het tooneel hebben goed te maken. De strijd tusschen tooneel en kerk is van zeer ouden datum. Historisch is hij ook zeer goed te begrijpen Toen het Christendom de antieke wereld binnentrad, vond het daar niet het tooneel. zooals het in Athene's bloei tijd was geweest toen de gansche bevolking de meest verheven en diep zinnige poëzie, het schoonste drama dat ooit is geschreven, in het theater volgde en aan de voorgestelde han deling hartstochtelijk deelnam. Die glorie was lang voorbij In de wereld van Paulus, van de kerkvaders, was een ander soort tooneel zeer populair Het wordt de Mimus genoemd en het had meer gemeen met onze revues, dan met ons tooneel. De toon was weinig verheven. De comedianten. maatschappelijke verworpelingen, hoewel soms gevierd op de wijze van moderne filmsterren, leidden een wei nig zedelijk leven. Bordeel en too neel stonden niet verre van elkaar Het is dan ook geen wonder, dat de aanraking tusschen kerk en tooneel niet zeer vriendelijk was en dat de kerk van den beginne af tegen het tooneel heeft strijd gevoerd. Dat is zoo gebleven. Bn nog is het in vele christelijke kringen geen ge woonte om naar den schouwburg te gaan. De reden daarvan ligt dieper dan de genoemde historische. Dat kerk en tooneel elkander zoo weinig liggen, vindt zijn reden daarin, dat zij zoo nauw verwant zijn. Het oude Grieksche tooneel van de groote tra gici: Aeschylus, Sophokles, Euripides. was een religieuze aangelegenheid De opvoeringen vonden plaats in het kader van godsdienstige feesten En in de drama's werden religieuze en zedelijke problemen van de hoog ste orde behandeld. Enkele malen in de geschiedenis van het tooneel heeft zich dat herhaald, hoewel toen het religieuze kader was weggeval len. Het tooneel van Shakespeare en Goethe is nog steeds een bron jran wijsheid en zedelijke kracht Maar ook wanneer het tooneel np een veel lager peil staat, zelfs in den boven genoemden Mimus, zelfs In onze geliefde poppenkast-voorstel'in gen (lang niet het meest verachtelijke tooneel') is er iets In, dat met de kerk verwant Is. Want ook de laatste voert een soort drama op. Ik weet dat ik als ik dit zeg. alle barthlanen aan mijn hals krijg. Maar het Is er niet minder wjar om. De eene kerk doet het met misgewaden en buig'n gen voor het altaar, de andere met een simpele toga en een preek. Maar geen enkele kerk kan het dramatt sche geheel missen Bepaalde hande Iingen. al is het maar het uitspreken van den zegen, de bediening van het sacrament, suggereeren, dat de voor ganger een rol speelt En ook zijn preek Is niet maar een verhaal dat hij zelf verzint, zij is het woord, dat h!j spreken moet. omdat het hem is opgedragen En hij spreekt het vol gens bepaalde regels, die M1 put uit dat groote regieboek, den Blibel. De historici weten ons te vertellen dat deze overeenkomst te verklaren Is uit een gemeenschapoelijken oor sprong, dat er een tiid was, dat het spel per sé heilig was en de eere- dienst per sé spel. dat tooneel en godsdienstoefening niet te onder scheiden waren Wif wensrhen dien tijd niet terug. Maar wel mogen wii ons afvragen of de oeroude verwant Pantomimes '(vervolg van pag. in deze krankzinnige vermomming de grofste grollen ten beste geven en de beeren kunnen er wat meel maar nooit zal men de bloemenfinales laten vervallen, die nu al honderd jaar en misschien wel langer bij zoo'n voorstelling hooren. Uit heel Engeland komen men schen met Kerstmis naar Londen De welgestelde lulden van het platteland herken je onmlddelllik aan hun stlive antieke modes, aan de onversliithare tweed mantelpakken en de heeren costuums met n uwe broeken en lan ge colbertlasies. aan grflze en bruine hooge bolhoedjes. Overal elders zou den ze een oploop veroorzaken hier in Londen echter klikt niemand ook maar even naar ze >ra Maanden te voren hebben ze plaatsen besproken voor „Cindereila" of „Jack and the Bean stalk". Hartstochteliik fluiten ze de booze heksen uit ziin dlep-on gelukklp n.et de arme. verlaten prin ses en tulchen wanneer de slechte toovenaar een pak slaag krligt. 't Is een wonderlik allegaartje zoo'n pantomime, maar 't ding hóórt nu eenmaal bij het Engelsche Kerst vermaak Als een Brit zes jaar Is mag hij er voor 't eerst heen hóórt bij z'n opvoeding en als hij tachtig is. dan laat hil zich er heen dragen., om te zien hoe de ondeugd gestraft en de deugd beloond wordt ondanks hon» revue-gedoe van dezen tijd En dan stapt hii tevreden in z'n bed. gerust gesteld dat ziin ..good old England" nooit zal veranderen. schap ons niet tot bijzondere belang stelling voor het tooneel moet bren gen, een belangstelling, die zich zeker niet daarin zal uiten, dat wij alles goedkeuren wat op het tooneel geschiedt, maar die ons er wel toe zal brengen om het tooneel en zijn uitingen met groote oplettendheid te volgen .omdat daar iets geschiedt, dat wii niet zonder groote schade uit ons leven, juist uit ons christenleven kun nen missen. Want wat het tooneel doet van de popnenkast tot Shakespeare. Is niet anders dan te trachten het mensche- lijk leven in zijn wezen, In ziin kern samen te vatten en ons daarmede te brengen tot de bevrijding van de zelfkennis. Wij lachen om onszelf of wij huilen om onszelf, maar in leder geval komen wij, zelfs In de middelmatigste tooneelvoorsteiling op een torentje te staan, vanwaar wij ons leven kunnen overzien. Preken doet het tooneel niet. Als het dat doet. is 't geen tooneel meer En de kerk speelt ook geen tooneel tenzil de dominee een comediant Is zooals Goethe zei. Maar de samen vatting van het wezen van het men- schelijk leven hebben belde gemeen De kerk weet daarbll van het godde- Hik drama het spel van mensch en God dat de kern en het wezen Is van de menschelijke existentie. Het too neel weet daarvan slechts een enkele maai Maar belde weten, dat het le ven een drama Is, met een zin en een ontknooolng En beide beproeven den mensch te brengen tot kennis van zirhzelven. Daarom verdient het tooneel onze belangstelling en liefde, en elke po ging om het tooneel dlchteT bil on» volk te brengen onzen warmen steun GOD, door Uw groot geduld Leefden wij weer dit lange Jaar om Uw troost te ontvangen Midden in dood en schuld. W EER is een jaar verdaan Met zijn verzuimde kansen. Verduisterd zijn de glanzen Die waren opgegaan. HADDEN wij niet geloofd Dat Gij hadt overwonnen, Een nieuw begin begonnen In vrede, lang beloofd? ACH, wij zijn niet bereid Te ontvangen Uwen vrede Die Gij zoo lang geleden Verricht hebt aan den tijd. AA AAK onze armoe rijk Met wat wij lang verkregen: De zaligheid en zegen Van Uw gekomen Rijk. MUUS JACOBSE ^ONWILLEKEURIG heerscht bfl U velen de gedachte, dat men met de vurige duc van Tholtulpjes. een witte cyclame en het in huls gehaal de sparregroen genoegen moet ne men om In den Kersttijd iets van de natuur te bemerken. Wie daar echter een neus voor heeft en met open oogen door de we reld buiten wil gaan, kan nog ge noeg plezier beleven op een wande- deling en hier en daar een paar mooie dingen oprperken, die boven- dieii het voordeel hebben, dat zso- ber en stemmig harmonieeren m den stijl der wintersche natuur, hetgeen van veel technisch versiersel In den Kersttijd met gezegd kan worden. Blflft het kwakkelen met den win ter, dan zjjn er nog allerlei bloemen, die rustig doorbloeien, al zfln dat dan de dapperste van de schare. Hier en daar staat er nog een stevige witte doovenetel onder de heg, waar ge het kinderlik genoegen aan De leven kunt de honing uit de witte lipbloemen te zuigen. De paarse neef jes houden hem trouw gezelschap, samen met ander klein gebloemte van braakland en akkerrand, het heldergele krulskruid, het onopval lende herderstaschje met zijn fijne witte bloempjes en aardige driehoe kige hauwvruchtjes en de kleine vo gelmuur met de heldere sterretjes tn het frissche groen. In de tuinen der villa's sprinkelt de winterjasmijn honderden helder gele sterretjes tegen den muur, de moedige hulst staat met felroode bes sen te glanzen tn de winterzon en de kerstroos versiert met haar prachtige witte bloemen (vol interne gehei men) den kalen bodem. De rest van den tuin ligt warmpjes onder zgn bontjas van turfmolm, alleen in den WINTER IN VOLENDAM "V W r'" rk^ v >n PASSAGIER VOOR WESJ-INDlE Een Kerstuitzending verpakt in een kistje SCHIPHOL. De brave kleine auto. die ons heeft meegenomen, zwaait het parkeerterrein op en kan nog net wegkruipen In een gaatje tusschen twee grootvorsteigk glanzende depar tementale sleden. We stappen uit. De eerste blik valt op een soort kermis terrein waar een enorm circus bezig Is zijn tenten en onderhoorlgheden op te slaan. De tweede geef' Herademing hier la een plekje Nederland waar de beklemming die elders alom ls even wegvalt, hier wordt gewerkt zondet omzien, hier ls een knooppunt van wereldwegen, er dit punt ls een stukje Nederland. Langzaam wandelen we tusschen de provisorische stalletjes en houten gebouwen door naar de piste van het circus. Daar staan de vogels. Hoogbeenig en schijnbaar een beetje onwennig Maar bjj het ma noeuvreeren blijkt dat dit meevalt, de gevaarten kunnen bijns om hun eigen as draaien. Onze vogel staat vlak achter het nek. Neen, we mogen niet verder dan hier, wtj zijn geen passagiers, -dacht* lieden die een passagier uitgeleide doen. Een geweldige viermotorige Uonstellatlon. met over zjjn romp ge schilderd de vanouds met den klank van wereldwijd befaamd avontuur ge laden woorden: The flying Dutch man! Het Kerstvliegtulg voor West- Lndië. Het doel van ons bezoek. Langs het hooge trapje klauteren de passa giers in den romp. Een fotograaf laat zijn lampen flitsen, blijkbaa. zijn die drie heeren daar niet zonder faam De stewardess helpt moederlek een kleinen dreumes langs de stelle treden van het trapje naar boven, de cabine In. Het duurt even. Dan begint het wuiven uit het smalle poortje in deD romp naar ons, de achcerblijvenden die uitgeleide doen. Rondom ons wordt terug gewuifd, maar het geeft niet veel meer, bet poortje ls maar nauw de schemering valt al. en eigenlek Is bet contact met den grond al verbro Ken Hulpeloos wulven. Wg wulven niet. Onze passagier, dien w(j uitlegden op dezen achtermiddag In December is al in het vliegtuig. Nu zit ook de piloot al op z(jn plaats, voor in den neus. Even later bewegen de allerons, en nog eens, en nog eens; de piloot probeert of alles klopt. De gele tank auto staat al snorrend onder den eenen vleugel benzine naar boven le pompen. Van kleine rijdbare roode brand bluBschers voorzien, hebben mannen In overalls opstelling geno men b(j de vier schroeven Over enkele minuten zal de herboren Vliegend»» Hollander zich verheffen, met ook onzen passagier. Hoe zal hg zich houden In zgn donker hoekje' Maai daar begint di eerste schroef lang zaam te draaien, de injectie mei ge comprimeerde lucht doet haar werk brullend ais een woest geworden beest slaat plotseling de motor aan, uit de uiiiaatbuizen Knallen enkeie rosse vlammen, rook begint tn vettige slier ten onder den romp door te drijven De eerste motor draalt. Het poortje ls dicht nu. Gezichten van passagiers vaag voor de patrijspoorten Scheme ring Onze passagier Is er liet btj Maar dit bedroeft ons geenszins Laai hem tn het Kleine kistje waar we hem zorgvuldig in hebber gestopt enkele dagen geleden Ergens op het w(jde veld floept een rood lichtje aan |"Yt was enkele dagen geleden. Het roode Uchtje brandt 1Eng opeengedrongen zitten we met z'n drieën achter het tafeltje waar teder zgn paperassen op heeft liggen twee microfoons voor ons. de eene op de tafel, een kopmlcrofoon, de andere als een stuk geschut tegen het tafel blad geleund, naar ons toe. Joop Relnboud zit nog gebogen over het vers dat hij straks moet zeggen; bg zoekt en zoekt, om den Juisten klank te pakken te krijgen Tlne Schouten prevelt nauw UppenbewegencT haar verbindende teksten tusschen de groeten die straks komen Mijn oog snelt voor de zooveelste maal nog eens over het bijbelblad voor me, en deD getlkten tekst die straks levend moet worden gespróken, en niet ge lézen een klein maar belankrgk verschil bg de radio! Maar nu ztjr we eindelek dan toch begonnen. De boel draalt, na urenlange voorberei dingen. correcties en nieuwe denk beelden die reeds aanvaarde weei omver wierpen. Ik loer even naai flnks door den glazen wand der regel- kamer: de technlker zit op zQn post, achter de knoppen en de draaitafel^ de regisseur staat waakzaam acntei hen en zijn blik laat ons drietal geen oogenblik los. Daar komt het klokgelui door. Be opname van ons Kerstprogrnmma voor de Strijdkrachten In West-Indle ls begonnen. De aankondiging door den omroeper tegen den achtergrond der klokken. Dan nog even uitbeieren- de Klokken en reeds ruiacfil net „Stille nacht, heilige nacht" op Nu moet ik oppassen, want onmiddellijk aansluiten ls de boodschap. Het ls zoover. En het Kerstevangelie uit Lucas 2 volgt Ik voel opeens een op komenden kriebel achter in m'n Keel. wordt razend op mezelf, maar weet nog net dien ongewenschten gasi tijdig en ongemerkt den nek om te draaien Amen! Jubelen-1 klinkt de Engelenzang op. De regie is op naar qui-vlve, het gaat goed En dan zit ik al midden ln de toespraak voor de soldaten ginds, ver van het vaderland, en toch wil het ook voor hen als voor onfl en deze heele verlaten wereld veer Kerstfeest worden, net feest van de boodschap der eeuwigi nabijheid en vreugdevolle inkomst ln alle men8Chen verlatenheid Zacht en teeder. vederlicht, enkele maten symphonlsche muziek als af sluiting en overgang. Fgn stukje Mozart ls dat. Heeft m(Jn trouwe assistent goed uitgekiend En dan buig tk me wat terzijde en Tim Schouten hangi aJ vleiend tegen de microfoon aan en haar warme lage vrouwenstem Introduceert de groeten uit hul vaderland die door de lucht onder de tropische Kerstboomen ginds willen waaien. Nu hebber wg even rust. De groeten staan al op de plaat, opgenomen van menschen uit het heele land afkomstig. En dan ls het de beurt van Joop ik wacht ln spanning op wat er komt, want dit vers ls mij steeds zeer lief geweest, en één onjuist gelegd accent zou het nu voor mg kunnen bederven Daar gaat le. Nghoff's sonnet „Sol- iatenkerstmis". Ja, deze joop heeft den toon te pakken, ik merk het dadelQk. Het kind op de trommel. En de ruwe gezichten er omheen En dan die ontroerende regel, hoe soldatesk vreugdevol draalt hg dien eruit .Hoera voor 't Kind! Hoera voor 't regimentEn dan zingt het „Nu zgt wellecome' door studio; wg leunen achterover, opeens van de spanning bevrgd, de opname is beëin digd en geen ongelukken, we kunnen een pöp opsteken en nog even na praten overeen paar kneepjes van het vak, waar we als radio-artiesten onder elkaar nooit op uitgepraat ra ken. Dit was enkele dagen geleden ln Hilversum. EN nu knalt hier op Schiphol, ter- wtfl de Decemberschemerlng al olauw neerzinkt, de vierde motor van het Kerst vliegtuig voor de West; het is even over half vflf en het vertrek gaat beginnen. Een kistje ls onze passagier. En ln dat kistje hebben we zorgvuldig de gelatine-platen ver pakt, bestemd voor Paramaribo, die de Prins Bernfcard-zenders aldaar zullen uitzenden op den Eersten Kerstdag. In het kistje zit: de stem van een oud man. die enkele woorden zegt tot zgn zoon. De stem van een vrouwtje, dat spreekt tot haar man alsof er niemand bg was. en toch luistert straks God-inag-weten-wle-allemaa) mee. Maar tk weet dat niemand erom zal lachen. Het stemmetje van een klein kind. Maar het durfde eerst niets te zeggen voor dat vreemde ding. die microfoon en zoo hoort men straks eerst, heel zacht maar toch overduldeigk, een moederlijke vrouwenstem, aansporend: „Zeg nu da-da, pappa!" eD dan pas komt. hoog. en le krggt er 'n klein trapje van tegen Je hart, de stamelende babystem: „Da-da, pappa!' Er zitten liedereri In het kistje: het Stille nacht dat Iedereen kent, de Engelenzang en het schoonste oud-Nederlandsche Kerstlied En een stukje Mozart, dat die soort van vreugde ln zich draagt welke als over afgronden zweeft. Een domlneespreekje. En: het Heilig Evangelie zelve! Passagier voor West-lndlë. De vogel zet zich in beweging. Op den Eersten Kerstdag ga Ik af stemmen op Radio Paramaribo, s avonds om tien minuten over zes. op de golflengte 14.87 meter. Om te controleeren hoe alles dan doorkomt Om te overpeinzen 'wie er ginds en nier nu wel allemaal mogen luisteren naar alles wat dan uit ons kistje te voorschgn komt. En vooral: hoe vreemd dit is en hoe diep van ver borgenheid en hoe waarachtig kerste- tyk van zin, dat het Heilig Evangelie zulke wonderlflke wegen weet te vinden om zQn heil uit te zaaien op len breeden volkerenwlnd! Goede vlucht. Vliegende Hollander' Behouden overkomst, Heilig Evan geile! Gfl, blinde passagier alle. eeuwenF. R. A. HEIJKELS. border kleurt de dwergcotoneauster met zgn bloedkoralen besjes den stemrrugen grond en het kan gebeu ren, dat er hier en daar ln de luwte ai een paar sneeuwklokjes met de eerste groelpleken een blauwen neus komen halen. Begint het plotseling te knflpett met den winter, dan kuntyge veel plezier beleven met de vogels, die met het strengen van de koude naar de huizen komen afzakken, vooral waar ln de tuinen een voederplank wordt ingericht of het tafel- en keu kenafval op het tuinpad wordt ge strooid. Daar kunt ge van allerlei gasten verwachten. Natuurigk da schreeuwerige musschenbent, die de grootste vechtpartijen aanrichten en alle concurrenten uit de buurt wil len houden. Maar af en toe krflgt toch ook een bedeesd roodborstje een kans. nadat het al een tgd lang snlJo kerend en hippend In de kale wilde rozen met hun glimmende bottel» heeft zitten wachten. Verder natuur igk de merels, die onbesuisd midden in den voerbak ploffen en ln het bg- zonder verzot zgn op de klokhuizen van de appels Misschien duikt cr ook wel eens een verdwaalde kuif leeuwerik op met zgn pientere plk- mutsje of het sierigke, maar weinig- opvallende figuurtje van de hegge- musch of bastaardnachtegaal. Hg igkt inderdaad op belde: op de mus- schen m kleur en op den nachtegaai ln gestalte. Mocht het, naar de traditie de^ prentbriefkaarten, een witte Kerst worden, dan moet men zich de kans niet laten ontgaan zich in een paar stevige schoenen te steken en een fiksche winterwandeüng door het be sneeuwde bosch en veld te onderne men. Hoe stil ligt de wereld als een witte toovertuin onder den blanken sier der sneeuw gespreid. Hoeven en schuren liggen dik ingeduffeld en alleen de boomen er om heen etsen hun warrig silhouet tegen de grijze lucht Bonte en zwarte kraaien ge ven eenig leven aan de witte vlakte en bg de boerdergen scharrelt een kleumerige haas tusschen de ysmut- sen van de boerenkool. In de hout- mgt ratelt het vrooigke wekkertje van t winterkomnkje en de kippen ln het wagenkot hebben den gan- schen dag een stelletje évacué's aan vinken, kuifleeuweriken en zelfs dui ven over den vloer. Onder de strui-» Ken werkt de merel, gitzwart afge tekend tegen het witte dek. en smyt verwoed met dorre blaren om zich heen op zoek naar wormen en slak ken. Waar hg bezig geweest ls, zitten er donkere scheuren en gaten in den sneeuwen deken. Maar tegeiyk houdt hg een waakzaam oogje in het zeil en slaat schril en driftig alarm, als er maar een kattenkop om het hoek je van de deeldeur verschgnt. Ln één roetsj zit het heele wintergezelschap ln de elzen, waar het straatjongens achtig bigft zitten schelden tot het gevaar geweken ls. In het bosch wordt de em eeuwdag met nog stiller sprookjessfeer ge vierd. Het schgnt of alle leven on der den donsdeken is afgedekt, maar wie opmerkzaam toeziet, vindt alras dé fgne prenten en sporen van aller lei gedierte, dat ln den vroegen mor gen verrast en hongerig door de sneeuwwereld ls gegaan. De breede sparretakken bulgen onder den zwe ren last, die ook dicht en mollig op de dennenkronen ligt en prachtig blauw en zwart contrasteert. Soms klinkt er toch geluid. Een heel teer en yi muziekje tinkelt naderbg Met zilveren geluidjes trekken de meezeil ln troepen door het hout en onder 't donkere sparrendak kan men het fgne gemlesper van de goudhaantjes beluisteren, die ln spleten en gaten speuren naar het klein gedierte, dat hen den winterdag nog vrooigk en onbekommerd doet voorkomen. Mis schien. dat ge een glimp opvangt van het hermeiyntje, dat zich ln zgn wit te wlnterpakje heeft gestoken en al leen het staartpuntje ln het zwart gelaten heeft. Misschien, dat ge aan den stillen vgver ln het bosch of aan een beekje een schicht ln alle kleuren van den regenboog ziet voorbgfht» sen Dat ls het gsvogeltje, dat bg de bgten loert op Kletne Ylschjea en In secten, die er lucht komen happen. Dat zgn al twee van de boeiendste figuren, die er ln het buitenleven van den Kersttgd te betrappen zgn. VAGABUNDUS. DOODE rozen met Kerstmis Waarom weten we eigenlijk niet, maar de Nederlander legt in de donkere dagen rond do feesten aan het einde van het )aar een merkwaardlgen voor. keur aan den dag voor roode bloemen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1946 | | pagina 4