DE KERSfg
A/s de
Kerst
klokken
luiden
Impressies van
Kerstnacht
een
Kerstmaaltijden
Een verrassing in het gesticht
Er zijn dagen, die elk jaar weder»
keren en die altijd weer dezelfde stem»
ming en dezelfde stille vermaning bren*
gen.
Het Is elk jaar Kerstfeest, hoe de
wereld er ook uitziet en wat 's mensen
lot ook moge zijn.
Er stonden kerstboompjes in de on»
deraardse posten van alle legermachten
toen honderdduizenden verminkt en
bloedend op de slagvelden lagen, er zijn
kerstliederen gezongen in gevangenis»
sen door mensen, die wisten, dat ieder
Ogenblik de celdeur kon opengaan en
een vuurpeloton een einde aan hun Ie»
ven zou maken.
Er zullen dit jaar kerstboompjes
staan in huizen, die door het oorlogs»
geweld vernield zijn, waar men met
planken en lappen een woonplaats ge»
maakt heeft, waar vaak nog ruiten ont»
breken en de wind en de felle vorst al»
len, die daar bijeen zijn, doen verstij»
ven.
Er zullen overal kerstlichtjes zijn en
ook mensen, die door zo'n simpel licht»
je in de stemming voor deze dag zul»
len komen.
Het Kerstfeest is geen feest van haat
«n verbittering, maar van toenadering
en aaneensluiting \van allen, die van
goeden wille zijn. v
Er zijn de laatste tijd tal van inzame»
lingen gehouden voor geld en levens»
middelen, glas en alles waaraan op dit
ogenblik zo dringend behoefte bestaat.
Dat alles is naar de zwaarst geteister»
de streken van ons land gezonden, op»
dat daar althans de ergste nood kan
worden gelenigd.
Een comité, dat zich belangeloos be»'
schikbaar heeft gesteld voor de ver»
koop van kinderpostzegels draagt er
weer zorg voor, dat de misdeelde jeugd
niet zal worden vergeten. De Ouden
van dagen zal een gelukkig Kerstfeest
worden bereid en het Leger des Heils
heeft zijn kerstpotten weer neergezet
op de hoeken der voornaamste straten
opdat met milde hand aan de armsten
der armen kan worden gegeven.
Want Kerstfeest is het Vredesfeest,
waarop alles, wat wij in ons leven aan
goede gedachten en goede voornemens
hadden, weer In ons opkomt.
Hoe lang is het geleden, dat wjj als
kinderen om de kerstboom zaten en
met verrukte ogen naar de sprookjes»
achtige verlichting keken, terwijl een
zangkoortje een indrukwekkende kerst»
zang deed horen!
„Ere zij God in de hoge, in mensen
«en welbehagen".
Hoevelen zijn op kerstavonden niet
uit volle kerken huiswaarts gekeerd met
het gevoel dat wij mensen moeten ge»
ven en moeten doen wat wij kunnen,
om anderen gelukkig te maken en hun
leed te verzachten.
Wat is het, dat op Kerstavond zelfs
de meest verstokten het hoofd doet
heffen en met ontroering doet luiste»
ren?
Dat is het aloude kerstverhaal van
het Kindeke, dat in een armzalige stal
werd geboren, het verhaal van de ster,
die aan de hemel verscheen en de her»
ders deed opkijken toen de engelen het
„Vrede op aarde" zongen.
„Vrede op aarde!"
Vrede, daar waar een vertrapte en
ontwrichte wereld zich losworstelt uit
een bloedig verleden, waar in een sfeer
van wantrouwen nog onrecht gedaan
en geduld wordt.
Nog altijd staat de wereld in het
teken van egoïsme, maar hoe goed doet
het te weten, dat er weer een kerstdag
is gekomen, waarin wij niet alleen aan
het „Vrede op aarde", maar ook aan
het „In mensen een welbehagen" wor»
den herinnerd.
Moge dan in het donkerste der da»
gen de kerstgedachte de kracht der
ontroering hebben opdat wij opnieuw
tot het besef komen, dat ons leven niet
op egoïsme, maar op naastenliefde en
zelfopoffering moet gebouwd zijn.
Dan zullen de Kerstklokken dit jaar
voor ons niet tevergeefs hebben ge»
klonken.
Een blauwe hemel koepelt over Ara»
bië. Het blauw wordt getemperd door
een vage sluier van lichtgrijze damp,
die de trillende hitte boven de berg»
massieven en het smalle strand laat cfp»
trekken
Fel glinsterend ligt Makallah onder
de rode rotsen, glanzend wit en schit»
terend. Witte muren, witte daken, een
witte toren van een moskee er boven
uit.
De zon werpt grillige schaduwen in
de steile ravijnen tussen de bergmassa's
die van boven recht afgesneden zijn, als
met een mes door een reus gehan*
teerd
Langzaam nadert de „Semarang" de
kust. Vanmorgen vroeg, 25 December,
kwam aan de kim een flauwe lijn op»
duiken, die millimeter voor millimeter
uit het water leek op te stijgen, schijn»
baar los van de zee, door de hitte
Maar naarmate de „Semarang" nader»
bij kwam, werd de lijn een dikke
streep, en nog later een lage muur, die
dreigend in de verre verte stond. De
machinekamer*telegraaf klonk luid door
de hete tropenmiddag en de regelmati»
ge cadans van de machine verminder»
de van tempo. De witte schuimstreep,
die al vanaf de hoek van Sokotra recht
achter het schip aansleepte in een brede
baan met kleine kolkjes, werd smaller
en smallerEn alles wat er over
bleef was een spoor precies van de
breedte van het schip, aan stuurboord
gebobbeld door het uitstromende koel»
water.
De vijf»en»zeventig tussendeks»passa»
giers, opgeschrikt uit hun lethargie door
de veranderde geluiden uit de buik van
het schip, beginnen door elkaar te kri»
oelen, hun kakelende geluiden klinken
luid»op naar de brug. Vijf»en»zeventig
Arabieren, rijk geworden in Jjidië, ke»
ren naar huis terug, naar Makallah, -lat
daar ligt als een wit lidteken tussen het
gestolde bloed van de rode rotsen. Ara»
bieren, met hun levende have, die hun
onderweg voedsel verstrekte, met hun
bagage, bijeengenaaid met grove lappen
jute, gepakt in stoffige hutkoffers en
slordig opgestapeld aan dek
Dat die Arabieren op Kerstdag thuis»
komen, daar hebben ze geen benul van.
Zij kennen geen Kerstfeest. Iedere mor»
gen, zodra ae zon bloedrood van achter
de Oostelijke kim te voorschijn krooi
kwam één van hen naar boven, naar c
brug, om te vragen, in welke richting
Mekka lag, en als ze dat eenmaal wis»
ten, kwamen de matjes te voorschijn
en lag daar iedere Arabier geknield,
met zijn gezicht naar de plaats waar
hun heilige Kaaba staat. Monotoon
klonk hun litanie door de morgenstilte,
rvthmisoh bewogen hun armen en han»
den, als op commando bogen de licha»
men voorover, achterover, voorover
Hoog torent de rotsmuur uit het wa»
ter op. De „Semarang" verliest haar
vaart, loopt uit, stil is het beneden in
de machinekamer, stil wordt het aan
dek, waar de passagiers over de railing
hangen, om hun vaderland te zien na-
derkomen
Een smalle boot steekt van het
strand, geroeid door zes bruine kerels
de loods komt aan boord. Die komt
alleen om wat te verdienen, want een
haven is er niet, een vuurtoren is een
onbekende weelde, kaden en werven
ontbreken
Stil ligt nu het schip. Met een grote
boog komt de sloep langszij en de
..loods" klautert naar boven. Een Ara»
bier met een witte burnous, zeeladrzen
en een stro»hoed. In gebroken Engels
komen er een paar roer»commando's en
na tien minuten is de „Semarang" ge»
zwaaid en komt ten anker, stijf onder
de kust.
Kerstdag op de Arabische kust.Ge»
werkt wordt er als altijd, de Arabieren
willen aan land. Hun bagage hebben ze
overal dèèr neergezet, waar die zQveel
mogelijk in de weg staat, de luiken lig»
gen open en van diep onder in de buik
Van het schip komen nog meer eigen»
dommen naar boven. Daar ligt het han»
delskapitaal van de heren, balen melas»
se»suiker, waar, door het wekenlange
liggen de stroop uitdruipt en in het tus»
sendek staan nun automobielen. Een
Griek is nu eenmaal slimmer dan een
Hollander, en een Arabier slimmer dan
een Griek en als de Javanen zich wil»
len laten afzetten door de Arabische
toko's, is dat hun zaak en een auto
wordt er wel aan verdiend
Kerstdag in de Hadramaut.De zon
zinkt vcrweg, achter Aden in zee, maar
het werk gaat door. Al wel duizend
keer zijn de smalle prauwen heen en
weer gevaren. De melasse is gelost.
Dan de auto's. Twee prauwen tegen el»
kaar aan gesjord zijn net voldoende om
een wagen te dragen en aan land te
aren
Uren duurt het gezwoeg, het gedaver,
het lawaai
Dan valt er opnieuw stilte over het
schip. Dc passagiers zijn weg, de lading
is weg. Aan wal worden de Studebakers
en de Packards door kamelen wegge»
sleept, want er zijn wel rijke Ara Dié»
ren in Makallah, maar er is geen ben»
zine Kismet, noodlot
Kerstavond in Makallah Donkerte
valt over de aarde, tegen de hellingen,
die ^hn rood, bruin en van bruinv zwart
geworden zijn.Donkerte kruipt over
het water aan, vanuit het Oosten, eer
enkel lichtje pinkt nog aan wal, van een
walmend olie»pitie, een kaarslantaafn.
Kerstnacht onder de tropenhemel
Helder staan de sterren, de maan blijft
nog wat wegKoelte komt er niet.
de warme landwind brengt alleen maar
stof en een ranzige lucht van kamelen
en dierlijk vet
Een geel«rode ster verschiet...
Morgen zal de „Semarang" haar weg
erder zoeken door de nauwe Rode
Zee, naar het Noorden ,naar Holland,
maar als zij daar aankomt, zal de Kerst»
nacht van dit jaar allang vergeten zijn,
ergeten door hen die schaatsen reden
cn de kaarsen in de boom aanstaken
Kerstnacht, ver vam huis zij, die die
nachten belévcn, vergeten ze nooit.
- W. Oliemans.
^_W»j luisteren
met Kerstmis riaar.... j
EE'STE KERSTDAG
HILVERSUM 1 VARA; 8 Kerstklokken
9 Kerstverhaal 10 VPRO: Kerstpoëzie 10.30
Kerstdienst 12.35 VARA: Mljlpaltiu op de
weg naar de vrede; 14.45 Operette-pro
gramma; 15,55 Op bezoek bij zieken; 17.30
Kinderkoor: 19,30 VPRO: Kerstdienst voor
kinderen 21,25 VARA: Operette „De Be-
delstudent; 23,15 Langs de steden der
wereld
HILVERSUM n NCRV: 7 Kerstzang-
dienst; 1.30 KRO'; Hoogmis: 10 IKOR;
Kerkdienst; 11,30 NCRV: Kerstklanken,
12,15 Concert door NCRV Kleln-orkest;
13,45 Kerstmis in de muziek; 14.45 Kerst-
programma voor de Jeugd; 1G.30 Matro-
zenkoor; 17 Kerkdienst; 18,30 Kerstliede-
renprogramma; 20,30 Kerstdeclamatorium;
21,20 Kinderzang uit verschillende landen;
22,30 Harmonie-orkest; 22,45 Avondover
denking; 23 Werken van Betehoven
TWEEDE KERSTDAG
HILVERSUM I AVRO: 8.15 Kerstklok
ken; 9,15 Morgenwijding; 9,30 Declamatie;
10 VPRO: De brandende fakkel; 12 AVRO:
Welhnachtsoratorium; 32,40 Claveclmbel-
spel; 14,30 Muziek mozaïek; 16,15 Hoorspel
10.20 Gramofoonplaten (verzoekprogram
ma) 21,30 Kerstpralines
HILVERSUM n NCRV; 8,15 Jongens
sopraan; 8,30 St'udlodienst; 10— KRO-
Hoogmis; 13,45 Kerstlegende; 14 NCRV:
Kerstsextet; 14.30 Kleuteruitzending; 15,45
Kerstfeestviering ln millt hospitaal te
Nijmegen; 17 Het Kerstlied klinkt; 20.05
Fragmenten uit „The Messlah" van
HSndel; 21,30 „Kerstnacht" declamatie;
23,15 Avondconcert
Nekkramp aan boord van
de „Indrapoera"
Gedurende de thuisreis van het
repatriëringsschip ms. „Indrapoera"
deed zich onder de passagiers dd 6
December een geval voor van nek
kramp. Gedurende het verdere ver
loop van de reis volgden onder de
passagiers nog negen ziektegevallen,
waarvan in zeven gevallen met ze
kerheid dezelfde diagnose kon wor
den gesteld.
Van deze tien patiënten overle
den er zes (vier van de zekere en de
twee genoemde onzekere gevallen)
Een patiënt werd in een ziekenhuis
in Gibraltar opgenomen en is vol
gens telegrafisch bericht herstel
lend. Drie patiënten werden bij aan
komst te Rotterdam in een zieken
huis aldaar opgenomen
WEDSTRIJDPROGRAMMA KNVB
Naar wij vernecnen zullen tijdens
de Kerstdagen geen wedstrijden van
de KNVB worden gespeeld.
Het programma voor Zondag 2!
December blijft in principe gehand
haafd
Kruiswoordpuzzte voor iedereen
Horizontaal: Verticaal:
1. Medeklinker; 2. Recreatie en alg. 1. Mooiste Kerstboomversiering; 2.
Ontwikkeling; 4. vaartuig; 5. Aanschrij» Wiel; 3. In orde!; 5. Lichtbron; 6. Win»
ven; 7. Vul in: G C I; 9. Afbakening; terspeefgoed; 7. Warmte; 8. Ik (Duits):
11. Vuurmaker; 13. Nee (Eng.); 14. 9. Vul in: HFT; 10. Gedeelte van
Lidwoord; 15. Ouderwetse slee; 17. He» Kerstslinger; 12. Europeaan; 16. Als
mellichaam; 21. Beroemde Kerk in U» 15 horizontaal; 17. Kerstboom; 18. Berg
trecht; 22. Meisjesnaam; 23. Litermaat; van steen; 19. Drank; 20. Ontkenning;
24. Meubelstuk; 25. Schrijfgereedschap; 22. Pers. Voornaamwoord; 23 Ouder»
26. Bekende Dierentuin; 27. Kerstlek» wetse meisjesnaam; 25. Vader,
kernij.
lste Kerstdag:
Kippensoep.
Kip, aardappelen, appelmoes.
Chocoladepudding met room.
2e Kerstdag:
Kop bouillon.
Saucijsjes, aardappelen, witlof.
RuriN?udding met biscuit.
Rijksduitser „kidnapt" zijn
zoontje
Een Rïjksduitser. die tijden» de
oorlog een verhouding had met een
Nederlandse, kwam enkele dagen
geleden clandestien over de Neder
landse grens. Zaterdagavond heeft
hjj zijn VA jarig zoontje, uit een
woning in de Nicolaas Beetsstraat ta
Amsterdam, tijdens de afwezigheid
van de moeder, ontvoerd.
De laatste gegevens cie de politie
bekend zijn, houden in dat vader en
zoon bij Kaldenkirchen o"nieuw de
grens in Oostelijke richting zijn fl
passeert!
Het Kerstgeschenk
Ruut hield zijn adem in.
Nu werd bil voor de tweede keer
wakker van dat vreemde geluid.
Het klonk alsof er Iemand aan de
benedendeur rammelde
Maanlicht viel door de bevroren mlten
en liet iets zien van de vijf witte ledi
kanten waarin de anderen sliepen.
Die anderen waren Heitje, Bart, Knob
bel, Saffie en Puk Hoe ze ln werkelijk
heid heetten wist Ruut niet eens. In het
gesticht werden ze door lederéén zo ge
noemd.
Daar had je het weer Ruut stak een
arm uit en stootte Saffie aan. „Hoor je
dat óók?" Nors draalde Saffie zich af.
.Ze zullen je niet opbikke...." en sliep
v erder.
De jongens waren laat naar bed gegaan
Ze hadden samen geploeterd om het ge
sticht zo gezellig mogelijk te maken voor
d« Kerstdagen.
Deze avond waren ze het er allen over
eens geweest, dat het in een opvoedings
gesticht soms nog beter was dan thuis-
Allen, behalve Ruut, de nieuweling Hij
had nog geen vrienden gemaakt De Jon
gens waren énders dan hij. Als ze even
-Je kans kregen, gooiden ze ruiten kapot,
en haalden èndere Rauwigheden uit, waar-
fcnee je alleen maar Jezelf had
Ruut kon het niet helpen, maar hij vond
ze zo stöm.
Het was geen peuleschllletje waarvoor
hij was opgepakt Hij had op de Nieu-
wendijk ln Amsterdam Zwarte textielpun
ten en boterbonnen verkocht. Eerst met
tegenzit}, omdat hij graag naar de Am-
tuchtsschool had gewild om voor mecha-
nlclën te leren
Maar hij moest van ome Jo, bij wlen
hij sinds moeders dood ln huls was
l ater had hij tóch de smaak te pakken
gekregen.
En als een échte zwarte handelaar wist
hij alle prijzen uit het hoofd.
Verstopte bonkaarten ln de voering Van
zijn jas, ln een „dubbele sok" en zorgde
zo, nooit door de mand te zakken. Als
een agent iets vroeg, stond hij ln de ilj
voor een bioscoopkaartje. I»-le goed of
nletT
Schéppen geld verdiende hijen a:
kreeg hij van ome Jo alleen twee kwar
tjes zakgeld, hij zorgde tóch wel, dat-ie
binnen'kwam.
Voor zijn opgespaarde geld had hij
mooie dingen gekocht.
Een fiets en een hond.
Vooral van de hond had hij veel ple
zier gehad, al was er elke dag ruzie om
met ome Jo.
Maar daar had ja dat gebonk alwaar.
Zou niemand het horen? Het konden in
brekers zijn. Of een overstroming, door
dat de waterleiding gesprongen was. Dat
gebeurde meer bij strenge vorst
Ruut gleed uit bed. Liet zich langs da
leuning de trap afzakken. Stond dan ln
de achterhal.
Was dat mogelijk? Daar blafte let».
Daar krabde Iets aan de deur. Een hond
Ruut'a hart bonsde een roffel van schrik
en blijdschap. Hoe kón dat? Daar stond
Banjo.... ujn Banjo
Maar gunst, de deur was op slot In
hoe moest dat nou allemaal?
In de kamer van den directeur sat Ruut
ln zijn gestlchtshemd. En op blote voeten.
„Het is m Ij n hond. meneer. Maar. Ik
weet niet, hoe hij hier komt Echt niet."
De directeur, die tot diep 'ln de nacht
had zitten schrijven, legde zijn vulpen
neer „Zo. Jongen. Dat lijkt roe ander»
verdacht toevallig. Ik geloof best, dat et
peurhonden bestaan, maar honden, dia
hun baas in het gesticht opzoeken., nee.
Heb je geen vriendje, die daar voor ga»
zorgd heeft?"
Ruut zweeg koppig. „Nee", schudde htf
„Nou", zei de directeur, „ln elk gevat
mag die hond vannacht ln de schuur
slapen Breng hem maar ln de gereed-
schapsloods En dan als de drommel m
bed. Mars! Hier is de sleutel."
Het werd het mooiste Kerstfeest, dat
Ruut ooit beleefd had. Want het bleek,
dat de conciërge Juist een goede hond kon
gebruiken.
Er waren ratten op het terrein en bo
vendien zou Banjo een goede waakhond
zijn. Rutgers werd al wat doof....
Met een stralend gezicht maakte Ruut
op Kerstmorgen een terrein-wandeling
met Banjo Ze hadden elkaar heel wat te
vertellen Een taal ion der woorden, die'
heel goed begrepen werd.
„Nou zien we elkaar elke dag", juichte
Ruut „Nou heb lk hier toch een vriend"
Eerst veel later hoorde Ruut waaraan
hij Banjo's komst te denken had. Een
kennis van de zwarte markt had zich
over het beest ontfermd en het, toen hij
er genoeg van kreeg in „Heideveld" go-
bracht. Het zou dan wel een onderkomen
vinden, dacht hij.
En het vónd een onderkomen.
Bij het baasje zelf. Dat nu helemaal
met meer tegen het Jaar ln het gesticht
opzag 1 Het was een prèchtig Kerst
geschenk, waarvoor Ruut de hele wereld
wel zou willen bedanken. Ome Jo en den
directeur lnclulsl
STEN.
DE DRIE SLOEPEN
In de schemering van die Novem»
ber»avond verdronken vele mannen
van de „Zaandam". Niemand zal ooit
kunnen navertellen de wanhoop die er
was in de harten van al die jonge men»
sen, waarvan er geen ooit meer New
York bereikte, doch die omkwamen in
het lauwe water van de South Atlan»
tic. Niemand zal hun laatste gedachten
weten, niemand hun laatste woord,
waarmee ze de gevloekte oorlog ver»
wensten die een einde aan hun kort be»
staan maakte. Niemand de haat tegen
het redeloze noodlot dat hen deed on»
dergaan op 600 mijl afstand van de wal
van Zuid Amerika. Niemand zal ooit
Vreten de angst van die matrozen die
moesten sterven op een eenzame zee,
waarover in de verte het geluid klonk
van het hulpgeroep der andere matro»
zen, die evenals zij vochten tegen olie
en uitputting. En niemand zal ooit we»
ten de tragedie van hen die hun dood
vonden door de haaien, waarvan het
wemelde op de plaats, waar het goede
schip „Zaandam" tenonder was ge»
gaan.
Een der officieren, J. de Lange,
kon een vlot bereiken, tegelijk met een
paar andere mannen. Ze zagen kans
naar een omgeslagen boot te peddelen
die ernstig beschadigd was en waarvan
-ie drinkwatertank opengescheurd
bleek. Er zaten geen mensen meer in
die boot. Het had geen zin zich af te
vragen waar die gebleven waren.
De Lange, en de mannen die met hem
waren, zagen kans een aantal drenke»
lingen. op te pikken die wanhopig
ronddreven en zo lang gingen zij er»
mee door dat er 34 man gered werden.
Intussen zagen ze kan% dc sloep een
beetje te herstellen en bevaarbaar te
maken.
De sloep die niet al te beschadigd
van de „Zaandam was vrijgekomen,
was gevuld met 72 mannen, hoejvel zij
een capaciteit had. van 62 man. Ze lag
met het boord gelijk met het water. De
leiding in dit vaartuig had de 2e offi»
cier K. Karssen. Deze sloep werd ge»
praaid door de duikboot, die Karssen
met machinegeweren en handgranaten
dreigde als hij geen inlichtingen wilde
verschaffen. Karssen verschafte inlich»
tingen maar ze hadden slechts weinig
met de waarheid te maken. Daarna
verdween de duikboot.
Deze sloep nam de andere, die van
De Lange, op sleeptouw. De derde
sloep kon niet worden bereikt.
Er werd een zeil gehesen en zo zet»
ten deze mannen koers naur Brazilië.
Er was wat water en voedsel aan
boord en dank zij het karige rantsoen
zagen ze kans het 5 dagen uit te hou»
den. Die vijfde dag verscheen een
Yankee tanker die de mannen over»
nam en in Trinidad aan wal zette. Twee
mannen overleden op die tocht dooj
ontbering.
En dan was daar die derde sloep. Dat
was de sloep onder leiding van den 2en
officier NV. Broekhof, die nadat hij
overboord gesprongen was met een
paar andere mannen terstond getracht
had de zwaar beschadigde boot recht
te trekken en daarin slaagde. Ze von»
den hierin de lijken van den hoofd*
machinist en 3 Javaanse bedienden.
Broekhof en zijn mannen begonnen
direct met het oppikken van de dren»
kelingen en ze slaagden er in, intussen
steeds hozend, er 60 op te pikken, som»
migen meer dood dan levend. De vol»
gende dag werd de sloep zo goed en zo
kwaad als het ging hersteld met stuk»
ken zeildoek. Er was geen kompas in
die boot. Wel enig voedsel en drink»
water. Er kon geen man meer bij, hoe*
wel er nog verscheidene ronddreven.
Was er nog één drenkeling bijgekomen,
dan was de sloep gezonken. Het was
een zwaar besluit weg te gaan.
De afstand naar de wal werd geschat
op 430 mijl en met Oostenwind werd
een zeiltje gehesen. Op 3 November
ving, west»zuid«west sturend, deze tocht
aan. Er werden wachten ingesteld voor
bet hozen en wachten voor het sturen
De sloep bleef lekken, wat er ook aan
gedaan werd. Op 5 November nam de
wind in sterkte toe en er kwam veel
water over. dat het verblijf in het
kleine overladen vaartuig tot een door»
lopende marteling maakte. Er werd ex»
tra 'gehoosd maar hoe hard men ook
hoosde, het water liep even snel weer
binnen. De deining nam steeds toe en
de sloep stampte en slingerde. Velen
waren doodziek doch dank zij het be»
leid van Broekhof werd veel ellende
voorkomen. Op de 6e November was
het ruw weer en de toestand in het
kleine scheepje werd uiterst critiek.
Iedereen begreep dat het elk moment
zou kunnen omslaan. Maar de voorzie*
nigheid wilde blijkbaar dit groepje
mensen niet laten ondergaan en net
wonder gebeurde dat op de 9de No*
vember ae monding van de Rio Per»
guinas bereikt werd. Er waren toen
slechts enkele doden te betreuren.
Alvorens de mannen goed en wel in
bewoonbare streken waren gekomen
moest er nog heel wat gebeuren dat
echter buiten het bestek van dit te*
laas valt Zo er echter één ding bew«*
zen werd, dsn was dat het aangeboren
leiderschap van Broekhof, die als een
waarachtig schipper naast God deze
tocht tot een goed einde wist te bren»
gen.
Dit is in het kort de geschiedenis der
drie boten van de „Zaandam". Zij die
mochten slagen een plaats er in te
krijgen hadden geluk.
Ér waren er evenwel die dit geluk
niet hadden en eenzaam op zee ach»
terbleven. Voor hen was er geen wal,
geen schip en geen uitkomst. Bijna al»
len kwamen om in het water van do
South Atlantic.
Dat heet dan in oorlogsterminologie
dat zij hun tol betaald hebben aan de
zaak der Vrijheid.
Wordt vervolgd.