BRAND IN WOLKENKRABBER
De Belgische premier vertelt
zijn eigen geschiedenis
Allerlei voor de Jeugd
Hoe te voorkomen of te bestrijden
.x
DE LANGSTRAAT van ouds
SCHOENENSTREEK
Interview met brandweercommandant
te New-York
(Van onzen New Yorkschen correspondent).
I^E winter is weer in het land en met hem komen de groote.
verschrikkelijke branden. Hotels staan plots in lichterlaaie
er vallen slachtoffers bij honderden. Uit oude huurkazernes
en volgepropte nachtasyls voor negers barsten opeens de
ziedende vuurtongen; de snerpende Noorderwind helpt mee
aan het werk der vernietiging. Naarmate de koude toeneemt
en de verwarmingstoestellen overal in actie komen, groeit
het gevaar; den hcelen dag schieten de roode brandweer
wagens gierend en onder doordringend belgerinkel door de
stratenWat wordt er gedaan om de dicht opeengepakte
menschenmassa te beschermen, die in deze in de hoogte ge
bouwde stad werkt en woont?
Hierover ben ik gaan praten met
het hoofd van de New Yorksche
brandweer, Fire Commissioner Frank
J. Quayle, op de elfde verdieping
van het nog eena zoo hooge Stadhuis.
Hij is de man, die het werk van
10338 mannen regelt en beoordeelt.
Van hen zijn er 86o2 brandweerlieden
ln actieven dienst; de rest bestaat
uit officieren, chauffeurs en piloten
op de honderden ladderwagens,
«puitwagens en drijvende spuiten.
„We zouden het heel wat minder
druk hebben," begon Quayle^ „als
we de diverse bepalingen voor 1
voorkomen van brand met terug
werkende kracht konden toepassen.
Helaas is dat niet zoo en daardoor
voldoet eigenlijk alleen de nieuwbouw
aan onze eischen. Daarnaast bestaan
nog duizenden gebouwen met open
trappenhuizen of liften zonder metalen
afsluitdeuren. Die trappen en lift-
kokers zijn je ware om van een be
trekkelijk onschuldig brandje een
reuzenbrand te maken. Rook en
vuur razen er doorheen en vreten
alles aan. Natuurlijk rapporteeren
onze inspecteurs dergelijke en andere
misstanden regelmatig, maar vaak
hebben wij niet 't recht afdoende
maatregelen voor te schrijven. Wat
wij niet kunnen afhandelen, gaat
door naar de afdeeling Volksgezond,
heid of naar „Hulzen en Gebouwen",
en langs die omwegen is er in mijn
tijd al heel wat verbeterd. Toch zal
't nog wel 'n poosie duren vóór de
oudere huizen voldoen aan onze
nieuwe eischen .En tot zoolang zul
len we nog wel volop werk hebben,
vrees lk."
Moderne eischen
„Kunt u mij een Idee geven van die
eischen
„Voor alles wat hooger wordt dan
twee verdiepingen, maa» dat beneden
de 85 voet (pl.m. 26 meter) blijft,
eischen wij steenen buitenmuren,
brandvrije vlieren tusschen kelder en
benedenverdieping en een muur van
minstens 20 cm. dikte om het heele
trappenhuis heen. Bovenaan moet een
lazen daklicht worden aangebracht,
at we m ernstige gevallen inslaan
om flammen en rook naar bulten te
drflven, en te voorkomen, dat ze on
der de deuren door de overige appar
tementen binnendringen. Alle deuren,
die op het trappenhuis uitkomen,
moeten met blik overtrokken zyn;
zoo blijven zij ongeveer een uur be.
stand tegen groote hitte. En ten slot
te moeten er voldoende brandtrappen
worden aangebracht tegen de gevels
van het gebouw; u kent die ijzeren
ladders weL Mooi staan ze niet. maar
ik verzeker u, dat zy duizenden le
vens hebben gered.
Voor hoogere gebouwen schrijven
wij een waterreservoir van minstens
13.000 loter voor, voor elke twintig
verdiepingen. Van dat reservoir uit
loopt de z.g. „standpipe", een pijp, die
alle verdiepingen met elkaar verbindt.
Op Iedere étage heeft de pijp een uit
laatklep, een lange linnen slang en
een koperen mondstuk. Zoo kan dus
elk begin van brand onmiddellijk
worden bestreden; als wij komen
schakelen'■wij de straatkraan ln en
kunnen óf water onder druk het huis
in spuiten, óf gebruik maken van de
reservetanks en de „standpipe". De
linnen slangen gebruiken we nooit,
omdat daarvoor onze druk te groot
Is."
„En geldt deze methode ook voor
brand in een wolkenkrabber?"
„Ja, eigenlijk wel. Zooals gezegd,
moet er op elke 20 verdiepingen een
watertank beschikbaar zijn; voor
wolkenkrabbers wordt een capaciteit
van minstens 20.000 liter vereischt.
Maar meestal zijn die reservoirs
Zij zij niet mooi, die brandladders aan
den buttenkanf der gebouwen, maar
tl) hebben duizenden het leven gered.
Een wolkenkrabberhotel,
eigenlijk een aantal hui
zen op elkaar gestapeld,
ieder van twintig ver.
diepingen.
grooter, omdat ze ook dienen voor
de watervoorziening in het gebouw,
en in geval van grooten nood hebben
wij dan ook veel meer water beschik
baar dan het wettelijk minimum.
Bovendien moeten er in den kelder
enorme pompen opgesteld zijn, d.e
voortdurend water opompen en de
tanks bijvullen. Ook kunnen wij,
door de bijzondere constructie van
de „standpipe" beschikken over den
inhoud der andere tanks in het ge
bouw; aan water hebben wij dus
nooit gebrek.
U merkt wel, dat het in een wol
kenkrabber vrhwel altijd mogelijk is
een brand tot één verdieping, of zeifs
tot een enkele kantoorruimte, te
beperken; want alles is hier boven
dien van vuurvast materiaal ge
bouwd: alle muren, vloeren zolde
ringen De ramen en deuren zijn
vaalt van staal of althans met me
taal overtrokken: de trappenhuizen
zijn geheel ingebouwd en hebben
automatische afsluitdeuren per zoo
veel verdiepingen. Wij bestrijden den
brandhaard van binnen uit en het
is vaak voorgekomen, dat wij druk
bezig waren op, laat ons zeggen de
twaalfde verdieping, terwijl de rest
van het gebouw weinig of niets
merkte van den brand".
„Maar veronderstel nu eens dat
zoo'n brand niet van binnenuit
ko worden bestreden?"
Fire Commissioner Quayle lachte.
„Dan hebben we altijd nog onze
grootste en krachtigste spuiten, die
water op kunnen' werpen tot een
hoogte van 300 meter. Graag gebrui
ken wij ze niet vanwege den enormen
druk op de slangen, en eerlijk gezegd,
in m\jn ervaring Is het ook nog nooit
noodig geweest. De wolkenkrabbers
vormen eigenlijk een aantal huizen
op elkaar, ieder van twintig verdie
pingen en de maatregelen, die voor
elk dier hulzen afzonderlijk zijn ge
nomen, blijken tot nu toe afdoende".
„En wordt dan het „sprinkler
system", het sproeisysteem, niet
toegepast?"
„Niet in wolkenkrabbers tenzij ze
voor fabrieksdoeleindett- zouden wor
den gebruikt, en dan fcog alleen ais
het brandrisico bijzonder groot ls.
Het sprinkler-system, dat wordt in
gebouwd, bestaat uit een netwerk
van buizen, die naast elkaar boven
de zolderingen liggen en een gegeven
aantal openingen hebben welke in
normale omstandigheden zijn ver
zegeld. De buizen zijn alle verbonden
met de reserve-watertanks van het
gebouw en staan onder voortduren-
den hoogen druk. Stijgt nu de
temperatuur tot 165 graden, dan
smelten de zekeringen der buizen, de
„sprinklers" beginnen royaal water
rond te strooien, meestal in cirkels
met een straal Van 3,5 meter en
er blijft geen plekje droog op de
plaats van den brand! Ja die dingen
nebben ons al heel wat werk be
spaard. en den verzekeringsmaat
schappijen heel wat duiten! En d'r is
nog iets aardigs bij ook: de meeste
sprinklersystemen zijn aangesloten
bij een privé-alarrakantoor. Komt er
eenige beweging in het water in
reservoir of buizen, hetzij door een
lek of wat dan ook, dan gaat er een
waarschuwingsbelletje over in het
alarm kantoor, dat op zijn beurt een
van onze brandweerposten aanroept
Zoo hebben we brandjes ronder tal
den kop ingedrukt vóór zij branden
konden worden!"..,.
f Astronomische verkenningenj
Het sterrenbeeld Orion
ORION is zeker wel het meest In
drukwekkende sterrenbeeld van
den geheelen hemel. Grootsch en im
posant staat de machtige gestalte van
den geweldigen jager der Oudheid
geteekend op het zwart fluweel van
het nachtelijk firmament. Een schit
terende zevensterrenfiguur, die steeds
weer het oog bekoort Half Januari
omstreeks 21 uur midden-Europee-
schen tijd prijkt Orion in zijn hoog-
sten stand boven het zuiden. Een
praohtstand voor de waarneming van
dit majestueuze sterrenbeeld.
In het linkerbovenhoekpunt flon
kert de roode Betelgeuze of alpha
Orionis, van de le grootte. Betelgeuze
Is een ster met reusachtige afmetin
gen; als zij op de plaats van de zon
stond, zouden de banen van Mercu-
rius, Venus, de aarde en Mars bin
nen het lichaam van Betelgeuze ge
legen zyn. Nu is Mars gemiddeld 1.5
maal zoo ver van de zon verwijderd
als de aarde; men kan zich dus vry
gemakkelijk een voorstelling vormen
van den enormen omvang van Betel
geuze, de roode reuzenster. Haar
middellijn ls bijna 300 maal zoo groot
als die van de zon. De ster is buiten
gewoon ijl en heeft een oppervlakte-
temperatuur van „slechts" 3400 gra
den. Betelgeuze is dus een koele,
oude, we zouden haast zeggen „afge
leefde" ster. Haar afstand bedraagt
300 lichtjaren. De naam Betelgeuze
ls een verbastering van het Arabische
,,Ibt al Jauza", d.L „Schouder van
den reus".
Diagonaal tegenover Betelgeuze
staat bèta Orionis of Rigel van de
grootte 0.3. Rigel is een schitterende
'ft!f
(Van onzen Brttsselschen correspondent.)
fK praat zoo vaak over dingen waar Ik geen verstand van heb, aldus de
Belgische premier, Kamiel Huysmans, voor leden van de Orde der Advo
caten, dat ik nu wel eens zou willen spreken over iets, dat ik terdege be-
beersch: mijn eigen geschiedenis.
Mijn overgrootvader vocht
voor Moskou
Ik zie nog mijn overgrootvader
voor mij. Hij had zyn beide oogen
verloren in de slag voor Moskou in
tgir. Hy had zooveel kinderen, klein
kinderen en achterkleinkinderen, dat
wy met ons 250-en op zyn begrafe
nis waren. Mijn familie was zeer
vroom. Wij telden wel 15 pastoors
en zelfs een bisschop. Ik zelf hielp
mee by hét celebreeren van de mis,
maar óe pastoor stuurde mij weg,
omdat ik meer oog had voor den wijn
dan voor den dienst.
Uit dien tnd dateert myn anti-
clericalisme. Ik weigerde naar de
Katholieke school te gaan. Ik werd
de eenige leerling van een gemeente
lijken onderwijzer. De andere kinde
ren schuwden my. Mijn vryzinnige
grootvader leed onder de vervolgin
gen. waaraan ik bloot stond. Hy
ging er aan dood en ik zwoer, dat
Lk hun dat betaald zou zetten.
Ik
Tydens myn lessen op het gym
nasium van Tongeren, bracht ik de
avonden door by een ouden Italiaan,
die mg muziek leerde. Ik besloot
muzikant te worden. Men stuurde
my naar de Luiksche universiteit.
Ik volgde muzieklessen aan het mu
ziekconservatorium. Nu nog maak
ik altijd deel uit van de Luiksche
zangvereeniging „De vrienden van
Grétry". Ik zing elk jaar op een
feestmaaltijd dezer vereeniging. Toen
ik voor ae eerste maal minister
werd. zei mijn eerste minister, de
heer Jasper: „U gaat toch niet in
het openbaar zingen?" Ik antwoord
de: „Waarom niet? Zingt ook de
Kardinaal niet in het openbaar?"
Ik werd leeraar op het gymnasium.
Maar de Katholieke minister Schol-
laert liet mij bij zich ontbieden eD
vroeg, of het waar was, dat ik so
cialistische denkbeelden had. Ik kon
dat niet ontkennen en werd ontsla
gen. „Geen socialisten op de gymna
sia", zei hg. „Dank U", zei ik. Zon
der dien minister zou ik een gepen-
sionneerd leeraartje zyn geworden.
Een zekere Litwinov
Als secretaris van de Socialisti
sche Internationale kreeg ik eens
bezoek van den secretaris van Lenin.
Dat was in 1912 Die secretaris'* was
een zekere Lit^inow. De Russische
revolutionnairen waren toen al ijve
rig aan het complotteeren. Zij had
den wapens noodig. Louis de Brou-
ckère en ik kochten wapens in Luik
en zorgden voor het transport over
KAMIEL HUYSMANS
zee. By Terneuzen werd een van onze
schepen in beslag genomen. Ik kreeg
huiszoeking. De compromitteerende
facturen lagen op mijn bureau, maar
de politie zocht ln geheime laden en
kasten. Ze gingen op kisten zitten
die ze niet open maakten, hoewel die
tot barstens toe met wapens Waren
gevuld. Ik verscheen voor een rech
ter, die mij vrysprak wegens gebrek
aan bewijzen. Dat gebeurde in dit
zelfde gebouw, in het Paleis van Ju
stitie, vyf-en-dertig jaar geleden.
Daar hy de Duitsche mentaliteit
kende, was hy er lang vóór 1940 van
overtuigd, dat de oorlog onvermy-
delyk was. Hy betreurde, dat op 15
Januari 1940 niet was ingegaan op
zyn voorstel om de Joden naar En
geland over te brengen. Had men
aat voorstel aangenomen, dan zouden
20.000 Antwerpsche Joden minder
zyn gestorven,
En tenslotte sprak Huysmans nog
over zyn eigen regeering, die men
een kort leven had voorspeld. Over
een paar dagen, zei Camilie. zal ik
het record hebben geslagen. Geen en
kele regeering, die sedert de bevry-
ding de my'ne is voorafgegaan, heelt
langer dan vyf maanden geleefd.
Met deze optimistische noot besloot
de 76-jarlge Huysmans zyn speech.
Mr Van Kleffens zal de eere-gaat zijn
bij een dlner,"71at ln het Waldorf Astorla
Hotel te New York oa 22 Januari door
de Nederlandsch-Amelptaansche stich.
tlng te New York en de Kamer van
Koophandel van den staat New York ge
geven zal worden.
Het Amerlkaansche ministerie van
Oorlog heeft nieuwe plannen aangekon
digd om een ononderbroken toevoer van
Amenkaansch graan naar Dultschland
gedurende den geheelen winter te verze
keren Deze maand zullen 29 schepen
met 195.000 ton graan en 66.000 ton bloem
naar de Amerlkaansche zone vertrekken
ZO KOMEN
SNOEPERS TE PAS!
door
D. A. CRAMERSCHAAP.
Moeder Knor moest op visite
By Oom Spek Ln 't varkenskot,
Maar ze deed voordat ze uitging
De provisiekast op slot.
In haar haast om weg te komen
Viel de sleutel op de grond
O, wat moest die Dikkle lachen
Toen hy thuis kwam en hem vond!
Dikkle Knor is dol op snoepen;
Altyd heeft in zyn ben
Of een dropje, óf een zuurtje,
Of een stukje su.kerepek!
En nu wist hy: in die muurkast,
Daar door Moeder weggezet,
Stond een bord met oliebollen
Goudgeel, druipend van het vet!
Kyk, de kastdeur staat wyd open,
Dikkle steekt zyn poot al uit!
Maar daar ziet hij Moeders ogen
Naar hem kyken door de ruit!
Met drie stappen ls zy binnen
En in plaats van oliekoek
Krijgt hy eerst een duchtig standje
JJp dan
helwitte ster; zH behoort tot de vier
sterren, die in nelderheid op Sirius
volgen. De oppervlakte-temperatuur
van Rigel is zeer hoog, omstreeks
14.000 graden. Zy heeft een ltcht-
kracht van 18.000 zonnen, d.w.z. ze
straalt 18.000 maal zooveel licht uit
als de zon. Haar afstand bedraagt
500 lichtjaren. Het behoeft ons dus
nici te verwonderen, dat de lichtreus
Rigel zich op dezen enormen afstand
nog vertoont als een zeer heldere
ster. De naam Rigel ls een verbas
tering van het Arabische „Ridjl ai
Jauza", dj. „been van den reus".
In de rechter-hovenhoekpunt prykt
gamma Orionis of Bellatrix, van de
2e grootte. Haar naam beteekent „de
krijgshaftige". Bellatrix geeft geen
aanleiding tot byzondere opmerkin
gen evenmin als de zwakkere ster
kappa Orionis in de linker-beneden-
hoekpunt.
De vier sterren alpha, bèta, gam
ma en kappa vormen de hoekpunten
van een rechthoek, welke kenmer
kend ls voor Orion. Boven dezen
rechthoek, in het hoofd van den ja
ger, ligt de ster lambda Orionis van
de grootte 3.5. Vlak onder deze ster
liggen twee zwakke sterren van de
grootte 4.5 op een onderlingen af
stand van 33 boogmlnuten; de volle
BtfeL
ijrviem.
-> B,tl.
0
ORION
#S
maan past er dus precies tusschen,
wat men op het eerste gezicht niet
zou vermoeden (gezichtsbedrog, ten
gevolge van overstraling of irradia
tie). De drie sterren in het ho«-fd
van Orion lHken samen een wazig
lichtwolkje boven Betelgeuze en
Bellatrix.
De drie sterren ln het midden vaal
den rechthoek, nl. delta, epsilon en
zêta, resp. van de grootte 2.5, 1.7 en
1.9, heeten de gordel van Orion of de
„Drie Koningen". Het is een schitte
rend sterren-trio, dat aan Orion een
byzonder décor verleent. Delta
Orionis, de bovenste ster van den
gordel, ligt precies op den hemel
equator; zij komt dus ln het oost
punt op en gaat in het westpunt on
der.
In het zwaard van Orion liggen ten
slotte nog de sterren c, thêta en iota.
Thêta is^het middelpunt van den be
roemden nevelvlek in Orion; een
prachtig object voor kykerbezitters.
Deze nevelvlek ls een yie gaswolk,
die zyn schijnsel ontleent aan de zeer
hecte sterren, die er in staan. Met
behulp van een kleinen kyker kan
men reeds vele schoone details van
den Orion-nevel onderscheiden.
Hiermede hebben we Orion „ten.
voeten uit" geteekend. Zooals reeda
werd opgemerkt, Is Orion het meeat
indrukwekkende sterrenbeeld van den
hemel. De oude Grieksche dlchtera
hebben het om zyn schoonheid be
zongen. Nieuwland ln zyn lierzang
aan Orion getuigde er van: „Myn
oog beschouwt u uren lang, en tel
kens vindt het nieuwen luister". Ook
Job noemt het in hoofdstuk 9. vers
9: „Die den Wagen maakt, den Orion,
en het Zevengesternte, en de bln-
nenkameren van het zuiden". Inder
daad, Orion is een sterrenbeeld van
buitengewone schoonheid en statuur.
Het strekt zich uit ter weerszijden
van den hemelequator; zoodat het
gedurende den geheelen winter ge
makkelijk zichtbaar is. Vooral In
schuinen stand, kort na het opko
men, maakt het een Imponeerenden
indruk; het ls alsof men den gewel
digen jager met een knot ln zfln
rechterhand en een leeuwenhuid ln
zijn linkerhand zich gereed ziet ma
ken om den stier aan te vallen, die
snuivend en met gebogen kop op
hem losstormt. Een lllustre vertegen
woordiger van de Grieksche mytho
logie aan den sterrenhemel die door
de eeuwen heen de bewondering der
opeenvolgende geslachten heeft ge
wekt en nun aandacht heeft geboeid.
Historische bijzonderheden
Hoe in vroeger
eeuwen de con
currentie van Amster
dam werd gebroken.
^/ENSCHT ge van het verleden te weten, wat en waar de Lang'
straat was, bezoekt dan slechts het Bossche gemeente-archief
en speurt aldaar naar de rekeningen der 15de en 16e eeuw. Daarin
vindt ge reeds voor dien tijd de Brabantsche Langstraat bij name. Ze
was toen wel is waar in wording, doch begon reeds bekendheid onder
dien naam te krijgen, zij het dan in ietwat gewijzigden vorm. Enkele
posten uit de Bossche stadsrekeningen mogen dat hier bewijzen.
Wat oude rekeningen
onthullen
„1507-08 Item 2 a Marcy (2
Maart). Hetiric van den Hamme ge
reden metten Furst van Aenhelt
omme hem te geleyden nae den
knechten (soldaten) tot Druenen,
Capelle, Wuelwyck, Bezoyen ende
meer andere plaetaen liggende ende
alsoc lancz der straten tot Heusden."
Dit is misschien wel de oudste be.
wysplaats van den naam Langstraat,
of hoe deze als aardrykskundlg be
grip ls ontstaan.
In volgende rekening, byv. die van
151112 vinden we reeds den vorm
„Langestraten", naast „Langstrate";
„ende soe, die voors. Joncker met
synen knechten nae der Langestra
ten was", of: „die knechten te doen
vertrecken, liggende in de Langstra
te", item vyr vuerluyden tot Hyn-
tham (by Den Bosch) van leenen en.
de groeté houtters te vriezenen nae
den leger lnder Langerstraeten."
Welke plaatsen destijds wel spe
ciaal tot de Langstraat werden gere
kend, leert opnieuw de Bossche stads,
rekening van 151213: „Item Peter
Jansz, 4 a Octobri (4e October) mde
Langstrate te voet gesonden", „tot
Vlymen, Kuyck ende Heeckhuysen
(Hedikhulzen) omme seker tydinge
te brengen, of zy over waeren ende
wachtende waeren op die merct tot
Waelwyck." Deze zending had be
trekking op het doen instellen van
een onderzoek, of de Gelderschen
over de Maas waren gekomen, ten
einde des te beter op zyn hoede te
kunnen zyn voor vyandeiyke inval
len van die zyde. De lezer reailseere
zich even, dat het toen geen Duit-
schers waren, die telkens over de ri
vier ln het bevryde gebied trachtten
te komen als in den boozen Winter
van 1944 op '45, doch in de 16e eeuw
streden nog de Gelderschen tegen
de Brabanders in een meedoogenloo-
zen kamp, een voortdurende guerllla!
Welnu, in verband met bovenbe
doelden inspectietocht en de genoem
de dorpen, blykt dat deze toen een
voortzetting waren van de Lang
straat, te meer, waar een andere
bode, Symon Crudëner, daarheen
werd gezonden. In dat geval was dus
toen de Langstraat niet wat ze nu ls:
de bewoonde dorpen en gehuchten
wjm ■■■paaih IUH
van Geertruidenberg tot_VThmen in
cluis. Trouwens het geografisch be
grip Langstraat stond toen nog aller
minst vast als een eenheid, hetgeen
met tal van andere bewyzen uit de
rekeningen aangetoond zou kunnen
worden.
Eerst toen de weg aangelegd en de
vaart gegraven werd V '•hen het
oude Berg (Geertruidtk. >erg, Den
Berghe enz.) en Den Bosch, werd de
Langstraat voorgoed de bebouwde en
bewoonde lange straat van dorpsche
en steedsche menschen, gelyk we die
thans kennen, waarvan nog slechts
deze curieuze post uit de rekeningen
in het Bossche archief over de jaren
1513—'14 moge getuigen: „Item 17
February Gherit van der Hellen met
eenen plackaet gesonden, aengaende
den walgenwech ende die vaert te
makenen die Coeport Inne te come-
nen", m.a w. een plakkaat, dat be
trekking had op het maken van een
ry. of wagenweg en bet graven van
een vaart van Heusden en de Lang
straat ter Koepoort Ui binnen 's-Her-
togenbosch. waartoe ook toen elk
-Cn dantikken voor
broek!
t&y-.
werd uitgenoodigd „zyn porcie dair.
toe te betalen".
Doch misschien zal u dien heel
ouden tyd minder interesseeren dan.
een jongere periode, waarin de leder
en schoenindustrie hier opkwam Dat
was ln de 18e eeuw, toen de Lang-
straatsche schoenmakers en leerbe-
reiders reeds zulk een naam hadden,
dat de Hollandsche steden en speciaal
Amsterdam zulks met nayverige
oogen aanschouwden. Een scherpe
concurrentie was daarvan het gevolg,
zich het eerst uitende in officleele
verbodsplakkaten van de zyde der
Amsterdamsche regeering op aan
drijven van het ln de hoofdstad ge
vestigde schoenmakersgilde, om na-
meiyk den invoer van Brabantsch
schoenwerk in Amsterdam te verbie
den. Dat was omstreeks of kort na
1700-In dien tyd konden de grondstof
fen zoowel als de afgewerkte leer-
producten uit de Langstraat al heel
wat goedkooper worden afgeleverd
dan elders ln de Republiek, als gevolg
van het vry stroomend en kalkloos
water, run in* de nabygelegen elken-
bosschen, lage lonen der Brabantsche
vaklieden, gunstige ligging van den.
uitvoer naar Holland, enz. En de
Langstraatsche vaklui profiteerden
daar handig van.
Bedoelde verboden van den Amater,
damschen magistraat konden den
import van Brabantsch schoeisel dan
ook niet tegenhouden, vooral toen
de Langstraters zich van lieverlede
ln de nabijheid van Amsterdam aan
den Overtoom neerzetten. Op die wyze
zorgden zy voor
de Amsterdamsen..
Brabantsche product
deeren. Zoo kwam het Langstraatsche
schoeisel er hi, eerst te .Amsterdam
en vervolgens in andere Hollandsche
steden: Dordt, Den Haag, Lelden enz.
„Ainericap-shoes" uit
Brabant de beste!
Dat ging zoo door tot diep ln de
19e eeuw, toen leerloolery en schoen-
fabrlcage nog hand in hand gingen,
totdat deze oedryven nu ruim een
halve eeuw geleden zelfstandig wer
den. Maar toen had ook reeds het
?Toduct der Langestraatsche schoen-
abrieken de hulsnyverheld was
inmiddels fabrieksindustrie geworden!
zich een stevige plaats veroverd
op de wereldmarkt, zoowel door zyn
elegant model als door zyn sollede
grondstoffen, dat de z.g. veel be
geerde „American shoes" van dit ny-
vere Brabantsche leer- en schoen-
d.8trlct in binnen- en buitenland gre-,
tig aftrek vonden- Daartoe droeg ook
de mechanisatie van het oude huis-
bedryf zoowel als de specialisatie der
afgewerkte fabrikaten en de oprich
ting van een mode-vakschool het
hare by.
Op Internationale vaktentoonstel
lingen voor de leder, en schoenindu
strie, byv. die van de jaren 1903 en
1925 te Waalwyk, werden de degeiyke
en fraaie producten door deskundigen
dan ook unaniem in de hoogste klas
sen gerangschikt. Kort voor den
Êngsten wereldoorlog werden alleen
Waalwyk voor ruim één mlllloen
gulden schoenen meer gefabriceerd
dan ln de over.ge tien provinciën. Er
ls door de longste rampen weJ een
groote achterstand in te halm. doch
wanneer de grondstoffenpositle zich
geleideiyk herstelt, zal ook de vroe
gere bloei van deze Langstraatsche
groot-industrie zich herhalen. H.