BRAND IN WOLKENKRABBER De Belgische premier vertelt zijn eigen geschiedenis Allerlei voor de Jeugd Hoe te voorkomen of te bestrijden .x DE LANGSTRAAT van ouds SCHOENENSTREEK Interview met brandweercommandant te New-York (Van onzen New Yorkschen correspondent). I^E winter is weer in het land en met hem komen de groote. verschrikkelijke branden. Hotels staan plots in lichterlaaie er vallen slachtoffers bij honderden. Uit oude huurkazernes en volgepropte nachtasyls voor negers barsten opeens de ziedende vuurtongen; de snerpende Noorderwind helpt mee aan het werk der vernietiging. Naarmate de koude toeneemt en de verwarmingstoestellen overal in actie komen, groeit het gevaar; den hcelen dag schieten de roode brandweer wagens gierend en onder doordringend belgerinkel door de stratenWat wordt er gedaan om de dicht opeengepakte menschenmassa te beschermen, die in deze in de hoogte ge bouwde stad werkt en woont? Hierover ben ik gaan praten met het hoofd van de New Yorksche brandweer, Fire Commissioner Frank J. Quayle, op de elfde verdieping van het nog eena zoo hooge Stadhuis. Hij is de man, die het werk van 10338 mannen regelt en beoordeelt. Van hen zijn er 86o2 brandweerlieden ln actieven dienst; de rest bestaat uit officieren, chauffeurs en piloten op de honderden ladderwagens, «puitwagens en drijvende spuiten. „We zouden het heel wat minder druk hebben," begon Quayle^ „als we de diverse bepalingen voor 1 voorkomen van brand met terug werkende kracht konden toepassen. Helaas is dat niet zoo en daardoor voldoet eigenlijk alleen de nieuwbouw aan onze eischen. Daarnaast bestaan nog duizenden gebouwen met open trappenhuizen of liften zonder metalen afsluitdeuren. Die trappen en lift- kokers zijn je ware om van een be trekkelijk onschuldig brandje een reuzenbrand te maken. Rook en vuur razen er doorheen en vreten alles aan. Natuurlijk rapporteeren onze inspecteurs dergelijke en andere misstanden regelmatig, maar vaak hebben wij niet 't recht afdoende maatregelen voor te schrijven. Wat wij niet kunnen afhandelen, gaat door naar de afdeeling Volksgezond, heid of naar „Hulzen en Gebouwen", en langs die omwegen is er in mijn tijd al heel wat verbeterd. Toch zal 't nog wel 'n poosie duren vóór de oudere huizen voldoen aan onze nieuwe eischen .En tot zoolang zul len we nog wel volop werk hebben, vrees lk." Moderne eischen „Kunt u mij een Idee geven van die eischen „Voor alles wat hooger wordt dan twee verdiepingen, maa» dat beneden de 85 voet (pl.m. 26 meter) blijft, eischen wij steenen buitenmuren, brandvrije vlieren tusschen kelder en benedenverdieping en een muur van minstens 20 cm. dikte om het heele trappenhuis heen. Bovenaan moet een lazen daklicht worden aangebracht, at we m ernstige gevallen inslaan om flammen en rook naar bulten te drflven, en te voorkomen, dat ze on der de deuren door de overige appar tementen binnendringen. Alle deuren, die op het trappenhuis uitkomen, moeten met blik overtrokken zyn; zoo blijven zij ongeveer een uur be. stand tegen groote hitte. En ten slot te moeten er voldoende brandtrappen worden aangebracht tegen de gevels van het gebouw; u kent die ijzeren ladders weL Mooi staan ze niet. maar ik verzeker u, dat zy duizenden le vens hebben gered. Voor hoogere gebouwen schrijven wij een waterreservoir van minstens 13.000 loter voor, voor elke twintig verdiepingen. Van dat reservoir uit loopt de z.g. „standpipe", een pijp, die alle verdiepingen met elkaar verbindt. Op Iedere étage heeft de pijp een uit laatklep, een lange linnen slang en een koperen mondstuk. Zoo kan dus elk begin van brand onmiddellijk worden bestreden; als wij komen schakelen'■wij de straatkraan ln en kunnen óf water onder druk het huis in spuiten, óf gebruik maken van de reservetanks en de „standpipe". De linnen slangen gebruiken we nooit, omdat daarvoor onze druk te groot Is." „En geldt deze methode ook voor brand in een wolkenkrabber?" „Ja, eigenlijk wel. Zooals gezegd, moet er op elke 20 verdiepingen een watertank beschikbaar zijn; voor wolkenkrabbers wordt een capaciteit van minstens 20.000 liter vereischt. Maar meestal zijn die reservoirs Zij zij niet mooi, die brandladders aan den buttenkanf der gebouwen, maar tl) hebben duizenden het leven gered. Een wolkenkrabberhotel, eigenlijk een aantal hui zen op elkaar gestapeld, ieder van twintig ver. diepingen. grooter, omdat ze ook dienen voor de watervoorziening in het gebouw, en in geval van grooten nood hebben wij dan ook veel meer water beschik baar dan het wettelijk minimum. Bovendien moeten er in den kelder enorme pompen opgesteld zijn, d.e voortdurend water opompen en de tanks bijvullen. Ook kunnen wij, door de bijzondere constructie van de „standpipe" beschikken over den inhoud der andere tanks in het ge bouw; aan water hebben wij dus nooit gebrek. U merkt wel, dat het in een wol kenkrabber vrhwel altijd mogelijk is een brand tot één verdieping, of zeifs tot een enkele kantoorruimte, te beperken; want alles is hier boven dien van vuurvast materiaal ge bouwd: alle muren, vloeren zolde ringen De ramen en deuren zijn vaalt van staal of althans met me taal overtrokken: de trappenhuizen zijn geheel ingebouwd en hebben automatische afsluitdeuren per zoo veel verdiepingen. Wij bestrijden den brandhaard van binnen uit en het is vaak voorgekomen, dat wij druk bezig waren op, laat ons zeggen de twaalfde verdieping, terwijl de rest van het gebouw weinig of niets merkte van den brand". „Maar veronderstel nu eens dat zoo'n brand niet van binnenuit ko worden bestreden?" Fire Commissioner Quayle lachte. „Dan hebben we altijd nog onze grootste en krachtigste spuiten, die water op kunnen' werpen tot een hoogte van 300 meter. Graag gebrui ken wij ze niet vanwege den enormen druk op de slangen, en eerlijk gezegd, in m\jn ervaring Is het ook nog nooit noodig geweest. De wolkenkrabbers vormen eigenlijk een aantal huizen op elkaar, ieder van twintig verdie pingen en de maatregelen, die voor elk dier hulzen afzonderlijk zijn ge nomen, blijken tot nu toe afdoende". „En wordt dan het „sprinkler system", het sproeisysteem, niet toegepast?" „Niet in wolkenkrabbers tenzij ze voor fabrieksdoeleindett- zouden wor den gebruikt, en dan fcog alleen ais het brandrisico bijzonder groot ls. Het sprinkler-system, dat wordt in gebouwd, bestaat uit een netwerk van buizen, die naast elkaar boven de zolderingen liggen en een gegeven aantal openingen hebben welke in normale omstandigheden zijn ver zegeld. De buizen zijn alle verbonden met de reserve-watertanks van het gebouw en staan onder voortduren- den hoogen druk. Stijgt nu de temperatuur tot 165 graden, dan smelten de zekeringen der buizen, de „sprinklers" beginnen royaal water rond te strooien, meestal in cirkels met een straal Van 3,5 meter en er blijft geen plekje droog op de plaats van den brand! Ja die dingen nebben ons al heel wat werk be spaard. en den verzekeringsmaat schappijen heel wat duiten! En d'r is nog iets aardigs bij ook: de meeste sprinklersystemen zijn aangesloten bij een privé-alarrakantoor. Komt er eenige beweging in het water in reservoir of buizen, hetzij door een lek of wat dan ook, dan gaat er een waarschuwingsbelletje over in het alarm kantoor, dat op zijn beurt een van onze brandweerposten aanroept Zoo hebben we brandjes ronder tal den kop ingedrukt vóór zij branden konden worden!"..,. f Astronomische verkenningenj Het sterrenbeeld Orion ORION is zeker wel het meest In drukwekkende sterrenbeeld van den geheelen hemel. Grootsch en im posant staat de machtige gestalte van den geweldigen jager der Oudheid geteekend op het zwart fluweel van het nachtelijk firmament. Een schit terende zevensterrenfiguur, die steeds weer het oog bekoort Half Januari omstreeks 21 uur midden-Europee- schen tijd prijkt Orion in zijn hoog- sten stand boven het zuiden. Een praohtstand voor de waarneming van dit majestueuze sterrenbeeld. In het linkerbovenhoekpunt flon kert de roode Betelgeuze of alpha Orionis, van de le grootte. Betelgeuze Is een ster met reusachtige afmetin gen; als zij op de plaats van de zon stond, zouden de banen van Mercu- rius, Venus, de aarde en Mars bin nen het lichaam van Betelgeuze ge legen zyn. Nu is Mars gemiddeld 1.5 maal zoo ver van de zon verwijderd als de aarde; men kan zich dus vry gemakkelijk een voorstelling vormen van den enormen omvang van Betel geuze, de roode reuzenster. Haar middellijn ls bijna 300 maal zoo groot als die van de zon. De ster is buiten gewoon ijl en heeft een oppervlakte- temperatuur van „slechts" 3400 gra den. Betelgeuze is dus een koele, oude, we zouden haast zeggen „afge leefde" ster. Haar afstand bedraagt 300 lichtjaren. De naam Betelgeuze ls een verbastering van het Arabische ,,Ibt al Jauza", d.L „Schouder van den reus". Diagonaal tegenover Betelgeuze staat bèta Orionis of Rigel van de grootte 0.3. Rigel is een schitterende 'ft!f (Van onzen Brttsselschen correspondent.) fK praat zoo vaak over dingen waar Ik geen verstand van heb, aldus de Belgische premier, Kamiel Huysmans, voor leden van de Orde der Advo caten, dat ik nu wel eens zou willen spreken over iets, dat ik terdege be- beersch: mijn eigen geschiedenis. Mijn overgrootvader vocht voor Moskou Ik zie nog mijn overgrootvader voor mij. Hij had zyn beide oogen verloren in de slag voor Moskou in tgir. Hy had zooveel kinderen, klein kinderen en achterkleinkinderen, dat wy met ons 250-en op zyn begrafe nis waren. Mijn familie was zeer vroom. Wij telden wel 15 pastoors en zelfs een bisschop. Ik zelf hielp mee by hét celebreeren van de mis, maar óe pastoor stuurde mij weg, omdat ik meer oog had voor den wijn dan voor den dienst. Uit dien tnd dateert myn anti- clericalisme. Ik weigerde naar de Katholieke school te gaan. Ik werd de eenige leerling van een gemeente lijken onderwijzer. De andere kinde ren schuwden my. Mijn vryzinnige grootvader leed onder de vervolgin gen. waaraan ik bloot stond. Hy ging er aan dood en ik zwoer, dat Lk hun dat betaald zou zetten. Ik Tydens myn lessen op het gym nasium van Tongeren, bracht ik de avonden door by een ouden Italiaan, die mg muziek leerde. Ik besloot muzikant te worden. Men stuurde my naar de Luiksche universiteit. Ik volgde muzieklessen aan het mu ziekconservatorium. Nu nog maak ik altijd deel uit van de Luiksche zangvereeniging „De vrienden van Grétry". Ik zing elk jaar op een feestmaaltijd dezer vereeniging. Toen ik voor ae eerste maal minister werd. zei mijn eerste minister, de heer Jasper: „U gaat toch niet in het openbaar zingen?" Ik antwoord de: „Waarom niet? Zingt ook de Kardinaal niet in het openbaar?" Ik werd leeraar op het gymnasium. Maar de Katholieke minister Schol- laert liet mij bij zich ontbieden eD vroeg, of het waar was, dat ik so cialistische denkbeelden had. Ik kon dat niet ontkennen en werd ontsla gen. „Geen socialisten op de gymna sia", zei hg. „Dank U", zei ik. Zon der dien minister zou ik een gepen- sionneerd leeraartje zyn geworden. Een zekere Litwinov Als secretaris van de Socialisti sche Internationale kreeg ik eens bezoek van den secretaris van Lenin. Dat was in 1912 Die secretaris'* was een zekere Lit^inow. De Russische revolutionnairen waren toen al ijve rig aan het complotteeren. Zij had den wapens noodig. Louis de Brou- ckère en ik kochten wapens in Luik en zorgden voor het transport over KAMIEL HUYSMANS zee. By Terneuzen werd een van onze schepen in beslag genomen. Ik kreeg huiszoeking. De compromitteerende facturen lagen op mijn bureau, maar de politie zocht ln geheime laden en kasten. Ze gingen op kisten zitten die ze niet open maakten, hoewel die tot barstens toe met wapens Waren gevuld. Ik verscheen voor een rech ter, die mij vrysprak wegens gebrek aan bewijzen. Dat gebeurde in dit zelfde gebouw, in het Paleis van Ju stitie, vyf-en-dertig jaar geleden. Daar hy de Duitsche mentaliteit kende, was hy er lang vóór 1940 van overtuigd, dat de oorlog onvermy- delyk was. Hy betreurde, dat op 15 Januari 1940 niet was ingegaan op zyn voorstel om de Joden naar En geland over te brengen. Had men aat voorstel aangenomen, dan zouden 20.000 Antwerpsche Joden minder zyn gestorven, En tenslotte sprak Huysmans nog over zyn eigen regeering, die men een kort leven had voorspeld. Over een paar dagen, zei Camilie. zal ik het record hebben geslagen. Geen en kele regeering, die sedert de bevry- ding de my'ne is voorafgegaan, heelt langer dan vyf maanden geleefd. Met deze optimistische noot besloot de 76-jarlge Huysmans zyn speech. Mr Van Kleffens zal de eere-gaat zijn bij een dlner,"71at ln het Waldorf Astorla Hotel te New York oa 22 Januari door de Nederlandsch-Amelptaansche stich. tlng te New York en de Kamer van Koophandel van den staat New York ge geven zal worden. Het Amerlkaansche ministerie van Oorlog heeft nieuwe plannen aangekon digd om een ononderbroken toevoer van Amenkaansch graan naar Dultschland gedurende den geheelen winter te verze keren Deze maand zullen 29 schepen met 195.000 ton graan en 66.000 ton bloem naar de Amerlkaansche zone vertrekken ZO KOMEN SNOEPERS TE PAS! door D. A. CRAMERSCHAAP. Moeder Knor moest op visite By Oom Spek Ln 't varkenskot, Maar ze deed voordat ze uitging De provisiekast op slot. In haar haast om weg te komen Viel de sleutel op de grond O, wat moest die Dikkle lachen Toen hy thuis kwam en hem vond! Dikkle Knor is dol op snoepen; Altyd heeft in zyn ben Of een dropje, óf een zuurtje, Of een stukje su.kerepek! En nu wist hy: in die muurkast, Daar door Moeder weggezet, Stond een bord met oliebollen Goudgeel, druipend van het vet! Kyk, de kastdeur staat wyd open, Dikkle steekt zyn poot al uit! Maar daar ziet hij Moeders ogen Naar hem kyken door de ruit! Met drie stappen ls zy binnen En in plaats van oliekoek Krijgt hy eerst een duchtig standje JJp dan helwitte ster; zH behoort tot de vier sterren, die in nelderheid op Sirius volgen. De oppervlakte-temperatuur van Rigel is zeer hoog, omstreeks 14.000 graden. Zy heeft een ltcht- kracht van 18.000 zonnen, d.w.z. ze straalt 18.000 maal zooveel licht uit als de zon. Haar afstand bedraagt 500 lichtjaren. Het behoeft ons dus nici te verwonderen, dat de lichtreus Rigel zich op dezen enormen afstand nog vertoont als een zeer heldere ster. De naam Rigel ls een verbas tering van het Arabische „Ridjl ai Jauza", dj. „been van den reus". In de rechter-hovenhoekpunt prykt gamma Orionis of Bellatrix, van de 2e grootte. Haar naam beteekent „de krijgshaftige". Bellatrix geeft geen aanleiding tot byzondere opmerkin gen evenmin als de zwakkere ster kappa Orionis in de linker-beneden- hoekpunt. De vier sterren alpha, bèta, gam ma en kappa vormen de hoekpunten van een rechthoek, welke kenmer kend ls voor Orion. Boven dezen rechthoek, in het hoofd van den ja ger, ligt de ster lambda Orionis van de grootte 3.5. Vlak onder deze ster liggen twee zwakke sterren van de grootte 4.5 op een onderlingen af stand van 33 boogmlnuten; de volle BtfeL ijrviem. -> B,tl. 0 ORION #S maan past er dus precies tusschen, wat men op het eerste gezicht niet zou vermoeden (gezichtsbedrog, ten gevolge van overstraling of irradia tie). De drie sterren in het ho«-fd van Orion lHken samen een wazig lichtwolkje boven Betelgeuze en Bellatrix. De drie sterren ln het midden vaal den rechthoek, nl. delta, epsilon en zêta, resp. van de grootte 2.5, 1.7 en 1.9, heeten de gordel van Orion of de „Drie Koningen". Het is een schitte rend sterren-trio, dat aan Orion een byzonder décor verleent. Delta Orionis, de bovenste ster van den gordel, ligt precies op den hemel equator; zij komt dus ln het oost punt op en gaat in het westpunt on der. In het zwaard van Orion liggen ten slotte nog de sterren c, thêta en iota. Thêta is^het middelpunt van den be roemden nevelvlek in Orion; een prachtig object voor kykerbezitters. Deze nevelvlek ls een yie gaswolk, die zyn schijnsel ontleent aan de zeer hecte sterren, die er in staan. Met behulp van een kleinen kyker kan men reeds vele schoone details van den Orion-nevel onderscheiden. Hiermede hebben we Orion „ten. voeten uit" geteekend. Zooals reeda werd opgemerkt, Is Orion het meeat indrukwekkende sterrenbeeld van den hemel. De oude Grieksche dlchtera hebben het om zyn schoonheid be zongen. Nieuwland ln zyn lierzang aan Orion getuigde er van: „Myn oog beschouwt u uren lang, en tel kens vindt het nieuwen luister". Ook Job noemt het in hoofdstuk 9. vers 9: „Die den Wagen maakt, den Orion, en het Zevengesternte, en de bln- nenkameren van het zuiden". Inder daad, Orion is een sterrenbeeld van buitengewone schoonheid en statuur. Het strekt zich uit ter weerszijden van den hemelequator; zoodat het gedurende den geheelen winter ge makkelijk zichtbaar is. Vooral In schuinen stand, kort na het opko men, maakt het een Imponeerenden indruk; het ls alsof men den gewel digen jager met een knot ln zfln rechterhand en een leeuwenhuid ln zijn linkerhand zich gereed ziet ma ken om den stier aan te vallen, die snuivend en met gebogen kop op hem losstormt. Een lllustre vertegen woordiger van de Grieksche mytho logie aan den sterrenhemel die door de eeuwen heen de bewondering der opeenvolgende geslachten heeft ge wekt en nun aandacht heeft geboeid. Historische bijzonderheden Hoe in vroeger eeuwen de con currentie van Amster dam werd gebroken. ^/ENSCHT ge van het verleden te weten, wat en waar de Lang' straat was, bezoekt dan slechts het Bossche gemeente-archief en speurt aldaar naar de rekeningen der 15de en 16e eeuw. Daarin vindt ge reeds voor dien tijd de Brabantsche Langstraat bij name. Ze was toen wel is waar in wording, doch begon reeds bekendheid onder dien naam te krijgen, zij het dan in ietwat gewijzigden vorm. Enkele posten uit de Bossche stadsrekeningen mogen dat hier bewijzen. Wat oude rekeningen onthullen „1507-08 Item 2 a Marcy (2 Maart). Hetiric van den Hamme ge reden metten Furst van Aenhelt omme hem te geleyden nae den knechten (soldaten) tot Druenen, Capelle, Wuelwyck, Bezoyen ende meer andere plaetaen liggende ende alsoc lancz der straten tot Heusden." Dit is misschien wel de oudste be. wysplaats van den naam Langstraat, of hoe deze als aardrykskundlg be grip ls ontstaan. In volgende rekening, byv. die van 151112 vinden we reeds den vorm „Langestraten", naast „Langstrate"; „ende soe, die voors. Joncker met synen knechten nae der Langestra ten was", of: „die knechten te doen vertrecken, liggende in de Langstra te", item vyr vuerluyden tot Hyn- tham (by Den Bosch) van leenen en. de groeté houtters te vriezenen nae den leger lnder Langerstraeten." Welke plaatsen destijds wel spe ciaal tot de Langstraat werden gere kend, leert opnieuw de Bossche stads, rekening van 151213: „Item Peter Jansz, 4 a Octobri (4e October) mde Langstrate te voet gesonden", „tot Vlymen, Kuyck ende Heeckhuysen (Hedikhulzen) omme seker tydinge te brengen, of zy over waeren ende wachtende waeren op die merct tot Waelwyck." Deze zending had be trekking op het doen instellen van een onderzoek, of de Gelderschen over de Maas waren gekomen, ten einde des te beter op zyn hoede te kunnen zyn voor vyandeiyke inval len van die zyde. De lezer reailseere zich even, dat het toen geen Duit- schers waren, die telkens over de ri vier ln het bevryde gebied trachtten te komen als in den boozen Winter van 1944 op '45, doch in de 16e eeuw streden nog de Gelderschen tegen de Brabanders in een meedoogenloo- zen kamp, een voortdurende guerllla! Welnu, in verband met bovenbe doelden inspectietocht en de genoem de dorpen, blykt dat deze toen een voortzetting waren van de Lang straat, te meer, waar een andere bode, Symon Crudëner, daarheen werd gezonden. In dat geval was dus toen de Langstraat niet wat ze nu ls: de bewoonde dorpen en gehuchten wjm ■■■paaih IUH van Geertruidenberg tot_VThmen in cluis. Trouwens het geografisch be grip Langstraat stond toen nog aller minst vast als een eenheid, hetgeen met tal van andere bewyzen uit de rekeningen aangetoond zou kunnen worden. Eerst toen de weg aangelegd en de vaart gegraven werd V '•hen het oude Berg (Geertruidtk. >erg, Den Berghe enz.) en Den Bosch, werd de Langstraat voorgoed de bebouwde en bewoonde lange straat van dorpsche en steedsche menschen, gelyk we die thans kennen, waarvan nog slechts deze curieuze post uit de rekeningen in het Bossche archief over de jaren 1513—'14 moge getuigen: „Item 17 February Gherit van der Hellen met eenen plackaet gesonden, aengaende den walgenwech ende die vaert te makenen die Coeport Inne te come- nen", m.a w. een plakkaat, dat be trekking had op het maken van een ry. of wagenweg en bet graven van een vaart van Heusden en de Lang straat ter Koepoort Ui binnen 's-Her- togenbosch. waartoe ook toen elk -Cn dantikken voor broek! t&y-. werd uitgenoodigd „zyn porcie dair. toe te betalen". Doch misschien zal u dien heel ouden tyd minder interesseeren dan. een jongere periode, waarin de leder en schoenindustrie hier opkwam Dat was ln de 18e eeuw, toen de Lang- straatsche schoenmakers en leerbe- reiders reeds zulk een naam hadden, dat de Hollandsche steden en speciaal Amsterdam zulks met nayverige oogen aanschouwden. Een scherpe concurrentie was daarvan het gevolg, zich het eerst uitende in officleele verbodsplakkaten van de zyde der Amsterdamsche regeering op aan drijven van het ln de hoofdstad ge vestigde schoenmakersgilde, om na- meiyk den invoer van Brabantsch schoenwerk in Amsterdam te verbie den. Dat was omstreeks of kort na 1700-In dien tyd konden de grondstof fen zoowel als de afgewerkte leer- producten uit de Langstraat al heel wat goedkooper worden afgeleverd dan elders ln de Republiek, als gevolg van het vry stroomend en kalkloos water, run in* de nabygelegen elken- bosschen, lage lonen der Brabantsche vaklieden, gunstige ligging van den. uitvoer naar Holland, enz. En de Langstraatsche vaklui profiteerden daar handig van. Bedoelde verboden van den Amater, damschen magistraat konden den import van Brabantsch schoeisel dan ook niet tegenhouden, vooral toen de Langstraters zich van lieverlede ln de nabijheid van Amsterdam aan den Overtoom neerzetten. Op die wyze zorgden zy voor de Amsterdamsen.. Brabantsche product deeren. Zoo kwam het Langstraatsche schoeisel er hi, eerst te .Amsterdam en vervolgens in andere Hollandsche steden: Dordt, Den Haag, Lelden enz. „Ainericap-shoes" uit Brabant de beste! Dat ging zoo door tot diep ln de 19e eeuw, toen leerloolery en schoen- fabrlcage nog hand in hand gingen, totdat deze oedryven nu ruim een halve eeuw geleden zelfstandig wer den. Maar toen had ook reeds het ?Toduct der Langestraatsche schoen- abrieken de hulsnyverheld was inmiddels fabrieksindustrie geworden! zich een stevige plaats veroverd op de wereldmarkt, zoowel door zyn elegant model als door zyn sollede grondstoffen, dat de z.g. veel be geerde „American shoes" van dit ny- vere Brabantsche leer- en schoen- d.8trlct in binnen- en buitenland gre-, tig aftrek vonden- Daartoe droeg ook de mechanisatie van het oude huis- bedryf zoowel als de specialisatie der afgewerkte fabrikaten en de oprich ting van een mode-vakschool het hare by. Op Internationale vaktentoonstel lingen voor de leder, en schoenindu strie, byv. die van de jaren 1903 en 1925 te Waalwyk, werden de degeiyke en fraaie producten door deskundigen dan ook unaniem in de hoogste klas sen gerangschikt. Kort voor den Êngsten wereldoorlog werden alleen Waalwyk voor ruim één mlllloen gulden schoenen meer gefabriceerd dan ln de over.ge tien provinciën. Er ls door de longste rampen weJ een groote achterstand in te halm. doch wanneer de grondstoffenpositle zich geleideiyk herstelt, zal ook de vroe gere bloei van deze Langstraatsche groot-industrie zich herhalen. H.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 2