STEEKPROEVEN
Een zendelinge vertelt over haar ervaringen
■'IWÈÏ
te lil
uit de Britsché zone
De organisatie der Olympische spelen
Aan boord van 'n Walvisch jager
Haar arbeidsveld lag op Oost-Java
(SEWliTCIILDI
rj-ïsiV
ft ff#
KI tBiH ¥©fêS7
VERBITTERING, TELEURSTELLING
HONGER. KOU EN WONINGNOOD
ENEEN TIKJE HUMOR
(Van een bijeonderen correspondent.) s
BtJ de poging, den doorsnee-Du itscher, den Duitschen stedeling van onze
dagen te typeeren, zal men misschien tot het volgende beeld komen, een man
In versleten, geverfde uniform, trekt een hoog opgeladen wagentje, waar
achter, oplettend voorover gebogen, een vrouw loopt, om het voertu.g te
behoeden tegen vallen en diefstal. Ze loopen In gelijken tred. de man en de
vrouw. - - - -
uitgeteerd, afgetobt. als dieren gespannen ln het zware Juk. Om hen
icnerp"
i.
g af en woonpl
Bremen en Hamburg, door Berlijn, door Breslau, door Dresden en Leipzig,
heeD de scherpe silhouetten der ruïnes met hun kelders, met hun onderaard-
«che gangen, de heuvels van puin en oud roest, die altijd nog dooden b<
af eD woonplaats tegelijk. Zoo trekt men door Keulen en door Essen,
door Stuttgart en München, door de ruïnes van allie Duitsche g oote steden.
Zoo trok men eens reeds ongeveer driehonderd laar, geleden, na den Dertig-
JarigeD oorlog, die misschien meer nog het platteland dan de steden ln een
zelfde namelooze ellende had gestort, een ellende, waarvan Dultschland, ver.
geleken met de andere, vooral de Westeuropeesche staten, tijden lang de
gevolgen onderging, die zelfs in de tijden van uiterlijke macht en opdringe.
lige schittering vooral geestelijk nooit volledig overwonnen kon worden.
OVER DEN ZIN DER
BOMBARDEMENTEN
8teeds weer valt het op, dat de
oentra der steden en daarmee ook de
edelste historische deelen gebombar
deerd werden, industrieterreinen
daarentegen, Zelfs de meest uitge
strekte, ongedeerd zijn gebleven.
De Engelschman antwoordt op een
desbetreffende vraag, dat men voor
het alternatief gestaan had, of men
de Industrie of het leven in den zin
van verkeersader, samentrekking en
centraliseering der organisatie ver
nietigen zou. Men h^d tot het tweede
besloten, niet ln de laatste plaats
ook met het oog op den na den oor-i
log volgenden wederopbouw, waar
voor een zekere industrleele grondca-
pacitelt de onmisbare voorwaarde ls.
De Duitscher echter meent, dat
men bij hel bombardeeren van de
groote stadscentra niet alleen de
makkelijkste doelen had- gekozen,
maar hierdoor ook, getrouw aan de
dogma's van den totalen oorlog, de
gelegenheid had gehad, den doodeiy-
ken schrik en de uitgebreide vernie
tiging onder de dichtste volksmassa's
en niet ln de laatste plaats ook ln de
historische traditie te brengen. Be
paalde tndusrieën daarentegen zou
men gespaard hebben, hetzij dat het,
hierbij om niet concurreerende Inter
nationale bezittingen ging. hetzij dat
men ze later zelf dacht te gebruiken.
WAAROM MEN DE
RUSSISCHE ZONEONTVLIEDT
Het koude jaargetijde verscherpt
den woningnood. Het gebrek aan
brandstof dringt nog meer menschen
ln één ruimte samen. Door de voort
durende ondervoeding is men gevoer
liger voor koude en vatbaarder ge
worden. Het besmettingsgevaar ls
vergroot
Woonde men b.v. ln de groote ha
vensteden en ln de groote steden van
het Ruhrgebted in den afgeloopen zo
mer en in den herfst gemiddeld nog
met vier of vijf personen ln één
ruimte, nu zit men nog meer op el
kaar gepakt. De gezinnen van de
officieren der bezetting zijn gekomen
en moeten passend ondergebracht
worden, wat veel woonruimte kost.
Menig „dak boven het hoofd" ls bij
strenge kou ook voor den meest ge
harde niet meer te gebruiken, en zoo
stijgt de nood. De groote stroom uit
Oost-Dulschland ts nu wel opgehou
den. maar nog steeds druppelt het
na. Want nog steeds geven velen de
voorkeur aan de gealieerde zones.
Niet dat het in de door de Russen be
zette gebieden met den voedingstoe
stand en de woonmogelijkheid slech
ter gesteld zou zijn. Integendeel:
Daar is een man uit de groot-
Industrie. die in Charlottenburg nog
ln het gelukkige bezit van zijn wo
nlng met acht kamers was, en die
toch liever met zijn gezin ln Ham
burg in een dakkamertje hulst; daar
ls de geleerde, aan wlen men even
eens in Berlijn, altijd nog drie ka
mers gelaten had, en die toch aan het
zijkamertje ln Hannover voor zijn
gezin van vier personen de voorkeur
geeft. Daarbij heeft ginds, in „Rus
land", bijna ledereen zijn twee cente
naar [1% mud) steenkool ln huis eD
de 40 gram vleesch en de 10 gram
vet per dag zijn wel niet veel. maar
men ls er zeker van. En toch ls het
voor velen geen leven „ginds". Hoe
zei de leeraar uit Kottbus het. een
man van het Centrum en in Hltlers
tijd onder voortdurende controrfóan
de Gestapo? „Iemand hoeft Ie maar
aan te brengen, een jaren geleden
ontslagen dienstmeisje, een berispte
arbeider, een dierbare collega, een
boozë buurman, om Je voor altijd te
laten verdwijnen". En dat bevestigt
de koopman uit Maagdenburg, éen
van de garde van Ebert. en de jurist
uit Leipzig, die zijn linkeroog door
een SS-patroullte verloor Daarbij
hebben aeze drie nog een goed on
derkomen gevonden: ze hebben een
bunkerwoning: anderhalve woon
ruimte en miniatuurkeukentje voor
negen menschen. (Wie zou eens ge
dacht hebben, dat bunkers en ge-
schuttorens, deze vuurspuwende,
vensteriooze betonnen kolossen die
hier en daar ongedeerd ln sombere
monumentaliteit uit de pulnhoopen
verrijzen, honderden en nog eens
honderden tot hulsvesting zouden
dienen?).
HUMOR BIJ EEN
LEECE MAAG
Wanneer zich niet door abnormale
koude en daardoor stagnatie in den
toevoer bijzondere moeilijkheden
voordoen, hoopt de Bngelsche bezet
ting de allerzwaarste zorgen wat be
treft de voeding der aan haar toe
vertrouwde gebieden achter zich te
hebben De Duitscher echter heeft
het vertrouwen in het organisatie
vermogen en wat oneindig erger is
dikwijls ook het geloof aar den goe
den- wil van de Engelsehen verloren
en bereidtzich voor op een honger
winter en een 1947. dal zeker geen
yerlichting brengen zal Brood en
Vleesch komen wei maar de bonnen
voor grutterswaren worden slechts
ongeregeld gehonoreerd Men ls
dankbaar, dat de leugd van de En-
gelschen steeds haar extra maaltijd
ontvangt al be-staat die ook slechts
uit een krachtige soep.
Overigens heeft men ook met de
ceintuur ln het laatste gaatje den hu
mor niet heelemaal verloren en zoo
hoort men overal de rijmpjes:
„Unter Blsmarck, Kaiser Franz,
Hatte Jeder selne Gans;
Unter He$s und unter Garing
Hatte Jedér seinen Hering,
Doch nun unter dieser Leï ung
Steht <<6 nur mehr ln der Zeltung."
En tot ln het Noorden dringen de
verhalen door van den onverwoest-
baren Weisz Ferdl, die zwaar bepakt
voor zijn lachende toehoorders treedt
op den rug sleept hij een ham. op
zyn borst bungelt een brood, op zijn
rechter schouder balanceert een kan
delaar met een kaars, over zijn lin
ker hangt een -strop. Nu: „Dat op
mijn rug ligt achter ons, dat op mijn
borst hebben we in het vooruitzicht;
naar dat op mijn linkerschouder grij
pen we toen niet. en'met dat op mijn
rechter schouder ziuden we hun
graag den weg naar huls wijzen..."
Er zijn verschillende vormen van de
schildering van dit tooneeltje. We
hebben natuurlijk de tamste weerge
geven.
DE GOEDE BOfR EN
DE ZWARTE MARKT
De boer), ln de oogen van de ste
delingen degene, die noch koude,
noch honger noch ontbering van
welken aard ook zou hebben leeren
kennen, deze boer ln het Noorden en
in het Westen van Dultsrhland heeft
zijn vluchtelingen uit het Oosten en
zijn weggebombardeerde stadsmen-
schen, die tn hun oorspronkelijke
gemeenschap eenvoudig niet meer
onder te brengen zijn.
Zeker, hij ruilt; inen kan by hem
alles vinden, wat niet op een boerde
rij, maar in een stadswoning .thuis
hoort. Maar ls hij niet gedwóngen,
zwart te verkoopen Voor een slacht
koe ontvangt hij officieel 300 tot 400
Mark; dat zijn, naar den gebruikeiy-
ken koers omgerekend, 60tot 80 si
garet ten, die hij dan nog goedkoop
heeft kunnen krijgen. Te koop ls er
echter geen koe onder 1500 tot 2000
Mark. Voor een liter melk krijgt hij
13 14 Pfennlg, voor een pond boter
1.80 Mark, om dan op de zwarte
markt voor 150 180 Mark verkocht
te worden (by den boer kan je ze al
voor 120 M. koopen). Daarbij vraagt
de boer geen zwarte prijzen: men
komt op de boerderij, men bestormt
hem. overbiedt zichzelf en elkaar,
sleept aan. wat hij maar wenscht. en
dat is nopit geld. Zoo ls echter ook
menig nieuw dak te verklaren, meni
ge nieuwe schuur, menig bijgebouw,
veel glanzende nieuwe verf die wel
nauwelijks aan den officleelen weder
opbouw toegeschreven kunnen wor
den.
En ln de steden, daar bloeit na
tuurlijk de zwarte handel, waarin al
les te krijgen ls, vanaf brood kg
voor ongeveer 30 M.. een heele brood
kaart 60 tot 100 M.) tot aan de ge
liefde koffieboonen (1 kg voor 400
M.). Toch vindt alles afzet; aanbod
en vraag zijn bijna wetenschappelijk
geregeld. Daarbij blijken vooral ook
vluchtelingen van alle categorieën,
displaced persons en „Nlcnthetm-
kehrer" uit de Slavische landen de
gehaaidsten en machtigsten van het
zwarte gilde. Zoo ls het een publiek
geheim dat In Keulen de zwarte
markt zich hoofdzakelijk ln handen
van de Polen bevindt.
HET LEVEN OP HET
PLATTELAND
Een stand op zichzelf, als men het
zoo uit mag drukken, vormen die
menschen uit de groote stad, die zich
nog eenigszins op tyd en daardoor
niet geheel verarmd en „ausgepo-
wert" op het platteland konden te
rugtrekken: ln een eigen landhuis
by familie, vrienden, of hoe ook.
Deze ex-grootestadsmenschen leven
Dit was *ens de .JJuryumeestei Peercboom.weg"die Zuiderwoude met uroek
in Waterland verbond. Nu is hij begaanbaar voor ski-ers en stoere berg
beklimmers, maar niet voor den man, die naar zijn werk wil gaan.
Tot in de puntjes voorbereid
Niets dan lof
„Reeds nu is het myn absolute
uvertuiging, dat de heele organisatie
in 1948 op rolietjes zal loopen. En
wanneer de Spelen over twee maan
den moesten worden gehouden, wel.
dan zou ai les ook vlot verloopen,
zoo hebben de heeren daar ln JSt.
Moritz de zaken nu voor elkaar", al
dus vatte mr. J. N. van den Houten
secretaris van het N.O.C., zyn oor
deel santen, toen hem vragen wer
den gesteld met betrekking tot de
reis, waarvan -.y juist was terugge
keerd, en die o.m. ten doel had al-
gemeene oriëiiteerende gegevens te
verzamelen over de voorbereiding
der O.XV.S. Men weet hier nu, hoe de
zaken staan, en als zich geen byzon-
dere omstandigheden voordoen, zal 't
wellicht niet eens noodig zyn voor dn
daar als het ware ln kolonies, hebben
naast hun vele, vele zorgen en dage-
ïyksch werk hun bridge, hun kleine,
o zoo bescheiden feestjes; ze smeden
hun plannen, die meestal ver weg
over zee voeren, en de kinderen moe
ten vaak uren lang loopen naar de
dichtsbijzgnde school. Het licht wordt
voor uren en op ongeregelde tyden
uitgeschakeld („opdat we beter over
onze zonden kunnen nadenken", glim
lachen ze), het water moet opge
pompt worden. Maar men, en vooral
de jeugd, ls gevrywaard voor de el
lende van de groote stad, men ver-
proletariseert niet zoo gauw. heeft
minder honger, leeft ln een mooie om
geving én heeft niet zoo zeer van het
eigen leven afstand hoeven te doen
als de in de puinsteden achtergeble
venen.
Nog gelukkiger zijn natuuriyk de
menschen uit de kleine steden, die
meest tn hun onbeschadigde hulzen
bleven, voor wie dus. afgezien van
de algemeene zorgen om voedsei
brandstof en ruimtevordering tegen
over vroeger niet zoo heel veel ver
anderd ls.
GROOTE BELANGSTELLING
VOOR DE KUNST
Van de bezetters ziet men nauwe-
lyks iets. «Het is, alsof ze bevel gé-
kregen hadden, zich zooveel mogelgk
af te zonderen. Van' kazernes, kastee-
len,groote regeerlngsgebouwen en
dergelijke waait hier "en daar de
Union Jack. Daar ziet men ook Tom
mies in hun eigen wereld levén, maar
verder zijn die meest slechts ln auto's
te vinden, vaker-nog dan in de jeeps
in de kleine Dullsche volkswagens,
die nu, met Engelsche wapens en
divisieteekens bont beschilderd, over
al rondflltsen. Steeds meer wordt
weer aan den Schupo toevertrouwd
de verkeersregeling, wykdienst, in
lichtingendienst enz. enz. Daarby
groeit de afkeer van de Dultschers
tegenover den bezetter met den duur
van de bezetting en den nood. Reeds
duiken hier en daar weer stokende
nazi-elementen op, die makkelgk
kunnen zeggen, dat het onder Httler
nooit zoo slecht Is geweest. Maar en
dat is veel erger, men- beschouwt het
uitblijven van afdoende maatregelen
ter verzachting der verschillende
nooden steeds meer niet slechts als
een niet kunnen, men twyfelt. en een
niet onhEtndige opruiende beweging
weet dezen twijfel tot ongeloof aan
te wakkeren, aan de goede bedoeling
en herinnert steeds weer aan de uit
spraak van den „vyand" naar welke
deze nu eindelgk z<)u hopen te kun
nen handelen dat er nameiyk nog
altgd mlllioenen Dultschers te veel
zouden zyn.
O.W.S. nog eens naar St. Moritz te
reizen. Men zal alles verder sehrifte-
lyk kunnen regelen.
Over het werk der organisatoren
had de secretaris van het NOC
niets dan lof AJ sinds Jaar en dag
zijn zy met de regeling van dergelgke
groote evenementen vertrouwd. En
toen eenmaal vast stond, dat de Win
terspelen in 1948 evenals ln 1928,
aan St. Moritz zouden worden toege
wezen, staken de verschillende sport
verenigingen. de Ski-school, de ge
meente en de Kurverein do hoofden
.by elkaar, onder leiding vao den bur-
femeester, die ook de O.W.S. van
928 georganiseerd heeft.
Aan het hoog-gelegen einde van
St. Moritz bevindt zich het Ijssta
dion. dat voor de Spelen van 1928
vergroot werd tot 10.000 m2. 't Is 't
oefenterrein van de bekendste kunst-
ryders der geheele wereld, zoowel
vroeger als nu. Er zullen thans weer
nieuwe tribunes worden gebouwd. Op
de groote baarn zullen ook de wed
strijden ln het hardrijden plaats heb
ben. evenals de gshockey-wedstryden.
De nevenbaan is bestemd voor de
eliminatle-wedstryden yshockey. De
van het Kulmpark naar Ceierlna lei
dende 1576 meter lange bob-baan ls
dezen winter voor de zesde maal ge
kozen voor de wereldkampioenschap
pen twee en vier persoons bob. Deze
kampioenschappen vormen dus ook
een generale repetitie voor de O.W.S
De springwedstrgden ski zullen ln
1948 uiteraard op de Olympische
springschans worden gehouden.
De plaats voor een ski-stadion,
welke door de Zwitsersche Ski Bond
werd uitgekozen en waar start en
finish van den langen afstandswed-
stryd waren beraamd, zal in de prak
tijk waarschyniyk niet voldoeh. Defi
nitieve beslissingen zullen pas wor
den genomen na de wedstrijden om
„Das weisse Band", die dezer dagen
plaats hebben en waarby wederom
groote kampioenen en cracks elkaar
op de hoogten van Crovlglia party
zullen geven. Het verioop van deze
wedstryden zal door de organisatoren
der O.W.S. zorgvuldig worden bestu
deerd.
Men kan in St. Moritz en omge
ving .12.000 15.000 gasten huisves
ten en verwacht een byzonder groo-
ten toeloop. De Nederlandsche deel
nemers zullen allen by elkaar worden
ondergebracht ln één van de vier
froote hotels Kurhaus, Du Lac,
tahlbad en Victoria) van St. Mo-
ritz-Bad, waar 1200 bedden beschik
baar zyn. De kosten voor volledig
pension per dag zullen twintig francs
bedragen Dat is slechts enkele fran
ken meer dan in 1928 Maar het or-
ganisatie-comlté legt er dan ook per
iTn|' - - ----
van St. Moritz-
pry$ ongeveer 35 francs per daj.
De entreeprgzen voor de Spelen
zullen van 5 tot 25 francs per halven
dag bedragen.
Wat tenslotte de pers betreft, re
kent men op 350 k 400 journalisten,
voor wie een speciale autobus tus-
schen St. Morltz-Bad en Dorf zal
loopen.
persoon 10 frs. by. In de groote hotels
~,-Dorf ts de pension -
AFSLUITDIJK UITERST
MOEILIJK BERIJDBAAR.
De A.N.W.B. deelt mede. dat ten
gevolge van den zwaren sneeuwval
van oen afgeloopen nacht de, afsluit-
"irst moeili
dijk uiterst i
ïiliik berydbaar is.
Er wordt energiek gewerkt, om
het wegdek sneeuwvrq te krijgen en
te houden, doch het is twijfelachtig
of deze pogingen met succes be
kroond zullen worden.
In het hart van het jachtbedrijf
De special* verslaggever aan boord
van de „Willem Barendsz" seint ons:
Wy bevinden ons in open water,
maar er is veel ys om ons neen Je
kunt het ook merken aan de tempe
ratuur. want het wordt steeds kouder
en het ruwe weer vraagt bij het bin
nenhalen van <le vtscb de uiterste In
spanning der bemanning
Het werk verloopt niet altyd zon
der ongelukken. Zondagavond 19 Jan.
was er een spannend oigpnbllk. toen
de knoei, waarmede walvisch aan
boord getrokken wordt, in de slipway
brak en naar d" groote stoomlier
midscheeps verd getrokken Persoon.
Ikke ongelukken kwamen gelukkig
niet voor. maar ook den daarop vol
genden dag zaten we weer 'n moment
tn spanning, toen vier menschen ?*ch
nog tijdig in veiligheid konden stel
len op het oogenbllk. waarop een
«abel brak. waaraan 1000 kg spek
hing. dat naar de plaats van bewer
king moest worden vervoerd!
Op den verjaardag van prinses
Margriet werd een geiukwunsch-tele-
gram verzonden, waarop het volgende
antwoord werd ontvangen: ..Prinses
Margriet dankt U allen heel hartelgk
voor Uw gelukwenschen."
Tusschen lucht en water
Op een der volgende dagen ls ein
delijk de gelegenheid gekomen eens
poolshoogte te nemen hoe het aan
Boord van de jagers toegaat De jager
immers is de eigenlijke „vanger' van
de walvisschcn Daar bevindt zich de
harpoenier, die met J^jn kanon het
„doodelgke schot" moet lossen. By
helder weer. maar met een stgve
sries. zette ik mij in de mand, die
bq de komst van een der Jagers mij
van de „Willem Barendsz" af aan
boord van het vangschtp moest bren-
fen Daar zweefde ik enkele oogen-
likken tusschen lucht en water. Het
ls een eigenaardige gewaarwording
en ik denk aan mijn bureau in het
vaderland, waar het toch veiliger
zitten is dan hier te zweven, maar
als mgn gedachten zóóver zyn, ben
ik al aan boord van de AM 3 getrok
ken, waar iemand mij vraagt of lk
me gelukkig voel. Hij en de anderen,
die om me heen staan, kgken wat
somber; ze hebben een ietwat mee
warig gevoel voor me over. doch als
ik hun vertel, dat lk de zee ken als
myn vader en een Vlaardingschen
trawler ln drie dagen heb helpen vol-
vangen, klaren hun gezichten op. Ik
ben hun dus niet heelemaal vreemd,
denken ze.
Als de jager klaar is met bunkeren,
worden de trossen losgesmeten en de
walvisch, die als kurkenzak ls ge
bruikt tusschen moederschip en
AM 3 wordt naar het achterschip
van de „Willem Barendsz" -gesleept,
opgetrokken in de sllpway en ter ver
werking overgegeven.
Hoe klein is „Oome Willem"
Nu stoomen we weg en lk zie voor
den eersten keer in de Poolzee" de
trouwe „Barendsz" van den anderen
kant met haar rookende schoorstee-
nen. Aan dek heersebt groote bedrij
vigheid. Hoe klein is „Oome Willem
nu en wat een gevaarte leek het
schip, toen net nog in de Amsterdam-
sche haven lag!
Wij varen met volle kracht weg.
Ik bevind mij thans in het hart van
het jachtbedrijf Wat begint een moe
derschip als er geen kinderen zijn.
die den buit aanvoeren? Het valt me
niet mee, zoó van de groote schuit
overgestapt te zgn op het kleine 400-
tonnertje. Er staat een geweldige dei
ning en het scheepje danst op de sol-
ven. dat het een ileve lust is. Klaar
het 's géén lust voor my. Zou lk dan
toch nog te zeer landrot zijn? In elk
geval moet lk wéér eraan gelooven.
De eenige troost ls, dat nog nooit
iemand aan zeeziekte is gestorven.
Zoodra tk kan. geef wi mgn oogen
goed den kost Op het Jagardekis men
druk oezig het schip vischkfaar te
maken. Het kanon wordt geladen met
harpoen en kiuit; de lijn, waarmee
de harpoen straks in bliksemsnelle
vaart zal voortschieten. wordt be
vestigd Een moderne harpoen weegt
90 kg en Is aan een tros van onge
veer 800 meter lengte verbonden. Hy
heeft den vorm van een dikken ijze
ren staaf met aan de punt een explo-
sievbn kop. voorzien van weerhaken.
Als de kop ln het lichaam van den
walvisch dringt, ontploft de ln den
kop aangebrachte .granaat en de
weerhaken zetten zich vast ln het
lichaam. Zoo kan het dier naar het
«rang&chip worden gesleept. De schok,
hip zou arggen. zoodra
door een harpoen la
die het vangschip zou ariigei
een walvisch door een ha
getroffen, wordt opgevangen door
bufferveeren. waarmee de tros aan
boord verbonden ls.
Ijsbergen worden gepasseerd
Wg stuiven nu als net ware door
het water en passeeren gsbergen,
soms dicht oaby. Sommigen hebben
een platten vorm, die je zou doen
verleiden even over te stappen om 'n
rondje te schaatsen. Het wordt nu
ontzettend koud; de wind snudt me
door alles heen. het water golrt over
den 'boeg. het achterschip staat
voortdurend blank, Het schip danst
over de zee en wendt ziel) op iedere
draai van het roer.
Ik sta met den kapitein op de brug
en zie hoe een matroos langs een
touwladder naar het kraaiennest
klimt Hy zit er noog. maar zwiert
met zijn ..nest' alle kanten uit. Zij"
taak ls beiangrgk Zijn er walvlsschen
vooruit? De man geeft seinen met
zijn handen. Een zwaaiende hand be-
teekent naar bak- of stuurboord,
voor- of achteruit. Iedereen aan boord
is gespannen. De kapitein loert als t
ware om zich heen om alle voorwer
pen. die in zijn gezichtskring komen,
op te „slorpen". De Jager valt onop
houdelijk over stuur- en bakboord, en
als we gaan eten. hebben we geen
rustig oogenbllk. Sllngerlatten zijn er
niet. We nouden onze borden soep in
de handen en gaan met de zeetjes
mee. Dat duurt zoo den geheelen
maaltyd
Het water heeft een blauw-groene
kleur: de wolkenstoeten zyn betoove-
rend van vorm Kaapsche duiven en
walvisch vogeltjes zwermen rond het
schip: roofzuchtige orca's duiken in
het water op Op de brug ls de luid
spreker Ingeschakeld, lk hoor hóe de
andere lagers hun vangsten f"" het
moederschip opgeven. Het wordt een
wedstrijd, wié het meeste binnen
brengt. Aan de gezichten van de be
manning lees ik af. dat het werk een
spel gelijkt: wie «int vandaag, van
de week. wie vangt de meeste wal
vlsschen? We snuffelen de yskoude
zee af. Dat gaat zoo dag en nacht
door en hoogstens wordt des nachts
enkele uren gestopt. Van werken in
ploegen is geen sprake. Allen zijn
vrijwel voortdurend ln de weer ter
voorbereiding en ln afwachting
tevens van de dingen, die komen
zullen.
Radar
In ons vorig verslag werd medege
deeld. dat door middel van radar de
positie van de walvlsschen kon wor
den bepaald. Dit is niet Juist. Op het
ontvangscherm van de radar-lnstalla.
tie kan men wel constateeren of er
obstakels ln £fe omgeving ziin, zooals
ijsbergen. Indien al een school wal
vlsschen aan de oppervlakte van het
water zou komen, zou men door mid
del van radar toch niet kunnen con-
stateefen. wat het ls.
Eigen en nieuwe wegen
De zendelinge, mej. Chr Slotema-
ker de Bruine, te Zeist, hield op ver
schillende plaatsen In de classis
Arnhem der Ned. Hervormde Kerk
lezingen over haar ervaringen als
eerste zendelinge, toen zU in 1985
door den Vrouwf-n/.endlngsbond naar
Java werd afgevaardigd. De zende
lingen hadden om een vrouwelijke
collega gevraagd, omdat zj) meenden,
dat ln vele gevallen een vrouw de
Javaansche bevolking beter zou
kunnen naderen dan zQ.
In naar lezingen vertelde zy. dat
zy als eerste zendelinge eigen en
nieuwe wegen had moeten zoeken
Niet altyd kon zy haar manneiyke
collega's overtuigen van andere Ln-
zlchten. dan deze gewoon waren te
huldigen.
Op haar groot arbeidsveld op Oost-
Java kwam zy met de Javaansche
Het is een koude winterdag. Slooten en plassen zyn
bedekt met een dikke laag ys. vaarten, die nog geen
week geleden onophoudelijk ln beroering werden gebracht
door allerlei vaartuigen, zyn veranderd ln harde vlaktes,
waarover de gladde ijzers flitsen. Watervogels, die hier
aten en dronken zijn op de vlucht geslagen, op zoek
naar open water. Open water, dat beteekent voor hen
een mogeiyke redding van het leven Hoe beter een vogel
kan vliegen des te meer kans heeft hh op redding. Maai
ook het tegendeel ls waar. Vooral de alom bekende meer
koeten. geheel zwart met een witten bles op het v
hoofd, vallen nu bij tientallen ten prooi. Ieder, die
eens naar deze aardige dieren gekeken heeft, komt
dezelfde conclusie. Zwemmen en duiken kunnen ze goed
maar vliegen is hun sterkste punt niet. Zoodra een meer
koet op wil stijgen, begint hy met hard te loopen. Ztji
ook het tege
géln
iiuuiu, vallen nu btj tientallen ten pr--- -
eens naar deze aardige dieren gekeken heeft, komt tot
dezelfde conclusie. Zwemmen en duiken kunnen ze goed
maar vliegen is hun sterkste punt niet. Zoodra een meer
koet op wil stygen. begint hij met hard te loopen. Zij:
lange beenen. voorzien varf z.g. zwemlobben. ketsen oj
het water en zyn korte, ronde vleugels slaan snel op ei
neer. Na tien meter ls zyn Uchaam uit het water, maai
hy loopt nog steeds en pas als hy genoeg vaart heeft ge
kregen om niet meer te kunnen vallen, strekt hg zgi
pooten naar achter en dan vliegt hy, onbeholpen ei
moeiiyk wendbaar.
Ook de Meerkoeten gingen op zoek naar open water
Eén van de hoofd verzamelplaatsen was het Noordzee
kanaal, speciaal ln de omgeving van Buitenhuizen by d<
monding van het Zykanaal naar Spaarndam. Daar ko.
men vogels zien Daar was open water Bij duizendei
zwierven er de Meerkoeten rond ln gezelschap van dui
tenden eenden van allerlei vorm en kleur Dit warei
le echte wintwgaiten uit Rusland en uit de landen ron.
i« Oostzee Het moo:st waren de Groote Zaagbekken
eenden ter grootte van een gewone Wilde Ft a i maa
met een spitsen snavel met hoorntanden. zoodet de tan
den het uiterlijk van een zaagtand krijgen De mannetje."
met hun wilde zwarte kuiven en roode snavels, hun
lichamen wit niet zwart, overtrokken met een roodon
li
t
Meerkoeten verlangen even hard naar
'vet voorjaar als wij in dit ijzlgt
jaargetijde.
S" ina De wijfjes meer parelgrijs. Ook hun kleine broertje
t Nonnetje, zat er in groot aantal en toonde zich ook
al niet erg schuw.
Van den dijk was het een heeriyk gezicht. De zwart
met witte Kuif eenden zochten hun weg tusschen de ijs-
schotsen, de Toppereenden doken dat hei een lieven lust
was en Smienten en Tafeleenden. Brilduikers en Dodaar-
,zen betwistten lekaar elk hapje en brokje.
Maar niet alleen klein wila vertoonde zich tusschen de
wild dooreen liggende ijeechotsen. Een troepje Brandgan
gen zocht lang3 den vvadlekant naar het een of ander
eetbaars. Hun lange, zwarte nekken met den half-zwar-
ten„ lialf-witten kop, rekten zich uit en hun vlugge sna
vels betastten eik voorwerp. Af en toe een plots^Jin-ge
rust. Dan zochten hun donkere oogen den hemel af ftaar
mraad. Geen gevaar dan maar doorzoeken.
Nog was het wild niet groot genoeg. Ginds achter een
rletboschje zat wat wits. Even de kykers gericht en reeds
ïitzoeken welke soort. Het was niet de bekence Knobbel
zwaan uit het park, met zyn oranje-zwarten snavel. Deze
snavel was geel-zwart. Nu nog de snavelteekening goed
bekyken en dan weten we het. Het is ook geen Kleine
Zwaan, maar een echte Wilde Zwaan! Onze witte vriend
houdt echter niet van zooveel belangstelling en spoedig
gaat hy op de wieken. Wy loopen nog een eindje langs
het kanaal en daar liggen reeds de eerste vorstslachl-
»ffers, Vooral Meerkoeten liggen er, vaak verminkt door
le werking van het ys. dat hun een ledemaat afknelde,
naar ook Waterhoentjes, Kuifeenden en Kokmeeuwen
■ijn reeds het slachtoffer Mocht de koude lang aan
houden, dan liggen er spoedig duizenden doode vogels
angs den kant. eenden en meeuwen van allerlei soort,
/an allerle: grootte en kleur, de donkere Meerkoet naast
ten witten Zwaan, de kleine Dodaars naast de groot»
fans: alle geveld door hun gezamenltiken vijand, de
koude. Ook voor hen zou het een zegen zyn, als de koude
niet te kuig duurde l
vrouwen in verschillende posities tel
aanraking Dit contact nad haar
öuldeiyk gemaakt, dat het zendings
werk den mensch als geheel moet
aanspreken.
Spr. maakte op Java kennis met
Chr Vrouwenvereenlgu.gen, die lui
sterker verband met de Kerk leefden
dan die in ons land In het Javaan
sche kerkeiyke leven bekleedden de
vrouwen meer functies dan ln ons
land. Vrouweiyke kerkeraadsleden
waren er een gewoon verschijnsel.
In de Javaansche kerk was veel
laats voor vrouweiyke evangelisten,
n 1939 leidde spr een cursus, waar
op 30 vrouwen van 18- -48 laAr tot
nuipkrachten ln de gemeenten van
Jezus Christus werden opgeleid; de
meesten dezer leerlingen waren
meisjes, die zoo van de rystvelden
kwamen.
In dit verband moet men beden
ken. dat vrouwen, die op den voor
grond treden, op Java een veel grno-#
ter wonder zijn dan hier Tal van
Javaansche vrouwen, vooral ook zy,
die door de Mohammedaansche ooly-
gamie waren ultgestooten. waren
dankbaar voor het Christendom,
omdat het haar net besef van haar
menschwaardlgheld gaf.
Spr zeide als haar elgeniyke zen-
dingstaak te beschouwen. Javaan
sche vrouwen geschikt te maken om
ónder haar eigen volk zending te be
drijven.
in 1939 had spr ook lezingen ge
houden voor een groep vrouwen aer
nationalistische beweging.
De oorlog had het Zendingswerk
met één stag afgebroken. Van den
geesteiyken staf was spr door de
Jappen nog het langst op vrije voe
ten gelaten Zy hadden haar ver
geten
By naar afscheid hadden de Ja
vaansche Christenen haar verzekerd,
dat waar eenheid ln Christus was ge
groeid. niets ln staat zou zyn schel
ding teweeg te brengen. Hieraan
hield spr vast. al had zy na den
oorlog mets meer van de kerk op
Oost-Java genoord.
Spr vertelde ook een en ander van
haar verbiyi tn de concentratiekam
pen. waarin zy nis godsd lenst leeraren
der Protest Kerk zegenryk werk
zaam had mogen zyn
Zoolang het door de pol'tleke om
standigheden den Javaansenen Chris
tenen niet mogeiyk is ons terug t»
roepen moeten wy nen als onze zen
delingen beeehouwen aldus spr zy
was vazi oordeel dat net voortzetten
van net zendingswerk dringend noo
dig is Al wordt Java een republiek,
dat maakt voor de zending geen
verschil, meende zy.