STEEKPROEVEN Een zendelinge vertelt over haar ervaringen ■'IWÈÏ te lil uit de Britsché zone De organisatie der Olympische spelen Aan boord van 'n Walvisch jager Haar arbeidsveld lag op Oost-Java (SEWliTCIILDI rj-ïsiV ft ff# KI tBiH ¥©fêS7 VERBITTERING, TELEURSTELLING HONGER. KOU EN WONINGNOOD ENEEN TIKJE HUMOR (Van een bijeonderen correspondent.) s BtJ de poging, den doorsnee-Du itscher, den Duitschen stedeling van onze dagen te typeeren, zal men misschien tot het volgende beeld komen, een man In versleten, geverfde uniform, trekt een hoog opgeladen wagentje, waar achter, oplettend voorover gebogen, een vrouw loopt, om het voertu.g te behoeden tegen vallen en diefstal. Ze loopen In gelijken tred. de man en de vrouw. - - - - uitgeteerd, afgetobt. als dieren gespannen ln het zware Juk. Om hen icnerp" i. g af en woonpl Bremen en Hamburg, door Berlijn, door Breslau, door Dresden en Leipzig, heeD de scherpe silhouetten der ruïnes met hun kelders, met hun onderaard- «che gangen, de heuvels van puin en oud roest, die altijd nog dooden b< af eD woonplaats tegelijk. Zoo trekt men door Keulen en door Essen, door Stuttgart en München, door de ruïnes van allie Duitsche g oote steden. Zoo trok men eens reeds ongeveer driehonderd laar, geleden, na den Dertig- JarigeD oorlog, die misschien meer nog het platteland dan de steden ln een zelfde namelooze ellende had gestort, een ellende, waarvan Dultschland, ver. geleken met de andere, vooral de Westeuropeesche staten, tijden lang de gevolgen onderging, die zelfs in de tijden van uiterlijke macht en opdringe. lige schittering vooral geestelijk nooit volledig overwonnen kon worden. OVER DEN ZIN DER BOMBARDEMENTEN 8teeds weer valt het op, dat de oentra der steden en daarmee ook de edelste historische deelen gebombar deerd werden, industrieterreinen daarentegen, Zelfs de meest uitge strekte, ongedeerd zijn gebleven. De Engelschman antwoordt op een desbetreffende vraag, dat men voor het alternatief gestaan had, of men de Industrie of het leven in den zin van verkeersader, samentrekking en centraliseering der organisatie ver nietigen zou. Men h^d tot het tweede besloten, niet ln de laatste plaats ook met het oog op den na den oor-i log volgenden wederopbouw, waar voor een zekere industrleele grondca- pacitelt de onmisbare voorwaarde ls. De Duitscher echter meent, dat men bij hel bombardeeren van de groote stadscentra niet alleen de makkelijkste doelen had- gekozen, maar hierdoor ook, getrouw aan de dogma's van den totalen oorlog, de gelegenheid had gehad, den doodeiy- ken schrik en de uitgebreide vernie tiging onder de dichtste volksmassa's en niet ln de laatste plaats ook ln de historische traditie te brengen. Be paalde tndusrieën daarentegen zou men gespaard hebben, hetzij dat het, hierbij om niet concurreerende Inter nationale bezittingen ging. hetzij dat men ze later zelf dacht te gebruiken. WAAROM MEN DE RUSSISCHE ZONEONTVLIEDT Het koude jaargetijde verscherpt den woningnood. Het gebrek aan brandstof dringt nog meer menschen ln één ruimte samen. Door de voort durende ondervoeding is men gevoer liger voor koude en vatbaarder ge worden. Het besmettingsgevaar ls vergroot Woonde men b.v. ln de groote ha vensteden en ln de groote steden van het Ruhrgebted in den afgeloopen zo mer en in den herfst gemiddeld nog met vier of vijf personen ln één ruimte, nu zit men nog meer op el kaar gepakt. De gezinnen van de officieren der bezetting zijn gekomen en moeten passend ondergebracht worden, wat veel woonruimte kost. Menig „dak boven het hoofd" ls bij strenge kou ook voor den meest ge harde niet meer te gebruiken, en zoo stijgt de nood. De groote stroom uit Oost-Dulschland ts nu wel opgehou den. maar nog steeds druppelt het na. Want nog steeds geven velen de voorkeur aan de gealieerde zones. Niet dat het in de door de Russen be zette gebieden met den voedingstoe stand en de woonmogelijkheid slech ter gesteld zou zijn. Integendeel: Daar is een man uit de groot- Industrie. die in Charlottenburg nog ln het gelukkige bezit van zijn wo nlng met acht kamers was, en die toch liever met zijn gezin ln Ham burg in een dakkamertje hulst; daar ls de geleerde, aan wlen men even eens in Berlijn, altijd nog drie ka mers gelaten had, en die toch aan het zijkamertje ln Hannover voor zijn gezin van vier personen de voorkeur geeft. Daarbij heeft ginds, in „Rus land", bijna ledereen zijn twee cente naar [1% mud) steenkool ln huis eD de 40 gram vleesch en de 10 gram vet per dag zijn wel niet veel. maar men ls er zeker van. En toch ls het voor velen geen leven „ginds". Hoe zei de leeraar uit Kottbus het. een man van het Centrum en in Hltlers tijd onder voortdurende controrfóan de Gestapo? „Iemand hoeft Ie maar aan te brengen, een jaren geleden ontslagen dienstmeisje, een berispte arbeider, een dierbare collega, een boozë buurman, om Je voor altijd te laten verdwijnen". En dat bevestigt de koopman uit Maagdenburg, éen van de garde van Ebert. en de jurist uit Leipzig, die zijn linkeroog door een SS-patroullte verloor Daarbij hebben aeze drie nog een goed on derkomen gevonden: ze hebben een bunkerwoning: anderhalve woon ruimte en miniatuurkeukentje voor negen menschen. (Wie zou eens ge dacht hebben, dat bunkers en ge- schuttorens, deze vuurspuwende, vensteriooze betonnen kolossen die hier en daar ongedeerd ln sombere monumentaliteit uit de pulnhoopen verrijzen, honderden en nog eens honderden tot hulsvesting zouden dienen?). HUMOR BIJ EEN LEECE MAAG Wanneer zich niet door abnormale koude en daardoor stagnatie in den toevoer bijzondere moeilijkheden voordoen, hoopt de Bngelsche bezet ting de allerzwaarste zorgen wat be treft de voeding der aan haar toe vertrouwde gebieden achter zich te hebben De Duitscher echter heeft het vertrouwen in het organisatie vermogen en wat oneindig erger is dikwijls ook het geloof aar den goe den- wil van de Engelsehen verloren en bereidtzich voor op een honger winter en een 1947. dal zeker geen yerlichting brengen zal Brood en Vleesch komen wei maar de bonnen voor grutterswaren worden slechts ongeregeld gehonoreerd Men ls dankbaar, dat de leugd van de En- gelschen steeds haar extra maaltijd ontvangt al be-staat die ook slechts uit een krachtige soep. Overigens heeft men ook met de ceintuur ln het laatste gaatje den hu mor niet heelemaal verloren en zoo hoort men overal de rijmpjes: „Unter Blsmarck, Kaiser Franz, Hatte Jeder selne Gans; Unter He$s und unter Garing Hatte Jedér seinen Hering, Doch nun unter dieser Leï ung Steht <<6 nur mehr ln der Zeltung." En tot ln het Noorden dringen de verhalen door van den onverwoest- baren Weisz Ferdl, die zwaar bepakt voor zijn lachende toehoorders treedt op den rug sleept hij een ham. op zyn borst bungelt een brood, op zijn rechter schouder balanceert een kan delaar met een kaars, over zijn lin ker hangt een -strop. Nu: „Dat op mijn rug ligt achter ons, dat op mijn borst hebben we in het vooruitzicht; naar dat op mijn linkerschouder grij pen we toen niet. en'met dat op mijn rechter schouder ziuden we hun graag den weg naar huls wijzen..." Er zijn verschillende vormen van de schildering van dit tooneeltje. We hebben natuurlijk de tamste weerge geven. DE GOEDE BOfR EN DE ZWARTE MARKT De boer), ln de oogen van de ste delingen degene, die noch koude, noch honger noch ontbering van welken aard ook zou hebben leeren kennen, deze boer ln het Noorden en in het Westen van Dultsrhland heeft zijn vluchtelingen uit het Oosten en zijn weggebombardeerde stadsmen- schen, die tn hun oorspronkelijke gemeenschap eenvoudig niet meer onder te brengen zijn. Zeker, hij ruilt; inen kan by hem alles vinden, wat niet op een boerde rij, maar in een stadswoning .thuis hoort. Maar ls hij niet gedwóngen, zwart te verkoopen Voor een slacht koe ontvangt hij officieel 300 tot 400 Mark; dat zijn, naar den gebruikeiy- ken koers omgerekend, 60tot 80 si garet ten, die hij dan nog goedkoop heeft kunnen krijgen. Te koop ls er echter geen koe onder 1500 tot 2000 Mark. Voor een liter melk krijgt hij 13 14 Pfennlg, voor een pond boter 1.80 Mark, om dan op de zwarte markt voor 150 180 Mark verkocht te worden (by den boer kan je ze al voor 120 M. koopen). Daarbij vraagt de boer geen zwarte prijzen: men komt op de boerderij, men bestormt hem. overbiedt zichzelf en elkaar, sleept aan. wat hij maar wenscht. en dat is nopit geld. Zoo ls echter ook menig nieuw dak te verklaren, meni ge nieuwe schuur, menig bijgebouw, veel glanzende nieuwe verf die wel nauwelijks aan den officleelen weder opbouw toegeschreven kunnen wor den. En ln de steden, daar bloeit na tuurlijk de zwarte handel, waarin al les te krijgen ls, vanaf brood kg voor ongeveer 30 M.. een heele brood kaart 60 tot 100 M.) tot aan de ge liefde koffieboonen (1 kg voor 400 M.). Toch vindt alles afzet; aanbod en vraag zijn bijna wetenschappelijk geregeld. Daarbij blijken vooral ook vluchtelingen van alle categorieën, displaced persons en „Nlcnthetm- kehrer" uit de Slavische landen de gehaaidsten en machtigsten van het zwarte gilde. Zoo ls het een publiek geheim dat In Keulen de zwarte markt zich hoofdzakelijk ln handen van de Polen bevindt. HET LEVEN OP HET PLATTELAND Een stand op zichzelf, als men het zoo uit mag drukken, vormen die menschen uit de groote stad, die zich nog eenigszins op tyd en daardoor niet geheel verarmd en „ausgepo- wert" op het platteland konden te rugtrekken: ln een eigen landhuis by familie, vrienden, of hoe ook. Deze ex-grootestadsmenschen leven Dit was *ens de .JJuryumeestei Peercboom.weg"die Zuiderwoude met uroek in Waterland verbond. Nu is hij begaanbaar voor ski-ers en stoere berg beklimmers, maar niet voor den man, die naar zijn werk wil gaan. Tot in de puntjes voorbereid Niets dan lof „Reeds nu is het myn absolute uvertuiging, dat de heele organisatie in 1948 op rolietjes zal loopen. En wanneer de Spelen over twee maan den moesten worden gehouden, wel. dan zou ai les ook vlot verloopen, zoo hebben de heeren daar ln JSt. Moritz de zaken nu voor elkaar", al dus vatte mr. J. N. van den Houten secretaris van het N.O.C., zyn oor deel santen, toen hem vragen wer den gesteld met betrekking tot de reis, waarvan -.y juist was terugge keerd, en die o.m. ten doel had al- gemeene oriëiiteerende gegevens te verzamelen over de voorbereiding der O.XV.S. Men weet hier nu, hoe de zaken staan, en als zich geen byzon- dere omstandigheden voordoen, zal 't wellicht niet eens noodig zyn voor dn daar als het ware ln kolonies, hebben naast hun vele, vele zorgen en dage- ïyksch werk hun bridge, hun kleine, o zoo bescheiden feestjes; ze smeden hun plannen, die meestal ver weg over zee voeren, en de kinderen moe ten vaak uren lang loopen naar de dichtsbijzgnde school. Het licht wordt voor uren en op ongeregelde tyden uitgeschakeld („opdat we beter over onze zonden kunnen nadenken", glim lachen ze), het water moet opge pompt worden. Maar men, en vooral de jeugd, ls gevrywaard voor de el lende van de groote stad, men ver- proletariseert niet zoo gauw. heeft minder honger, leeft ln een mooie om geving én heeft niet zoo zeer van het eigen leven afstand hoeven te doen als de in de puinsteden achtergeble venen. Nog gelukkiger zijn natuuriyk de menschen uit de kleine steden, die meest tn hun onbeschadigde hulzen bleven, voor wie dus. afgezien van de algemeene zorgen om voedsei brandstof en ruimtevordering tegen over vroeger niet zoo heel veel ver anderd ls. GROOTE BELANGSTELLING VOOR DE KUNST Van de bezetters ziet men nauwe- lyks iets. «Het is, alsof ze bevel gé- kregen hadden, zich zooveel mogelgk af te zonderen. Van' kazernes, kastee- len,groote regeerlngsgebouwen en dergelijke waait hier "en daar de Union Jack. Daar ziet men ook Tom mies in hun eigen wereld levén, maar verder zijn die meest slechts ln auto's te vinden, vaker-nog dan in de jeeps in de kleine Dullsche volkswagens, die nu, met Engelsche wapens en divisieteekens bont beschilderd, over al rondflltsen. Steeds meer wordt weer aan den Schupo toevertrouwd de verkeersregeling, wykdienst, in lichtingendienst enz. enz. Daarby groeit de afkeer van de Dultschers tegenover den bezetter met den duur van de bezetting en den nood. Reeds duiken hier en daar weer stokende nazi-elementen op, die makkelgk kunnen zeggen, dat het onder Httler nooit zoo slecht Is geweest. Maar en dat is veel erger, men- beschouwt het uitblijven van afdoende maatregelen ter verzachting der verschillende nooden steeds meer niet slechts als een niet kunnen, men twyfelt. en een niet onhEtndige opruiende beweging weet dezen twijfel tot ongeloof aan te wakkeren, aan de goede bedoeling en herinnert steeds weer aan de uit spraak van den „vyand" naar welke deze nu eindelgk z<)u hopen te kun nen handelen dat er nameiyk nog altgd mlllioenen Dultschers te veel zouden zyn. O.W.S. nog eens naar St. Moritz te reizen. Men zal alles verder sehrifte- lyk kunnen regelen. Over het werk der organisatoren had de secretaris van het NOC niets dan lof AJ sinds Jaar en dag zijn zy met de regeling van dergelgke groote evenementen vertrouwd. En toen eenmaal vast stond, dat de Win terspelen in 1948 evenals ln 1928, aan St. Moritz zouden worden toege wezen, staken de verschillende sport verenigingen. de Ski-school, de ge meente en de Kurverein do hoofden .by elkaar, onder leiding vao den bur- femeester, die ook de O.W.S. van 928 georganiseerd heeft. Aan het hoog-gelegen einde van St. Moritz bevindt zich het Ijssta dion. dat voor de Spelen van 1928 vergroot werd tot 10.000 m2. 't Is 't oefenterrein van de bekendste kunst- ryders der geheele wereld, zoowel vroeger als nu. Er zullen thans weer nieuwe tribunes worden gebouwd. Op de groote baarn zullen ook de wed strijden ln het hardrijden plaats heb ben. evenals de gshockey-wedstryden. De nevenbaan is bestemd voor de eliminatle-wedstryden yshockey. De van het Kulmpark naar Ceierlna lei dende 1576 meter lange bob-baan ls dezen winter voor de zesde maal ge kozen voor de wereldkampioenschap pen twee en vier persoons bob. Deze kampioenschappen vormen dus ook een generale repetitie voor de O.W.S De springwedstrgden ski zullen ln 1948 uiteraard op de Olympische springschans worden gehouden. De plaats voor een ski-stadion, welke door de Zwitsersche Ski Bond werd uitgekozen en waar start en finish van den langen afstandswed- stryd waren beraamd, zal in de prak tijk waarschyniyk niet voldoeh. Defi nitieve beslissingen zullen pas wor den genomen na de wedstrijden om „Das weisse Band", die dezer dagen plaats hebben en waarby wederom groote kampioenen en cracks elkaar op de hoogten van Crovlglia party zullen geven. Het verioop van deze wedstryden zal door de organisatoren der O.W.S. zorgvuldig worden bestu deerd. Men kan in St. Moritz en omge ving .12.000 15.000 gasten huisves ten en verwacht een byzonder groo- ten toeloop. De Nederlandsche deel nemers zullen allen by elkaar worden ondergebracht ln één van de vier froote hotels Kurhaus, Du Lac, tahlbad en Victoria) van St. Mo- ritz-Bad, waar 1200 bedden beschik baar zyn. De kosten voor volledig pension per dag zullen twintig francs bedragen Dat is slechts enkele fran ken meer dan in 1928 Maar het or- ganisatie-comlté legt er dan ook per iTn|' - - ---- van St. Moritz- pry$ ongeveer 35 francs per daj. De entreeprgzen voor de Spelen zullen van 5 tot 25 francs per halven dag bedragen. Wat tenslotte de pers betreft, re kent men op 350 k 400 journalisten, voor wie een speciale autobus tus- schen St. Morltz-Bad en Dorf zal loopen. persoon 10 frs. by. In de groote hotels ~,-Dorf ts de pension - AFSLUITDIJK UITERST MOEILIJK BERIJDBAAR. De A.N.W.B. deelt mede. dat ten gevolge van den zwaren sneeuwval van oen afgeloopen nacht de, afsluit- "irst moeili dijk uiterst i ïiliik berydbaar is. Er wordt energiek gewerkt, om het wegdek sneeuwvrq te krijgen en te houden, doch het is twijfelachtig of deze pogingen met succes be kroond zullen worden. In het hart van het jachtbedrijf De special* verslaggever aan boord van de „Willem Barendsz" seint ons: Wy bevinden ons in open water, maar er is veel ys om ons neen Je kunt het ook merken aan de tempe ratuur. want het wordt steeds kouder en het ruwe weer vraagt bij het bin nenhalen van <le vtscb de uiterste In spanning der bemanning Het werk verloopt niet altyd zon der ongelukken. Zondagavond 19 Jan. was er een spannend oigpnbllk. toen de knoei, waarmede walvisch aan boord getrokken wordt, in de slipway brak en naar d" groote stoomlier midscheeps verd getrokken Persoon. Ikke ongelukken kwamen gelukkig niet voor. maar ook den daarop vol genden dag zaten we weer 'n moment tn spanning, toen vier menschen ?*ch nog tijdig in veiligheid konden stel len op het oogenbllk. waarop een «abel brak. waaraan 1000 kg spek hing. dat naar de plaats van bewer king moest worden vervoerd! Op den verjaardag van prinses Margriet werd een geiukwunsch-tele- gram verzonden, waarop het volgende antwoord werd ontvangen: ..Prinses Margriet dankt U allen heel hartelgk voor Uw gelukwenschen." Tusschen lucht en water Op een der volgende dagen ls ein delijk de gelegenheid gekomen eens poolshoogte te nemen hoe het aan Boord van de jagers toegaat De jager immers is de eigenlijke „vanger' van de walvisschcn Daar bevindt zich de harpoenier, die met J^jn kanon het „doodelgke schot" moet lossen. By helder weer. maar met een stgve sries. zette ik mij in de mand, die bq de komst van een der Jagers mij van de „Willem Barendsz" af aan boord van het vangschtp moest bren- fen Daar zweefde ik enkele oogen- likken tusschen lucht en water. Het ls een eigenaardige gewaarwording en ik denk aan mijn bureau in het vaderland, waar het toch veiliger zitten is dan hier te zweven, maar als mgn gedachten zóóver zyn, ben ik al aan boord van de AM 3 getrok ken, waar iemand mij vraagt of lk me gelukkig voel. Hij en de anderen, die om me heen staan, kgken wat somber; ze hebben een ietwat mee warig gevoel voor me over. doch als ik hun vertel, dat lk de zee ken als myn vader en een Vlaardingschen trawler ln drie dagen heb helpen vol- vangen, klaren hun gezichten op. Ik ben hun dus niet heelemaal vreemd, denken ze. Als de jager klaar is met bunkeren, worden de trossen losgesmeten en de walvisch, die als kurkenzak ls ge bruikt tusschen moederschip en AM 3 wordt naar het achterschip van de „Willem Barendsz" -gesleept, opgetrokken in de sllpway en ter ver werking overgegeven. Hoe klein is „Oome Willem" Nu stoomen we weg en lk zie voor den eersten keer in de Poolzee" de trouwe „Barendsz" van den anderen kant met haar rookende schoorstee- nen. Aan dek heersebt groote bedrij vigheid. Hoe klein is „Oome Willem nu en wat een gevaarte leek het schip, toen net nog in de Amsterdam- sche haven lag! Wij varen met volle kracht weg. Ik bevind mij thans in het hart van het jachtbedrijf Wat begint een moe derschip als er geen kinderen zijn. die den buit aanvoeren? Het valt me niet mee, zoó van de groote schuit overgestapt te zgn op het kleine 400- tonnertje. Er staat een geweldige dei ning en het scheepje danst op de sol- ven. dat het een ileve lust is. Klaar het 's géén lust voor my. Zou lk dan toch nog te zeer landrot zijn? In elk geval moet lk wéér eraan gelooven. De eenige troost ls, dat nog nooit iemand aan zeeziekte is gestorven. Zoodra tk kan. geef wi mgn oogen goed den kost Op het Jagardekis men druk oezig het schip vischkfaar te maken. Het kanon wordt geladen met harpoen en kiuit; de lijn, waarmee de harpoen straks in bliksemsnelle vaart zal voortschieten. wordt be vestigd Een moderne harpoen weegt 90 kg en Is aan een tros van onge veer 800 meter lengte verbonden. Hy heeft den vorm van een dikken ijze ren staaf met aan de punt een explo- sievbn kop. voorzien van weerhaken. Als de kop ln het lichaam van den walvisch dringt, ontploft de ln den kop aangebrachte .granaat en de weerhaken zetten zich vast ln het lichaam. Zoo kan het dier naar het «rang&chip worden gesleept. De schok, hip zou arggen. zoodra door een harpoen la die het vangschip zou ariigei een walvisch door een ha getroffen, wordt opgevangen door bufferveeren. waarmee de tros aan boord verbonden ls. Ijsbergen worden gepasseerd Wg stuiven nu als net ware door het water en passeeren gsbergen, soms dicht oaby. Sommigen hebben een platten vorm, die je zou doen verleiden even over te stappen om 'n rondje te schaatsen. Het wordt nu ontzettend koud; de wind snudt me door alles heen. het water golrt over den 'boeg. het achterschip staat voortdurend blank, Het schip danst over de zee en wendt ziel) op iedere draai van het roer. Ik sta met den kapitein op de brug en zie hoe een matroos langs een touwladder naar het kraaiennest klimt Hy zit er noog. maar zwiert met zijn ..nest' alle kanten uit. Zij" taak ls beiangrgk Zijn er walvlsschen vooruit? De man geeft seinen met zijn handen. Een zwaaiende hand be- teekent naar bak- of stuurboord, voor- of achteruit. Iedereen aan boord is gespannen. De kapitein loert als t ware om zich heen om alle voorwer pen. die in zijn gezichtskring komen, op te „slorpen". De Jager valt onop houdelijk over stuur- en bakboord, en als we gaan eten. hebben we geen rustig oogenbllk. Sllngerlatten zijn er niet. We nouden onze borden soep in de handen en gaan met de zeetjes mee. Dat duurt zoo den geheelen maaltyd Het water heeft een blauw-groene kleur: de wolkenstoeten zyn betoove- rend van vorm Kaapsche duiven en walvisch vogeltjes zwermen rond het schip: roofzuchtige orca's duiken in het water op Op de brug ls de luid spreker Ingeschakeld, lk hoor hóe de andere lagers hun vangsten f"" het moederschip opgeven. Het wordt een wedstrijd, wié het meeste binnen brengt. Aan de gezichten van de be manning lees ik af. dat het werk een spel gelijkt: wie «int vandaag, van de week. wie vangt de meeste wal vlsschen? We snuffelen de yskoude zee af. Dat gaat zoo dag en nacht door en hoogstens wordt des nachts enkele uren gestopt. Van werken in ploegen is geen sprake. Allen zijn vrijwel voortdurend ln de weer ter voorbereiding en ln afwachting tevens van de dingen, die komen zullen. Radar In ons vorig verslag werd medege deeld. dat door middel van radar de positie van de walvlsschen kon wor den bepaald. Dit is niet Juist. Op het ontvangscherm van de radar-lnstalla. tie kan men wel constateeren of er obstakels ln £fe omgeving ziin, zooals ijsbergen. Indien al een school wal vlsschen aan de oppervlakte van het water zou komen, zou men door mid del van radar toch niet kunnen con- stateefen. wat het ls. Eigen en nieuwe wegen De zendelinge, mej. Chr Slotema- ker de Bruine, te Zeist, hield op ver schillende plaatsen In de classis Arnhem der Ned. Hervormde Kerk lezingen over haar ervaringen als eerste zendelinge, toen zU in 1985 door den Vrouwf-n/.endlngsbond naar Java werd afgevaardigd. De zende lingen hadden om een vrouwelijke collega gevraagd, omdat zj) meenden, dat ln vele gevallen een vrouw de Javaansche bevolking beter zou kunnen naderen dan zQ. In naar lezingen vertelde zy. dat zy als eerste zendelinge eigen en nieuwe wegen had moeten zoeken Niet altyd kon zy haar manneiyke collega's overtuigen van andere Ln- zlchten. dan deze gewoon waren te huldigen. Op haar groot arbeidsveld op Oost- Java kwam zy met de Javaansche Het is een koude winterdag. Slooten en plassen zyn bedekt met een dikke laag ys. vaarten, die nog geen week geleden onophoudelijk ln beroering werden gebracht door allerlei vaartuigen, zyn veranderd ln harde vlaktes, waarover de gladde ijzers flitsen. Watervogels, die hier aten en dronken zijn op de vlucht geslagen, op zoek naar open water. Open water, dat beteekent voor hen een mogeiyke redding van het leven Hoe beter een vogel kan vliegen des te meer kans heeft hh op redding. Maai ook het tegendeel ls waar. Vooral de alom bekende meer koeten. geheel zwart met een witten bles op het v hoofd, vallen nu bij tientallen ten prooi. Ieder, die eens naar deze aardige dieren gekeken heeft, komt dezelfde conclusie. Zwemmen en duiken kunnen ze goed maar vliegen is hun sterkste punt niet. Zoodra een meer koet op wil stijgen, begint hy met hard te loopen. Ztji ook het tege géln iiuuiu, vallen nu btj tientallen ten pr--- - eens naar deze aardige dieren gekeken heeft, komt tot dezelfde conclusie. Zwemmen en duiken kunnen ze goed maar vliegen is hun sterkste punt niet. Zoodra een meer koet op wil stygen. begint hij met hard te loopen. Zij: lange beenen. voorzien varf z.g. zwemlobben. ketsen oj het water en zyn korte, ronde vleugels slaan snel op ei neer. Na tien meter ls zyn Uchaam uit het water, maai hy loopt nog steeds en pas als hy genoeg vaart heeft ge kregen om niet meer te kunnen vallen, strekt hg zgi pooten naar achter en dan vliegt hy, onbeholpen ei moeiiyk wendbaar. Ook de Meerkoeten gingen op zoek naar open water Eén van de hoofd verzamelplaatsen was het Noordzee kanaal, speciaal ln de omgeving van Buitenhuizen by d< monding van het Zykanaal naar Spaarndam. Daar ko. men vogels zien Daar was open water Bij duizendei zwierven er de Meerkoeten rond ln gezelschap van dui tenden eenden van allerlei vorm en kleur Dit warei le echte wintwgaiten uit Rusland en uit de landen ron. i« Oostzee Het moo:st waren de Groote Zaagbekken eenden ter grootte van een gewone Wilde Ft a i maa met een spitsen snavel met hoorntanden. zoodet de tan den het uiterlijk van een zaagtand krijgen De mannetje." met hun wilde zwarte kuiven en roode snavels, hun lichamen wit niet zwart, overtrokken met een roodon li t Meerkoeten verlangen even hard naar 'vet voorjaar als wij in dit ijzlgt jaargetijde. S" ina De wijfjes meer parelgrijs. Ook hun kleine broertje t Nonnetje, zat er in groot aantal en toonde zich ook al niet erg schuw. Van den dijk was het een heeriyk gezicht. De zwart met witte Kuif eenden zochten hun weg tusschen de ijs- schotsen, de Toppereenden doken dat hei een lieven lust was en Smienten en Tafeleenden. Brilduikers en Dodaar- ,zen betwistten lekaar elk hapje en brokje. Maar niet alleen klein wila vertoonde zich tusschen de wild dooreen liggende ijeechotsen. Een troepje Brandgan gen zocht lang3 den vvadlekant naar het een of ander eetbaars. Hun lange, zwarte nekken met den half-zwar- ten„ lialf-witten kop, rekten zich uit en hun vlugge sna vels betastten eik voorwerp. Af en toe een plots^Jin-ge rust. Dan zochten hun donkere oogen den hemel af ftaar mraad. Geen gevaar dan maar doorzoeken. Nog was het wild niet groot genoeg. Ginds achter een rletboschje zat wat wits. Even de kykers gericht en reeds ïitzoeken welke soort. Het was niet de bekence Knobbel zwaan uit het park, met zyn oranje-zwarten snavel. Deze snavel was geel-zwart. Nu nog de snavelteekening goed bekyken en dan weten we het. Het is ook geen Kleine Zwaan, maar een echte Wilde Zwaan! Onze witte vriend houdt echter niet van zooveel belangstelling en spoedig gaat hy op de wieken. Wy loopen nog een eindje langs het kanaal en daar liggen reeds de eerste vorstslachl- »ffers, Vooral Meerkoeten liggen er, vaak verminkt door le werking van het ys. dat hun een ledemaat afknelde, naar ook Waterhoentjes, Kuifeenden en Kokmeeuwen ■ijn reeds het slachtoffer Mocht de koude lang aan houden, dan liggen er spoedig duizenden doode vogels angs den kant. eenden en meeuwen van allerlei soort, /an allerle: grootte en kleur, de donkere Meerkoet naast ten witten Zwaan, de kleine Dodaars naast de groot» fans: alle geveld door hun gezamenltiken vijand, de koude. Ook voor hen zou het een zegen zyn, als de koude niet te kuig duurde l vrouwen in verschillende posities tel aanraking Dit contact nad haar öuldeiyk gemaakt, dat het zendings werk den mensch als geheel moet aanspreken. Spr. maakte op Java kennis met Chr Vrouwenvereenlgu.gen, die lui sterker verband met de Kerk leefden dan die in ons land In het Javaan sche kerkeiyke leven bekleedden de vrouwen meer functies dan ln ons land. Vrouweiyke kerkeraadsleden waren er een gewoon verschijnsel. In de Javaansche kerk was veel laats voor vrouweiyke evangelisten, n 1939 leidde spr een cursus, waar op 30 vrouwen van 18- -48 laAr tot nuipkrachten ln de gemeenten van Jezus Christus werden opgeleid; de meesten dezer leerlingen waren meisjes, die zoo van de rystvelden kwamen. In dit verband moet men beden ken. dat vrouwen, die op den voor grond treden, op Java een veel grno-# ter wonder zijn dan hier Tal van Javaansche vrouwen, vooral ook zy, die door de Mohammedaansche ooly- gamie waren ultgestooten. waren dankbaar voor het Christendom, omdat het haar net besef van haar menschwaardlgheld gaf. Spr zeide als haar elgeniyke zen- dingstaak te beschouwen. Javaan sche vrouwen geschikt te maken om ónder haar eigen volk zending te be drijven. in 1939 had spr ook lezingen ge houden voor een groep vrouwen aer nationalistische beweging. De oorlog had het Zendingswerk met één stag afgebroken. Van den geesteiyken staf was spr door de Jappen nog het langst op vrije voe ten gelaten Zy hadden haar ver geten By naar afscheid hadden de Ja vaansche Christenen haar verzekerd, dat waar eenheid ln Christus was ge groeid. niets ln staat zou zyn schel ding teweeg te brengen. Hieraan hield spr vast. al had zy na den oorlog mets meer van de kerk op Oost-Java genoord. Spr vertelde ook een en ander van haar verbiyi tn de concentratiekam pen. waarin zy nis godsd lenst leeraren der Protest Kerk zegenryk werk zaam had mogen zyn Zoolang het door de pol'tleke om standigheden den Javaansenen Chris tenen niet mogeiyk is ons terug t» roepen moeten wy nen als onze zen delingen beeehouwen aldus spr zy was vazi oordeel dat net voortzetten van net zendingswerk dringend noo dig is Al wordt Java een republiek, dat maakt voor de zending geen verschil, meende zy.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 3