DONKER ROTTERDAM
(ftofótey (fïLl
Hoe de Paaseieren toch op tijd
gekleurd werden
BULLETIN der Letterkunde
Hulde aan RomainRoland
Amsterdamsch pierement
voor Holland, Michigan
Am.
?ciij
Pa*
t h
?rajv
r
m fl
>dïjj
Jat
Wij.
L.
n de
een
n.
üd
eer.
/oor
in
cht.
ste.
Met
door
ZIJN STRIJD TEGEN DE ROOFHOLEN
nen
2e-
-'C3t
be.
Ik aal nooit dien Duitscher ver
reten. die op een avond het bureau
{innen Kwam rennen, waar ik toen
was gedetacheerd", zei Geoffrey
Sul een smak aan z'n pQp gevend.
Als Ik spreek van toen. dan be-
!Jnp| ik kort na den eersten wereld-
Ürtoe Hl bü er uit alsof ml uit
«rud kwïii. Z'n kl eeren hingen
Verfomfaaid om z'n lichaam z n das
bungelde uit a'n vrat en z'n hoed
atond scheef op z n hoofd,
ijk bien bestohlenü" schreeuwde
d ons toe „lek bien bestohlen foor
hoendert tausend goelden1" Toen
»Akte hij op een stoel neer en begon
tp huilen al-s een klein kind. We ga-
£„hem ten glaasje water en kre-
„n eenr verhaal te hooren. dat we
foo langzamerhand al Kenden. De
nultscher was in een van de destijds
in Rotterdam beruchte roofholenoe-
i.„ri pp raaktHg was met hon
derd duizend gulden van de Duitsche
Mgeering naar Rotterdam eeTttmen
Sh hier inkoopen te doen Het geld
z'n hotel achterlaten durfde hij
niet en hij was er s avonds mee de
JKd figegaan. Hg had ergens een
glaasje bier gedronken en was toen
fan de praat geraakt met een dame-
♦ie En de rest laat zich raden. Wij
Vroegen naar het signalement van
het dametje en nog geen uur later
Ï2 ze op het bureau. Noemen we
haar „blonde Leentje". NatuuHqk
SS ..blonde Leentje' aan de bero
ving zoo onschuldig als een pas ge
boren kind. Dat verbaasde ons niets,
want ook daaraan waren we gewend
JÏÏohien omdat de Duitscher voor
zoo'n groot bedrag, zooals men dat
in die kringen betitelde:
was genomen", voelden we baar wat
steviger aan den tand. hetgeen alleen
maar tot resultaat had. dat er wa
terlanders te voorschijn kwamen.
Doorslaan" deeld blonde Leentje
'met. al hadden we haar op de Pijn
bank gelegd. Het vriendje van haar
een zekere Kale Jan. werd ookbg
z'n lurven gepakt, maar ook op hem
tonden we geen stuiver van de dui
zend meier terug. Ook dat wisten
we van tevoren. Het geld was aJ
lang van den een naar den ander
gegaan en je kon er met dezelfde
loop op succes naar gMn
als naar een speld ln een hooiberg.
DE ..KLAPPERS".
„In de ouwe binnenstad van Rot
terdam". vertelde Geoffrey Gill, wa
ren heel wat ..klappers' te vinden.
Er waren straten, die er om waren
berucht. Regelmatig werden er door
ons verdachte huizen gesloten en
prostitué's en souteneurs aan de
justitie overgeleverd. maar net
kwaad bleef fn denzelfden omvang
voortbestaan. Dat kwam in boofd
zaak. omdat de hoofdschuldigen zoo
goed als altijd buiten schot bleven
Be groote profiteurs pasten er wel
voor op om zelf hun vingers te bran
den Zij zaten met dure ringen aan
de vingers en dikke portefeuilles ln
den binnenzak rustig toe te kQken
hoe anderen het vuile werk deden
En al wisten wfl van de politiei mo
langzamerhand wel. wie het wat en,
Ie kon toch weinig tegen hen Jan
nen, omdat de bewuzen ontbraken.
Wil hebben uiteraard heel wat van
die „klappers" bezocht en je stond
altijd weer versteld over de vinding-
rijkheid van de kerels. Je hebt wei
eens een Amerikaansche f lm g«a>en
waarin op een geheimzinnige manier
wanden verschu.ven en een heel huls
om zoo te zeggen mechaniek en be
weging Is? welnu, dat zag je hier
ln werkelijkheid. Op 't eerste gezicht
was er in zoo'n klapper niks te zien.
»aar als we gingen zoeken, vonden
we altijd een onzichtbare deur en
verschillende onzichtbare lulkjja
Vooral die oude pakhuisjes. «a^rv
le er in de binnenstad zooveel had.
leenden zich uitstekend om als klap
per te worden ingericht Het behang
selpapier was in dien tijd goedkoop
en geduldig.
CLANDESTIENE
NACHTKROEGEN.
Nachtkroegen zijn in Rotterdam,
looals je weet. altijd verboden ge
weest. Maar daarom waren ze er
wel. Je had ze wdfsin alle
Er waren lui, die s nachts tegen
exorbitant booge prijzen een soort
„rendez-vous" gaven, er wwen er
ook waar jc niet duurder behoefde
te betalen, dan in een gewoon café.
In de duurste gelegenheden «werd ook
meestal hazard gespeeld, per en
daar was het een Monte Carlo in het
klein. Wij hebben eens zoon nest
opgeruimd, waar al heel wat Rotter
dammers hun geld waren b^gt ge
raakt En enkelen hadden uit wan
hoop 'de hand aan zichzelf geslagen
Een bekende huisjesmelker uit
Rotterdam - ik zal maar geen na
men noemen exploiteerde dat
ding. En hij had er een portier voor
gezet, die opdracht had om. zoodra
hi| maar een koperen knoop de straat
iri zag komen alarm te maken. Zoo
doende had de politie er al een paar
keer naast gegrepen, want als zij
binnenkwam, was er niets meer te
Wilden we dus succes hebben, dan
moesten we eerst den portier onscha
delijk maken. Op een avond hadden
we'afgesproken weer eens 'n poging
te wagen We trokken een cordon
om de beruchte straat en in de scha
duw van de huizen slopen we op den
portier af. We hadden toevallig het
geluk, dat hij met iemand stond te
Praten en onze kant niet uitkeek.
Toen we op een tiental meters af
stand naderbij waren geslopen, ren
den we uit het donker op den portier
af. Hij probeerde nog bij de deur te
komen, maar dat lukte hem niet
Toen naar binnen. Door het aarde
donker van een gang stommelden we
naar achteren. Óp eens hoorden we
een woedend geblaf en hing er bij een
van ons een hond aan z'n broek. De
rest stormde verder Een trapje op.
een deur door en we stormden een
kamer binnen, waarin een man of
twintig bij elkaar waren. Ik zeg: een
man of twintig, maar daaronder
waren ook dames, in heel dure toi
letten en heeren in smoking Het
spektakel, dat ontstond, zal ik nooit
vergeten. De vrouwen begonnen te
gillen, sommige heeren. die bang
waren ln een schandaal betrokken
te worden, probeerden de vlucht te
hemen. Het was een waar oandemo-
hium. dat nog erger werd toen de
inspecteur, die de leiding had. het
bevel gaf: .Allemaal mee naar het
bureauEr werd gehuild en ge
smeekt. maar er hielo geen moeder
tje-lief aan. Het was een van de
merkwaardigste optochten, die ik
ooit heb btjgewoond.
Met deze nachtkroeg was bet ge
daan, maar de man achter de scher
men, dien we natuurlijk niet tepak-
ken kregen, was misschien denzelf
den nacht al weer bezig ergens
anders het winstgevend zaakje voort
te zetten
Hengelaars moeten 50 ct.
betalen
Telkenjare wordt van overheids
wege vastgesteld hoe groot do bij
drage zal zijn, die de hengelaars
moeten betalen ter storting In het
z.g. Pootvischfonds. Deze gelden
worden gebruikt voor het kweeken,
aankoopen en uitzetten van poot-
visch, het doen van proefnemingen,
verbetering van vischwater, bestrij
ding van waterverontreiniging enz.
Daardoor wordt de productiviteit
van het vischwater verhoogd.
Voor het komende seizoen Is de
bjjdrage voor hengelaars vastgesteld
op 0,50. Voor een hcngelakte moet
boven de normale kosten even
eens f0,50 worden betaald.
VOOR DE JEUGD
Gelukkig, we hebben weer eieren
met Pasen en als we ze liever veilig
heidshalve zelf kleuren dan af te
wachten of de Paashaas nog verf
over heeft, kopen we wat eierverf by
den drogist, die nu weer goed voor
zien is, zelfs bij sommige verfsoorten
alleraardigste eierstandaardjes levert.
Willen we er in deze dure tyd echter
geen geld voor uitgeven, dan kunnen
we mooie resultaten krijgen voor
geel door de eieren te koken ln een
aftreksel van uien of saffraan, voor
roodbruin een aftreksel van bruine
uitenschillen onder toevoeging van
wat zout, voor een zachtblauw
groene kleur een aftreksel van wat
fjjngesnedesi rodekoolbladeren met
toevoeging van een flinke lepel zout.
Nu hebben we
eieren, maar eier
dopjes tekort. Geen
nood, we maken
ze zelf. Neem een
reepje dun karton,
12 cm. lang en
3 cm. breed, dal
je stevig vast
naait of plakt, zo
dat het een koker
tje Is geworden.
Knip dit kokertje
dan van boven en
onderen een randje
in. Buig de stukjes
karton van de
ingeknipte randjes
naar bulten en
verf het standaardje van binnen en
van buiten.
Maar we willen de Paastafel nog
wat fleuriger maken; een elerbloem-
vaasje met de eerste lenteboden, de
tere sneeuwklokjes er ln staat aller
liefst op het door ons gemaakte
standaardje.
Neem de dop van een gekookt el,
maak hem voorzichtig van binnen
en van buiten In lauw water schoon.
Laat de dop drogen, kleur hem van
buiten. Vul hem daarna half met
vochtig zand om hem stevig te doen
staan, zet er de bloempjes in en
het vaasje zelf ln het hierboven
beschreven standaardje.
Vrolijke Paasdagen, hoor!
Uit „de Grabbelton".
In een tijd, dat idealisme schraal en
schaarsch tvas, heeft hij de fakkel
brandende gehouden, in welker licht
vooral vele jongeren zich hebban verblijd
De naam van den schrijver dien
wij boven dit Bulletin der Letter
kunde plaatsen, zal bij menigen
lezer oud en jong herinnerin
gen wekken uit betere dagen. Er is
reden om nog eens te spreken over
den grooten Europeaan die op
30 December 1944 de oogen sloot,
toen de wereld vol was van geheel
andere emoties dan die welke hij ons
vele raaien had verschaft.
Want ontroeringen had hij in ons
weten te wekken.
Daar was allereerst zijn Vie de
Beethoven (1903), waarin hü zoo
eenvoudig mogelijk het heldenleven
van den dooven Duitschen componist
verhaalde. Wie 't niet heeft gelezen,
heeft iets gemist, dat hg gauw moet
inhalen, hetgeen te gemakkelijker
mogelijk is, omdat het boekje in
eenvoudig Fransch is geredigeerd.
Het is het eerste van een reeks
Levens van Oroote Mannen, later
gevolgd door de biographieën van
Michel Ajigelo, Tolstoi, Tagore,
Gandhi. Rolland wist belangstelling
te wekken voor den Held. Men las
een historie-getrouw boek als *een
roman.
Toen kwam van 1904 tot 1912 zijn
groote Jean Christophe. Tien
deelen! Ze werden alle tien gelezen,
verslonden door duizenden in het
Fransch of ln vertalLng. Want de be-
teekenis van dit werk werd erkend
ver buiten de grenzen van het Fran-
sche vaderland. Een biographle dit
maal van een niet-historisch per
soon. Ook een held. Het is niet voor
niets dat deze man den familienaam
Krafft heeft. Een voorbeeld voor
zijn idealisme. Iemand die ln een
Europa, dat een grooten oorlog
tegemoet ging tusscnen landen die
elkaar niet meer konden verstaan,
de deugden en gebruiken in het
licht zette met de uitgesproken be
doeling. dat men. alles kennende,
allen zal liefhebben. Duitschland,
Frankrijk, Italië, die den schrgver
alle van nabij bekend waren, ver
schenen achtereenvolgens ten too-
neele met alles wat sympathie en
afkeuring verdiende.
Weliswaar gevoelt men al lezende
ook de technische tekortkomingen
van den schrijver, die noch door
eenheid van stijl, noch door groot
meesterschap ln de uitwerking van
een waarlgk grootsche conceptie
uitmunt. Dat de hoofdpersoon geen
eenheid is. dat zijn leven een leg
kaart is. bestaande uit stukjes leven
van anderen: Beethoven. Wagner,
Hugo Wolf men voelt het mis
schien vaag. tot zekerheid komt men
pas, als men in aanraking komt met
de levensbeschrijvingen van die
mannen zelf. Maar dat is minder
belangrijk dan dat men het voelt
by het lezen.
Ala dat al aan het groene hout
geschiedt, wat zal dan aan het dorre
geschieden? De bijfiguren zijn nog
veel minder reëel dan Jean Chris
tophe zelf. die toch onze sympathie
en in sommige opzichten 'onze be
wondering weet gaande te maken;
Kort nadat Rolland met één slag
een wereldroem had verworven,
brak een oorlog uit, welks afschuwe
lijkheid slechts door den tweeden
wereldoorlog kon worden over
troffen.
Hoe kon het anders of de man die
luist had bewezen, dat hjj Europa
kende en liefhad zooals het
was, werd tot ln het diepet van
zijn ziel gewond bfl het constateeren
van het feit, dat de geestelijke
leiders in de belligerente Tanden, in
plaats van te ijveren voor een juist
begrip van het standpunt van de
tegenpartij, meenden te moeten mee
werken aan het kweeken van een
oorlogsstemming, leder in zijn eigen
land. Rolland woont dan ln Zwit
serland, als een neutraal onder de
neutralen. Op den dag dat de Duit-
schers België binnenvielen, had hij
in znn dagboek geschreven: „Ik ben
verpletterd. Ik wou dat ik dood was.
Het is ontzettend te leven temidden
van dit verdwaasde menschdom,
wanneer men. als een machtelooze,
het faillissement van de beschaving
moet bijwonen. Deze Europeesche
oorlog is de grootste ramp uit de
geschiedenis van vple eeuwen, de
vernietiging van onze heiligste ver
wachtingen en van de menscheiyke
broederschap".
Zoo wordt het begrijpelijk, dat hij
in het „Journal de Genéve", een
artikel publiceert, spoedig opnieuw
uitgegeven als eerste van een bundel
die er den titel aan ontleent van
Au dessus de la Mêlée, Boven het
krijgsgewoel. Wat genoten de neu
tralen ln Zwitserland en ook bij ons
van die fiere, onafhankelijke stem!
Maar ln Frankrijk werd dit stand
punt minder gewaardeerd. De aan
gevallen geestelijke leiders keerden
zich fel tegen den man, die zich
durfde stellen boven hetgeen hen
allen bezielde
Toch had hy zich niet tegen zijn
land gekeerd. Niet zoo zeer den
oorlog, als wel de Ideologie van den
oorlog bestreed hij. Aan beide zijden
zag hij zoowel helden als misdadi
gers aan het werk. Uit brieven, ge
vonden op gesneuvelde Franschen en
Duitschers toonde hij aan, dat zij
allen menschen zijn.
Na den oorlog. In den tijd van
Briand en Stresemann. scheen het
ideaal van Rolland werkelijkheid te
zullen worden.
Een slechte vertaling
Toen schreef hH zHn vlerdeellgen
roman (zeven boeken!) L/Ame
enchantée. Het eerste deel daarvan
is dezer dagen verschenen in Neder-
landsche vertaling door mevrouw
Van GoghKaulbach.
Geen wonder dat deze vrouw zich
tot dat werk aangetrokken gevoelt.
In het boek, dat zij, naar de hoofd
persoon. Annette Rivière noemt, gaat
het over twee meisjes, half-zusters,
nl. de eene een echt en de andere een
onecht kind van denzelfden vader.
De echte dochter, Annette, !s een
markante persoonlijkheid, maar zoo
buitennlsslg, dat er meer kennis van
de vrouwenziel noodig was om haar
aannemelijk te maken, dan Rolland
bezat. De andere is ln dit eerste
deel een doodgewoon Parjjsch ate
liermeisje, „ouvrière" zeggen de
Franschen, hetgeen mevr. Van Gogh
door „werkstertje" vertaalt! En laat
nu die goed opgevoede en zeer
karaktervolle Annette door een gril
van haar zelfstandige persoonlgk-
heid ongehuwde moeder worden!
Het geheele geval komt mjj onaan
nemelijk voor en, mftn mannen-
norm niet geheel vertrouwende heb
ik het boek .ter lezing gegeven aan
twee vrouwen op wier oordeel over
boeken ik nogal prjjs stel. De eene
vond het onzinnig, de andere kort
weg dwaas.
Dubbel jammer is het ook, dat
mevr. Van Gogh alleruiterst-mlddel-
matig heeft vertaald. Het werk komt
nergens boven dat van een zwak
leerling uit de hoogste klas van een
school voor Middelbaar Onderwijs
uit. Nergens levert zy een vertaling
die door raakheid de aandacht trekt,
zeer vaak is ze bepaald onbeholpen.
Het schgnt dat dit soort werk zoo
slecht wordt betaald, dat niet te ver
wachten is, dat et voldoende tyd aan
wordt besteed. Wat mij betreft, mag
de uitgever er mee blijven ritten.
Toch is L'Ame enchantée, schoon
geen eerste-rangswerk, allerminst
een mislukking. In de volgende dee
len zien wij Annette. door haar slor
digheid en de fielterij van haar ver
trouwensman. haar vermogen ver
liezen. Zij moet nu door eigen
arbeid voorzien in haar onderhoud
en In dat van haar jongen. Een ge
geven Hoor mevr. Van Gogh, met
haar belangstelling voor de maat-
schappelgke zyde van het vrouwen
leven, om van te smullen!
De twee boeken van het derde
deel, Mère et Fils, geven een voor
treffelijk beeld van een jongen in de
puberteit. En in de drie boeken van
deel vier zien wH den schrHver een
kant- uitgaan, die omstreeks 1930
sterk de aandacht heeft getrokken,
nl. Sovjet-Rusland.
Aan een waarlgk grootsche huldi
ging van den schryver by zHn zeven
tigsten verjaardag, in 1936, werd
deelgenomen door personen uit zeer
verschillende landen en ook over zyn
verwachtingen van het Sovjet-ex
periment werd niet gezwegen. Toen
is een bundel artikelen samengesteld
van een veertigtal bewonderaars,
maar tot uitgave was het ln 1939
nog niet gekomen. De oorlog heeft
die daarna onmogelgk gemaakt. Bij
het verscheiden van Rolland ln 1944
gevoelde men dat deze hulde nu
posthuiun moest worden gebracht
en zoo verscheen in 1945, in voor
naam wit gewaad het boek Hom
mage d Romain Rolland. Men mag
er geen andere eenheid van vragen
dan dat alle bgdragen aan Rolland
zgn gewyd. Sommige zyn natuurlijk
beter geslaagd dan andere. Eén
weet heel Juist op te merken dat
het mooiste werk van Rolland elgen-
ïyk zgn leven is geweest. Hij ver
achtte kunstenaars die voor hun
werk en voor zich persooniyk ver
schillende normen schiepen of al
thans erkenden. Geen bepaalde vrij
heden voor het genie. Het boek
leert ons een man kennen uit één
stuk. een gaaf karakter. Of men nu
zijn politiek inzicht deelt of ver
foeit. men zal moeten inzien, dat er
nergens in dit leven en in dit werk
een valsch motief ln het spel is ge
weest. Deze man. die zoo menig hel
denloven heeft beschreven, heeft
ook zelf een leven geleld van een
held van het denken.
Pieper, het kleine muizenjongetje,
was kwaad! Moe en Mie waren al
druk bezig Paasbrood te bakken en
't rook zo lekker, maar Pieper werd
steeds de keuken uitgejaagd, omdat
hy niet van de rozijntjes kon afblij
ven. „Ga buiten spelen", riep Moe
en dreigde met de deeglepel einde,
ïyk is 't mooi weer en nu wil die Jon.
gen maar binnen."
„Kyk maar eens of Je de Paas
haas al ziet, volgende week is 't al
Paasfeest," riep Mie hem nog ach.
terna.
Arme Pieper. De zusjes waren zo
flauw, ze giechelden en fluisterden
en als Pieper er by kwam hielden ze
zich ineens stil.
„Laten we nu wat spelen, doen
iullie toch niet zo vervelend," huilde
iet kleine muisje half. Nu goed dr|i,
ze zouden wat spelen. Vlugvoetje
stelde voor: „Staartentikkertjo"
Maar dan moest Pieper hem zyn.
Weg vlogen de zusjes. Pieper ze
achterna. Hij werd er warm en moe
van. Bah, daar was niets aan. Tel
kens als hij een staartje zou tikken,
roetsch. weg was het weer. Zo vlug
waren die zusjes.
„Ik doe het niet meer-" riep Ple.
per boos-, ik loop me buiten adem en
niemand van Jullie laat zich tikken."
Waarop die akelige zussen in een
luid gelach uitbarstten! Maar ze
hadden toch medelijden met hun
kleine broertje en Kraaloogjo zei
vrlendeiyk: „We gaan „staarten,
radertje" doen en wie de meeste ke
ren raadt krygt wat lekkers, ik heb
nog een zuurstok, dat is dan de
prys, die kun jg ook winnen, Pie.
per!"
„Ja, Ja, staartenradertje", riepen
allen, dat was altyd een leuk spel
letje.
Er stond, bezyden het huis, een
lange schutting, waaraan de onder-
ste plank ontbrak. Daar gingen ze
alle op één na achter zitten, zó dat
alleen het puntje van de staart er
onderuit kwam. En nu om de beurt
raden by wie de staartpuntjes hoor
den! Ieder keer verwisselden de
muisjes van plaats en moest degene
wiens beurt het was een klein endje
het bos inlopen, anders zou hy teveel
zien. Had elk zyn plaats ingenomen,
dan mocht hy komen en 't raden be
gon!
Nu was Pieper aan de beurt. Ook
hy liep even t bos is! Bezyden het
bospad, wat zag hy? Daar lag de
Paashaas zowaar te slapen. En
naast hem stonden twee manden, een
kleine met gekleurde, een grote met
ongekleurde eieren én twee emmer,
tjes met gele en rode verf. Pieper
hield zyn adem in, dat was te mooi.
„Komen Pieper, komen!" hoorde hy
roepen. Voorzichtig pakte hy de
emmertjes op en droeg ze naar de
schutting, waarachter een onder
drukt gegichel opsteeg. Netjes op
een rU staken de staartpuntje van de
twaalf zusjes onder de plank uit
„Raden, Pieper!" riep Vlugv. etje.
Pieper nam ln elke hand een kwast,
één met rode en één met gele verf.
Om de beurt gaf hy daarmee een
lik op de staartjes ondenvyi een
naam noemend. „Mis, mis. mis,"
hoorde hy steeds, maar de kwasten
waren raak en toen de zusjes achter
de schutting vandaan sprongen
schrokken ze geducht. En wat waren
ze boos!
„Stoute Pieper, hoe krygen we dat
er af, moeten we met Pasen er nu zo
uitzien, iy moet een paar tikken
hebben!" Ze stoven op Pieper af met
boze gezichtjes. Maar plotseling wer
den ze stil, daar kwam uit het bos
nog iemand aanstormen. Het was de
Paashaas die wakker geworden was
van 't rumoer. „Wie heeft myn
verf?", riep h(1 boos en zyn grote
oren bewogen heftig heen en weer
ten teken dat hy goed kwaad was.
Pieper schrok zo erg, dat hH tegen
de emmertjes met verf aanliep en
alle rood en geel over 't mos stroom
de. Nu klapperden de oren van de
Paashaas zelfs, zo boos was hy.
„Stoute jongen, hoe komen de
eieren nu gekleurd?" Hy liep op
Pieper toe, nam de belde kwnstm
en streek ermee over Piepers oren,
handen, voeten en staart. „Zo moet Je
nu lopen, dat ieder kan zien hoe
stout je geweest bent. Nu moet ik
weer eerst naar Verffontein. in
Kwastenstad en dat ls een heel eind'"
Langstaartje stapte naar voren.
„Paashaas, het spyt ons erg wat Pie
per gedaan heeft, het Is wel erg stout,
maar hy is nog zo klein. Wilt u 't
hem vergeven, en mag ik u dan hel
pen? Ik Kan heel vlug op de autoped
naar Kwastenstad ryden met de
emmertjes aan 't stuur, dan heeft u
nog de tyd om alle eieren vóór Pasen
te kleuren."
Wat keek de Paashaas nu vroigk.
Vraag eerst even aan Moeder oi het
mag. Ais het goed is zou ik erg biy
zyn." Langstaartje ging naar binnen
en kwam spoedig met Moe terug, die
op een schotel een heeriyke plak
Paasbrood meebracht. De Paashaas
smulde, dat bcgryp Je. Pieper was
stilletjes verdwenen. „Het spyt me,
dat m(Jn zoontle zo stout is geweest,"
zei Moe „als Langstaartje Je hel
pen kan vind Ik dit fijn."
Langstaartje reed dus vlug weg,
de beide emmertjes aan 't stuur en
voor donker was ze terug. Nu kon.
den gelukkig alle eieren gekleurd
worden cn zo kwam het dat alle
kleintjes op Paasmorgen in 't bos de
rode en gele eieren vonden. Maar
Pieper zoent niet mee, hij zag al ge
noeg rood en geel als hy ln de spiegel
keek!
R. v. R.
De kleine stad Holland in Michi
gan (V.S.) herdenkt dit Jaar, zooals
bekend, het feit, dat zy honderd Jaar
geleden door Nederlanders werd ge
sticht. Op die Nederlandsche afstam
ming zyn de 20.000 inwoner? nog
steeds buitengewoon trotsch, en hoe
zeer zy de verbondenheid met dc lage
landen in eere houden, biykt uit het
jaariykache tuljienfeest.
Het nieuwe Holland bracht na de
bevrijding voor niet minder dan een
half millioen dollar aan rellefgoede-
ren voor het oude Holland tyeen.
Daarom ls het niet verwonder!yk,
dat thans uit de kringen van de Am-
sterdamsche burgery het initiatief
geboren is om Holland in de States
bij haar eeuwfeest een oer-Amster-
En nu de hulde aan Rolland. Doen
wH daaraan mee?
Wat zullen wy In hem eeren? Den
kunstenaar van het woord? Het zal
de vraag zyn of hH die hulde op prHs
zou hebben gestelden of ng die
heeft verdiend. Met zijn weinig
homogenen styi, die dikwijls hard
aandoet, zijn veelszins zwakke psy
chologie. zijn in ieder geval sobere
verbeelding, is hy geen eerste-rangs
écri valn.
Maar als idealist heeft hij zeker
aanspraak op deze bewondering. In
een tUd, die van idealisme niet over
liep. heeft hij den fakkel brandende
gehouden, in welker licht velen,
vooral Jongeren zich hebben verbiyd.
Dat hy. toen zyn Vaderland atreed
op leven of dood tegen den overwel
diger. zich boven la Mêlée
plaatste, kunnen wil nu niet meer
zoo waardeeren als de neutrale
Nederlanders van 19141918. Zijn
werk voor het Roode Kruis in dien
tyd en zijn flinke ondergrondsche
actie ln de Jaren 1940—1944 maakt
dat wy hem er althans niet hard om
mogen vallen.
WIJ zyn er eigenlijk ver van af een
Europeesch mensch te kunnen hul
digen. Er la te veel gebeurd. Aan
vergeten zyn wy voorlooplg nog niet
toe. wy eeren onze dooden en hou
den daardoor herinneringen in
leven, die ln den gedachtengang van
Rolland moeten sterven.
En toch Is er ln onze harten een
plekje dat warm wordt, als wy lezen
van dezen grooten Europeaan.
damsch geschenk aan te bieden, n.1.
een pierement.
6 000 ls voor dit doel noodLg en
het Pierement-Comité, waarvan bur
gemeester d'Allly ee re-voorzitter ls
en tusschen wiens leden men o.a.
den naam van Eduard van Beinum
tegenkomt, gelooft zeker geen ver-
geefach beroep op de burgery te zul
len doen. Gelden kunnen worden ge
stort op de postrekening van den
secretaris-penningmeester Ton Koot,
351553.
Moge nog by het eeuwfeest de
klanken van het Amsterdamschs
pierement aan de andere zyde van
den Oceaan klinken.
Journalisten eruit, schakers
erin
Het tournool, dat de Soest- Baarn-
sche Schaakclub ter gelegenheid van
haar 25-jarig bestaan van 9 tot 15
Mei a.s. zal organiaeeren, belooft
zeer Interessant te worden.
Vooral de beide Internationale
achtkampen hebben een sterke be
zetting. Het ls lammer, dat dr. Euwe
zyn aanvankelyke toezegging niet
kan nakomen door zJJn reis naar
Zuid-Amerlka.
Men is er echter ln geslaagd voor
hem een remplagant te vinden: de
bekende Hongaar Maroczy zal zyn
plaats Innemen. Verder zullen de vol
gende buitenlandsche spelers van de
party zyn: Pomar (net Jeugdige
.Spa arische schaak wonder). Golombck
(Engeland). Grob (Zwitserland). De
Vos cn Soultanbeleff (België) en ir.
Tartakower en Sosko Borowaky
(Frankrijk).
Van de Hollanders, die eveneens in
deze twee groepen, leder van acht
spelers, zullen deelnemen, noemen
wy: Graaf van den Bosch (Hilver
sum), O. R. D. van Doesburgh (La
ren). dr. Stumpers (Eindhoven» de
Noordeiyke kampioen Kramer en de
Llmburgsche kampioen Vinken,
Vlagsma (Rotterdam», mr F teln
(Baarn) en Lod Prins (Amsterdam),
Voor de inschryvlngen der natio
nale acht-, zes-, en vierkampen be
staat groote belangstelling
Het tournool wordt gehouden in >1*
zalen van het Astoria CYhalct (voo©>
heen Badhotel) te Baarn.