Aan den herstelplicht dient voldaan Nederland had onvoldoende oog voor Aziatisch réveil Bali: eiland van tempels en danseressen „Particulier initiatiefdoet kans op vergoeding verdwijnen Duitschland wordt geplunderd Bankkapitaal door H. W. J. Bosman Kunst, religie en natuur tot één vergroeid Herstel van Rotterdams haven Duitschland van heden IV WAT de Doitschers van den kant van de bezetters te zien kragen, Is Inderdaad niet fraai, en zeker niet van een zoodanig gehalte, dat het opvoedkundig werken kan. DaarbQ dient men het begrip „bezetter" te splitsen. Men dient de daden van enkelingen te schelden van de daden van het bestuur der bezettingsmogendheden. I waren ln Duitschland voor vijf mü- lliard mark aan bankbiljetten in om- loop. Aan het einde van den oorlog was de hoeveelheid tot 80 milliard gestegen. Nu zijn er voor ongeveer 130 tot 140 milliard bankbiljetten in omloop. Precies weet men het niet. Want de Russen zeggen niet hoeveel zij gedrukt hebben en nog drukken. De poging van de Amerikanen, om de algemeene en geheel oncontro leerbare uitverkoop tegen te gaan door andere biljetten in omloop te hrengen, kwam te" laat. Er zUn in Duitschland lieden aan het werk, die overal in de Engelsche en Amerl- kaansche zóne tegen fantastische be dragen voorwerpen van waarde, goud,- sieraden enz., opkoopen en over onbeperkte middelen beschik ken. Waar het geld vandaan komt, meent iedereen te weten en kan niemand bewijzen. En daarmede zijn Wij eveneens aan een-punt, dat niet bepaald een goed voorbeeld voor de Duitschers is. Gezien de eigen scha de. die 'de overwinnaars geleden hebhen. en het besef, dat de kansen Deze bewering zal op verzet stui ten. Want terecht zal men vragen: «preek Je van plundering, wanneer men gestolen goederen tracht te ach terhalen of de eisch van vergoeding •telt, voorzoover de poging om te achterhalen mislukt? Natuurlijk niet. Over de vanzelfsprekenden eisch tot schadevergoeding valt niet te twis ten. Maar bij deze plundering, die wij op het oog hebben, gaat het niet om het herstel van schade, waarop de door Duitschland bezette landen een onbetwistbaar recht hebben. Het is mede een van de belangrijkste ta ken van het vredesverdrag met Duitschland, uit te maken in welken omvang en in welken vorm Duitsch land zijn herstelplicht kan en moet nakomen. Wat wij onder plundering verstaan is het „particulier initiatief' van tienduizenden afzonderlijke le den der bezettende legers, die door hun praktijken zoowel de Dultsche gemeenschap als die van de overwin naars op eenzelfde wijze benadeelen als dit door de Duitschers in de be zette gebieden gebeurde en door ons allen terecht scherp werd veroor deeld. ittfk geworden Er zijn gedurende de twee bezet tingsjaren in Duitschland tienduizen den leden van de verschillende be- zettingslègers rijk, zeer rijk gewor den door een praktijk, die ten nauw ste aansluit bij 'de ondervindingen, die wij gedurende de Duitsche bezet ting opgedaan hebben. De Duitschers zien dit en reageeren daarop precies zooals wij op deze gedragingen van de Duitschers reageerden. Het resul taat van deze praktijken is trouwens, dat de pot, waaruit eens het herstel van de geschondenlanden ten minste voor een deel betaald zou moeten worden, leeggeroofd wordt ten bate van enkelingr" ^Tet is de plundering van een bezil. aarop de overwin naars, gezien de schade, die zij als nationale gemeenschappen geleden hebben, aanspraak konden maken. Het is een plundering, die om bij huis te blijven Duitschland en Nederland raakt Hier worden Duit sche waarden, die door den "gang van zaken nog slechts ten deele uitslui tend Duitsche waarden waren, ont futselt! aan de gemeenschappelijke bezitters. De vormen van deze plundering zijn uiteenloopend. De tijd van de toe-eigening van bezit, dat door vluchtende Duitschers was achterge laten, is al lang voorbij. Maar de transacties, die door „koop" met waardeloos geld plaats hebben, moe ten op een lijn beoordeeld worden met soortgelijke transacties geduren de de bezetting van Nederland Juist in deze dagen heeft de overr heid van de Nederlandsche Bank een tegoed van vier en een half milliard mark moeten overnemen, dat door dergelijke praktijken is ontstaan en dat volstrekt dubieus is. Commissies van het Britsche en Amerikaansche parlement hebben zeven verschillen de vormen van transacties kunnen ontdekken (de zwarte handel is er slechts één van), waardoor de belas tingbetalers in Engeland en Amerika rechtstreeks voor tientallen millioe- nen ponden en honderdtallen mil- lloenen dollars benadeeld zijn. Daar naast staat dan nog de 'schade, die den (Overwinnaars gemeenschappe lijk treft, doordat de schamele moge lijkheden tot schadevergoeding op de wijze meer en meer verdwijnen. Monetaire situatie duitschland was aan het einde van. den oorlog in een vrij wanhopige monetaire positie. Wat uitbreiding van de geldcirculatie bij een voort durende achteruitgang van de hoe veelheid van goederen, die tegen over de geldhoeveelheid staan, voor het prijspeil en daarmee voor de waarde van het geld beteekenen, weten wij zoo langzaamaan allemaal, De bezettingsautoriteiten hadden dus een dubbele taak, waarbij de één te gen den ander inwerkte. Zij moesten bankpapier drukken voor de solda ten en tegelijkertijd de bankpapier- voorraad zooveel mogelijk beperken. Aan het begin van den oorlog in 1939 WIJ GINDS - ZIJ HIER Binnenkort gaat het amateurgezel- •cliap „De Plankeniers" uit Bussum «e-. reis maken naar Engeland om in Birmingham en elders opvoeringen in de Nederlandse taal te geven van het nieuwe stuk „Rembrandt" van Mr. Planten. Tot slot van de toyrnée wordt een voorstelling gegeven in Londen. Het Birminghamse gezel schap „Highbury Little Theater" is van 24 Mei tot 2 Juni gast van de Piankeniers. 25 Mei wordt in Bussum het eerste en enige amateurtheater in Nederland ingewijd, het nieuwe Plan- kenierstheater. De Nederlandse toneelspeler Henri Hesselinck is te Gent aan de gevol gen van een longontsteking over leden. De heer Hesselinck is in 1869 geboren en vestigde zich te Gent in 1902. Hy was in deze stad zeer pe sten. op schadevergoeding door Duitsch land niet bijster groot zullen zijn, ls er van solidariteit tusschen de over winnaars weinig sprake meer. Ieder een is er op bedacht zijn eigen voor deel te behalen, ten koste van de an deren. En daarbij vechten de groote mogendheden, die de bezetting vor men, onderling weliswaar uiterst he vig, maar zij zijn het roerend eens ten aanzien van de afwijzing van de eischen der kleine lapaen, die aan dit potverteeren zouden willen deel nemen. De redenen, waarom Neder land niet aan de goederen kon ko men, die aantoonbaar in Nederland geroofd waren, lagen niet zoozeer in een misplaatste sympathie, die de bezettingsautoriteiten voor de Duit schers voelden. Maar men wilde tot oorlogsbuit verklaren, wat men aan trof, om de pot, waaruit te verdee- len viel, niet nog kleiner te maken. Ik heb bi) mijn eerste bezoek aan Duitschland na den oorlog eenige moeite gehad de verhalen te begrij pen, die men mij in de provincie Hannover deed. Terwijl wij hier met de moeilijkheden van de uitbreiding van onzen veestapel te kampen had den, zat men daar met een 70.000 stuks vee boven de voor-oorlogsche hoeveelheid, waarvoor men geen voedsel had. En meer dan honderd duizend paarden Ijoven het aantal van 1939 zijn uit dit gebied naar Rusland gegaan in ruil voor graan voor de Britsche zóne. ALFRED MOZER. DL DUITSCHE l 'KOUW heelt het tegenwoordig erg moeilijk, al is het niet moeilijker dan onze vrouwen het in 1945 nog hadden. Doch terwijl Feiten, ideeën en critiek moet algemeen belang dienen Oeljlk men weet heeft een aantal Nederlandse banken in haar Jaarver slagen critiek uitgeoefend op het flnandBle regeringsbeleid. Het Twee de Kamerlid H. J. Hofstra heeft, om dat hij beducht was dat het vertrou wen in de Nederlandse credietwaar- dlgheld in het buitenland door deze critiek een knak zou kunnen krijgen, daarover vragen gesteld aan de rak nister van Financiën. Aan deze vra gen koppelde hij informaties vast naar de stand van zaken met betrek king tot de nationalisatie van de Ne derlandse Bank en de wettelijke rege ling van het overheidstoezicht op de partlculiere-banken. Deze vragen hebben een storm van protest doen losbarsten, vooral in bla den als de „Nationale Rotterdamse Courant", „Het Handelsblad" en „Trouw". Deze kranten namen het op voor de vrijheid van meningsuiting, ook voor het bankwezen. Minister Lieftinck was het in zoverre met hen eens. dat hij het recht van critiek één der levensvoorwaarden voor een vrij volk achtte, hoewel hij zich met be zorgdheid afvroeg of zij, die een vooraanstaande positie innemen in de strijd voor het economisch herstel, wel voldoende hun verantwoordelijk heid beseffen. Hij achtte het gewenst dat de banken zichzelf beperkingen oplegden op dat zij de taak van de regering niet nodeloos verzwaren. Repliek De heer Hofstra diende de bladen, •die zijn vragen afkeurden, in „Het Vrije Volk" van repliek. „Men mag zien afvragen," zo schreef hij, „of de bezorgdheid van de heren opposanten niet veeleer betrekking heeft op de machtspositie van deze „staat in de staat," het particuliere bankkapitaal, dan op de geestelijke vrijheid zelf. „Geestelijke vrijheid," zo betoogt hij verder, „kan echter ook tot ban deloosheid ontaarden. Wanneer de opvarenden van een schip-in-nood, in naam van de vrijheid van menings uiting; gaan staan debatteren in plaats van mede te helpen de storm door te komen dan is dat op zijn minst ge nomen onwenselijk. Het particuliere bankwezen heeft een zodanige publie ke functie gekregen dat het niet in handen van een zeer kleine groep be langhebbenden, die aan niemand ver antwoording schuldig zijn, kan wor den gelaten. Al dat geschreeuw over aantasting van de vrijheid van me ningsuiting is niet meer dan een po ging de aandacht af te leiden van het punt, waarover het werkelijk gaat: het scheppen van waarborgen dat de grote macht van het particu liere bankkapitaal in overeenstem de bevolking honger lijdt, zijn enkele profiteurs bezig rijk te worden. jisaing met het algemeen belang wordt Hierover schrijft Alfred Mozer in bjjgaand artikel. ^«gebruikt." Onze koloniale politiek II I_IEFTIG is de laatste taren- de strijd geweest over d8 te voe ren politiek inzake het Indonesische vraagstuk. Wat daar geschiedde heeft ons allen overrompeld en daarom zijn slechts weiaigon 'n staat de gebeurtenissen in een .ui mer verband te bezien. Hebben wij niet altijd geleerd op schooi, dat ons bewind in Indonesië goed was en dat wij in het buitenland hoog stonden aangeschreven om onze ko loniale politiek? Het loont de moei te die koloniale politiek eens nader te bezien, dan zal ons de achter grond van de revolutie, die zich thans in Indonesië voltrekt ook dui delijker kunnen worden. De Volksraad, bedoeld als het be gin van een vertegenwoordigend lichaam voor Ncderlandsch-IndiP, kwam tot stand tijdens den eersten wereldoorlog door een wet, die aan genomen werd in de Nederlandsche Staten-Generaal. In 1918 werd de eerste zitting, geopend door gouver-. neur-generaal Van Limburg Stirura. Het college was in dien eersten tijd alleen nog maar adviseerend, maar mede onder den indruk van de re- volutionnaire woelingen in het bui tenland beloofde de Indische regee ring tot verder gaande hervormin gen mede té werken. Van Indonesi sche rijde werden enkele miotïes ingediend, wdarin toen reeds gevraagd werd om een door het volk gekozen parlement, dat wetge vende bevoegdheid zou hebben en waaraan de regeering verantwoor delijk zou zijn, dus zooals in Neder land. Deze eerste Volksraad telde 38 leden, waarvan twintig Neder landers, vijftien Indonesiërs en drie Cbineezcn. Had dit lichaam als ver tegenwoordiging dus niets te betee kenen, door de beloften van de re geering werden bij de Indonesiërs groote verwachtingen gewekt van spoedige hervormingen. Deze zijn gekomen, maar het duurde oog tot 1927, voordat de Volksraad mede wetgevend lichgam werd. Pijnlijke strijd \JOORDAT het eindelijk zoo was, v is er nog een pijnlüke strijd ge weest over de zetelvcrdecling tus acben de verschillende bevolkings- groepen. Bij de behandeling in de Tweede Kamer nl. de herziening van het regeeringsreglement vobr Ned.-IndUT nam men een amende- ment-Feber aan, waarbij het aantal inheemsche leden van dertig op vijf en twintig werd gebracht, ter wijl dan juist dertig Lpv. vyf en twintig Nederlanders een plaats in den Raad zouden krijgen. Men be grijpt, hoe grievend deze regeling voor het ontwakende Indonesische nationalisme was. De Volksraad van 1927 tot 1931 was Inderdaad op deze manier samengesteld, maar stelde zelf voor de getallen te ver anderen, \yat in 1928 inderdaad ge schiedde. Vanaf 1931 tot aan de be zetting door Japan bestond de Volksraad uit dertig Indonesiërs en vijf en twintig Nederlanders, vyf vreemde Oosterlingen (Chineezen en Arabieren), terwijl de voorzitter steeds een Nederlander was. Dit een typisch voorbeeld van Nederlandsche kortzichtig heid inzake koloniaal beleid. Het werkte averechts in op den wil tot samenwerking btf de In donesiërs. YVy hebben dus gezien, dat de Voiksraad van raadgevend mede wetgevend licbaam was geworden. Ondanks deze vergrooting van bevoegdheden was de Raad nog lang geen „volksvertegenwoordi ging" zooals wij deze kennen. De inwendige aangelegenheden van In donesië werden geregeld door or donnanties en regceringsverorde- ningen. De ordonnantie^ werden vastgesteld, door den gouverneur- generaal, als de Volksraad ermee instemde. Keurde de Raad de ordoo- nantie na ee tweede behandeling niet goed, dan' wendde de gouver neur-generaal zich tot den minister, die dan besliste en zelf de regeling kon doorvoeren. Ook kon de G.G. de regeling op eigen houtje door zetten, maar dan kon de Volksraad by de Kroon in beroep gaan. In geval van conflict gaf dus het op perbestuur in Nederland den door slag Nog sterker was de Nederland sche invloed bij het vaststellen van de begrooting. Hoe de drang naar een volwaardig parlement bij de In donesiërs steeds sterker werd, zullen we in een volgend artikel zien. Totstandkoming THANS echter nog iets over de wijze, waarop de Raad tot stand kwam. Van de zestig leden, werden twee én twintig benoemd door don gouverneur-generaal en slechts acht en dertig gekozen (nl. twintig In donesiërs, vyftien Nederlanders en drie, vreemde Oosterlingen). Stadsgemeenteraden, 'regentschaps raden en andere locale lichamen kozen de niet-benoemde leden. De leden hiervan wérden ook weer voor een belangrijk deel -benoemd zoodat ia 1939 van de 2228 kiezers er 1003 bonoemd waren. Nu kan te recht aangevoerd worden, dat do Indonesiërs voor het overg^ooto deel nog te onontwikkeld waren om zonder tusschenstadium hun verte genwoordigers in den Volksraad te kiezen. Maar in 1930 waren ér 3,7 millioen alphabeten onder de" In donesiërs. Door het zich uitbreiden de onderwijs, zal een groot deel hieryan tot de jongeren bojiooreit. Doch als we slechts één^mil- lioen volwassen alphabeten aan nemen, dan is dat «getal nog heel wat grooter dan de 1452 Indonesiërs, die hun groep in den Volksraad kozen. Waarom was afin de Indonesiërs, die lezen en schrijven konden, in 1940 het kiesrecht voor een cen traal vertegenwoordigend li chaam nog niet verleend? Waarom benoemde de Gouver neur-Generaal nog een derde van de Volksraadledcn? Waar om was aan dien Raad niet meer het karakter van een par lement gegeven? Het antwoord zal wel moeten lui den: omdat Nederland niet met den tijd meeging en onvoldoende oo£ had voor hot Aziatisch Réveil. Cri tiek achteraf is inderdaad gemak kelijk, maar uit de gebeurtenissen blijkt toch, dat onze vroegere re geeringen Oi. parlementen weinig oog hebben gehad voot den toene- menden drang naar meer zeggen schap by de leiders der Indonesiërs- Wij zullen hiervan nog meer voor beelden aanhalen in een volgend artikel. ClNDS ik uitgestapt ben tussen de walmende olielichtjes, de be dwelmende geuren heb opgesnoven van wierook en bloemenoffers, me een weg gebaand heb door de half naakte bruine Baliërs, en plotseling een blik mocht werpen" op de ros- verlichte open ruimte, waar drie kleine meisjes met volmaakte bewe gingen en een wezenloos lachje om de in extase half geopende lippen, de legong dansten, sindsdien lijkt Hol land met zijn rood en groen van da ken en weiden, zijn ritselende popu lieren en zijn brede rechte wegen, eindeloos ver weg. Mijn eerste gedachte was, dat al het werk, dat. het Regenboogcabaret hier in Indonesië met zoveel enthour siasme heeft gedaan, dat nl mijn schrijfsels, mijn pointes en woord spelingen van een grof. hard en ba naal maaksel zijn. Dit is natuurlijk nonsens, want „East is East and West is West" en slechts weinig Europeanen zijn zo betoverd gewor den door de geest van Bali, dat zij deze droom hebben getracht te ver lengen, zoals de Belgische kunstschil der Maieur, die zich hier aan een ver afgelegen kust een paradijsje heeft geschapen, waar hij al sinds dertien jaar met zijn Balinese vrouw, een vroegere tempeldanseres, leeft. Nu weten we, dat het een niet te omvatten voorrecht voor ons is ge weest, dit land te mogen zien, te we ten, hoe dit volk leeft, zachtaardig temidden, van zijn ontelbare wrede demonen, fanatiek en tegelijk kinder lijk in zijn religie, één met de natuur zoals misschien geen ander volk ter wereld, kunstzinnig en met een aan geboren beschaving. Hier zijn kunst, religie en natuur vergroeid tot een ondeelbaar geheel, dat tot het 'wezen van iedere Baliër behoort. Het hele leven is één offer aan de natuur en de haar beheersende demonen. De wegen liggen bezaaid met kleine bak jes met bloemoffers; de tempels met hun prachtig versierde poorten, de offerhuisjes, Soeriah-zetels en afgods beelden zijn talrijker dan de gewone huizen. En dan het landschap! -De golvende heuvels, wier hellingen her schapen in groene sawah's, terras vormig afdalen in de zee, de gewel dige schuimende, witte branding, waarop men van de bergen af een onvergelijkelijk mooi gezicht heeft, de kratermer^n met hun peilloos diepe ijskoude water, de hoge bergtoppen, met een witte kraag van wolken, de verrukkelijke vergezichten in de diepe afgronden en overal bloemen, palmen waringins, orchideën, varensl Wierook stijgt ten hemel Na de voorstelling wandel je door de zoele avond. Je komt langs een tempel, hoort gamelanmuzick en ruikt vaag de geur van wierook. Je gaat naar binnen op een nodigend gebaar van een prachtig uitgedoste Baliër én komt binnen de omheining waar de offerplaatsen staan. De gamelan dreunt in telkens wisselend rhythrye, dichte wolken wierook, ros belicht door flakkerende olielampen,'stijgen omhoog in de sterrennacht. In het Vijf dagen op Bali zijn vol doende geweest om mij de moed te ont ,emen nog één woord op papier *e zeiten. Hei is mij nog nooit overkomen, zo schrijft Willy van Hemerl, de leider van hel Regenboogccibaret. dal een tournee door Indonesië heeft ge maakt voor de Niwa, dat ik een half uur voor mijn schrijfma chine heb gezeten, zonder ie weten, hoe te beginnen, leder woord, dat ik aan dit sprookjes land wijd, lijkt plotseling (en ge- mecnplaats.~. Toch probeerde Willy van Herpert het.Het resultaat vindt U hier. midden, omringd door een kring van hurkende Baliërs, is juist een man in extase geraakt. Iemand reikt hem een schaal met gloeiende kolen,..Terwijl de gamelan luider en sneller speelt, buigt hij zich voorover .en propt de mond vol met het smeulende vuur, dan begint een oude*statige man te dansen, stampend, de van het stof grijze voeten naar buiten gekeerd; een starre blik, de rug recht als in een kramp, de armen slangachtig be wegend. Plotseling zijn er meerr tien, twin tig, ook vrouwen De meesten zijn reeds zeer oud, maar hun bewegin gen zijn lenig en statig. Zij hebben een schaal met brandende wierook ui de. hand, de lucht is verstikkend, hun ogen tranen. Plotseling naderen ze U. Waarom bent U ook precies voor een altaar gaan staand Maar liet is niet erg, de oudste en schijnbaar meest •fanatieke, krijgt plotselihg weer een levend gezicht, en met een gracieus gebaar en een beminnelijke glimlach noodt hij U, een weinig opzij te gaan. Plotseling zijn er jonge meisjes, die offergaven aandragen. Er wordt ge zongen, ijl, beverig, een melodie valt niet te herkennen. Een oude tande loze priesteres W' Jt-met een waaier de essentie van dd offerspijzen naar de god. Onderwijl maakt ze een ge zellig praatje met een buurvrouw, dia als priesteres.het naastgelegen altaar „beheert". De goden zelf hebben voor deze feestelijke gelegenheid een# ka toenen broekje aan en een dito pitje op hun afzichtelijke hoofden. Het feest duurt tot de dageraad, onophou delijk dreunt de gamelan, fel en harts tochtelijk, onophoudelijk stijgen da wolken wierook op en kljnkt net een tonige gezang. Bali! Huysmans en Teirlinck naar Amsterdam Camille Huysmans, minister van ooenbaar ondr s in België en Herman Teirlinv zullen zich naar Arasterdam begeven, om er op 20, 21 en 22 Mei de feestelijkheden ter herdenking van de 300ste sterf dag van P. C. Hooft bij te wonen. Bij deze .gelegenheid zullen -la minister en de Vlaamse letterkundi ge de diploma's van „doctor honoris causa" van de Amsterdamse Uni- ersiteit ontvangen. Aan deze feesten zal een selectie van leerlingen van de Belgische Athenea deelnemen, die dan een toneelstuk zullen opvoeren. Ruim5000 kilo, om precies te zijn 5725wegen de betonnen heipalen waarop straks de kademuren zullen rusten van het nieuwe Leuvehaven- centrum. Het vervoeren der palen is niel eenvoudig maar een enorm heiblok drijft de achttien meier lange pilaren binnen enkele minuien zo ver in de grond lot ze op de „plaat", de harde zandlaag, stuiten. De „plaat" bevindt zich op diverse plaatsen op verschillende diepten. Van daar dat de heipalen onregelmatig boven de grond uitsteken. Zij wórden te zijner tijd op gelijke hoogte afgehakt. Hierboven een overzicht an het heiwerk, gezien door een van de fraate openingen in de leuning der Regeniessebiug

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 3