Aan den herstelplicht dient voldaan
Nederland had onvoldoende oog voor
Aziatisch réveil
Bali: eiland van tempels
en danseressen
„Particulier initiatiefdoet kans
op vergoeding verdwijnen
Duitschland wordt
geplunderd
Bankkapitaal
door
H. W. J. Bosman
Kunst, religie en
natuur tot één
vergroeid
Herstel van Rotterdams haven
Duitschland van heden IV
WAT de Doitschers van den kant van de bezetters te zien kragen, Is
Inderdaad niet fraai, en zeker niet van een zoodanig gehalte, dat
het opvoedkundig werken kan. DaarbQ dient men het begrip „bezetter"
te splitsen. Men dient de daden van enkelingen te schelden van de
daden van het bestuur der bezettingsmogendheden.
I waren ln Duitschland voor vijf mü-
lliard mark aan bankbiljetten in om-
loop. Aan het einde van den oorlog
was de hoeveelheid tot 80 milliard
gestegen. Nu zijn er voor ongeveer
130 tot 140 milliard bankbiljetten in
omloop. Precies weet men het niet.
Want de Russen zeggen niet hoeveel
zij gedrukt hebben en nog drukken.
De poging van de Amerikanen, om
de algemeene en geheel oncontro
leerbare uitverkoop tegen te gaan
door andere biljetten in omloop te
hrengen, kwam te" laat. Er zUn in
Duitschland lieden aan het werk, die
overal in de Engelsche en Amerl-
kaansche zóne tegen fantastische be
dragen voorwerpen van waarde,
goud,- sieraden enz., opkoopen en
over onbeperkte middelen beschik
ken. Waar het geld vandaan komt,
meent iedereen te weten en kan
niemand bewijzen. En daarmede zijn
Wij eveneens aan een-punt, dat niet
bepaald een goed voorbeeld voor de
Duitschers is. Gezien de eigen scha
de. die 'de overwinnaars geleden
hebhen. en het besef, dat de kansen
Deze bewering zal op verzet stui
ten. Want terecht zal men vragen:
«preek Je van plundering, wanneer
men gestolen goederen tracht te ach
terhalen of de eisch van vergoeding
•telt, voorzoover de poging om te
achterhalen mislukt? Natuurlijk niet.
Over de vanzelfsprekenden eisch tot
schadevergoeding valt niet te twis
ten. Maar bij deze plundering, die
wij op het oog hebben, gaat het niet
om het herstel van schade, waarop
de door Duitschland bezette landen
een onbetwistbaar recht hebben. Het
is mede een van de belangrijkste ta
ken van het vredesverdrag met
Duitschland, uit te maken in welken
omvang en in welken vorm Duitsch
land zijn herstelplicht kan en moet
nakomen. Wat wij onder plundering
verstaan is het „particulier initiatief'
van tienduizenden afzonderlijke le
den der bezettende legers, die door
hun praktijken zoowel de Dultsche
gemeenschap als die van de overwin
naars op eenzelfde wijze benadeelen
als dit door de Duitschers in de be
zette gebieden gebeurde en door ons
allen terecht scherp werd veroor
deeld.
ittfk geworden
Er zijn gedurende de twee bezet
tingsjaren in Duitschland tienduizen
den leden van de verschillende be-
zettingslègers rijk, zeer rijk gewor
den door een praktijk, die ten nauw
ste aansluit bij 'de ondervindingen,
die wij gedurende de Duitsche bezet
ting opgedaan hebben. De Duitschers
zien dit en reageeren daarop precies
zooals wij op deze gedragingen van
de Duitschers reageerden. Het resul
taat van deze praktijken is trouwens,
dat de pot, waaruit eens het herstel
van de geschondenlanden ten minste
voor een deel betaald zou moeten
worden, leeggeroofd wordt ten bate
van enkelingr" ^Tet is de plundering
van een bezil. aarop de overwin
naars, gezien de schade, die zij als
nationale gemeenschappen geleden
hebben, aanspraak konden maken.
Het is een plundering, die om bij
huis te blijven Duitschland en
Nederland raakt Hier worden Duit
sche waarden, die door den "gang van
zaken nog slechts ten deele uitslui
tend Duitsche waarden waren, ont
futselt! aan de gemeenschappelijke
bezitters.
De vormen van deze plundering
zijn uiteenloopend. De tijd van de
toe-eigening van bezit, dat door
vluchtende Duitschers was achterge
laten, is al lang voorbij. Maar de
transacties, die door „koop" met
waardeloos geld plaats hebben, moe
ten op een lijn beoordeeld worden
met soortgelijke transacties geduren
de de bezetting van Nederland
Juist in deze dagen heeft de overr
heid van de Nederlandsche Bank een
tegoed van vier en een half milliard
mark moeten overnemen, dat door
dergelijke praktijken is ontstaan en
dat volstrekt dubieus is. Commissies
van het Britsche en Amerikaansche
parlement hebben zeven verschillen
de vormen van transacties kunnen
ontdekken (de zwarte handel is er
slechts één van), waardoor de belas
tingbetalers in Engeland en Amerika
rechtstreeks voor tientallen millioe-
nen ponden en honderdtallen mil-
lloenen dollars benadeeld zijn. Daar
naast staat dan nog de 'schade, die
den (Overwinnaars gemeenschappe
lijk treft, doordat de schamele moge
lijkheden tot schadevergoeding op
de wijze meer en meer verdwijnen.
Monetaire situatie
duitschland was aan het einde van.
den oorlog in een vrij wanhopige
monetaire positie. Wat uitbreiding
van de geldcirculatie bij een voort
durende achteruitgang van de hoe
veelheid van goederen, die tegen
over de geldhoeveelheid staan, voor
het prijspeil en daarmee voor de
waarde van het geld beteekenen,
weten wij zoo langzaamaan allemaal,
De bezettingsautoriteiten hadden dus
een dubbele taak, waarbij de één te
gen den ander inwerkte. Zij moesten
bankpapier drukken voor de solda
ten en tegelijkertijd de bankpapier-
voorraad zooveel mogelijk beperken.
Aan het begin van den oorlog in 1939
WIJ GINDS - ZIJ HIER
Binnenkort gaat het amateurgezel-
•cliap „De Plankeniers" uit Bussum
«e-. reis maken naar Engeland om in
Birmingham en elders opvoeringen in
de Nederlandse taal te geven van het
nieuwe stuk „Rembrandt" van Mr.
Planten. Tot slot van de toyrnée
wordt een voorstelling gegeven in
Londen. Het Birminghamse gezel
schap „Highbury Little Theater" is
van 24 Mei tot 2 Juni gast van de
Piankeniers. 25 Mei wordt in Bussum
het eerste en enige amateurtheater in
Nederland ingewijd, het nieuwe Plan-
kenierstheater.
De Nederlandse toneelspeler Henri
Hesselinck is te Gent aan de gevol
gen van een longontsteking over
leden. De heer Hesselinck is in 1869
geboren en vestigde zich te Gent in
1902. Hy was in deze stad zeer pe
sten.
op schadevergoeding door Duitsch
land niet bijster groot zullen zijn, ls
er van solidariteit tusschen de over
winnaars weinig sprake meer. Ieder
een is er op bedacht zijn eigen voor
deel te behalen, ten koste van de an
deren. En daarbij vechten de groote
mogendheden, die de bezetting vor
men, onderling weliswaar uiterst he
vig, maar zij zijn het roerend eens
ten aanzien van de afwijzing van de
eischen der kleine lapaen, die aan
dit potverteeren zouden willen deel
nemen. De redenen, waarom Neder
land niet aan de goederen kon ko
men, die aantoonbaar in Nederland
geroofd waren, lagen niet zoozeer in
een misplaatste sympathie, die de
bezettingsautoriteiten voor de Duit
schers voelden. Maar men wilde tot
oorlogsbuit verklaren, wat men aan
trof, om de pot, waaruit te verdee-
len viel, niet nog kleiner te maken.
Ik heb bi) mijn eerste bezoek aan
Duitschland na den oorlog eenige
moeite gehad de verhalen te begrij
pen, die men mij in de provincie
Hannover deed. Terwijl wij hier met
de moeilijkheden van de uitbreiding
van onzen veestapel te kampen had
den, zat men daar met een 70.000
stuks vee boven de voor-oorlogsche
hoeveelheid, waarvoor men geen
voedsel had. En meer dan honderd
duizend paarden Ijoven het aantal
van 1939 zijn uit dit gebied naar
Rusland gegaan in ruil voor graan
voor de Britsche zóne.
ALFRED MOZER.
DL DUITSCHE l 'KOUW heelt het tegenwoordig erg moeilijk, al is het
niet moeilijker dan onze vrouwen het in 1945 nog hadden. Doch terwijl
Feiten, ideeën en critiek
moet algemeen
belang dienen
Oeljlk men weet heeft een aantal
Nederlandse banken in haar Jaarver
slagen critiek uitgeoefend op het
flnandBle regeringsbeleid. Het Twee
de Kamerlid H. J. Hofstra heeft, om
dat hij beducht was dat het vertrou
wen in de Nederlandse credietwaar-
dlgheld in het buitenland door deze
critiek een knak zou kunnen krijgen,
daarover vragen gesteld aan de rak
nister van Financiën. Aan deze vra
gen koppelde hij informaties vast
naar de stand van zaken met betrek
king tot de nationalisatie van de Ne
derlandse Bank en de wettelijke rege
ling van het overheidstoezicht op de
partlculiere-banken.
Deze vragen hebben een storm van
protest doen losbarsten, vooral in bla
den als de „Nationale Rotterdamse
Courant", „Het Handelsblad" en
„Trouw". Deze kranten namen het op
voor de vrijheid van meningsuiting,
ook voor het bankwezen. Minister
Lieftinck was het in zoverre met hen
eens. dat hij het recht van critiek één
der levensvoorwaarden voor een vrij
volk achtte, hoewel hij zich met be
zorgdheid afvroeg of zij, die een
vooraanstaande positie innemen in de
strijd voor het economisch herstel,
wel voldoende hun verantwoordelijk
heid beseffen. Hij achtte het gewenst
dat de banken zichzelf beperkingen
oplegden op dat zij de taak van de
regering niet nodeloos verzwaren.
Repliek
De heer Hofstra diende de bladen,
•die zijn vragen afkeurden, in „Het
Vrije Volk" van repliek. „Men mag
zien afvragen," zo schreef hij, „of de
bezorgdheid van de heren opposanten
niet veeleer betrekking heeft op de
machtspositie van deze „staat in de
staat," het particuliere bankkapitaal,
dan op de geestelijke vrijheid zelf.
„Geestelijke vrijheid," zo betoogt
hij verder, „kan echter ook tot ban
deloosheid ontaarden. Wanneer de
opvarenden van een schip-in-nood,
in naam van de vrijheid van menings
uiting; gaan staan debatteren in plaats
van mede te helpen de storm door te
komen dan is dat op zijn minst ge
nomen onwenselijk. Het particuliere
bankwezen heeft een zodanige publie
ke functie gekregen dat het niet in
handen van een zeer kleine groep be
langhebbenden, die aan niemand ver
antwoording schuldig zijn, kan wor
den gelaten. Al dat geschreeuw over
aantasting van de vrijheid van me
ningsuiting is niet meer dan een po
ging de aandacht af te leiden van
het punt, waarover het werkelijk
gaat: het scheppen van waarborgen
dat de grote macht van het particu
liere bankkapitaal in overeenstem
de bevolking honger lijdt, zijn enkele profiteurs bezig rijk te worden. jisaing met het algemeen belang wordt
Hierover schrijft Alfred Mozer in bjjgaand artikel. ^«gebruikt."
Onze koloniale politiek II
I_IEFTIG is de laatste taren- de
strijd geweest over d8 te voe
ren politiek inzake het Indonesische
vraagstuk. Wat daar geschiedde
heeft ons allen overrompeld en
daarom zijn slechts weiaigon 'n
staat de gebeurtenissen in een .ui
mer verband te bezien. Hebben wij
niet altijd geleerd op schooi, dat
ons bewind in Indonesië goed was
en dat wij in het buitenland hoog
stonden aangeschreven om onze ko
loniale politiek? Het loont de moei
te die koloniale politiek eens nader
te bezien, dan zal ons de achter
grond van de revolutie, die zich
thans in Indonesië voltrekt ook dui
delijker kunnen worden.
De Volksraad, bedoeld als het be
gin van een vertegenwoordigend
lichaam voor Ncderlandsch-IndiP,
kwam tot stand tijdens den eersten
wereldoorlog door een wet, die aan
genomen werd in de Nederlandsche
Staten-Generaal. In 1918 werd de
eerste zitting, geopend door gouver-.
neur-generaal Van Limburg Stirura.
Het college was in dien eersten tijd
alleen nog maar adviseerend, maar
mede onder den indruk van de re-
volutionnaire woelingen in het bui
tenland beloofde de Indische regee
ring tot verder gaande hervormin
gen mede té werken. Van Indonesi
sche rijde werden enkele miotïes
ingediend, wdarin toen reeds
gevraagd werd om een door het
volk gekozen parlement, dat wetge
vende bevoegdheid zou hebben en
waaraan de regeering verantwoor
delijk zou zijn, dus zooals in Neder
land. Deze eerste Volksraad telde
38 leden, waarvan twintig Neder
landers, vijftien Indonesiërs en drie
Cbineezcn. Had dit lichaam als ver
tegenwoordiging dus niets te betee
kenen, door de beloften van de re
geering werden bij de Indonesiërs
groote verwachtingen gewekt van
spoedige hervormingen. Deze zijn
gekomen, maar het duurde oog tot
1927, voordat de Volksraad mede
wetgevend lichgam werd.
Pijnlijke strijd
\JOORDAT het eindelijk zoo was,
v is er nog een pijnlüke strijd ge
weest over de zetelvcrdecling tus
acben de verschillende bevolkings-
groepen. Bij de behandeling in de
Tweede Kamer nl. de herziening
van het regeeringsreglement vobr
Ned.-IndUT nam men een amende-
ment-Feber aan, waarbij het aantal
inheemsche leden van dertig op
vijf en twintig werd gebracht, ter
wijl dan juist dertig Lpv. vyf en
twintig Nederlanders een plaats in
den Raad zouden krijgen. Men be
grijpt, hoe grievend deze regeling
voor het ontwakende Indonesische
nationalisme was. De Volksraad
van 1927 tot 1931 was Inderdaad op
deze manier samengesteld, maar
stelde zelf voor de getallen te ver
anderen, \yat in 1928 inderdaad ge
schiedde. Vanaf 1931 tot aan de be
zetting door Japan bestond de
Volksraad uit dertig Indonesiërs en
vijf en twintig Nederlanders, vyf
vreemde Oosterlingen (Chineezen
en Arabieren), terwijl de voorzitter
steeds een Nederlander was.
Dit een typisch voorbeeld
van Nederlandsche kortzichtig
heid inzake koloniaal beleid.
Het werkte averechts in op den
wil tot samenwerking btf de In
donesiërs.
YVy hebben dus gezien, dat de
Voiksraad van raadgevend mede
wetgevend licbaam was geworden.
Ondanks deze vergrooting van
bevoegdheden was de Raad nog
lang geen „volksvertegenwoordi
ging" zooals wij deze kennen. De
inwendige aangelegenheden van In
donesië werden geregeld door or
donnanties en regceringsverorde-
ningen. De ordonnantie^ werden
vastgesteld, door den gouverneur-
generaal, als de Volksraad ermee
instemde. Keurde de Raad de ordoo-
nantie na ee tweede behandeling
niet goed, dan' wendde de gouver
neur-generaal zich tot den minister,
die dan besliste en zelf de regeling
kon doorvoeren. Ook kon de G.G.
de regeling op eigen houtje door
zetten, maar dan kon de Volksraad
by de Kroon in beroep gaan. In
geval van conflict gaf dus het op
perbestuur in Nederland den door
slag
Nog sterker was de Nederland
sche invloed bij het vaststellen van
de begrooting. Hoe de drang naar
een volwaardig parlement bij de In
donesiërs steeds sterker werd, zullen
we in een volgend artikel zien.
Totstandkoming
THANS echter nog iets over de
wijze, waarop de Raad tot stand
kwam. Van de zestig leden, werden
twee én twintig benoemd door don
gouverneur-generaal en slechts acht
en dertig gekozen (nl. twintig In
donesiërs, vyftien Nederlanders en
drie, vreemde Oosterlingen).
Stadsgemeenteraden, 'regentschaps
raden en andere locale lichamen
kozen de niet-benoemde leden. De
leden hiervan wérden ook weer
voor een belangrijk deel -benoemd
zoodat ia 1939 van de 2228 kiezers
er 1003 bonoemd waren. Nu kan te
recht aangevoerd worden, dat do
Indonesiërs voor het overg^ooto
deel nog te onontwikkeld waren om
zonder tusschenstadium hun verte
genwoordigers in den Volksraad te
kiezen. Maar in 1930 waren ér 3,7
millioen alphabeten onder de" In
donesiërs. Door het zich uitbreiden
de onderwijs, zal een groot deel
hieryan tot de jongeren bojiooreit.
Doch als we slechts één^mil-
lioen volwassen alphabeten aan
nemen, dan is dat «getal nog
heel wat grooter dan de 1452
Indonesiërs, die hun groep in
den Volksraad kozen. Waarom
was afin de Indonesiërs, die
lezen en schrijven konden, in
1940 het kiesrecht voor een cen
traal vertegenwoordigend li
chaam nog niet verleend?
Waarom benoemde de Gouver
neur-Generaal nog een derde
van de Volksraadledcn? Waar
om was aan dien Raad niet
meer het karakter van een par
lement gegeven?
Het antwoord zal wel moeten lui
den: omdat Nederland niet met den
tijd meeging en onvoldoende oo£
had voor hot Aziatisch Réveil. Cri
tiek achteraf is inderdaad gemak
kelijk, maar uit de gebeurtenissen
blijkt toch, dat onze vroegere re
geeringen Oi. parlementen weinig
oog hebben gehad voot den toene-
menden drang naar meer zeggen
schap by de leiders der Indonesiërs-
Wij zullen hiervan nog meer voor
beelden aanhalen in een volgend
artikel.
ClNDS ik uitgestapt ben tussen de
walmende olielichtjes, de be
dwelmende geuren heb opgesnoven
van wierook en bloemenoffers, me
een weg gebaand heb door de half
naakte bruine Baliërs, en plotseling
een blik mocht werpen" op de ros-
verlichte open ruimte, waar drie
kleine meisjes met volmaakte bewe
gingen en een wezenloos lachje om
de in extase half geopende lippen, de
legong dansten, sindsdien lijkt Hol
land met zijn rood en groen van da
ken en weiden, zijn ritselende popu
lieren en zijn brede rechte wegen,
eindeloos ver weg.
Mijn eerste gedachte was, dat al
het werk, dat. het Regenboogcabaret
hier in Indonesië met zoveel enthour
siasme heeft gedaan, dat nl mijn
schrijfsels, mijn pointes en woord
spelingen van een grof. hard en ba
naal maaksel zijn. Dit is natuurlijk
nonsens, want „East is East and
West is West" en slechts weinig
Europeanen zijn zo betoverd gewor
den door de geest van Bali, dat zij
deze droom hebben getracht te ver
lengen, zoals de Belgische kunstschil
der Maieur, die zich hier aan een ver
afgelegen kust een paradijsje heeft
geschapen, waar hij al sinds dertien
jaar met zijn Balinese vrouw, een
vroegere tempeldanseres, leeft.
Nu weten we, dat het een niet te
omvatten voorrecht voor ons is ge
weest, dit land te mogen zien, te we
ten, hoe dit volk leeft, zachtaardig
temidden, van zijn ontelbare wrede
demonen, fanatiek en tegelijk kinder
lijk in zijn religie, één met de natuur
zoals misschien geen ander volk ter
wereld, kunstzinnig en met een aan
geboren beschaving. Hier zijn kunst,
religie en natuur vergroeid tot een
ondeelbaar geheel, dat tot het 'wezen
van iedere Baliër behoort. Het hele
leven is één offer aan de natuur en
de haar beheersende demonen. De
wegen liggen bezaaid met kleine bak
jes met bloemoffers; de tempels met
hun prachtig versierde poorten, de
offerhuisjes, Soeriah-zetels en afgods
beelden zijn talrijker dan de gewone
huizen. En dan het landschap! -De
golvende heuvels, wier hellingen her
schapen in groene sawah's, terras
vormig afdalen in de zee, de gewel
dige schuimende, witte branding,
waarop men van de bergen af een
onvergelijkelijk mooi gezicht heeft, de
kratermer^n met hun peilloos diepe
ijskoude water, de hoge bergtoppen,
met een witte kraag van wolken, de
verrukkelijke vergezichten in de diepe
afgronden en overal bloemen, palmen
waringins, orchideën, varensl
Wierook stijgt ten hemel
Na de voorstelling wandel je door
de zoele avond. Je komt langs een
tempel, hoort gamelanmuzick en ruikt
vaag de geur van wierook. Je gaat
naar binnen op een nodigend gebaar
van een prachtig uitgedoste Baliër én
komt binnen de omheining waar de
offerplaatsen staan. De gamelan
dreunt in telkens wisselend rhythrye,
dichte wolken wierook, ros belicht
door flakkerende olielampen,'stijgen
omhoog in de sterrennacht. In het
Vijf dagen op Bali zijn vol
doende geweest om mij de moed
te ont ,emen nog één woord op
papier *e zeiten. Hei is mij nog
nooit overkomen, zo schrijft
Willy van Hemerl, de leider van
hel Regenboogccibaret. dal een
tournee door Indonesië heeft ge
maakt voor de Niwa, dat ik een
half uur voor mijn schrijfma
chine heb gezeten, zonder ie
weten, hoe te beginnen, leder
woord, dat ik aan dit sprookjes
land wijd, lijkt plotseling (en ge-
mecnplaats.~.
Toch probeerde Willy van
Herpert het.Het resultaat vindt
U hier.
midden, omringd door een kring van
hurkende Baliërs, is juist een man in
extase geraakt. Iemand reikt hem een
schaal met gloeiende kolen,..Terwijl
de gamelan luider en sneller speelt,
buigt hij zich voorover .en propt de
mond vol met het smeulende vuur,
dan begint een oude*statige man te
dansen, stampend, de van het stof
grijze voeten naar buiten gekeerd;
een starre blik, de rug recht als in
een kramp, de armen slangachtig be
wegend.
Plotseling zijn er meerr tien, twin
tig, ook vrouwen De meesten zijn
reeds zeer oud, maar hun bewegin
gen zijn lenig en statig. Zij hebben
een schaal met brandende wierook ui
de. hand, de lucht is verstikkend, hun
ogen tranen. Plotseling naderen ze U.
Waarom bent U ook precies voor een
altaar gaan staand Maar liet is niet
erg, de oudste en schijnbaar meest
•fanatieke, krijgt plotselihg weer een
levend gezicht, en met een gracieus
gebaar en een beminnelijke glimlach
noodt hij U, een weinig opzij te gaan.
Plotseling zijn er jonge meisjes, die
offergaven aandragen. Er wordt ge
zongen, ijl, beverig, een melodie valt
niet te herkennen. Een oude tande
loze priesteres W' Jt-met een waaier
de essentie van dd offerspijzen naar
de god. Onderwijl maakt ze een ge
zellig praatje met een buurvrouw, dia
als priesteres.het naastgelegen altaar
„beheert". De goden zelf hebben voor
deze feestelijke gelegenheid een# ka
toenen broekje aan en een dito pitje
op hun afzichtelijke hoofden. Het
feest duurt tot de dageraad, onophou
delijk dreunt de gamelan, fel en harts
tochtelijk, onophoudelijk stijgen da
wolken wierook op en kljnkt net een
tonige gezang. Bali!
Huysmans en Teirlinck
naar Amsterdam
Camille Huysmans, minister van
ooenbaar ondr s in België en
Herman Teirlinv zullen zich naar
Arasterdam begeven, om er op 20,
21 en 22 Mei de feestelijkheden ter
herdenking van de 300ste sterf
dag van P. C. Hooft bij te wonen.
Bij deze .gelegenheid zullen -la
minister en de Vlaamse letterkundi
ge de diploma's van „doctor honoris
causa" van de Amsterdamse Uni-
ersiteit ontvangen.
Aan deze feesten zal een selectie
van leerlingen van de Belgische
Athenea deelnemen, die dan een
toneelstuk zullen opvoeren.
Ruim5000 kilo, om precies te zijn 5725wegen de betonnen heipalen
waarop straks de kademuren zullen rusten van het nieuwe Leuvehaven-
centrum. Het vervoeren der palen is niel eenvoudig maar een enorm
heiblok drijft de achttien meier lange pilaren binnen enkele minuien zo
ver in de grond lot ze op de „plaat", de harde zandlaag, stuiten. De
„plaat" bevindt zich op diverse plaatsen op verschillende diepten. Van
daar dat de heipalen onregelmatig boven de grond uitsteken. Zij wórden
te zijner tijd op gelijke hoogte afgehakt. Hierboven een overzicht an
het heiwerk, gezien door een van de fraate openingen in de leuning der
Regeniessebiug