CULEMBORG DRAAIT WEER...
...in afwachting beslissing Tuchtrechter
De achtergrond van het conflict
„Zwart" en zonder
vergunning
„Laat Linschoten rusten, als
het rusten wil..."
Oq rYïlop
Van slump-post tot gr sets
maatschappelijk werf:
(Van onze speciale verslaggever)
IN de Betuwe, het land van de grote rivieren, aan de bocht van de
Nederrijn, ligt het oude stadje Culemborg. Aan de voet van de
spoorbaan, die het rijke ooftland doorsnijdt, omgeven door welig-
groene bloesemgaarden, kronkelen de morsige straatjes zich naar
het centrum, het marktplein met zijn oude geveltjes, de pomp en een
schilderachtig poortje. Aan de rand dampen lange schoorstenen hun
zwarte smook uit over de lage huisjes, de singel met de eenden-til,
degroezelige grachten, het gestaag heen en weer varende veer. Die
walm, die door de frisse voorjaarswind uiteengerafeld wordt over de
vlakke velden met grazend vee in de uiterwaarden is het resultaat
van de nijverheid der Culemborgers. Steenovens, een staalfabriek,
zagerijen, maar vooral meubelfabrieken vormen de notenbalk, waar
op de inwoners hun lied van de Arbeid componeren.
Gespaard door de oorlogswals, die
tot Tfel was voortgerold, heeft het
Btadje alleen de onzekerheid gekend
„niemandsland" te heten. Dat wil
zeggen, plunderoord voor de vijand,
angstig doolhof voor de ingezete
tien, die hoopten en vreesden als
het kanongebulder over de Waal
Klorik. Maar de slag viel niet in de
oorlog. Deze kwam anderhalf jaar
later. Een groep ambtenaren
zwermde neer en stichtte verwar
ring in de gelederen der meubelfa
brikanten. Het Rijksbureau voor
hout meende dat de voorschriften
Werden gesaboteerd, dat de fabri
kanten het eigen-belang en niet dat
Van het land dienden, dat er dure
meubelen werden vervaardigd in
plaats van (minder opbrengende)
Klassemeubelen, dat er „zwart"
Werd gedaan en zonder vergunning
afgeleverd. Bovendien waren er
Voorraden verzwegen.
De processen-verbaal kwamen op
öe tafel van de Arnhemse tucht-
echter. Alle zaken moesten wor-
en aangehouden, met uitzondering
van één, waarbij een zagerij tot
f 50.boete werd veroordeeld. Cu
lemborg herademde en zette het
Werk voort, totdat bjj heldere hemel
0e bliksm insloeg en veertien fa
brieken stillegde. Het hart van de
meubelindustrie, die 25 van de
Nederlandse behoefte dekt, werd op
last van dc minister lamgelegd, an
dere centra ten voorbeeld.
Vergunningen werden ingetrok
ken, stroom werd afgesloten en
brandstoftoewijzingen terugge
haald, tweehonderddertig arbeiders
moesten naar huis, terwijl de fabri
kanten 8500 gulden per week aan
loon wilden doorbetalen en ook in
derdaad hebben doorbetaald, waar-
Voor geen arbeidsprestatie werd ge
leverd. Geen stoel, geen tafel ver
liet Culemborg.
En waarom ging het?
Toen de Duitsers in 1945 met
hun plundercampagnes begonnen,
verstopten de fabrikanten hun
hout, om direct na de bevrijding
met volle kracht te kunnen draaien,
omdat te voorzien* was, dat in de
chaos van die dagen de overheid
het nijverheidsapparaat niet geheel
ln handen zou hebben. Dit bleek al
direct uit het feit, dat er na de be
vrijding twee rijksbureaux voor
hout waren: één in Eindhoven en
één te Amsterdam. Met de weer
teruggevoerde voprraad konden de
mensen aan het 'werk en direct al
werden vele geteisterde gebieden
Van meubels voorzien.
Daar er ook nog geen toewijzin
gen voor hout werden uitgeschre
ven ging men links en rechts hout
kopen: vruchtbomenhout, strand -
hout (afkomstig uit de Atlantik-
wal) scherfhout (dat zijn door gra
naten getroffen bomen) waarvan
door de verkopers werd beweerd,
- dat het vrij was. Dit werd dan ook
niet zwart gekocht, maar ten volle
verantwoord in de boeken. Hoewel
dit hout vaak moeilijker te bewer
ken was, veel afval meebracht
ploeg men het op, om maar draaien
de te blijven in de tijd, dat van een
i behoorlijke verdeling geen sprake
Was.
Toen in 1946 het houtdistributie-
apparatt scheen te gaan draaien,
moesten de fabrikanten een produc-
KLEINE PROBLEMEN
DEZER DAGEN
Flipse „hersteld"
Edu&rd Flipse. de dirigent van
hei Rotterdams Philharmoniscb Or
kest, heeft, gejijk men weet, een
belangrijke „Kultur"-kamerrol ge-
ipeeld. Na de bevrijding is deze on
getwijfeld zeer bekwame, maar
„foute" musicus voor enigö tijd uit
geschakeld.
Vorige week is hij „hersteld" en
Zijn bewonderaars hebben hem met
Jubelkreten, bloemstukken en hoera-
artikelen ingehaald. Wij kunnen ons
voorstellen, dat muziek-minnend
Rotterdam verheugd is, maar niet
dat men zó „uit z'n slof" schiet.
Eerlijk gezegd heeft het ons voor
al pijnlijk aangedaari dat het orgaan
Van de Partij va» do Arbeid „Het
iVrije Volk" (Rotterdamse edttie) in
dit jubelorkest do eerste .trampet
blaast, en nog wel fortissimo! "Onze
geliefde en populaire dirigent". Als
of er niets gebeurd is intde voorbije
Jaren! O. Wiardi Beekman
Toegegeven,, ook Flipse moest
Vreer aan het werk, gelijk alle po
litieke delinquenten en „gezuiverde"
kunstenaars weer aan de arbeid
moeten, weer in het normale maat
schappelijke leven ingeschakeld
moeten worden. Maar deze hoera-
kreten klinken ons to wel te schel"
in de oren. Dit „herstel" moest wat
Stiller, wat aoborder geschieden, ook
onze collega's moesten dat kunnen
-troelen. Er is té. veel gebeurd, ook
bü het Rotterdams Pbilharmoniscb
Orkest*
tieschema opgeven, p<
waarop dan de toewrjzingei
verstrekt. Maar het bleek dat men
kwartaal,
en werden
veel te weinig kreeg (10 van '40
'41) en bovendien vaak te laat,
zodat er verschillende fabrieken
hadden moeten stilstaan, als niet
uit de voorraad scherf- en vrucht
bomenhout de industrie op gang
was gebleven. Toen dan de bepaling
kwam, dat men zijn voorraad moest
opgeven, en men verwachtte dat de
distributie nog haperingen zou blij
ven vertonen werden onjuiste hoe
veelheden besomd. Dit wordt rui
terlijk toegegeven.
Bovendien kwam eind '46 de re
geling, dat er klassemeubelen ge
maakt moesten worden: A, B, C,
D-klasse en bij uitzondering Z-meu-
belen, de luxe meubelen, als bijzet
tafeltjes, rookstoelen etc. Nu is het
een feit, dat aan deze laatste het
meest wordt verdiend, maar dat er
speciaal geschoold personeel voor
nodig is, speciale machines en Jby-
zondere houtsoort, zodat niet elke
fabriek in Culemborg er op is inge
richt de voorgeschreven A, B, C en
D-meubelen te. maken. Daardoor
ontstond wrevel. De /abrieken vroe
gen geen vervaardigingsvergunning
aan enproduceerden uit hun
verzwegen voorraad toch Z-meu-
bels.
„Landleggen was fout"
„Toen nu de klap viel en
met willekeur zeggen de gedu
peerden had het Rijksbureau
moeten weten, dat er te weinig
hout gedistribueerd werd: dat
we onze mensen aan het werk
moesten houden met ander
hout, waarvan wij dachten, dat
het vrfl te koop was. Dan nog,
als er overtredingen zij gecon
stateerd, kan men ons doen
vervolgen, door de tuchtrech
ter laten verordelen. Maar het
is fout, dat, terwijl de zaken
waren aangehouden, de over
heid een deel onzer bedrijven
lamlegde en improductief
maakte. Liever nog hadden we
tijdelijke beheerders gehad. Als
we maar hadden kunnen door
draaien, ten bate van het land
en onze arbeiders. Nu hebben
we al vijfenhalve week vele
duizenden guldens loon be
taald,.. terwijl de Arnhemse
tuchtrechter onze schuld op de
balans van Vrouwe Justitia
nog zit af te wegen".
Er is heel wat beroering geweest
in het nijvere stadje, waar nu elke
fabrieksschoorsteen weer rookt.
Het Rijksbureau voor Hout heeft
zelfs ruimer dan voorheen toegewe
zen, nadat alle vergunningen weer
waren teruggegeven. Men hoort er
weer de zang van cirkelzaag en het
molm stuift in de straten.
Over de kleine steentjes van het
marktplein reppen de winkelende
vrouwen zich weer voort, of nemen
zich de tijd de etalages te bekijken.
Ze praten over het weer, dè was, de
fruitoogst en de verloving van Jan
na.
Als nu die
niet
tuchtrechter maar
MET EEN PLONS IN DE PLO MP I Een hoge golf sloeg op toen het
nieuwe kustvaartuig Bill S in aanbouw voor rekening van de Rotterdamse
Kolencentrale bij de werf van Van Diepen te Waterhuizen (Gr.) te water
gleed. Er is te weinig water voor de helling en daarom moest het schip
op z'n kant eraf.
Nauwelijks is de
Hollandse slagboom
achter U dicht gevallen
en hebt ge het land
met de schrale étalages
achter U gelaten of 't
oog wordt getroffen
door de weelde in de
Belgische winkels.
Daar liggen sinaas
appels. bananen, zuid
vruchten, allerlei soor
ten noten, noem maar
op. Een paar huizen
verder is een chocola
terie: tientallen soor
ten chocolade, van de
bitterste repen tot de
fijnste bonbons, om
van te watertanden.
Kijk, weer een
„snoep"-winkeL De
francs branden in de
zak. Zouden we...? Ge
staat stil, voor dat ge
er U van bewust wordt
Voor de etalage kijkt
ge naar al dat heer
lijks. rumbonen, toffees
pepermunt... ach wat
niet.
Wat zegt U, bon
nen? Die kennen ze
hier niet.
Aarzelend stapt ge
naar binnen en begint
te blozen als jde winke
lier, door de rumoerige
bel geappeleerd. vraagt
wat U verlangt.
„Kan Ik misschien..."
Zo doet immers iedere
Nederlander op het
ogenblik zijn bood
schappen. We brengen
ons trouwboekje mee
om Aan te tonen, hoe
groot ons gezin wel is
en zijn met dé winke-
lièr vergeten, dat we
eens koning kraaiden.
„Zou ik alstublieft..."
De Belg ziet U ver
wonderd aan. Daar
komt een man, met
francs in de handen
vragen of hij alsjeblieft
als het niet te veel
Met een mond vol
heerlijkheden stap je
de winkel Weer uit en
koerst naar een textiel-
magazijn. Nergens de
kaartjes met punten-
aanduiding. Alles vrij.
Katoenen overhemden,
natuurzijden ondergoed
nylonkousen mijn
hemeltje nylons.
Mijn passagiere drukt
haar neus tegen de rui
ten als een kind dat
voor een speelgoedwin
kel naar een „Spoor
tje" staart. En daar:
kamgaren, Egyptisch
linnen en welk een des
sins!
Overal propvolle ma
gazijnen: huishoudelij
ke artikelen, kruide
nierswaren, zeep, par
fums, banket, vlees...
Niemand schenkt er
bijzondere aandacht
meer aan alleen die
Hollanders zwerven be-
sluiteloos heen en weer
als bijen die in een pa
radijs van bloem tot
bloem gonzen.
Belgische
impressie
Amechtig zakt ge
neer op een stoel bij
een stamineeke.
„Zou ik misschien..."
De fles staat al voor
U. Een schaal met
zoutjes staat er naast.
Bescheiden neem je er
wat van te beschei
den. De kroegbaas ver
wondert er zich over.
„Hêdege soms geen
francs genoeg? Aha,
ge zijt een Ollaander.
Maaike geef dieën heer
s een lekkere tas kaf
fee."
1 Blozend slorpt ge
en te onbescheiden Is Uw dronk naar binnen.
eens onsje van dit Ge vindt de Belgen
of dat kan krijgen.
Allee manneke, al
kocht'e de hele winkel
leeg je betalt er
tcflch veur!
Ja maar als dit
op !s, zult U bij de
grossier weer op de
wachtlijst worden ge
zet en zit U misschien
maanden zonder...
Awel zulle, ge ziet
het verkeerd. Als ik
vanavond los ben staot
er margën weer een
auto voor de deur en
krijg Ik meer, dan lk
kan betalen.
„hinderlijk" gastvrij en
voelt U hulpeloos als
de sigaret, die U haas
tig hebt gekocht, zodra
de typisch geklede Bel
gische douanier U door
liet, wordt afgeslagen.
De auto nadert Ant
werpen hier en
daar beschadigd door
de gluiperige V-wa
pens. Grotendeels weer
herbouwd en weer be
woond. Morsig en vuil,
stinkend naar de
smook van de altijd la
dende en lossende zee
schepen.
9 9 9 9
Daar-is de Keizerlei:
boulevard unique, in
de schaduw van de
Staatsie, café-terras
aan terras. Flaneer-
baan, toilettenparade.
In de stoelen achter de
bloembakken zitten
goed geklede, druk ge
barende neringdoenden
en handelaars. Op de
tafeltjes prijkt ijs met
aardbeien en slagroom,
moccataart, een glas
Graves supérieur, een
schoteltje pommes fri
tes. In de asbak liggen
grote peuken „import',
wikkeltjes van kauw
gom. Men spreekt over
de Kamerdebatten, de
voetbalwedstrijd, het
weer. Men is voldaan
oyer de gang van za
ken, tevreden met de
rijkdom, die geen aan
dacht meer trekt. Een
volle étalage is voor
hen een bontgekleurde
straatbegrenzing, niet
een hemelpoort.
Men heeft immers
alles. En is het op of
versleten, dan koopt
men weer.
Maar op de hoek van
de zijstraat staan de
schamelen, goedkoop,
soms „ordinair" ge
kleed, rafels aan de
pantalons, de vuile pet
over de ogen. Hier
staat Jan Claque in
een wolk van pene
trante (ons nog welbe
kende) tabak, de vin
gers in de broekzak bQ
de laatste centimes.
Hij lepelt geen slag
room of chocolade-crè
me. Hij zit zelfs niet
achter een tas kaffee,
zooals die anderen, die
weinigen.
Hier staat een maat
schappelijke klasse, 'n
groep de grootste
groep: slachtoffers van
de schijnwelvaart. Als
zij in de spiegel rijk
dom staren, zien ze een
geraamte omkleed met
vodden. Een bittere
lachspiegel.
Hier staat België,
versnipperd door vele
interne tegenstellingen
arm door de luxe van
de boulevards.
België: boom van
gouden vruchten
rot in de stam. want
wat de Hollander ziet
in de étalages: de nul
len op de prijskaartjes,
ziet de massa in Bel
gië niet op de loonzak
jes.
iwee zuilen, de linker van steenbrokken, de rechter van half vermolm
de balken met een zinken plaatje op de top....
Tanende glorie uit vroeger tijd
Kunstschatten brachten geen herleving
Sombere entree
(Van een speciale verslaggever)
1) ÜWHOUTEN planken-spijlen
■^tussen twee vervallen zuilen
noden niet bepaald vriendelijk tot
een bezoek aan datgene, wat ach
ter deze weinig glorieuze entree
verborgen ligt: de resten van de
oude ridderhof Linschoten. Geen
menselijke stem of stap verbreekt
er de stilte, die plotseling invalt
als het uitgebreide kraaiencon-
cert stokt, als had een dirigent
zijn staf in rust gezwaaid. On
danks de talrijke kippen, die niet
alleen tevreden „mopperen" maar
bovendien voortdurend proberen
kop en bals door de gleuven van
bet sombere bek te steken, bezit
het uitgestrekte park een bijzon
dere aantrekkingskracht. En met
reden; do met klimop begroeide,
eeuwenoude beuken horen in deze
vlakke weilanden niet thuis, zij
doen denken aan verdwaalde reu
zen in een lilliput-wereld. Daarbij
komt nog een spoor van geheim
zinnigheid, aangezien geen der be
woners van het nabije dorpje een
duidelijke beschrijving kan geven
van bet gebouw, dat midden in
het park met de prachtige vijver
schuil gaat.
Boswachters en prikkeldraad
moeten iedere nieuwsgierige be
langstellende weren, maar een
maal achter de afsluiting geko
men. waant de vreemdeling zich
in een hof van Eden. Hieg stoort
kip noch kraai integendeel het
ruziën in de nesten-chaos zou bij
afwezigheid eerder gemist worden.
Langs schuttingen met wingerd
ranken slingert een smal paadje
naar wat eens het voorplein was.
Een veld vol grassprieten, aan
weerszijden schuren met gebar
sten muren en daarvoor, midden
in de vijver: het buiten. Veel van
de vroegere schoonheid ging in de
loop der jaren verloren: de pla
vuizen van de trap zijn gespleten
en het hek van de
brug is verweerd. De
beide torentjes ste
ken als weleer nog
fier in de lucht, ook
al kunnen zij in
lengte niet meer
wedijveren met de
beuken, die het ge
heel omsluiten en de
zonnewijzer geeft
nog ongeveer hej
uur aan. hoewel nie
mand zich er voor.
interesseert, want
het kasteeltje kent
sinds lang niet meer
de feesten en het
stemmengeruis van
vroeger. Het ligt
doods en verlaten
met gesloten ven
sters en kale ver
trekken rustig te
wachten en ware
zulks mogelijk, het
zou zich afvragen:
heerlijkheid, ridderhofstad en leen
van Holland verloor zijn glorie.
Hoepelrok en pruikentooi be
leefde het oude kasteel niet meer.
Deze eer viel het fraaie herenhuis
tebcurt. dat op dezelfde plaats ver
rees. .Maar Linschoten ging niet
met de tijd mee. Evenals het dorp
dommelde het buiten in om onge
rept en natuurlijk te blijven tot
op dit ogenblik en wellicht nog tot
in lengte van jaren, omdat non
chalante toüristen cr gelukkig
niet hun stempel op mogen druk
ken. Het bos zal bos wezen en
geen verzameling initialen in
stam en tak; het mos zal mos zijn
zonder broodkorsten en sigaret
ten-eindjes; het geheel zal natuur
genoemd kunnen worden en niet
een asyl van dagjesmensen.
Laat Linschoten rusten als het
nistcn wil, maar laat het hek. het
vieze. on-Linschotense hek ver
dwijnen, opdat de vroegere glorie
bestendigd blijve en een entree,
het verleden waardig.
„Zal ik U nou es en yueie ver
tellen" sprak de man tegenover ma
in de loom-soezende coupé. Moe-
je luisteren, eentje voor de Kerst
boom". Ik spitste de oren.
„Er icas 's een hele grote olifant
die een heel klein muisje tegen
kwam. Toen zei die hele grote oli
fant tegen dat hele kleinc muisje:
Wat ben jij een klein muisje! En tos
zee dat muisje: Vin-U, maar ik kan
nog groeien, ik ben pas ziek ge
weest."
De coupé zweeg en wachtte op da
climax.
„Hij is uit" sprak de verteller te
leurgesteld en tot tny-' »U snapt
hem 'niet hè. Ik zal hem nog een
keer vertellen. Die hele grote oli
fant zee tegen dat hele kleine muis-
sie: Wat hen je toch pieterig klein,
muissie. Ken U het volgen tot zó
ver? En toen zee dai muissie, m
nou moet je opletten: Ik ben pas
ziek geweest." De vei -dier schater
de het-uit.
Ik glunderde beleefd en spral:
Zielig voor dat beest hè, om zo ziek
te zijn geweest."
De man sloeg zich op de dijen m
proest-lachtfeMaar U snapt hem
nog niet. Nee meneer, dmop zit
hem daarin, dat dat muissie ziele
of niet ziek, altijd klein blijft tegen
over zo'n grote olifant. Voel f hem
noü."
„Ooooh -r" ik knikte.
T'is jammer dat je 'm moet w'/"
leggen, dan gaat de lol af van zo'n
mop. Toen ik hem hoorde, snapte
ik hem subiet en ik heb me een be
roerte gelachen."
„Ai een beroerte?" vroeg ik cn
keek meewarig. Ik heb er een fami
lielid aan dood, dus
„Nou ja, bij wijze van spreken"
repliceerde de moppentapper.
Toen kraakte er plotseling een
stem op uit de hoek van de wagon:
„Als j' er nog meer van zulke weet
zeg dar. waar we moeten lachen"
De bliksem sche n plotseling in
geslagen. De man egenover me
groeide uit tot een hele grote oli
fant en het kereltje in de hork
slonk tot een muisje. En ik heb -'e
verdere reis de noodrem in de gaten
gehouden.
Kindertehuizen van het
Leger des Heils
T N een plaats waar een kinder
tehuis van het Leger des Heils
is gevestigd, is het een vertrouwd
beeld deze kinderen te zien wande
len onder leiding van een zuster.
Zij zien er fris, goedgekleed en
vrolijk uit. Er is zo oppervlakkig
vrijwel niets, dat de grote ellende
doet vermoeden, welke er vaak al
achter deze jonge levens ligt. En
toch, wie schetst de nood, het ge
mis en de verwaarlozing die zij
reeds gekend hebben. Het papier
varf eer. tegenwoordige Nederlandse
krant zou niet toereikend zijn om
het te beschrijven. Daarom slechts
„..beide torentjes steken als weleer nog fier in
de lucht....
„waarop?"
ENKELE jaren geleden scheen
het even te herleven. Toen
brachten voorzichtige handen vele
kisten n\et een waardevolle in
houd binnen de forse muren.
Maar zij bleven onaangeroerd. De
kostbare kunstschatten, de sier
lijke huisspinetten en violen
brachten geen wals of menuet
Want.alles was slechts tijdelijk.
Het Haags gemeentemuseum.' dat
ook als evacuatie-slachtoffer viel.
zocht een opslagruimte, en daar
voor bleek „Linschoten" geschikt.
Bom of ander oorlogsgeweld ver
stoorden hier 3e stilte niet en de
verzameling bleef onaangeroerd in
de kelders en de kamers tot de
bevrijding transport naar de oor
spronkelijke ruimten weer moge
lijk maakte. Ach. en na die tijd
veranderde er niets: park en ge
bouwen trotseerden opnieuw
vorst en wind, zon en regen als in
de jaren ervoor.
Helemaal niets
Niets wijst meer op het bestaan
van de grootse, stoere burcht die.
na drie eeuwen aanval en belege
ring te hebben doorstaan, in 1645
werd afgebroken. Deze daad sym
boliseerde het afsluiten van een
tijdperk, niet alleen van oorlog
maar ook van roem. linschoten
Paard sloeg op hol
in vliegtuig
Een op hol geslagen paard heeft
in een vliegtuig, dat van Mexio-
stad naar El Paso onderweg was
veel consternatie veroorzaakt.
Het dier poogde een gat te trap
pen in de wand van een groot vier
motorig vliegtuig. Twee uur lang
maakte het dier het de bemanning'
ongelooflijk lastig.Ten slotte be
sloot de piloot een noodlanding te
maken te El Paso.
„Ik bestuurde het vliegtuig", zei
de piloot, „toen ik lawaai achter
me hoorde en de machine begon te
slingeren. Een van de rijknechten
kwam naar de cockpit en schreeuw
de, dat een paard „stapelgek" ge
worden was. W« waren bang, dat
olk ogenblik een gat in dc wand van
de machine zou ontstaan. Het "kost
bare paard sprong en trapte zich
door drie boxen heen. maar kwam
tussen do volgende box en de wan-1
klem te zitten. Op hot vliegveld va-,
E| Paso heeft een veearts het dioi
met een injectie bedaard. Daarna
heeft het de reis rustig voortgezet-'
enkele voorbeelden om aan te ge
ven hoe zegenrijk en weldadig deze
arbeid is. Er zijn kinderen, die af
komstig zijn uit een milieu, waar
ouders en kroost in een kamer leef
den waar de vloer met stro was be
dekt. De kinderen leefden als die
ren. de ouders hadden een planK
uit de vloer getrokken en de aldus
ontstane ruimte deed dienst als la
trine. Elders wordt een meisje van
vijf jaar verpleegd, dat tot voor
enkele maanden door de „moeder
altijd in een donkere kast of kel
der werd opgesloten. Melk kreeg
het kindje nooit en het was dan
ook volkomen uitgedroogd. Nog er
ger maakte het een vrouw, die meer
van dieren dan van haar kindje
hield en de baby dan ook op de
grond en een konijn in de wieg
legde.
Al deze kinderen vinden een lief
derijke verpleging in de tehuizen
van het Leger des Heils. Deze en
nog vele andere, want er zijn ook
kinderen die afkomstig zijn uit tij
delijk onvolwaardige gezinnen of
van ongehuwde moeders die de ver
zorging niet zelf op zich kunwn
r.emen omdat zij moeten werlte».
Het Leger verricht deze arbeid
uit gehoorzaamheid aan Zijp Hoer,
die gekomen is om zalig te maken,
maar ook om te redden. Welnu het
Leger des Heils vervult die opdracht
op zeer reële wijze in zijn vele
maatschappelijke instellingen. Dit
werk is voortgekomen uit het z.g.
„slump-werk", dat ontstaan is op
de dag nadat de Stichter de ellende
had gezien onder de Londense brug
gen. Hij voegde de volgende mor
gen zijn zoon toe: „Doe iets. Bram-
well, in Gods naam, doe iets!" En de
zoon had maar te zorgen dat er nog
diezelfde dag een begin werd ge
maakt en toen ontstonden de z.g.
barmhartigheidspostcn waar de eer
ste hulp werd verleend en naar de
finitieve hulp werd uitgezien. En
cok de tegenwoordige inrichtingen
zijn meestal als doorgangshuis be
doeld al brengt de "practijk vaak
mee dat de kinderen er iaren lang
blijven.
Ofschoon in 35 centra reeds een
belangrijk maatschappelijk werk
wordt verricht in het Westen van
ons land, is uitbreiding hiervan ook
over de provincies Groningen. Over-
Jjsel. Friesland. Zeeland .en Drenthe
door de huidige omstandigheden op
nieuw naar voren gebracht Deze
plannen omvatten:
5 Doorgangshuizon voor vrouwen*
f 250.000; 3 Inrichtingen voor crimi
nele jeugd f 350.000: 3 Tehuizen
voor ongehuwde moeders f 500.000;
5 Tehuizen voor kinderen uit tij
delijk onvolwaardige gezinnen
f 200.000; 2 Tehuizen voor ouden
van dagen en ongeneeslijke zieken
f 150.000.
Een andere tak van maatschap
pelijk werk is dat voor ouden van
dagen en invaliden. Ook wat instel
lingen betreft hebben wij.ons van
de goede zorgen kunnen overtui
gen.
De Stedelijke CudlmHskamer te
Geertruidenberg is eer kostbaar ob-
iect rijker geworden. <nl. het oud®
stadszegel, dat stamt uit de 13®
eeuw.