CULEMBORG DRAAIT WEER... ...in afwachting beslissing Tuchtrechter De achtergrond van het conflict „Zwart" en zonder vergunning „Laat Linschoten rusten, als het rusten wil..." Oq rYïlop Van slump-post tot gr sets maatschappelijk werf: (Van onze speciale verslaggever) IN de Betuwe, het land van de grote rivieren, aan de bocht van de Nederrijn, ligt het oude stadje Culemborg. Aan de voet van de spoorbaan, die het rijke ooftland doorsnijdt, omgeven door welig- groene bloesemgaarden, kronkelen de morsige straatjes zich naar het centrum, het marktplein met zijn oude geveltjes, de pomp en een schilderachtig poortje. Aan de rand dampen lange schoorstenen hun zwarte smook uit over de lage huisjes, de singel met de eenden-til, degroezelige grachten, het gestaag heen en weer varende veer. Die walm, die door de frisse voorjaarswind uiteengerafeld wordt over de vlakke velden met grazend vee in de uiterwaarden is het resultaat van de nijverheid der Culemborgers. Steenovens, een staalfabriek, zagerijen, maar vooral meubelfabrieken vormen de notenbalk, waar op de inwoners hun lied van de Arbeid componeren. Gespaard door de oorlogswals, die tot Tfel was voortgerold, heeft het Btadje alleen de onzekerheid gekend „niemandsland" te heten. Dat wil zeggen, plunderoord voor de vijand, angstig doolhof voor de ingezete tien, die hoopten en vreesden als het kanongebulder over de Waal Klorik. Maar de slag viel niet in de oorlog. Deze kwam anderhalf jaar later. Een groep ambtenaren zwermde neer en stichtte verwar ring in de gelederen der meubelfa brikanten. Het Rijksbureau voor hout meende dat de voorschriften Werden gesaboteerd, dat de fabri kanten het eigen-belang en niet dat Van het land dienden, dat er dure meubelen werden vervaardigd in plaats van (minder opbrengende) Klassemeubelen, dat er „zwart" Werd gedaan en zonder vergunning afgeleverd. Bovendien waren er Voorraden verzwegen. De processen-verbaal kwamen op öe tafel van de Arnhemse tucht- echter. Alle zaken moesten wor- en aangehouden, met uitzondering van één, waarbij een zagerij tot f 50.boete werd veroordeeld. Cu lemborg herademde en zette het Werk voort, totdat bjj heldere hemel 0e bliksm insloeg en veertien fa brieken stillegde. Het hart van de meubelindustrie, die 25 van de Nederlandse behoefte dekt, werd op last van dc minister lamgelegd, an dere centra ten voorbeeld. Vergunningen werden ingetrok ken, stroom werd afgesloten en brandstoftoewijzingen terugge haald, tweehonderddertig arbeiders moesten naar huis, terwijl de fabri kanten 8500 gulden per week aan loon wilden doorbetalen en ook in derdaad hebben doorbetaald, waar- Voor geen arbeidsprestatie werd ge leverd. Geen stoel, geen tafel ver liet Culemborg. En waarom ging het? Toen de Duitsers in 1945 met hun plundercampagnes begonnen, verstopten de fabrikanten hun hout, om direct na de bevrijding met volle kracht te kunnen draaien, omdat te voorzien* was, dat in de chaos van die dagen de overheid het nijverheidsapparaat niet geheel ln handen zou hebben. Dit bleek al direct uit het feit, dat er na de be vrijding twee rijksbureaux voor hout waren: één in Eindhoven en één te Amsterdam. Met de weer teruggevoerde voprraad konden de mensen aan het 'werk en direct al werden vele geteisterde gebieden Van meubels voorzien. Daar er ook nog geen toewijzin gen voor hout werden uitgeschre ven ging men links en rechts hout kopen: vruchtbomenhout, strand - hout (afkomstig uit de Atlantik- wal) scherfhout (dat zijn door gra naten getroffen bomen) waarvan door de verkopers werd beweerd, - dat het vrij was. Dit werd dan ook niet zwart gekocht, maar ten volle verantwoord in de boeken. Hoewel dit hout vaak moeilijker te bewer ken was, veel afval meebracht ploeg men het op, om maar draaien de te blijven in de tijd, dat van een i behoorlijke verdeling geen sprake Was. Toen in 1946 het houtdistributie- apparatt scheen te gaan draaien, moesten de fabrikanten een produc- KLEINE PROBLEMEN DEZER DAGEN Flipse „hersteld" Edu&rd Flipse. de dirigent van hei Rotterdams Philharmoniscb Or kest, heeft, gejijk men weet, een belangrijke „Kultur"-kamerrol ge- ipeeld. Na de bevrijding is deze on getwijfeld zeer bekwame, maar „foute" musicus voor enigö tijd uit geschakeld. Vorige week is hij „hersteld" en Zijn bewonderaars hebben hem met Jubelkreten, bloemstukken en hoera- artikelen ingehaald. Wij kunnen ons voorstellen, dat muziek-minnend Rotterdam verheugd is, maar niet dat men zó „uit z'n slof" schiet. Eerlijk gezegd heeft het ons voor al pijnlijk aangedaari dat het orgaan Van de Partij va» do Arbeid „Het iVrije Volk" (Rotterdamse edttie) in dit jubelorkest do eerste .trampet blaast, en nog wel fortissimo! "Onze geliefde en populaire dirigent". Als of er niets gebeurd is intde voorbije Jaren! O. Wiardi Beekman Toegegeven,, ook Flipse moest Vreer aan het werk, gelijk alle po litieke delinquenten en „gezuiverde" kunstenaars weer aan de arbeid moeten, weer in het normale maat schappelijke leven ingeschakeld moeten worden. Maar deze hoera- kreten klinken ons to wel te schel" in de oren. Dit „herstel" moest wat Stiller, wat aoborder geschieden, ook onze collega's moesten dat kunnen -troelen. Er is té. veel gebeurd, ook bü het Rotterdams Pbilharmoniscb Orkest* tieschema opgeven, p< waarop dan de toewrjzingei verstrekt. Maar het bleek dat men kwartaal, en werden veel te weinig kreeg (10 van '40 '41) en bovendien vaak te laat, zodat er verschillende fabrieken hadden moeten stilstaan, als niet uit de voorraad scherf- en vrucht bomenhout de industrie op gang was gebleven. Toen dan de bepaling kwam, dat men zijn voorraad moest opgeven, en men verwachtte dat de distributie nog haperingen zou blij ven vertonen werden onjuiste hoe veelheden besomd. Dit wordt rui terlijk toegegeven. Bovendien kwam eind '46 de re geling, dat er klassemeubelen ge maakt moesten worden: A, B, C, D-klasse en bij uitzondering Z-meu- belen, de luxe meubelen, als bijzet tafeltjes, rookstoelen etc. Nu is het een feit, dat aan deze laatste het meest wordt verdiend, maar dat er speciaal geschoold personeel voor nodig is, speciale machines en Jby- zondere houtsoort, zodat niet elke fabriek in Culemborg er op is inge richt de voorgeschreven A, B, C en D-meubelen te. maken. Daardoor ontstond wrevel. De /abrieken vroe gen geen vervaardigingsvergunning aan enproduceerden uit hun verzwegen voorraad toch Z-meu- bels. „Landleggen was fout" „Toen nu de klap viel en met willekeur zeggen de gedu peerden had het Rijksbureau moeten weten, dat er te weinig hout gedistribueerd werd: dat we onze mensen aan het werk moesten houden met ander hout, waarvan wij dachten, dat het vrfl te koop was. Dan nog, als er overtredingen zij gecon stateerd, kan men ons doen vervolgen, door de tuchtrech ter laten verordelen. Maar het is fout, dat, terwijl de zaken waren aangehouden, de over heid een deel onzer bedrijven lamlegde en improductief maakte. Liever nog hadden we tijdelijke beheerders gehad. Als we maar hadden kunnen door draaien, ten bate van het land en onze arbeiders. Nu hebben we al vijfenhalve week vele duizenden guldens loon be taald,.. terwijl de Arnhemse tuchtrechter onze schuld op de balans van Vrouwe Justitia nog zit af te wegen". Er is heel wat beroering geweest in het nijvere stadje, waar nu elke fabrieksschoorsteen weer rookt. Het Rijksbureau voor Hout heeft zelfs ruimer dan voorheen toegewe zen, nadat alle vergunningen weer waren teruggegeven. Men hoort er weer de zang van cirkelzaag en het molm stuift in de straten. Over de kleine steentjes van het marktplein reppen de winkelende vrouwen zich weer voort, of nemen zich de tijd de etalages te bekijken. Ze praten over het weer, dè was, de fruitoogst en de verloving van Jan na. Als nu die niet tuchtrechter maar MET EEN PLONS IN DE PLO MP I Een hoge golf sloeg op toen het nieuwe kustvaartuig Bill S in aanbouw voor rekening van de Rotterdamse Kolencentrale bij de werf van Van Diepen te Waterhuizen (Gr.) te water gleed. Er is te weinig water voor de helling en daarom moest het schip op z'n kant eraf. Nauwelijks is de Hollandse slagboom achter U dicht gevallen en hebt ge het land met de schrale étalages achter U gelaten of 't oog wordt getroffen door de weelde in de Belgische winkels. Daar liggen sinaas appels. bananen, zuid vruchten, allerlei soor ten noten, noem maar op. Een paar huizen verder is een chocola terie: tientallen soor ten chocolade, van de bitterste repen tot de fijnste bonbons, om van te watertanden. Kijk, weer een „snoep"-winkeL De francs branden in de zak. Zouden we...? Ge staat stil, voor dat ge er U van bewust wordt Voor de etalage kijkt ge naar al dat heer lijks. rumbonen, toffees pepermunt... ach wat niet. Wat zegt U, bon nen? Die kennen ze hier niet. Aarzelend stapt ge naar binnen en begint te blozen als jde winke lier, door de rumoerige bel geappeleerd. vraagt wat U verlangt. „Kan Ik misschien..." Zo doet immers iedere Nederlander op het ogenblik zijn bood schappen. We brengen ons trouwboekje mee om Aan te tonen, hoe groot ons gezin wel is en zijn met dé winke- lièr vergeten, dat we eens koning kraaiden. „Zou ik alstublieft..." De Belg ziet U ver wonderd aan. Daar komt een man, met francs in de handen vragen of hij alsjeblieft als het niet te veel Met een mond vol heerlijkheden stap je de winkel Weer uit en koerst naar een textiel- magazijn. Nergens de kaartjes met punten- aanduiding. Alles vrij. Katoenen overhemden, natuurzijden ondergoed nylonkousen mijn hemeltje nylons. Mijn passagiere drukt haar neus tegen de rui ten als een kind dat voor een speelgoedwin kel naar een „Spoor tje" staart. En daar: kamgaren, Egyptisch linnen en welk een des sins! Overal propvolle ma gazijnen: huishoudelij ke artikelen, kruide nierswaren, zeep, par fums, banket, vlees... Niemand schenkt er bijzondere aandacht meer aan alleen die Hollanders zwerven be- sluiteloos heen en weer als bijen die in een pa radijs van bloem tot bloem gonzen. Belgische impressie Amechtig zakt ge neer op een stoel bij een stamineeke. „Zou ik misschien..." De fles staat al voor U. Een schaal met zoutjes staat er naast. Bescheiden neem je er wat van te beschei den. De kroegbaas ver wondert er zich over. „Hêdege soms geen francs genoeg? Aha, ge zijt een Ollaander. Maaike geef dieën heer s een lekkere tas kaf fee." 1 Blozend slorpt ge en te onbescheiden Is Uw dronk naar binnen. eens onsje van dit Ge vindt de Belgen of dat kan krijgen. Allee manneke, al kocht'e de hele winkel leeg je betalt er tcflch veur! Ja maar als dit op !s, zult U bij de grossier weer op de wachtlijst worden ge zet en zit U misschien maanden zonder... Awel zulle, ge ziet het verkeerd. Als ik vanavond los ben staot er margën weer een auto voor de deur en krijg Ik meer, dan lk kan betalen. „hinderlijk" gastvrij en voelt U hulpeloos als de sigaret, die U haas tig hebt gekocht, zodra de typisch geklede Bel gische douanier U door liet, wordt afgeslagen. De auto nadert Ant werpen hier en daar beschadigd door de gluiperige V-wa pens. Grotendeels weer herbouwd en weer be woond. Morsig en vuil, stinkend naar de smook van de altijd la dende en lossende zee schepen. 9 9 9 9 Daar-is de Keizerlei: boulevard unique, in de schaduw van de Staatsie, café-terras aan terras. Flaneer- baan, toilettenparade. In de stoelen achter de bloembakken zitten goed geklede, druk ge barende neringdoenden en handelaars. Op de tafeltjes prijkt ijs met aardbeien en slagroom, moccataart, een glas Graves supérieur, een schoteltje pommes fri tes. In de asbak liggen grote peuken „import', wikkeltjes van kauw gom. Men spreekt over de Kamerdebatten, de voetbalwedstrijd, het weer. Men is voldaan oyer de gang van za ken, tevreden met de rijkdom, die geen aan dacht meer trekt. Een volle étalage is voor hen een bontgekleurde straatbegrenzing, niet een hemelpoort. Men heeft immers alles. En is het op of versleten, dan koopt men weer. Maar op de hoek van de zijstraat staan de schamelen, goedkoop, soms „ordinair" ge kleed, rafels aan de pantalons, de vuile pet over de ogen. Hier staat Jan Claque in een wolk van pene trante (ons nog welbe kende) tabak, de vin gers in de broekzak bQ de laatste centimes. Hij lepelt geen slag room of chocolade-crè me. Hij zit zelfs niet achter een tas kaffee, zooals die anderen, die weinigen. Hier staat een maat schappelijke klasse, 'n groep de grootste groep: slachtoffers van de schijnwelvaart. Als zij in de spiegel rijk dom staren, zien ze een geraamte omkleed met vodden. Een bittere lachspiegel. Hier staat België, versnipperd door vele interne tegenstellingen arm door de luxe van de boulevards. België: boom van gouden vruchten rot in de stam. want wat de Hollander ziet in de étalages: de nul len op de prijskaartjes, ziet de massa in Bel gië niet op de loonzak jes. iwee zuilen, de linker van steenbrokken, de rechter van half vermolm de balken met een zinken plaatje op de top.... Tanende glorie uit vroeger tijd Kunstschatten brachten geen herleving Sombere entree (Van een speciale verslaggever) 1) ÜWHOUTEN planken-spijlen ■^tussen twee vervallen zuilen noden niet bepaald vriendelijk tot een bezoek aan datgene, wat ach ter deze weinig glorieuze entree verborgen ligt: de resten van de oude ridderhof Linschoten. Geen menselijke stem of stap verbreekt er de stilte, die plotseling invalt als het uitgebreide kraaiencon- cert stokt, als had een dirigent zijn staf in rust gezwaaid. On danks de talrijke kippen, die niet alleen tevreden „mopperen" maar bovendien voortdurend proberen kop en bals door de gleuven van bet sombere bek te steken, bezit het uitgestrekte park een bijzon dere aantrekkingskracht. En met reden; do met klimop begroeide, eeuwenoude beuken horen in deze vlakke weilanden niet thuis, zij doen denken aan verdwaalde reu zen in een lilliput-wereld. Daarbij komt nog een spoor van geheim zinnigheid, aangezien geen der be woners van het nabije dorpje een duidelijke beschrijving kan geven van bet gebouw, dat midden in het park met de prachtige vijver schuil gaat. Boswachters en prikkeldraad moeten iedere nieuwsgierige be langstellende weren, maar een maal achter de afsluiting geko men. waant de vreemdeling zich in een hof van Eden. Hieg stoort kip noch kraai integendeel het ruziën in de nesten-chaos zou bij afwezigheid eerder gemist worden. Langs schuttingen met wingerd ranken slingert een smal paadje naar wat eens het voorplein was. Een veld vol grassprieten, aan weerszijden schuren met gebar sten muren en daarvoor, midden in de vijver: het buiten. Veel van de vroegere schoonheid ging in de loop der jaren verloren: de pla vuizen van de trap zijn gespleten en het hek van de brug is verweerd. De beide torentjes ste ken als weleer nog fier in de lucht, ook al kunnen zij in lengte niet meer wedijveren met de beuken, die het ge heel omsluiten en de zonnewijzer geeft nog ongeveer hej uur aan. hoewel nie mand zich er voor. interesseert, want het kasteeltje kent sinds lang niet meer de feesten en het stemmengeruis van vroeger. Het ligt doods en verlaten met gesloten ven sters en kale ver trekken rustig te wachten en ware zulks mogelijk, het zou zich afvragen: heerlijkheid, ridderhofstad en leen van Holland verloor zijn glorie. Hoepelrok en pruikentooi be leefde het oude kasteel niet meer. Deze eer viel het fraaie herenhuis tebcurt. dat op dezelfde plaats ver rees. .Maar Linschoten ging niet met de tijd mee. Evenals het dorp dommelde het buiten in om onge rept en natuurlijk te blijven tot op dit ogenblik en wellicht nog tot in lengte van jaren, omdat non chalante toüristen cr gelukkig niet hun stempel op mogen druk ken. Het bos zal bos wezen en geen verzameling initialen in stam en tak; het mos zal mos zijn zonder broodkorsten en sigaret ten-eindjes; het geheel zal natuur genoemd kunnen worden en niet een asyl van dagjesmensen. Laat Linschoten rusten als het nistcn wil, maar laat het hek. het vieze. on-Linschotense hek ver dwijnen, opdat de vroegere glorie bestendigd blijve en een entree, het verleden waardig. „Zal ik U nou es en yueie ver tellen" sprak de man tegenover ma in de loom-soezende coupé. Moe- je luisteren, eentje voor de Kerst boom". Ik spitste de oren. „Er icas 's een hele grote olifant die een heel klein muisje tegen kwam. Toen zei die hele grote oli fant tegen dat hele kleinc muisje: Wat ben jij een klein muisje! En tos zee dat muisje: Vin-U, maar ik kan nog groeien, ik ben pas ziek ge weest." De coupé zweeg en wachtte op da climax. „Hij is uit" sprak de verteller te leurgesteld en tot tny-' »U snapt hem 'niet hè. Ik zal hem nog een keer vertellen. Die hele grote oli fant zee tegen dat hele kleine muis- sie: Wat hen je toch pieterig klein, muissie. Ken U het volgen tot zó ver? En toen zee dai muissie, m nou moet je opletten: Ik ben pas ziek geweest." De vei -dier schater de het-uit. Ik glunderde beleefd en spral: Zielig voor dat beest hè, om zo ziek te zijn geweest." De man sloeg zich op de dijen m proest-lachtfeMaar U snapt hem nog niet. Nee meneer, dmop zit hem daarin, dat dat muissie ziele of niet ziek, altijd klein blijft tegen over zo'n grote olifant. Voel f hem noü." „Ooooh -r" ik knikte. T'is jammer dat je 'm moet w'/" leggen, dan gaat de lol af van zo'n mop. Toen ik hem hoorde, snapte ik hem subiet en ik heb me een be roerte gelachen." „Ai een beroerte?" vroeg ik cn keek meewarig. Ik heb er een fami lielid aan dood, dus „Nou ja, bij wijze van spreken" repliceerde de moppentapper. Toen kraakte er plotseling een stem op uit de hoek van de wagon: „Als j' er nog meer van zulke weet zeg dar. waar we moeten lachen" De bliksem sche n plotseling in geslagen. De man egenover me groeide uit tot een hele grote oli fant en het kereltje in de hork slonk tot een muisje. En ik heb -'e verdere reis de noodrem in de gaten gehouden. Kindertehuizen van het Leger des Heils T N een plaats waar een kinder tehuis van het Leger des Heils is gevestigd, is het een vertrouwd beeld deze kinderen te zien wande len onder leiding van een zuster. Zij zien er fris, goedgekleed en vrolijk uit. Er is zo oppervlakkig vrijwel niets, dat de grote ellende doet vermoeden, welke er vaak al achter deze jonge levens ligt. En toch, wie schetst de nood, het ge mis en de verwaarlozing die zij reeds gekend hebben. Het papier varf eer. tegenwoordige Nederlandse krant zou niet toereikend zijn om het te beschrijven. Daarom slechts „..beide torentjes steken als weleer nog fier in de lucht.... „waarop?" ENKELE jaren geleden scheen het even te herleven. Toen brachten voorzichtige handen vele kisten n\et een waardevolle in houd binnen de forse muren. Maar zij bleven onaangeroerd. De kostbare kunstschatten, de sier lijke huisspinetten en violen brachten geen wals of menuet Want.alles was slechts tijdelijk. Het Haags gemeentemuseum.' dat ook als evacuatie-slachtoffer viel. zocht een opslagruimte, en daar voor bleek „Linschoten" geschikt. Bom of ander oorlogsgeweld ver stoorden hier 3e stilte niet en de verzameling bleef onaangeroerd in de kelders en de kamers tot de bevrijding transport naar de oor spronkelijke ruimten weer moge lijk maakte. Ach. en na die tijd veranderde er niets: park en ge bouwen trotseerden opnieuw vorst en wind, zon en regen als in de jaren ervoor. Helemaal niets Niets wijst meer op het bestaan van de grootse, stoere burcht die. na drie eeuwen aanval en belege ring te hebben doorstaan, in 1645 werd afgebroken. Deze daad sym boliseerde het afsluiten van een tijdperk, niet alleen van oorlog maar ook van roem. linschoten Paard sloeg op hol in vliegtuig Een op hol geslagen paard heeft in een vliegtuig, dat van Mexio- stad naar El Paso onderweg was veel consternatie veroorzaakt. Het dier poogde een gat te trap pen in de wand van een groot vier motorig vliegtuig. Twee uur lang maakte het dier het de bemanning' ongelooflijk lastig.Ten slotte be sloot de piloot een noodlanding te maken te El Paso. „Ik bestuurde het vliegtuig", zei de piloot, „toen ik lawaai achter me hoorde en de machine begon te slingeren. Een van de rijknechten kwam naar de cockpit en schreeuw de, dat een paard „stapelgek" ge worden was. W« waren bang, dat olk ogenblik een gat in dc wand van de machine zou ontstaan. Het "kost bare paard sprong en trapte zich door drie boxen heen. maar kwam tussen do volgende box en de wan-1 klem te zitten. Op hot vliegveld va-, E| Paso heeft een veearts het dioi met een injectie bedaard. Daarna heeft het de reis rustig voortgezet-' enkele voorbeelden om aan te ge ven hoe zegenrijk en weldadig deze arbeid is. Er zijn kinderen, die af komstig zijn uit een milieu, waar ouders en kroost in een kamer leef den waar de vloer met stro was be dekt. De kinderen leefden als die ren. de ouders hadden een planK uit de vloer getrokken en de aldus ontstane ruimte deed dienst als la trine. Elders wordt een meisje van vijf jaar verpleegd, dat tot voor enkele maanden door de „moeder altijd in een donkere kast of kel der werd opgesloten. Melk kreeg het kindje nooit en het was dan ook volkomen uitgedroogd. Nog er ger maakte het een vrouw, die meer van dieren dan van haar kindje hield en de baby dan ook op de grond en een konijn in de wieg legde. Al deze kinderen vinden een lief derijke verpleging in de tehuizen van het Leger des Heils. Deze en nog vele andere, want er zijn ook kinderen die afkomstig zijn uit tij delijk onvolwaardige gezinnen of van ongehuwde moeders die de ver zorging niet zelf op zich kunwn r.emen omdat zij moeten werlte». Het Leger verricht deze arbeid uit gehoorzaamheid aan Zijp Hoer, die gekomen is om zalig te maken, maar ook om te redden. Welnu het Leger des Heils vervult die opdracht op zeer reële wijze in zijn vele maatschappelijke instellingen. Dit werk is voortgekomen uit het z.g. „slump-werk", dat ontstaan is op de dag nadat de Stichter de ellende had gezien onder de Londense brug gen. Hij voegde de volgende mor gen zijn zoon toe: „Doe iets. Bram- well, in Gods naam, doe iets!" En de zoon had maar te zorgen dat er nog diezelfde dag een begin werd ge maakt en toen ontstonden de z.g. barmhartigheidspostcn waar de eer ste hulp werd verleend en naar de finitieve hulp werd uitgezien. En cok de tegenwoordige inrichtingen zijn meestal als doorgangshuis be doeld al brengt de "practijk vaak mee dat de kinderen er iaren lang blijven. Ofschoon in 35 centra reeds een belangrijk maatschappelijk werk wordt verricht in het Westen van ons land, is uitbreiding hiervan ook over de provincies Groningen. Over- Jjsel. Friesland. Zeeland .en Drenthe door de huidige omstandigheden op nieuw naar voren gebracht Deze plannen omvatten: 5 Doorgangshuizon voor vrouwen* f 250.000; 3 Inrichtingen voor crimi nele jeugd f 350.000: 3 Tehuizen voor ongehuwde moeders f 500.000; 5 Tehuizen voor kinderen uit tij delijk onvolwaardige gezinnen f 200.000; 2 Tehuizen voor ouden van dagen en ongeneeslijke zieken f 150.000. Een andere tak van maatschap pelijk werk is dat voor ouden van dagen en invaliden. Ook wat instel lingen betreft hebben wij.ons van de goede zorgen kunnen overtui gen. De Stedelijke CudlmHskamer te Geertruidenberg is eer kostbaar ob- iect rijker geworden. <nl. het oud® stadszegel, dat stamt uit de 13® eeuw.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 3