Herinneringen van een veertigjarige HB.-ers belijden hun schuld Bestuur hoopt op mooi zomeravondconcert De Boys voor beslissing! M.U.L.O. -examens Onze redactie vraagt om reactie Belijdenis Verklaring 'Voor de ZONDA HET DAK Orpheus zingi voor de T.B.C. bestrijding Toen gedurende de Pinksterdagen van het jaar 1906 de gemengde zang vereniging „Alcmaria" een zangcon cours hield was de belangstelling overgroot. Onder de vele zanglief hebbers waren enkele Alkmaarders, die zo getroffen werden door de uit voering van het verplichte nummer der eerste afdeling mannenkoren (het was het nummer ..Zigeunerle ven" van Fred. Roeske), dat zfl be sloten om zelf een mannenkoor op te richten. Het waren de heren D. G. van Beek, P. Hartog en H. de Groot, die dit loffelijk initiatief na men. Er werd contact gezocht met anderen en een week later was er een vergadering waarop de grond slag werd gelegd voor de thans zo bekende vereniging „Orpheus". De grondleggers waren het zo-even ge noemde driemanschap en de heren G. 3. Smit, N. Massée, A. Niessen, Th. A. Koesen en F. F. Gonlag. De secretaris, Jb. van Amstel. Het koor dat enige t#d onder leiding stond van de heer Jan de Geus verwierf zich de sympathie van velen en groeide gestadig. Enige tfld heeft het koor een soort com pagnonschap aangegaan met de ge mengde zangvereniging „Nieuw Le ven" (de koren stonden toen onder leiding van de dirigent H. Linde boom) en in die tijd waren de suc cessen groot. In 1920 werd „Nieuw Leven" ontbonden en „Orpheus" kwam onder leiding van Fred. J. Roeske te staan. Onder z(jn bekwame leiding groeide het koor gestadig Een van de oorzaken hiervan is wel geweest, dat de heer Roeske geheel brak met de gewoonte van concours- zingen. Dit kwam het verenigingsle ven ten goede en in plaats van op wedstrijden uit te komen ga/ men nu concerten in de Grote Kerk, aan welke concerten vele bekende solis ten hun medewerking verleenden. Ook buiten Alkmaar gaf men vele concerten en zelfs in het buitenland werd de roem van „Orpheus" uitge dragen. Want in 1931 ging het koor naar Solingen (Dld) waar men grote successen behaalde. Op het ogenblik vordt de dirigeerstok gezwaaid door Karei Böhne, die de opvolger is van Nico Hoogerwerf. De leden van „Or- üe vaandeldrager P. llartog. die de schatten van de vereniging zo trouw bewaarde. pheus" zfln vol lof over hun dirigent, die alom gekenschetst wordt als een prachtkerel en een buitengewoon muzikaal dirigent. Een mooie vereniging Wy waren dezer dagen b(j „Or pheus" thuis. Btf Orpheus „thuis", dat wil zeggen, ten huize van de voorzitter, de heer C. Velthuis, waar echter niet Karei Böhne, maar me vrouw Velthuis de scepter* zwaaide en ons voorzag van thee en sigaret ten. En hier hadden wy een onder houd met de kopstukken van het koor, met de steunpilaren en de oud gedienden, die ons alles vertelden v t hierboven staat beschreven. Of Voorzitter Velthuis, de vijfde voorzit ter in successie. eigenlijk vertelde men ons nog veel meer. Wij hebben slechts een greep gedaan uit de historie van ruim veertig jaren. Wy hoorden voorts dat er bij Orpheus een goede ver standhouding bestaat tussen dc Je- den onderling (hoe kan het ook an ders?) en dat het koor nu ruim honderdtwintig zangers telt, een ge tal waar het bestuur dik tevreden mee ia. En zo onder het genot van een geurig kopje thee, terwijl onze teke naar bezig was „Ome Piet en Manus" te vereeuwigen, vroegen wy (nieuws gierig als wij zyn) hoe het Orpheus vergaan is in de afgelopen oorlogs jaren. Want toen was er de „Kui- tuur"-kamer, nietwaar? En, zoals wy verwacht hadden van een goed Nederlands koor. het bleek, dat men zich niets had aangetrokken van de invitatie van de heren der georgani seerde cultuur en dat men de uitno diging om zich in de rijen der be langrijken te scharen naast zich had neergelegd. Men vernam nooit meer iets na deze stilzwijgende weigering maar' toch achtte men het in 1943 (toen de moeilijkheden te groot wa- De heer Gerard Smit een der oprich ters en trouw steunpilaar van Orpheus. ren) beter om de vereniging maai te ontbinden. Dit geschiedde op een nogal eigenaardige wijze. Want de leden werden door de voorzitter uit genodigd „om maar zolang te be danken en toch de contributie te be talen". Tot slot van de vergadering werd staande door alle leden „Les Martyrs aux arénes" van L. de Rillé gezongen en daarmede was de kous voorlopig af. Orpheus zou zwijgen tot na de bevrijding De eerste weken na deze vergade ring regende het letterlijk (illegale) bedankjes en dat was de laatste post, die de secretaris, de heer Jb. van Amstel, voorlopig voor de ver eniging zou ontvangen. De penning meester bleef evenwel aan het werk want de centen werden trouw opge haald en in de spaarpot gedeponeerd. Onder de grond. Nu bezat Orpheus vele lauweren, behaald op concoursen en wedstrij den. Dit kostbare bezit moest na tuurlijk na „do ontbinding" een vei lig onderkomen hebben. Dc vaandrig van het koor (die tegelyk sedert ja ren als schatbewaarder van de me dailles en lauwerkransen fungeert), „Oom" Piet Hartog, wist er wel een plaatsje voor. De voorzitter meende, dat zulks een begrafenisondernemer wel toevertrouwd was. Dus nam de heer Hartog het kistje met eremetaal mee naar huis en dolf een gat in de grond. Het kistje ging in een pot, de pot in een zak en de zak ging in een kist. Toen was het gat nog juist groot genoeg om dat alles te bevatten, er ging weer aarde over heen en toen gooide Oom Piet zyn laatste beetje turf en kolen nog op de zo goed verborgen schat. En de Duitsers hebben er niet naar ge zochtmaar h&dden zy het ge daan, dan zouden zij veel werk heb ben gehad om het te vinden. Naar Brussel? Zo is ook Orpheus weer goed door de moeilijkheden heengekomen. En op 10 Mei 1945 stond het koor bij het monument aan de Wilhelmina- laan aangetreden om een zanghuld* te brengen aan de gevallen strijders. Het koor stond toen onder leidmg van het erelid P. A. van Langen. Want Karei Böhne kon niet overko men uit het nog geïsoleerde Amster dam. Nu gaat Orpheus vol vertrouwen naar het gouden jubileum en mis schien staat er voor volgend jaar nog een reisje naar Brussel op het programma waar Orpheus een der vertegenwoordigers van de Neder landse koren zal zyn. Orpheus zong in het verleden vele malen voor liefdadige doeleinden, vo rig jaar nog zong men ten bate van Volksherstel en de recette was prachtig. Het bestuur hoopt dan ook dat het zomeravondconcert, dat a.s. Maandagavond in de Muziektuin ten bate van de T.B.C.-bestryding gege ven zal worden, zal trekken. veel belangstelling Manus (de lieer H. de Groot) die al ruim eenenveertig jaar de functie van bibliothekaris vervult. Diploma A: P. Middelkoop Barsingerhorn, A. K. Wolthuis Oude Niedorp, A. H. Ossen Alkmaar, A. Porte Alkmaar, J. Blonk Egmond a. d .Hoef, M. Rampen Bur- gerbrug, G. Henneman Schoorl, J. H. Swaan, Bergen J. Japin Bergen; De Bruins Sijbekarspel. Afgewezen 1. Diploma B. M. Meijer Hoorn, A .van Zoonen Oude Niedorp, J. N. Visser Blokker, J. Jansen Hippolytushoef, J. Zoodsma Slootdorp, G. Schouten Schagen, M. A. Roep Schagen, J. Zijm De Burg, K. Heinis Texel, A .C. Hin Oude- schild, B. Hensen Wieringermeer-de Haukes, J. Oostenbrug Middenmeer,, A. v. Leeuwen Den Helder, A. Dijk stra, Wieringerwerf, N. Tielemans Dirkshorn, M. Schermerts Heiloo. Af gewezen: 2. Diploma A: G. Timmer Alkmaar. M. C. M. Raaymakers Alkmaar. T. E. Olden- burg Schoorl, D. Ven Broek op Lan- gendijk, M. Beinema Heerhugowaard, T. G. Klinkhamer Alkmaar, G. R. de Vries Alkmaar, H. S. Krab Alkmaar, J. J. A. Groen Enkhuizen, M. E. Sijn- horst Enkhuizen, G. J. Morit Hoog- karspel, G. H. Burggraaf St. FJancras. Afgewezen 3. Diploma B- S. D. Brouwer Alkmaar, A. H. Wierts Wieringerwerf, C .de Jong Oosterland S. J. Woestenburg Hoorn, D. de Win- /kel Sijbekarspel, W. Lamar Heiloo, J. Schermer Beemster, N .Houtman Beemster, N. C. Bakker Beemster, S. Kadijk Broek op Langendijk, J. de Groot Winkel, M. Ploeger Barsinger horn, H .Woudstra Winkel, J. A. Dek ker Hoogwoud, E. J. Kweldam Ber gen, G. Brouwer Zijpe, A A. Laver- man Den Oever, Afgewezen 3. VU* en twintig vooraanstaande N.S.B.-ers hebben in hun kampen ge sproken met geestelijken en predikanten. Onderling ook hebben z\j hun verleden herhaald en kritisch bekeken. Na geruime tijd van over leg hebben deze N.S.B.-ers gezocht naar een mogelijkheid om hun schuld te belijden voor het Nederlandse volk, en om tevens een ver klaring te geven van hun gedrag tijdens de oorlog. De gezamenlijke Nederlandse kerken, verenigd in het Interkerke lijk Overleg hebben uit handen van deze 25 geïnterneerden een be lijdenis en een verklaring ontvangen. Aanstaande Zondag wordt de hieronder gepubliceerde belijdenis voorgelezen in de Hervormde Kerken. Dit stuk is of wordt, samen met de eveneens hieronder afge drukte verklaring, ook door de kei ken gepubliceerd. Door bemiddeling van de Nederlandse kerken willen deze N.S.B.- ers zich dus richten tot ons volk. Wanneer in een kerk een schuld belijdenis wordt voorgelezen, is het iiiet mogelijk, dat de hoorders daarop reageren. Toch vraagt deze belijdenis eji verklaring om re actie. Daarom verzoekt de redactie van dit blad de lezers beide hieronder afgedrukte stukken rustig en ernstig te lezen en te over denken. En geef ons daarna uw bezonken oordeel. Het zou name lijk belangrijk zijn, indien wjj over een week op deze plaats een ge fundeerd, op vele trieven berustend oordeel zouden kunnen geven over de reacties uit onze lezerskring op onderstaande stukken. Sinds twee jaren gaan wjj, die allen op enigerlei wyze leiding hebben gegeven aan organen en gedachten van het nationaal-socialisme in Ne derland, gebukt onder de last van een gedwongen zwijgen, des te drukken der naarmate een groeiend inzicht in ons dwalen en falen ons maande tot een belijdenis en een verklaring. Wij leggen deze belijdenis en de daarby aansluitende verklaring af tegenover het Nederlandse volk, dat in begrijpelijke verontwaardiging ons mede schuldig verklaart aan het bit tere leed, tijdens vijf jaren bezetting ondergaan. Moge ons woord mede worden verstaan door de velen, die ons lot delen én die in dikwerf be- Alle belangstelling gaat deze Zon dag uit naar de beslissingswedstrijd in Heemstede op het RCH-terreln, waar Alkmaarse Boys en Kinheim zullen vechten om de plaats in de tweede klasse. Buitengewoon span nend is de stryd geweest in de pro motie-competitie en vooral Kinheim heeft een uitstekende indruk achter gelaten. Zoals bekend begonnen dc Velscnarcn met een nederlaag tegen de Boys, speelden vervolgens drie maal achtereen gelijk en een eind spurt met twee overwinningen bracht hen op gelijke voet met de Boys, die vooral op „eigen" veld er bitter weinig van terecht brachten: een punt uit drie wedstrijden Wat het resultaat van de komen de wedstrijd zhl zyn is al heel moei lijk te beoordelen, temeer, waar het hier een echte „zenuwenwedstrijd" zal zijn. Kinheim zal vermoedelijk wat meer zelfverzekerd spelen dan de rood-witten. De Velsenaren hebben een morele steun van twee goede o/erwinnlngen achter zich en klop ten nog vorige week in Alkmaar de Boys met flinke cijfers. Onze stad genoten daarentegen missen dit. Zij weten dat Kinheim een pittige, hard werkende ploeg heeft, die niet met zich laat spotten. Een voordeel is echter, dat zy vooral in de meest belangrijke wedstrijden plotseling gewapend schijnen met een hard heid, die doorslaggevend kan zijn. Wanneer het deze keer op een gelijk spel zou uitdraaien, zou ons dat geenszins verwonderen. In ieder geval wensen we onze ge- blokten sterkte op de zware tocht naar Heemstede! Voetbalprogramma oeibalprogramma He... iiveenBlauw Wit Promotie-degradatie 2e klasse Emma-Zeeburgia Excelsior—SVV De Valk—RKTVV HoogezandEmme n KerkradeSittard 3e klasse Alkmaarse Boys-K i 4e klasse DRC—NEA perkter verantwoordelijkheid te goe der trouw met ons de rampzalige weg der verbondenheid met de be zetter zijn gegaan. Tussen ons, die een geringe min derheid waren en de overweldigende meerderheid van ons volk vormt een afgrond van beproevingen een kloof, welke menselijke goede wil alleen nauwelijks sohijnt te kunnen over bruggen. Daarom is het slechts met uiterste schroom, dat wij deze belijdenis neer leggen in het midden van ons volk. Mede door eigen toedoen een geïso leerde plaats in de Nederlandse volks gemeenschap innemende, leefden wy menigmaal in laakbare achteloosheid voorbij aan de eigenlijke strekking en de heilloze gevolgen van maatrege len, ons volk door de bezetter opge legd. Wy belijden in het aangezicht van de ontstellende feiten, welke eerst in de loop der laatste twee jaren in vol le omvang te onzer kennis kwamen, dat wQ dikwerf hebben gezwegen, waar spreken geboden was, en een samenwerking met de bezetter heb ben gehandhaafd, waar deze verbro ken had moeten worden. En wanneer wy dan, met diepe be schaming, denken aan de vervolgden de weggevoerden, de gemartelden, de terechtgestelden, de vermoorden, aan de demonische vernietiging van Joodse mannen, vrouwen en kinde ren, dan verstaan wij hoe ons volk ons iedere betuiging van saamhorig heid met de bezetter heeft aangere kend. Een tragische verwarring van eigen gedachtengoed en vreemde to talitaire ideologieën, maakte ons blind voor de huiveringwekkende con sequenties, waartoe deze moesten leiden, hoezeer dringende en ondub belzinnige stemmen waarschuwden, dat deze ideologieën fundamenteel in strijd waren met de beginselen van het Christendom. Het is een smartelijk, neerdrukkend verdriet, dat de herinnering aan deze, onze dwalingen opwekt. Maar tegelijkertijd heeft zij ons gedreven tot, een bezinnend indringen in het wezen van dit ons menselijk tekort. En ons dwingend voor de schuldvraag gesteld. Het was ons een innerlijke behoefte het antwoord op die vraag in alle oprechtheid en in alle openhartig heid toe te vertrouwen aan de Ker ken, die in en na de bezettingsjaren een zo vast middelpunt vormden, waar een ontredderd volk zijn troost en betrouwen vond. Moge hun stem deze belijdenis, waarin ons falen is vervat, vertolken. Wy hopen ernstig, dat ona volk ondanks allee wat ons gescheiden heeft, deM belijdenis za) willen aanvaarden voor wat zij is: een oprechte poging de nog schrij nende wonden te helpen helen. Besef van onze schuld, bovenal je gens God, de Allerhoogste, voor Wiens oordeel wy allen moeten bui gen, doet one biddend vragen, dat Hij ons moge vergeven, ons volk mo ge bewaren voor blijvende haat en ons en onze lotgenoten voor een ver bittering, die ons de weg naar ver zoening zou versperren. B. J. Bierma, G. C. Blom, J. H. L. de Bruin, K. A. Enklaar, Mr. H. M. Fruin Dr. F. P. Guépin, J. W. Baron van Haersolte van Haerst, Ir. C. J. Huygen, W. R. Jager, Dr. K. Keyer, L. P. Krantz, Mevr. E. Kröller-Sc Ph. van der Land, Jb. Maarsingh, H. C. van Maasdijk H. C. Nije, N. Oosterbaan, C. ter Poorten, C. L. Reitsma, Mr. W. J. Schönhard, Mr. A. Semplonius, Mr. F. C. St&hle, P. Tammens, G. F. Vlekke, M. Zwiers. In een belijdenis, gelegd in de han den der Kerken, hebben wij ons in diepe bewogenheid gedrongen ge voeld uit te spreken, dat wij in de zware jaren van or- volksbestaan, die achter ons liggen, schuld op ons hebben geladen. Indien wij nu aan die belijdenis toevoegen een verklaring van onze houding trjdens de bezetting en daar vóór, dan doen wij dit niet om daar mede aan de waarachtigheid van ons belijden iets af te doen, maar als een noodkreet aan het Nederlandse volk om ons in de diepte van de geestelijke strijd, waarin wij nu le ven, te willen begrijpen. Wy zijn met smartelijke verbazing vele verhoudingen in een ander licht gaan zien en de feiten, die wy heb ben ervaren doen ons onszelf met ontzetting en verslagenheid afvra gen: hoe is dit alles mogeiyk ge weest! Immers, wy hebben met die pe beschaming moeten vaststellen, ons te hebben bevonden aan de zy^e van hen, de verantwoordeiyk zyn Diploma A: A. Baas en Mej. W. G. M. Kwant Alkmaar, J. Lakeman Akersloot, Posch Oterleek en J. Groot, D. C. Vries en J. Mantel te Enkhuizen. A gewezen 7. Diploma B: J. S. J. Waterdrinker Heiloo, P. A. <j Graag G. Chr. v. d. Veer, L. L. v. Vliet, J. Ruiter Den Helder, W. i Tuyl Enkhuizen, W. P. Taats Castri cum, S. Stapel Sijbekarspel, P. Rijj wijk, W. S. Harkema. J. G. Kaat, P) Visser Hoorn, P. W. Spaarman, C. U ter Beek De Rijp, F. Mayer Beemste E. J. Daniëls Oudeschild, J. A. Koe Op de boerderij tegenover mijnhuij is een nieuw dak gelegd. Dagenlang heb ik gezien, hoe de rietdekker het riet bos na bos aanbracht, gelijk streek, bevestigde, totdat het één ge- heel was geworden, een dik sterk dak, dat tientallen jaren regen en stormen trotseren zal, en warmte en beschut ting aan de mensen die er onder wo nen, schenken zal. Wij beseffen in onze tijd beter dan vóór de oorlog, wat het zeggen wil „een dak boven het hoofd" te hebben, een plaats te hebben waar men rustig het hofd neer. kan leggen, waar alles anders is dan elders, vertrouwelijker, eigener, vei liger, waar men tot zich zelf komti omdat men daar alleen „thuis" is.! Zulk een eigen dak boven het hoofd,, zulk een thuis kennen wij als een van de voorwaarden van het aards ge luk van de mens, en wij beklagen de dakloze zwerveling, en 'de duizenden'} door de oorlog getroffenen, die datj moeten missen. Eén echter is er geweest, die zelf! dat lot gekozen heeft. Hij die ge-i zegd heeft: „De vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd kan nederleggen". Was Hij een dakloze, die nergens thuis was. die altijd, tot in de dood, het', hoofd rustig kon neerleggen, omdat Hij in het huis zijns Vaders woonde, j omdat Hij innerlijk bij God was. En ons, arme daklozen, heeft Hij toe-1 geroepen: „In het huis mijns Vaders zijn vele woningen; .Ik ga heen om u plaats te bereiden". Ds. J. A. Oosterbaan. f voor afschuweiyke misdaden. Wij begrijpen nu d* opvatting- n van al diegenen uit ons volk, die zioi tydens de oorlog tegen de bezetter keerden en zich van ons afwendden, f Wij kunnen er niet aan ontkomen toe te geven, dat onze verhouding tot de bezetter hun hiertoe het recht gaf I en hen wel diep moest grieven. Wij staan geschokt tegenover net I grote onreoht en het bittere leea, I dat ons volk is aangedaan. Wij doen nochtans een ernstig beroep naar ons te willen luisteren. Niet omdat wij zouden willen trachten onszelf te ontlasten, doch omdat wij Nederlan- I ders waren, zyn en willen blyven- en dó&rom nimmer willens en wetens i verraad hebben gepleegd. Wat de oorlogsdagen van Mei 1940 j betreft: moge ons volk toch kennis nemen van de officiële verklaringen, die de ons diep grievende besohuldi- i ging van landverraad in die dagen j afdoende weerleggen. Wat deed ons voor de oorlog na- l tionaal-socialist worden? Men gelove i ons als wij met grote ernst zeggen, dat in ons leefde een diep ontwor- teld verlangen naar sociale gerech tigheid en nationale verheffing. Wat heeft ons er toe bewogen na Mei 1940 nationaal-socialist te big- ven? Wij konden ons niet losmaken van de overtuiging, dat de vernieti- ging van Duitsland gelyk zou staan met een onvermydelyke chaotisering van Europa en als gevolg daarvan de ondergang ook van ons vaderland. Wy hoopten door onze inspanning de kansen op een Nederlands herstel na de oorlog te behouden. Wy weten, dat er profiteurs en f misdadige elementen in onze gele deren zyn geweest. Men mag het ge heel daar echter niet mee vereenzel vigen. Wij pleiten met klem voor de goe de trouw van zo velen en daar- by denken wy met name aan het l eenvoudige lid die, volgende de leiding, meenden het beste te doen J voor het Nederlandse volk. Maar bovenal voor de tienduizenden voornamelyk jongeren uit onze ge lederen die zich voor enige wa- pendienst meldden en nu het zwaarst worden getroffen, terwyl de verant- woordelykheid voor hun daad op on- ze schouders ligt. Velen gingen in de heilige overtuiging voor hun land te strijden, bereid het allerhoogste of- fer, dat van hun leven, te brengen. Moge God, Die de harten kent, in f zyn genade, de eerhjke bedoeling van hun offer aanvaarden. De bewogenheid, waarin wy nu le ven, dringt ons er toe nog over ve le dingen te spreken. Wy zwijgen echter. Mogen onze beiydenis en deze ver klaring door ons volk ontvangen worden met dezelfde ernst, waarmede wy deze hebben uitgespr<°""i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 6