RATHENAU: eerste slachtoffer
van het nationaal-socialisme
Vijf en twintig jaar geleden door
vier jongens vermoord
Oorzaak hittegolven in Juni:
warme, droge bovenlucht
Jiwakyedvohij
Met volle kracht achteruit?
Doe het op Uw
slofjes!
WALTHER RATHENAU
schadeloosstelling zou voldoen.
Later, als minister, sloot Rathe-
nau, terwijl Poincaré Duitslands
herstel tegenwerkte en er onenig-
Wie verlost?
Ieder. Die boze wil tot zich neemt en van wie
goede wil uitgaat.
Die dwaling ontvangt en waarheid terugschenkt.
Die haat duldt en liefde geeft. (Rathcnau).
DEZER Jagen was het vijf en twintig jaar geleden, dat Walther
Rathcnau, Duitslands minister van Buitenlandse Zaken in Berlijn
werd vermoord door een viertal jeugdige handlangers van het nationaal-
socialisme, respectievelijk 25, 21 en 16 jaar oud.... Zij kenden Rathe-
nau's persooo en werk niet en wisten niet wat zij deden; het was Lloyd
Goorge, die aan de dodenbaar een vlijmscherpe conclusie trok: „Door deze
daad heeft Duitsland zelfmoord gepleegd!" Drie van de daders sloegen
de hand aan zichzelf, Rathenau's moeder schreef aan de moeder van de
Jonge Techow, die in leven bleef: „Zeg aan Uw zoon, dat ik, in naam
en geest van de vermoorde, hem vergeef". Lloyd Gcorge's profetisch
woord werd vervuld. Na deze eerste nationaal-socialistische moord volg
den méór. Het hek was van Je dam en het uiteindelijk „resultaat*1 be
hoeft goen betoog: de nog verse, bloedige littekens daarvan staan ons
scherp genoog voor ogen.
VERWIJLEN bij het leven en
werk van Walther Rathenau,
die op 29 September 1867 in Berlijn
als kind van joodse ouders het licht
aanschouwde, voert tot Je centrale
vragen onzer samenleving, welke
Rathcnau roeds in principe gekend
heeft en die hun kern hebben in do
algemene mechanisering van het
leven en do maatschappij, waardoor
do verantwoordelijkheid van dé en
keling en de gemeenschap ver
dwijnt en de ziel van alles, zonder
welke geen be zieling mogelijk is,
ge.lood wordt.
Het is de, sinds de Middeleeuwen
optredende mechanisator geweest,
die het kapitalisme tot bloei bracht en
het proletariaat-als klasse deed ont
staan met alle gevolgen van die
waarover Ratbenau in de meesto
*ijnor schrifturen, doch vooral in
zijn in 1911 uitgegeven ..Zur Kritik
deg Zeit" spreekt, en waarin hy
naast de oorzaak en daaruit gebo
ren nood de heilige overtuiging
stelt, dat tegen Je ziel geen macht
der aarde kan standhouden en dat
de door do mons zelf veroorzaakte
nooj tenslotte die zielekrachten zal
wekken, welke weer hogero moge
lijkheden in de mensen en de cul
tuur tot ontplooiing zullen brengen.
De ziel is voor Rathenau het
èoogste begrip geweest en
waarschijnlijk was daarom zijn
In 1912 verschenen werk:
»Vom Reich der SeeJe", dat hij
•pdroeg „Aan het jonge ge-
Slacht'*, dus de thans actieve
generatie, hem bijzonder Hef.
Bet was zijn levensbekentenis
•n op grond van de daarin uit
gewerkte gedachten kan men
hem mot Bergson en de moder
ne Amerikaanse levensfilosoof
en paeJagoog John Mac Mur-
rav vergelijken.
De kracht en de grootheid van
deze geest worden duidelijk geken-
■rhetst door het feit, dat Je ideefin,
welke Rathenau ruim vijf en twin
tig en meer jaren geleden ontwik
kelde, nog steeds actueel en be
langrijk zyn.
Zelfs de moord op de „jood Ra
thenau*' heeft zijn betekenis als
daad nog niet verloren en zijn jood
zijn la, gezien in het kader van zijn
leven, een appèl tegen het antf-
lemietisme.
Steun aan socialisme
RATHENAU hoewel zelf één der
„captains of industry" (hij
volgde zijn vader op als directeur
dor A.E.G., één der grootste electri-
citeitsmaatscbappen ter wereld)
poogde by zijn stroven naar ge
meenschap het proletariaat op te
heffen en zag daarbij >n de zich
langzamerhand ontwikkelende
democratie zy'n „rijk der ziel"
nabij komen, waardoor hjj met
zijn grote geestelijke stuwkracht
het socialisme steun gaf. of_
schoon hy tegen deze stroming
moormalen een waarschuwende
stem verhief over zaken van bij
komstige aard. Hij stelde zich op
hot standpunt .Ier rustige ontwik
keling, echter zonder bet dool uit
het oog te verliezen, omdat bjj nu
eenmaal niet aan een plotselinge
verandering kon geloven.
In cen discussie met Karl
Kautskv drukte bij zyn geloof
In een komende eenheid uit
met Je woorden: „wjj moeten
stap voor stap omhoog stijgen",
hetgeen voldoende op zijn
doelstellingen wijst. Het was
zijn uitdrukkelijke wens, dat het
levensgeluk der mensen uit
bun werk zou spruiten.
Ofschoon Rathenau steeds zijn
beste krachten in dienst van de ge
meenschap heeft gesteld en voor
alles de vrlj-wordlng van de mens
wenste, heeft hy het zichzelf in bet
leven niet gemakkelijk gemaakt,
terwijl hij bovendien vaak op grote
tegenstand van zijn omgeving stuit
te. Toch zette hij alle bittere er
varingen ten spijt Joor tot men
eindelijk waardering voor zijn stre-
ven begon te krijgen, wat tijdens
de eerste wereldoorlog tot uiting
kwam toen de Duitse regering hem
opdroeg de grondstoffen-voorzie
ning te organiseren en later, in 1320
ticb uitte in bet. tot hem gerichte
verzoek. deo| uit te maken van de
dr«kundigen-conimissie voor de con
ferentie in Spa. waar het voor
Duitland om twee vragen ging,
n.lhoe het ontwapende land zijn
rechten zou kunnen-ver ledigen en
hoe het aan zijn verplichtingen tot
heden onder de geallieerden waren
ontstaan, het verdrag van Rapallo
met Rusland, dat een enorme mo
rele overwinningvoor Duitsland
betekende, doch de minister van
Buitenlandse Zaken tot doodsvijand
maakte van de „volksnationalen",
Je organisatie Consul, die het com
plot tot de moord smeedde.
Hij verwachtte de dood
T"* RAGISCH en kenschetsend
voor de groep, welke de dood
Rathenau wenste en bewerk
stelligde is het, dat deze man, die
door zijn beleid wist te bereiken,
dat Duitsland weer als volwaardige
natie in Europa een eigen plaats
kon Innemen en de voormalige
vijanden van zijn eerllijke bedoelin.
gen wist te overtuigen,door Duitse
hand de dood moest vinden.
Voor hemzelf is het einde niet
onverwacht gekomen: gedurende
de conferentie in Genua, waar de
gelen voor zyn veiligheid had ge
troffen, antwoordde Rathenau op
verontrustende brieven uit Duits
land, dat het leven hem goed was
goweest en zonder willekeur. „Het
zal", zo vervolgde by „niet lang
meer duren eer de willekeur er is.
Ik ben nu van mensen vrij. Hoe
moer ik vry ben, hoe meer zyn zij
vry ondanks alles verwant en
geliefd en ik beken met vreugde,
aat ik voor hén. niet zy voor mij op
de wereld zijn. Weliswaar is er niet
veel meer van mij over. De vlam
brandt niet meer."
Eenmaal in Berlyn terugge
keerd bewaakte de politie Ra
thenau nauwgezet, tot hij zelf
dit overbodig vond. Niet lang
daarna bad de aanslag plaats,
die rouw in geheel Duitsland
bracht. Honderdduizenden zyn
langs de dodenbaar getrokken
om de laatste eer te bewyzen
aan de man die eens heeft ge
zegd: „Wij leven niet terwille
van bezit, nocb om macht, ook
niet om der wille van geluk,
doch wy bestaan om van de
menselijke geest uit tot de hel
derheid van het goddelijke te
komen."
WIJ beloofden in ons laatste ar
tikel terug te komen op de
hittegolven in Juni. speciaal op de
27ste, toen alle records zelfs voor
Juli werden gebroken. De opmerk
zame lezer zal reeds hebben opge
merkt, dat de laatste alinea, die
geen zin meer had, vervallen moest
en door de voorlaatste was vervan
gen, geschreven op 28 Juni toen de
afwijking der temperatuur reeds be
kend was. Nu ook de laatste twee
dagen bekend zijn kan onze schat
ting door een berekening worden
vervangen.
Afgeleid uit de maxima en mi
nima blijkt dat voor De Bilt de
maand 2.3 te warm was. voor
Den Helder 2.1 voor Maas
tricht (vliegveld Beek) slechts
1.0 wat zoals we reeds meer
opmerkten door het verschil in
opstelling te Maastricht en Beek
wordt verklaard.
De afwijkingen over de laatste zes
dagen was niet 60 70 maar
52 omdat de afkoeling krachtiger
inviel dan wij op de 28ste dorsten
hopen. Toch was die afkoeling m
totaal mintnr sterk dan in het be
gin der maand en Juli begon weer
met warmte.
Hoe kwamen de recordtemperatu
ren op 3 en '27 'uni tot stuud? Wam
al had de 3e stec.'i!. 34 graden, zo
vroeg in de maand i odat toch
hij zo tuier!
Om dit te verklaren moeten wy
even uitweiden over de wijze waar
op normaal het dagmaxjmom tot
stand komt. Ais het maximum be
reikt wordt is er evenwicht tussen
ontvangst en uitgaaf. Tegen die tijd
is de ontvangst hoofdzakelijk van
zon en atmosfeer aardstraling, de
uitgaat de eigen straling van de
lucht en afvoer door verticale
luchtstromen. Op dagen waarop de
bovenlucht extra koel is wordt het
maximum dat bij de zonnestraling
zou passen niet bereikt, omdat wan- j
neer het temperatuurverval naar j
boven meer dan 10 per kilometer
wordt, valwinden een verdere stij- j
ging beletten.
Men zegt dan dat de zon wel
warm ls. maar de wind koud.
Om dus tot recordtemperaturen
te komen moet de bovenlucht zo
warm zijn dat valwinden zijn
uitgesloten.
Hogedruk toestand
Dit is nu beide malen het geval
geweest. Wy hadden in de eerste
plaats hogedruk-toestand. dus lang
zaam dalende luchtstromen, die de
bovenlucht opdrogen en wolkenvor
ming beletten. Dan Z.O.-wind. die
uit het warme continent komt en
niet alleen aan het oppervlak, maar
ook in de hogere lagen tot minstens
twee km. De warmte ln die hogere
lucht kan nu extra groot worden,
wanneer men met een Föhnver
schijnsel te doen heeft Vochtige
lucht uit Italië of Spanje stijgt met
Z.O.- of Z.-winden> tegen de bergen
(Alpen of Pyreneeën) op. conden
seert daarbij zijn vocht en neemt
daarbij slechts 0.5 per 100 m ln
temperatuur al. terwijl bij de daling
aan de andere zijde der bergen de
lucht droog wordt en 1° per 100 m
ln temperatuur stijgt zodat zi) na
de overgang veel warmer en uiterst
droog is.
In de eerste plaats laat nu die
droge lucht veel sterker zonnrstra- t
len door; in de tweede plaats kan I
WEERKUNDIGE KRONIEK
feor
PROF. VAN EVFRDINGEN
de temperatuur op twee km zo hoog
worden dat valwinden, zelfs bij zeer
hope temperatuur aan het opper
vlak ontbreken.
Z.O.-winden
Zowel op 3 Juni als op 27 Juni en
voorafgaande dagen was hoge druk
king in het N. of N.O. aanwezig.
Blijkens het weerkaartje woeien
Zuid-Oostelyke winden niet alleen
aan het oppervlak maar ook op één
en twee km afkomstig uit het Z.O.
op 27 Juni en uit het Z. op de 3de.
Overeenkomstig daarmede is. dat
op de 27 en 28 Juni de tempera
tuur op twee km niet minder dan
20 6 was, op de 3de 14 Meestal
reikt de convectie, dat is het spel
van stijgende en dalende stromen
niet tot twee km, anders had het
nog boven de 40 aan de grond
kunnen worden, maar wij zijn er
met 38 in het Z. en 36.8 in De Bilt
dicht bij geweest. Op de 28 Juni
draaide de bovenwind al naar een
meer Noordelijke richting vóór het
maximum bereikt ken worden en
viel dus reeds overdag afkoeling in
na een maximum van 28
Na de afkoeling was het op 6 Juni
op twee Km zelfs 0.6, op 1 en 2
Juni 3 en 4°, thans (op 4 Juli)
meldt het weerkaartje voor de 3de
7 we stygen dus weer: Maar de
bovenwinden zijn nog W., er is dus
nog geen gevaar voor een nieuw
record!
i IS Uw maag van streek, Uw hart
van slag, hebt U pijnen, voelt
U steken, scheuten of kloppingen.
Neem mgn kruidenthee: een kopje
voor het slapengaan en staat her
boren op."
Hebt U 'tooit eens geluisterd naar
die marktkramer achter zijn stalle
tje vol geheimzinnige geneesmidde
len? Moet U toch eens doen.
„He, opa. Heb ie wtl eens last
van steken gehad"
Opa die deze publiciteit op prys
stelt, knikf ijverig ja.
,£n heb je toen kruiden gedron
ken?"
De opa aarzelt en zoekt in z$n
geheugen.
„Nou, vadertje wat zeg 'je
daarop
„Ja meheef'
„U hoort het, lieden en omstan
ders, opa heeft mijn kruiden gecon-
sumpteerd en ziet hem eens aan? Is
die baas niet ^ras gebleven? En let
op m'n woorden, opa wordt honderd
jaar! Hier vader, krijg jij een pak-
kie voor niks, voor as reclameKen
je Methusalem worre
En zo brengt deze blanke medi
cijnman zijn gczondheidspillen aan
de man. Maar als je lang naar hem
luistert, ga je je doodziek voélen.
Want hij ziet in al je scheuten, je
steken en je hoofdpijnen kwalen, die
slechts met kruiden te verdrijven
zijn, met veet kruiden althans.
Over lief en leed in de
Nederlandse sleepvaart
Tal van problemen vragen om oplossing
TERWIJL het zonnetje hoger en hoger klimt, maalt de schroef de
sleep tegen de stroom in. Het gaat minder snel, de hulp van
het get(j is men kwyt. Nu remt de tegenstroom de vaart af. Op de
telegrwaaf staat de handle op „volle kracht vooruit". En toch is me
nig „kappie" zoals dc kapitein vertrouwelijk wordt genoemd
niet tevreden. Zyn indruk op de sleepvaart is veelal, dat het „met
volle kracht achteruit" gaat.
Dat zit zo: In 1941 ging de Secr.-
Gen. van het Dep:'van Waterstaat
over tot het instellen van een sleep-
vaart-regeling, om de schaarse
sleeptractie en de nog schaarsere
kolen zo goed mogelijk te exploi
teren. Een overkoepelend lichaam
„de Sleepvaartcommissie" zorgde
voor de uitvoering van het besluit,
waarin het de eigenaars van sleep
boten werd verboden, enig sleep-
werk te verrichten, zonder een door
de commissie afgegeven vergun
ning. Tevens werd het mogelijk bij
voldoende aanbod van schepen, de
sleepboten rekening houdend
met hun kracht bij een door de
Prijsbeheersing vastgesteld tarief,
een zo economisch mogelijke sleep
te verschaffen, terwijl bij geringer
aanbod het aanwezige sleepwerk
over een zo groot mogelijk aantal
sleepboten werd verdeeld. Daar
naast stelde men nog een urgentie-
Het ligt in de bedoeling van hei Amsterdamse gemeentebestuur bin
nenkort bij de raad een voorstel in te dienen het nieuwe stadhuis te
bouwen op de hojk van de Amstel en het Waterlooplein. Het plan
Frederiksplein zo hiermee van de baan zijn. Daar zou in de toekomst
een groot opera-gebouw worden gebouwd. Onze ,otc toont de plaats
van het nieuwe stadhuis.
Voor philatelisten Neerlands eerste
postzegel: een nakomertje
DE nieuwe 6 en 10 ets postze
gels, die thans, als voorlopers
van een geheel nieuwe Nederlandse
uitgave, langzamerhand in omloop
komen, doen ons enigszins terug
denken aan de eerste Engelse ze
gels, die op 6 Mei 1840 voor het
eerst officieel verkrijgbaar gesteü
werden in de waarden 1 penny
zwart en 2 pence blauw. De beelte
nis van Koningin Victoria, de op
deze zegels voorkomt, was afgeleid
van de zg. „City-medaille", die, ter
gelegenheid van de intocht van de
koningin in Londen op Lord-
Mayorsdag, 9 November 1837, door
de chef-graveur van de Koninklijke
Munt, Wyon, vervaardigd was. De
tekenaar Flenry Corbould maakte
naar dit model de tekening, die ge.
graveerd werd door Charles en
Frederic Heath en de zegels wer
den gedrukt door de fa. Perkins,
Bacon en Pctch.
Het Engelse voorbeeld werd
spoedig in de andere landen nage
volgd, Er waren echter ook landen,
die op hun zegels het portret van
Als je de hele dag op de been
bent geweest, is het dan niet
heerlijk, om ]e moede voeten
eens neer te vlijen met zo'n paar
zachte slofjes eraan, en waarmee
Ie niet beng hoeft te zijn. de, Ie tekent U hmt bovenstuk,e De
het meubilelr beschadigt, als Ie 'ooi knipt U na van stev,ge slot
Ie onderdanen ook eens op stoel voor de onderkant en een zacht
ol bank laat rusten? Bij onze 'W voor de binnenkant, ls de
vscantle bagage mogen ze zeker stol er: dun, da i legt U er nog
niet ontbreken. "I twee lap/es tussen. U
stikt die zolen een paar maal tn
U maakt se in een wip. Zet /engte op elkaar door.
Uw voet cp een krant en trek Het bovenstuk je maakt U van
er een potloodlijn omheen. U zachte stof. desgewenst met een
knipt deze zool uit, waarbij U voerinkje. De aangegeven maten
l c.M. van cf lijn afblijft. Dan gijn in cm fcor/e fcanf om.
boordt U met een reep schuin-
genomen stof. Dan rijgt U hel
jp de zool, waarbij U aan de
neus vier kleine plooitjes legt
Nu omboorden we de hete zool.
waarbij we dus gelijk het boven-
stukje mee bevestigen.
- - -i - Zet er een elastiekje aan als
op ds tekening en U kunt Uw
stofjes niet verliezen.
ELLA BEZEM ER
I 'Zi LENGTE
ZOOI- - -7*1
hun vorst of vorstin niet konden
afbeelden om de eenvoudige reden,
dat zij geen souverein bezaten. Dit
was bv. het geval met de landen
van het Zwitserse Eedgenootschap,
waarvan het.kanton Ztlrich het En
gelse voorbeeld in 1843 volgde met
Je uitgave van 2 zegels, de 4 en
de 6 rappen, in cijfertekening. Ook
het kanton Genève was er vroeg bij
en liet in hetzelfde jaar een zegel
van 5 centimes het licht zien. ech
ter ln wapentekening.
Er waren dus een drietal „stan
daard-typen", het staatshoofd
het cijfer en het wapentype.
In verband hiermede is het wel
aardig, eens beknopt na te gaan
hoe wij in dit opzicht hier te lande
gevaren zijn na het afkondigen van
het K.B. van 12 November 1851,
waarmede de. „dag der invoering
van het gebruik van postzegels" op
1 Januari 1852, dus 12 jaar na de
proefneming in Engeland, bepaald
werd.
De correspondentie, in 1851 ge
voerd tussen de minister van Fi
nanciën en de voorzitter van het
Muntcollege, bewijst ons, dat men
hier dacht aan de invoering van
zegels van het eerstgenoemde stan
daard-type, want aan de Koning
werd het volgende verzoek gedaan:
„Vermits de postzegels in som
mige opzigten de plaats eener
munt vervangen, heeft men op
het voetspoor van Engeland in
bijna alle landen het borstbeeld
van den souverein. of in republie
ken, zooals in Amerika en in
Ffankrjjk, een andere beeltenis,
tot type gekozen. Het zy my ge
oorloofd, mitsdien Uwer Majes-
teits vergunning te vragen, om
ook hier te Lande Hoogstderzel-
ver beeltenis op de bedoelde ze
gels te mogen plaatsen."
En zo geschiedde het, dat de
heer J. W. Kaiser, die in latere ja
ren directeur van het Rijksmuseum
te Amsterdam werd, do eer te beurt
viel een uitstekende gelijkenis van
Koning Willem lil te maken naar
een boetseerse! van de bekende
kunstenaar N. Pieneman. welke
gelijkenis prijkte op de eerste Ne
derlandse postzegels van 5, 10 en
15 ets, die, voorzien van posthoorn
watermerk, van 1852 tot 1864 in
koers zyn geweest, toen een ander
type. eveneens met het portret van
de Koning, zijn intrede deed.
D. E. J. MULDER.
systeem samen, waardoor werd be
reikt, dat schepen met preferente
ladingen voorrang werd gegeven.
Het spreekt vanzelf dat deze nieu-
we regeling, die de vrijheid der va
rensgasten zozeer aantastte, tegen
kanting ondervond. In de eerste
plaats meende men een e';m-
me Duitse maatregel te zien
aan de andere kant kwam er twij
fel bij, omdat er al zo vaak zonder
succes aan de sleepvaart was ge
dokterd. BH die pogingen had een
minderheid van sleepbooteigenaren
altijd de afspraken genegeerd en
geregeerd over de zwakkere broe
ders.
Een goede regeling
losgelaten
Maar het viel mee en een oude
illusie van 1935, de vorming van
een federatie van sleepbooteigena
ren, scheen verwezenlijkt te wor
den. Het werk- werd bovendien
ruimschoots beloond en de moor
dende concurrentie was uitgeban
nen. De hele oorlog heeft deze re
geling voldaan en ook nog na de
oorlog. Totdat de Overheid in het
voorjaar van 1947 besloot de rege
ling los te laten. Daarmede werd
het roer omgegooid en de telegraaf
op „volle kracht achteruit" gezet.
De slepers dreigden nu weer het
slachtoffer te worden van sleep-
agenten. die heel vaak beschikken
over eigen sleepboten en kroegen,
waarbij de wijsheid maar al te vaak
,,in de kan" verdwijnt. Vrijlating
van de sleepvaartrcgeling beteken
de een keldering Van de sleeplonen,
een daling van de gage voor kapi
tein en bemanning. Het gevolg is
dan ook, dat vele varensgasten node
rond kunnen komen. Zij hebben
twee huishoudingen te bekostigen:
dat van vrouw en kroost aan de
wal en dat van zichzelf aan boord.
Van 's ochtends 8 tot 's avonds 8
varen zij en al is er wel eens
rust en zitten ze op de reling de
dag is lang en het werk zwaar en
inspannend. En dat voor 41 harde
guldens per week. Dat is geen
weelde, als je twee menages moet
onderhouden. Velen zijn dan ook
weer aan de wal gekropen, de an
deren zijn blijven varen, omdat het
avontuur de varensgasten lokt.
Maar stabiel is de toestand lang
niet.
Opheffing van de Sleep regeling
heeft meer gevolgen: zodra de
sleepdienst niet meer afhankelijk is
van de contröle, zal alleen daar
worden gevaren, waar veel te ver
dienen schynt. Dit leidt tot opeen
hoping van tractie, terwijl op an
dere trajecten de z.g.n. „spreiding"
in gevaar komt. Urgentiesystemen,
vaststelling sleepcontracten gaan
verloren en de vervoerseconoiie
zal leemten vertonen. Kortom men
krijgt weer de „wilde" vaart, de
moordende concurrentie en vernieti
ging van het huidige sociale levens
peil van de varensgast.
Ook vrachtschippers
Op de Rijn heeft een dergelijke
situatie al tot botsingen geleid, die
catastrophaal dreigen te worden;
doordat men in onderlinge verdeeld
heid ten gronde dreigt te gaan.
Duitsland, eens het machtige ge
bied voor de schipper heeft
practisch geen werk en het blijft
afwachten of de Rijnvaartcommis-
sie Rotterdam en Antwerpen als
transitohavens zal aanwijzen. De
animo is echter groot, zodat er wel
tractie voorhanden is.
Nu zijn er twee groepen die op
de Rijn naar werk dingen: de grote
rederijen met haar machtige vlo
ten en de particuliere schippers,
het grootst in aantal. Deze vormden
de algemene reserve op de Rijn,
maar altijd was er werk te over. zo
dat iedereen aan de vracht en de
kost kwam. Maar na de laatste
oorlog werd Duitsland een dood
land, waar vooralsnog weinig van
daan komt. Dc rederijen doen alles
zelf en schuiven de particuliere ter
zijde. Deze laatsten verenigden zich
in de Particuliere Rijnvaartcentrale
die op haar beurt als machtig
lichaam weer tegen de reders op
bokste.
Eerst werd er nog wel getracht .-en
beurtlyst te maken, later door een
combinatie in het leven te roepen
de z.g.n. „ComrHn" maar schippers
zijn eigengereid en alle pogingen
liepen op mislukkingen uit.
Als twee honden
vechten om een been.M
Daaruit is een uiterst gespannen
verhouding ontstaan, die niet be
vorderlijk is voor de homogeniteit
van onze vloot, juist nu, op het
moment, dat de Rijnvaart op de
geallieerde tafel komt. Bovendien
i het vaak dat bH twee vechtende
honden de derde met het been gaat
strijken en er zyn Belgische. Franse
en Zwitserse kapers op de kust. Hoe
de situatie zich zal ontwikkelen,
staat nog niet te bezien, maar dat
de Overheid moet ingrijpen is een
ding dat voor ieder die land en
schip liefheeft, vaststaat.
Er zjfn nog heel wat problemen
op de vaart en heel wat degelijke
brood van velen ia er mee gemoeid.
En Nederland dient te beseffen, dat
haar 5000 k.m. bevaarbaar water
in staat ia ruim 20 millioen ton te
verschepen.
Over het algemeen is er nog te
kort aan sleepkracht, daar er van
de ruim 2200 sleepboten een groot
deel ca. 1000 in de wilde vaart zit
ten, ongeveer 500 jaarlijks in repa
ratie zijn. Coördinatie ls nodig. te
meer daar de brandstof nog schraal
wordt toegemeten en de concur*
rentie van rail- en wegvervoer ge
vaarlijk is en onze schipperstand
dreigt uit te roeien. De telegraaf op
het Departement moet weer „op
volle kracht vooruit" en er is geen
schipper in ons waterland, die dan
niet graag zal willen aanpakken.