De Voetbalclub
lerjaardiijpaÉaiitjc
Leerschool der vacantie
DE JEUGD KOERIER
Trage darmwerking
bij kinderen
Krijgi baby te veel of te weinig?
In een mgner vorige stukjes over
Obstipatie heb ik blikbaar de indruk
gewekt, dat ik ondervoeding als de
voornaamste oorzaak van obstipatie
bfl de zuigeling beschouw. Hiervoor
werd ik terecht gekapitteld door een
collega, kinderarts uit het Zuiden. Zo
was het ook niet bedoeld. Soms, als
de voeding werkelgk te krap is en
het gewicht dit ook aantoont, kan de
ontlasting vertraagd worden. Aan de
andere kant echter zien we by vol
komen gezonde borstkinderen vaak,
dat de grote luier slechts twee- soms
zelfs slechts eenmaal per week komt
Noch in het e ste, noch in het laat
ste geval behoeft men maatregelen
te nemen als zeeppennetjes of laxe
rende oliën.
In elk dezez' gevallen is het echter
aan de dokter om te beoordelen met
welk soort obstipatie men te. ma
ken heeft en óf en zo ja welke, maar
regelen er genomen moeten worden.
En nu nog wat over de grotere
kinderen, die ook vaak klachten
over obstipatie hebben, zonder dat er
verdere ziekteverschy^elen van ern
stige aard opdeden. Dit geldt voor
namelijk de groep van nerveuze, over
matig angstige kinderen. Té grote
onrust, geen tftd om kalm even te
blftven zitten, Is vaak een belang-
rgke factor. Verder treden er btf de
ze kinderen veelal kramptoestanden
van de darmen op, die daardoor in
hun normale beweging gestoord wor
den. Alleen veel rust, regelmatig le
ven en zoveel mogelgk bestreden van
de Vlerangsten kunnen in deze ge-
Medische brief
vallen tot resultaat lelden. Ook hier
is de gewenning aan laxantia uit de
boze. Het geldt hier, de ontwikke
ling van het jonge kind zo te be
invloeden, dat h 1 zich later zo goed
mogelijk door het leven kan slaan.
Dit bereikt men niet door aan elk
symptoom geïsoleerd aandacht te
schenken en het op zichzelf te behan
delen, maar slechts door het kind in
zijn totaliteit te zien en de psychi
sche factoren op hun volle waarde
te schatten. Vaak zegt een moeder:
„Dat heeft het kind van mij of van
zijn vader" en meent daarmee de ver
klaring gevonden te hebben en ver
der van de verantwoordelijkheid af te
zijn. Nog steeds echter is niet pre
cies vastgesteld hoeveel van deze
neurotische factoren inderdaad ge-
erfd zijn en hoeveel ervan dotfr Imi
tatie, door besmetting in geestelij
ke zin, tot stand zijn gekomen. Vele
psychiaters en psychologen, Adler
o.a., pleiten voor de laatste ziens
wijze en het is een feit, dat een kind
van nerveuze ouders in een rustig,
evenwichtig gezin zich vaak veel harl
monischer gaat ontwikkelen dan bij
de nerveuze ouders het geval zou
zijn geweest.
Wat en hoe.
Wat het kind te eten krijgt speelt
vaak een kleinere rol dan hoe het
te eten krijgt. In een onrustige om
geving met mensen die af en aan
lopen onder het eten of erger, die
luidkeels van hun meningsverschillen
blijk geven, zal er van een goede
spijsvertering evenmin iets terecht
komen als onder de ogen van een
overbezorgde moeder, die elk hapje,
dat naar binnen gaat, met voldoening
ziet verdwijnen en elk hapje, dat
overblijft, beweent als ware het een
grote ramp.
Evenwichtige, harmon' ohe mensen
om het jonge kind! Het is gemakke
lijker gezegd dan gedaan in deze
moeilijke jaren. En toch, het zal de
enige weg blijken naar een meer har
monische wereld op den duur.
Kan men zijn kinderen geen har
monische entourage in eigen huis
verschaffen, dan diene men egoïsti
sche overwegingen op zij te zetten en
het kind in een goed internaat of
in een geschikt vreemd gezin onder
te brengen. Goede internaten zo-
INVLOED DER JEUGDBE
WEGING OP HET SCHOOL
LEVEN IS LANGZAMER
HAND MERKBAAR
GEWORDEN
Kamperende klassen...
U heeft ze deze mooie zomer wel
gezien: de kamperende klassen, de
scholen in jeugdherbergen, de school-
groepen op r*is, tot over de gren
zen, scholieren e-i docenten tezamen.
En ze maakten niet do indruk hun
reis en de natuur in da eerste plaats
te beschouwen als nuttige, schoolse
leerstof, zoals onze voorouders de
den, die, met hun spruiten op de
wandeling, geen koe konden voorbij
gaan zonder de gehele zuivelindus
trie te berde te brengen, geen tarwe
zagen groeien of tot en met de in
blokjes gesneden boterham moest al
les worden geleraard. Nee, het mo
derne reizen en trekken van de klas
sen en scholen is voor het schoolle
ven van geheel andere waarde.
Op reis, in het kamp, in de jeugd
herberg, ontstaat de goede verstand
houding, de vertrouwelijke omgang
als in Engeland de boarding-school en
de colleges zijn er in ons land
nog veel te weinig. Toch geven die
veel, dat het eigen gezin nooit geven
kan, maar hiermede zijn we beland
op het terrein der paedagogie en ver
van ons uitgangspunt afgedwaald.
S. Joles, arts.
en het wederzijdse begrip, die van zo
onschatbare waarde blijken voor het
dagelijkse schoolleven.
Ieder, die een dergelijke voortzet
ting van het schoolverband tijdens de
vrije zomerweken heeft meegemaakt
weet uit ervaring hoe belangrijk het
is, juist ook voor het leren en de
lessen, dat een klas tot de hechtere
groep is geworden, die zo dikwijls
het gevolg is van een zomerkamp,
een trektocht, een reis naar het bui
ten!:* -
Ongegronde vrees
En evenzeer geldt dit voor de om
gang tussen onderwijzer of leraar en
leerlingen. De oude vrees, dat ont
zag en respect zouden verdwijnen en
daarmee het gezag, indien men be
halve docent ook jeugdleider zou zijn
en mee zou doen met het leven van
de klas buiten in kamp en jeugd
herberg, die vrees is, als zovele vre
zen, zonder grond gebleken. De gun
stige verandering, die zich in de af
gelopen 25 jaar heeft voltrokken, in
de geest en de sfeer op zc menige
school dankt men niet in de laat
ste plaats aan de persoonlijke om
gang en het contact tussen docenten
en kinderen, waartoe juist een week
of een tiental dagen in de vacantie
samen doorgebracht .zoveel bijdraagt
Een feit is, dat de invloed van de
jeugdbeweging op het schoolleven
langzamerhand merkbaar Is gewor
den. Het zgn. derde millleu kent al
lerlei levensvormen, die ook op
school in gebruik zyn geraakt Er la
niet meer die scherpe grens tussen
beide, welke 15 of 20 jaar geleden
viel op te merken. Uiteraard zal elk
zijn eigen leven leiden, maar de
jeugdbeweging heeft ongetwijfeld een
goede invloed gehad op de school
voor zover die meer is dan lessen le
ren en kennis opdoen.
Ja, het besef dat de school meer
is. zou het niet ontwaakt zijn in hen,
die als leden van jeugdgroepen, ais
jeugdleiders, hun beroep van docent
niet uitsluitend konden opvatten in
de oude zin? Zij vooral zullen begre
pen hebben dat, wanneer men werkt
met een groep kinderen, dat werk
betei van de hand (en het hoofd!)
gaat naarmate men meer dan alleen
ten aanzien van dat werk op elkaar
is ingesteld, met elkaar is omge
gaan en van de kla^e of de groep
een kleine eenheid heeft kunnen ma
ken. Daartoe is de vacantie zo ge
schikt. En daarom, lezer, is de ge
dachte dat er tijdens de vacantie van
schoolleven geen sprake zou zijn, on
juist Er wordt menigmaal in die
tijd de grondslag gelegd waarop
straks het leren en kennis vergaren
des te beter zal kunnen plaats vin
den.
Dr. J. C. "randt Cnrttius
Hallojongens en meisjes!
Reeds lang bestond het plan in deze krant jullie een eigen
hoekje te geven. Maar zoals julli^ wel bekend zal zijn, is er in
ons land een geweldig tekort aan papier, waardoor de kranten
slechts in klein formaat kunnen verschijnen en zij met gebrek
aan ruimte te kampen hebben.
Maar voor deze krant is eindelijk een oplossing gevonden en
in het vervolg zullen Jullie iedere Zaterdag jullie eigen hoekje
vinden. En zoals jullie ziet, heet
dit hoekje „De Jeugd Koerier'.
Jullie kunt allen meedoen aan het oplossen van de prijsraad
sels, die geregeld in „De Jeugd Koerier" opgenomen zullen wor
den. Onder de goede oplossers en oplosters zullen mooie boe
ken verloot worden!
Ook kunnen jullie mij vragen stellen en vertellen, wat jullie
graag in „De Jeugd Koerier" opgenomen wilt hebben. Ik beloof
jullie, dat al jullie briefjes in „De Jeugd Koerier" beantwoord
zullen worden. Maar denk eromaltijd op de adreszijde van jullie
briefjes schrijven „De Jeugd Koerier".
O, ja en dan nog iets. Zijn er onder jullie ook jongens en
meisjes, die postzegels verzamelen? Ik heb er enige en zal die
verdelen onder hen, die ze graag willen hebben. Schrijf me dus
maar.
Nu, dag allemaal! Tot de volgende week. Oom Wim
.J
Het wegennet in ons land wordt ook terdege enae. Landen genomen. Hier
ziet men een enorme teersproeimachine, welke de kokende teer over het
wegdek doet vloeien. De bedienende persoon achter op de machine staande
is gekleed in een speciaal pak, terwijl zün hoefd geheel bedekt is. Achter
deze machine komt de zg. basalt-ver deelwagen, die het basalt gelijkmatig
over het wegdek verspreidt. In een dag kan met deze installatie 18000 m2
worden afgewerkt.
Yan een rups, die ioneel
speelt en nog iets
Wat doen jullie op de vrge Woens
dag- en Zaterdagmiddag? Met mooi
weer natuurlijk niet binnen blijven.
Ik weet iets! Doe net als ik en wordt
ontdekkingsreiziger. Kom, ga mee
avonturen beleven. Ik zal jullie gids
zijn.
Wat voor deze reis nodig is? Niets
anders dan een schepnet, een flinke
trommel of doos en een jampotje
of leeg vleesblikje. En kom nu mee.
ook jullie, die niets voor wandelen
en trekken voelt, die liever met el
kaar vecht.*Nicmand blijve achter!
We gaan vandaag nr.ar een sloot
je, een doodgewoon helder slootje,
zoals iedereen wel weet te vinden. Er
staan wat wilgen langs en kijk, een
paar takken zijn geheel kaal. Weet
je, dat wanneer je buiten aan een
gezonde boom wat verdorde of op
gerolde bladeren, of zoals hier enke
le kale twijgen vindt, de dader daar
van dan vast en zeker in de nabij
heid is? We snuffelen eens goed
rond in de naaste omgeving en al
spoedig ontdekken we wat. Hier is
het een rups, maar het lijkt wel of
deze een tnasker voor heeft. En wat
een kleuren! Heb je ooit mooiere
gezien
De kop, bruinrood omrand, steekt
tegen het heldere groen van het. li
chaam af, ze draagt een grijsblauw
roodgetekend nekschild en de rug
is prachtig blauw en donkerrood.
Even raken we haar aan en nu
„IK wou een voetbalclub oprich
ten", zei Jan tot Henk die bij hem
in de klas zat. „Heb jij zin om er in
te komen?"
Henk aarzelde. „Neen, liever niet,"
klonk het toen uit zijn mond.
Jan begreep er niets van. Hij wist
dat Henk van voetbal hield.
„Waarom niet?" vroeg hij ver
baasd.
„Over drie maanden is verhoging"
verhoogde Henk. „Ik wou graag al
les repeteren en dan heb ik &een *ifel
om te voetballen.
Jan haalde zijn schouders op. „Vré
selijk overdreven", sprak hij. „Ik vo$t
bal toch ook".
„Dat moet jij weten", antwoordde
Henk. „Maar ik zou liever nog wat
wachten. Na de overgang wil ik wel
meedoen."
Dit gesprek met Henk bracht Jan
aan het piekeren.
Hij stond er niet goed voor. Op zijn
laatste rapport waren verscheidene
onvoldoendes en de meester had ge
zegd, dat hij harder moest werken,
want dat het anders mis zou lopen.
Jan had zich daaraan niet gestoord,
was op dezelfde wijze doorgegaan.
Maar nu, door de weigering van
Henk, gaf hij zich eensklaps reken
schap van de gevolgen. Hg dacht
na.
Alles was nog niet verloren. Het
zou niet gemakkelijk zijn de onvol
doende binnen drie maanden op te
halen, maar als hij flink aanpakte
kon het misschien nog net. Hij vond
het wel vervelend om dat plan var.
de voetbalclub te laten varen, maar
blijven zitten leek hem ook geen
pretje.
Even twijfelde Jan nog. Toen had
komt het koddige: ze gaat grimassen
maken, trekt de lelijkste gezichten,
een echte boeman is-het. Maar daar
voor dient dan ook dit masker: hier
mee moet ze haar vijanden verja
gen. Onze opdringerigheid wekt de
verdere ontstemming van de rups.
Plotseling spuwt ze een druppel
vocht uit en laat uit haar beide staar
ten twee rode draden kronkelen, die
zg in spiralen op en neer beweegt.
Welke vogel zou dit monster dur
ven aangrijpen Kgk maar eens goed
naar de afbeelding. Maar wij, die we
ten dat hèt beestje geheel ongevaar
lijk is, nemen het voorzichtig van de
tak en laten het, met een paar wil
gentakjes als voer, in onze trommel
verdwijnen. Ock een stukje wilgen-
schors nemen wij van d?ze oude hol
le boom mee, want hierop zal de
rups, die nu al een vinger lang is na
een week of zo een cocon spinnen,
vermengd met afgeknaagde hout
deeltjes, een veilig huisje, dat niet
dan met moeite tegen de boomschors
is te onderscheiden en zo stevig, dat
je het onmogelijk met je vinger kunt
indrukken.
Is eenmaal haar tijd gekomen dan
zal z\j dit ijzerharde omhulsel verbre
ken en als tere Hermelijnvlinder
(Dicranura vinula* in koningsge
waad ons oog bekoren.
en hei schoolrapport
hij zijn besluit genomen: hg zou wer
ken.
Jan zette door. Wat hij zich had
voorgenomen wilde hij ten uitvoer
brengen.
„Kom elke avond maar bij mij Je
huiswerk maken", zei hij. „Wat Je
niet duidelijk is zal ik je uitleggen".
TWEE maanden verstreken.
Toen begonnen de repetities. Jan
voelde zich, ondanks zijn blokken, al
lesbehalve op zg'n gemak, doch het
viel gelukkig nogal mee. Ze werden
niet allemaal even mooi, maar de
meeste waren toch behoorlijk.
Hoe meer echter de tijd van de
verhoging naderde, hoe ongeruster
Jan werd. Zou hij het nog halen? Hij
vroeg Henk met een benauwd ge
zicht wat deze er van dacht.
„Ik weet het niet", antwoordde
Henk. „Je zult het moeten afwachten
In elk geval heb je de repetities goed
gemaakt.
Het was de dag van de verhoging.
De meester trok de la van zijn
lessenaar open, haalde er een sta
peltje rapporten uit en legde deze
yoor zich neer.
Het werd doodstil in de klas. De
jongens zaten erg in spanning. Voor
al Jan, die wel begreep dat als hij
Het viel hem evenwel niet mee. Hij
merkte al gauw dat hij erg ten ach
ter was geraakt. Er waren veel din
gen die hy niet begreep. Vooral met
zijn iiüL a k hau inj
Toen kreeg hg een Idee. Henk
woonde in dezelfde straat en was
een der besten van de klas. Die zou
hem kunnen helpen als hy wilde. Jan
besloot het hem te vragen.
Henk had daartegen geen be
zwaar.
nog verhoogd mocht worden, het op
het kantje af zou zyn.
„Kom jy maar eens hier, Henk".
Henk kwam naar voren. De on
derwijzer gaf hem zyn rapport.
„Verhoogd met zeer mooie cyfers".
sprak hy waarderend. „Myn com
pliment, Henk. s
Henk liep terug naar zyn plaats.
Anderen kwamen aan de beurt. De
meesten werden bevorderd; enkelen
bleven zitten, .'enslotte lag nog een
rapport op de lessenaar Dat moest
van Jan zgn, want hy had het zgn?
nog niet ontvangen.
Jan hield zgn adem in. Zyn hart
bonsde. Onrustig schoof hy in de
bank heen en weer.
„Hier heb ik een rapport waar
over ik zeer tevreden ben", begon
de onderwyzer. „De leerling heeft
d laatste maanden hard gewerkt;
alle onvoldoendes zyn verdwenen.
Kom maar hier, Jan".
In een wip was Jan voor de klas.
„Verhoogd", vervolgde de meester,
hem zijn rapport overhandigend. „Ga
zo door jongen. Ook voor jou mgn
welgemeende gelukwens."
Toen Jan even later met Henk op
straat stond bedankte hy hem har-
teiyk.
„Geen dank", weerde Henk af.
„Laten wy, nu het vacantie is, maar
gauw de voetbalclub oprichten. Nu
kun je op mg rekenen".
Hei
Jan werd vroeg wakker.
„Fgn, dacht hg. Ik ben vandaag
jarig. Nu komen er taartjes, limona
de en andere lekkere dingen. En ik
zal een cadeautje van vader en moe
der krggen. Misschien wel een bal,
of een hoepel, of een bromtol. Hy
had al zijn wensen netjes op zijn ver-
langiystje geschrevende bromtol
bovenaan.
Jan sprong uit bed, waste zich,
kleedde zich en liep vol verwachting
de trap af; vader en moeder waren
tl in de kamer. Zy feliciteerden hem
en gaven hm een plat pakje. Erg
dun; het leek wel een schrift of zo.
Wat kon het zyn? Een bromtol was
het in geen geval. Ook geen bal of
hoepel. Maar wat dan?
De jongen maakte het touwtje los
scheurde het papier er af en... Zyn
gezicht betrok. Een gewoon grys
boekje. Hij sloeg het open. Er stond
niet eens een plaatje of verhaaltje
in.
Hg begreep er niets van, teleurge
steld keek hy zgn ouders aan.
„Wat is dat?" vroeg hy bedrukt.
„Een spaarbankboekje", antwoord
de vader. „Daar staat een rijksdaal
der op. Die is voor jou".
Jan lachte als een boer die kies
pijn heeft. Een rgksdaa.der was veel
geld, maar hg had veel liever iets
anders gehad; iets, waar hg mee kon
spelen. En het liefst nog een brom-
tol.
„Had je liever een ander cadeau
gehad?" vroeg moeder.
i.J&". gaf hy aarzelend ten ant
woord. „Liever wel. Een bromtol had
ik heel erg leuk gevonden".
Vader glimlachte.
„Voor die ryksdaalder kun je een
prachtige bromtol kopen", zei hy.
„En dat mag je. Hy is helemaal van
jou".
Jans gezicht klaarde op.
„Maar" vervolgde vader „als je
wilt, mag je het geld ook op het
boekje laten staan en elke week voor
een deel van je zakgeld een spaar
bankzegel kopen. Als je dat geregeld
doet, heb je by je volgende verjaar
dag al weer meer geld op je boekje.
En dat is ook prettig".
Jan dacht na. Een beetje geiyk had
vader wel. Een bromtol was natuur-
ïyk fyn, maar die werd oud en ging
stuk en dan had hy er niets meer
aan. Maar een spaarbankboekje...
„Ik zal de ryksdaalder toch maar
op het boekje laten staan" zei hy
elndeiyk. „En dan elke week een
spaarzegel kopen. Ik vind het pret
tig. als ik ov i jaar ryk ben".
Prijsraadsel
Om te beginnen zal ik jul
lie twee raadsel* opgeven, die
niet zo erg moeiiyk zyn. Maai
ik zeg jullie nu al, dat ze la
ter moeliyker zullen worden:
Jullie kunt allen meedoen
Da oplossingen moeten voor
Woensdag a.s. gezonden wor
den naar „De Jeugd Koerrer
p.a. De Vrye Alkmaarder, Rid
derstraat hoek Oudegraeht.
Alkmaar. Onder de jongens r.
meisjes, waarvan ik een goede
oplossing ontvang zal ik een
mooi boek verloten. Hier vol
gen de raadsels:
1. Noem een vis, waarvan de
naam wter uit twee vissen
bestaat.
t. Ik bon 'n muziekinstrument
Neem ik myu pet af, da»
geef ik weer een heel andoi
geluid.
Ons lachhoekje
Nog niet slim genoeg
Op een warme voorjaarsdag ging
oom Henk uit wandelen. Het zonnetje
stak en oom, die zyn overjas te warm
vond, trok die uit en nam hem over
zijn adm. Maar weldra benauwde hem
ook dit en hy zag uit naar een ma
nier om in zgn colbertje door de
zonnige lanen te kunnen wandelen.
Daar kwam hg op een idee. By het
eerstvolgende hek, dat een weiland
van de weg afsloot, maakte oom
halt, hing zgn overjas aan de staan
der en schreef duidelgk op een kaar
tje, dat hy uit zgn zak haalde:
„PAS OP, RAAK DEZE JAS NIET
AAN, DE EIGENAAR IS EEN
BOKSKAMPIOEN
Het kaartje werd op het kledingstuk
geprikt en oom, gnuivend om zyn
heldere inval, ving zyn wandeling
aan, vroiyk zwaaiend met zyn stok.
Toen hy twee uur later op dezelfde
plek terugkwam, vond hy geen jas.
Wel het kaartje mt ondr zyn waar
schuwing de volgende potloodkrabbel
„Wel bedankt voor de mooie jas, Ik
ben kampioen hardloper en je bent
knap als je me inhaalt!"
„Dat is een verstandig besluit"
zei vader.
Toen liep moeder naar de kast,
haalde er een vierkant pakje uit en
gaf het aan Jan.
„Omdat je zo'n flinke jongen bent,
kryg je dit ook nog van ons" zei zy.
Vlug "maakte de jarige het pakje
open en... daar zag hy de mooiste
bromtol, die hy zioh denken kon.
Hy bedankte zyn ouders harteiyk
voor dit moqje geschenk; voordat hy
er mee ging spelen, borg hy het
spaarbankboekje netjes in de kast.
Nu is Jan weer bijna jarig.
Hy heeft de raad van zyn vader
opgevolgd en elke week een spaar
zegel gekocht. Het bedrag op zyn
boekje is nu verdubbeld. Jan voelt
zich ryk. By nader inzien is hy toch
maar wat biy met zijn «maarbank-
boekje.