Het Dreylus-drama in het middelpunt der belangstelling tyiinmy, Bachmi als voetballer Ik kan...goud maken! Het hondje Vijftig jaar geleden: Hel eerste bedrijf van het Dryfus- dthrua speelt zich achter gesloten gor dijnen af. Aified Dreyfus. de eerste Joodse officier bij de Franse Generale Staf wordt beschuldigd van het verkopen van leger geheimen aan de Duitse mili taire attaché. Het ..gerechtelijk on derzoek"* wordt met de grootste ge heimzinnigheid gevoerd. De hoofdrol vertolkers in dit sinistere drama zijn Majoor Esterhazy, een man van duis tere origine, die graag doorgaat voor een afstammeling van het bekende Hongaarse vorstengslacht, en zijn col lega, Majoor Henry. De handschriftex port Bertillon doet een duit in 't zak je door het handschrift op een aan de attaché gericht briefj^ als dat van Dreyfus te identificeren, hoewel een kind het verschil kan zien. Mevrouw Dreyfus, dodelijk ongerust, wordt aan geraden zich maar muisstil te houden om de zaak voor haar man nog maar niet te verergeren. Er volgt een proces, dat die naam ternauwernood verdient. De ongeluk kige majoor wordt op theatrale wijze gedegradeerd en onder voortdurend geroep „Ik ben onschuldig** langs het carré der opgestelde troepen gevoerd. Zijn kreten worden overstemd door de scheldwoorden van een publiek, dat ondubbelzinnig blijk geeft van een hef tig antisemitisme. Maar Dreyfus is nog niet diep genoeg vernederd. Men had er een wetswijziging voor over om hem, inplaats van levenslange ves tingstraf, tot de strafkolonie Cayenne tc veroordelen. Zijn vrouw mag hem niet. als gebruikelijk vergezellen. Op het sindsdien berucht geworden Dut ▼ciseiland wordt hij onder strenge bewaking gehuisvest. De duistere machten hebben geze gevierd. Dreyfus zal vergeten wor den en ellendig sterven. PICQUART KOMT OP OP 1 JULI 1895 krijgt de Franse Inlichtingendienst een nieuwe chef; ;de Luitenant-Kolonel Georges Picquart, WOENSDAG 15 OCTOBER 1947 Hilversum I 391 meter Nieuws om 7. R, 15. 18, -• en 23 uur VARA 7.30 en 8.15 Gram. 8.50 Voor de huisvrouw 0 00 Werken van Brahms VPRO 10 00 Morgenwijding VARA 10.20 Kook praatje 10.45 Voordracht 11.00 Populair non-stop 12.00 Malando speelt 15L38 Jo- han Jong 13.20 The Ramblers 14.00 Van vrouw tot vrouw 14.15 Jeugdconcert 15.00 en 16.15 Voor de jeugd 15.45 De Regenboog 17.15 Gram. 17.35 Accordeonorkest Jan Vogel 18 30 Ned Strijdkrachten 19 00 Het beginselprogramma van de Partij van de Arbeid 19.15 Kwartet Jan Corduwener VPRO 19.30 Ons leven cn ons geloof 19.45 Le zen in de Bijbel - VARA 20.15 Uw favorieten 21.00 Schuldig of on schuldig? 21.05 „Een tak kerse bloesems". hoorspel 22.00 Opera- en opcrctteprogranima 2245 Van boek tot boek. liilvrnum II 415 meter Nieuws om 7. 8, 12, 19. 29 en 22.39 uur NC RV 7.45 Een woord voor de dag 0.00 Op ziekenbezoek 10 00 Kamer muziek 10.30 Morgendienst li.**) Piano-vierhandig 11.30 Con tinental quintet 12.15 Mariniers kapel 1315 Mandolinata f4.00 Zancrecitai 14.30 Slavisch orkest programma 15.30 De vijf Zapaka- ra's 16.00 Poslzegelpraatje 16.15 Zingende jeugd 16.45 Voor de jeugd 18.00 Nederlands kamerkoor 20.15 Grote levensvragen 21.30 Radio Philliarmonisch orkest 22.45 Avondoverdenking 23.00 Sweclinck kwartet Vijftig jaar geleden werd de affaire-Dreyfvs aan het rollen gebracht. Niet door Emile Zola, die in zün vlammende beschuldiging „J'acsuse" het wereldgeweten wakker schudde, geschiedde dit. Groter opofferingen, dieper vernederingen getroostte zieh *n ander die na vrijwel vergeten Is: de overste van de Generale Staf, later Minister van Oorlog: GEORGES PICQUART. een officier die kennelijk bestemd is voor een schitterende carriëre maar daarenboven eigenschappen blijkt te bezitten, toen ver beneden pari bij de Franse Generale Staf. Al het door spionnen van de in lichtingendienst verzamelde materi aal krijgt Picquart in handen. Op ze kere dag bevindt zich daaronder een aantal papiersnippers. Moeizaam sa mengevoegd vormen ze een kladje: een briefje van de Duitse attaché, dat onmiskenbaar wijst op de aanwezig heid van een verrader bij de Franse Generale Staf. „Een tweede Dreyfus", is Picquart's eerste gedachte. Maar verdere bestu dering maakt hem nog meer ongerust langzaam vat bü hem de gedachte post dat Dreyfus ten onrechte is ver oordecld, en voor een ander boet. Die gedachte laat hem geen rust; hij gaat te rade met zijn superieuren, maar die zijn niet enthousiast. Hij zal beter doen, de zaak te laten rusten, wordt hem koeltjes onder 't oog ge bracht: de zaak verder op te rakelen schaadt het prestige van de Armee. Picquart Is geen streber, vdor alles bedacht op z'n carriëre; andere zou hij de wenk hebben opgevolgd. Maar in deze man is iets van de kruisrid der overgebleven, de eer van de krijgsman is hem meer dan een frase Hij verkeert in schrikkelijke gewe tensnood. Als soldaat is hij zijn supe rieuren gehoorzaamheid verschuldigd Het Leger heeft zijn liefde, hij eert z'n tradities; ook hij huivert bij de ge dachte aan een schandaal. Hij is ge bonden door duizend vooroordelen, het vooruitzicht van 'n glanzende carrië re, die gebroken zou kunnen worden. Luid is de loftrompet gestoken over Zola, die dwars tegen de publieke opi nie in, recht voor Dreyfus durfde vragen. Maar oneindig veel groter is het offer, door de officier Picquart gebracht, die de stem van zijn gewe ten volgde. OVERGEPLAATST Picquart geeft blijk, dat hij het on derzoek wil voortzetten. Maar bij de Staf weet meen met zulke recalcitran te officieren wel raad. Hij wordt over geplaatst naar Afrika. De cómmande- rende generaal krijgt een seintje, hem op een gevaarlijke post te plaatsen. Maar deze had hoogachting opgevat voor de ridderlijke stafofficier en wei gerde ronduit hem op een levensge vaarlijke expeditie te zenden. Maar met de overplaatsing van Picquart schijnt de Dreyfus-zaak nu toch wel afgedaan. De ..Matin" over moedig, toont in een blikbaar geïn spireerd artikel van de hand van Handschrift-voorbeelden aan, dat Drey fus de schrijver van het gewraakte briefje is. Wie er nog aan twijfelt, wordt een schurk en een landverrader genoemd. Maar dit artikel werkt als een b merang. Dreyfus* broeder begint een energieke actie voor rechtsherstel. Maar wat meer zegt: een bankier ont dekt grote overeenstemming tussen 't handschrift op het briefje en dat van een zijner cliënten: Majoor Esterhazy Ook Picquart zit niet stil en weet de eerlijke senator Scheurer-Kestner. die reeds lang vermoedt dat hier een lelijk zaakje aan de gang is op de hoogté te stellen van zijn opinie: niet Dreyfus maar Esterhazy is de verra der. Een lawine van smaad en woede wordt door de Regeringspers over de „Dreyfusards" uitgestort. De „Figaro" gaat zover, in antwoord, Esterhazy openlijk te beschuldigen. Die officier, met de moed der wanhoop vraagt een onderzoek bij de krijgsraad. En hij heeft machtige vrienden. Hij wordt vrijgesproken. Ook Pocquart is uit Afrika terug geroepen. Hij moet voor Esterhazy's onschuld getuigen. Hij weigert. Dan wordt hij zelf beklaagde. Hij zou of ficiële documenten aan derden ter in zage hebben verstrekt Twee maan den streng arrest Het blijft er niet bij Hij, de onberispelijke, knappe officier, wordt uit het leger gestoten, ontkomt ternauwernood aan degradatie, wordt opnieuw gearresteerd en gedurende 'n jaar eenzaam opgesloten. Inderdaad: een tweede Dreyfus. En inmiddels liepen Esterhazy en zijn helper Hen ry rond met de neus in de wind. ZOLA BESCHULDIGT Een kampioen was onschadelijk ge maakt maar nu treedt de volgende in de ring. Emile Zola neemt Picqart's taak over. HU wordt gesteund door de uitgever van een vrijwel onbekend blad „L'Aurore"; zijn naaga is Geor ges Clemenceau. Men daagt hem voor 't gerecht, pleegt een aanslag op zijn verdediger Hij en zijn medestanders staan bloot aan smaad, mishandeling, levensge vaar. Het antisemitisme beleeft hoog tijdagen. Een Gedeputeerde betoogt in een verkiezingsrede voering, d.st wie aan Dreyfus schuld twijfelt, stom en gemeen is; stom, omdat alle Joden ver raders zijn en gemeen, omdat hU aan de integriteit van de Generale Staf twii'el:. Hij werd herkozen Esterhazy's medeplichtige, Majoor Henry, krijgt het ondanks alles be nauwd. Hij zal een handje helpen, smokkelt een briefje in 't dossier, dat 30. „Meneer Trapman", schreeuwde de kapitein. „Dat overgehaalde zoon tje van U is een astrant ventje. Als het mijn zoontje was gaf ik fiem een klap om zijn oren". „En ik," gilde Jan, die verschrikkelijk verontwaardigd Vas over dat onverhoedse schot op zijn vriendje, „en ik laat mijn aap maar niet zo maar vermoorden." „Mijn aap," riep meneer Bof uit „Nee, maar nu wordt-ie helemaal goed. Jouw aap, nee mijn aap, aap van een jongen. En daar zal ik mee doen wat ik zelf wil. Al laat ik hem tot stokvis kloppen dan heb jij d'r nog niets mee te maken". Dreyfus' schuld overtuigend aantoont Ongelukkig is het zo onhandig ver valst, dat de ontmaskering van de da ders nu niet meer te keien valt Hen ry wordt gearresteerd, pleegt zelf moord in zijn cel. Esterhazy onttrekt zich door de vlucht aan de greep der gerechtigheid. Wie zou menen dat nu en Picquart en Dreyfus terstond in ere werden hersteld, vergist zich. Het duurde nog lang, eer de gevangenisdeuren zich voor de wakkere verdediger van Dreyfus opende, nog langer, eer deze zo diep gekrenkte man in ere werd hersteld en met het Legioen van Eer begiftigd. Masr tenslotte krijgt Pi cquart de generaalsrang en Clemen ceau, de „Tijger" zorgt voor de Iro nische noot, door hem in z'n eerste kabinet tot minister van oorlog te be noemen. Maar deze ridderlijke Franse offi cier had recht op meer dan militaire en politieke onderscheidingen. Op zU'n eenzame post voerde hij de strijd te gen machtswellust en rassenwaan, 'n strijd die op heden nog onverzwakt voortgaat en waarin deze ridder zon der vrees* of blaam een der kampi oenen was. Een verhaal van illusies, eindeloze experimenten en zwendel „Ik kan goud maken".... Hoevele keren door alle eeuwen heen zijn de ze woorden al niet gesproken, en.... hoevele keren hebben zU al geloof gevonden. Toch werden zU meestal door zwendelaars geuit, die er niet in slaagden goud te maken, maar wel om er met hun zakken vol goud tus sen uit te knijpen en er op hun ma nier toch in slaagden goud te „ma ken". Een twintigtal jaren geleden ver scheen er op het kantoor der direc tie van een grote handelsfirma te Londen een man, die vertelde, dat hU een methode had ontdekt, waarmede hy iedere gewenste hoeveelheid goud kon maken tegen een minieme kos ten. Hy wist de overigens slim me zakenlieden zo zeer te impo neren, dat zU besloten zijn experi menten te financieren. Er werd een laboratorium voor hem ingericht in Leman Street Whitechapel, terwijl men hem twintigduizend gouden sou- vereigns ter beschikking stelde, be nevens de nodige chemicaliën. Op twee punten was de goudmaker onverbiddelijk: hij moest alleen zijn terwijl hU werkte, en hU moest aan den lyve onderzocht worden iedere keer. dat hij* het laboratorium in- of uitging. Alles., behalve goml Weken lang arbeidde hij dagelijks in zijn werkplaats; toen kwam hU op een keer niet meer opdagen. Men forceerde de deur en stelde een on derzoek in. Alles was er nog behalve de goudmaker en het goud! Wat was ..GOUDMAKERS" VAN ONZE TIJD Velen veronderstellen, dat de illusie goud uit waardeloos ma teriaal te kunnen „maken" slechts gekoesterd is in lang vervlogen eeuwen, in de tyd toen de alchemisten als geheim zinnige magiërs verscholen za ten in hun donkere mysterieu ze kelders, waar zU de steen der- wijzen trachtten te vinden. Niets is minder waar. Ook in onze tyd bestaan de „goudma kers" nog en wat vreemder is, ook in onze tijd bestaan er nog mensen, die geloof hechten aan hun in dubbele betekenis „gou den" voorspiegelingen. er van de twintigduizend gouden sou- vereigns geworden? Er werd een ontzettend misbaar over deze zaak gemaakt en de ver miste man werd aangehouden, juist toen hy' op het punt stond Engaland te verlaten. De verdwijning van het goud zou nooit opgehelderd zijn als de oplichter niet zo handig was ge weest een voorstel te doen: hij zou vertelen waar de souvereigns geble ven waren, als men hem in ruil voor zijn bekentenis de vrijheid schonk. Men ging op dit voorstel in en nu ver telde hij, dat hij iedere keer, wan neer hij het laboratorium verliet, de wandelstok die hij droeg en die hol was, volgepropt had met de gouden muntstukken. Een ander geval was dat van dr. Emraens met zijn beroemde „kracht machine", waarmee hU, naar hy be weerde, in staat was zilver in goud te veranderen. Hij was evenwel slim genoeg om zijn product niet als zo danig te bestempelen, doch het „ar- gentaurum" noemde, lammens maakte geen geheim van zUn methode. HU gebruikte Mexicaanse zilveren dol lars die hij bij een ontzettende koude aan een hevige druk blootstelde, waarna er nog enige simpele bewer kingen nodig waren om het beoogde doel te bereiken. Hij verklaarde, dat hij een ons zilver in een half ons goud kon veranderen tegen de kosten van luttele shillings. Maandenlang leverde hij aanzienlijke hoeveelhe den argenaurum aan het United Sta tes Assay Office te New York City en de couranten over de gehele we reld stonden vol van zijn successen. De grote goudmijnen trokken zich evenwel van zijn experimenten niets aan, en evenmin daalden de aande len. Toen, na verloop van een jaar ongeveer vernam men niets meer van het geval. Niemand weet wat er van dr. Emmens geworden is, evenmin als van zijn krachtmachine, maar goud is er niet meer uit zUn laboratorium ge komen. Als de experimenten mis lukken.». Een nog grotere sensatie veroor zaakte de beweringen van een Pools scheikundige, professor Dunikowski, die eveneens beweerde een zeer goed kope manier te hebben ontdekt om goud te maken. Zyn geheim was ver vat in een geheimzinnig zwart kist je, waaruit wat hU noemde Z-stra- len kwamen. In het jaar 1913 vormde hU een maatschappU ln FrankrU'k om zijn uitvinding te exploiteren. Hij werd evenwel gearresteerd op be schuldiging van het feit, dat hU had beloofd zijn geheim bekend te maken, en het evenwel niet deed. Dunikowski verklaarde evenwel direct daartoe bereid te zijn. HU be weerde dat er slechts een zuiver ele ment bestond, namelijk zuurstof, en dat alle andere elementen uit zuurstof ontstonden, tengevolge van een langzame maar ononderbroken inwerking van aardstralen. Minerale zouten, zo beweerde hij, verkeerden in een toestand van verandering, die zich halverwege de oorspronkelijke zuurstof en het metaal, dat het moest worden, bevond. ZUn methode was nu dit veranderingsproces te bespoe digen en in een paar seconden mo gelijk te maken, waarvoor de natuur duizenden jaren nodig had. Hiertoe gebruikte hij zijn Z-stralen. HU ver klaarde waaruit deze bestonden en verzocht voor een commissie van ex perts het bewys te mogen leveren, dat hetgeen hij beweerde juist was. Na veel heen en weer gepraat werd besloten op dit voorstel in te gaan. 't Werd een zonderlinge seance. Terwijl Dunikowski temidden van zijn retor ten-buizen aan het werk was, werd hij nauwlettendop de vingers ge keken door de weledelgestrenge he ren. die zich in hun toga's en gedekt door hun baretten om hem heen ver drongen. Een filmtoestel registreerde alles wat hij deed. En toen, juist ter wijl hij aan het tweede deel van zyn experiment bezig was, vond er een ongeluk plaats. Met een "luide knal en een schitterende vlam sprong een van zyn Z-stralenbuisjes kapot. Tot in de grijze oudheid Dunikowski werd aan het gezicht gewond en het experiment moest worden uitgesteld. Bij zijn tweede poging had hU evenmin succes en hU werd nu, wegens poging tot op lichting tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld. Toch moet betwijfeld worden of Dunikowski werkelijk een oplichter is geweest. Zeer waarschyn lyk heeft hij zelf wel aan zijn uit vinding geloofd In de loop der eeuwen zUn er echter duizenden van dergelijke Du nikowski'* geweest, die allen e**- hoopt, geleden en gestreden h«Loca voor hetgeen zij als vaststaand feit beschouwden, terwijl anderen er hen om uitlachten. In een museum te Leiden kan men zelfs heden ten dage nog documenten zien, die bewijzen dat men zich reeds lang voor het begin onzer jaartelling bezig hield met pogingen om goud te maken. Het zijn stukken perkament, die men in een graftombe te Thebe gevonden heeft en waarop recepten voorkomen om verschillende goed kope metalen in goud te veranderen. Sindsdien heeft deze droom naar rijkdom en macht de mensheid blijk baar niet meer losgelaten, hetgeen sommigen tot hun voordeel, anderen tot hun nadeel ondervonden hebben. Kabellegging Walcheren Noord-BevelanJ Er is een begin gemaakt met het leggen van een nieuwe electriciteits- kabel tussen Veere en Noord-Bevel ani in plaats van de door bommen bescha digde oude kabeL De nieuwe kabel heeft een lengte van 1500 meter en een capaciteit van 10.000 volt. Het gunstige gevolg van deze kabel legging is ,dat Noord-Beveland voort aan steeds spanning op het net heeft. Vroeger liet dit nog wel eens iets te wensen over. Engelse padvinders op Soestdijk Op uitnodiging van het prinselijk paar hebben de drie Engelse padvin- der-leiders, de Chief-Scout van Enge land Lord Rowallan, de commissaris voor het buitenland, Mr. Bincham en de zoon van de oprichter der padvin dersbeweging, Lord Peter Baden Po- well, vergezeld van generaal H. F. M. van Voorst tot Voorst, hoofdcommis saris der Ned. R.K. verkenners en de heer Roest van Limburg, hoofdcom missaris van de Nederlandse padvin ders-vereniging, zich Zondagmorgen naar het paleis Soestdyk begeven. Het gezelschap gebruikte er in de huise- lyke kring van het PrinselUk paar met de drie oudste prinsesjes de lunch en verliet het paleis ruim een uur later. H i vee stroomt door de poort, het vee. bestemd voor het abattoir. De slachter, wijdbeens bekijkt zUn slacht offers, bevoelt schouders, dijen en be rekent hoeveel vet en hoeveel been deren het geheel hem zal opleveren. Om hun nek dragen zU nummers Orti gissingen te voorkomen. Op hun h.. prijkt een ster. die hun soort •ar geeft. Waarom die ster? O, dat is opdr.: de slachters vlugger hun hart k u ren vinden. C'.bogen gaal de troep verder. Bij lec! e t-l-p slingeren de nummers heen en weer. Wanneer zy door de poort *:j. aarzelen se: een zoetige, onpas selijk makende geur van bloed slaat hen tegemoet. Maar toch: ze schuiven voort. Tussen hun gebonden handen dragen zy een bord. waar tn een vr crode taal opgeschreven staat: »Moel voorkomen". Waarom toch wordt men nog ge plaagd door herinneringen vlak voor het mee o( de bijl van de slachter placht Ik denk terug aan de divan en de kussens, waarop ik zo heerlUk kon liggen, waarop ik droomde van verre zeeën, van palmen, van bloemen en van vogels .Ik denk terug aan de gla zen, waaruit ik dronk, aan de borden waarvan ik at, aan de vork en aan het mes, waarmede ik vlees at Mijn tapijten thuis waren zo dik, dat men er geen voetstappen op hoor de. Ik dacht aan rayn boeken, waar in ik uren lang stil en gelukkig kon lezen, aan de radio, waaraan ik slechts had open te draaien om me fris te te horen, aan de kraan, die Ik slechts had op ente draaien ora me fris te kunnen wassen. Nu, nu heb ik een nummer om mUn hals en een ster op mijn hart. Ik bon een beest geworden. Zie. hoe ik cr uitzie; mijn voeten zijn poten gewor den, mijn gelaatstrekken stompzinnig, beestachtig. Wankelend stroomt het vee door de poort ZU hebben geen bedden gehad, geen borden, geen mes sen. Alleen vuile, magere stroohopen en hun in wie weet niet hoe lange tijd niet gewassen handen om te eten. Maar wie let d»ar nog op? Wat heeft nog belang Maar dan. plotseling loopt er een hondje tussen de benen van de men selijke wrakken. Laten we het Piet noemen, laten we 't een mensennaam geven, want het bezit het hart en de liefde van een mens. Zonder angst loopt het langs de stokken, de zwe pen en de geweren van de mannen in uniform. Het hondje is geen mens. Het kan dus ook niet tot beest ge maakt worden door de beulen met hun hakenkruis. Wanneer het zijn meester ziet, met een nummer om zUn nek en met een totaal veranderd gezicht bijt het hem niet speels in zyn kuiten. Het hondje Een uit het Tsjechisch vertaald verhaal van JIRI WEIL kijkt en is bedroefd, maar geen mo ment denkt het dat zijn meester een beest, een stuk slachtvee geworden Is. Het likt zUn meester en gaat voor zijn voeten liggen Het wil hem waarschu wen niet verder te gaan. want het ruikt bloed en hoort d« slagen van de bylen. JU. die zo machtig bent, denkt het. Jy ieders dag mUn etensbak ge vuld hebt, JU dis kamers kon ver warmen en verlichten. JU die de deur kon openen en Jij, die waar Je ook was, altijd weer de weg terug kon vinden. JU kunt toch maar niet zo je hoofd bieden aan de bUl van een slachter? Het hondje blaft en klaagt zachtjes, maar zijn meester ziet hem niet. Zijn meester is nog slechts een nummers en hij draagt een ster op zUn hart Hij is door de poort gegeaan en hij heeft voor niets of niemand meer oog Set kleine hondje denkt na, wat voor zon den het op zUn geweten heeft Misschien heb ik gaten in een kleedje gebeten? Misschien ben ik niet geko men, toen mUn meester nuj riep Maar anders %'ergaf de baas me toch altijd? ZUn meester is onder de poort door gegaan en Piet slipt achter hem aan. De baas wankelt hU i» het lopen ver leerd. Piet blaft; Zijn meester hoort het nog steeds niet. Ziet hU het ge vaar dan niet dat hij tegemoet loopt? Piet gaat voor hem lopen. Wat er ook gebeurd is, stuur me als je blieft niet weg, ik zal voor Je springen en je laten lachen om mUn gekke snuit ik zal een steen voor Je gaan zoeken en Je pootjes geven, maar stuur me toch niet wegl Dan ziet zijn meester hem voor de eerste keer. Ga naar huis Piet, roept hij uit Piet weet, dat er geen huis meer bestaat .Er zijn alleen nog verkoolde balken en zwartgeblakerde stenen. Piet luisterd niet. Hij gaat stil achter zijn meester lopen. Even later herin nert zijn meester zich weer dat hU er is. Hoor je me. Piet, je moet naar huis gaan! roept hij weer uit. Maar in zijn woorden schuilt een wanhoop, die het hart stil doet staan. Dan kan ik beter weggaan, denkt Piet, maar verlaten zal ik je nooit Dus blijft* hij hem op een afstand volgen. Zo komen ze samen bU de poort van het slachthuis. Het hondje ziet de slachters, die wUdbeens, hun slacht offers beschouwen. Hij ziet zijn mees ter wankelen, aarzelen. Dan besluit Piet: Ik ga toch met hem mee. Ik zal bU hem zijn, hem volgen al gaat hU ook tot vlak bij de mannen met de bijlen ende geweren .HU rent het abattoir binnen. Eén van d* slachters geeft hem een schop. HU valt onderstebo ven, staat weer op ziet hoe z'n meester achter een deur verdwijnt. Weer tracht hij voorbU de slachter te komen, maar weer krijgt hij een schop. Toch moet hij er voorbij, toch moet hU zijn meester smeken terug te keren. Als hy het nog eens vraagt zal zyn meester stellig mee terug gaan en hem weer iedere dag zijn etensbak geven. Nu gaat Piet mooi zitten voor da slachter Hij probeert hem pootjes t« geven. HU kijkt olyk Wil hij de slachter vermurwen hem door te laten om achter zyn baasje aan te hollen, zy'n baasje, dat zo maar wezenloos het gevaar tegemoet loopt? HU wil de handen van zUn meester 1'kkcn, hij wil zijn kop op zijn schou der leggen. Dan zal hij stellig mee te rug gaan! Er klinkt een schot .Het hondje zakt ineen. Het sterft zonder het te weten. Een bUl vliegt door de lucht Een mens zakt ineen. Ga naar huis. Piet, heeft hy juist nog gezegd. Hy wist reeds lang. dat hij ging ster ven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 2