Het Dreylus-drama in het middelpunt
der belangstelling
tyiinmy, Bachmi als voetballer
Ik kan...goud maken!
Het hondje
Vijftig jaar geleden:
Hel eerste bedrijf van het Dryfus-
dthrua speelt zich achter gesloten gor
dijnen af.
Aified Dreyfus. de eerste Joodse
officier bij de Franse Generale Staf
wordt beschuldigd van het verkopen
van leger geheimen aan de Duitse mili
taire attaché. Het ..gerechtelijk on
derzoek"* wordt met de grootste ge
heimzinnigheid gevoerd. De hoofdrol
vertolkers in dit sinistere drama zijn
Majoor Esterhazy, een man van duis
tere origine, die graag doorgaat voor
een afstammeling van het bekende
Hongaarse vorstengslacht, en zijn col
lega, Majoor Henry. De handschriftex
port Bertillon doet een duit in 't zak
je door het handschrift op een aan de
attaché gericht briefj^ als dat van
Dreyfus te identificeren, hoewel een
kind het verschil kan zien. Mevrouw
Dreyfus, dodelijk ongerust, wordt aan
geraden zich maar muisstil te houden
om de zaak voor haar man nog maar
niet te verergeren.
Er volgt een proces, dat die naam
ternauwernood verdient. De ongeluk
kige majoor wordt op theatrale wijze
gedegradeerd en onder voortdurend
geroep „Ik ben onschuldig** langs het
carré der opgestelde troepen gevoerd.
Zijn kreten worden overstemd door
de scheldwoorden van een publiek, dat
ondubbelzinnig blijk geeft van een hef
tig antisemitisme. Maar Dreyfus is
nog niet diep genoeg vernederd. Men
had er een wetswijziging voor over
om hem, inplaats van levenslange ves
tingstraf, tot de strafkolonie Cayenne
tc veroordelen. Zijn vrouw mag hem
niet. als gebruikelijk vergezellen. Op
het sindsdien berucht geworden Dut
▼ciseiland wordt hij onder strenge
bewaking gehuisvest.
De duistere machten hebben geze
gevierd. Dreyfus zal vergeten wor
den en ellendig sterven.
PICQUART KOMT OP
OP 1 JULI 1895 krijgt de Franse
Inlichtingendienst een nieuwe chef; ;de
Luitenant-Kolonel Georges Picquart,
WOENSDAG 15 OCTOBER 1947
Hilversum I 391 meter Nieuws
om 7. R, 15. 18, -• en 23 uur VARA
7.30 en 8.15 Gram. 8.50 Voor de
huisvrouw 0 00 Werken van Brahms
VPRO 10 00 Morgenwijding
VARA 10.20 Kook praatje 10.45
Voordracht 11.00 Populair non-stop
12.00 Malando speelt 15L38 Jo-
han Jong 13.20 The Ramblers
14.00 Van vrouw tot vrouw 14.15
Jeugdconcert 15.00 en 16.15 Voor de
jeugd 15.45 De Regenboog 17.15
Gram. 17.35 Accordeonorkest Jan
Vogel 18 30 Ned Strijdkrachten
19 00 Het beginselprogramma van de
Partij van de Arbeid 19.15 Kwartet
Jan Corduwener VPRO 19.30
Ons leven cn ons geloof 19.45 Le
zen in de Bijbel - VARA 20.15 Uw
favorieten 21.00 Schuldig of on
schuldig? 21.05 „Een tak kerse
bloesems". hoorspel 22.00 Opera-
en opcrctteprogranima 2245 Van
boek tot boek.
liilvrnum II 415 meter Nieuws
om 7. 8, 12, 19. 29 en 22.39 uur NC
RV 7.45 Een woord voor de dag
0.00 Op ziekenbezoek 10 00 Kamer
muziek 10.30 Morgendienst
li.**) Piano-vierhandig 11.30 Con
tinental quintet 12.15 Mariniers
kapel 1315 Mandolinata f4.00
Zancrecitai 14.30 Slavisch orkest
programma 15.30 De vijf Zapaka-
ra's 16.00 Poslzegelpraatje 16.15
Zingende jeugd 16.45 Voor de
jeugd 18.00 Nederlands kamerkoor
20.15 Grote levensvragen 21.30
Radio Philliarmonisch orkest 22.45
Avondoverdenking 23.00 Sweclinck
kwartet
Vijftig jaar geleden werd de
affaire-Dreyfvs aan het rollen
gebracht.
Niet door Emile Zola, die in
zün vlammende beschuldiging
„J'acsuse" het wereldgeweten
wakker schudde, geschiedde dit.
Groter opofferingen, dieper
vernederingen getroostte zieh *n
ander die na vrijwel vergeten
Is: de overste van de Generale
Staf, later Minister van Oorlog:
GEORGES PICQUART.
een officier die kennelijk bestemd is
voor een schitterende carriëre maar
daarenboven eigenschappen blijkt te
bezitten, toen ver beneden pari bij de
Franse Generale Staf.
Al het door spionnen van de in
lichtingendienst verzamelde materi
aal krijgt Picquart in handen. Op ze
kere dag bevindt zich daaronder een
aantal papiersnippers. Moeizaam sa
mengevoegd vormen ze een kladje:
een briefje van de Duitse attaché, dat
onmiskenbaar wijst op de aanwezig
heid van een verrader bij de Franse
Generale Staf.
„Een tweede Dreyfus", is Picquart's
eerste gedachte. Maar verdere bestu
dering maakt hem nog meer ongerust
langzaam vat bü hem de gedachte
post dat Dreyfus ten onrechte is ver
oordecld, en voor een ander boet.
Die gedachte laat hem geen rust;
hij gaat te rade met zijn superieuren,
maar die zijn niet enthousiast. Hij zal
beter doen, de zaak te laten rusten,
wordt hem koeltjes onder 't oog ge
bracht: de zaak verder op te rakelen
schaadt het prestige van de Armee.
Picquart Is geen streber, vdor alles
bedacht op z'n carriëre; andere zou
hij de wenk hebben opgevolgd. Maar
in deze man is iets van de kruisrid
der overgebleven, de eer van de
krijgsman is hem meer dan een frase
Hij verkeert in schrikkelijke gewe
tensnood. Als soldaat is hij zijn supe
rieuren gehoorzaamheid verschuldigd
Het Leger heeft zijn liefde, hij eert
z'n tradities; ook hij huivert bij de ge
dachte aan een schandaal. Hij is ge
bonden door duizend vooroordelen, het
vooruitzicht van 'n glanzende carrië
re, die gebroken zou kunnen worden.
Luid is de loftrompet gestoken over
Zola, die dwars tegen de publieke opi
nie in, recht voor Dreyfus durfde
vragen. Maar oneindig veel groter is
het offer, door de officier Picquart
gebracht, die de stem van zijn gewe
ten volgde.
OVERGEPLAATST
Picquart geeft blijk, dat hij het on
derzoek wil voortzetten. Maar bij de
Staf weet meen met zulke recalcitran
te officieren wel raad. Hij wordt over
geplaatst naar Afrika. De cómmande-
rende generaal krijgt een seintje, hem
op een gevaarlijke post te plaatsen.
Maar deze had hoogachting opgevat
voor de ridderlijke stafofficier en wei
gerde ronduit hem op een levensge
vaarlijke expeditie te zenden.
Maar met de overplaatsing van
Picquart schijnt de Dreyfus-zaak nu
toch wel afgedaan. De ..Matin" over
moedig, toont in een blikbaar geïn
spireerd artikel van de hand van
Handschrift-voorbeelden aan, dat Drey
fus de schrijver van het gewraakte
briefje is. Wie er nog aan twijfelt,
wordt een schurk en een landverrader
genoemd.
Maar dit artikel werkt als een b
merang. Dreyfus* broeder begint een
energieke actie voor rechtsherstel.
Maar wat meer zegt: een bankier ont
dekt grote overeenstemming tussen 't
handschrift op het briefje en dat van
een zijner cliënten: Majoor Esterhazy
Ook Picquart zit niet stil en weet
de eerlijke senator Scheurer-Kestner.
die reeds lang vermoedt dat hier een
lelijk zaakje aan de gang is op de
hoogté te stellen van zijn opinie: niet
Dreyfus maar Esterhazy is de verra
der.
Een lawine van smaad en woede
wordt door de Regeringspers over de
„Dreyfusards" uitgestort. De „Figaro"
gaat zover, in antwoord, Esterhazy
openlijk te beschuldigen. Die officier,
met de moed der wanhoop vraagt een
onderzoek bij de krijgsraad. En hij
heeft machtige vrienden. Hij wordt
vrijgesproken.
Ook Pocquart is uit Afrika terug
geroepen. Hij moet voor Esterhazy's
onschuld getuigen. Hij weigert. Dan
wordt hij zelf beklaagde. Hij zou of
ficiële documenten aan derden ter in
zage hebben verstrekt Twee maan
den streng arrest Het blijft er niet bij
Hij, de onberispelijke, knappe officier,
wordt uit het leger gestoten, ontkomt
ternauwernood aan degradatie, wordt
opnieuw gearresteerd en gedurende 'n
jaar eenzaam opgesloten. Inderdaad:
een tweede Dreyfus. En inmiddels
liepen Esterhazy en zijn helper Hen
ry rond met de neus in de wind.
ZOLA BESCHULDIGT
Een kampioen was onschadelijk ge
maakt maar nu treedt de volgende in
de ring. Emile Zola neemt Picqart's
taak over. HU wordt gesteund door
de uitgever van een vrijwel onbekend
blad „L'Aurore"; zijn naaga is Geor
ges Clemenceau.
Men daagt hem voor 't gerecht,
pleegt een aanslag op zijn verdediger
Hij en zijn medestanders staan bloot
aan smaad, mishandeling, levensge
vaar. Het antisemitisme beleeft hoog
tijdagen. Een Gedeputeerde betoogt
in een verkiezingsrede voering, d.st wie
aan Dreyfus schuld twijfelt, stom en
gemeen is; stom, omdat alle Joden ver
raders zijn en gemeen, omdat hU aan
de integriteit van de Generale Staf
twii'el:. Hij werd herkozen
Esterhazy's medeplichtige, Majoor
Henry, krijgt het ondanks alles be
nauwd. Hij zal een handje helpen,
smokkelt een briefje in 't dossier, dat
30. „Meneer Trapman", schreeuwde
de kapitein. „Dat overgehaalde zoon
tje van U is een astrant ventje. Als het
mijn zoontje was gaf ik fiem een klap
om zijn oren". „En ik," gilde Jan, die
verschrikkelijk verontwaardigd Vas
over dat onverhoedse schot op zijn
vriendje, „en ik laat mijn aap maar
niet zo maar vermoorden." „Mijn aap,"
riep meneer Bof uit „Nee, maar nu
wordt-ie helemaal goed. Jouw aap, nee
mijn aap, aap van een jongen. En daar
zal ik mee doen wat ik zelf wil. Al
laat ik hem tot stokvis kloppen dan
heb jij d'r nog niets mee te maken".
Dreyfus' schuld overtuigend aantoont
Ongelukkig is het zo onhandig ver
valst, dat de ontmaskering van de da
ders nu niet meer te keien valt Hen
ry wordt gearresteerd, pleegt zelf
moord in zijn cel. Esterhazy onttrekt
zich door de vlucht aan de greep der
gerechtigheid.
Wie zou menen dat nu en Picquart
en Dreyfus terstond in ere werden
hersteld, vergist zich. Het duurde nog
lang, eer de gevangenisdeuren zich
voor de wakkere verdediger van
Dreyfus opende, nog langer, eer deze
zo diep gekrenkte man in ere werd
hersteld en met het Legioen van Eer
begiftigd. Masr tenslotte krijgt Pi
cquart de generaalsrang en Clemen
ceau, de „Tijger" zorgt voor de Iro
nische noot, door hem in z'n eerste
kabinet tot minister van oorlog te be
noemen.
Maar deze ridderlijke Franse offi
cier had recht op meer dan militaire
en politieke onderscheidingen. Op zU'n
eenzame post voerde hij de strijd te
gen machtswellust en rassenwaan, 'n
strijd die op heden nog onverzwakt
voortgaat en waarin deze ridder zon
der vrees* of blaam een der kampi
oenen was.
Een verhaal van illusies, eindeloze
experimenten en zwendel
„Ik kan goud maken".... Hoevele
keren door alle eeuwen heen zijn de
ze woorden al niet gesproken, en....
hoevele keren hebben zU al geloof
gevonden. Toch werden zU meestal
door zwendelaars geuit, die er niet
in slaagden goud te maken, maar wel
om er met hun zakken vol goud tus
sen uit te knijpen en er op hun ma
nier toch in slaagden goud te „ma
ken".
Een twintigtal jaren geleden ver
scheen er op het kantoor der direc
tie van een grote handelsfirma te
Londen een man, die vertelde, dat hU
een methode had ontdekt, waarmede
hy iedere gewenste hoeveelheid goud
kon maken tegen een minieme kos
ten. Hy wist de overigens slim
me zakenlieden zo zeer te impo
neren, dat zU besloten zijn experi
menten te financieren. Er werd een
laboratorium voor hem ingericht in
Leman Street Whitechapel, terwijl
men hem twintigduizend gouden sou-
vereigns ter beschikking stelde, be
nevens de nodige chemicaliën.
Op twee punten was de goudmaker
onverbiddelijk: hij moest alleen zijn
terwijl hU werkte, en hU moest aan
den lyve onderzocht worden iedere
keer. dat hij* het laboratorium in- of
uitging.
Alles., behalve goml
Weken lang arbeidde hij dagelijks
in zijn werkplaats; toen kwam hU
op een keer niet meer opdagen. Men
forceerde de deur en stelde een on
derzoek in. Alles was er nog behalve
de goudmaker en het goud! Wat was
..GOUDMAKERS" VAN ONZE
TIJD
Velen veronderstellen, dat de
illusie goud uit waardeloos ma
teriaal te kunnen „maken"
slechts gekoesterd is in lang
vervlogen eeuwen, in de tyd
toen de alchemisten als geheim
zinnige magiërs verscholen za
ten in hun donkere mysterieu
ze kelders, waar zU de steen der-
wijzen trachtten te vinden.
Niets is minder waar. Ook in
onze tyd bestaan de „goudma
kers" nog en wat vreemder is,
ook in onze tijd bestaan er nog
mensen, die geloof hechten aan
hun in dubbele betekenis „gou
den" voorspiegelingen.
er van de twintigduizend gouden sou-
vereigns geworden?
Er werd een ontzettend misbaar
over deze zaak gemaakt en de ver
miste man werd aangehouden, juist
toen hy' op het punt stond Engaland
te verlaten. De verdwijning van het
goud zou nooit opgehelderd zijn als
de oplichter niet zo handig was ge
weest een voorstel te doen: hij zou
vertelen waar de souvereigns geble
ven waren, als men hem in ruil voor
zijn bekentenis de vrijheid schonk.
Men ging op dit voorstel in en nu ver
telde hij, dat hij iedere keer, wan
neer hij het laboratorium verliet, de
wandelstok die hij droeg en die hol
was, volgepropt had met de gouden
muntstukken.
Een ander geval was dat van dr.
Emraens met zijn beroemde „kracht
machine", waarmee hU, naar hy be
weerde, in staat was zilver in goud
te veranderen. Hij was evenwel slim
genoeg om zijn product niet als zo
danig te bestempelen, doch het „ar-
gentaurum" noemde, lammens maakte
geen geheim van zUn methode. HU
gebruikte Mexicaanse zilveren dol
lars die hij bij een ontzettende koude
aan een hevige druk blootstelde,
waarna er nog enige simpele bewer
kingen nodig waren om het beoogde
doel te bereiken. Hij verklaarde, dat
hij een ons zilver in een half ons
goud kon veranderen tegen de kosten
van luttele shillings. Maandenlang
leverde hij aanzienlijke hoeveelhe
den argenaurum aan het United Sta
tes Assay Office te New York City
en de couranten over de gehele we
reld stonden vol van zijn successen.
De grote goudmijnen trokken zich
evenwel van zijn experimenten niets
aan, en evenmin daalden de aande
len. Toen, na verloop van een jaar
ongeveer vernam men niets meer van
het geval. Niemand weet wat er van
dr. Emmens geworden is, evenmin als
van zijn krachtmachine, maar goud is
er niet meer uit zUn laboratorium ge
komen.
Als de experimenten mis
lukken.».
Een nog grotere sensatie veroor
zaakte de beweringen van een Pools
scheikundige, professor Dunikowski,
die eveneens beweerde een zeer goed
kope manier te hebben ontdekt om
goud te maken. Zyn geheim was ver
vat in een geheimzinnig zwart kist
je, waaruit wat hU noemde Z-stra-
len kwamen. In het jaar 1913 vormde
hU een maatschappU ln FrankrU'k om
zijn uitvinding te exploiteren. Hij
werd evenwel gearresteerd op be
schuldiging van het feit, dat hU had
beloofd zijn geheim bekend te maken,
en het evenwel niet deed.
Dunikowski verklaarde evenwel
direct daartoe bereid te zijn. HU be
weerde dat er slechts een zuiver ele
ment bestond, namelijk zuurstof, en
dat alle andere elementen uit
zuurstof ontstonden, tengevolge van
een langzame maar ononderbroken
inwerking van aardstralen. Minerale
zouten, zo beweerde hij, verkeerden
in een toestand van verandering, die
zich halverwege de oorspronkelijke
zuurstof en het metaal, dat het moest
worden, bevond. ZUn methode was
nu dit veranderingsproces te bespoe
digen en in een paar seconden mo
gelijk te maken, waarvoor de natuur
duizenden jaren nodig had. Hiertoe
gebruikte hij zijn Z-stralen. HU ver
klaarde waaruit deze bestonden en
verzocht voor een commissie van ex
perts het bewys te mogen leveren,
dat hetgeen hij beweerde juist was.
Na veel heen en weer gepraat werd
besloten op dit voorstel in te gaan. 't
Werd een zonderlinge seance. Terwijl
Dunikowski temidden van zijn retor
ten-buizen aan het werk was, werd
hij nauwlettendop de vingers ge
keken door de weledelgestrenge he
ren. die zich in hun toga's en gedekt
door hun baretten om hem heen ver
drongen. Een filmtoestel registreerde
alles wat hij deed. En toen, juist ter
wijl hij aan het tweede deel van zyn
experiment bezig was, vond er een
ongeluk plaats. Met een "luide knal
en een schitterende vlam sprong een
van zyn Z-stralenbuisjes kapot.
Tot in de grijze oudheid
Dunikowski werd aan het gezicht
gewond en het experiment moest
worden uitgesteld. Bij zijn tweede
poging had hU evenmin succes en
hU werd nu, wegens poging tot op
lichting tot twee jaar gevangenisstraf
veroordeeld. Toch moet betwijfeld
worden of Dunikowski werkelijk een
oplichter is geweest. Zeer waarschyn
lyk heeft hij zelf wel aan zijn uit
vinding geloofd
In de loop der eeuwen zUn er
echter duizenden van dergelijke Du
nikowski'* geweest, die allen e**-
hoopt, geleden en gestreden h«Loca
voor hetgeen zij als vaststaand feit
beschouwden, terwijl anderen er hen
om uitlachten.
In een museum te Leiden kan men
zelfs heden ten dage nog documenten
zien, die bewijzen dat men zich reeds
lang voor het begin onzer jaartelling
bezig hield met pogingen om goud te
maken. Het zijn stukken perkament,
die men in een graftombe te Thebe
gevonden heeft en waarop recepten
voorkomen om verschillende goed
kope metalen in goud te veranderen.
Sindsdien heeft deze droom naar
rijkdom en macht de mensheid blijk
baar niet meer losgelaten, hetgeen
sommigen tot hun voordeel, anderen
tot hun nadeel ondervonden hebben.
Kabellegging
Walcheren Noord-BevelanJ
Er is een begin gemaakt met het
leggen van een nieuwe electriciteits-
kabel tussen Veere en Noord-Bevel ani
in plaats van de door bommen bescha
digde oude kabeL De nieuwe kabel
heeft een lengte van 1500 meter en
een capaciteit van 10.000 volt.
Het gunstige gevolg van deze kabel
legging is ,dat Noord-Beveland voort
aan steeds spanning op het net heeft.
Vroeger liet dit nog wel eens iets te
wensen over.
Engelse padvinders
op Soestdijk
Op uitnodiging van het prinselijk
paar hebben de drie Engelse padvin-
der-leiders, de Chief-Scout van Enge
land Lord Rowallan, de commissaris
voor het buitenland, Mr. Bincham en
de zoon van de oprichter der padvin
dersbeweging, Lord Peter Baden Po-
well, vergezeld van generaal H. F. M.
van Voorst tot Voorst, hoofdcommis
saris der Ned. R.K. verkenners en de
heer Roest van Limburg, hoofdcom
missaris van de Nederlandse padvin
ders-vereniging, zich Zondagmorgen
naar het paleis Soestdyk begeven. Het
gezelschap gebruikte er in de huise-
lyke kring van het PrinselUk paar met
de drie oudste prinsesjes de lunch en
verliet het paleis ruim een uur later.
H i vee stroomt door de poort, het
vee. bestemd voor het abattoir. De
slachter, wijdbeens bekijkt zUn slacht
offers, bevoelt schouders, dijen en be
rekent hoeveel vet en hoeveel been
deren het geheel hem zal opleveren.
Om hun nek dragen zU nummers
Orti gissingen te voorkomen. Op hun
h.. prijkt een ster. die hun soort
•ar geeft. Waarom die ster? O, dat is
opdr.: de slachters vlugger hun hart
k u ren vinden.
C'.bogen gaal de troep verder. Bij
lec! e t-l-p slingeren de nummers heen
en weer. Wanneer zy door de poort
*:j. aarzelen se: een zoetige, onpas
selijk makende geur van bloed slaat
hen tegemoet. Maar toch: ze schuiven
voort. Tussen hun gebonden handen
dragen zy een bord. waar tn een
vr crode taal opgeschreven staat:
»Moel voorkomen".
Waarom toch wordt men nog ge
plaagd door herinneringen vlak voor
het mee o( de bijl van de slachter
placht
Ik denk terug aan de divan en de
kussens, waarop ik zo heerlUk kon
liggen, waarop ik droomde van verre
zeeën, van palmen, van bloemen en
van vogels .Ik denk terug aan de gla
zen, waaruit ik dronk, aan de borden
waarvan ik at, aan de vork en aan
het mes, waarmede ik vlees at
Mijn tapijten thuis waren zo dik,
dat men er geen voetstappen op hoor
de. Ik dacht aan rayn boeken, waar
in ik uren lang stil en gelukkig kon
lezen, aan de radio, waaraan ik slechts
had open te draaien om me fris te
te horen, aan de kraan, die Ik slechts
had op ente draaien ora me fris te
kunnen wassen.
Nu, nu heb ik een nummer om mUn
hals en een ster op mijn hart. Ik bon
een beest geworden. Zie. hoe ik cr
uitzie; mijn voeten zijn poten gewor
den, mijn gelaatstrekken stompzinnig,
beestachtig. Wankelend stroomt het
vee door de poort ZU hebben geen
bedden gehad, geen borden, geen mes
sen. Alleen vuile, magere stroohopen
en hun in wie weet niet hoe lange
tijd niet gewassen handen om te eten.
Maar wie let d»ar nog op? Wat heeft
nog belang
Maar dan. plotseling loopt er een
hondje tussen de benen van de men
selijke wrakken. Laten we het Piet
noemen, laten we 't een mensennaam
geven, want het bezit het hart en de
liefde van een mens. Zonder angst
loopt het langs de stokken, de zwe
pen en de geweren van de mannen in
uniform. Het hondje is geen mens.
Het kan dus ook niet tot beest ge
maakt worden door de beulen met hun
hakenkruis.
Wanneer het zijn meester ziet, met
een nummer om zUn nek en met een
totaal veranderd gezicht bijt het hem
niet speels in zyn kuiten. Het hondje
Een uit het Tsjechisch vertaald
verhaal van JIRI WEIL
kijkt en is bedroefd, maar geen mo
ment denkt het dat zijn meester een
beest, een stuk slachtvee geworden Is.
Het likt zUn meester en gaat voor zijn
voeten liggen Het wil hem waarschu
wen niet verder te gaan. want het
ruikt bloed en hoort d« slagen van de
bylen.
JU. die zo machtig bent, denkt het.
Jy ieders dag mUn etensbak ge
vuld hebt, JU dis kamers kon ver
warmen en verlichten. JU die de deur
kon openen en Jij, die waar Je ook
was, altijd weer de weg terug kon
vinden.
JU kunt toch maar niet zo je hoofd
bieden aan de bUl van een slachter?
Het hondje blaft en klaagt zachtjes,
maar zijn meester ziet hem niet. Zijn
meester is nog slechts een nummers en
hij draagt een ster op zUn hart Hij
is door de poort gegeaan en hij heeft
voor niets of niemand meer oog Set
kleine hondje denkt na, wat voor zon
den het op zUn geweten heeft
Misschien heb ik gaten in een kleedje
gebeten? Misschien ben ik niet geko
men, toen mUn meester nuj riep
Maar anders %'ergaf de baas me toch
altijd?
ZUn meester is onder de poort door
gegaan en Piet slipt achter hem aan.
De baas wankelt hU i» het lopen ver
leerd. Piet blaft; Zijn meester hoort
het nog steeds niet. Ziet hU het ge
vaar dan niet dat hij tegemoet loopt?
Piet gaat voor hem lopen.
Wat er ook gebeurd is, stuur me als
je blieft niet weg, ik zal voor Je
springen en je laten lachen om mUn
gekke snuit ik zal een steen voor Je
gaan zoeken en Je pootjes geven, maar
stuur me toch niet wegl
Dan ziet zijn meester hem voor de
eerste keer.
Ga naar huis Piet, roept hij uit
Piet weet, dat er geen huis meer
bestaat .Er zijn alleen nog verkoolde
balken en zwartgeblakerde stenen.
Piet luisterd niet. Hij gaat stil achter
zijn meester lopen. Even later herin
nert zijn meester zich weer dat hU
er is.
Hoor je me. Piet, je moet naar huis
gaan! roept hij weer uit. Maar in zijn
woorden schuilt een wanhoop, die het
hart stil doet staan.
Dan kan ik beter weggaan, denkt
Piet, maar verlaten zal ik je nooit
Dus blijft* hij hem op een afstand
volgen.
Zo komen ze samen bU de poort van
het slachthuis. Het hondje ziet de
slachters, die wUdbeens, hun slacht
offers beschouwen. Hij ziet zijn mees
ter wankelen, aarzelen.
Dan besluit Piet:
Ik ga toch met hem mee. Ik zal bU
hem zijn, hem volgen al gaat hU ook
tot vlak bij de mannen met de bijlen
ende geweren .HU rent het abattoir
binnen. Eén van d* slachters geeft
hem een schop. HU valt onderstebo
ven, staat weer op ziet hoe z'n meester
achter een deur verdwijnt. Weer tracht
hij voorbU de slachter te komen, maar
weer krijgt hij een schop. Toch moet
hij er voorbij, toch moet hU zijn
meester smeken terug te keren. Als hy
het nog eens vraagt zal zyn meester
stellig mee terug gaan en hem weer
iedere dag zijn etensbak geven.
Nu gaat Piet mooi zitten voor da
slachter Hij probeert hem pootjes t«
geven. HU kijkt olyk
Wil hij de slachter vermurwen hem
door te laten om achter zyn baasje
aan te hollen, zy'n baasje, dat zo maar
wezenloos het gevaar tegemoet loopt?
HU wil de handen van zUn meester
1'kkcn, hij wil zijn kop op zijn schou
der leggen. Dan zal hij stellig mee te
rug gaan!
Er klinkt een schot .Het hondje zakt
ineen. Het sterft zonder het te weten.
Een bUl vliegt door de lucht Een
mens zakt ineen.
Ga naar huis. Piet, heeft hy juist
nog gezegd.
Hy wist reeds lang. dat hij ging ster
ven.