F I N DÉRKOERIER
•WAAN....
„Je komt niet thuis..."
Het Sterrenkind
MA JA was op de kier' ooi en
op eer» dag had de juf - ach tig
vu t verteld sver het mannetje in
de r.vfjm en de sterrenkinderen. Maja
had 't heel erg mooi gevonden en
thuis gekomen wilde zij het aan haar
broertje Kees vertellen, die een jaar
ouder was on ai naar di grote school
ging Hii voetbalde met z'n vrindjes
en knikkerde.
Toen Me ja hem het verhaal van de
juf verleide, wilde hij niet eens naai
haar Klisteren. „.Ach," zei hij, „Ster-
renkindert bestaan toch helemaal
niet."
Ma ja wilde hem niet geloven. Juf
had het toch immers verteld en dan
was het zo. Haar broertje wist er
toch imjners niets van af. Hij ging
v/eer op straat spelen en dacht niet
meer aan het mannetje in de maan en
de sterrenkinderen. Maar Maja kon
het toch maar niet vergeten, telkens
moest ze er weer aan denken, en toen
ze 's avonds in bed lag kon ze er zelf
niet van in slaap komen. Keesje was
wel erg knap vond ze. en die zei dat
ze niet bestonden, maar juf was véél
en véél knapper en die zei dat ze wèl
■bestonden.
,,'s Avonds"* had juf gezegd, als
de mensen slapen, dan komen de
sterenkinderen héél zachtjes langs het
sterrenlicht naar beneden geleden" Ja.
dat zou ze doen. dacht Maja, natuur
lijk zou ze wakker blijven. Misschien
zou ze dan zo'n sterrenkind eens zien
Heel zachtjes en voorzichtig gleed ze
haar bedje uit en liep op haar blo
te voetjes naar het raam. Ze deed 't
gordijn wat op zij. Het was een prach
tige zomernacht ea de maan scheen
helde>- Maja kon alle sterren zien.
„Zouden daar héél hoog bij dat witte
puntje -de sterrenkinderen wonen?"
vroeg zich af en ze boog zich een
beetje voorover om beter te kunnen
zien.
„Ja, daar wonen wij" hoorde ze in
eens een stemmetje naast haar. Ver
baasd keek ze om zich heen en toen
zag ze op de vensterbank een ste^
renkind staan in een prachtig wit
kleedje, met lange blonde krullen.
„Kom maar mee, dan zal ik het je
héél even laten zien" zei het ster
renkind en ze nam Maja bij de hand.
En ineens was Maja net zo klein als
het sterrenkind en samen klommen ze
langs het sterrenlicht naar boven.
Het bleek een lange weg en soms
was Maja echt moe. maar het ster
renkind hield haar stevig vast en zo
kwamen ze voor een grote poort.
Het sterrenkind klopte er drie keer
op en de poort ging vanzelf open
en toen zag Maja een prachtige zilve
ren tuin. waarin wel honderd ster
renkinderen speelden en dansten op
muziek, die zo mooi klonk door de
stille nacht. Maja keek haar oogjes
uit naar al dat mooie wat ze zag
„Maar nu moet je weer naar bed.
want het is eigenlijk een schandaal,
dat z'n klein meisje om deze tijd niet
slaapt" zei toen het sterrenkind te
gen Maja, en samen gingen ze te
rug. De poort viel weer achter hen
dicht en nu gleden ze naar beneden.
Dat ging veel gemakkelijker en vlug
ger dan het naar boven klimmen.
Toen ze op de vensterbank van
Maja's kamer kwamen, liet het ster
renkind haar los en ineens was ze
weer net zo groot als altijd. „Dag Ma
ja. slaap maar lekker!" riep het ster
renkind haar nog toe voordat Maja
kon antwoorden, was ze al verdwenen
Maja wreef haar ogen uit en gaap
te. Ze had toch Wel erge slaap.
Vlug kroop ze haar bedje weer in
maar voordat ze insliep dacht ze
nog: „Er bestaan toch wel sterrenkin
deren en ik zal het morgen gauw
aan Kees vertellen. En zie je nu wel
juf had toch gelijk."
KORT VERHAAL
*t WAS EEN JOCH met schuwe ogen.
slonzige kleren en een wat verwilderd
wezen Toen hij de winkel binnen
kwam. hield hij het boek onder zijn
arm geklemd en daar bleef het, tot
ik verklaarde het eerst te willen in
zien.
't Was een duister verhaal.
Natuurlijk was het ergens gestolen
en ik dreigde het bij de politie aan te
zullen geven als hij niet op staande
voet met de waarheid voor de dag
kwam. Dergelijke kostbare boeken
hoorden niet in straatj'ongenshanden
thuis als hij dus niet.
Onwillig noemde de vlegel een adres
's Avonds ging ik er heen. Het boek
dat op zulk een eigenaardige manier
in mijn handen geraakt was, zorgvul
dig ingepakt in mijn tas. Er werd
opengedaan door een juffrouw op mid
delbare leeftijd, die ik de reden van
mijn komst uiteenzette. Zij luisterde
aandachtig naar het verbaal en her
kende het boek toen ik het haar toon
de.
„Ik vermoedde al dat Charlie zulke
dingen deed" antwoordde ze eenvou
dig, „maar tot dusver kon ik hem
niet betrappen."
„Enfin" besloot ik, „dan kunt U nu
een herhaling voorkomen." „Mis
schienzei ze voorzichtig, „Char
lie komt op plaatsen waar met geld
gesme'cn wordt, enwilt U mij
éven volgen?"
Ik ging haar achterna. „Spreekt U
er niet over?" verzocht ze. We gingen
een kamer binnen. Blijkbaar een stu
deerkamer. want zover als de schemer
dat toeliet ontdekte ik overal boeken
kasten.
Ik werd in m'n kwaliteit van an
tiquair voorgesteld aan de bewoner
van dat vertrek, een man van onge
veer 75 Dat was tenminste mijn gis
sing. want het was te donker om het
te kunnen zien. ,Jk vind 't prettig én
kenner op bezoek te krijgen" zei mijn
nieuwe kennis. ..Dat gebeurt de laatste
tijd niet veel meer. Vroeger bezocht
ik alle veilingen, maar helaas maakt
m'n lichame'ike toestand me dat nu
onmogelijk. Draai het licht eens aan
Agnes, mijnheer zal wel eens willen
kijken", besloot hij met de trots van
een verzamelaar.
Het was iets wonderlijks.
Tussen zeldzame boeken stonden
h^er en daar absoluut waardeloze prul
len. Er waren twee mogelijkheden: 6f
die schamele delen hadden voor hun
eigenaar 'een persoonlijke betekenis, óf
zij moesten boeken vervingen die de
veelbelovende Charlie had verkwan
seld. Maar zulk een grof bedrog moest
toch ontdekt worden?
,Jk heb mijn leven lang oude boe
ken verzameld" mijn gastheer leek
veel jonger in zijn enthousiasme
„en het is nog mijn grootste bezit.
Wanneer ik zo'n h-«V in m'n han
den houd, leef ik in de tijd waarin
het ontstond, zie ik die tijd
Het licht viel langs de wanden met
de enorme boekenkasten en liet 't
midden van de kamer in de schaduw.
Er was iets raadselach'ios in de oude
man, zoals hij d~-'-««-te zat
druk pratend en de licht
cirkel van de schemerlamp. Het be
klemde me, deze unieke verzameling
waarin de pronkstukken vervangen
schenen door prullen, die alleen maar
oud léken.
..Maar zoudt u begon ik.
Agnes schoof het licht zó. dat het
oude man vol in het gelaat scheen
Ik keek. verbijsterd en ontzet, in
de ogen van een blinde
Puzzle van de week
De landheer en de armen
„TJApeinsde de notaris, „daar
moet Piekerwaard bijkomen...."
De landheer was gestorven en de
notaris zat er maar mee. Met het tes
tament tenminste. Daar stond in, dal
voortaan elk jaar f 660 moest worden
uitgekeerd aan de armen van het dorp
Voor elke vrouw 18 en voor eike man
30 gulden per keer. Maar nu moest
de hele erfenis zo uitgedeeld worden,
dal elk jaar het aantal mannen en
het aantal vrouwen, dat iets ontving,
weer anders was dan daarvoor. En 't
nagelaten bedrag klopte volgens het
testament precies met het totaal be
drag van deze rekensom.
Alles goed en wel.'Maar hoe
hoe groot de hele erfenis nu was, dat
had meneer de landheer toch vergeten
op te geven. Of hij wist het nog niet,
toen hij z'n testament opmaakte.
Dus kwam Piekerwaard er* bij.
„O" zei die kalmpjes, „is dat alles?
U riet toch zo dat er maar zeven mo
gelijkheden zijn om f 660 volgens die
voorwaarden te verdelen. De armen
profiteren dus zeven jaar van zo'n uit
kering. Nou en hoe U het verder in
deelt, dat is uw zaak'"
Toen wist de notaris nog niet. hoe
veel hem nu totaal ter beschikking
stond.
Wie van onze lezers kan hem hel
pen en tegelijk vertellen hoe de zeven
uitkeringen kunnen plaats hebben?
Onder de goede oplossers verloten
wij egn prijs van f 2.50. Oplossingen
vóór Woensdag a.s. aan het bureau
van dit blad. Het adres staat in de
kop van onze krant vermeld.
TUSSEN
EN ZWART
Damrubriek o. I. v. P. Beers,
Noord-Scharwoude, A 100
Het is met veel genoegen dat ik,
op verzoek van de redactie van onze
courant, met ingang van heden de
verzorging van een geregelde damru
briek op mij neem. In ons gewest,
v/aar de damsport zo intens wordt be
oefend, is het zeer zeker op zijn plaats
op gezette tijden een- hoekje voor de
dammers te brengen. Namens de dam
mers dank ik dan ook de' redactie
hiervoor en spreek ik de wens uit dat
vele dammers zich geroepen zullen
gevoelen daadwerkelijk aan deze ru
briek mede te helpen en ons hun be
vindingen op het bord mede te delen,
opdat wij vooral het werk van eigen
bodem in onze rubriek kunnen bren
gen. Zendt ons dus Uw interessante
partijstanden. Uw problemen of eind
spelen toe (adres: zie boven) en ge
zamenlijk zullen wij een rubriek kun
nen uitvoeren, die zeker het zijne er
toe zal bijdragen om het damspel om
hoog te brengen.
Voorlopig zullen we eens in de drie
weken kunnen verschijnen, doch hier
in zal allicht verbetering komen.
Naast het werk van onze dammers
uit eigen omgeving hopen wij U steeds
op de hoogte te houden met de ge
beurtenissen uit het gehele land en
ook daar buiten. Het zal U bekend
zijn. dat ons spel de laatste tijd een
grote vlucht heeft genomen. Meer dan
tienduiz" timers zyn de N.DB.
georganis^. i„. Voor enkele maanden
is de Intern. Dambond opgericht, waar
in Hollanders belangrijke bestuurs
functies bekleden. Kort geleden is op
gericht het Genootschap DAMAS,
waarin zich de meest prominente dam
mers van ons land he'*'- - verenigd
en welk Genootschap „k.. tot doel
heeft gesteld, binnen het raam der N.
DB. ons spel op alle mogelijk gebied
te verbreiden en te populariseren. De
wedstrijd om bet kampioenschap van
Nedor'and staat weer voor de deur.
De geplaatsten uit dit kampi
oenschap zullen straks ons lan verte,
genwoordigen in de komende wed
strijd om de wereldtitel, welke de I.
D.B. in 1948 (het Olympische jaar zal
organiseren In onze eigen kring is de
famny, Baoumv afj u-o~etfra££ei
78. Veel gelegenheid om verder te
snoepen kreeg Jimmy niet, want de
DSE-ers raakten weer aardig opdreef
en de ene gloeiende kogel na de an
dere vloog op Jimmy's doel af en bij
een van die gelegenheden, schoten ze
hem zijn jampot finaal uit z'n hand.
Het ding vloog met een grote boog
over de deklat.
Woedend werd Jimmy daarvan. Hij
gromde van boosaardigheid en meteen
vloog hij achter zijn eigendom aan.
aan geen voetbal, aan geen lachende
winnaars meer denkend. De gevolgen
waren niet moeilijk te raden, want
het is gemakkelijk te scoren, als de
doelman op de loop is.
competitie der PNHDB in volle gang
en landelijk wordt het clubkampioen
schap van Nederland Hoofdklasse ver
speeld.
Wij hopen U over deze wedstrijden
in de komende tijd het een en ander
te-vertellen. Ons staat verder voor de
geest: het houden van wedstrijden in
het oplossen van problemen voor onze
lezers. Wij hopen U een keur van pro.
blemen, lokzetten, eindspelen, studies
en wat dies meer zij voor te kunnen
leggen.
Dammers, toont Uw belangstelling
en het succes dezer rubriek is verze
kerd.
EEN KRACHTIG SLOT.
De volgende stellingris uit het kam
pioenschap van Nederland 1946-47 en
uit de partij B. Dukel (wit) en G. J.
van Dijk (zwart).
Zwart 11 st. öp 5, 6. 8, 9, 10. 13, 15. 20
22, 27. 36.
Wit. 11 st. op 18. 24. 29. 15. 39, 40. 42,
43. 45, 46. 48.
Na een zeer interessante partij was
het aan zwart gelukt deze voordelige
stelling te bereiken. Indien hij ech
ter op dit moment een stuk zou wil
len winnen door 22-28 te spelen, redt
wit zich zeer fraai door:
(22-28) 18-12 (8:17) 46-41 (36:49) 35-30
(49:35) 30-25 (35:19) 25:12 en zwart
zal, met een stuk meer nog hard voor
de remise moeten vechten. Beide spe
lers zagen echter de combinatie. De
partij werd als volgt door wit verlo
ren: Z 36-41: 33. 46:37 22-28; 34. 40-34
13:22; 35 24-19 10-14! natuurlijk, deze
lastpost moet direct weg.
36. 19:10 5:14!; 37. 45-40 20-25; 38. 43-
38 6-11; 39. 29-24 8-13; 40 34-29 11-17;
Ülw 38-33 27-32; 42. 37-31 17-21; 43. 40-
(84,21-27; 44. 31-28 27-31; 45. 26:37 32:
|41eE wit gaf het op. Een krachtig slot.
schrijvende lezers
Voor het laatsi: de NAC0
Mijneer de Redacteur.
Gaarne verzoekt ondergetekende 'n
plaatsje in uw blad. Heden las ik een
stukje in uw krant omtrent de Naco.
Dat men het daar niet zo nauw neemt
blijkt uit het volgende. Of het hier
gemakzucht van het personeel betreft
of onwetendheid, daar gelaten, doch
een beetje meer nauwlettendheid lijkt
mij wel gewenst.
Zelf hebben wij het meegemaakt in
October, dat wij in Tuitjenhorn om 5
min. vóór negen 's avonds in de bus
stapten en de chauffeur zei: „Instap
pen. we gaan rijden". „Maar", zeg ik.
„het is toch nog geen tijd". „Jawel,
de bus moet om 20.50 vertrekken"
We hadden beiden een dienstregeling
en beiden gelijk. Doch mijn boekje
wees aan: 21.15 en zijn boekje 20.50
een verschil van liefst 25 min.!! Toen
wij de volgende dag gingen informe
ren, kegen we daar te hore" „Ja, er
zijn 2 series in omloop, alle chauffeurs
wisten hiervan, doch deze nog niet!
Nu vraag ik mij af, het was de
laatste bus en wie helpt je als je daar
staat met je retourtje, waar je vol
gens het papiertje in de bus niet over
behoeft te reclameren, en dan buiten
je schuld?
En dan .wat dit betreft: Dato 8 Nov.
1947 zat ik in de bus naar Hoarlem.
We hadden aan het kantoor geïnfor
meerd hoe Iaat er de bussen uit Haar
lem vertrekken, daar er geen dienst
regelingen aanwezig waren. Ik kreeg
te horen van: „ieder uur vertrekken
ze uit H." In de bus vroeg ik het nog
eens en daar kreeg ik ten antwoord:
„10 min. vóór ieder uur". Nu vraag
ik mij af: Ts dit wel bevorderlijk voor
de Naco? Alzo lastig voor de reizi
gers (sters).
Ik had er niet over geschreven, als
ik nu dit stuk van 17 Nov. niet in de
Vrije Alkm. las.
Hopende dat er wat meer en beter
notitie van de „klanten" genomen zal
worden, daar het mij zéér lastig en
nadelig voor het publiek lijkt, zo te
ken ik bij voorbaat dank voor de ver
leende plaatsruimte.
Alkmaar G. R. M
Hr. G. R. 2VL
Wij betreuren het, dat de heer G.
R. M. niet de gebruikelijke weg ge
volgd heeft en niet terstond aan ons
kantoor melding heeft gemaakt van
zijn klacht Wij zouden dan in staat
geweest zijn de betr. persoon onmid
dellijk ter verantwoording te roepen.
Thans, na reeds verscheidene weken
sindsdien zijn verstreken, is bet zeer
moéilijk om nog na te gaan, wie dc
onjuiste inlichting heeft gegeven.
Door enkele uitbreidingen hebben
we de laatste tijd veel nieuw perso
neel in onze dienst genomen. Dat de
ze, nieuwe krachten, ondanks serieuze
opleiding en voorbereiding soms fou
ten, maken, is wel eens onvermijde
lijk. Men begrijpe ons nu echter nie?
verkeerd; wij willen de gemaakte fou
ten absoluut niet goed praten, inte
gendeel wij streven ernaar een goed
en gezond autobusbedrijf op te bou
wen, dat, ter. behoeve var het alge
meen belang, een belangn, functie
kan innemen in het maatschappelijk
verkeer. Tot deze opbouw kan het
publiek zelf een belangrijke bijdrage
leveren door ons met gerechtvaar
digde critiek, op- of aanmerkingen
ter zijde te staan. Wij zullen daaraan
steeds een gewillig oor verlenen en
een open oog hebber, v ev. aange
geven verbeteringen.
Alleen op deze manier kan er op
bouwend werk verricht worden, waar
van het reizend publiek uiteindelijk
de vruchten zal kunnen plukken
ogrfmm,
ZONDAG 14 DECEMBER 1947
HILVERSUM I - 301 m. - Nieuws om
8, IS, 18, 20 en 23 uur.
VARA 8.30 De mens en zijn liefheb
berijen; 8.40 Ensemble Barcarolle; 9.15
Men vraagt en wij draaien; 9.45 Gees
telijk leven: 10jOO Cello-recital; 10.30
Grepen uit de correspondentie van be
roemde mensen; 11.00 Kunst na ar
beid. Zondagochtendconcert door het
omroeporkest met koor en solist: A-
VRO 12 00 Platennieuws; 12.30 Zon
dagsclub; 12.40 Vrouwenkoor; 13.15
The Romancers; 13.50 De spoorwegen
spreken; 14.05 Boekenhalfuur; 14.30
Concertgebouworkest (Mozart. De-
bussy. Granados, De Falla)15.25 Film
praatje: 16.35 Sportflitsen; VARA
IKOR 19.00 Oecumenische kerkdienst;
AVRO 2015 Waltztime: 20.45 Hersen
gymnastiek; 21.15 Koorvereniging Pro
Musica; 21.45 Paul Vlaanderen en het
Gregory mysterie, hoorspel:
HILVERSUM II 415 m. - Nieuws om
8, 9.30, 13, 19.30 en 22.30 uur.
KRO 9.30 Hoogmis; NCRV 9.45 Gram
platen: IKOR 10.00 Ned Herv Kerk
dienst: NCRV 11.30 Gewijde muziek;
14.05 De Gooise kring bijeen in Huize
Kareol: 15.50 In 't Boeckhuis: 16.05 Mu
zikale tombola; 16-25 Vespers: NCRV
17.00 Gereformeerde kerkdienst; 1830
Gewijde muziek: 19.00 De Psalmen v
Sweelinck; 19.15 Kent gij Uw bijbel?:
KRO 19.55 Sportreportages: 20.20 Do
Zilvervloot. Ned. muzikaal pro er. 2100
„Dit is de dag van het recht", hoor
spel; 21.45 Zwitserse muziek; 22.15 A-
vondgeb'ed; 22.50 Dansorkest Klaas v
Beeck.
MAANDAG 15 DECEMBER
Hilversum I 301 m. Nieuws
om 7, 8, 13, 18, 20 en 23 uur.
VARA 7.30 en 8.15 Gram. platen;
9.15 Kamermuziek-programma; VPR
O 10.00 Morgenwijding; VARA 10.30
Voor de vrouw; 10.45 De Regenboog;
11.20 Engelse liederen; 11.40 Voor
dracht; 12.00 Orkest Carlo Carcasso-
la; 12.38 Orgelspel door Johan Jong;
13.20 The Ramblers; 14.00 Piano vier
handig; 144.30 Voor de jonge moe
der; 14.45 Omroépkamerorkest; 15.3G
„Van muizen en mensen", hoorspel,
16.15 Zangrecital; 16.35 Filmselec
ties; 17.00 Voor de kleuters: 17.15 De
school is uit; 18.30 Ned Strijd
krachten; 19.00 Calvet-k wartel. 15
Klankbeeld over dr. F. M. Wihaut;
20.15 Cabaret; 20.45 Radio-debat;
21.05 Metropole-orkest; 22.90 Saro-
phoon-recital: 230 Meestcrtrio.
Hilversum 1 301 m. Nieuv-s
om 7. 8. 13. 20 en 22.30 uur.
NCRV 7.15 en 8.15 Gram. p'la r,
7.4f Een woord vooi de dag; 5) 15
Op radio-ziekenbezoek; 9.35 Symp'.o-
nisch morgenconcert; 10.30 JSfforgen-
dienst: 11.15 Van oude er. nieuwe
schrijvers: 11.39 Ensemble Donsukla-
ken: 12.33 Omroepkoor; 13.15 Ore.
concert: 14.00 Radio-uitzending vo*>r
de scholen: 14.30 The Cosmopolitaris;
15 00 Sibelius-programma; 15 30 Ka
mermuziek; 16.00 Bijbellezing: 17.15
Marinierskapel. 18.3C Ravel-piari<.
cyclus. 19 15 Onder de leeslamp; 19"
Het actueel geluid: 20.15 Sans Sou...
20.45 „Louis Favre", hoorspel. 21.30
NCRV-kwartet: 22 00 Kerkelijk orgel
spel.
FEUILLETON
12)
Toet,- ij bij Jan in de buurt was
wenkte hij hem even apart
„De leren jas en het horioge wor
den hier niet bezorgd. Het is te ge
vaarlijk. Je kunt de volgende dag een
jas van mij krijger., dan trek je die
uR in het dorp over de dijk, waar je
je leren jas aan dit adres in ontvangst
kan nemen Misschien moet je nog
verder zijn, maar dat hoor je daar
wel. Mond dicht.
Enkele ogenblikken later hoorde men
in de grote landbouwschuur slechts
de ademhaling van vermoeide men
sen, die er op uit waren om eten te
halen n die achtergebleven
waren.
Het weer was die nacht omgeslagen
Een dichte mist hing over de velden.
In plaats van de vorst, was nu mieze
rig dooiweer gekomen, dat voorlopig
door de ontwakende trekkers met
grote vreugde werd begroet Want nu
konden de aardappelen worden uit
gegeven.
Het was nog schemerig, toen er al
tttee werd begonnen. En het deed Jan
on"33n Hnt ov '--kkers tus
sen aren. die i>ioowv.„„.i inplaats
van één, twee mud te krijgen. Met
een onnozel gezicht namen ze hun
plaatsen weer in de rij in. Het zat
hen echter niet glad. Want tegelijk
net de aardappelen werd het per
soonsbewijs afgegeven.
Zij stonden beschaamd te kijken.
Dol van vreugde laadde Jan zijn
twee zakken aardappelen en een zak
suikerbieten op zijn karrtMe en telde
zijn twintig guldens uit.
Op het erf zag hij de boer lopen.
Hij haastte zich naar hem toe. „Met
1:J weer heb ik uw jas niet nodig, tic
'ai me achter het karretje best be-
Wormen kunnen. En het is nog minder
riskant ook".
De boer knikte stug. „Bemoei je
niet meer dan nodig is, met die an
der".
Zonder antwoord af- te wachten,
liep hij het huis in.
Inmiddels begon dc uittocht. Slechts
enkelen gingen al terug in de richting
van het oude land. De meesten wilden
hun geluk nog verderop beproeven.
Jan stond met zijn karretje op de
weg in tweestrijd. Zou hij ook nog
verder gaan naar andere boerderijen?
Of zou hij maar zo spoedig mogelijk
weer in Amsterdam trachten te ko
men?
Zachtjes b™*"" hij te glimlacht*"
„Ik kom - - ..ertje", momp'
zachtjes voor zich heen.
De weg terug was begonnen.
Dat het geen plezierreisje zou wor
den bleek al spoedig. De vastgereden
sneeuw, die gisteren en eergisteren
""^el glad was geweest, maar niet zwaar
reea, begon onder de invloed van het
Een verhaal uü de hongerwinter
door
JA/^P VAN ZOONEN
veel zachtere weer, week te worden.
De wielen zakten er in. Het werd een
hevige krachtsinspanning, niet voor 'n
klein poosje, maar voor de hele ver
dere dag.
De sneeuw werd natter en natter.
Jan's voeten werden drijfnat, hoewel
hij toch behoorlijke schoenen aanhad.
Al gauw lag zijn jasje op de zak
ken aardappelen. Hei zweet parelde
op zijn voorhoofd.
Af en toe nam hij een stukje sneeuw
ste dorst te lessen.
Uit de mist doemden mensen op, die
de Wieringermeer introkken. Stil en
zonder groeten verdwenen zij er ook
v/eer ia.
Voorbijgaande karretjes ïn dichte
mist.
van de berm van de weg om de erg-
Jan dacht aan het meisje, waarmee
hij gisteravond kennis had gemaakt.
En aan het boek „Voorbijgaande
schepen
Met schrik bedacht hij, dat hij haar
adres niet eens had gevraagd.
Daar moest hij toch achter zien te
komen. Hij wist tenminste haar r.
Prettige gedachten kwamen bij hem
op. Gedachten aan uitstapjes en pret
jes. Was het in 's hemelsnaam toch
maar weer Vrede.
Ellendig zulke natte voeten als je
itt die natte sneeuw kreeg. Bij elke
stap hoorde je het sieperen.
Al peinzende sukkelde Jan voort.
Moeizaam, stap voor stap. Het scheen
eindeloos, die lange rechte weg door
de polder en het uitzicht was troos
teloos.
„Kom jö", trachtte hij zich zelf op
te beuren, „elke stap die je doet brengt
je korter bij huis".
Eindelijk stond hij met zijn karre
tje weer boven op de dijk, die het
oudé land van de Wieringermeer
Scheidde.
Hij zette de kar neer, trok zijn dun
ne jasje aan. en ging op de knik zit-
tv:;. Van bet laatste restje tabak
araaide hij een cigaret. Af en toe pas
seerden hem andere mensen met kar
ren. Fietsers martelden door de
sneeuwbrei konder zich bijna niet
recht houden.
Alles was grauw Grauw de mist.
f rauw de wegen, grauw de gezichten
van de mensen.
Gelaten nam Jan zijn karretje weer
Mei een vaartje ging het naar be
neden. Zo spoedig mogelfjk moeit hij
het adres opzoeken, waar bii zijn jis
t n moeders horloge in ontvangst kon
nemen.
Het lag heel aan het eind van aet
dorp.
Bij een kleine arbeiderswoning
klopte Jan aan.
Een jonge vrouw deed open en vroeg
hem al dadelijk naar zijn persoons
bewijs. Toen zij het nauwkeurig had
bekeken en Jan van alle kanten had
opgenomen .noodde zij Jan uit binnen
te komen.
In de armoedig gemeubileerde ka
mer vertelde zü hem. dat de bewuste
jas en het horloge naar een verder
liggend dorp waren gebracht. Van
morgen waren alle bezitters van leren
jassen hier nog aangehouden en met
boer Wildeman geconfronteerd.
Jan mocht de hemel danken, dat hij
niet eerder m het dorp
men, want dan had' l^j aü. «i» ge
had de boer tegen het 'tijf te lopen, die
hem misschien zou hebben herkend.
De vrouw had inmiddels een paar
boterhammen klaar gemaakt en duw
de die Jan in de handen.
Hij moest zo snel mogelijk het dor.-
uit en vooral niet bij de uitdeeipost
van de Centrale keuken gaan kijken.
Daar werd nogal eens geïnspecteerd
door de Landwacht Naar de inlich
tingen. die haar man haar had ver
strekt. was hij in het volgende dorp
wel zo goed als veilig.
Zonder woorden, maar mei eer.
dankbare blik vertrok Jan zo spoedig
mogelijk.
Zijn gedachten werden steeds som
berder. Sterker en sterkar werd weer
het gedreun in zijn hoofd. „Hij komt
niet terug.
Tegelijkertijd voelde hij weer angst
bij zich opkomen. HU schrok van «Ik
onverwacht geluid en kretg een schok,
als hij de een of ander uit de m!s*
zag opdoemen
Maar toch scheer, die angst htai gro
tere krach* te gever-
Met op eikaar geklemde tanden liep
hij achter de kar. Zonder aar gehou
den te worden bereikte hU net volgen
de dorp. maar ook daar ward hij weer
verderop verwezen
Het begon ie regt: "f De mist was
dunner geworden, "cht biecf
loodgrijs.
tWordt vervolgd».