J KINDERKOERIER k f T#P'o«r«mma fammy, Rkaimz atö Bij nacht en ontij zwierven ze door het polderland Je komt niet thuis.. Het buitengewoon fraaie zomerweer van 1947 voerde ook een groot aan tal vreemdelingen naar Amsterdam. En de roep over onze nieuw aange legde wijker in Zuid, maar ook t minst niet de steeds opnieuw weer bewonderde grachten, was algemeen Indeidaad. als ge bij de Westertoren gaat slaan en vandaar eens rond kijkt of rondwandelt, zult ge ook nog geboeid worden door het bekoorlijke schouwspel: op een sneeuwdag. Het sprookje van 'n wit kanten bruids tooi, op 'n dag in 't voorjaar 'n feest van pril-groen. waarbij ge echter ver geet dat er ook nog een ander Am sterdam is dan het Amsterdam van die mooie grachten. - Dit ander Am sterdam - waarvoor de vreemdeling zelden belangstelling toont - ligt hier en daar tussen die grachten besloten en komt op die grachten uit. Het wordt beheerst door diezelfde Wester toren, die ge telkens ziet oprijzen met zijn goudglanzende kroon. Dat is het Amsterdam, waarvan een ge- schiedschr. een eeuw geleden schreef: ,.Zijn we hier in't prachtig Amster dam? Een belegerde en uitgehonger de stad". Hier liggen de lange eindeloze straten met grauwe, vervallen huizen, ie krotten - pakhuizen, de vervuilde jmalle sloten die tegen woningen op- klotsen en waarboven de schamele was te drogen hangt. Dat is de Jor- daan, 'n oord vol romantiek, maar even vol ellende en armoe. Dichtbij die grachten vindt ge ook het Bic- kerskwartier en de Spaarndammer- buurt. Ge ziet er de mooie oude pak huizen en sierlijke geveltjes, te mid den van steegjes met kleine, vervalle# huisjes die ge slechts kunt betreden langs smalle trappen die halsbreken de acrobatiek vergen. Stellig gelden niet voor alle buur ten van dit stadsgedeelte de beschrij ving die we hierboven er van gaven. Maar in 't gunstigste geval is het toch overal een steen-woestijn met weinig groen, met weinig gezonde ontspan ning. En stellig is het leven er wel overal grauw en kleurloos. De oude ren weten nu eenmaal niet beter zou men er van kunnen zeggen doch de jeugd? De jeugd groeit daar op onder de meest ongunstigste om standigheden; is echter, voor een groot deel althans, ontoegankelijk geble ven voor het werk van „Ons Huis" (gesticht door de opd-predikant ds. Tours, maar geleidelijk „verburgelijkt) en soortgelijk jeugdwerk. Doch een nieuwe geest heeft zich baangebro ken. Een grote groep belangstel lenden verenigde zich onlangs tot een nieuwe (commissoriale) stadszending, welke steun en sympathie geniet van de NHK, doch overigens geheel on afhankelijk haar weg gaat: als specia le commissie voor de jeugd in de Jor- daan c.a. Haar bedoeling is in ruime mate huisverzorging te organisex-en. VEEDRIJVERS, een verdwijnend ras Hollenberg beleefde avonturen Ze beginnen tot de zeldzaamheden ie behoren. Ze. dat zijn de oude vee drijvers, die lange jaren hebben ge zorgd. dat het vee bijtijds aan de markt kwam en daarvoor in koude en donkere nachten weer en wind hebben getrotseerd. Op elke markt ontmoet je er nog een enkele, maar verreweg het mees te vee wordt per auto aartgevoerd en het zal niet lang meer duren, of dit beroep heeft afgedaan. Daarom zijn we eens met een dezer mensen gaan praten. <We kwamen terecht bij Arte Hol lenberg. Hij h^eft het er op het ogen blik aan gegeven, maar het is nog maar weinig jaren geleden, dat Arie aan de markten te Schagcn, Alkmaar Hoorn en Purmerend verscheen en velen zullen hem kennen. En al werd ons dan in de aanvang de verzekering gegeven, dat Arie niet zoveel kon ver tellen, het is nogal meegevallen. Hollenberg vertelt. We laten hem zelf aan het woord. ,Als we naar Purmerend gingen, naar de jaarlijkse markt, die 's Maandags gehouden werd, dan verzamelden we de beesten -uit de omtrek op het Ver laat. En daar kwamen dan de drij vers. Dat waren Arie en Jan Bakker van Klom en Floris Schenk en R. van Zoonen van N. Niedorp en Arie Bakker van Piet en in de regel nog een paar losse drijvers er bij. En dan natuurlijk hij zelf. En dan trokken we met een man of acht drijvers met een tachtig, negen tig stuks Jong vee naar de Skoimarkt te Purmerend. Zondagsmiddags drie uur op stap en dan waren we om een uur of 12. één. in de Beemster. Slapen op de weg! Dan gingen we eerst een uur of wat slapen. De beesten gingen aan de kant van de weg liggen, een paar drijvers ervoor en de rest er achter. Die drijvers deden als het vee. Som migen lagen in de kant. maar Hollen berg zelf lag altijd op de weg, omdat f het gras hem te nat opgaf. En geloof niet, dat het altijd zoele zomernachten waren. Integendeel, hel was midden October en veelal varen de nachten dan donker, terwijl de wind door de bomen huilde en de re gen de drijvers doorweekte. ,.ls het wonder", vroeg Arie's vrouw ons „dat hij stijf van de rheumatiek is?" Wij waren stomverbaasd, omdat v.*e niet wisten, dat zo iets mogelijk was. Omdat we ons niet konden voor stellen. dat een mens dit ksn volhou den. Hollenberg lachte. Vertelde ons van een keer, dat hij Maandags om 6 uur in de morgen begon te drijven, en zijn kousen niet uitdeed, voor Donderdagssvoeds zeven uur. Gesla pen had hij in die dagen niet. Maar toen was hij dan ook zover heen, dat hij achter oen koppel scha pen liep te slapen. Toen hij wakker schrok, waren de schapen hem een stuk vooruit. Om niet te spreken van de keer, dat hij met paarden van U- trecht kwam en een tocht van vier en twintig uur achter de rug had. Ook avontuurlijk! Wanneer we hem zo over die toch ten horen vertellen, stellen we on willekeurig de vraag of het dan altijd goed ging met die tochten in het don ker. Want het werd ons duidelijk, dat die tochten altijd nachtelijke tochten waren geweest die zich voor een groot deel afspeelden in de tijd toen de zaklantaarns nog onbekend wayn. Arie barst in lachen uit. En wij kun nen niet nalaten er mee in te stem men. als we horen, van de keren, dat hij met een beest het water in raakte, er niet bij denkend, dat de drijvers dan maar weer met *t natte pak ver der trokken. ..Ik heb het eens een keer gehad, dat ik met negen en der tig beesten aan de spoorwegovergang stond in de Heer Hugowaard. De bo men waren dicht en het spoor kwam juist aan De beesten op wild. En hoe wij, drijvers, ook schreeuwden en joe gen. we konden ze niet keren en na vijf minuten was er in het nachtelijk donker geen koe meer te bekennen en holden de beesterx als gekken de Middelweg af. De laatste koe werd een Daar dagen later gevonden in het Veld, aan de Zwarte Weg. 'n vijftien kilometer Verder op. (WORDT VOORTGEZET) de jeugd ontrukken aan de verder felijke buurtsfeer en haar gezonde ontspanning bieden, lectuur verschaf fen, goede boekeu, cursussen instel len, spel. clubs, padvinderij en kam pen bevorderen etc. Een viertal lei ders gediplomeerd van een speciale cursus is reeds in functie en wordt, gesalarieerd. Zij moeten zich geheel aan 't jeugdwexk geven, steeds be schikbaar zijn met raad en daad. De commissie voor d%,. Jordaan slaagde er in een gebouw te vinden aan de Lindengracht. terwijl het werk rond de Noorderkerk dezer dagen naai de Laurierstraat wordt overgebracht. De commissie voor de Kinkerbuurt vond een zeer geschikt clubgebouw in De Borgerstraat, terwijl naast de Westerkerk een oud, vervallen huis door grondige restauratie voor hef jeugdwerk bruikbaar gemaakt werd. De eerste kennismaking van de heer Schreuder (pionier a.d. Lindengracht) met de Jordaanjeugd was niet van heel aangename aard, hoewel hij vol bloed Amsterdammer, dus fcij uitstek geschikt is. Hij werd aan 't slot van de eerste samenkomst met enige r appelen bekogeld, een andermaal werd plotseling het licht uitgedraaid en bleek het „auditorium" zich verstopt te hebben, doch geleidelijk slaagde hij er ih een kern te vormen die hem nu krachtig steunt. Zo was er onlangs een avondje georganiseerd, waarop een der ergste belhamels ontbrak, of schoon hij stellig beloofd had te ko men. Tenslotte .daagde hij toch op met een diepe wond aan het voor hoofd „Had geknokt met een agent in de buurt" dat was alles" Wanneer men bedenkt dat de jeugd criminaliteit in 1947 met vele hon derden delinquenten is toegenomen zelfs diefstal oo scholen, ontuchtige verhoudingen e.d. herhaaldelijk voor komen en de zwarte handel voor ki belangrenk deel in handen is van de jeugd-in de Jordaan vindt men jon gens die bij verkoop of aankoop van bonnen gemakkelijk een biljet van duizend wisselen dan kan men zich voorstellen hoe zwaar daar het werk der leiders is. Maar ook hoe nuttig en verantwoordelijk. WIJ LAZEN voor UI DE REIS Naar aanleiding van de reis van' Nederlandse ministers naar Indonesië schrijft „Trouw" (13 December): „Het feit, dat na minister Neher nu wederom drie ministers, de heren Beel, Jonkman en Drees, naar Indo nesië vertrekken, kan men moeilijk uitlegggen als een bewijs, dat de za ken daar goed verlopen. Integendeel het bewijst, dat de za ken daar niet glad zitten. Waar de plooien zitten, is intussen niet publiek bekend. De heren zijn meesters in het ver bergen van de werkelijkheid. Ook de Staten-Generaal zijn niet op de hoog te". En verder: „Deze ministers gaan naar Indonesië. Men kan er veilig van op aan. dat dit in de practijk zal be tekenen, dat men daar straks in Ba tavia in gemeen overleg de koers gaat vaststellen. Dan ligt de raak weer vast. Zonder dat de Kamer er in gekend is. Het is noodzakelijk, dat de regering van te voren de Kamer inlicht". En tot slot: Wij weten nu lang zamerhand wat dit kabinet op'het ge bied van koers houden pleegt te presteren. Wat moet dat worden daar in Batavia? Wy zijn bang voor deze reis". FRIES VOOR HOLLAND 10 December schreef de „Leeuwarder Courant" in een artikel over „Regio nale Omroep Noord" o.m. het vol gende: „Er is nog een ander punt. De ge- 84. Meneer Trapman dacht dat Jim- my niet meer wist wat hij deed. maar daarin vergiste hij zich toch, want Jimmy was ook niet van gisteren. Die begreep heel goed, dat het gefluit voor hem was, die begreep best dat de mensen niets over hein tevreden waren. Hij had zijn plaats in het doel weer ingenomen, nam nog een lik uit de pot de laatste lik _en toen smeet hij de pot met een grote boog naast zijn doel en met een vastbera den blik in de ogen keek hij het veld in. „Vader", riep Jantje. ..Jim my heeft de pot weggegooid. We heb ben nog een kans." De nieuwe raadsels Verleden Woensdag heb ik jullie briefjes beantwoord en ook. de uit slag van de wedstrijd uit de St. Ni- colaaskrant bekend gemaakt. Hier is nu weer de nieuwe wedstrijd. Het zijn verschillende raadsels die door „Tar- zan" de schuilnaam van een van m'n vriendjes werden ingezonden. Hij doet dus zelf niet mee maar schrijft mij natuurlijk wel een briefje. Hier volgen de raadsels! 1. Boven in de hemel. Hangt een zak met zemelen; Daar is geen een wijze man. Die de zemels tellen kan. Wat is dat? Van vier domme meisjes Er waren eens meisjes. Er waren er vier; Die gingen de wei in En hadden plezier! Er waren eens meisjes. Er waren er vier. Die plukten maar bloemen, Nu daar en dan hier. Er waren eens meisjes. Er waren er vier. Die holden als hazen Voor een woedende slier! Er waren eens meisjes, Er waren er vier. Twee sprongen in 't water! Weg was hun plezier! Er waren eens meisjes. Er waren er vier, Die komen nu nooit meer In 't land van de stier! Ingezonden door Annie Smit. 2. Jan de Bruin. Zat in de tuin. Hij had geen paard of ploeg. Maar wroette toch diep genoeg. Wie is dit? 3. Ik ken een plank, Glad en blank, Niet van iepen" of essen. Je raadt het vast niet, al ben je met z*n zessen! 4. Ippe, 1'ippe. rijp. Geel is de pijp. Zwart is het gat, Waar de gele pijp in zat. Wat is dat? 5. Overdag vol, 's Nachts hol! Wie raad dit? Oplossingen inzenden vóór 39 Dec aan Oom Rob, Postbus 3. Schagen. Doe Je best. Twee boeken worden on der de goede oplossers verloot. OOM ROB Een roofridder in de natuur We lagen in het gras. dicht bij een rijtje wilgen. Ineens hoorden we een zacht „Pieiet. pieiet!" We keken eens om ons heen enwe zagen een Winterkoninkje. Wat is zo'n beestje klein! Daarom noemen we het ook wel: „Klein Duimpje" Het is geheel bruin met hier en daar wat lichte streepjes en een dito wenkbrauw- streep. Een Winterkoninkje is in het geheel niet schuw en w; konden het soms wel op 1 a 2 meter afstand na deren. Het vogeltje wipte van tak op tak en plotseling. was het verdwe nen. Wegg^logen was het! Een tijdje was het stil; we hoorden niets meer tot opeens de stilte door eendengesnater werd verbroken. In de vaart, waar we vlak bij lagen, was een groepje wilde eenden neer gestreken en druk waren ze bezig zich te wassen. Een eend zwom. wat ver der van het groepje af. maar dat geeft toch niet? Maar even later: wie zagen we daar? Hoog in de lucht zweefde de beken de Torenvalk! Die was op een lekker hapje uit! De eenden merkten niets van hem - en de valk niets van ons en hij lust wat graag een eendenbout je. Bijna zonder te bewegen „stond" hij in de lucht.... liet zich even zak ken en „stond" weer stilnog lager daalde hij en wachtte nog weer evenOpeens! De Torenvalk druk te de vleugels tegen .het lichaam en viel als een steen naar beneden Voor de eend het wist was het ar me dier een prooi van de roofzuchtige Torenvalk. noemde, in wel zeer kleine kring ge houden enquête, leverde o.a. als re sultaat op. dat er naar de Friese dag van de K.R.O. veel meer geluisterd was dan naar de uitzendingen van de R.O.N. Nu ligt dat voor de hand en een argument tegen de R.O.N. kan daar ook moeilijk uit getrokken wor den; die streekdag werd immers over de grote Hilversumse zender uitge zonden en bovendien werd daar de gehele Zondag voor benut, zodat men steeds Friesland, of wat daarvoor moest doorgaan, te horen kreeg, als men aan de knop draaide; Er is echter meer; zulke streekdagen zijn namelijk kennelijk niet voor de „eigen mensen maar voor „de anderen" bestemd en daarom zijn ze met veet nadruk inge steld op allerlei folklorische, amu sante en andere curieuze zaken. Op ons maken zulke uitzendingen heel gauw een beschamende indruk, zo iets als wanneer een wild dier in het cir cus voor een sensatie-zoekend publiek zijn kunsten en kundigheden moet vertonen. In dit verband protesteren we dan ook fel tegen een programma-onder deel van de KRO, een cabaret-uitvoe ring onder de naam ..Op de ring muur", die, naar het schijnt, eens in de twee weken gegeven zal worden. Deze uitvoering wordt in het Stads-" fries gegeven, om haar ook voor „do Hollanders" verstaanbaar te maken; negen van de tien luisteraars accep teren dit grappige taaltje echter als „Fries". Melodiën als „Gaen jou met een sïngeltsje om", moeten een indruk geven van de Friese, van een boeren- cultuur nota bene. Men gaat zelfs zo ver. dat. ten behoeve van de lokale kleur, de zangmelodieë tussen gehele passage's overgenomen worden uit lie deren. die de Friezen zeer dierbaar zijn. zoals „Rólje. rólje wetterweagen" en „It Heitelan". Nu weten welwel, dat voor de centrale omroepvereni gingen wéinig heilig is en alles geëx ploiteerd moet worden, maar wij wei geren toch onze eigenheden voor zulke cabaret-doeleinden te laten misbruiken". -« FEUILLETON 18) SLOT Angstig keek Peters hem aan. „Voel je je niet goed De Wever? Zal ik je wegbrengen?" Jan schudde met zijn hoofd. „Maak naar dat je weg komt, Peters. Ik wist het. Ik heb het geweten". De ander keek Jan aan. Toen haalde dij de schouders op. Hij dorst het niet langer aan, In de verte hoorde hij au to's razen En auto's betekende gevaar „Vergeet niet de boodschap aan mijn familie, asjeblieft. Wij blijven hier aan deze kant. Ze weet het adres wel". Hij spoedde zich naar de pont, die even later weer overvoer. Jan keek naar zijn karretje Een gevoel van moedeloosheid kwam over hem. Had het nog zin verder te gaan? Toen schoot de gedachte aan zijn moeder hem ie binnen. Voort! Hij had nog een taak te ver- Vullen En Alil De sneeuw knarste onder de wielèn. Vier maanden geleden. Vier maanden! Automatisch sjokte hij voort. Hoe moest hij bij moeder aankomen met het verschrikkelijke bericht? „Ik zeg niets", dacht hij luid op. „Ik houd me stil. Ik kan het altijd nog zeggen. Wat geeft het of ik haar al direct op de hoogte breng van de ze nieuwe ramp? Nog slechts enkele karretjes en fietsen bewogen zich door de stad. Snel viel de schemering Over korte tijd zouden de straten uitgestorven zijn. 's Avonds mocht er immers nie mand meer op straat. Herinneringen hoe hij met vader door de stad had gedwaald. Hoe hij met hem had ge speeld en geravot. Hoe vader dikwijls met hem had gepraat over de ver schrikkelijkheden van de oorlog. De oorlog, waarvan eerst zijn broer en nu vader zelf slachtoffer was gewor den. Hij boog zich dieper over de kar. Het leed van millioenen leek hem neer te drukken. Hij voelde geen ver- moeidhei en geen honger. Het was stil geworden in zijn binnenste. Het refrein van de vrind die niet terug kwam, was verstomd. Hij wist nu im mers. „Je mag wel maken dat je binnen komt vrind", waarschuwde hem een welwillende agent van politie. Jan hoorde het niet/Hij bemerkte, niet dat de eerste patrouilles Duitsers zich opmaakten, om hun ronde door de stad te doen. Een verhaal uii de hongerwinter door JAAP VAN ZOONEN Als in een droom bereikte hij de straat waar hij woonde. Het karretje zette hij voor de deur neer. Zou moe der hem hebben horen aankomen? Hij aarzelde. Hij werd heen en weer geslingerd tussen het wanhopig ver langen om zijn moeder in zijn arm^p te nemen' en de vrees, dat zij in zijn ^ógen of in zijn woorden het afschu welijke nieuws zou ontdekken. Ein delijk vermande hij zich, haalde de sleutel uit zijn zak en opende de huif- deur. Het huis scheen uitgestorven. Hij haalde zijn lucifers voor de dag en stak het olielampje aan, dat altijd op een vaste plaats in de gang stond. Vaag dacht hij er aan, dat hij, kort geleden, in een vreemd huis, zó licht had gemaakt. Toen drong het tot hem door dat het stil bleef in huis. Een heftige angst snoerde hem de keel dicht. Hij moest zich aan de muur vast klemmen om niet te vallen. Eindelijk slaagde hij 'er in te roepen. Zijn stem klonk onnatuurlijk hol in het koude huis. Het bleef stil. Toen hij t&n laatste zich vermande en de deur naar de kamer opende. De kamer 'was leeg. In de kachel brandde geen vuur. Voorzichtig alsof hij niemand wakker wilde maken, be gaf hij zich naar de slaapkamer. Hij herademde. In het ledikant lag moe der. Ze sliep. Voorzichtig zette hij het lampje op de wastafel. Nu zou hij haar even verrassen. Hij boog zich over haar heen en drukte een kus op haar voorhoofd dat ijskoud aanvoelde. Ontzet deinsde hij terug, nam snel het lichtje op en begreep. Tot hij het gevoel kreeg, dat het niet waar" was! Dat het een zins begoocheling moest zijn! Hij moest wat doen! Een dokter! Snel liep hij de ka mer door, de gang uit, opende ^de deur en snelde de straat op. Na enkele passen liep hij een paar mensen voorbij, had er geen erg in; hoorde een snauwend bevel om te blijven staan. Even stond hij stil. Toen werd hij voortgedrongen door de ge dachte, dat hij een dokter moest heb ben. Hij snelde weg. In de duisternis flitsten 'twee vuur stralen. Twee schoten verscheurden de stilte. Jan stortte ruggelings ter aarde. Toen de Duitsers het licht van een zaklantaarn over zijn gezicht lieten spelen, braken zijn ogen en liep een straaltje bloed uit zijn mond. „Ik kom", bracht hij er met moeite uit. „Ik keertochterug". In de donkere straat stond een zaam een karretje. „Een roofridder in de natuur" werd ingezonden door Kees Worms- becher. die dit met vriendje Dik Akkerman in de afgelopen zo mer eens beleefde. ZONDAG 21 DECEMBER 1947 Hilversum I - 301 m. - Nieuws em 8, 13. 18. 29 en 23 uur. 8.30 Voor het platteland; 8.40 Ensem ble Barcarolle; 9.15 Men vraagt en wij draaien; 9.45 Geestelijk leven; VPRO 10.00 Zondagshalfuur; IKOR 10.30 Kerkdienst; VPRO 11.45 Tot het hart van ons volk; AVRO 12.00 Fan farecorps; 12.30 Zondagge- 12.40 Koorzang; 13-15 Les gars de Paris; 13.50 De spoorwegen; 14.05 Boeken halfuur; 14.30 Kamerorkest; 15.30 Film praatje; 15.45 The Skymasters; 16 30 Sportflitsen; VPRO 17.00 Gespi-ek- ken met luisteraars; VARA 17.30 Ome Keesje; 17.50 Sport; 18.15 Meis jeskoor; 18.30 Ned. Strijdkrachten; 19.00 Radiolympus; 19.30 Stradiva-sex- tet; AVRO r 20.15 Radio-Philharmo- nisch orkest; 21.50 Paul Vlaanderen en het Gregory mysterie, hoorspèl. 22.25 Amerikaans program™?» Hilversum II - 415 m. - Nieuws om 8. 9,30. 13. 19.30 en 22.30 uur. IKOR 8.30 Kerkdienst; KRO Franse dag 10.00 Hoogmis uit Straats burg; 11.00 Straatsburg en de Franse kerken, causerie; 11.15 Orgelconcert; 11.30 Kamermuziek programma; 12.20 Dansmuziek: 13.155 Franse volkslie deren; 13.45 Causerie over Franse let terkunde; 14.00 en 14.45 Symphonisch concert; 14.30 Lezing over de Franse muziek; 16,30 Geestelijke herleving in Frankrijk; NCRV 17.00 Gerefor meerde kerkdienst; 18.30 Gewijde mu ziek; 19.55 De Psalmen van Sweelinck 19.15 Kent gij Uw Bijbel?; KRO 19.45 Klankbeeld over Lourdes; 20.15 ..De reputatie-fabrikant", blijspel; 21.30 Louise, opera van Charpentier; 22.15 De sport in Frankrijk; 22.45 Avondge bed; 23.00 Variete-programma. MAANDAG 22 DECEMBER 1947 Hilversum n - 415 m. - Nieuws om 7. 8. 13. 18. 20 en 23 uur. AVRO .30 en 8.15 Gram.platen 8.45 Klassieke gram. muziek; 9.15 Morgenwijding; 9.45 Arbeidsvitami nen; 10.35 Gram.platen 11.00 Op de uitkijk; 11.15 Pianorecital; 11.35 Zang recital; 12.00 Lyra-trio; 12.38 Orkest Gerard Lebon; 13.15 The Skymasters; 13.50 Licht orgelconcert; 14.35 Piano recital; 13.00 Bonbonniére; 16.15 De meneer en de kioskjuffrouw; 16.30 Spaanse muziek; 1.30 Voor de pad vinders; 18.30 Regeringsuitzending; 19.05 Kamermuziek; 19.30 Inleiding tot muziekbegrip: 20.05 Radioscoop; 20.20 Zuid-Amerikaanse dansmuziek; 20.40 Wetenschap voor iedereen: 21.00 Strijkorkest; 21.40 Het wonder van de 34ste straat, hoorspel; 22.30 Hongarije spreekt tot U. Hilversum II - 415 m. - Nieuws om 7, 8.' 13. 19. 20 en 22.30 uur. NCRV 7.15 en 8.15 Gram.platen; 7.45 Een woord voor de dag; 9.15 Ochtendbezoek bij de zieken; 9.35 Licht klassiek morgenconcert; 10.30 Morgendienst; 11.15 Van oude en nieuwe schrijvers; 11.35 Pianorecital; 12.00 Metropole-orkest; 12.33 Zangre cital; 13.15 Mandolina'a; 14.00 Vacan- tievertelling voor de schoolgaande jeugd; 14.30 Musette-orkest Peter No- bino: 15.20 Kamermuziek; 16.00 Ad- ventswijding; 17.00 Voor de klfri-tunr 1.715 Amsterdams vocaal kwartet; 17 4C De vijf Zakapara's; 18.30 Plaitr.m"- ziek van Ra val; 19.13 Onder d* Ie.**- lamp; 19.30 Reportages; 20.15 Omtarp- orkest; 21.00 Lezing over „D* grrtc stad"; 21.30 Sweelinckkwartet; Kerkelijk orgelspel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 3